epv Handboek epv Deel 4: Het Beheer Datum Februari 2007 Auteur Pim Mazeland Bart Hulsbeek Versie Definitief

ePV

Handboek ePV Deel 4: Het Beheer

Datum Februari 2007 Auteur Pim Mazeland Bart Hulsbeek www.e-pv.nl Versie 1.0 - Definitief Opdrachtgever Stuurgroep ePV

Datum:

Februari 2007

Pagina 1 van 15

Beheerder: Programma ePV

Document:

Handboek ePV 4 - Beheer (v1.0).doc

Project: Handboek ePV

Versie: 1.0

ePV Inhoudsopgave 1

Algemene inleiding _______________________________________________ 3

2

De beheerorganisatie ePV en het beheer in vogelvlucht ________________ 4

2.1 2.2

Inleiding ________________________________________________________ 4 De omgeving van de beheerorganisatie ________________________________ 4 2.2.1 De organisatie__________________________________________________ 5 2.2.2 De omgeving ___________________________________________________ 5 Het beheerdomein ________________________________________________ 5 2.3.1 Beheer Gegevenswoordenboek in Unicorn____________________________ 6 2.3.2 Het gegevenswoordenboek van de SRK ______________________________ 6 2.3.3 Beheer ePV Ù beheer Ketenpartner ________________________________ 6 2.3.4 Gegevenswoordenboeken van ketenpartners __________________________ 7 2.3.5 Het koppelvlak _________________________________________________ 8 2.3.6 Nieuwe release _________________________________________________ 8 2.3.7 Wijzigingenbeheer ______________________________________________ 8 2.3.8 Versiebeheer ___________________________________________________ 9 2.3.9 Publicatie _____________________________________________________ 9

2.3

3

Wijzigingenbeheer ______________________________________________ 10

3.1

Procedure wijzigingenbeheer _______________________________________ 10 3.1.1 Jaarplancyclus ________________________________________________ 10 3.1.2 Intake _______________________________________________________ 10 3.1.3 Registreren ___________________________________________________ 11 3.1.4 Classificeren en prioriteren ______________________________________ 12 3.1.5 Onderzoeken __________________________________________________ 12 3.1.6 Ontwikkelen __________________________________________________ 13 3.1.7 Goedkeuren___________________________________________________ 13 3.1.8 Realiseren ____________________________________________________ 13 3.1.9 Informatie verzamelen, ondersteuning ______________________________ 14 3.1.10 Prioriteitstelling _______________________________________________ 14

4

Adressen, contactpersonen en verwijzingen_________________________ 15

Datum:

Februari 2007

Pagina 2 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV 1

Algemene inleiding

Het doel van het programma ePV is het organiseren van elektronische berichtenuitwisseling in de Strafrechtsketen volgens voorspelbare en uniforme condities en regels. Die berichtenuitwisseling vindt plaats op wat wordt genoemd een koppelvlak. Op het koppelvlak worden informatieproducten, processen, technische randvoorwaarden en afspraken met betrekking tot interactie tussen ketenpartners gedefinieerd en vastgelegd. Dit document bevat een beschrijving van de (koppelvlak)objecten die door ePV worden beheerd, en de wijze waarop dat beheer is ingericht. Dit document maakt deel uit van het Handboek ePV. Voor een algemene inleiding wordt verwezen naar Deel 1 van dat handboek. Deel 2 van het Handboek ePV beschrijft gebruikte standaarden. Deel 3 van het Handboek ePV gaat in op de procedures voor het beschrijven van de uitwisselprocessen en de uit te wisselen gegevens op basis van standaarden zoals beschreven in deel 2. Deel 4 (dit document) beschrijft het beheer van de koppelvlakobjecten en de wijze waarop dat beheer is ingericht. Deel 5 van Handboek ePV bevat de begrippenlijst. Deel 4 is als volgt opgebouwd: • Hoofdstuk 2: De beheerorganisatie ePV en het beheer in vogelvlucht Een kort overzicht van de aspecten waarmee de beheerorganisatie te maken heeft. • Hoofdstuk 3: De procedure Wijzigingenbeheer Beheer beschreven aan de hand van de procedure Wijzigingenbeheer • Hoofdstuk 4: Adressen, contactpersonen en verwijzingen Verwijzingen naar dit hoofdstuk hebben de volgende vorm: [BEHEER].

