EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG Technische informatie
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Copyright © 2015 EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG is niet aansprakelijk voor technische of druktechnische fouten of onvolkomenheden in deze technische informatie en is ook niet verantwoordelijk voor schade die direct of indirect terug te voeren is op de levering, de kwaliteit en het gebruik van dit materiaal. Dit document bevat eigendomsrechtelijk beschermde informatie die valt onder het auteursrecht. Alle rechten zijn beschermd. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG mag dit document noch geheel noch gedeeltelijk worden gekopieerd of vermenigvuldigd. De software die in dit document wordt beschreven, valt onder een licentiecontract. Gebruik en vermenigvuldiging van de software is alleen toegestaan in het kader van dit contract. RITTAL® is een geregistreerd handelsmerk van Rittal GmbH & Co. KG. EPLAN®, EPLAN Electric P8®, EPLAN Fluid®, EPLAN Preplanning®, EPLAN PPE®, EPLAN Pro Panel® en EPLAN Harness proD® zijn geregistreerde handelsmerken van EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG Windows 7®, Windows 8®, Windows 8.1®, Windows Server 2008 R2®, Windows Server 2012®, Microsoft Windows®, Microsoft® Excel®, Microsoft® Access® en Notepad® zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. PC WORX®, CLIP PROJECT® en INTERBUS® zijn geregistreerde handelsmerken van Phoenix Contact GmbH & Co. AutoCAD® en AutoCAD Inventor® zijn geregistreerde handelsmerken van Autodesk, Inc. STEP 7®, SIMATIC® en SIMATIC HW Konfig® zijn geregistreerde handelsmerken van Siemens AG. InstallShield® is een geregistreerd handelsmerk van InstallShield, Inc. Adobe® Reader® en Adobe® Acrobat® zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. TwinCAT® is een geregistreerd handelsmerk van Beckhoff Automation GmbH. Unity Pro® is een geregistreerd handelsmerk van Schneider Electric. RSLogix 5000® en RSLogix Architect® zijn geregistreerde handelsmerken van Rockwell Automation. Alle overige genoemde product- en handelsnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de desbetreffende eigenaren. EPLAN gebruikt de Open-Source-Software 7-Zip (7z.dll), Copyright © by Igor Pavlov. De broncode van 7Zip valt onder de GNU Lesser General Public License (LGPL). De broncode van 7-Zip en meer informatie over deze licentie vindt u op http://www.7-zip.org EPLAN gebruikt de Open-Source-Software Open CASCADE, Copyright © by Open CASCADE S.A.S. De broncode van Open CASCADE valt onder de Open CASCADE Technology Public License. De broncode van Open CASCADE en meer informatie over deze licentie vindt u op http://www.opencascade.org EPLAN biedt een importfunctie, die gebruik maakt van eCl@ss. Voor het gebruik van de eCl@ss-standaard is een licentie nodig. U kunt deze bestellen en registeren in het download portal: http://www.eclassdownload.com
2
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Inhoudsopgave Voorwoord Leesaanwijzingen
Vernieuwingen voor het hele EPLAN platform Uitbreidingen bij macroprojecten Nieuwe navigator voor macroprojecten Definitie van macro's in een macroproject Menuopdrachten voor macroprojecten Nieuw EPLAN Help-systeem Nieuwe interface-elementen Help-systeem via een internetverbinding oproepen Gebruikersinterface Combineren van selectie en activering bij het filteren Minder bedieningselementen voor meer gebruiksvriendelijkheid Grafische editor Ovale tekstkaders Verbeterde positionering van teksten Formatteringen voor grafische elementen overnemen Correcte weergave van lijntypen Onderdelen Vereenvoudiging en uitbreiding van de eigenschapsgroeperingen Uitgebreide automatische coördinaten voor eigenschapsgroeperingen Projectbewerking Actualiseren van de projectdatabanken Projectgegevens corrigeren Gebruik van niet normconforme structuurinstelling "Bovenliggend" Apparaten Modulen voor verschillende onderdeel-coderingsnormen Uitbreidingen voor apparaatgroepen
9 11 14 14 15 18 20 22 23 27 28 28 30 34 34 36 37 37 39 39 43 46 46 48 50 52 52 54
3
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Projectgegevens-navigators Uniform gedrag bij het plaatsen en apparaten invoegen Materiaallijst-navigator Positienummers structuur- of paginaspecifiek toekennen Externe bewerking Uitbreiding met pad-functieteksten Verwerkingen Aanpassen van de gebruikersinterface Artikelbeheer Actualiseren van de artikeldatabank Inspringing voor aansluitbeeld Instellingen Uniforme instellingen voor databanken Instellingen overnemen Hulpprogramma's Optimalisatie van het systeemmeldingenbeheer
55 55 58 58 60 60 61 61 62 62 62 64 64 65 65 65
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" 68 Vereenvoudigde activering van bewerkingsbereiken
68
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Revision Management" 69 Revisie van bewerkingsbereiken Overname van revisiegegevens bij het invoegen sturen
70 73
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Management"
Vernieuwingen voor EPLAN Electric P8 Klemmen Nieuwe eigenschap "Apparaatpositie" Apparaatgericht aanzicht in de klemmenstrook-navigator Verbeteringen bij het bewerken van klemmen Eenvoudiger werken met handmatige vaste bruggen Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN FieldSys"
4
74 75 75 76 77 78 83 85
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Routeren van enkellijnige kabels Rekening houden met hoogteverschillen bij het routeren Automatisch genereren van topologie-functies Bepalen van de bestellengte Nieuwe eigenschappen voor het routeringstype
Vernieuwingen voor EPLAN Pro Panel Gestandaardiseerd en automatisch maken van productietekeningen Pagina's met aanzichten automatisch genereren Automatische bemating Aanzichtsnamen doorlopend nummeren Overzichtelijk tabblad "Beeld" Booraanzichten 180° draaien Uitbreidingen bij het plaatsen van artikelen
86 87 91 95 97 100 101 102 105 109 110 112 112
Meervoudige plaatsing van schakelkasten met gedefinieerde afstandswaarden
112
Verbeterd onderhoud van 3D-macro's met de macro-navigator
113
Uitgebreide instellingen voor routeringsverbindingen
114 114
Orthogonaal verbindingsverloop binnen routeringsbereiken Uitbreidingen bij het genereren van productiegegevens voor NC-machines Instellingen voor de nulpositie van componenten met variabele lengte Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "NC Perforex" Overige grondstofnummers voor de NC-export Kiesling
Vernieuwingen voor EPLAN Preplanning
115 115 117 118 119
Koppelingen in de pre-planning
120
Configuratie van segmentdefinities
125 125
Schrijfbeveiliging voor de structuurcodes van structuursegmenten Uitbreidingen voor PLT-systemen Verbeterde weergave van PLT-systemen volgens de norm DIN EN 62424 Uitgebreide nummeringsinstellingen
127 127 129
5
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorloopnullen bij het nummeren behouden Schema's genereren uit de pre-planning Schema's genereren uit de lijst Meervoudige selectie bij het actualiseren van de detailplanning Controle van de pre-planning Weergave van ongeldige segmenten Nieuwe controleproceduremeldingen voor de pre-planning Eigenschappen voor de pre-planning Afwijkende structuurcodes bij de planningsobjecten Hernoemde eigenschappen
Vernieuwingen voor EPLAN Fluid Uitbreidingen voor de EPLAN Fluid Hose Configurator
Vernieuwingen voor EPLAN CPM
129 129 129 130 131 131 132 133 133 134 135 135 137
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" 139 Vernieuwingen in de stamgegevens Stamgegevens: Symbolen
144
Stamgegevens: Formulieren en plotkaders
152
Stamgegevens: Functiedefinitiebibliotheek
154
Stamgegevens: Projecten en sjablonen
155
Stamgegevens: Macro's
155
Overige vernieuwingen en informatie EPLAN Solution Center – het nieuwe supportsysteem Aanmelding bij het EPLAN Solution Center Validatiecode Validatiecode online aanvragen Softwarevereisten en vrijgaven Algemene voorwaarden Besturingssystemen
6
144
156 156 157 158 158 160 160 160
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Microsoft-producten SQL-Server (64 bit) Autodesk-producten (64 bit) PDF-redlining PLC-systemen (PLC & Bus Extension) 64 bit-versie van het EPLAN platform
161 162 162 162 162 163
7
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
8
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorwoord Geachte EPLAN-gebruiker, Op de Hannover Messe 2015 stond voor EPLAN de engineering in het kader van Industrie 4.0, en in het bijzonder de toegevoegde waardeketen, op de voorgrond. Op de stands van SmartFactoryKL en Smart Engineering and Production 4.0 werden innovatieve toepassingsmogelijkheden van een uniforme engineeringsbenadering gepresenteerd. De nieuwe versie van het EPLAN platform beheert engineeringsgegevens van de basic engineering, via de detail engineering tot aan productie en service. Snelle bewerking en eenvoudig beheer staan daarbij centraal – laat u verrassen door de nieuwe mogelijkheden van het EPLAN platform 2.5. De laatste jaren heeft de klemmentechnologie zich steeds verder ontwikkeld. Tegenwoordig zijn klemmen complexe componenten, die worden ingezet in tal van toepassingsgebieden. In versie 2.5 is nu een uitgebreid bewerkingsdialoogvenster voor klemmen beschikbaar. Een grafische weergave van klemmen en verschillende bewerkingsfuncties maken een snelle bewerking en validatie van de klemmenstrook mogelijk. Met de nieuwe macro-navigator kunt u uw schemasjablonen in het macroproject nu nog overzichtelijker beheren. Een hoogwaardige sjabloonbibliotheek staat garant voor kwaliteit in de engineering en zorgt ervoor dat u schema's nog sneller kunt maken.
9
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Tot dusver was een gedetailleerde planning een basisvoorwaarde voor de routering van kabels. In combinatie met de enkellijnige engineering kunt u de kabelplanning nu ook in een enkellijnige weergave realiseren. De clou: deze informatie kan worden overgedragen aan de EPLAN FieldSys-uitbreidingsmodule om kabeltrajecten en de benodigde kabellengtes te berekenen. In fluid- en elektrotechnische projecten met 3D-montageopbouwconstructies kunt u in versie 2.5 de vereiste tekeningen en documentatie voor de productie gestandaardiseerd en vrijwel volledig geautomatiseerd genereren. Samen met de nieuwe automatische bemating van onderdeelposities, boringen of uitsparingen binnen modelaanzichten zorgt EPLAN Pro Panel-versie 2.5 voor een gestandaardiseerde, geautomatiseerde en daarmee tijdbesparende vervaardiging van productiedocumenten. EPLAN Experience Steeds dezelfde weg biedt zekerheid. Waarom zou u een andere weg kiezen als de bekende weg u naar het gewenste doel leidt? "Omdat het loont", zeggen wij en daarom hebben wij EPLAN Experience in het leven geroepen. Aan de hand van acht werkterreinen tonen wij nieuwe mogelijkheden in het engineeringsproces. Vraag bij EPLAN hoe EPLAN Experience u kan helpen om uw proces nog efficiënter te maken. Begin direct en ontdek de talrijke functies en verbeteringen in het EPLAN platform versie 2.5. Meer informatie over de nieuwe versie vindt u op onze homepage – www.eplan.nl. Wij wensen u veel succes met het EPLAN platform 2.5. Het team van EPLAN Software & Service
10
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Leesaanwijzingen Belangrijke informatie: Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" (vanaf pagina "156"). Lees hier met name de paragraaf "Softwarevereisten en vrijgaven" (zie pagina "160"). Het EPLAN platform wordt vanaf versie 2.5 uitsluitend in een 64 bit-versie geleverd. Raadpleeg daarom in het hoofdstuk "Softwarevereisten en vrijgaven" de paragraaf "64 bit-versie van het EPLAN platform" (zie pagina "163"). Wanneer u oude projecten die met vorige EPLAN-versies zijn gemaakt in EPLAN-versie 2.5 wilt gebruiken, moeten deze projecten worden geactualiseerd. Lees hiertoe de paragraaf "Projectbewerking" (zie pagina "46"). Als u een "oude" artikeldatabank wilt gebruiken, moet die artikeldatabank eerst worden geactualiseerd. Lees hiertoe de paragraaf "Artikelbeheer" (zie paragraaf "62"). Voor het maken van afbeeldingen ten behoeve van dit document hebben wij gebruik gemaakt van "EPLAN Electric P8". Wanneer u een ander programma van het EPLAN platform gebruikt, wordt in het dialoogvenster van uw programma een ander programmasymbool weergegeven. Voordat u begint te lezen, wijzen wij u op de volgende symbolen en schrijfwijzen die in dit document worden gehanteerd:
11
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Let op: Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool zijn waarschuwingen. Lees voordat u verder gaat deze waarschuwingen altijd goed door! Opmerking: Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool bevatten aanvullende opmerkingen. Tip: Na dit symbool volgen nuttige tips, die het werken met het programma vereenvoudigen. Voorbeeld: Voorbeelden worden voorafgegaan door dit symbool. Elementen van de gebruikersinterface worden vet (en blauw) aangegeven en kunnen zo direct in de tekst worden herkend. Cursieve teksten geven aan wat belangrijk is en waar u beslist op moet letten. Codevoorbeelden, directorynamen, directe invoer etc. worden weergegeven in niet-proportioneel lettertype. Functietoetsen, toetsen van het toetsenbord en knoppen in het programma worden tussen rechte haken weergegeven (bijvoorbeeld [F1] voor de functietoets "F1").
12
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Om de overzichtelijkheid tijdens het lezen te verbeteren, wordt in dit document gebruik gemaakt van een zogeheten "menupad" (bijvoorbeeld Help > Inhoud). De menu's en opties die in het menupad worden genoemd, moeten in de aangegeven volgorde worden gekozen om een bepaalde programmafunctie te kunnen bereiken. Via het hier genoemde menupad opent u bijvoorbeeld het Help-systeem van EPLAN. Bij instellingen of velden (zoals selectievakjes) die alleen kunnen worden in- of uitgeschakeld, worden in dit document vaak de termen "inschakelen" (de instelling is dan actief niet actief ) gebruikt.
) en "uitschakelen" (de instelling is dan
13
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen voor het hele EPLAN platform Uitbreidingen bij macroprojecten Hoogwaardige schemasjablonen vormen de basis voor een efficiënte engineering. De macrotechnologie van EPLAN biedt met het maken en beheren van dergelijke schemasjablonen uitgebreide mogelijkheden. Om deze mogelijkheden consequent te kunnen gebruiken, raden wij u aan om de macrostamgegevens uitsluitend in een macroproject voor te bereiden. Om u bij een dergelijke werkwijze voortaan beter te kunnen ondersteunen, hebben wij macro- en schemaprojecten duidelijker dan voorbeen van elkaar onderscheiden (speciale menuopdrachten alleen voor macroprojecten). Bovendien hebben wij nieuwe functies voor de voorbereiding van macro's ingebouwd – zo kunnen macro's door de nieuwe macro-navigator eenvoudiger worden weergegeven. Om voorbereide macrovakken, pagina's of layoutruimtes meerdere keren te kunnen gebruiken, bieden wij u een nieuwe mogelijkheid om macro's te definiëren en samen te stellen. In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behandeld: "Nieuwe navigator voor macroprojecten" op pagina "15" "Definitie van macro's in een macroproject" op pagina "18" "Menuopdrachten voor macroprojecten" op pagina "20". Stel u via http://www.eplanexperience.com op de hoogte van de "EPLAN Experience" – uw weg naar meer efficiëntie. Een methodische, stapsgewijze werkwijze voor het optimaliseren van uw engineering-efficiëntie.
14
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Nieuwe navigator voor macroprojecten In een macroproject kunnen macro's – naar gelang het venster-, symbool-, pagina- of 3D-macro's zijn – in verschillende weergavetypen en per weergavetype in meerdere varianten op verschillende pagina's of in verschillende layoutruimtes worden gedefinieerd. Om de voorbereide macro's die in een macroproject zijn opgeslagen overzichtelijk weer te geven en te beheren, is nu de nieuwe macro-navigator beschikbaar.
Voordeel: Met de nieuwe macro-navigator kunt u snel en eenvoudig een speciale macrovariant in een macroproject selecteren. De hiërarchische boomstructuur biedt een eenvoudig overzicht over de te genereren macro's en de macrodirectory's die daarbij ontstaan. Paginamacro's hoeven hierdoor niet meer via paginastructuren te worden beheerd.
Opmerking: Houd er rekening mee dat de weergave van voorbereide, automatisch te genereren macro's in de macro-navigator alleen in een macroproject mogelijk is. In een schemaproject blijft de macro-navigator leeg. Om de macro-navigator te openen, kiest u de menuopdrachten Projectgegevens > Macro's > Navigator.
15
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Boomweergave Op het tabblad Boom worden de te genereren macro's in een hiërarchische structuur weergegeven. Het bovenste hiërarchieniveau is het project, daaronder wordt de directorystructuur weergegeven waarin de macro's binnen de ingestelde macrodirectory worden opgeslagen. Onder de te genereren macro's worden hun weergavetypen en varianten weergegeven. Daarbij worden voor de verschillende macrotypen verschillende pictogrammen en voor de weergavetypen dezelfde pictogrammen als voor paginatypen gebruikt. De te genereren macrobestanden worden door de volgende pictogrammen aangeduid: Venstermacro: Paginamacro: Symboolmacro:
.
Opmerking: Uit de voorbereide 3D-macro's, die in de layoutruimtes van een macroproject zijn opgeslagen, worden later eveneens 3D-venstermacro's (*.ema) of 3D-symboolmacro's (*.ems) gegenereerd. Daarom worden voor deze voorbereide 3D-macro's dezelfde pictogrammen weergegeven als voor de 2D-venster- of 2D-symboolmacro's. Lijstweergave Op het tabblad Lijst worden standaard de macronaam, het weergavetype, de variant, de beschrijving en de bestandsnaam van de te genereren macro weergegeven. Via het snelmenu kunnen de weergegeven eigenschappen worden geconfigureerd.
16
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Bewerkingsmogelijkheden Wanneer u in de macro-navigator een voorbereide macro selecteert, wordt de bijbehorende pagina / layoutruimte van het macroproject in het grafisch voorbeeld weergegeven. Via het snelmenu kunt u de eigenschappen van de te genereren macro's bekijken en bewerken. Daarbij wordt het desbetreffende eigenschappendialoogvenster geopend (bijvoorbeeld voor een te genereren venstermacro het eigenschappendialoogvenster van een macrovak). Met de snelmenuopdracht Ga naar (tekening) springt u naar de grafische editor of naar een layoutruimte, waarin u bijvoorbeeld het betreffende schemagedeelte of de betreffende 3D-objecten kunt bewerken. Via filters kan de weergave van de te genereren macro's worden beperkt tot die macro's die aan bepaalde filtercriteria voldoen. Zo kunt u bijvoorbeeld alleen macro's met een bepaald weergavetype laten weergeven en vervolgens automatisch genereren. U kunt de geselecteerde objecten voor macro's in de grafische editor / layoutruimte en die in macro-navigator synchroniseren. U kunt uit de voorbereide macro's van het macroproject die in de macronavigator worden weergegeven, automatisch macro's genereren.
17
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Definitie van macro's in een macroproject Bij de voorbereiding van macro's in een macroproject is voor het definiëren van namen en beschrijvingen van macro's nu het tabblad Macrodefinitie beschikbaar. In een macroproject wordt dit tabblad in de eigenschappendialoogvensters van macrovakken, pagina's of layoutruimtes weergegeven. In een schemaproject wordt dit tabblad niet weergegeven.
Bij het automatisch genereren van macro's uit een macroproject worden de hier aangebrachte definities voor de te genereren macrobestanden gebruikt.
Voordeel: Met behulp van het tabblad Macrodefinitie kunt u de voorbereide macrovakken, layoutruimtes of pagina's van een macroproject meerdere keren gebruiken en in verschillende macrobestanden opslaan. Uit een voorbereide macro in het macroproject kunnen dus meerdere macrobestanden worden gegenereerd. Er is hierdoor minder tijd nodig voor het beheer.
18
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Werkwijze: Wanneer u een voorbereide macrovak, layoutruimte of pagina slechts in één macro gebruikt, kunt u uw gegevens ook invoeren op het tabblad Macrovak of in de eigenschappen Macro: Naam en Macro: Beschrijving op het tabblad Layoutruimte of Pagina. Wanneer u een voorbereide macrovak, layoutruimte of pagina aan meerdere macro's wilt toewijzen, gebruikt u het tabblad Macrodefinitie. Voer in de rijen de betreffende naam en de beschrijving van de macro's in. Bij het automatisch genereren wordt dan dezelfde inhoud (hetzelfde macrovak, dezelfde pagina of dezelfde layoutruimte) in meerdere macro's opgeslagen. Opmerking: De waarden die in de eerste rij zijn opgegeven, dienen voor het definiëren van de eerste macro. Zodra u de eerste rij hebt ingevuld, worden deze waarden met de waarden van de eigenschappen voor de macronaam en de macrobeschrijving gesynchroniseerd. Zo worden bij een macrovak de waarden in de velden Naam en Beschrijving op het tabblad Macrovak met de invoeren in de eerste rij op het tabblad Macrodefinitie gesynchroniseerd. Het gebruik van een macrovak of layoutruimte in meerdere macrobestanden is van belang wanneer per apparaat een macro moet worden gemaakt. In dat geval is vaak één weergavetype altijd gelijk, terwijl een ander weergavetype altijd anders is. Dat is bijvoorbeeld het geval bij PLC-kaarten, waarbij de enkellijnige weergave vaak gelijk is terwijl in de meerlijnige weergave afhankelijk van het apparaat verschillende PLC-aansluitingen worden gebruikt. Met behulp van de macrodefinitie kunt u het macrovak / de layoutruimte met steeds hetzelfde weergavetype aan meerdere macronamen toewijzen.
