Essay over journalistiek en haar eigenlijke functie Door Bastiaan Grutterink De journalistiek van tegenwoordig loopt met veel problemen te kampen. Laat duidelijk zijn dat de journalistiek een zeer grote macht is in onze maatschappij. Ze heeft namelijk zeer veel invloed heeft op de mening en kennis van de burger en die is stemgerechtigd. Dit is een waarheid die grote repercussies kan hebben op het grote geheel van de maatschappij en de veelheid van haar uitingen. Om deze bewering kracht bij te zetten zal ik enkele voorbeelden noemen waaruit de waarheid van mijn beweringr zal blijken. Zo is de onwetendheid van de gemiddelde Amerikaanse burger een voorbeeld. Ondanks de grote welvaart in dit land gelooft 40% van dit land niet in de evolutie theorie en is evenals 40% tegen het homohuwelijk. Ook Rwanda is hiervan een groot voorbeeld. In de jaren 1990 tot 1993 heeft de landelijke journalistiek van RWanda aangezet tot genocide. In Rwanda waren de werkeloosheid en ongeletterdheid een groot probleem. De zondebok die werd gekozen voor het algehele lijden van de samenleving waren de Tutsi’s. Dit is een etnische minderheid in Rwanda die 10% van de bevolking vertegenwoordigde tegenover de Hutu’s die de meederheid van het land beslagen. Langzaam maar zeker begon het praten op de radio tot actie te leiden, waardoor een groot deel, maar liefst 70%, van de Tutsi gemeenschap werd uitgeroeid. Nederland staat hier zeker niet buiten kijf. Hoewel in Nederland de laatste 50 jaar niet dergelijke desastreuze praktijken zijn voorgekomen zien we wel soortgelijke landelijke hysterie ontstaan vanuit de journalistiek. Zo is de aanslag op Theo van Gogh één van de voorbeelden die de invloed van de media duidelijk laat zien. Samen met de aanslag van 11 september 2001 is er hysterische angst voor de Islam ontstaan en worden aanhangers hiervan gestigmatiseerd door een groot deel van Nederland. Ondanks deze verstrekkende consequenties van media uitingen op de bevolking, is het volk nog steeds in volle overtuiging van de waarheid en belang van de situaties en fenomenen geschetst door de media, met alle gevolgen van dien. Daartegen gaat het zeker niet over alle vormen van journalistiek. Er zijn gelukkig enkele mensen die hier zeker werk van maken, zoals Cees Hamelink, Rob Wijnberg en Joris Luyendijk en strijden om de waarheid boven water te krijgen, ook over hun eigen vakgebied, de journalistiek. Wanneer de populaire journalistiek niet zoveel macht zou hebben over onze samenleving zou het probleem beduidend minder urgent en belangrijk zijn. Maar dit is niet het geval. Binnen dit essay zal ik u meenemen in mijn visie over hoe de journalistiek nu werkt of in feite dus niet werkt; hoe dit komt en hoe de problemen waar de journalistiek mee loopt te kampen diepgaande manifestaties heeft in onze samenleving. Het eerste dat ik binnen dit essay zal moeten uitleggen is wat ik dan versta onder goede journalistiek. Wat dit voor mij betekent en waarom dit zo belangrijk is. Daarna zal ik de tegenpool bespreken, namelijk wat ik schaar onder het kopje foutieve journalistiek. Journalistiek is namelijk een zeer breed domein en zeker niet elk journalistiek instituut loopt te kampen met de geponeerde problemen die ik kort heb besproken in de inleiding. Als gevolg hierop al worden ingegaan op in mijn ogen de drie grootste problemen die er in dit gestelde journalistieke domein heersen. Achtereenvolgend zijn dat de bombastische sensatieverhalen die binnen de
journalistiek worden gebruikt, de feitelijkheden die de journalistiek poneert zonder deze te voorzien van betekenis en de ridiculiteit van de prominente rol die actualiteit inneemt in de journalistiek. De oorzaak die ik hiervoor heb gevonden op deze problemen lijkt even duidelijk als problematisch. Dit is namelijk de commercialisering van de samenleving. In het laatste hoofdstuk wordt kort deze verstrekkende trend besproken die in onze maatschappij heerst die zal laten zien dat grootschalige verandering van het landelijke journalistieke domein zeer moeilijk, wellicht onmogelijk is. De werkelijke functie van journalistiek Journalistiek is een bijna soevereine macht die het volk van een land informatie over