Datum:

Februari 2007

Pagina 3 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV 2

De beheerorganisatie ePV en het beheer in vogelvlucht

2.1

Inleiding

De beheerorganisatie ePV faciliteert de elektronische berichtenuitwisseling tussen partijen in de Strafrechtsketen, zowel tussen de primaire ketenpartners Politie, OM en ZM, als tussen alle andere partijen in de keten (bijv. NFI, GBA), en streeft daarbij naar voorspelbare en uniforme condities en regels (anders gezegd: standaardisatie). Daartoe ondersteunt ePV de ketenpartners bij de ontwikkeling van koppelvlakken: het geheel van gemeenschappelijke afspraken en ICT-voorzieningen die de uitwisseling van elektronische berichten tussen twee ketenpartners in het kader van een ketenproces mogelijk maken, waarbij deze uitwisseling zo veel mogelijk onafhankelijk is van en geen inbreuk pleegt op de eigen bedrijfsprocessen, gegevens, applicaties en infrastructuur van de betreffende ketenpartners [BEHEER]1.

2.2

De omgeving van de beheerorganisatie

De beheerorganisatie is een onafhankelijke organisatie die tussen Politie en Justitie is gepositioneerd. De beheerorganisatie wordt aangestuurd door en legt verantwoording af aan de Coördinatiegroep Informatievoorziening Strafrechtketen (CIS).

participatie

Coordinatiegroep Informatievoorziening Strafrechtketen (CIS) Voorbereidingsgroep Keteninformatisering (VKI) aansturing advies

Manager Ketenorganisatie

SLA’s Relatiebeheer

uitbesteding contracten Account manager Dienstverleners Dienstverleners Dienstverleners

Keten partners Keten partners Keten partners

Account management

dienst Materie deskundigheid Beheergroep

Projectengroep

kennis

Experts

producten

Figuur 1 De beheerorganisatie ePV en zijn omgeving

1

Zie Hoofdstuk 4 Adressen, contactpersonen en verwijzingen

Datum:

Februari 2007

Pagina 4 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV 2.2.1 •

De organisatie

De manager van de beheerorganisatie rapporteert aan de CIS en onderhoudt contacten met de leiding van de ketenpartners. De accountmanager is het aanspreekpunt voor de projectleiders bij de ketenpartners waar het gaat om vraagstukken betreffende koppelvlakken (= voorbereiden en begeleiden van wijzigingsverzoeken). De projectengroep (het Analyse & Ontwerp team) ontwikkelt in samenspraak met de materiedeskundigen van de ketenpartners de op te leveren producten. De beheergroep is verantwoordelijk voor de behandeling van wijzigingsverzoeken en voor het beheer van Unicorn.

•

• •

2.2.2 •

De omgeving

In de Coördinatiegroep Informatievoorziening Strafrechtsketen (CIS) zijn de ketenpartners in de strafrechtsketen vertegenwoordigd. De CIS beslist over de begroting van de beheerorganisatie en over prioriteitstelling van wijzigingsverzoeken. Ketenpartners zijn de afnemers van ontwikkelde koppelvlakproducten. De implementatie van deze producten in de eigen systemen dienen de ketenpartners zelf te organiseren.