19
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Geïndexeerde pagina-eigenschappen voor macro's In het EPLAN platform is het al langer mogelijk om een pagina aan meerdere paginamacro's toe te wijzen. Deze toewijzing en het definiëren van de beschrijving vond in de vorige versies in de pagina-eigenschappen met behulp van de geïndexeerde eigenschappen Macro: Naam [1-100] (ID 11008) en Macro: Beschrijving [1-100] (ID 11014) plaats. Deze eigenschappen zijn in een macroproject in de eigenschappendialoogvensters van pagina's niet meer beschikbaar – het definiëren van macronamen voor pagina's gebeurt nu eveneens met behulp van het tabblad Macrodefinitie. Wanneer u oude macroprojecten (uit versie 2.4 en daarvoor), waarin paginamacro's met behulp van geïndexeerde eigenschappen waren gedefinieerd, opent en actualiseert, worden de gedefinieerde macronamen en -beschrijvingen op het tabblad Macrodefinitie weergegeven.
Menuopdrachten voor macroprojecten Om macro- en schemaprojecten duidelijker dan voorheen van elkaar te onderscheiden, zijn twee menuopdrachten uit het menupad Hulpprogramma's > Macro's genereren naar het menu Projectgegevens onder de nieuwe menuopdracht Macro's verplaatst. Deze menuopdrachten zijn – net als in de vorige versies – alleen in macroprojecten actief.
20
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In de nieuwe versie kunnen bepaalde functies nu eveneens alleen in macroprojecten worden uitgevoerd. Het gaat daarbij om de volgende menuopdrachten: Bewerken > Overig > Apparaat groeperen Invoegen > Kast / aansluiting / montageplaat > Macrovak. Het genereren van niet-geplaatste functies heeft in macroprojecten geen zin. Daarom is de volgende menuopdracht alleen nog actief in schemaprojecten: Bewerken > Plaatsing verwijderen.
21
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Nieuw EPLAN Help-systeem Het EPLAN Help-systeem is in deze nieuwe versie opnieuw vormgegeven. Het in eerdere programmaversies gebruikte HTML Help-formaat (*.chm) is vervangen door het nieuwe HTML5-formaat. Dit formaat heeft in vergelijking met het oude Help-formaat belangrijke voordelen: Weergave in de standaard ingestelde internetbrowser Nieuwe, moderne vormgeving van de gebruikersinterface Uitgebreide tekstzoekfunctie met synoniemen Resultatenlijst van de tekstzoekfunctie met aanvullende informatie over de vindplaats Oproepbaar in alle beschikbare Help-talen, rechtstreeks via internet of via een lokaal opslagmedium. Voordeel: Naast een actuele gebruikersinterface kan het nieuwe Help-systeem nu vanuit verschillende bronnen worden opgeroepen (lokaal opslagmedium / internet). Daarbij biedt het oproepen van de Help via een internetverbinding ook de mogelijkheid om het Help-systeem steeds actueel te houden. Enkele belangrijke en nuttige voordelen van het vorige Help-formaat zijn behouden gebleven en zijn ook nu nog steeds beschikbaar: Doelgroepengerichte opbouw van de Help-onderwerpen Context-Help die kan worden opgeroepen met [F1] Zoekmogelijkheden via inhoudsopgave, index, woordenlijst en tekstzoekfunctie
22
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Gebruik van de EPLAN Download Manager voor het installeren van beschikbare Help-talen op lokale opslagmedia en in het netwerk. In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behandeld: "Nieuwe interface-elementen" op pagina "23" "Help-systeem via een internetverbinding oproepen" op pagina "27".
Nieuwe interface-elementen Enkele functies, zoals het verder bladeren en terug bladeren en de favorietenlijst, zijn door de standaardfuncties van de internetbrowser overgenomen. Andere interface-elementen zoals de werkbalk van het Helpsysteem zijn aangepast. Hierna worden deze gewijzigde en nieuwe elementen aangegeven.
23
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorbeeld: De volgende afbeelding toont het in Internet Explorer geopende EPLAN Help-systeem:
De cijfers hebben de volgende betekenis: (1) navigatiebereik, (2) werkbalk, (3) tekst zoeken, (4) knop voor het verbergen van het navigatiebereik, (5) Help-onderwerp met tekstbereik. Navigatiebereik Aan de linkerzijde van het Help-venster wordt het "navigatiebereik" van het Help-venster weergegeven. De tabbladen van dit bereik – Inhoud, Index en Woordenlijst – bieden verschillende toegangsmogelijkheden tot de informatie in het Help-systeem.
24
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Dialoogvensterelement Betekenis
(Navigatiebereik verbergen)
Om het navigatiebereik te verbergen, klikt u op deze knop aan de rechter rand van het navigatiebereik.
Om het navigatiebereik weer te geven, klikt u (Navigatiebereik weer- op deze knop aan de linker rand van het Helpvenster. geven) Werkbalk De werkbalk van het Help-systeem bevindt zich boven het tekstbereik. Knop
Betekenis
Met deze knop opent en sluit u alle teksten en afbeeldingen (Alles weergeven) die zich op een Help-pagina bevinden en die door het klikken op een koptekst (bijvoorbeeld Dialoogvenster openen, Voorbeeld) kunnen worden uitgevouwen. Springt naar de vorige pagina in de inhoudsopgave. Om (Vorig onderwerp) naar de laatst opgeroepen Help-pagina terug te keren, gebruikt u de knop [Vorige] van de internetbrowser. Springt naar de volgende pagina in de inhoudsopgave. Met (Volgend onder- deze knop kunt u heel eenvoudig door de Help-pagina's bladeren, in de volgorde zoals ze in de inhoudsopgave voorwerp) komen, zonder dat u op elke invoer in de inhoudsopgave hoeft te klikken. Klik op deze knop om het huidige Help-onderwerp af te druk(Onderwerp afdruk- ken. Het afdrukdialoogvenster van de internetbrowser wordt geopend, waarin u overige instellingen kunt aanbrengen. ken)
25
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Tekst zoeken De tekstzoekfunctie bevindt zich aan de rechter bovenrand van het Help-venster boven de werkbalk. Hiermee kunt u in alle pagina's van het Help-systeem zoeken naar opgegeven zoektermen. Het zoekresultaat van de tekstzoekactie herkent u van de zoekmachines die voor internet worden gebruikt: als resultaat wordt een lijst met vindplaatsen samengesteld, die u kunt openen door hierop te klikken.. Als aanvullende informatie wordt onder de koptekst van de vindplaats een kort tekstfragment aangegeven. Zo kunt u vooraf al herkennen welke vindplaatsen aan uw verwachtingen voldoen. Dialoogvensterelement Betekenis Invoerveld "Zoeken"
(Zoeken)
In dit veld geeft u één of meerdere zoektermen op. Klik op deze knop om het zoeken naar een opgegeven zoekterm te starten.
Met het nieuwe format van het Help-systeem kunt u met behulp van synoniemen uitgebreid naar teksten zoeken. ook wanneer u vergelijkbare of ongeldige zoektermen opgeeft of zoektermen die niet meer worden gebruikt, wordt in veel gevallen een passend zoekresultaat weergegeven.
26
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Help-systeem via een internetverbinding oproepen Het nieuwe Help-systeem wordt nu ook op een EPLAN-webserver ter beschikking gesteld. Hierdoor kunt u het EPLAN Help-systeem ook via een internetverbinding oproepen. Wanneer u dit niet wilt (omdat er bijvoorbeeld geen internetverbinding is) kunt u het Help-systeem ook gewoon op een lokaal opslagmedium installeren. De instellingen hiervoor brengt u aan in het nieuwe instellingsdialoogvenster Instellingen: Talen met behulp van het nieuwe groepsveld Help-systeem (menupad: Opties > Instellingen > Gebruiker > Weergave > Talen.). Als het Help-systeem via de internetverbinding moet worden gestart, schakelt u het selectievakje Online in.
In het kader van deze uitbreiding zijn de instellingen Dialoogtaal, Alternatieve taal en Taal van het Help-systeem (nu Taal), die zich tot dusver in het dialoogvenster Instellingen: Gebruikersinterface bevonden, naar dit nieuwe instellingsdialoogvenster verplaatst.
27
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Gebruikersinterface Combineren van selectie en activering bij het filteren In het EPLAN platform bestond er in veel dialoogvenster (bijvoorbeeld in de navigators) een combinatie van een vervolgkeuzelijst voor een filter en een bijbehorend selectievakje om het filter te activeren. In versie 2.5 zijn deze beide interface-elementen gecombineerd om de bediening eenvoudiger te maken.
Voordeel: Door het combineren van beide interface-elementen voor filters, is er minder ruimte voor dialoogvensters nodig en worden deze overzichtelijker. Een geselecteerd filter hoeft niet langer te worden geactiveerd en dat vereenvoudigt de algemene bediening van filters in het dagelijks gebruik.
Wanneer u nu in de vervolgkeuzelijst Filter een invoer selecteert, is dit filter automatisch geactiveerd. Om een filter te deactiveren, kunt u in de lijst de nieuwe invoer "-Niet geactiveerd-" selecteren. Dit is vrijwel overal de standaardinstelling voor het veld Filter, dat wordt weergegeven wanneer u het betreffende dialoogvenster opent. (Uitzonderingen: pagina-navigator, dialoogvensters voor de artikelsynchronisatie en de stamgegevenssynchroni-
28
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
satie. Hier wordt een geactiveerd filter opgeslagen en weergegeven wanneer de navigator opnieuw wordt geopend.) Snel schakelen via het snelmenu In de navigatorvensters is voor de vervolgkeuzelijst Filter bovendien een snelmenu met de volgende invoeren beschikbaar: Uitschakelen: zet de filterinstelling terug naar de invoer "- Niet geactiveerd -".
activeren: activeert het laatste actieve filter opnieuw. Met dit snelmenu kunt u snel tussen ongefilterde en een door u gewenste gefilterde weergave schakelen.
29
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Minder bedieningselementen voor meer gebruiksvriendelijkheid Ook in versie 2.5 zijn er meerdere instellingen, menuopdrachten en functies uit het programma verwijderd. Sommige van deze functies kunnen op een andere manier eenvoudiger worden uitgevoerd. Andere elementen van de gebruikersinterface zijn volledig verwijderd, omdat deze functies zelden door gebruikers werden gebruikt of omdat ze het EPLAN platform onnodig ingewikkeld maakten. Bij de beslissing of een menuopdracht al dan niet moest worden verwijderd, zijn ook de inzichten uit ons "klantgericht verbeterprogramma" meegenomen. Dankzij uw medewerking kunnen wij de gebruiksvriendelijkheid en doelmatigheid van het EPLAN platform steeds verder verbeteren! Menuopdrachten In het menu Pagina is de volgende menuopdracht verwijderd: Extra velden nummeren Deze functie voor het nummeren van extra velden werd zelden gebruikt en is vanaf nu vervallen. Om een doorlopend paginanummer weer te geven, bijvoorbeeld in de pagina-eigenschappen, in de grafische editor of op verwerkingspagina's, gebruikt u in plaats hiervan de nieuwe paginaeigenschap Teller aantal pagina's (ID 25020). Deze eigenschap telt de pagina's in het project overeenkomstig de volgorde in de paginastructuur automatisch door. In de editors kunt u deze eigenschap als speciale tekst invoegen. Verschillende plotkaders in de beschikbare stamgegevens zijn met de eigenschap Teller aantal pagina's uitgebreid (zie paragraaf "Stamgegevens: Formulieren en plotkaders" (vanaf pagina "152")).
30
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In het menu Projectgegevens zijn de volgende menuopdrachten verwijderd: Klemmenstroken > Corrigeren Stekers > Corrigeren Kabels > Corrigeren. Deze verschillende menuopdrachten voor het corrigeren van projectgegevens zijn in één menuopdracht gecombineerd. Via de menuopdrachten Project > Organiseren > Corrigeren opent u het dialoogvenster Project corrigeren, waarin u voor het corrigeren van het project een schema met instellingen kunt selecteren. Lees hiertoe ook de paragraaf "Projectgegevens corrigeren" (zie pagina "48"). In het menu Hulpprogramma's > Automatisch verwerken zijn de volgende menuopdrachten verwijderd: Actief script uitvoeren Vanaf versie 2.1 SP 1 vindt de automatische bewerking van projecten met behulp van de EPLAN-schematechniek plaats. De verouderde techniek van de automatische bewerking met projectspecifieke scripts werd aanvankelijk nog steeds ondersteund maar is in versie 2.5 definitief verwijderd. Daarom is ook deze menuopdracht verwijderd. Uitvoeren Met de menuopdrachten Hulpprogramma's > Automatisch verwerken opent u nu direct het dialoogvenster Uitvoeren: Automatisch verwerken waarin u een schema voor de automatische bewerking selecteert.
31
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Dialoogvensters In de automatische bewerking zijn de volgende twee dialoogvensters verwijderd: Instellingen: Automatisch verwerken (projecten) Zoals reeds genoemd is in deze versie de verouderde techniek van de automatische bewerking met projectspecifieke scripts verwijderd. Daarom is ook het bijbehorende projectspecifieke instellingsdialoogvenster verwijderd. Automatisch verwerken Voor dit dialoogvenster van de automatische bewerking, dat u tot dusver vanuit het projectbeheer met de menuopdrachten [Organiseren] > Automatisch verwerken kon openen, wordt nu direct het selectiedialoogvenster Uitvoeren: Automatisch verwerken weergegeven waarin u een schema selecteert. Wanneer u daarvoor meerdere projecten in de boomweergave van het projectbeheer hebt geselecteerd, kunnen ook nu meerdere projecten automatisch worden bewerkt. Tip: Om "oude" scripts uit vorige EPLAN-versies (versie 2.1 of ouder) verder te kunnen gebruiken, is in het dialoogvenster Instellingen: Automatisch verwerken de knop (Script importeren) beschikbaar. Met behulp van een vervolgdialoogvenster kunt u een scriptbestand (*.cs) in de projectdirectory van het geselecteerde project selecteren en als nieuw schema opslaan.
32
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Daarnaast is nog het volgende dialoogvenster verwijderd: Tip van de dag De weergave van afzonderlijke "Tips van de dag" bij het opstarten van het programma is niet meer van deze tijd. Veel gebruikers stoorden zich aan dit venster en schakelden het uit. Daarom is het dialoogvenster Tip van de dag verwijderd. Wij willen u echter nog steeds graag voorzien van tips over het werken met het EPLAN platform. Wanneer u in het menu Help de hernoemde menuopdracht EPLAN tips kiest, verschijnt er een Help-pagina met alle tips. De tips zijn bedoeld om het werken met nieuwe functies en bedieningsmethoden te vereenvoudigen.
33
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Grafische editor Ovale tekstkaders Wanneer voor langere teksten of weergegeven onderdeelcodes ellipsvormige tekstkaders worden gebruikt, kan dit tot weergaveproblemen leiden (overlapping van ellips en tekst) omdat de ellips in de omsluitende rechthoek wordt getekend. In dat geval kunt u nu een ovaal tekstkader instellen.
Voordeel: Met de instelmogelijkheid "Ovaal" kunt u tekstkaders nog beter vormgeven. Wanneer u deze instelling kiest, wordt de tekst door een ovaal kader omsloten. Daarbij wordt de ovaal als een rechthoek getekend, dat door twee halve cirkels wordt uitgebreid. Net als bij de andere opties voor tekstkaders kunt u de instellingen zowel projectoverkoepelend als individueel bij de betreffende tekst aanbrengen. Voor het gehele project via een instelling in het layerbeheer: Hiertoe is de vervolgkeuzelijst van de kolom Tekstkader met de optie "Ovaal" uitgebreid. Alle teksten of onderdeelcodes die op het betreffende niveau liggen, worden projectoverkoepelend met een ovaal kader omsloten.
34
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Individueel via het betreffende eigenschappendialoogvenster: Om voor een individuele onderdeelcode of tekst een ovaal tekstkader te maken, is in het eigenschappendialoogvenster op het tabblad Weergave / Formaat onder het hiërarchieniveau Tekstkader voor de weergaveeigenschap Tekstkader tekenen de nieuwe optie "Ovaal" beschikbaar.
35
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Verbeterde positionering van teksten In het eigenschappendialoogvenster van teksten is het tabblad Formaat met het hiërarchieniveau Positie uitgebreid.
Voordeel: De weergave-eigenschappen van het hiërarchieniveau Positie vereenvoudigen het nauwkeurig positioneren van teksten (bijvoorbeeld tijdelijke aanduiding-teksten in formulieren) en maken het mogelijk om gedetailleerde instellingen voor het docken van teksten aan te brengen. De op dit hiërarchieniveau aangegeven weergave-eigenschappen zijn dezelfde als die op het tabblad Weergave van schemasymbolen. De weergave-eigenschap Basispunt, die bij schemasymbolen eveneens op het hiërarchieniveau Positie voorkomt, is voor teksten niet nodig. X-coördinaat / Y-coördinaat: Met deze beide weergave-eigenschappen kunt u de positie van een tekst op een projectpagina nauwkeurig vastleggen. Daarbij heeft de opgegeven coördinaat betrekking op het invoegpunt van een tekst ten opzichte van het oorsprongpunt van het grafische coördinatensysteem. Dockinstelling / Gecentreerd: Met deze weergave-eigenschappen kunt u instellingen voor aan elkaar gedockte teksten aanbrengen. Degelijke teksten gedragen zich bijvoorbeeld bij het verplaatsen als een blok. Via de weergave-eigenschap Dockinstelling definieert u bij een hoofdtekst de standaardinstelling voor het dockgedrag van gedockte teksten. Via de eigenschap Gecentreerd definieert u bij een hoofdtekst of het blok (dus de hoofdtekst + de gedockte teksten) moeten worden gecentreerd.
36
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Opmerking: Teksten kunnen in het EPLAN platform via de menuopdrachten Bewerken > Tekst > Docken / ... > Undocken gedockt en afgedockt worden. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem, bijvoorbeeld in de paragraaf "Teksten docken / undocken" en in de contextafhankelijke Help bij het tabblad Formaat.
Formatteringen voor grafische elementen overnemen In de nieuwe versie is nu ook in de eigenschappendialoogvensters en op het tabblad Formaat van grafische elementen en teksten de knop [Toepassen] beschikbaar. Hiermee kunt u de formattering van deze elementen bij een geopend eigenschappendialoogvenster aanpassen terwijl u wijzigingen in de grafische editor aanbrengt.
Correcte weergave van lijntypen Er zijn bepaalde lijntypen die aanvullende grafische informatie (symbolen) bevatten. Deze lijntypen zijn met name bestemd voor toepassing in P&I-schema's. Alle lijntypen met aanvullende grafische informatie worden nu ook bij schuine lijnen correct weergegeven. De uitlijning van de aanvullende grafische informatie ten opzichte van de lijn blijft behouden. Bij verschillende schalen van de pagina worden de lijntypen normconform weergegeven, zodat ook bij grotere schalen het patroon van de lijn kan worden herkend.
37
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorbeeld: Voorbeeld van een lijntype met aanvullende grafische informatie bij schuine weergave.
38
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Onderdelen Vereenvoudiging en uitbreiding van de eigenschapsgroeperingen De eigenschapsgroepering definieert de indeling van de geplaatste eigenschapsteksten bij een functie en de bijbehorende weergave-instellingen. U kunt eigen, gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen maken. De gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen worden projectspecifiek opgeslagen en zijn toegekend aan de symboolvariant waarvoor ze zijn gemaakt. In deze versie zijn de bewerkingsmogelijkheden van de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen vereenvoudigd en uitgebreid.
