Er vaart een boot op het grote meer
Er vaart een boot op het grote meer, met discipelen en de Heer. Maar bij storm en lelijk weer, roepen de vrienden:’Help ons Heer!’ De Here zegt dan:’Zwijg,wees stil.’ Wind en zee doen wat Hij wil. niemand hoeft meer bang te zijn. Want Jezus zorgt voor groot en klein.
Dit verhaal kun je lezen in de Bijbel in Marcus 4 : 35 – 41 www.bijbelidee.nl
Er vaart een boot op het grote meer uit : Timotheüs kinderliedjes
www.bijbelidee.nl
Moet je kijken, moet je zien
Doe de 10 vingerpoppetjes van de melaatse mannen op je vingers. Klaar? We gaan ze tellen, beweeg je vingers één voor één:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Zingen: 1. Moet je kijken, moet je zien, deze mannen, alle tien, hebben zweren, hier en daar, zo’n ziekte is heel naar. 2. Moet je kijken, moet je zien, deze mannen, alle tien, hebben nergens zweren meer, dat wonder deed de Heer. 3. Moet je kijken, moet je zien, negen zie je nu niet meer, Eén meneer bedankt de Heer, en knielt blij voor Hem neer. 1. Laat de verdrietige erdrietige gezichten van de10 vingerpoppetjes zien. 2. Wat zijn de 10 melaatse mannen blij als ze beter zijn: draai je handen om en toon de 10 mannen met blijde gezichten. 3. Haal 9 mannen van je vingers, één meneer blijft er over. Buig je vinger iets naar voren als je zingt dat hij de Heer bedankt. Het verhaal kun je lezen in de Bijbel Bi in Lucas 17 : 12 - 19 © 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl
www.bijbelidee.nl
Petrus, de Heer roept jouw jou naam
Petrus,* de Heer roept jouw naam. Hoor je zijn stem? Kom maar bij Hem. Petrus,* de Heer roept jouw naam. Hij wil jouw Vriend graag zijn. zijn
* Verander de naam van Petrus in de namen van alle discipelen. * Zing de namen van de kinderen. Het verhaal staat in de Bijbel in Marcus 1 : 16 -18 © 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl
Visser van de zee
De kinderen zingen de vraag. Eén kind is de visser en zingt het antwoord. Vraag:
Visser, visser van de zee, neem jij lekkere vissen mee?
Vraag: Visser, visser van de zee, neem jij lekkere vissen mee?
Antwoord:
Antwoord:
Nee, ik viste heel de nacht, maar ik heb niets meegebracht. Ik neem lege netten mee, en geen vissen uit de zee.
Toen ik deed wat Jezus zei, was er wel veel vis voor mij. Ik neem volle netten mee. met veel vissen uit de zee. zee
( Lucas 5 : 1 – 11, Johannes 21 : 1 – 13 )
© 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl
Varen, varen, wie varen op het meer?
Varen,, varen, wie varen op het meer? De e discipelen varen met de Heer. Hoei ! Er komt een storm, wat gaat de wind tekeer! Ss–ss-ss*, de boot schudt heen en weer. Golven, golven wat zijn de golven groot, ** Hoge golven komen in de boot. De vrienden zijn zo bang, maar luister naar de Heer: “Wind, wees stil!” ***,, ik zie geen golven meer.**** meer. * Ss-ss-ss: ss: doe het geluid van de wind na. ** Maak golvende bewegingen met je armen en geef aan hoe hoog de golven zijn. *** Spreek de woorden: “Wind, wees stil!” **** Maak met je armen een rechte horizontale streep van links naar rechts, alleen je vingers beweeg je op en neer, dit is het kabbelen kabbelen van het water. water
Marcus 4 : 35 – 41
© 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl
Zeg schaapje klein schaapje, waar ga jij toch heen?
Zeg schaapje klein schaapje, waar ga jij toch heen? Straks wordt het al donker en ben jij alleen. Ga terug naar de herder ja, doe het maar gauw. Bij hem ben je veilig, hij wacht al op jou. Zeg herder, zeg herder, waar ga jij toch heen? Herder:
Ik zoek naar mijn schaapje, hij is zo alleen. En als ik hem vind til ik hem op mijn rug. Dan draag ik hem vlug naar de kudde terug. Spel: Tijdens het zingen van het 1e couplet, gaat het ‘schaapje’ zich verstoppen. Een kind is verkleed alss de herder. De kinderen zingen de vraag: ‘Zeg herder, zeg herder, waar ga jij toch heen?’ De herder zingt het antwoord (regel 2,3,4) en zoekt het schaapje.
Rianne, Rianne, * de Heer roept ook jou. De Heer is jouw Herder, Hij houdt veel van jou. Bij Hem ben je veilig, bij Hem is het fijn. Hij wil voor jou zorgen en steeds bij je zijn. * Noem de naam van een kind (uit ( de groep)
( Lucas 15 : 3 – 7 )
© 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl
( Lucas 15 : 35 – 43)
Uit: Timotheüs kinderliedjes, deel 2 / www.bijbelidee.nl
© Continental Sound, Rotterdam, Nederland
Vier vrienden dragen de verlamde man
Vier vrienden dragen de verlamde man, die niet lopen kan, naar de Heer. Vier vrienden leggen de verlamde man voor de voeten van Jezus neer. De Heer zegt: “Neem je bed maar op, en wandel van nu af aan.” aan De verlamde gaat staan en bedankt de Heer. Hij is blij naar huis gegaan. gegaan © 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl
Vijfduizend mensen aan het meer
Vijfduizend mensen aan het meer, luisteren allemaal naar de Heer. Wat moeten ze eten, want ant er is niets. Niets, niets, nee helemaal niets? Niets, niets, ja, toch is er iets.
Het zijn 5 broden en wat vis, dat voor de Heer toch voldoende is. Want Hij breekt het brood en Hij breekt de vis. Meer, meer, het wordt meer en meer. Meer, meer, ja dat doet de Heer!
© 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl Matteüs 14 : 13 - 21