•

2.3

Het beheerdomein

De producten die worden beheerd ontstaan als gevolg van het ontwikkelproces. De activiteiten van de beheerorganisatie betreffen direct of indirect de volgende onderdelen van het lagenmodel:

Ketenpartner 1 bedrijfsproces

gegevens

Ketenpartner 2 bedrijfsinformatie

interactieproces

gegevenselementen

gegevensdefinities

communicatiefunctie

gegevens

bedrijfsdocument + bijlagen

bedrijfstransactie applicatie

bericht

communicatieprotocol communicatiefunctie

datacommunicatievoorziening

infrastructuur

infrastructuur

applicatie

bedrijfsproces

In de Bedrijfsproceslaag worden interactieprocessen beschreven in Word-documenten. Het Analyse & Ontwerp team van ePV adviseert en ondersteunt de ketenpartners bij het opstellen van deze documenten.

Datum:

Februari 2007

Pagina 5 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV In de Gegevenslaag beheert ePV de Gegevensobjecten: gegevenselementen, codeelementen, groepen (bedrijfsdocument, woordenboek, codelijst) en datatypen. In de Applicatielaag wisselen applicaties van de ketenpartners Bedrijfsdocumenten (evt. voorzien van ongestructureerde bijlagen) uit. Bedrijfsdocumenten zijn samengestelde gegevensobjecten. Elk bedrijfsdocument is één op één gekoppeld aan één of meer interactieproces(sen). De applicatielaag wordt ingericht door de ketenpartners. 2.3.1

Beheer Gegevenswoordenboek in Unicorn

Gedurende de eerste jaren van ePV zijn gegevenswoordenboeken, specificaties van bedrijfsdocumenten en XML-schema’s ontwikkeld/gegenereerd en beheerd in Word- en Exceldocumenten. Om te voldoen aan eisen op het gebied van uniformiteit en standaardisatie is het beheertool Unicorn in gebruik genomen. In Unicorn worden enkelvoudige gegevenselementen, code-elementen, gegevensgroepen (bedrijfsdocument, woordenboek, codelijst) en datatypen beheerd in ‘de ontologie’: het geheel aan definities. Bedrijfsdocumenten zijn gegevensgroepen die t.b.v. de uitwisseling van informatie tussen ketenpartners worden gedefinieerd. Op basis van deze Bedrijfsdocumenten worden de XML-schema’s (XSD en XML) en gegevenswoordenboeken gegenereerd. Bij het definiëren van (nieuwe) gegevensobjecten worden de Standaarden en Richtlijnen voor Naamgeving en de Standaarden en Richtlijnen voor Definities gevolgd [BEHEER]2. 2.3.2

Het gegevenswoordenboek van de SRK

Uit de verzameling van gegevenswoordenboeken van de ketenpartners en de bedrijfsdocumenten van ketenprocessen ontstaat (na standaardisatie) in Unicorn het ePV-gegevenswoordenboek, dit is het gegevenswoordenboek van de strafrechtsketen (SRK). De beheerorganisatie ePV is verantwoordelijk voor een correct gegevenswoordenboek en specificaties. We hebben niet één versie van het gegevenswoordenboek. Er is altijd sprake van een combinatie van een (versie van een) gegevenswoordenboek met (versies van) een aantal bedrijfsdocumenten, die samen in een release zijn uitgeleverd. Soms vervangt een versie de oude versie, soms blijven beide versies naast elkaar bestaan. 2.3.3

Beheer ePV Ù beheer Ketenpartner

In deel 3 van dit handboek is beschreven welke producten worden opgeleverd. Van deze producten worden gegevenswoordenboeken en specificaties van bedrijfsdocumenten door ePV beheerd in Unicorn. Vanuit het gegevenswoordenboek in Unicorn worden de XML-schema’s behorend bij een ketenproces (koppelvlak) gegenereerd. Deze schema’s verschaffen programmeurs van de ketenpartners informatie over de uit te wisselen gegevens. Deze informatie is niet volledig, daarom worden naast deze schema’s per koppelvlak Codeerinstructies opgeleverd. Dit zijn documenten in Word. Codeerinstructies zijn generiek (worden door de gehele keten gebruikt) of specifiek (gebaseerd op een afspraak tussen 2 of meer ketenpartners).