Voordeel: Het werken met gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen is nu eenvoudiger en transparanter. Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen kunnen sneller en comfortabeler worden toegewezen, bijvoorbeeld door een meervoudige selectie bij de tabelbewerking of bij de externe bewerking. Ook bij het werken met macro's wordt nu beter rekening gehouden met gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen. Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen bieden uitgebreide mogelijkheden om de weergave van informatie in het schema individueel in te delen en uw documentatie op die manier overzichtelijk en doeltreffend vorm te geven. Vereenvoudigd gedrag bij het wijzigen en importeren Het gedrag bij het wijzigen en importeren van eigenschapsgroeperingen is vereenvoudigd:
39
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Wanneer u een gebruikergedefinieerde eigenschapsgroepering onder een bestaande naam opslaat, worden de wijzigingen nu automatisch overdragen aan alle functies die deze eigenschapsgroepering gebruiken. Daarbij blijft de naam van de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroepering bij alle betreffende functies behouden. De mogelijkheid om aan te geven dat wijzigingen alleen aan de actuele functie moeten worden overgedragen, is vervallen. Dit gedrag geldt ook bij het importeren van eigenschapsgroeperingen. Wanneer u bij het importeren een of meerdere eigenschapsgroeperingen overschrijft, worden de gewijzigde weergave-instellingen eveneens overgedragen aan alle functies die deze eigenschapsgroeperingen gebruiken. In de layoutruimte geldt het hierboven voor functies beschreven gedrag ook voor de artikelplaatsingen. Uitgebreide bewerkingsmogelijkheden U kunt gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen nu op de volgende plaatsen in het programma toewijzen: Bij de tabelbewerking van functies kunt u de kolom Eigenschapsgroepering weergeven en een eigenschapsgroepering uit de vervolgkeuzelijst selecteren. De lijst bevat alle eigenschapsgroeperingen die voor de betreffende symboolvariant beschikbaar zijn. Wanneer u schema's voor de externe bewerking maakt, kunt u de eigenschapsgroepering in het dialoogvenster Instellingen: Externe bewerking als formaatelement selecteren en zo bij het exporteren en importeren rekening houden met de betreffende gegevens. In het eigenschappendialoogvenster van tijdelijke aanduiding-objecten kunt u de eigenschap Eigenschapsgroepering (ID 19307) gebruiken en
40
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
via een variabele de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen als waardensets toewijzen. De betreffende eigenschapsgroeperingen moeten daarvoor in het project voorkomen. U kunt bestaande eigenschapsgroeperingen ook via een gebruikergedefinieerde knop op de werkbalk toewijzen. Daartoe kiest u in het dialoogvenster Aanpassen de actie XEsSetPropertyAction en gebruikt u als waarde van de parameter PropertyId de ID 19307 van de eigenschap Eigenschapsgroepering. Gewijzigde gedrag bij het kopiëren en invoegen van macro's Bij het kopiëren en invoegen van pagina's of functies en bij het invoegen van macro's bleven de namen van de eigenschapsgroeperingen tot dusver niet behouden en werden de ingevoegde eigenschapsgroeperingen gewijzigd in "Gebruikergedefinieerd". In deze nieuwe versie is dit gedrag als volgt gewijzigd: Bij het kopiëren en invoegen van pagina's of functies in een ander project of bij het invoegen van macro's worden de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen vergeleken. De naam van de eigenschapsgroepering bij de functie blijft behouden wanneer de eigenschapsgroeperingen identiek zijn of wanneer de eigenschapsgroepering nog niet in het project voorkomt. In dat geval wordt de eigenschapsgroepering gegenereerd.
41
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Indien er reeds een gelijknamige eigenschapsgroepering in het project voorkomt die niet identiek is aan de eigenschapsgroepering bij de functie, is nu de nieuwe projectinstelling Eigenschapsgroeperingen uit het project overnemen beschikbaar. (Het menupad voor het instellingsdialoogvenster is: Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Grafische bewerking > Algemeen.)
Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de eigenschapsgroepering uit het project aan de ingevoegde functie overgedragen en blijft de naam van de eigenschapsgroepering bij de functie behouden. Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijft de eigenschapsgroepering bij de ingevoegde functie behouden en wordt de naam gewijzigd in "Gebruikergedefinieerd". Eigenschapsgroeperingen terugzetten Indien gewenst kunt u de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen ook voor meerdere functies tegelijkertijd - eenvoudig op de standaardinstelling terugzetten. Hiervoor is in het menu Bewerken > Tekst de nieuwe menuopdracht Eigenschapsgroepering terugzetten beschikbaar.
42
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
U kunt deze menuopdracht gebruiken nadat u een of meerdere functies met gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen in de grafische editor of in een projectgegevens-navigator hebt geselecteerd. Of nadat u een of meerdere artikelplaatsingen in een layoutruimte hebt geselecteerd. Voor de geselecteerde functies / artikelplaatsingen wordt de eigenschapsgroepering op de standaardinstelling teruggezet. Dit is de instelling "Standaardinstelling" of de eigenschapsgroepering die u als standaard hebt gedefinieerd. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen gebruiken".
Uitgebreide automatische coördinaten voor eigenschapsgroeperingen Aan versie 2.4 is voor de weergave-eigenschap Basispunt de instelling "Ycoördinaat automatisch (pad)" toegevoegd. Met behulp van deze instelling kunnen de geplaatste eigenschappen van een schemasymbool als pad onder de tekening worden weergegeven (Y-coördinaat vast, alleen X-coördinaat kan worden gewijzigd). Om rekening te houden met andere normen (NFPA, JIC), is deze functie nu ook beschikbaar voor de X-coördinaat en voor een groot aantal andere schemasymbolen. Ook deze instelling kan voor de grafische weergave van automation schema's in de gebouwenautomatisering worden gebruikt.
Voordeel: Het werken met automatische coördinaten is nu uniform voor alle relevante schemasymbolen in het platform en dat vereenvoudigt de weergave van teksten op basis van verschillende normen.
43
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
De instelling in de weergave-eigenschappen verloopt nu niet meer via het basispunt, maar met behulp van twee nieuwe weergave-eigenschappen Ycoördinaat automatisch (pad) en X-coördinaat automatisch (pad). Om ervoor te zorgen dat de geplaatste eigenschappen rekening houden met een in de pagina- of plotkadereigenschappen ingevoerde automatische coördinaat, moet het betreffende selectievakje zijn ingeschakeld.
44
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Via de instelling Y-coördinaat automatisch (pad) kunnen de geplaatste eigenschappen van een schemasymbool als pad onder de tekening worden weergegeven. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het plaatsen van een eigenschapstekst alleen nog rekening gehouden met de X-coördinaat van het basispunt terwijl de Y-coördinaat automatisch is gedefinieerd. De waarde voor de Y-coördinaat (t.o.v. het nulpunt van de pagina) definieert u in de eigenschap Eigenschapsgroepering: Y-coördinaat automatisch (pad) (ID 12062). Deze eigenschap is bij plotkaders en pagina's beschikbaar. Via de instelling X-coördinaat automatisch (pad) kunnen de geplaatste eigenschappen van een schemasymbool als rij naast de tekening worden weergegeven. Dit is bijvoorbeeld voor projecten volgens de NFPA-norm van belang. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het plaatsen van een eigenschapstekst alleen nog rekening gehouden met de Y-coördinaat van het basispunt terwijl de X-coördinaat automatisch is gedefinieerd. De waarde voor de X-coördinaat (t.o.v. het nulpunt van de pagina) definieert u in de eigenschap Eigenschapsgroepering: X-coördinaat automatisch (pad) (ID 12063). Deze eigenschap is bij plotkaders en pagina's beschikbaar. Ook bij het gebruik van automatische coördinaten kunt u de positie van een geplaatste hoofdeigenschap ten opzichte van het basispunt verplaatsen. Als u een van de instellingen (of beide) X-coördinaat automatisch (pad) of Ycoördinaat automatisch (pad) hebt ingeschakeld, hebben de invoeren in de velden X-coördinaat en Y-coördinaat betrekking op het door de automatische coördinaat verschoven basispunt.
45
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Tip: Om meerdere eigenschapsteksten met automatische Y-coördinaat in de vorm van een lijst in een schemapad te rangschikken, voert u voor elke eigenschap een verschillende waarde in het veld Y-coördinaat in. De eigenschapsteksten worden dan ten opzichte van de automatische Y-coördinaat verschoven. Om in de vorm van een tabel te kunnen rangschikken, geeft u in de velden X-coördinaat en Y-coördinaat verschillende waarden op. Meer informatie over de weergave-eigenschappen vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Weergave-eigenschappen: Geplaatste eigenschap".
Projectbewerking Actualiseren van de projectdatabanken In het kader van diverse uitbreidingen en optimaliseringen zijn de projectdatabanken in versie 2.5 gewijzigd. Deze wijzigingen en optimaliseringen hebben tot gevolg dat nieuwe projecten altijd met nieuwe projectdatabanken worden gemaakt. Invloed op oude projecten Om ervoor te zorgen dat oude projecten met de nieuwe EPLAN-versie kunnen worden bewerkt, is het absoluut noodzakelijk dat de projectdatabanken van die projecten worden geactualiseerd. De oude projecten worden geactualiseerd zodra deze voor het eerst met de huidige EPLAN-versie worden geopend. Hierbij wordt gevraagd of het project in de actuele versie moet worden overgenomen.
46
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Als u deze vraag met [Ja] bevestigt, wordt het project eerst geactualiseerd en vervolgens geopend. Daarbij wordt van uw project in de projectdirectory een reservekopie gemaakt met de nog niet geactualiseerde projectdatabank. Als u een oud project niet actualiseert, kan dat project wel met versie 2.5 worden geopend, maar niet worden bewerkt; het kan uitsluitend worden bekeken. Let op: Nieuwe projecten en oude projecten die zijn geactualiseerd en bewerkt, kunnen worden geopend met EPLAN-versie 2.4. Vanwege wijzigingen in versie 2.5 is het mogelijk dat bepaalde gegevens niet correct worden weergegeven. Met oudere EPLAN-versies (vóór versie 2.4) kunnen de geactualiseerde projecten niet meer worden geopend! Nieuw bestandsformaat voor backups Bij het actualiseren van een project wordt ook een backup gemaakt, met projectdatabanken die nog niet zijn geactualiseerd. Tot dusver werden deze backups als bewerkbare projecten (*.elk) opgeslagen. Dat kon ertoe leiden dat een actuele projectdirectory onoverzichtelijk werd. In de nieuwe versie worden de backups nu als backup-bestanden (*.zw1) opgeslagen. Deze bestanden worden ingepakt (met het programma 7-Zip) en bij het openen van projecten niet meer in de projectdirectory weergegeven. De projecten kunnen – zoals dat bij backup-bestanden gebruikelijk is – via de backup-functie weer worden teruggezet.
47
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Projectgegevens corrigeren In deze versie zijn een aantal bestaande functies voor het corrigeren van projectgegevens (klemmenstroken, stekers, kabels) in een nieuw instellingsdialoogvenster gecombineerd.
Voordeel: Door verschillende correctiefuncties te combineren, kunt u verschillende projectgegevens in één correctieprocedure automatisch corrigeren. Om de correctieprocedure uit te voeren, kiest u in het menupad Project Organiseren de nieuwe menuopdracht Corrigeren. In het dialoogvenster Project corrigeren definieert u aan de hand van schema's welke projectgegevens moeten worden gecorrigeerd. Selecteer het gewenste schema in het dialoogvenster Project corrigeren of open met de knop […] het nieuwe dialoogvenster Instellingen:Corrigeren.
48
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In het nieuwe dialoogvenster Instellingen: Corrigeren zijn alle correctieinstellingen – die voorheen over verschillende dialoogvensters verdeeld waren – als selectievakjes beschikbaar. De "oude" menuopdrachten voor klemmenstroken, stekers en kabels in het menu Projectgegevens zijn verwijderd. (Om in het instellingsdialoogvenster bij deze correctie-instellingen te komen, kiest u het menupad Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer > Corrigeren.) Nieuwe correctie voor verbindingssymbolen In het instellingsdialoogvenster, in het hiërarchieniveau Verbindingen, is de nieuwe instelling Verbindingssymbolen buiten een gedefinieerd net corrigeren ("Doel bepalen" activeren) beschikbaar. Wanneer deze instelling is geactiveerd, wordt bij alle verbindingssymbolen (T-stukken, kruisingen,
49
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
bruggen) die niet meer in een gedefinieerd net liggen, het selectievakje Doelen bepalen weer ingeschakeld. Dat is bijvoorbeeld van belang bij het definiëren van netten voor netgebaseerde verbindingen, wanneer netdefinitiepunten handmatig zijn verwijderd en vervolgens vergeten is om de bijbehorende verbindingssymbolen aan te passen. Tip: Om alle netdefinitiepunten uit een project te verwijderen, kunt u gebruik maken van de comprimeringsfunctie. Schakel daartoe in het dialoogvenster Instellingen: Compressie in het hiërarchieniveau Netdefinitiepunten het nieuwe selectievakje Alle netdefinitiepunten verwijderen en verbindingssymbolen corrigeren in. Daarbij worden alle bijbehorende verbindingssymbolen automatisch aangepast (het selectievakje Doelen bepalen wordt ingeschakeld).
Gebruik van niet normconforme structuurinstelling "Bovenliggend" Met het selectievakje Bovenliggend op het tabblad Structuur van de projecteigenschappen kon u tot dusver voor bepaalde onderdelen (klemmenstroken, stekers, kabels of afbreekpunten) definiëren dat deze onderdelen, wanneer ze geen "−" voorteken in de ODC hadden, als doorgenummerde onderdelen werden behandeld. Voor een projectstructuur met gedefinieerde codeblokken (bijvoorbeeld groep, inbouwplaats) is dit niet conform de norm en wordt dit alleen om historische redenen in het programma gebruikt. Omdat deze instelling in de toekomst niet meer door EPLAN wordt ondersteund, wordt het selectievakje Bovenliggend alleen nog in de volgende gevallen weergegeven:
50
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Instelling "Bovenliggend" wordt nog niet in het project gebruikt: Om de instelling weer te geven, schakelt u in het dialoogvenster Instellingen: Compatibiliteit de nieuwe instelling Niet normconforme structuurinstelling 'Bovenliggend' toestaan (menupad: Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer > Compatibiliteit) in. Om de hierboven genoemde reden raden wij aan om dit niet te doen. Instelling "Bovenliggend" wordt reeds in het project gebruikt: Het selectievakje Niet normconforme structuurinstelling 'Bovenliggend' toestaan wordt grijs weergegeven en kan dus niet worden ingeschakeld. Geen invloed op oude projecten In oude projecten (versie 2.4 en ouder) waarin de instelling Bovenliggend werd gebruikt, blijft deze instelling ongewijzigd. Wanneer u een dergelijk project in versie 2.5 opent, wordt het nieuwe selectievakje Niet normconforme structuurinstelling 'Bovenliggend' toestaan automatisch ingeschakeld. Voor nieuwe projecten is dit selectievakje standaard uitgeschakeld. Nieuwe melding Om te achterhalen of de structuurinstelling Bovenliggend in een project werd gebruikt, is in meldingsklasse 017 "ODC" de nieuwe controleproceduremelding 017013 beschikbaar.
51
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Apparaten Modulen voor verschillende onderdeel-coderingsnormen In het EPLAN platform kunnen complexe apparaten als modulen worden weergegeven. Modulen hebben dezelfde eigenschappen als artikelen maar bevatten daarnaast ook lijsten met subartikelen. Tot dusver vond de toekenning van subartikelen in de module aan de onderdelen in de bijbehorende macro via de onderliggende onderdeelcodes van de onderdelen plaats. Wanneer de onderdeelcodes aan eisen van klanten moesten worden aangepast of wanneer de kenletters op grond van andere normen werden gewijzigd, moest u daarvoor zowel verschillende moduleartikelen als verschillende macro's maken, waarvan alleen de onderdeelcodes van elkaar verschilden. Om de artikelen in de module en de onderdelen in de macro onafhankelijk van de gebruikte onderdeelcodes te synchroniseren, kunt u voor de identificatie van de onderdelen nu een zogeheten "module-ID" gebruiken.
Voordeel: Modulen die de module-ID voor de identificatie van onderliggende apparaatcomponenten hanteren, kunnen nu onafhankelijk van coderingsnormen worden gebruikt. Hierdoor kunnen modulen en de bijbehorende macro's aanzienlijk sneller worden gemaakt.
52
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Definitie van de module-ID bij het onderdeel De module-ID wordt bij onderdelen gedefinieerd aan de hand van een aan te maken macro voor een module. Voer het betreffende kenmerk, die binnen een macro / module uniek moet zijn, in het eigenschappendialoogvenster in de eigenschappentabel op het eerste tabblad in. Hiervoor is in de eigenschapselectie de nieuwe eigenschap Module-ID (ID 20359) beschikbaar. Uitbreiding in het artikelbeheer In het artikelbeheer worden modulen op het tabblad Module gedefinieerd. Om de module-ID te kunnen invoeren, is dit tabblad uitgebreid met de kolom Module-ID. Voor het artikel van een module (d.w.z. per rij) kan een waarde in de kolom ODC of in de kolom Module-ID worden ingevoerd. Wanneer u een waarde in de kolom Module-ID invoert, wordt in dezelfde rij de waarde voor de onderliggende ODC verwijderd, en omgekeerd. Gerichte weergave van de module-ID Om functies met module-ID's gericht te kunnen weergeven en bewerken, kunt u de nieuwe eigenschap Module-ID in de onderdelen-navigator als filtercriterium gebruiken en in de lijstweergave van deze navigator als kolom weergeven. Daarnaast kan de module-ID van functies ook in de tabelbewerking worden weergegeven en bewerkt. Daartoe moet u met behulp van een schema een kolomconfiguratie voor het tabblad Functies van het dialoogvenster Functiegegevens bewerken instellen.
53
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Nieuwe controleproceduremelding voor apparaten De module-ID moet binnen een macro uniek zijn. Om dit bij het maken van macro's te kunnen controleren, is in de meldingsklasse 007 "Apparaten" de nieuwe controleproceduremelding 007025 "De module-ID '%1!s!' is vaker toegekend." beschikbaar.
Uitbreidingen voor apparaatgroepen Complexe apparaten kunnen in het EPLAN platform ook met behulp van een apparaatgroep worden gerealiseerd. Daarbij kunnen functies uit verschillende bereiken en onderdeelcodes grafisch en logisch worden gecombineerd tot één apparaat. Veel gebruikers gebruiken dit bijvoorbeeld om onderdelen van de fluidtechniek met elektrotechnische componenten te groeperen en deze in de apparaatgroep gecombineerde functies vervolgens als macro op te slaan. Menuopdrachten voor apparaatgroepen Omdat het EPLAN platform steeds verder focust op de werkvoorbereiding van macro's, is het maken en opheffen van apparaatgroepen in deze versie gewijzigd: Apparaatgroepen kunnen via de menuopdrachten Bewerken > Overig > Apparaat groeperen alleen nog in macroprojecten worden gemaakt. In schemaprojecten is de menuopdracht Apparaat groeperen niet actief. De groepering van een apparaatgroep kan nu eveneens alleen nog in een macroproject worden opgeheven.
54
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Opmerking: In schemaprojecten kunt u met de menuopdrachten Bewerken > Overig > Groepering opheffen alleen nog de groepering van elementgroepen (d.w.z. een groepering van grafische elementen) opheffen. Apparaatgroepen zonder plaatsing De plaatsing van een geselecteerde apparaatgroep kan nu via de menuopdrachten Bewerken > Plaatsing verwijderen volledig worden verwijderd. Het maakt daarbij niet uit of de plaatsing in de onderdelen-navigator of in de grafische editor wordt verwijderd. Niet-geplaatste apparaatgroepen gedragen zich nu net zo als andere nietgeplaatste functies en kunnen bijvoorbeeld vanuit de navigator in de grafische editor worden geplaatst.
Projectgegevens-navigators Uniform gedrag bij het plaatsen en apparaten invoegen De functies "Plaatsen", "Macro plaatsen" en "Apparaat invoegen" zijn in deze versie in het EPLAN platform geüniformeerd. In het kader van deze wijzigingen is het snelmenu van de meeste navigators gereduceerd en vereenvoudigd. In plaats van de snelmenuopdrachten Plaatsen en Macro plaatsen, waarmee u een vervolgmenu met meerdere weergavetypen opende, beschikt het snelmenu van deze navigators nu alleen nog over de snelmenuopdracht Plaatsen (zonder vervolgmenu). Onafhankelijk van de weg die u volgt om functies / artikelmacro's te plaatsen of apparaten in te voegen, gebruikt het programma automatisch het weergavetype dat bij het betreffende paginatype past.
55
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: Zowel bij het plaatsen van bestaande functies als bij het invoegen van apparaten biedt het EPLAN platform nu automatisch de bij het paginatype passende artikelmacro's en functies aan, zonder dat u zich eerst met het selecteren hiervan hoeft bezig te houden. De uniforme en intuïtieve bediening vereenvoudigt het werken met navigators en het invoegen van apparaten. Daarbij heeft de artikelmacro – zowel bij het invoegen van apparaten als bij het plaatsen – de hoogste prioriteit. Wanneer bij het geselecteerde apparaat of bij de hoofdfunctie geen artikelmacro is opgeslagen, voegt u afzonderlijke functies in of plaatst u deze. Andere selectie bij het plaatsen of invoegen van apparaten Wanneer u in plaats van de door het programma ingestelde automatische voorselectie een andere selectie wilt maken (bijvoorbeeld een andere macro plaatsen), drukt u vóór het plaatsen of invoegen op [Backspace]. In de dialoogvensters Apparaat / onderdeel plaatsen (bij het plaatsen) of Apparaat invoegen (bij het invoegen van apparaten) kunt u tussen de verschillende opties kiezen.