de wereld en daarmee het betreffende land brengt en deze informatie als waarheid presenteert. In mijn visie is dit zeker niet het enige dat de journalistieke plicht constitueert. Er moet naar mijn mening nog aan enkele voorwaarden voldoen om goede journalistiek te kunnen bedrijven. Zo moet de voortgeschotelde informatie inhoud hebben die het volk kan doorgronden en begrijpen en idealiter dat deze informatie leidt tot grotere begripsvorming en inzichten over de belichtte onderwerpen; Dat deze informatie een correcte representatie is van wat er in Nederland en de wereld gebeurt; En tot slot moeten de benoemde actualiteiten in de correcte context worden geplaatst. Hiermee bedoel ik dat de burgers niet alleen een notie hebben van het problemen weten dat het heerst, maar ook weten hoe groot het probleem is ten aanzien van de andere actuele problemen. Daarbij moet voor de burger duidelijk worden of dit een nieuw probleem is of dat dit probleem al eerder is voorgekomen. En als dit zo is, wat er toen met het probleem is gedaan en welke gevolgen dit heeft gehad. Dit allemaal om de kijker/lezer/luisteraar inzage te geven in wat er over dit onderwerp al eerder is voorgevallen en hoe dit zich verhoudt tot de tegenwoordige tijd en eventueel de toekomst. Journalistiek is in mijn visie dus het medium dat zich moet onderwerpen aan haar educatieve kerntaak. Deze ideale situatie is tegenwoordig ver te zoeken bij het gros van de journalistieke instituten. In dit essay zal ik bespreken welke concrete problemen allemaal de hoek omkijken in de journalistieke wereld en waarom deze problemen urgent zijn. Maar nu eerst een bespreking over wat ik nou bedoel met de ‘foute’ journalistiek. Foutieve journalistiek In dit essay gebruik ik het woord journalistiek zeer repetatief, maar ik bedoel hier een zeer nauwe betekenis van. De term journalistiek is namelijk zeer breed en zonder deze verder te specificeren kunnen we niet verder, omdat ik dit begrip gedurende dit essay nog vaak zal gebruiken heb ik zes verschillende kenmerken bedacht die ik gebruik om de slechte variant van journalistiek kan benoemen. Hoe meer genoemde kenmerken deze journalistiek heeft hoe slechter deze in mijn optiek is. Dit wil zeggen dat ik selecteer vanuit alle verschillende vormen van media, die onder te verdelen is in de categorieën: radio, televisie, internet en geprinte media. Ik zal hieronder zes kenmerken benoemen die ik hanteer om de betreffende journalistiek in te kwalificeren. Hoe meer van de genoemde kenmerken het betreffende journalistieke instituut heeft hoe meer deze te kampen zal hebben met de gestelde problematiek.
Het eerste kenmerk is naar mijn mening ook meteen het belangrijkste kenmerk, namelijk de afwezigheid van diepgang in het medium. Hoeveel tijd wordt er genomen om over een onderwerp te spreken, hoe kritisch is het medium tegenover het onderwerp en hoeveel diepgang wordt er gebruikt om in te gaan op het onderwerp? Het tweede kenmerk van de journalistieke instituten waar ik het over heb, zijn de media die door de meeste mensen wordt gelezen, bekeken en gehoord. De journalistieke instituten die voor een groot deel van de Nederlandse burgers het medium is voor actuele informatie. Populariteit is dus één van de kenmerken van de journalistiek die ik bedoel. Het derde kenmerk is dat deze media zich richten op grootschalige actualiteiten die zich voordoen in binnen en buitenland. Media die een een veelheid aan onderwerpen moeten aansnijden om de burger in te lichten over wat er allemaal is gebeurt op de betreffende dag of de dag ervoor. Grote variëteit aan onderwerpen is dus een tweede kenmerk. Het vierde kenmerk dat ik stel aan deze journalistiek is dat er een tijdsdruk achter zit om de informatie te creeeren of om te debiteren. Voorbeeld hierbij is bijvoorbeeld de krant die werken met deadlines om stukken af te krijgen, iedere dag moeten er verschillende artikelen af zijn. Hetzelfde geld voor beeldjournalistiek die ook grote deadlines heeft om nieuwsuitingen af te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld ook vaak tot concurrentie tussen de verschillende journalisten of zelfs verschillende journalistieke partijen leiden. Het