2

Zie voor deze verwijzingen Hoofdstuk 4 Adressen, contactpersonen en verwijzingen.

Datum:

Februari 2007

Pagina 6 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV Beheer Ketenpartner

mapping

intern gegevenswoordenboek + datastructuren

ePV bedrijfsdocumenten in XML

transformatie

output van bedrijfssystemen

run time

ePV gegevenswoordenboek + specificaties bedrijfsdocumenten

design time

beheertool

Beheer ePV

Figuur 2 Schema van het beheerdomein

2.3.4

Gegevenswoordenboeken van ketenpartners

Ketenpartners kunnen door middel van de Unicorn-viewer informatie in Unicorn bekijken en rapporten genereren. Na het volgen van een opleiding kunnen materiedeskundigen d.m.v. de Unicornworkbench zelfstandig in Unicorn producten ontwikkelen [UNICORN]. Ketenpartners kunnen hun gegevenswoordenboeken in Unicorn opnemen. Door middel van een mapping wordt aangegeven hoe elementen in deze bedrijfseigen gegevenswoordenboeken gerelateerd zijn aan elementen in het e-PV gegevenswoordenboek. De impact van wijzigingen in een gegevenswoordenboek kan op deze wijze snel inzichtelijk gemaakt worden.

Datum:

Februari 2007

Pagina 7 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV 2.3.5

Het koppelvlak

De communicatie tussen 2 ketenpartners in het kader van een ketenproces vindt plaats op het Koppelvlak.

A 1

3

2

B 2 koppelvlakken

4 1 t/m 4 zijn ketenpartners A en B zijn twee ketenprocessen

Op het koppelvlak wisselen organisaties bedrijfsdocumenten uit. De XSD-schema’s bij een koppelvlak worden vanuit Unicorn voor de ketenpartners gegenereerd. 2.3.6

Nieuwe release

Een release van een koppelvlak bevat: • XSD-schema’s. Deze worden vanuit Unicorn gegenereerd. • Beschrijvingen van het ketenproces, bedrijfs/interactieprocessen en bedrijfstransacties. Deze producten (Worddocumenten) zijn in een eerder stadium door de ketenpartners vastgesteld, en hebben als basis gediend voor de definitie van de Bedrijfsdocumenten in Unicorn. • Codeerinstructies. Instructies die nodig zijn om de bedrijfseigen applicaties te programmeren zijn te vinden in de XSD’s en aanvullende codeerinstructies. Deze instructies kunnen generiek zijn (bv regels t.a.v. Sofi-nummer) of specifiek (bv de afspraak tussen 2 of meer ketenpartners dat van een object alleen de elementen 2 en 5 gebruikt worden). Deze codeerinstructies zijn opgenomen in Worddocumenten. 2.3.7

Wijzigingenbeheer

Eenmaal ontwikkelde koppelvlakobjecten (onderdelen van het koppelvlak) kunnen na oplevering aan verandering onderhevig zijn, bijvoorbeeld door wijzigende behoeften, foutcorrectie of voortschrijdend inzicht. Wijzigingen worden overeenkomstig de regels van de procedure Wijzigingenbeheer in behandeling genomen [BEHEER].

Datum:

Februari 2007

Pagina 8 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV 2.3.8

Versiebeheer

Wijziging in een object kan leiden tot een gewijzigd XML-schema. Door toepassen van strikt versiebeheer wordt voorkomen dat systeembeheerders van de ketenpartners te vaak een nieuwe release moeten installeren. De Standaard voor Versiebeheer [BEHEER] beschrijft welke categorieën wijzigingen leiden tot major of minor releases. I.h.a. geldt dat een major release breed uitgerold moet worden, terwijl de distributie van een minor release beperkt kan blijven tot de ketenpartners die bij het betreffende koppelvlak zijn betrokken. Opmerking: hoewel sprake is van major en minor releases wordt in de naamgeving van releases uitsluitend het major-releasenummer gebruikt. 2.3.9

Publicatie

Gedistribueerde XML-schema’s zijn voor goed functioneren afhankelijk van een verwijzing naar een namespace3/gegevenswoordenboek; ePV biedt hiervoor een centrale locatie. Producten worden opgeleverd en gepubliceerd via een speciaal daarvoor ingericht deel van de e-PV site [EPV]4 , zodat ketenpartners te allen tijde kunnen beschikken over de juiste versies van de voor hen relevante koppelvlakobjecten.