56
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In de dialoogvensters wordt afhankelijk van de betreffende situatie een logische voorinstelling weergegeven. Zo is bijvoorbeeld het bij het paginatype passende weergavetype geselecteerd. Als de artikelstamgegevens onvoldoende zijn onderhouden (d.w.z. dat bij het geselecteerde artikel noch een macro noch functiesjablonen zijn opgeslagen), dan wordt bij het invoegen van apparaten direct het dialoogvenster Apparaat invoegen geopend. In dat geval kan alleen een macro of een symbool worden geselecteerd. Overige aanpassingen In het kader van deze uniformeringen zijn daarnaast nog de volgende aanpassingen aangebracht: In de materiaallijst-navigator en in de apparatenlijst: De snelmenuopdracht Plaatsen met kwam altijd al overeen met het invoegen van apparaten. Daarom is de snelmenuopdracht hernoemd in Apparaat invoegen (zonder vervolgmenu).
57
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In de artikelstamgegevens-navigator: De snelmenuopdracht Apparaat invoegen, waarmee via snelmenuopdrachten een weergavetype werd geselecteerd, is vervangen door de gelijknamige menuopdracht zonder vervolgmenu.
Materiaallijst-navigator Positienummers structuur- of paginaspecifiek toekennen De positienummers van artikelen kunnen nu ook afhankelijk van de coderingsstructuur of van de paginastructuur worden toegekend. Hiertoe is het dialoogvenster Posities nummeren met het nieuwe veld Nieuwe nummering bij gewijzigde eigenschap uitgebreid. U opent dit dialoogvenster door in de materiaallijst-navigator de te nummeren posities te markeren en vervolgens de snelmenuopdracht Positienummers toekennen te kiezen.
Voordeel: De positienummers van artikelen kunnen in de materiaallijst-navigator structuur- of paginaspecifiek worden toegekend. Na het nummeren worden de positienummers van de artikelen naar de functies terug geschreven en kunnen in de grafische editor of in verwerkingen worden uitgevoerd.
58
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Selecteer in het veld Nieuwe nummering bij gewijzigde eigenschap een bestaand schema in de vervolgkeuzelijst of open met [...] het dialoogvenster Nieuwe nummering bij gewijzigde eigenschap. Daar kunt u bestaande schema's bewerken of nieuwe schema's maken. Via een dergelijk schema kunnen de positienummers structuur- of paginaspecifiek worden toegekend. Daartoe kunt u als criteria bijvoorbeeld de eigenschappen Groep of Paginanaam selecteren. Als een waarde van de in het schema gedefinieerde eigenschappen wijzigt (bijvoorbeeld de structuurcode voor de groep) begint de nummering weer met de in het dialoogvenster gedefinieerde startwaarde. Nieuwe eigenschap "Positienummerlijst" Als aan een functie meerdere artikelen zijn toegekend, geeft de eigenschap Positienummerlijst (ID 20346) de positienummers van alle artikelen, door komma's gescheiden, weer. Met deze eigenschap kunt u de positienummers van de artikelen bij de functies in de grafische editor weergeven of in verwerkingen uitvoeren.
59
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Externe bewerking Uitbreiding met pad-functieteksten Bij de externe bewerking is het nu mogelijk om de pad-functieteksten van een project te exporteren, deze extern te bewerken en ze vervolgens weer te importeren. Zoals dat bij de externe bewerking gebruikelijk is, worden padfunctieteksten met behulp van schema's geëxporteerd. Om dergelijke schema's te maken, is in het dialoogvenster Objecttype de nieuwe optie "Padfunctieteksten" beschikbaar. Formaatelementen Welke gegevens bij de externe bewerking moeten worden meegenomen, definieert u zoals gebruikelijk in het dialoogvenster Instellingen: Externe bewerking op het tabblad Gegevens. Voor het objecttype "Pad-functieteksten" kunt u bijvoorbeeld de volgende eigenschappen als formaatelement selecteren: Tekstinhoud (ID 19201): Met dit formaatelement wordt de inhoud van de pad-functieteksten uitgevoerd. Alleen dit formaatelement kan worden gewijzigd. Plaatsing (ID 19007): Dit formaatelement zorgt ervoor dat de betreffende pad-functietekst volledig wordt geplaatst. Betreffende functies (ID 19800): Nieuwe eigenschap! Dit formaatelement geeft bij een pad-functietekst alle functies weer die deze functietekst uit het pad overnemen.
60
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Wanneer u het formaatelement "Betreffende functies" gebruikt, worden de afzonderlijke functies bij een pad-functietekst in het doelbestand door een schuine streep "/" (met spaties ervoor en erna) gescheiden. Om de functies uit te voeren, wordt intern de nieuwe functie-eigenschap Naam (volledig met aansluitcodes) (ID 20342) gebruikt. Deze eigenschap is als volgt opgebouwd: eigenschap Naam (volledig), ":" en eigenschap Aansluitcodes (alle) (bijvoorbeeld =EB3+ET1-X0:L1).
Verwerkingen Aanpassen van de gebruikersinterface Het dialoogvenster Verwerkingen is in versie 2.5 aangepast aan de in het EPLAN platform "gebruikelijke stijl". De knoppen op de beide tabbladen Verwerkingen en Sjablonen van het dialoogvenster zijn verwijderd. In plaats hiervan zijn deze en anderen functies nu beschikbaar als knoppen op werkbalken, die zich boven de betreffende boomweergave bevinden.
61
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Artikelbeheer Actualiseren van de artikeldatabank Als u met meerdere versies van EPLAN werkt (bijvoorbeeld als u overstapt op versie 2.5) en in versie 2.5 een "oude" artikeldatabank hebt ingesteld, wordt u bij het openen van het artikelbeheer gevraagd of u de artikeldatabank wilt actualiseren. Als u de vraag met [Ja] beantwoordt, wordt de artikeldatabank geactualiseerd. Als u op [Nee] klikt, wordt de artikeldatabank niet geactualiseerd. Daardoor blijven de gegevensvelden van het artikelbeheer leeg en kunnen deze niet worden bewerkt. Andere programmacomponenten die eveneens gebruikmaken van de gegevens uit de artikeldatabank, voeren een bijbehorende melding uit als de artikeldatabank niet overeenkomt met de actuele versie. Opmerking: Als u met meerdere versies van EPLAN werkt, moet voor het bewerken en onderhouden van de artikeldatabank altijd de nieuwste versie van EPLAN worden gebruikt. Een geactualiseerde artikeldatabank kan in oudere versies van EPLAN bijvoorbeeld voor een artikel- of apparaatselectie worden geopend, maar niet worden bewerkt.
Inspringing voor aansluitbeeld U kunt nu voor het aansluitbeeld dat bij een artikel is opgeslagen een inspringing definiëren.
62
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: Met behulp van de in de velden Inspringing X-richting en Inspringing Yrichting gedefinieerde verplaatsing kunt u identieke aansluitbeelden voor meerdere artikelen van verschillende grootte gebruiken.
63
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Hiertoe is het veld Aansluitbeeld op het tabblad Technische gegevens in een groepsveld omgezet. In de twee nieuwe extra velden Inspringing Xrichting en Inspringing Y-richting definieert u voor het betreffende aansluitbeeld een verplaatsing in de X- en Y-richting. De X- en Y-inspringing wordt per artikel opgeslagen en is voor alle varianten van een artikel gelijk.
Instellingen Uniforme instellingen voor databanken De werkwijze en instellingen voor het maken van nieuwe databanken zijn in deze versie geüniformeerd. Net als bij de bestaande instellingen voor de projectbeheerdatabank is het nu mogelijk om in de instellingen voor het artikelbeheer en in die voor het woordenboek een nieuwe databank / een nieuw woordenboek te maken. Daartoe klikt u voor de betreffende optie (Access of SQL-Server) op de knop (Nieuw). Afhankelijk van de gekozen optie, wordt dan een nieuwe Access- of SQL-databank gemaakt.
64
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In het kader van deze uniformering zijn de volgende menuopdrachten overbodig geworden: In het dialoogvenster Artikelbeheer is onder de knop [Extra] de menuopdracht Nieuwe databank verwijderd. In het dialoogvenster Woordenboek is op het tabblad Beheer onder de knop [Extra] de menuopdracht Nieuw verwijderd.
Instellingen overnemen In deze nieuwe versie beschikt het dialoogvenster voor het bewerken van alle instellingen over de knop [Toepassen]. Hiermee kunt u uw instellingen opslaan zonder dat u het instellingsdialoogvenster met [OK] hoeft te verlaten. Dit kan bijvoorbeeld zinvol zijn voor het exporteren van instellingen.
Hulpprogramma's Optimalisatie van het systeemmeldingenbeheer Het opslaan van systeemmeldingen in een tekstbestand, zoals dat tot dusver gebruikelijk was, is niet meer van deze tijd. Daarom worden systeemmeldingen nu in een databank opgeslagen. In het kader hiervan zijn er ook enkele wijzigingen in de gebruikersinterface aangebracht.
65
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: Dankzij de optimalisatie van het systeemmeldingenbeheer kunnen systeemmeldingen eenvoudiger worden bediend. Zo kunnen nu ook meldingen van meerdere sessies of meldingen van vorige sessies worden weergegeven. Omdat u nu ook oudere meldingen kunt bekijken, kunt u controleren of een bepaalde melding al eens eerder is opgetreden. Een overzicht van vernieuwingen bij de systeemmeldingen: Opslaan van systeemmeldingen in een databank: Vanaf versie 2.5 worden de systeemmeldingen automatisch in een databank met de naam EplLog.eldb opgeslagen. Het systeemmeldingenbestand, dat in eerdere versies werd gebruikt voor het opslaan van systeemmeldingen, is vervallen. Weergave van systeemmeldingen van alle sessies: Er kunnen niet alleen meldingen van de actuele sessie worden weergegeven, maar ook meldingen van sessies uit het verleden. Standaard worden de systeemmeldingen van de actuele sessie weergegeven. Met het selectievakje Alle sessies weergeven is het mogelijk om de lijst met systeemmeldingen uit te breiden met meldingen van sessies uit het verleden. De meldingen bij een sessie worden in het dialoogvenster Systeemmeldingen onder een apart knooppunt weergegeven (nieuwe pictogram
).
Systeemmeldingen van een andere databank openen: In het systeemmeldingendialoogvenster kunt u een willekeurige andere systeemmeldingendatabank openen en de inhoud daarvan laten weergeven (bijvoorbeeld een databank uit eerdere sessies). Hiertoe is in het
66
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
dialoogvenster onder de knop [Bestand] de menuopdracht Openen beschikbaar. Export van systeemmeldingen: U kunt de inhoud van de databank vanuit het systeemmeldingendialoogvenster in een bestand van het type *.csv exporteren. U start het exporteren van de databank met [Bestand] > Exporteren. Vervolgens wordt de toepassing gestart die gekoppeld is aan het bestandstype *.csv. U kunt bijvoorbeeld MS-Excel gebruiken om meldingen te laten weergeven. In dit programma kunt u voor het analyseren van fouten de volledige tekstzoekfunctie gebruiken. Meer informatie over systeemmeldingen vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Systeemmeldingen".
67
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" Opmerking: De uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" is voor de volgende programmavarianten optioneel verkrijgbaar: EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric P8 Professional, EPLAN Electric P8 Professional+, EPLAN Fluid, EPLAN Fluid Professional, EPLAN Pro Panel Professional Stand-alone en EPLAN Pro Panel Professional+ Stand-alone. Voor de volgende programmavarianten hoort deze uitbreidingsmodule standaard tot de leveringsomvang: EPLAN Electric P8 Ultimate. Met de uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" kunnen projecten in zogeheten "bewerkingsbereiken" worden onderverdeeld. Hierdoor worden grote projecten overzichtelijker weergegeven en neemt de bewerkingssnelheid toe. Als er bij de bewerking van omvangrijke projecten externe krachten moeten worden ingezet, of als projecten onafhankelijk van de netwerkverbinding moeten worden bewerkt, kunt u deze projecten in meerdere deelprojecten opdelen.
Vereenvoudigde activering van bewerkingsbereiken Om bewerkingsbereiken te kunnen definiëren en gebruiken, moest u de geselecteerde bewerkingsbereiken tot dusver eerst in de projecteigenschappen activeren. In de nieuwe versie worden bewerkingsbereiken geactiveerd met de menuopdrachten Project > Bewerkingsbereiken > Geselecteerd bewerkingsbereik activeren.
68
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In het kader van deze vereenvoudiging is het tabblad Bewerkingsbereiken verwijderd, dat tot dusver in de projecteigenschappen werd gebruikt om bewerkingsbereiken te activeren. Ook het selecteren en definiëren van bewerkingsbereiken in een project is eenvoudiger geworden. De beide menuopdrachten Definiëren en Definiëren als projectbeheerder zijn nu altijd beschikbaar – ongeacht of bewerkingsbereiken al dan niet kunnen worden geactiveerd.
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Revision Management" Opmerking: De uitbreidingsmodule "EPLAN Revision Management" is voor de volgende programmavarianten optioneel verkrijgbaar: EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Preplanning P&ID. Voor de volgende programmavarianten hoort deze uitbreidingsmodule standaard tot de leveringsomvang: EPLAN Electric P8 Professional, EPLAN Electric P8 Professional+, EPLAN Electric P8 Ultimate, EPLAN Fluid, EPLAN Fluid Professional, EPLAN Preplanning Professional, EPLAN Pro Panel Professional Standalone, EPLAN Pro Panel Professional+ Stand-alone. Via het revisiebeheer, de uitbreidingsmodule "EPLAN Revision Management", kunnen wijzigingen in bestaande machine- en installatiedocumentatie automatisch worden geregistreerd en gedocumenteerd.
69
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Revisie van bewerkingsbereiken Met behulp van de wijzigingstracering kunt u deelbereiken van een project reviseren. U definieert de te reviseren deelbereiken via de bewerkingsbereiken. Wijzigingen in de afzonderlijke bewerkingsbereiken worden onafhankelijk van elkaar gedocumenteerd en beveiligd. Opmerking: Om deelbereiken van een project te reviseren, moet het mogelijk zijn om bewerkingsbereiken te definiëren. Het definiëren van bewerkingsbereiken is mogelijk in de uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management".
Voordeel: Wijzigingen in afzonderlijke delen van de projectstructuur, in afzonderlijke bereiken etc. kunnen met behulp van bewerkingsbereiken onafhankelijk van elkaar worden gedocumenteerd en beveiligd. Bewerkingsbereiken worden per pagina gereviseerd. Dat betekent dat u bij het definiëren van bewerkingsbereiken eigenschappen voor structuurcodes (bijvoorbeeld Groep en Inbouwplaats) of pagina-eigenschappen (bijvoorbeeld Paginanaam) als filtercriteria moet gebruiken. Op deze manier kunnen delen van een projectstructuur of afzonderlijke bereiken apart worden gereviseerd. Om bereiken te reviseren, moet het project zo zijn opgebouwd dat alle pagina's van een bereik eenduidig aan een bepaalde paginastructuur zijn toegekend. Voorwaarden Om een bewerkingsbereik te kunnen reviseren, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
70
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Het project zelf mag niet gereviseerd zijn. Het bewerkingsbereik mag niet overlappen met andere bewerkingsbereiken. Het bewerkingsbereik moet geselecteerd zijn en via de menuopdrachten Project > Bewerkingsbereiken > Geselecteerd bewerkingsbereik activeren geactiveerd zijn. Werkwijze en interfacewijzigingen De werkwijze bij het reviseren van geactiveerde bewerkingsbereiken is hetzelfde als bij "gehele" projecten. Met de menuopdracht voor het afsluiten van projecten kunt u nu ook gereviseerde bewerkingsbereiken afsluiten. Daarom is de menuopdracht hernoemd in Project / bereik afsluiten. Om het geactiveerde bewerkingsbereik weer te geven, zijn de volgende dialoogvensters uitgebreid met het veld Bewerkingsbereik: Dialoogvenster Revisie genereren Dialoogvenster Beschrijving van de paginawijziging bij het afsluiten van pagina's Dialoogvenster Bewerkingsbereik afsluiten. (Dit dialoogvenster wordt weergegeven bij het reviseren van bewerkingsbereiken. Verder lijkt het op het dialoogvenster voor het afsluiten van projecten.) De volgende dialoogvensters zijn uitgebreid met de kolom Bewerkingsbereik: Dialoogvenster Revisiegegevens nabewerken Dialoogvenster Verwijderde pagina's.
71
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In deze kolom worden de bewerkingsbereiken weergegeven waarvoor bij een bepaalde revisie pagina's / layoutruimtes zijn gewijzigd of pagina's zijn verwijderd. Wijzigingsbeveiliging voor afgesloten bewerkingsbereiken Wanneer u een bewerkingsbereik afsluit, worden de bijbehorende pagina's of layoutruimtes van een automatische wijzigingsbeveiliging voorzien. Voor een geselecteerd, geactiveerd bewerkingsbereik kan deze beveiliging in de revisie op de gebruikelijke wijze weer worden verwijderd (menuopdracht Schrijfbeveiliging verwijderen). In het dialoogvenster Beveiliging configureren kunt u bovendien de automatische wijzigingsbeveiliging tijdelijk uitschakelen om geselecteerde pagina's of layoutruimtes te corrigeren. Nieuwe eigenschappen Daarnaast zijn er de volgende nieuwe geïndexeerde eigenschappen. Projecteigenschap Bewerkingsbereik (uit wijzigingstracering) [1-1000] (ID 10195) Pagina-eigenschap Bewerkingsbereik (uit wijzigingstracering) [1-1000] (ID 11079). Deze eigenschappen geven na de revisie van bewerkingsbereiken de bijbehorende schemanamen van het bewerkingsbereik aan. Daardoor kunt u bijvoorbeeld in de projecteigenschappen de revisiestatus van de afzonderlijke bewerkingsbereiken bekijken. De nieuwe pagina-eigenschap kunt u bijvoorbeeld als filtercriterium voor de pagina-navigator gebruiken. Op deze maner kan het hele project of het geselecteerde bewerkingsbereik worden gefilterd op pagina's die bij een bepaalde revisie (bijvoorbeeld index 2) van een bewerkingsbereik zijn gewijzigd.
72
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Wijzigingen bij het definiëren van bewerkingsbereiken Wanneer u voor een bewerkingsbereik een revisie doorvoert, wordt in de dialoogvensters voor het definiëren van bewerkingsbereiken de naam van de actuele revisie in de nieuwe kolom Revisie weergegeven. Gereviseerde bewerkingsbereiken en deelprojecten U kunt gereviseerde bewerkingsbereiken in het dialoogvenster Deelprojecten niet veilig opslaan.
Overname van revisiegegevens bij het invoegen sturen Wanneer u gekopieerde pagina's of paginamacro's vanuit een revisieproject in een ander project invoegt, kunt u nu de revisiegegevens uit het revisieproject naar keuze behouden of verwijderen. U definieert dit via de gebruikersinstelling Revisiegegevens bij het invoegen behouden (menupad: Opties > Instellingen > Gebruiker > Weergave > Algemeen). Dit nieuwe selectievakje is standaard ingeschakeld. Daardoor worden – net als voorheen – bij het invoegen van gekopieerde pagina's of paginamacro's de revisiegegevens uit het bronproject in het doelproject ingevoegd. Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden er geen revisiegegevens in het doelproject ingevoegd. De revisiegegevens van de gekopieerde pagina's of paginamacro's worden bij het invoegen verwijderd. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Revisiebeheer: Principe".
73
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Management" Opmerking: De uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Management" is voor de volgende programmavarianten optioneel verkrijgbaar: EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric P8 Professional, EPLAN Fluid, EPLAN Fluid Professional, EPLAN Preplanning P&ID, EPLAN Preplanning Professional, EPLAN Pro Panel Professional Stand-alone. Voor de volgende programmavarianten hoort deze uitbreidingsmodule standaard tot de leveringsomvang: EPLAN Electric P8 Professional+, EPLAN Electric P8 Ultimate, EPLAN Pro Panel Professional+ Stand-alone. Met de uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Management", het rechtenbeheer, kan een beheerder zowel de rechten van gebruikers als de gebruikersinterface (dialoogvensters, menustructuur etc.) van het EPLAN platform configureren. In de actuele versie zijn in het rechtenbeheer de volgende vernieuwingen aangebracht: De rechten van de gebruikersgroep "ADMINISTRATOR" worden nu bij elke EPLAN-versie automatisch geactualiseerd. Daarom is in het dialoogvenster Rechtenbeheer de menuopdracht [Extra] > Rechten actualiseren niet meer nodig en is deze in deze versie verwijderd. Het importeren van een rechtendatabank vanuit een vorige EPLAN-versie wordt nu via de nieuwe knop [Importeren] opgeroepen. In het vervolgdialoogvenster selecteert u het gewenste databankbestand. Mogelijke bestandstypen zijn "Rechtendatabank in EPLAN-formaat (*.erm)" en "Rechtendatabank in Access-formaat (*.mdb)".
74
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen voor EPLAN Electric P8 Klemmen In deze versie is het interne beheer van etageklemmen aangepast. Klemmenapparaten (etageklemmen) worden beter ondersteund en blijven bij de projectbewerking behouden. Hiertoe krijgen klemmen een zogeheten "apparaatpositie" als nieuwe eigenschap. De overzichtelijkheid in de klemmenstrook-navigator wordt door een nieuw apparaatgericht aanzicht verbeterd.