vijfde kenmerk is dat de betreffende journalistiek met een van tevoren vastgesteld stramien werkt. Wat ik hiermee bedoel is dat er bijvoorbeeld in een nieuwsuitzending verschillende artikelen aan bod komen die zeer uitgemeten worden in de tijd. Zoveel minuten wordt er besteed aan het ene onderwerp en zoveel aan het andere. Voor een krant geldt in feite hetzelfde. Zo werkt een krant altijd met een van tevoren bepaalde hoeveelheid schrijfruimte waarin het nieuwsartikel moet passen. In plaats van dat er vrijuit kan worden geschreven, is de journalist genoodzaakt zich te conformeren aan een bepaalde tijd of ruimte die hij heeft om zijn verhaal te doen, ookal kan dit ten koste gaan van het nieuwsartikel. Het zesde kenmerk zijn de kosten voor de burger. Het betreffende medium moet voor de burger zeer weinig tot geen geld kosten om toegang hiertoe te krijgen. Voorbeelden van dergelijke journalistieke instituten die bij mij erg in het hoofd zitten zijn wanneer ik deze kenmerken opnoemn zijn: NOS Journaal, RTL Nieuws, EenVandaag, Metro, Nu.nl en NPO Radio 2. Sensationele excessie zonder context/belang Zoals al gezegd is in de inleiding is de journalistiek zeer machtig in een land en heeft grote invloed op de mening en kennis van de grote massa’s. Dit is één van de redenen dat we zo moeten oppassen met deze macht. Sensatie is één van de drie grote problemen die ik zie in de Nederlandse journalistiek. De mate waarin we nieuws in de vorm van sensationele excessen zien is de twee decennia fors gestegen. Een moord, een oorlog, een natuurramp, ongekende sterftecijfers in Verweggistan of de grote imcompetentie van de politiek. Je kunt er niet omheen, nieuws is een vorm van entertainment geworden. De meest extreme situaties worden belicht die er in de wereld en in Nederland zijn gebeurt en dit zorgt voor een ongenuanceerd en vertekende realiteit voor de kijker. In het hoofdstuk ‘de werkelijke functie van journalistiek’ heb ik
namelijk uitgelegd dat deze journalistiek aan drie voorwaarden moet voldoen buiten de normale functie ‘informatievoorziening’. Het gebruik van excessen gaat namelijk in tegen vrijwel alle drie de voorwaarden die ik had opgesteld. Ten eerste levert een dergelijke informatievoorziening niet tot meer begrip of inzicht bij de modale burger. Deze weet namelijk niet wat een normale toestand in bijvoorbeeld Irak wanneer hij alleen maar hoort over de oorlogen die daar heersen of over de hongersnoden in Afrika of de huidige discriminatie in Amerika ten aanzien van de Afroamerikaanse gemeenschap. Ten tweede is de representatie van de informatie door het gebruik van excessen absoluut geen representatie van de werkelijkheid, doordat de extreme toestanden de voorrang genieten en dat normale toestanden of situaties hierdoor geen aandacht krijgen. En ten derde worden deze extremen in contexten geplaatst dat iedere ramp iedere moord en iedere ziekte iets is dat belangrijk en urgent is. Maar misschien nog wel belangrijker, dat dergelijke voorvallen voorkomen hadden kunnen worden en hadden moeten worden, wat in veel gevallen volstrekt onzin is. Kortom door deze vormen van excessen te gebruiken ontneemt de journalistiek hiermee de kans voor de kijker om een correct beeld te vormen over de wereld om hem heen en brengt hiermee niet alleen de kijker intellectuele schade toe, maar kan dit ook grote nadelige gevolgen hebben voor het besturen van het land. We leven namelijk in een democratie en dit betekent dat min of meer iedereen die ouder is dan 18 jaar mag stemmen. Ik ben van mening dat de kans om correct te stemmen afhangt van twee dingen, namelijk een mate van zelfkennis. Je moet weten wat jou mening is ten aanzien van een groot scala aan onderwerpen en uitspraken. Daarnaast moet je weten op welke partijen er gestemd kan worden en wat deze partijen qua idealen en plannen hebben voor Nederland. De stem van een kiezer kan dus grote gevolgen hebben voor de rest van het land. En door als journalist nalatig te zijn ten aanzien van de besproken voorwaarden om goede journalistiek te fabriceren, doe je zowel de Nederlandse maatschappij alswel de inwoners schade aan om vrij en weloverwogen zich in ons en ieder ander land