3 4

Een namespace is het object dat referenties naar de gebruikte elementen aanduidt. Zie Hoofdstuk 4 Adressen, contactpersonen en verwijzingen.

Datum:

Februari 2007

Pagina 9 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV 3

Wijzigingenbeheer

De volgende paragrafen beschrijven gedetailleerd de procedure wijzigingenbeheer [BEHEER]. De procedure is van toepassing op nieuw te ontwikkelen producten en op wijzigingen in bestaande producten. De beheerorganisatie zal voor nieuw te ontwikkelen producten die via de jaarplancyclus zijn aangemeld ontwikkelcapaciteit inplannen. Voor nieuw te ontwikkelen producten en voor wijzigingen in bestaande producten wordt een beperkte ontwikkelcapaciteit aangehouden.

3.1

Procedure wijzigingenbeheer

De procedure beschrijft de rol van de beheerorganisatie en de ketenpartners vanaf de eerste activiteiten rondom een ketenproces (jaarplan) tot aan de oplevering van koppelvlakproducten (release). 3.1.1

Jaarplancyclus

Het ontwikkelen van elektronische berichtenuitwisseling in een ketenproces is een gezamenlijke inspanning van een aantal ketenpartners in de Strafrechtsketen en de projectengroep van de beheerorganisatie ePV. De ketenpartners moeten vervolgens zelf de koppelvlakproducten implementeren. Het is gebruikelijk dat ketenpartners dergelijke activiteiten opnemen in het jaarplan. Deze planningactiviteiten vinden plaats in het jaar voorafgaand aan de uitvoering van de ontwikkelwerkzaamheden. Op dit tijdstip beschikken de ketenpartners waarschijnlijk nog niet over een impactanalyse. Daarom kunnen de ontwikkelaars van de beheerorganisatie samen met de materiedeskundigen van de ketenpartners slechts een ruwe schatting van de omvang van het project maken [A&O]5. De beheerorganisatie ePV zal op basis van deze schatting de omvang van zijn werkzaamheden plannen; de ketenpartners maken een impactanalyse voor de eigen organisatie. Na afloop van deze activiteit hebben de ketenpartners: • een project in het jaarplan opgenomen; • een impactanalyse van het ketenproces opgesteld en afstemming met de betrokken ketenpartners georganiseerd. De beheerorganisatie heeft: • inzicht in de aard en omvang van toekomstige werkzaamheden. 3.1.2

Intake

De organisaties die in een ketenproject samenwerken richten een projectteam in en leggen vast op welke wijze validatie van de (tussen)producten binnen de eigen organisaties is geregeld. Binnen de eigen organisatie is vastgesteld dat de voorgestelde wijziging noodzakelijk is en budget voor de implementatie van het ketenproces in de bedrijfseigen systemen is beschikbaar gesteld. 5

Zie Hoofdstuk 4 Adressen, contactpersonen en verwijzingen.