Voordeel: Vanwege het verbeterde en overzichtelijkere beheer kunnen etageklemmen nu sneller worden ontworpen. Ook het kopiëren en naderhand bewerken van bestaande klemmenstroken gaat nu een stuk eenvoudiger. Ook voor het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken is de overzichtelijkheid verbeterd – zo kunnen verschillende klemtypen aan de hand van een schematisch grafisch voorbeeld van klemmen eenvoudiger worden herkend. Daarnaast kan voor dit dialoogvenster de kolomconfiguratie in een schema worden opgeslagen. Er zijn daarin ook uitgebreide bewerkingsmogelijkheden beschikbaar. In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behandeld: "Nieuwe eigenschap "Apparaatpositie"" op pagina "76" "Apparaatgericht aanzicht in de klemmenstrook-navigator" op pagina "77" "Verbeteringen bij het bewerken van klemmen" op pagina "78" "Eenvoudiger werken met handmatige vaste bruggen" op pagina "83".
75
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Nieuwe eigenschap "Apparaatpositie" Klemmenapparaten (bijvoorbeeld etageklemmen) worden nu via de nieuwe eigenschap Klem: Apparaatpositie (ID 20367) geïdentificeerd. Alle klemmen van een klemmenapparaat hebben dezelfde apparaatpositie. Tot dusver werd de volgorde van de klemmen binnen een klemmenstrook via het sorteerkenmerk gedefinieerd. Nu wordt de volgorde via de apparaatpositie gedefinieerd. De apparaatpositie geeft de positie van het klemmenapparaat binnen de klemmenstrook aan waartoe de klem behoort. Binnen een klemmenapparaat wordt de volgorde van de klemmen door het sorteerkenmerk gedefinieerd. Dat wil zeggen dat het sorteerkenmerk alleen nog relevant is voor klemmen met dezelfde apparaatpositie.
Voordeel: Klemmenapparaten blijven bij het kopiëren en invoegen behouden. Wanneer u dus bijvoorbeeld afzonderlijke klemmen kopieert die tot verschillende etageklemmen behoren, blijven de oorspronkelijke definities van de etageklemmen behouden. De apparaatpositie en het sorteerkenmerk worden automatisch toegekend, indien dit nodig is; d.w.z. indien er bij dezelfde klemmenstrook reeds klemmen met een apparaatpositie en / of sorteerkenmerk bestaan. Zo wordt bereikt dat nieuwe klemmen altijd aan het eind van de klemmenstrook worden gesorteerd en dat bestaande klemmenapparaten en de bestaande volgorde van de klemmen niet worden gewijzigd. U kunt desgewenst de eigenschappen Klem: Apparaatpositie (ID 20367) en Sorteerkenmerk (klem / stekercontact) (ID 20809) ook handmatig in het eigenschappendialoogvenster van de klem invoeren.
76
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
De apparaatpositie en het sorteerkenmerk worden – indien nodig – bij de volgende acties automatisch toegekend: Bewerken van klemmen in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken Sorteren van klemmen Genereren van nieuwe klemmen en etageklemmen Apparaat invoegen (daarbij wordt altijd een apparaatpositie toegekend) Kopiëren en invoegen van klemmen met online-nummering Macro's invoegen Openen van projecten die met vorige EPLAN-versies (versie 2.4 of ouder) zijn gemaakt.
Apparaatgericht aanzicht in de klemmenstrook-navigator In de boomweergave van de klemmenstrook-navigator is nu het nieuwe aanzicht "Apparaatgericht" beschikbaar. Dit aanzicht kan via de snelmenuopdracht Beeld > Apparaatgericht worden ingeschakeld. De klemmen worden op basis van hun apparaatpositie gegroepeerd, dat wil zeggen dat klemmen met dezelfde apparaatpositie in een klemmenapparaat (bijvoorbeeld een etageklem) worden gecombineerd.
Voordeel: In de klemmenstrook-navigator kunt u met het apparaatgerichte aanzicht direct herkennen welke klemmen tot een klemmenapparaat (bijvoorbeeld tot een etageklem) behoren. Het is niet meer nodig om het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken te openen en daar de verbondenheid van klemmen te bekijken.
77
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Het huidige, ODC-gerichte standaard aanzicht is in het kader van deze uitbreiding hernoemd in "ODC-gericht" en kan via de snelmenuopdracht Beeld > ODC-gericht worden ingeschakeld.
Verbeteringen bij het bewerken van klemmen Een van de centrale dialoogvensters voor het bewerken van klemmen is het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken. Hier worden alle instellingen en gegevens van een geselecteerde klemmenstrook weergegeven. In deze versie is dit dialoogvenster uitgebreid met nieuwe handige kolommen, van de kolomconfiguratie, via de schematechniek tot aan de mogelijkheid om etageklemmen programmaondersteund te genereren. Schema voor kolomconfiguratie en nieuwe kolommen Tot dusver kon u de kolomconfiguratie in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken via de snelmenuopdracht Weergave configureren aanbrengen. In de nieuwe versie worden de weergegeven kolommen en de volgorde hiervan in een schema opgeslagen. Hiertoe bevat het dialoogvenster het nieuwe veld Schema. Hier selecteert u een schema in de vervolgkeuzelijst, waarin u de instellingen definieert. Met [...] opent u het dialoogvenster Instellingen: Kolomconfiguratie. Daar kunt u bestaande schema's bewerken of een schema maken.
Voordeel: Wanneer u de configuraties voor verschillende bewerkingsgevallen als schema's opslaat, kunt u snel en eenvoudig tussen verschillende weergave van klemmenstroken wisselen. Dankzij het nieuwe schematische voorbeeld van klemmen kunt u eenvoudig verschillende klemtypen, potentiaaltypen en etageklemmen herkennen.
78
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
In de kolomconfiguratie zijn meerdere nieuwe kolommen voor de weergave beschikbaar: Voorbeeld: u kunt de kolom Voorbeeld weergeven om een schematisch voorbeeld van de klemmen weer te geven. Het voorbeeld komt ook in de standaardconfiguratie voor. Zo worden o.a. het aantal aansluitingen, de vaste brug optie, de klemmencategorie grafisch verduidelijkt. De potentiaaltypen worden door verschillende kleuren duidelijk gemaakt. De etages van etageklemmen worden ingesprongen weergegeven. Verbindingseigenschappen: u kunt nu verschillende verbindingseigenschappen bij verbindingen die op de klemmen zijn aangesloten als kolommen weergeven. Deze eigenschappen, bijvoorbeeld Verbindingskleur- / -nummer of Verbindingsdoorsnede, kunnen apart voor de externe en interne zijde van de klem worden weergegeven. Artikelnummer: in de kolommen Artikelnummer [1] - Artikelnummer [10] kunt u maximaal tien artikelen weergeven die aan de klem zijn toegekend. Met de knop [...] binnen een veld kunt u artikelen selecteren. Daarnaast kunt u de velden Etage, Aansluitdoorsnede en Functiedefinitie, die tot dusver alleen werden gebruikt voor het weergeven van gegevens en daarom grijs bleven, nu bewerken. Bij wijzigingen worden de betreffende gegevens naar het schema teruggeschreven.
79
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorbeeld: De volgende afbeelding toont een mogelijke kolomconfiguratie voor het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken met de nieuwe kolommen Voorbeeld, Verbindingskleur / -nummer (extern) en Artikelnummer [1].
Tip: U kunt klemmen in het dialoogvenster Klemmenstroken bewerken nu eenvoudig via slepen & neerzetten sorteren. Selecteer daartoe het rijnummer van de gewenste klem en verplaats deze via slepen & neerzetten naar de juiste positie. Een meervoudige selectie van klemmen is eveneens mogelijk.
80
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Nieuwe knoppen voor etageklemmen en handmatige vaste bruggen Voor het genereren van etageklemmen en voor het genereren en verwijderen van handmatige vaste bruggen zijn in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken de volgende nieuwe knoppen beschikbaar: Knop
Betekenis
(Etageklem genereren)
Genereert een etageklem uit de geselecteerde klemmen. Daarbij worden de etages automatisch in aflopende volgorde toegewezen. De klem met de hoogste etage wordt de hoofdklem.
(Scheiden)
Scheidt bij elkaar horende klemmen (bijvoorbeeld etageklemmen) of klemmen en daaraan toegekende toebehoren. Daarbij worden alleen de geselecteerde rijen van elkaar gescheiden. Een etage van een etageklem kan alleen naar een andere klem worden verplaatst als de etageklemmen zijn gescheiden.
Genereert tussen de geselecteerde klemmen een hand(Handmatige vaste matige vaste brug. Extern: genereert een handmatige vaste brug tussen de brug geneexterne vaste brug-aansluitingen. reren (extern)) Intern: genereert een handmatige vaste brug tussen de (Handinterne vaste brug-aansluitingen. matige vaste De betreffende knop is alleen actief wanneer de geselecbrug geneteerde klemmen over een vaste brug optie beschikken. reren Wanneer er voor bepaalde klemmen binnen de selectie (intern)) reeds handmatige vaste bruggen zijn gedefinieerd, worden de vaste bruggen - indien mogelijk - in een doorgaande vaste brug gecombineerd en worden er aanvullende knoop-
81
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
punten in de bestaande vaste brug ingevoegd. Verwijdert een bestaande handmatige vaste brug tussen (Handmatige vaste de geselecteerde klemmen. Extern: verwijdert een handmatige vaste brug tussen de brug verwijexterne vaste brug-aansluitingen. deren (extern)) Intern: verwijdert een handmatige vaste brug tussen de (Handinterne vaste brug-aansluitingen. matige vaste brug verwijderen (intern)) Het genereren en verwijderen van handmatige vaste bruggen gaat nu via daarvoor bestemde knoppen. De snelmenuopdracht Handmatige vaste bruggen, waarmee u tot dusver tussen de geselecteerde klemmen een handmatige vaste brug kon genereren en weer kon verwijderen, is verwijderd. Ook de snelmenuopdracht Scheiden is door een knop vervangen. Etageklemmen programmaondersteund definiëren Etageklemmen kunnen nu programmaondersteund worden gedefinieerd. Hiervoor is in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken de nieuwe knop
82
(Etageklem genereren) beschikbaar.
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: U kunt klemmen snel en eenvoudig in etageklemmen combineren. De op deze wijze gegenereerde etageklemmen blijven bij kopieeracties behouden. Er wordt niet langer aan de hand van automatische regels bepaald welke klemmen er in een etageklem worden gecombineerd. De geselecteerde klemmen worden met deze knop in een etageklem gecombineerd. Daarbij worden de etages automatisch in aflopende volgorde toegewezen. De klem met de hoogste etage wordt de hoofdklem. Ook in de grafische editor of in de klemmenstrook-navigator kunt u geselecteerde klemmen in een etageklem combineren. Daartoe kiest u de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Etageklem genereren. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Etageklemmen definiëren".
Eenvoudiger werken met handmatige vaste bruggen In deze versie is het werken met handmatige vaste bruggen vereenvoudigd. Tot dusver kon u handmatige vaste bruggen zowel in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken als bij de afzonderlijke klemmen definiëren. In plaats hiervan definieert u handmatige vaste bruggen nu eenvoudig via speciale knoppen in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken.
83
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: Handmatige vaste bruggen kunnen nu snel en eenvoudig worden gegenereerd en bewerkt. Het formeren van vaste bruggen tussen verschillende etages wordt beter ondersteund. Hiervoor zijn de instelmogelijkheden voor handmatige vaste bruggen in het eigenschappendialoogvenster van klemmen uit de vervolgkeuzelijst van het veld Vaste brug alsmede de snelmenuopdracht Handmatige vaste bruggen in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken verwijderd. In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken kunt u nu zien of een klem over een vaste brug optie beschikt. In de kolommen Vaste bruggen (extern) en Vaste bruggen (intern) toont een afbeelding (kleine punt) aan of de klem over minimaal één externe / interne vaste brug-aansluiting beschikt. De instellingen voor een handmatige vaste brug worden opgeslagen bij de klem die het begin van de brug aangeeft. Hiertoe beschikken de klemmen over de nieuwe eigenschappen Handmatige vaste bruggen (intern) (ID 20350) en Handmatige vaste bruggen (extern) (ID 20351). In deze eigenschappen wordt de "brugkam" gedefinieerd. Hiervoor wordt uitgaande van het brugbegin de stapgrootte tot de volgende gebrugde klem aangegeven alsmede de stapgrootte tot de bijbehorende etage. Dat wil zeggen dat de totale brug wordt gedefinieerd bij de klem die het begin van de brug aangeeft en niet meer door vaste brug-instellingen bij de afzonderlijk betrokken klemmen. Een voorbeeld en meer informatie over handmatige vaste bruggen vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Gebruik van bruggen".
84
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN FieldSys" Opmerking: De uitbreidingsmodule "EPLAN FieldSys" is voor EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric P8 Professional en EPLAN Electric P8 Professional+ optioneel verkrijgbaar. Voor EPLAN Electric P8 Ultimate behoort deze uitbreidingsmodule standaard tot de leveringsomvang. Met behulp van deze uitbreidingsmodule kunt u routeringspadnetwerken in een topologie ontwerpen. In een dergelijk routeringspadnetwerk worden verbindingen als kabels, aders en draden gerouteerd. Zo kunt u voor een grafische - desgewenst schaalgetrouwe - overzichtsweergave van een machinehal, een installatie etc. op basis van het routeringspadnetwerk verwerkingen genereren. In versie 2.5 zijn verschillende uitbreidingen voor de topologie doorgevoerd. Enkele van deze uitbreidingen ondersteunen u o.a. bij het maken van schema's conform de GOST-norm. In het kader van deze wijzigingen zijn ook correcties bij de weergave van lijntypen (zie pagina "37") en uitbreidingen bij de toekenning van positienummers in de materiaallijst-navigator (zie pagina "58") aangebracht. In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behandeld: "Routeren van enkellijnige kabels" op pagina "86" "Rekening houden met hoogteverschillen bij het routeren" op pagina "87" "Automatisch genereren van topologie-functies" op pagina "91"
85
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
"Bepalen van de bestellengte" op pagina "95" "Nieuwe eigenschappen voor het routeringstype" op pagina "97".
Routeren van enkellijnige kabels Tot dusver konden routeringsverbindingen alleen uit meerlijnige verbindingen worden gegenereerd. Nu kunnen routeringsverbindingen ook uit enkellijnig weergegeven kabels worden gegenereerd. De routeringsverbindingen die op deze manier zijn gegenereerd, worden door de eigenschap Topologie: Enkellijnig gegenereerd (ID 20343) aangeduid. Enkellijnige individuele verbindingen kunnen echter niet worden gerouteerd.
Voordeel: In de topologie kunnen nu enkellijnig ontworpen projecten worden gerouteerd zonder dat er aanvullend een meerlijnige weergave hoeft te worden getekend. Bij de routering heeft de meerlijnige weergave voorrang. Dit betekent: Als een kabel zowel over een enkellijnige als over een meerlijnige weergave beschikt, wordt voor de routering de meerlijnige weergave gebruikt. Als aan een enkellijnige weergave een meerlijnige weergave wordt toegevoegd, wordt de enkellijnig gegenereerde routeringsverbinding door de meerlijnige routeringsverbinding vervangen. U kunt de nieuwe eigenschap Topologie: Enkellijnig gegenereerd in de verbindingen-navigator als filtercriterium gebruiken en in de lijstweergave van deze navigator als kolom weergeven.
86
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Rekening houden met hoogteverschillen bij het routeren Bij de engineering van routeringspadnetwerken kan het gebeuren dat deze hoogteverschillen bevatten, bijvoorbeeld omdat ze zich over meerdere etages van een gebouw uitstrekken. Om routeringspadnetwerken die bij verschillende etages van een gebouw horen met elkaar te verbinden, zijn verticale routeringspaden nodig. Dergelijke verticale routeringspaden worden in EPLAN via zogeheten "deelrouteringspaden" gerealiseerd. Daarbij gaat het om verdeeld weergegeven routeringspaden, die twee routeringspunten op verschillende topologie-pagina's met elkaar verbinden.
Voordeel: Met behulp van deelrouteringspaden kunt u nu routeringspadnetwerken met elkaar verbinden die zich op verschillende hoogtes bevinden (bijvoorbeeld op verschillende etages van een gebouw). Het hoogteverschil kan bij het deelrouteringspad worden opgegeven en in het schema worden weergegeven, en bij het bepalen van de totale lengte van de routeringspaden wordt hiermee rekening gehouden. Deelrouteringspaden Deelrouteringspaden zijn routeringspaden met de functiedefinitie "Topologie-deelrouteringspad", ze worden gebruikt om een routeringspad verdeeld weer te geven en verbinden twee routeringspunten met elkaar. Via deelrouteringspaden kunnen routeringspadnetwerken met elkaar worden verbonden die zich op verschillende hoogtes bevinden (bijvoorbeeld op verschillende etages van een gebouw). Deelrouteringspaden kunnen ook worden gebruikt om een routeringspadnetwerk eenvoudig op een andere topologie-pagina voort te zetten (zonder hoogteverschil).
87
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Er moeten altijd precies twee deelrouteringspaden met dezelfde ODC voorkomen, waarvan een de hoofdfunctie en de andere de nevenfunctie is. De gegevens van beide deelrouteringspaden worden met elkaar gesynchroniseerd. Bij deelrouteringspaden kunt u het hoogteverschil aangeven, dat de verticale afstand tussen de routeringspadnetwerken voorstelt. De waarde is gebaseerd op de routeringslengte van het routeringspad. Voor deelrouteringspaden zijn de volgende eigenschappen beschikbaar: Topologie: Hoogteverschil (ID 20347): in deze eigenschap wordt de routeringslengte van het verticale routeringspad met voorteken weergegeven. Het voorteken "+" betekent "Naar boven", "-" betekent "Naar onder". De eigenschap wordt alleen gevuld wanneer voor het routeringspad een richting voor het hoogteverschil is gedefinieerd. Topologie: Richting voor hoogteverschil (ID 20348): geeft de richting voor het hoogteverschil aan. Mogelijke waarden zijn "Geen", "Naar boven" en "Naar onder". Werkwijze Om routeringspadnetwerken van verschillende etages via een verticaal routeringspad te verbinden, moet het project minimaal twee routeringspadnetwerken met routeringspunten en routeringspaden bevatten. Normaal gesproken bevinden de routeringspadnetwerken zich op verschillende topologie-pagina's, maar ze kunnen ook op dezelfde topologie-pagina worden getekend. Om een routeringsverbinding te genereren, moeten de volgende stappen worden doorlopen:
88
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Deelrouteringspad in het routeringspadnetwerk van de onderste etage invoegen: voeg via de symboolselectie een deelrouteringspad bij het routeringspunt in van waaruit het verticale routeringspad moet uitgaan. Hiertoe zijn in de symboolbibliotheek SPECIAL de twee nieuwe symbolen CABDSU en CABDSD beschikbaar (zie paragraaf "Vernieuwingen in de stamgegevens" (vanaf pagina "144")). In het eigenschappendialoogvenster van dit deelrouteringspad voert u de ODC en de routeringslengte in en selecteert u voor de eigenschap Topologie: Richting voor hoogteverschil de invoer "Naar boven". Schakel het selectievakje Hoofdfunctie in.
89
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Deelrouteringspad in het routeringspadnetwerk van de bovenste etage invoegen: voeg via de symboolselectie een deelrouteringspad bij het routeringspunt in waarmee het verticale routeringspad verbonden is. In het eigenschappendialoogvenster van dit deelrouteringspad voert u dezelfde ODC in als bij het bijbehorende deelrouteringspad en selecteert u voor de eigenschap Topologie: Richting voor hoogteverschil de invoer "Naar onder". Laat het veld Routeringslengte leeg en het selectievakje Hoofdfunctie uitgeschakeld. Hoogteverschil weergeven: in het eigenschappendialoogvenster van de deelrouteringspaden kiest u op het tabblad Weergave voor beide deelrouteringspaden de eigenschap Topologie: Hoogteverschil voor de weergave (indien de weergave niet reeds in het gebruikte symbool is ingesteld). Verbindingen routeren: bij het routeren van verbindingen via de menuopdrachten Projectgegevens > Topologie > Routeren wordt een verbinding tussen de etages via het verticale routeringspad gerouteerd. Het routeringspad wordt in het routeringstraject weergegeven (slechts één keer) en bij het bepalen van de totale lengte wordt de routeringslengte van het routeringspad gebruikt. Tip: U kunt een deelrouteringspad snel invoegen door de menuopdrachten Invoegen > Topologie > Routeringspad te kiezen en vervolgens op [Backspace] te drukken. In het dialoogvenster Symboolselectie zijn de symbolen reeds gefilterd en worden alleen symbolen met de functiecategorie "Topologie-routeringstraject" weergegeven. Onder deze functiecategorie kunt u een symbool voor een topologie-deelrouteringspad selecteren.
90
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Automatisch genereren van topologie-functies Om verbindingen te routeren die tussen verschillende coderingsstructuren lopen (bijvoorbeeld verbindingen tussen twee schakelkasten bij verschillende inbouwplaatsen), moeten de aangesloten functies als topologie-functies beschikbaar zijn. Tot nu toe kon u deze topologie-functies en de bijbehorende routeringspaden alleen handmatig genereren. Deze werkwijze is vereenvoudigd en u kunt topologie-functies nu ook automatisch genereren. Bovendien is het mogelijk om de te genereren topologie-functies via een filter nauwkeuriger te definiëren.