te bewegen. Feiten zonder betekenis Feiten zijn in de journalistiek inderdaad belangrijk, dat blijkt wel uit de vele cijfers en statistieken die er binnen kranten en het nieuws worden gebruikt. Dit is naar mijn mening zeker een groot goed, maar niet als het niet de randvoorwaarden van ‘goede’ journalistiek voldoet, namelijk dat de mens na het kijken van een nieuwsartikel meer over het betreffende onderwerp te weten is gekomen, in plaats van met nog veel meer vragen te hebben die onbeantwoord blijven. Om hiervan een voorbeeld te noemen is de nieuwszender FOX zeer goed in dit bewerkstelligen. In het programma worden verschillende ‘experts’ over een bepaald onderwerp bij elkaar gehaald, die in soms minder dan 8 minuten moeten gaan uitleggen hoe een situatie als Irak of Afghanistan in elkaar zit, wat al absurd is om uberhaupt maar te suggereren. In die 8 minuten komt er een felle discussie op gang, waarbij aan het eind er een niet groter verschil in meningen lijkt te zijn, waarna de presentator tussenbeide komt en verkondigd dat de tijd op is. Geen uitleg, geen beter inzicht voor de kijker, geen gevolggesprek voor verdere uitleg, niets. Maar door deze methode blijft de kijker aan de tv genageld zitten, want die zit nog steeds te wachten op
antwoord. Dit probleem is mede te wijten aan het overkoepelende probleem, namelijk de vercommercialisering van de journalistiek, te lezen in het laatste hoofdstuk. Actualiteit als grootste goed, tot het volgende grote verhaal Actualiteit wordt vaak als uiterst belangrijk beschouwd in de journalistiek. Het zit natuurlijk al in het gebruikte woord voor het journaal, het nieuws. Niet dat gister er niet toe doet, maar vandaag wordt gezien als beter, interessanter en belangrijk, omdat gisteren is geweest, dit weten mensen al dus naar een volgend onderwerp. Verleden tijd wordt alleen aangehaald als de actualiteit daarom vraagt, of wanneer men een zeer populair onderwerp te pakken heeft. Vooral dit laatste is een handig trucje van de huidige journalistiek. Hoe lang hebben we nieuws moeten aanhoren over de verongelukking prins Friso, de dood van Pim Fortuyn en Theo van Gogh of de belofte van Geert Wilders over het verminderen van de hoeveelheid Marokkanen in Nederland. Een ander probleem met de overtuiging dat actualiteit een zeer groot belang is, is dat de strijd en concurrentie die hieruit ontstaat leidt tot grotere kans op fouten in berichtgeving, die eenmaal gemaakt, moeilijk weer kunnen worden rechtgezet. Zo strijden verschillende media om wie het eerste een dergelijke actualiteit heeft belicht, want die heeft het verhaal en die kan pronken bij de kijker, lezer of luisteraar om naar hun medium te gaan kijken. Door de grote invloed in connectiviteit en informatievoorziening door internet en social media kunnen we in enkele seconden erachterkomen wat er aan de andere kant van de wereld is gebeurt. Maar door de concurrentie om als eerste het verhaal te hebben, is het voor de journalist een strijd tussen de kwaliteit van het verhaal en als medium de eerste zijn die de actualiteit presenteert. Door deze grote tijdsdruk om een nieuwsartikel af te hebben wordt er niet altijd grondig onderzoek gedaan voordat er een artikel wordt gepubliceerd, waardoor er veel wordt gekopieerd van andere journalistieke instanties die dit op hun beurt ook doen. Wie zegt dat het correcte informatie is die wordt verteld als er een zeer grote groep is van journalisten die domweg kopieert van andere journalisten? Cees Hamelink is een Nederlandse emeritus hoogleraar Internationale Communicatie en emeritus hoogleraar Media aan de Universiteit van Amsterdam. Deze haalt in een van zijn lezingen aan dat hier nog zeer veel fouten worden gemaakt van een ongekende schaal. Zo is de omverwerping van het standbeeld van Saddam Hoessein in 2003 lange tijd het symbool voor de bevrijding van Irak geweest, terwijl later bleek dat deze hele gebeurtenis in scene was gezet. Journalisten zouden kritischer moeten zijn ten aanzien van de informatie die zij uit hun bronnen krijgen, want zo kan het, zoals dit voorbeeld laat zien, zomaar zijn dat de werkelijke reden achter een situatie of gebeurtenis geheel haaks staat op de gehoorde reden die dan in de krant komt te staan. Ook dit probleem komt uit een overkoepelend probleem dat de media kent. In het volgende hoofdstuk zullen we kort de vercommercialisering van de journalistiek onder de loep nemen. Vercommercialisering van de journalistiek Zoals al bleek in de inleiding heeft de journalistiek een zeer grote macht in onze huidige samenleving. De huidige journalistiek verkeerd in een spagaat. Zij bepalen namelijk wat het