Datum:

Februari 2007

Pagina 10 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV Het projectteam dient in overleg met de accountmanager ePV een Wijzigingsverzoek in. Dit verzoek kan in beginsel door iedereen worden ingediend bij de beheerorganisatie ePV, maar is altijd afkomstig van alle ketenpartners die betrokken zijn bij het ketenproces. Zij zijn elk volledig verantwoordelijk voor het verzoek en de eventuele afstemming die op enig moment nodig is voor de afhandeling van het verzoek. Het verzoek met eventuele bijlagen wordt ingediend bij [BEHEER]6. Het wijzigingsverzoek geeft in grote lijnen aan welke wijziging gewenst is en waarom. De bijlage bevat de procesbeschrijving van het gehele ketenproces en indien mogelijk de meer gedetailleerde beschrijvingen van de interacties tussen twee ketenpartners op koppelvlakniveau. Het A&O-team van ePV ondersteunt de ketenpartners bij het opstellen van deze beschrijvingen [A&O]. Tijdens de indieningsfase zal overleg tussen ketenpartners onderling plaatsvinden en tussen ketenpartners en de beheerorganisatie. De ketenpartners hebben zich via het beheertool Unicorn op de hoogte gesteld van de mogelijke impact van hun a.s. wijzigingsverzoek. Voor het wijzigingsverzoek wordt gebruik gemaakt van het formulier dat hiertoe door de beheerorganisatie is verstrekt [BEHEER]. Op het formulier wordt vermeld welke documenten zijn aangeleverd, de gegevens van beslissers en contactpersonen. Indien het verzoek wijziging(en) betreft op een reeds eerder opgeleverd ketenproces en het projectteam is nog actief, dan kan worden volstaan met een issue-lijst. Voor alle projecten geldt dat op enig tijdstip na oplevering het koppelvlak in productie genomen wordt en het projectteam ontbonden wordt. Als in deze situatie behoefte ontstaat aan wijzigingen, dan zal een nieuw wijzigingsverzoek ingediend moeten worden door alle ketenpartners die gevolgen ondervinden van de gewenste aanpassing. Na afloop van deze activiteit hebben de ketenpartners: • een projectteam ingericht; • de interne validatieprocedure geregeld; • een impactanalyse van het ketenproces uitgevoerd en afstemming met de betrokken ketenpartners georganiseerd; • een procesbeschrijving en interactiebeschrijvingen. De beheerorganisatie beschikt over: • een beschrijving van het te ontwikkelen ketenproces; • gegevens beslissers; • gegevens contactpersonen. 3.1.3

Registreren

Doel van deze stap is een formeel startmoment vast te leggen nadat de controle van een aantal randvoorwaarden positief is verlopen. De beheerorganisatie ePV controleert het wijzigingsverzoek op volledigheid en duidelijkheid. Zo nodig zorgt de beheerorganisatie in overleg met de aanvrager(s) voor 6

Zie Hoofdstuk 4 Adressen, contactpersonen en verwijzingen.

Datum:

Februari 2007

Pagina 11 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV aanpassing. Vervolgens registreert de beheerorganisatie het wijzigingsverzoek en kent een uniek volgnummer toe. Met het toekennen van het volgnummer neemt de beheerorganisatie de verplichting op zich om het verzoek binnen een redelijke tijd in behandeling te nemen. Na afloop van deze activiteit heeft de beheerorganisatie: • een wijzigingsverzoek van ketenpartners geregistreerd. 3.1.4

Classificeren en prioriteren

De activiteiten in deze en de volgende stap dienen vooral om de omvang van de werkzaamheden voor de beheerorganisatie te bepalen, mogelijke afwijkingen van eerder opgestelde planningen te signaleren, en als het gaat om ongeplande activiteiten de omvang van de werkzaamheden vast te stellen en een voorstel te doen voor tijdstip van uitvoering. Kleine wijzigingen worden indien mogelijk snel uitgevoerd. De beheerorganisatie ePV voert een eerste analyse uit van het wijzigingsvoorstel om een beeld te krijgen van de validiteit, de omvang, de complexiteit en de urgentie. Zo nodig houdt de beheerorganisatie daarvoor ruggespraak met de Teamleider A&O. Indien het om een valide verzoek gaat waarvan de realisatie gering in omvang (maximaal 5 werkdagen) en complexiteit is, zal de beheerorganisatie het verzoek omzetten in een wijzigingsvoorstel en dit voor ontwikkeling aanbieden bij de Teamleider. In alle andere gevallen volgt eerst nader onderzoek. De beheerorganisatie informeert de aanvragers omtrent de status van het verzoek. Na afloop van deze activiteit hebben de ketenpartners: • een geaccepteerd wijzigingsvoorstel met een planning voor de ontwikkelfase, of • de kennisgeving dat het verzoek nader onderzoek behoeft. De beheerorganisatie: • heeft een geaccepteerd wijzigingsvoorstel in uitvoering genomen, of • voert nader onderzoek uit. 3.1.5