Voordeel: Bij het routeren tussen verschillende coderingsstructuren hoeven de vereiste topologie-functies en routeringspaden niet meer handmatig te worden gegenereerd. U kunt de topologie-functies nu ook via een menuopdracht automatisch genereren. Daarbij kunnen de te genereren topologiefuncties met behulp van een filter heel gericht worden gegenereerd. Structuurrouteringspunten Het routeren tussen verschillende coderingsstructuren gebeurt nu met behulp van nieuwe structuurrouteringspunten. Een structuurrouteringspunt vertegenwoordigt een bepaalde coderingsstructuur en de aangesloten topologie-functies. Bij een structuurrouteringspunt kunnen topologie-functies zowel handmatig als automatisch worden gegenereerd. Om een dergelijk routeringspunt te krijgen, moet u op het eerste tabblad van het eigenschappendialoogvenster van een routeringspunt voor het veld Functiedefinitie de nieuwe functiedefinitie "Topologie-structuurrouteringspunt" selecteren.
91
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Normale routeringspunten worden alleen nog gebruikt voor het opbouwen van het routeringspadnetwerk en kunnen niet meer worden gebruikt voor het routeren tussen verschillende coderingsstructuren. Wanneer u een structuurrouteringspunt hebt ingevoegd, kunt u daar een filter voor de te genereren topologie-functies definiëren. Hiervoor is in het eigenschappendialoogvenster van een structuurrouteringspunt het nieuwe tabblad Aangesloten structuren beschikbaar.
Op dit tabblad definieert u een filter dat wordt gebruikt bij de automatische generering van topologie-functies. Het filter werkt zowel op het actuele structuurrouteringspunt als op de hierop aangesloten structuurrouteringspunten. Voor het genereren van topologie-functies wordt in het meerlijnige of enkellijnige schema gezocht naar die functies die overeenkomen met de coderingsstructuur van het geselecteerde structuurrouteringspunt of met de hierop aangesloten structuurrouteringspunten, en die bovendien aan de gedefinieerde filtercriteria voldoen. Filtercriteria worden op dezelfde wijze ingevoerd als in de bekende filterdialoogvensters.
92
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorbeeld: U hebt op een topologie-pagina drie structuurrouteringspunten ingevoegd en hieraan de onderdeelcodes =A1+O1-U1, =A1+O2-U2 en =A1+O3-U3 toegewezen. In het meerlijnige schema zijn er bij deze ODC's gelijknamige structuurkasten, die verschillende onderdelen bevatten. De drie structuurrouteringspunten zijn door routeringspaden met elkaar verbonden. Nu wilt u tussen de coderingsstructuren =A1+O1-U1 en =A1+O2-U2 verbindingen routeren. Daartoe opent u het eigenschappendialoogvenster voor het structuurrouteringspunt =A1+O1-U1 en definieert u een filter voor de automatisch te genereren topologie-functies. In dit voorbeeld kiest u het criterium Inbouwplaats met de operator "=" en de waarde O2. Actief
Uitgesloten
Criterium
Operator
Waarde
Inbouwplaats
=
O2
Wanneer u aansluitend via de menuopdrachten Projectgegevens > Topologie > Topologie-functies genereren > Automatisch de topologie-functies automatisch genereert en daarna de verbindingen routeert, ontstaan alleen routeringsverbindingen tussen de coderingsstructuren =A1+O1-U1 en =A1+O2-U2. Zonder filter worden ook routeringsverbindingen tussen de coderingsstructuren =A1+O1-U1 en =A1+O3-U3 en tussen =A1+O2-U2 en =A1+O3-U3 gegenereerd.
93
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Verbindingen routeren met automatisch genereren van topologie-functies Om topologie-functies automatisch te genereren, is onder het menupad Projectgegevens > Topologie > Topologie-functies genereren de nieuwe menuopdracht Automatisch beschikbaar. Om deze mogelijkheid te gebruiken, moet u minimaal twee structuurrouteringspunten hebben ingevoegd en deze via een routeringspad met elkaar verbonden hebben. Uit de meerlijnige of enkellijnige functies die overeenkomen met de coderingsstructuur van de geselecteerde structuurrouteringspunten, worden niet-geplaatste topologie-functies gegenereerd. De topologie-functies die op die manier zijn gegenereerd, worden via niet-geplaatste routeringspaden met de structuurrouteringspunten verbonden. Overige vernieuwingen: De mogelijkheid zoals die tot dusver bestond om topologie-functies handmatig te genereren, verloopt nu via de menuopdrachten Projectgegevens > Topologie > Topologie-functies genereren > Handmatig. In het dialoogvenster Topologie-functies genereren selecteert u – net zoals tot dusver – de te genereren topologie-functies Via het genoemde menupad kunt u het dialoogvenster Topologie-functies genereren nu op elk moment opnieuw openen. U kunt daarin de gegenereerde topologie-functies bekijken en desgewenst naderhand wijzigen. Ook de automatisch gegenereerde topologie-functies worden in dit dialoogvenster weergegeven. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem, bijvoorbeeld in de paragraaf "Verbindingen tussen verschillende coderingsstructuren routeren" en in de contextafhankelijke Help bij het tabblad Aangesloten structuren.
94
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Automatische bewerking Topologie-functies kunnen ook bij de automatische bewerking automatisch worden gegenereerd. Hiertoe is bij het maken van een schema voor de automatische bewerking in het dialoogvenster Instellingen: Automatisch verwerken de nieuwe actie "Topologie-functies genereren" beschikbaar. U bereikt dit dialoogvenster door de menuopdrachten Hulpprogramma's > Automatisch verwerken te kiezen en vervolgens in het dialoogvenster Uitvoeren: Automatisch verwerken op [...] naast het veld Schema te klikken. Voor het automatisch routeren van verbindingen in de topologie, is dit dialoogvenster bovendien uitgebreid met de nieuwe actie "Routeren (topologie)".
Bepalen van de bestellengte Tot nu toe kon in artikellijstoverzichten alleen de totale lengte van alle routeringsverbindingen, kabels, slangen etc. met hetzelfde artikel worden berekend en uitgevoerd. U kunt nu in het artikellijstoverzicht ook de vereiste bestellengte van de materialen berekenen en uitvoeren. Zo kunt u bijvoorbeeld de bestellengte van materialen berekenen die voor de opbouw van routeringspaden van een routeringspadnetwerk nodig zijn. Routeringspaden kunnen bestaan uit materialen zoals draadkokers, kabelgoten, pijpen, kabelkanalen etc. en over een artikel beschikken. De totale lengte van deze materialen en de vereiste bestellengte kan aan de hand van eigenschappen van de bij de routeringspaden ingevoerde artikelen worden berekend.
95
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: De te bestellen totale lengte van de materialen (bijvoorbeeld voor het opbouwen van routeringspaden) kan afhankelijk van de leverlengte worden berekend en in artikellijstoverzichten worden uitgevoerd. U kunt de bestellengte in meters of als aantal eenheden uitvoeren. Als basis voor de berekening moet u in het artikelbeheer voor artikelen van de producthoofdgroep "Mechanica", productgroep "Routeringspad (topologie)" de leverlengte (in de eenheid mm) invoeren. Hiervoor wordt voor deze artikelen het nieuwe tabblad Leverlengte weergegeven.
Berekening van de bestellengte Voor de berekening van de bestellengte moet u in het formulier voor het artikellijstoverzicht een bijbehorende berekeningsformule invoeren. Daartoe voegt u een tijdelijke aanduiding-tekst met de optie Eigenschappen geformatteerd / berekend in. De volgende nieuwe eigenschappen kunnen in de berekeningsformule worden gebruikt:
96
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Leverlengte (ID 22058): leverlengte van het artikel. De eigenschap wordt bij een artikel- of apparaatselectie met de betreffende waarde van de leverlengte uit het artikelbeheer gevuld. Deze eigenschap wordt in het eigenschappendialoogvenster van het routeringspad op het tabblad Artikel weergegeven (categorie "Artikelgegevens"). Totale lengte met eenheid van het project (ID 20513): deze eigenschap berekent de lengte van alle functies (bijvoorbeeld verbindingen, routeringspaden, verzamelrails etc.) met hetzelfde artikel. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Bepalen van de bestellengte".
Nieuwe eigenschappen voor het routeringstype Aan topologie-routeringspaden kan een routeringstype worden toegekend. Het routeringstype geeft aan op welke wijze verbindingen of kabels in dit routeringspad worden gerouteerd (bijvoorbeeld pijp, draadkoker, kabelkanaal etc.). Bij het routeren van verbindingen worden de routeringstypen die bij de routeringspaden zijn voorgedefinieerd voor de doorlopende kabels en verbindingen gebruikt en hieraan overgedragen. Bij de uitvoer van een artikellijstoverzicht kunnen de functies op basis van routeringstypen worden verwerkt, om de vereiste inzet en kosten voor het routeren te berekenen.
97
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: Bij het routeren van verbindingen in de topologie kunt u nu met behulp van het "routeringstype" ook rekening houden met de manier waarop verbindingen of kabels in een routeringspad worden gerouteerd (bijvoorbeeld pijp, draadkoker, kabelkanaal etc.). Afhankelijk van het betreffende routeringstype kunt u de vereiste inzet en de kosten voor het routeren berekenen. Hiervoor zijn de volgende nieuwe eigenschappen beschikbaar: Topologie: Routeringstype (routeringspad) (ID 20345) Topologie: Routeringstypen (ID 20344). Invoeren van het routeringstype Voor het invoeren van het routeringstype is bij topologie-routeringspaden de eigenschap Topologie: Routeringstype (routeringspad) (ID 20345) beschikbaar. Deze eigenschap geeft aan op welke manier verbindingen of kabels in dit routeringspad worden gerouteerd (bijvoorbeeld pijp, draadkoker, kabelkanaal etc.). Daaruit volgt het routeringstype van de verbindingen / kabels die in dit routeringspad zijn gerouteerd. U kunt de eigenschap in het eigenschappendialoogvenster van een routeringspad in de vorm van een selectielijst bewerken, waarbij een meertalige invoer mogelijk is. Als u een bepaald routeringstype bij een routeringspad hebt ingevoerd, kunt u deze vervolgens bij andere routeringspaden selecteren. Per topologie-routeringspad is slechts één routeringstype toegestaan.
98
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Deze eigenschap is in de topologie-navigator in de lijstweergave en als filtercriterium beschikbaar. U kunt deze eigenschap in topologie-verwerkingen uitvoeren. Uitvoeren van het routeringstype Voor kabels en verbindingen is de eigenschap Topologie: Routeringstypen (ID 20344) beschikbaar. Bij deze eigenschap worden de routeringstypen van de routeringspaden uitgevoerd die een in het routeringspadnetwerk gerouteerde verbinding of kabel doorloopt. De routeringstypen worden overeenkomstig de volgorde van de routeringstrajecten en door een puntkomma gescheiden weergegeven. De eigenschap kan in de grafische editor bij de functie worden weergegeven. Deze eigenschap is in de kabel- en verbindingen-navigator in de lijstweergave beschikbaar. U kunt deze eigenschap in kabelverwerkingen en in verbindingslijsten uitvoeren.
99
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen voor EPLAN Pro Panel EPLAN Pro Panel staat voor op maat gesneden engineeringoplossingen van de automatiseringstechniek in de schakelkast- en schakelcentrumbouw. Elektrotechnisch ontwerp, 3D-montagelayout, productie en montage versmelten op basis van uniforme gegevens tot een volledig geïntegreerde oplossing. De nieuwe functies die in de eerste paragrafen worden beschreven, maken deel uit van EPLAN Pro Panel en van EPLAN Pro Panel Professional: "Gestandaardiseerd en automatisch maken van productietekeningen" op pagina "101" "Uitbreidingen bij het plaatsen van artikelen" op pagina "112" "Verbeterd onderhoud van 3D-macro's met de macro-navigator" op pagina "113". De nieuwe functies die in deze paragrafen worden beschreven, zijn onderdeel van de Professional-versie: "Uitgebreide instellingen voor routeringsverbindingen" op pagina "114" "Uitbreidingen bij het genereren van productiegegevens voor NC-machines" op pagina "115" "Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "NC Perforex"" op pagina "117".
100
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Gestandaardiseerd en automatisch maken van productietekeningen Als aanzicht voor het weergeven en maken van tekeningen kunt u in EPLAN Pro Panel modelaanzichten, 2D-booraanzichten en koperuitslagen gebruiken. Ten behoeve van de productie kunnen aanzichten van aanvullende informatie zoals bematingen, teksten etc. worden voorzien. In versie 2.5 zijn voor alle vormen van deze aanzichten uitbreidingen aangebracht. Daarnaast kunnen de modelaanzichten, 2D-booraanzichten of uitslagen in de documenten nu automatisch worden bemaat. Dankzij deze uitbreidingen is het mogelijk om sjablonen voor de te maken productietekeningen voor te definiëren en op basis hiervan productiedocumentatie gestandaardiseerd en vrijwel volledig geautomatiseerd te genereren. In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behandeld: "Pagina's met aanzichten automatisch genereren" op pagina "102" "Automatische bemating" op pagina "105" "Aanzichtsnamen doorlopend nummeren" op pagina "109" "Overzichtelijk tabblad "Beeld"" op pagina "110" "Booraanzichten 180° draaien" op pagina "112".
101
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Pagina's met aanzichten automatisch genereren In projecten met mechanische componenten in layoutruimtes kunnen pagina's met aanzichten (modelaanzichten, 2D-booraanzichten en koperuitslagen) automatisch worden gegenereerd. De basis voor deze automatische verwerkingen bestaat uit verwerkingssjablonen waarin de instellingen voor de te genereren pagina's zijn gedefinieerd. Hoe de aanzichten worden weergegeven, wordt bepaald door middel van macro's, die individueel worden gemaakt en aan de verwerkingssjablonen worden toegekend. Van welke basiscomponenten (schakelkasten, montageplaten etc.) in de layoutruimtes aanzichten worden gegenereerd, wordt via filterinstellingen in de sjablonen geconfigureerd.
Voordeel: Het automatisch genereren van pagina's met aanzichten op basis van sjablonen, is een voorwaarde voor de gestandaardiseerde en geautomatiseerde generering van tekeningen voor de productie. Met deze automatische verwerking wordt de doorlooptijd gereduceerd tot een fractie van de tijd die nodig is om aanzichten handmatig te maken – dit betekent voor u een aanzienlijke tijdsbesparing bij het maken van de productiedocumentatie. Macro maken als voorbereiding Wanneer een bestaand aanzicht als macro wordt opgeslagen, worden de instellingen voor de weergave van de betreffende aanzichten (viewpoint, stijl etc.) ook opgeslagen. Elk macrotype – met uitzondering van paginamacro's met meerdere pagina's – kan worden gebruikt.
102
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Sjablonen maken Voor het automatisch genereren van pagina's met aanzichten zijn de dialoogvensters die u via de menuopdrachten Hulpprogramma's > Verwerkingen (documentatie) > Modelaanzichten, … > Koperuitslagen of … > 2Dbooraanzichten kunt openen, met het tabblad Sjablonen uitgebreid.
U maakt een nieuwe sjabloon door bijvoorbeeld te klikken op de knop (Nieuw). Voer in de eigenschappen van de sjabloon de gewenste waarden in. Hier zijn bijvoorbeeld de eigenschappen Naam van de sjabloon, Startpagina van het verwerkingsblok, Filterinstelling etc. beschikbaar, die u reeds kent van de andere verwerkingssjablonen van het EPLAN platform.
103
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Via de filterinstellingen definieert u van welke basiscomponenten aanzichten worden gegenereerd en welke hiërarchisch onderliggende componenten in het aanzicht worden weergegeven. Er worden meerdere voorgedefinieerde filterschema's voor bepaalde toepassingen meegeleverd. Met behulp van andere eigenschappen kunt u hier bovendien een handmatige beschrijving van aanzichten of een formaat voor de automatische aanzichtbeschrijving opslaan. In de eigenschap Macro voert u de gewenste macro met het opgeslagen aanzicht in. Het type aanzicht in de macro moet bij het betreffende aanzicht passen. Anders krijgt u een foutmelding. Pagina's genereren Om de pagina's met de aanzichten automatisch te genereren, gebruikt u op dit tabblad Sjabloon de knop (Verwerken) of de snelmenuopdracht Verwerken in de boomweergave. Wanneer er voor een bepaald sjabloon reeds automatisch gegenereerde pagina's met aanzichten bestaan, wordt dit gemeld en kunt u aangeven of u deze pagina's wilt vervangen. Net als bij andere verwerkingspagina's worden automatisch gegenereerde pagina's met aanzichten door de pagina-eigenschap Automatisch gegenereerd met de waarde "Verwerkingen" aangeduid.
104
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Automatische bemating De onderdelen van een schakelkast en NC-relevante uitsparingen (boringen, secties etc.) die in de aanzichten en koperuitslagen worden weergegeven, kunnen automatisch worden bemaat. De te bematen componenten en de eigenschappen van de bemating kunnen als projectspecifieke instellingen in een schema worden opgeslagen. Door een dergelijk schema in het eigenschappendialoogvenster te selecteren, voegt u de automatische bemating in.
Voordeel: De actualisering van modelaanzichten houdt nu niet meer alleen rekening met geometrische wijzigingen in het modelaanzicht (bijvoorbeeld door positiewijzigingen van componenten in het 3D-aanzicht) – automatisch gegenereerde bematingen worden eveneens geactualiseerd. Dit resulteert in actuele gegevens voor de volgende processen, betere kwaliteit van de documentatie en aanzienlijk meer proceszekerheid. Om de automatische bemating in te voegen, is op het tabblad Beeld in de tabel Eigenschappen de nieuwe eigenschap Modelaanzicht: Schema voor automatische bemating (ID 36511) beschikbaar. Dit heeft betrekking op de volgende dialoogvensters: Modelaanzicht 2D-booraanzicht Koperuitslag.
105
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
(Als de eigenschap niet in de eigenschappentabel is weergegeven, moet u deze met de eigenschapselectie selecteren.) In het dialoogvenster Instellingen: Automatische bemating, dat u opent in de eigenschappentabel met de knop […] in de kolom Waarde, definieert u de instellingen voor de automatische bemating van componenten. Deze instellingen gelden niet voor handmatig ingevoegde bematingen. De volgende punten kunnen worden ingesteld: De eigenschappen Eerste meetpunt en Positie van de maatlijn van de bemating De te bematen componenten Het hiërarchieniveau tot waar de componenten moeten worden bemaat De positie van het meetpunt bij de component. Wanneer een automatische bemating wordt herhaald, worden de oude automatische bematingen uit een aanzicht verwijderd en worden deze vervolgens opnieuw gegenereerd. Aanvullende, handmatig ingevoegde bematingen worden daarbij niet verwijderd.
106
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Wanneer automatische bematingen naderhand door de gebruiker zijn gewijzigd, bijvoorbeeld wanneer de indeling en leesbaarheid van de maatgetallen is aangepast, gaan deze wijzigingen verloren wanneer de automatische bematingen opnieuw worden gegenereerd. Opmerking: In de volgende aanzichten en weergaven is een automatische bemating niet mogelijk: In aanzichten die niet verticaal op montageoppervlakken gericht zijn, bijvoorbeeld in isometrische en zijdelingse aanzichten In de 2D-schakelkastopbouw of andere grafische weergaven.
107
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorbeeld: De volgende afbeelding toont een modelaanzicht met automatische bemating voor montagerails. Hierbij is voor de instelling Meetpunt ligt op de waarde "Montageoppervlak, omsluitende rechthoek" gekozen.
108
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Automatische bemating van aaneengeregen componenten Om een onoverzichtelijk grote hoeveelheid automatisch gegenereerde bematingen bij aaneengeregen componenten met dezelfde afmetingen te vermijden, worden automatische bematingen bij montagerails, profielrails, verzamelrailsystemen (beugels) en rails volgens de volgende regels ingevoegd: Het eerste meetpunt is een van de vier selecteerbare hoekpunten bij de omsluitende rechthoek van de rack-component met variabele lengte. Er wordt alleen een oplopende bemating tussen start- en eindpunt van de component uitgevoerd. Vanuit het eerste meetpunt wordt alleen de eerste component in de rij bemaat; hetzelfde geldt voor klemmenstroken. Wanneer er tussen twee aaneengeregen componenten een gat bestaat, wordt opnieuw alleen de eerste component in de rij bemaat.
Aanzichtsnamen doorlopend nummeren Bij het bewerken van aanzichten en koperuitslagen van een project kan het gebeuren dat in de doorlopende nummering gaten ontstaan (bijvoorbeeld wanneer aanzichten worden verwijderd). Om dit te corrigeren, kunt u nu de aanzichtsnamen opnieuw doorlopend nummeren. Kies hiertoe in het menupad Hulpprogramma's > Verwerkingen (documentatie) de nieuwe menuopdracht Aanzichten nummeren. In het dialoogvenster Aanzichten nummeren kunt u een startwaarde voor de nummering definiëren en het aantal posities dat minimaal moet worden weergegeven.