nieuws is, de journalistiek bepaald wat er aan mensen getoond wordt en wat niet. Ook bepaald de journalistiek hoe verschillende nieuwsberichten worden belicht en hoeveel tijd deze moeten krijgen, inherent bepaald de journalistiek dus voor de rest van de maatschappij de urgentie of het belang van een situatie of actualiteit. Door deze macht te hebben heeft de journalistiek mede een normatieve functie gekregen. De keerzijde van de medaille is dat het gros van de journalistiek allemaal financiële support nodig heeft. Deze support uit zich meestal in advertenties of reclame en de financiële stromen die daarmee gemoeid gaan zijn gebonden aan de hoeveelheid kijkcijfers, dit geldt zelfs voor alle programma’s op die getoond worden op de publieke zenders. In die zin heeft de consument/kijker/luisteraar of lezer misschien nog wel een groter gedeelte macht dan de journalistiek heeft. Alle drie de grote problemen die ik hierboven heb beschreven hebben voor een groot gedeelte zich kunnen ontwikkelen doordat er een verschuiving in trends zich afspeelt in de maatschappij. De gemiddelde kijker wil vermaakt worden. Alles moet zo snel mogelijk en zo makkelijk mogelijk worden uitgelegd anders boeit het ons niet en zappen we naar de andere 200 zenders die we hebben. Doordat de overleving van journalistieke programma’s correleert met de hoeveelheid kijkcijfers dat ze heeft zij zich conformeren aan wat de modale kijker graag op de buis, in de krant of op de radio te horen krijgt. Is er nog hoop? Wat duidelijk is, is dat de huidige journalistiek met nogal wat problemen loopt, dit is behoorlijk duidelijk. Wellicht was het naïf van mij om te denken dat er een eenvoudige oplossing te bieden is voor deze zeer verstrekkende problemen. Misschien zijn deze wel te groot om op dit moment op te lossen, maar dit wil niet zeggen dat dit geen ernstige gevolgen kan hebben. Wat mij wel veel vreugde doet is dat er naar mijn mening gelukkig nog wel hoop is op goede journalistiek. In veel nichemarkten zijn er journalistieke uitingen die redelijk mijn ‘ideale’ manier van journalistiek nastreven. De Correspondent is hier één van. Dit is journalistiek zoals ik het me als ideaal voor me zie, met een grote participatie van de lezer. De Correspondent doet weinig tot niet aan sensatie. Ze poogt onderwerpen en situaties te analyseren die er in Nederland of in de wereld gebeuren en die te ventileren met veel oog voor detail en een uitvoerige uitleg. Verder staan er altijd bronnen bij zodat je meteen kunt verifiëren waar de informatie vandaan komt en of deze klopt. Zo werkt de Correspondent ook met verschillende verhalen die op elkaar inhaken. Zo is Islam een onderwerp waar ze veel artikelen over hebben, welgeteld 169, waarvan een groot deel gelinkt is aan meerdere artikelen die allemaal ingaan op een bepaald aspect van het onderwerp om het grotere geheel te kunnen postvatten. Vaak worden er vervolgverhalen geschreven. Actualiteit is niet het criterium waar de Correspondent erg mee gemoeid is. Dit wil niet zeggen dat ze niet inspelen op de actualiteit, maar meer dat ze niet als eerste het verhaal willen hebben, maar gaan voor kwaliteit en volledigheid. De Correspondent doet er alles aan om uit gegrondde informatie een nieuwsartikel neer te zetten dat mensen meer inzicht geeft in een onderwerp. Met deze opgenoemde eigenschappen is de Correspondent naar mijn weet één van een kleine groep journalistieke instituten die journalistiek belichamen die de opgesomde problemen niet hebben die ik in dit essay beschrijf. De Correspondent is voor mij de hoop die ik heb voor de
rest van de journalistiek van Nederland. De Correspondent laat zien dat die ideale journalistiek kan bestaan, ookal lijkt het soms zo utopisch.