Onderzoeken

Wijzigingsverzoeken die op het eerste gezicht niet binnen enkele dagen kunnen worden uitgevoerd, worden nader onderzocht door het A&O-team met het doel een betrouwbare inschatting te verkrijgen van de benodigde inspanning. Bij zeer complexe zaken wordt een separaat plan van aanpak opgesteld. Indien de planning niet al te veel afwijkt van de schatting in het jaarplan, kan de ontwikkeling overeenkomstig de planning uitgevoerd worden. Als het wijzigingsverzoek niet in de jaarplancyclus opgenomen was, of als de planning veel hoger uitkomt dan in de jaarplannen begroot, overlegt de Programmamanager ePV met CIS over besluitvorming, prioriteitstelling en eventueel verkrijgen van aanvullende middelen. Terugkoppeling naar de aanvragers volgt via de beheerorganisatie ePV. Na afloop van deze activiteit hebben de ketenpartners: • een geaccepteerd wijzigingsvoorstel met een planning voor de ontwikkelfase, of

Datum:

Februari 2007

Pagina 12 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV •

de kennisgeving dat het verzoek nadere goedkeuring behoeft.

De beheerorganisatie: • heeft een geaccepteerd wijzigingsvoorstel in uitvoering genomen, of • wacht op goedkeuring door CIS. 3.1.6

Ontwikkelen

De praktijk heeft geleerd dat tijdens de ontwikkelfase nog een groot aantal wijzigingen in de basisdocumenten, dit is de beschrijving van het ketenproces en de uitwerking in interactieprocessen, kan worden aangeleverd. Ketenpartners moeten het eens worden over de inhoud van de informatie die over en weer wordt verstuurd en wijzigingen in de specificaties; de beheerorganisatie adviseert over de structuur. Om te voorkomen dat hierdoor de voortgang vertraging oploopt, is goede beschikbaarheid van de aanspreekpunten bij de ketenpartners in deze fase een vereiste. In overleg met de ketenpartners wordt de definitieve versie van de basisdocumenten opgesteld en worden de benodigde wijzigingen in de (functionele) ketenprocesobjecten doorgevoerd. Tevens worden releasenotes en instructies voor de implementatie opgesteld, die ingaan op o.a. het implementatiemoment en eventuele synchronisatie. Synchronisatie is van belang als 2 ketenpartners niet gelijktijdig eenzelfde versie van een Bedrijfsdocument in gebruik kunnen nemen. Na afloop van deze activiteit hebben de ketenpartners en de beheerorganisatie: • een definitief ontwerp van het ketenproces inclusief specificaties van de bijbehorende ketenprocesobjecten met bijbehorende documentatie. 3.1.7

Goedkeuren

Nadat het ontwikkelde product door de ketenpartners formeel is goedgekeurd, zal de beheerorganisatie ePV de nieuwe release formeel accepteren en in beheer nemen. Voor versienummering worden de regels van de Standaarden en Richtlijnen voor Versienummering gevolgd [BEHEER]. Na afloop van deze activiteit hebben de ketenpartners: • een geaccepteerd wijzigingsvoorstel. De beheerorganisatie: • heeft een geaccepteerd wijzigingsvoorstel in uitvoering genomen, en • heeft waar nodig koppelvlakobjecten gecreëerd of gewijzigd. 3.1.8

Realiseren

Wanneer een nieuwe release van (functionele) ketenprocesobjecten gereed is, wordt dit opgeleverd aan de betrokken ketenpartners en andere belanghebbenden. Een oplevering bestaat uit: • XML-schema’s (XML en XSD); • Generieke codeerinstructies; • Koppelvlakspecifieke codeerinstructies.