109
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
De nummering begint bij het aanzicht met de kleinste waarde en de aanzichten worden in de bestaande volgorde opnieuw doorlopend genummerd. Onafhankelijk van het type aanzicht (modelaanzicht, booraanzicht, koperuitslag) en onafhankelijk van wat er is geselecteerd, worden altijd alle aanzichten in het hele project opnieuw genummerd.
Overzichtelijk tabblad "Beeld" In de actuele versie is het tabblad Beeld van de eigenschappendialoogvensters van modelaanzichten, 2D-booraanzichten en koperuitslagen overzichtelijker vormgegeven. Veel van de dialoogvensterelementen en instellingen die tot dusver boven in het venster werden weergegeven, zijn naar de tabel in het groepsveld Eigenschappen verplaatst.
Voordeel: De nieuwe indeling van het tabblad Beeld biedt meer overzichtelijkheid, snellere toegang en meer gebruikersgemak bij het bewerken van aanzichten. In de volgende tabel worden de eigenschappen in de betreffende eigenschappentabellen weergegeven, die voorheen als velden en selectievakjes in de dialoogvensters Modelaanzicht, Booraanzicht en Uitslag beschikbaar waren:
110
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Eigenschap
ID
Dialoogvenster "Modelaanzicht"
Dialoogvenster "Booraanzicht"
Dialoogvenster "Uitslag"
Modelaanzicht: Componentlabeling
36507
X
X
X
Modelaanzicht: Draaiing
36514
X
X
X
Modelaanzicht: Selectieschema
36506
X
–
–
Modelaanzicht: 36513 Componentsilhouetten weergeven
–
X
–
Boorpatroon weer- 36519 geven
–
–
X
Buiglijnen weergeven
36520
–
–
X
Buigingsbegrenzin- 36521 gen weergeven
–
–
X
Buigopmerking weergeven
–
–
X
36522
111
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Booraanzichten 180° draaien De 2D-booraanzichten in EPLAN Pro Panel kunnen nu ook 180° tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid. 180° draaien kan zinvol zijn om layoutruimteaanzichten van 3D-objecten in "3D-viewpoint van onder" ook in het booraanzicht met hetzelfde viewpoint te kunnen afbeelden. In versie 2.5 is het tabblad Beeld van het dialoogvenster Booraanzicht overzichtelijker vormgegeven. In het kader van deze wijziging is het veld Booraanzichten draaien in een eigenschap van de eigenschappentabel omgezet. Om 180° te draaien, is in de vervolgkeuzelijst van de eigenschap Draaiing (ID 36514) de nieuwe optie "180°" beschikbaar. Ook de positie van de labeling in het booraanzicht wordt aangepast aan de draaiing. Maar om de labeling leesbaar te houden, worden deze niet 180° gedraaid.
Uitbreidingen bij het plaatsen van artikelen Meervoudige plaatsing van schakelkasten met gedefinieerde afstandswaarden Wanneer u bij het invoegen van schakelkasten, montageplaten of vrije montageplaten in een layoutruimte de plaatsingsopties gebruikt, kunt u in het dialoogvenster Plaatsingsopties nu ook de instellingen voor een meervoudige plaatsing gebruiken.
Voordeel: Op basis van de instellingen voor de meervoudige plaatsing kunt u nu montageplaten of complete schakelkasten exact uitgelijnd en aan elkaar gemonteerd definiëren. Het tijdrovend handmatig plaatsen via snappunten en het definiëren van afstanden is niet langer nodig.
112
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voor de genoemde componenten is het groepsveld Meervoudige plaatsing vrijgeschakeld en kunt u zo bijvoorbeeld afstandswaarden opgeven om meerdere schakelkasten aan elkaar te monteren. In de vervolgkeuzelijst van het veld Plaatsingsmodus zijn voor schakelkasten, montageplaten en vrije montageplaten de volgende bekende opties beschikbaar: "Van links naar rechts" "Van rechts naar links" "Afzonderlijk".
Verbeterd onderhoud van 3D-macro's met de macro-navigator Om de voorbereide macro's die in een macroproject zijn opgeslagen overzichtelijk weer te geven en te beheren, is nu de nieuwe macro-navigator beschikbaar. Met het oog op 3D-macro's en macroprojecten biedt de nieuwe macro-navigator grote voordelen voor het maken en onderhouden van 3D-macroprojecten. Met de nieuwe navigator kunt u nu voor het eerst de 3D-macro's die in een 3D-macroproject voorkomen, structureren zonder dat u daarvoor een hulpstructuur of een scheiding van de macro's hoeft te realiseren. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de paragraaf "Nieuwe navigator voor macroprojecten" (op pagina "15").
113
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Uitgebreide instellingen voor routeringsverbindingen Orthogonaal verbindingsverloop binnen routeringsbereiken Tot dusver was het verloop van een routeringsverbinding binnen een routeringsbereik (van het ingangspunt in het routeringsbereik tot het uitgangspunt uit het routeringsbereik) altijd diagonaal. Met een nieuwe projectinstelling voor routeringsverbindingen kunt u routeringsverbindingen binnen een routeringsbereik nu orthogonaal routeren.
Voordeel: De mogelijkheid om in het routeringsbereik orthogonaal te routeren en de vereiste lengte per verbinding te bepalen, zorgt ervoor dat u de montage overzichtelijk kunt voorbereiden en uitvoeren. De instellingen voor de routeringsverbindingen vindt u onder het menupad Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Routeringsverbindingen > Algemeen. Op het tabblad Routering is voor het routeren in het routeringsbereik nu het nieuwe groepsveld Routeringstype in het routeringsbereik met de volgende opties beschikbaar: Diagonale routering: dit is de standaardinstelling. De verbinding wordt tussen het ingangspunt en het uitgangspunt via de kortst mogelijke weg diagonaal gerouteerd. Orthogonale routering: de verbinding wordt tussen het ingangspunt en het uitgangspunt met rechte hoeken gerouteerd.
114
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Uitbreidingen bij het genereren van productiegegevens voor NC-machines Instellingen voor de nulpositie van componenten met variabele lengte In het EPLAN-artikelbeheer kunt u voor componenten met variabele lengte (draadkokers, montagerails etc.) boorpatronen definiëren. Wanneer u voor een component met variabele lengte uitsparingen op een montageoppervlak genereert, kunt u nu aan de hand van nieuwe instellingen definiëren vanuit welke zijde van de component het boorpatroon wordt berekend. Hierbij spreekt men van een nulpositie. Dit startpunt is voor verschillende machines op verschillende plaatsen nodig. Daarom moet deze instelling projectspecifiek aan de te gebruiken machine worden aangepast. Deze instellingen worden gebruikt bij de export van productiegegevens voor NC-machines.
Voordeel: Met behulp van de nieuwe instellingen voor de nulpositie kunt u een aanzienlijk breder spectrum aan machines voor de productie-automatisering doelmatig aansturen. Tot dusver werd de nulpositie in EPLAN Pro Panel voor horizontale componenten vanaf de linker zijde berekend en voor verticale componenten van bovenaf. Dit zijn ook nu de standaardinstellingen. Het menupad voor de nieuwe instellingen luidt: Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Mechanische bewerking > Nulpositie.
115
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Nulpositie bij horizontale componentplaatsing: Links: het boorpatroon wordt vanuit de linker zijde (standaard) van de component berekend.
Rechts: het boorpatroon wordt vanuit de rechter zijde van de component berekend.
Nulpositie bij verticale componentplaatsing: Boven: het boorpatroon wordt vanuit de boven zijde (standaard) van de component berekend.
116
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Onder: het boorpatroon wordt vanuit de onder zijde van de component berekend.
Wanneer het booraanzicht is ingeschakeld, worden de gewijzigde instellingen met [Toepassen] of [OK] direct zichtbaar.
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "NC Perforex" Opmerking: De uitbreidingsmodule "EPLAN Pro Panel Production NC Perforex" is voor EPLAN Pro Panel Professional en EPLAN Pro Panel Professional+ optioneel verkrijgbaar. Met behulp van deze NC-interfacemodule kunt u de coördinaten en dimensies van boorgaten, uitsparingen en geblokkeerde vlakken evenals de overige productiegegevens voor het bewerken van montageplaten, deuren of zijkanten direct aan NC-ondersteunde Perforex-machines van de fabrikant "Kiesling" overdragen.
117
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Overige grondstofnummers voor de NC-export Kiesling In de instellingen voor de NC-export aan Perforex-machines zijn op het tabblad Algemeen nu tien in plaats van drie grondstofnummers beschikbaar. (Het menupad voor het instellingsdialoogvenster luidt: Opties > Instellingen > Bedrijf > Mechanische bewerking > NC-export Kiesling.) In het kader van deze uitbreiding zijn de selecteerbare exportformaten hernoemd: Oude naam
Nieuwe naam
Windows
Windows tot 1.9x
Windows advanced
Windows vanaf 1.9x
Alleen bij het gebruik van exportformaat "Windows vanaf 1.9x" kan voor de aanvullende grondstofnummers 4 tot 10 een grondstof worden toegekend. Alle toegekende grondstoffen kunt u op het tabblad Gereedschap ook aan afzonderlijke gereedschappen toewijzen. Deze toewijzing geldt alleen voor frezen. Het betreffende grondstofnummer wordt ingevoerd. Bij de exportformaten "DOS" en "Windows tot 1.9x" kunnen drie grondstofnummers worden gedefinieerd. Deze grondstofnummers kunnen bij deze exportformaten niet aan afzonderlijke gereedschappen worden toegewezen. Bij het exporteren wordt dat nummer dan geselecteerd en aan de machine doorgegeven.
118
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen voor EPLAN Preplanning EPLAN Preplanning is een CAE-oplossing voor toepassing in de basic engineering van machines en installaties, waarbij de focus ligt op procesautomatisering en M&R-techniek. De toepassingsmogelijkheden reiken van P&ID-realisatie in de proces engineering via het maken van schema's in de gebouwenautomatisering tot aan de integratie van sensor- / actorlijsten in de basic engineering met EPLAN. Meer informatie over EPLAN Preplanning vindt u op onze EPLAN-internetpagina's (in de rubriek "Solutions > Procestechniek > EPLAN Preplanning"). Op basis van uw reacties zijn de bestaande functies in EPLAN Preplanning in deze versie verder uitgebreid en verbeterd. In de onderstaande paragrafen worden de volgende vernieuwingen voor de pre-planning behandeld: "Koppelingen in de pre-planning" op pagina "120" "Configuratie van segmentdefinities" op pagina "125" "Uitbreidingen voor PLT-systemen" op pagina "127" "Uitgebreide nummeringsinstellingen" op pagina "129" "Schema's genereren uit de pre-planning" op pagina "129" "Controle van de pre-planning" op pagina"131" "Eigenschappen voor de pre-planning" op pagina "133".
119
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Koppelingen in de pre-planning U kunt in de boomstructuur van de pre-planning navigator nu koppelingen maken. Met behulp van koppelingen kunt u verwijzen naar bestaande segmenten in andere structuren. Op deze manier kunt u rekening houden met afhankelijkheden tussen verschillende segmenten en structuren, en deze duidelijk maken.
Voordeel: Met behulp van koppelingen kunt u in de pre-planning afhankelijkheden tussen verschillende segmenten (bijvoorbeeld PLT-systemen, PLTsysteemfuncties etc.) definiëren, in het project en in het schema laten weergeven en in verwerkingen uitvoeren. Door de betreffende formulieren aan de passen, is het mogelijk om "vergrendelingslijsten" te genereren. Een dergelijke verwerking bevat informatie over PLT-systemen die afhankelijk van elkaar zijn en die onder bepaalde voorwaarden geblokkeerd ("vergrendeld") moeten zijn. Koppelingen maken Om in de pre-planning navigator een koppeling naar een willekeurig segment te maken, kopieert u in de boomstructuur van de navigator eerst het gewenste segment en voegt u vervolgens via de nieuwe snelmenuopdracht Koppeling invoegen de koppeling op de gewenste plaats in. Bij het kopiëren en invoegen van koppelingen is een meervoudige selectie mogelijk.
120
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Tip: U kunt koppelingen naar segmenten ook eenvoudig via slepen & neerzetten maken, door een of meerdere geselecteerde segmenten naar een gewenste plaats te slepen en tijdens het slepen de sneltoets [Ctrl] + [Shift] in te drukken. Zoals u dat van desktop snelkoppelingen reeds gewend bent, worden de koppelingen in de boomstructuur door een blauwe pijl aangegeven (pictogram: ). Bewerken van koppelingen en gekoppelde segmenten Acties die u bij een koppeling uitvoert, worden voor het gekoppelde segment uitgevoerd. Zo opent u bijvoorbeeld via de snelmenuopdracht Eigenschappen het eigenschappendialoogvenster van het gekoppelde segment. Houd u bovendien rekening met de volgende punten: Onder een koppeling kan een ander object (segment of koppeling) worden ingevoegd. Wanneer een koppeling wordt verwijderd, wordt alleen de koppeling verwijderd en niet het gekoppelde segment. Wanneer een segment wordt verwijderd, worden ook de bijbehorende koppelingen verwijderd. Om in de pre-planning navigator van de koppeling naar het gekoppelde segment te springen (en terug), kiest u bij de geselecteerde koppeling de snelmenuopdracht Ga naar (kruisverwezen). Een koppeling zelf kan niet worden gekopieerd. Om een segment inclusief zijn koppeling te kopiëren, moet u zowel het segment als de structuur selecteren waaronder de koppeling zich bevindt. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld een segment inclusief zijn koppelingen in een ander project invoegen.
121
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Bij het maken en invoegen van pre-planning macro's wordt rekening gehouden met koppelingen. Om een koppeling in een pre-planning macro op te slaan, gelden dezelfde voorwaarden als bij het kopiëren. Weergave van gekoppelde segmenten Om bij een segment weer te geven met welke andere segmenten dit segment door koppelingen is gelinkt, is in het eigenschappendialoogvenster van de segmenten de nieuwe geïndexeerde eigenschap Gekoppelde segmenten: Naam [1-10] (ID 44063) beschikbaar. Om deze in de eigenschappentabel weer te geven, moet u de eigenschap met behulp van de eigenschapselectiefunctie selecteren. Als waarde wordt de volledige code van een gekoppeld segment weergegeven.
122
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorbeeld: Onder het PLT-systeem TICA+ 1000 bevinden zich koppelingen naar de meetplaats LIRA+ 3000 en naar het structuursegment FW01 U1.
In het eigenschappendialoogvenster van het PLT-systeem worden in de eigenschappentabel de volgende waarden weergegeven. Eigenschapsnaam
Waarde
Gekoppeld segment
Gekoppelde segmenten: Naam [2]
GW02 LIRA+
Meetplaats LIRA+
3000
3000
Gekoppelde segmenten: Naam [1]
FW01 U1
Structuursegment FW01 U1
De meetplaats LIRA+ 3000 is onder het structuursegment GW02 ingedeeld. Daarom luidt de volledige code GW02 LIRA+ 3000. Bij de configuratie van de eigenschapsgroeperingen wordt deze informatie ook bij de geplaatste segmenten in het schema weergegeven. Meenemen in de verwerkingen Ook in de verwerkingen van de pre-planning kunnen de koppelingen en de segmenten waarvoor de koppelingen zijn gemaakt, worden uitgevoerd. Voor het plaatsen van dergelijke tijdelijke aanduiding-teksten in de formulieren van de pre-planning is het dialoogvenster Tijdelijke aanduiding-tekst - uitgebreid.
123
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Hier zijn nu voor de verwerkingen van de pre-planning (planningsobjectenoverzicht, planningsobjectschema, structuursegmentenoverzicht, structuursegmentschema) de volgende elementen beschikbaar: Gekoppelde segmenten: Via dit element kunt u alle segmenten weergeven die onder een bepaald segment als koppeling zijn ingevoegd. Op deze manier kunt u zien met welke andere segmenten dit segment via koppelingen is gelinkt. Gekoppeld met bovenliggende segmenten: Via dit element kunt u alle segmenten weergeven waaronder een bepaalde koppeling is ingevoegd. Op deze manier kunt u in de verwerkingen weergeven in welke structuren een segment als koppeling is opgeslagen. Door formulieren van het type "Pre-planning: Planningsobjectenoverzicht" (*.f40) aan te passen, kunt u "vergrendelingslijsten" genereren. Een dergelijke verwerking bevat informatie over PLT-systemen die onder bepaalde voorwaarden geblokkeerd ("vergrendeld") moeten zijn. Voeg hiertoe tijdelijke aanduiding-teksten met het nieuwe element Gekoppelde segmenten en de gewenste eigenschappen in het formulier in. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld bij een PLT-systeem ook de gegevens van de gekoppelde segmenten worden weergegeven (codes, beschrijvingen, grenswaarden etc.).
124
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Configuratie van segmentdefinities Schrijfbeveiliging voor de structuurcodes van structuursegmenten U kunt de structuursegmenten van de pre-planning nu zo configureren dat per structuurniveau in de pre-planning navigator alleen nog structuurcodes van een codeblok (bijvoorbeeld "groep", "inbouwplaats" etc.) kunnen worden ingevoegd en bewerkt. In een project wordt bijvoorbeeld het structuurniveau "Groep" gebruikt. U kunt het structuursegment dan zo configureren dat een gebruiker van de pre-planning bij structuursegmenten van dit structuurniveau alleen nog structuurcodes voor het codeblok "Groep" kan invoeren. Hiertoe is het dialoogvenster Segmentdefinities configureren uitgebreid met het tabblad Schrijfbeveiliging. In de tabel Schrijfbeveiliging voor structuurcodes worden de codeblokken weergegeven die met de projectstructuur overeenkomen. Via een selectievakje in de kolom Schrijfbeveiliging definieert u voor geselecteerde segmentdefinities van een structuursegment of de structuurcodes voor het betreffende codeblok gewijzigd mogen worden (selectievakje uitgeschakeld) of tegen schrijven beveiligd zijn (selectievakje ingeschakeld). Wanneer u voor een structuursegment een schrijfbeveiliging hebt ingesteld, worden in de betreffende eigenschappendialoogvensters weliswaar de codeblokken weergegeven, maar kunnen de structuurcodes niet worden bewerkt. Voor de andere segmentdefinities (voor planningsobjecten, PLT-systemen etc.) kunt u geen schrijfbeveiliging configureren.
125
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voorbeeld: Bij het getoonde structuursegment is voor structuurcodes van het codeblok "Inbouwplaats" een schrijfbeveiliging geconfigureerd. De betreffende cel in de kolom Weergegeven wordt grijs weergegeven en kan niet worden bewerkt.
In dit voorbeeld kunnen alleen structuurcodes voor het codeblok "Groep" worden ingevoerd en bewerkt.
126
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Uitbreidingen voor PLT-systemen Verbeterde weergave van PLT-systemen volgens de norm DIN EN 62424 Voor een verbeterde weergave van PLT-systemen in het P&I-schema volgens de norm DIN EN 62424 zijn in het eigenschappendialoogvenster van de PLT-systemen nu de volgende drie eigenschappen beschikbaar: Veiligheidsrelevant (ID 44060) GMP-relevant (ID 44061) Kwaliteitsrelevant (ID 44062). Voordeel: De nieuwe eigenschappen maken een verbeterde weergave van PLTtaken conform de norm DIN EN 62424 mogelijk voor de in het P&I-schema geplaatste PLT-systemen. Aan de hand van aanvullende symbolen die in de grafische editor worden weergegeven, kunt u herkennen of een geplaatste meet- of verbruikersplaats veiligheids-, GMP- of kwaliteitsrelevant is. Daarnaast zijn deze eigenschappen ook bij planningsobjecten en reservoirs beschikbaar. Wanneer u bij een in het P&I-schema geplaatste meet- of verbruikersplaats een dergelijke codering wilt aanbrengen, moet u deze eigenschappen in het eigenschappendialoogvenster van de PLT-systemen met behulp van de eigenschapselectie selecteren en de bijbehorende selectievakjes in de eigenschappentabel inschakelen.
127
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Om bij de schemasymbolen van de meet- of verbruikersplaatsen in de grafische editor specifieke symbolen conform de norm te kunnen weergeven, moet u op het tabblad Beeld aansluitend de eigenschappen (ID 4406044062) van een eigenschapsgroepering toevoegen. In de grafische editor worden de symbolen als volgt weergegeven: Symbool Betekenis Veiligheidsrelevant GMP-relevant (GMP staat voor "Good Manufacturing Practice" = Goede Manier van Produceren). Kwaliteitsrelevant Daarbij kunnen de eigenschappen van de symbolen (kleur, uitlijning etc.) zoals gewoonlijk individueel bij het betreffende schemasymbool of projectoverkoepelend via de layer "EPLAN720, Eigenschapsplaatsing.Pre-planning" worden gedefinieerd. Meenemen in de navigators voor de pre-planning In de lijstweergave van de navigators voor de pre-planning (pre-planning navigator, segmentsjabloon-navigator) kunnen deze eigenschappen als kolom worden weergegeven. Daarnaast zijn de eigenschappen in de pre-planning navigators als filtercriteria beschikbaar. Meenemen in de verwerkingen In de verwerkingen, de labeling en de blokeigenschappen voor de planningsobjecten kunnen de nieuwe eigenschappen worden uitgevoerd. Een ingeschakeld selectievakje voor een eigenschap wordt op een verwerkingspagina zoals gewoonlijk door een "X" aangegeven.