Datum:

Februari 2007

Pagina 13 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV De XML-schema’s worden door de beheerorganisatie gegenereerd vanuit Unicorn. Codeerinstructies zijn Word-documenten. Generieke codeerinstructies zijn van toepassing in het gehele ketenproces, en worden door de beheerorganisatie aangeleverd. De inhoud van koppelvlakspecifieke codeerinstructies heeft betrekking op afspraken die tussen 2 of meer ketenpartners gelden (bijv. de afspraak van 2 partijen dat zij in een adresblok bepaalde elementen niet gebruiken). De ketenpartners zijn verantwoordelijk voor aanlevering van deze afspraken. Na akkoord is het wijzigingsvoorstel afgedaan. Het is vervolgens aan de beheerorganisaties van de ketenpartners zelf om (de consequenties van) het nieuwe ketenprocesrelease in hun applicaties te implementeren. Dit valt buiten de scope van dit beheerproces, maar neemt niet weg dat ePV daarbij zonodig ondersteuning kan verlenen. Na afloop van deze activiteit hebben de ketenpartners: • XML-schema’s en codeerinstructies. De beheerorganisatie heeft: • een nieuwe release in productie genomen, en • een wijzigingsverzoek afgehandeld. 3.1.9

Informatie verzamelen, ondersteuning

Bij de uitwerking van plannen om te komen tot elektronische berichtenverkeer zullen de materiedeskundigen van de ketenpartners gebruik maken van Unicorn. Structuren en berichten kunnen gekopieerd worden t.b.v. hun nieuwe ketenproject. Waar nodig ondersteunt het A&O-team van de beheerorganisatie de ketenpartners met informatie en advies. 3.1.10 Prioriteitstelling De beheerorganisatie adviseert gevraagd en ongevraagd over prioriteitstelling. De prioriteit (derhalve de volgorde van afhandeling) wordt vastgesteld door CIS, op basis van de verzamelde (jaar)plannen van de ketenpartners. Er wordt naar gestreefd capaciteit te reserveren om kleine en/of acute problemen met voorrang te behandelen, maar over omvangrijke incidentele aanvragen zal door CIS beslist worden over prioriteitstelling.

Datum:

Februari 2007

Pagina 14 van 15


Document:



Versie: 1.0

ePV 4

Adressen, contactpersonen en verwijzingen

BEHEER

EPV

Algemeen Bart Hulsbeek Pim Mazeland

[email protected] [email protected] [email protected]

Begrippenlijst

Handboek ePV – deel 5: Begrippenlijst v1.2 – zie ook www.e-pv.nl

Wijzigingen

Procedure Wijzigingenbeheer koppelvlakken v1.0

Definities

Standaarden en richtlijnen voor Definities v0.1 - de standaard voor definitie van objecten die gebruikt worden in de communicatie tussen de ketenpartners.

Naamgeving

Standaarden en richtlijnen voor Naamgeving v0.1 - de standaard voor naamgeving van gegevensobjecten in Unicorn.

Versienummering

Standaarden en richtlijnen voor Versienummering v0.1 - de standaard voor nummering van releases.

Site

www.e-pv.nl

UNICORN

A&O

URL, accountnaam en wachtwoord voor toegang tot de viewer kunnen aangevraagd worden bij BEHEER Dienstverlening A&O

Procedure Dienstverlening A&O (concept)

Datum:

Februari 2007

Pagina 15 van 15


Document:



Versie: 1.0

epv Handboek epv Deel 4: Het Beheer Datum Februari 2007 Auteur Pim Mazeland Bart Hulsbeek Versie Definitief

Recommend Documents