128
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Uitgebreide nummeringsinstellingen Voorloopnullen bij het nummeren behouden Op basis van de instellingen in het dialoogvenster Instellingen: Nummering / PLT-systemen stelt EPLAN bij het maken van segmenten / PLTsystemen, bij het kopiëren en plakken, of bij het invoegen van macro's met deze objecten automatisch een code / PLT-systeemnummer voor. (Het menupad voor het instellingsdialoogvenster is: Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Pre-planning > Nummering / PLT-systemen.) Om de voorloopnullen in de codes en structuurcodes van segmenten en in de codes van PLT-systemen bij deze automatische nummering te behouden, is het instellingsdialoogvenster met een nieuwe instelling uitgebreid. Als u dit wenst, schakelt u het bijbehorende selectievakje Voorloopnullen bij het nummeren behouden in. Standaard worden voorloopnullen bij het nummeren niet behouden.
Schema's genereren uit de pre-planning Schema's genereren uit de lijst Wanneer u bij de planningsobjecten van de pre-planning macro's hebt opgeslagen, kunnen daaruit op eenvoudige wijze schemapagina's worden gegenereerd. Tot dusver konden schema's alleen uit de boomstructuur van de pre-planning navigator worden gegenereerd. Daartoe werden de planningsobjecten door middel van slepen & neerzetten naar de pagina-navigator gesleept.
129
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Om deze functie ook vanuit de lijstweergave te kunnen gebruiken, is nu in de lijst de nieuwe snelmenuopdracht Nieuwe pagina uit macro genereren beschikbaar. Een meervoudige selectie is mogelijk.
Voordeel: Met de snelmenuopdracht Nieuwe pagina uit macro genereren kunt u ook uit de lijst van de pre-planning navigator schema's genereren. Door het instellen van een filter kunt u in de lijst snel en eenvoudig meerdere segmenten selecteren en zo gericht meerdere nieuwe schemapagina's genereren.
Meervoudige selectie bij het actualiseren van de detailplanning De overdracht van gewijzigde pre-planningsgegevens (bijvoorbeeld andere waardensets voor de tijdelijke aanduiding-objecten in de macro's) aan de in de detailplanning geplaatste macro's was tot dusver alleen bij afzonderlijke planningsobjecten mogelijk. In de nieuwe versie is de snelmenuopdracht Detailplanning actualiseren in de pre-planning navigator nu ook voor bovenliggende structuursegmenten beschikbaar. Daardoor kunt u voor alle planningsobjecten onder een bepaald segment gelijktijdig de detailplanning actualiseren. Ook een meervoudige selectie van segmenten is mogelijk. Wanneer voor de geselecteerde segmenten geen geplaatste tijdelijke aanduiding-objecten worden gevonden, verschijnt er een foutmelding.
130
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: Omdat de snelmenuopdracht Detailplanning actualiseren nu ook bij een meervoudige selectie en voor alle segmenten in de pre-planning navigator beschikbaar is, kunt u voor meerdere planningsobjecten gelijktijdig de detailplanning actualiseren.
Controle van de pre-planning Weergave van ongeldige segmenten De eigenschap Meldingen in het meldingenbeheer (ID 20930) functioneert nu ook voor segmenten van de pre-planning. Na een controleprocedure kunt u de pre-planning navigator filteren op ongeldige segmenten door een filter te maken en deze eigenschap als filtercriterium te gebruiken. Net als bij de andere navigators worden nu de segmenten met ongeldige of onvolledige informatie in de pre-planning navigator met een rood uitroepteken aangeduid.
131
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Nieuwe controleproceduremeldingen voor de pre-planning Om te controleren of de detailplanning volledig is en of er planningsobjecten / PLT-systemen voorkomen die niet in de grafische pre-planning / het P&Ischema zijn geplaatst, zijn in de meldingsklasse 028 "Pre-planning" de volgende nieuwe controleproceduremeldingen beschikbaar: Melding 028020 "De macro bij het planningsobject is niet in het weergavetype 'Meerlijnig' geplaatst." Melding 028021 "De macro bij het planningsobject is niet in het weergavetype 'Enkellijnig' geplaatst." Melding 028022 "Het planningsobject is niet in het weergavetype 'Preplanning' geplaatst." Melding 028023 "Het PLT-systeem of de PLT-systeemfunctie is niet in het weergavetype 'P&I-schema' geplaatst." Door de bekende eigenschap Meldingen in het meldingenbeheer als filtercriterium te gebruiken, kan de weergave van de pre-planning navigator tot de ongeldige segmenten worden gereduceerd.
Voordeel: Met behulp van de nieuwe controle- en filtermogelijkheden kunt u op elk moment een overzicht van de actuele planningsstatus in het project krijgen. In de pre-planning navigator is alle informatie centraal toegankelijk en kunt u zich concentreren op de te bewerken objecten. Dat biedt meer transparantie in de engineering en zo meer kwaliteit in de machine- en installatiedocumentatie.
132
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Eigenschappen voor de pre-planning Afwijkende structuurcodes bij de planningsobjecten Elk planningsobject kan nu in vergelijking met de bovenliggende segmenten een afwijkende structuur hebben. Daarom zijn in de eigenschapselectie voor de eigenschappentabel van de planningsobjecten nu de volgende eigenschappen beschikbaar: Groep (afzonderlijke component) (ID 1128) Inbouwplaats (afzonderlijke component) (ID 1228) Functionele toekenning (afzonderlijke component) (ID 1328) Installatieplaats (afzonderlijke component) (ID 1428) Documenttype (afzonderlijke component) (ID 1528) Gebruikergedefinieerde structuur (afzonderlijke component) (ID 1628) Groepsnummer (afzonderlijke component) (ID 1728) Productaspect (afzonderlijke component) (ID 1828). Om een van de bovenliggende structuursegmenten en planningsobjecten afwijkende structuur te definiëren, zet u vóór de waarde van een dergelijke eigenschap het groter dan-teken (">"). Door het groter dan-teken worden bovenliggende structuurcodes genegeerd. Zonder het groter dan-teken kunt u deze eigenschappen gebruiken om voor een bepaald codeblok (bijvoorbeeld groep) bij het betreffende planningsobject een eigen aanvullende component voor de structuurcode te definiëren.
133
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Hernoemde eigenschappen Om artikelgegevens (prijzen) in het artikelbeheer beter te kunnen onderscheiden, zijn de volgende twee eigenschappen voor de pre-planning hernoemd: Oude naam
Nieuwe naam
ID
Prijs
Berekeningswaarde
44018
Totaalprijs
Totale berekeningswaarde
44019
De eigenschap Berekeningswaarde selecteert u in het eigenschappendialoogvenster van een planningsobject. Hier kunt u een geschatte waarde invoeren, die nodig is om het actuele planningsobject te realiseren (bijvoorbeeld een geschatte prijs voor een meetplaats). De eigenschap Totale berekeningswaarde is in de verwerkingen van de pre-planning beschikbaar. Deze toont de som van de berekeningswaarden die voor het realiseren van het actuele segment zijn geschat. Daartoe worden berekeningswaarden van het actuele segment (bij een planningsobject) en van alle planningsobjecten onder dit segment bij elkaar opgeteld.
134
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen voor EPLAN Fluid Uitbreidingen voor de EPLAN Fluid Hose Configurator Sinds versie 2.4 beschikken gebruikers op het terrein van de hydraulica met de EPLAN Fluid Hose Configurator (slangleidingconfigurator) over een programma waarmee een hydraulische slangleiding volledig kan worden gespecificeerd. Dit programma is zowel als add-on-variant bij EPLAN Fluid als ook in de vorm van een stand-alone-variant verkrijgbaar. Op basis van voorgedefinieerde voorschriften (bijvoorbeeld volgens DIN 20066) wordt automatisch een normconforme typecode gegenereerd en aan de geselecteerde hydraulische slangleiding overgedragen. Met deze normconforme typecode kan de slangleiding eenduidig bij elke toeleverancier worden besteld. In de volgende paragraaf vindt u informatie over de verschillende uitbreidingen voor de slangleidingconfigurator. Actualisering van de typecode In de slangleidingconfigurator kunt u nu de gegenereerde typecode actualiseren. De nieuwe functie is als snelmenuopdracht Typecode actualiseren en in het dialoogvenster Slangleidingen configureren van de add-on-variant daarnaast ook als knop
op de werkbalk beschikbaar.
De functie Typecode actualiseren berekent de typecode voor alle geselecteerde slangleidingen opnieuw. Wanneer u in het fluidschema bij een slangleiding naderhand de waarde van een eigenschap hebt gewijzigd (bijvoorbeeld de slangleidinglengte) kan met deze functie de nieuwe waarde automatisch in de reeds gegenereerde typecode worden overgenomen.
135
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voordeel: Met de functie Typecode actualiseren kunt u de typecode na het wijzigen van een relevante eigenschap automatisch vernieuwen zonder dat u de typecode handmatig moet bewerken. Centraal instellingsdialoogvenster voor stand-alone-variant Net als in alle overige programmavarianten is nu ook in de stand-alone-variant van de slangleidingconfigurator het centrale instellingsdialoogvenster van het EPLAN platform beschikbaar. Om dit dialoogvenster te openen, kiest u de menuopdrachten Opties > Instellingen. Om de configuratie-instellingen te openen, volgt u in de boomweergave van het instellingsdialoogvenster het menupad Gebruiker > Add-ons > Slangleidingconfigurator. Onder de instellingscategorie Gebruiker > Weergave > Talen kunt u verder de dialoogtaal wijzigen, een andere taal selecteren en definiëren of u het EPLAN Help-systeem via een internetverbinding wilt oproepen.
136
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen voor EPLAN CPM In de programmavariant EPLAN CPM (Central Parts Management) worden artikelgegevens – buiten de eigenlijke engineering – centraal beheerd. Artikelgegevens die daar zijn gemaakt en beheerd, kunnen vervolgens aan alle EPLAN-gebruikers ter beschikking worden gesteld. Toegang tot het EPLAN Data Portal Met versie 2.5 is het nu mogelijk om in EPLAN CPM toegang te krijgen tot het EPLAN Data Portal, om vandaar uit apparaatgegevens van bekende fabrikanten te kunnen downloaden en desgewenst te actualiseren.
Voordeel: Dankzij de toegang tot het EPLAN Data Portal kunt u het artikelbeheer door het importeren van artikelgegevens nu eenvoudig en snel uitbreiden zonder over een volwaardige EPLAN-systeemlicentie te beschikken (bijvoorbeeld EPLAN Electric P8, EPLAN Fluid, EPLAN Pro Panel Professional etc.). Om de navigator voor het EPLAN Data Portal te openen, kiest u in het menu Hulpprogramma's de nieuwe menuopdracht Data Portal. Opmerkingen: Om van het EPLAN Data Portal gebruik te kunnen maken, hebt u een internetverbinding nodig en mag de toegang niet door een firewall of andere beveiligingsprogramma's worden geblokkeerd! Als u problemen ondervindt, controleer dan eerst de firewall, de virusscanner of de proxy-instellingen.
137
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Voor toegang tot het EPLAN Data Portal hebt u een gebruikersaccount nodig. Wanneer u nog geen gebruikersaccount in het EPLAN Data Portal hebt, kunt u dit in de instellingen op het tabblad Portal maken. Houd er rekening mee dat de functieomvang van het EPLAN Data Portal afhangt van de rechten die u hebt. Centraal instellingsdialoogvenster voor EPLAN CPM In het kader van de bovengenoemde vernieuwing is het programma EPLAN CPM uitgebreid met het centrale instellingsdialoogvenster van het EPLAN platform.
Voordeel: Met het nieuwe instellingsdialoogvenster kunt u de instellingen die tot dusver alleen indirect of zelfs helemaal niet in EPLAN CPM beschikbaar waren, centraal beheren. Net als in het EPLAN platform kiest u nu de menuopdrachten Opties > Instellingen om naar de instellingen te gaan. In de gebruikersinstellingen kunt u o.a. instellingen voor de taal van de gebruikersinterface, het artikelbeheer en voor het EPLAN Data Portal aanbrengen. Daarnaast zijn in EPLAN CPM de menuopdrachten Hulpprogramma's > Systeemmeldingen beschikbaar waarmee u het systeemmeldingsdialoogvenster kunt oproepen.
138
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" Opmerking: De uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" is in het kader van ons EPLAN Application Developer Network (EADN) als ontwikkelaarspakket voor de volgende programmavarianten optioneel verkrijgbaar: EPLAN Electric P8 Professional, EPLAN Electric P8 Professional+, EPLAN Electric P8 Ultimate, EPLAN Fluid, EPLAN Fluid Professional, EPLAN Preplanning P&ID, EPLAN Preplanning Professional, EPLAN Pro Panel Professional, EPLAN Pro Panel Professional+. Voor de producten van het EPLAN platform is een uniforme en zeer krachtige programmeerinterface (API, Application Programming Interface) beschikbaar. Met deze uitbreidingsmodule – de EPLAN API – kunt u zelf, in samenwerking met EPLAN of andere partners, oplossingen op maat ontwikkelen. Meer informatie over de EPLAN API en EADN vindt u op de website van EPLAN in de rubriek "Solutions > Integratie > EPLAN Application Developer Network". In de volgende paragraaf vindt u informatie over de verschillende vernieuwingen in de EPLAN API. Om met de nieuwe versie van EPLAN API eigen toepassingen te kunnen ontwikkelen, hebt u .NET Framework 4.0 van Microsoft nodig.
139
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Automatisch genereren van aanzichten In het EPLAN platform is het nu mogelijk om pagina's met aanzichten (modelaanzichten, 2D-booraanzichten en koperuitslagen) automatisch te genereren (zie paragraaf "Pagina's met aanzichten automatisch genereren" (zie pagina "102")). In de klasse Reports van de EPLAN API zijn hiervoor de volgende nieuwe methoden beschikbaar: CreateViewPlacements: genereert modelaanzichten CreateCopperUnfolds: genereert koperuitslagen CreateDrillingViews: genereert 2D-booraanzichten.
Controleprocedures voor artikelstamgegevens maken In de nieuwe versie is het nu mogelijk om met de EPLAN API controleprocedures voor de artikelstamgegevens te maken. Hiervoor kunt u de nieuwe klasse PartVerification uit de naamruimte Eplan.EplApi.EServices gebruiken. Basiscomponent bij het invoegen van modelaanzichten definiëren Bij het invoegen van een modelaanzicht via de actie InsertModelViewAction kunt u met behulp van de nieuwe parameter ROOTELEMENTS nu ook de basiscomponent voor het modelaanzicht definiëren. Productgroepen-indeling van een artikel bepalen Via de nieuwe eigenschappen GenericProductGroup, ProductSubGroup en ProductGroup uit de klasse MDPart kunt u de producthoofdgroep, productgroep of productsubgroep van een artikel opvragen of definiëren.
140
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Toewijzen en scheiden van planningsobjecten Net als de snelmenuopdrachten Toewijzen en Scheiden in de pre-planningnavigator kunt u nu ook via de EPLAN API een planningsobject aan een functie toewijzen of weer van een functie scheiden. De klasse Function is hiertoe met de nieuwe methode SetPlanningSegment uitgebreid. Kopiëren van pagina's Tot dusver konden pagina's met de EPLAN API alleen via een omweg worden gekopieerd. Om pagina's te kopiëren (binnen een project of tussen verschillende projecten) kunt u in de klasse Pages nu de nieuwe methode CopyTo gebruiken. Import en export van gebruikergedefinieerde eigenschappen Met de EPLAN API kunt u nu ook gebruikergedefinieerde eigenschappen importeren en exporteren. Hiervoor zijn in de klasse PrePlanningService de twee nieuwe methoden ImportPropertyDefinitions en ExportPropertyDefinitions beschikbaar. Nieuwe klassen voor deelprojecten Vanaf versie 2.4 bestaat in de gebruikersinterface van het EPLAN platform de mogelijkheid om exclusief geopende projecten in deelprojecten op te delen, voor bewerking veilig op te slaan en vervolgens weer in te laden. Om ook in de EPLAN API met deelprojecten te kunnen werken, zijn er in de naamruimte Eplan.EplApi.EServices twee nieuwe klassen SubProject en SubProjectsCollection, waarmee deze methoden ter beschikking worden gesteld.
141
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Gebruik van handles bij het invoegen van 3D-macro's In de klasse Insert3D is er een variant van de methode WindowMacro. Met deze methode kunt u bij het invoegen van 3D-macro's in een layoutruimte de bestaande handles gebruiken. Daardoor kunt u de macro's bij het plaatsen aan de 3D-snappunten van andere 3D-objecten docken. Selecteren van een project in de pagina-navigator Om nu ook via de EPLAN API in de pagina-navigator een geopend project te kunnen selecteren, is in de klasse Edit de nieuwe methode SelectProjectInPagesNavigator beschikbaar. Positie van de artikelreferenties wijzigen Tot dusver koste het in de EPLAN API veel tijd om de rijpositie van de artikelreferentie bij een functie te wijzigen. Om de artikelpositie eenvoudiger te kunnen wijzigen, is in de klasse PartsService nu de nieuwe methode MoveArticleReference beschikbaar. Geneste functies Met de nieuwe versie van de EPLAN API is het nu mogelijk om geneste functies te bepalen. De nieuwe eigenschap NestedFunctions uit de klasse Function levert u de functies van de volgende nestingsdiepte. Filterschema's voor controleprocedures instellen In de nieuwe versie is het nu ook mogelijk om voor de via de EPLAN API toegevoegde controleprocedures het gebruikte filterschema in te stellen. Hiertoe is in de klasse ElectroMessage de nieuwe eigenschap FilterScheme beschikbaar.
142
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Directory via EPLAN API inlezen Het inlezen van directory's en de projecten die daarin voorkomen in de projectbeheerdatabank kan nu ook via de EPLAN API worden uitgevoerd. Hiervoor is de klasse ProjectManagement met de nieuwe methode LoadDirectory uitgebreid. Deze kan worden gebruikt om de projectbeheerdatabank automatisch vanuit een server te actualiseren.
143
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Vernieuwingen in de stamgegevens Stamgegevens: Symbolen Opmerking: Op de volgende pagina's is een aantal nieuwe symbolen uit verschillende symboolbibliotheken weergegeven. De afbeeldingen tonen de symbolen in variant "A" in de meerlijnige of enkellijnige weergave. Onder elke afbeelding staan de naam en het nummer van het symbool. IEC-, GOST- en GB-norm De symboolbibliotheken IEC_symbol, GOST_symbol en GB_symbol zijn met nieuwe symbolen uitgebreid. Hier zijn vijf nieuwe symbolen beschikbaar:
SPT3ST // 1193
ANT // 1573
144
SPTS3ST // 1194
QL1_4 // 1329
FAH4 // 1330
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
De symboolbibliotheken IEC_single_symbol, GOST_single_symbol en GB_single_symbol zijn met nieuwe symbolen uitgebreid. Hier zijn negen nieuwe symbolen beschikbaar:
SPT3ST // 1193
SPTS3ST // 1194
QL1_4 // 1329
FAH4 // 1330
XBS (vervanging)* //
XBSK (vervanging) //
XBD (vervanging) //
XSD (vervanging) //
1375
1376
1377
1378
145
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
ANT // 1573 * Bij de symbolen die met "vervanging" zijn aangeduid (in de lijsten hiervoor en de lijsten hierna) zijn bestaande symbolen vervangen door nieuwe symbolen met gewijzigde grafische symbolen. Deze nieuwe symbolen hebben de namen van bestaande symbolen "overgenomen". De oude symboolnamen hebben de extensie "_1" gekregen en de betreffende symbolen zijn vergrendeld. Nieuw symbool
XBS // 1375 XBSK // 1376 XBD // 1377 XSD // 1378
Vervangen symbool XBS_1 // 31,
XBSK_1 // 161, XBD_1 // 233, XSD_1 // 236.
NFPA-norm De symboolbibliotheek NFPA_symbol is met nieuwe symbolen uitgebreid. Hier zijn vijf nieuwe symbolen beschikbaar:
SPT3ST // 1193
146
SPTS3ST // 1194
QL1_4 // 1329
FAH4 // 1330
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
ANT // 1573
De symboolbibliotheek NFPA_single_symbol is met nieuwe symbolen uitgebreid. Hier zijn negen nieuwe symbolen beschikbaar:
SPT3ST // 1193
SPTS3ST // 1194
QL1_4 // 1329
FAH4 // 1330
147
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
XBS (vervanging) //
XBSK (vervanging) //
XBD (vervanging) //
XSD (vervanging) //
1375
1376
1377
1378
ANT // 1573
In alle standaard symboolbibliotheken zijn voor meerdere symbolen correcties aangebracht (aanpassingen van de functiedefinities en symboolbeschrijvingen, correctie van eigenschappen, layers en hun plaatsingen). Dit betreft de symboolbibliotheken: IEC_symbol, GOST_symbol, GB_symbol, NFPA_symbol, IEC_single_symbol, GOST_single_symbol, GB_ single_symbol, NFPA_single_symbol. De volgende symbolen zijn gecorrigeerd:
148
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
XBS // 31,
M2YD // 108,
FAH1 // 155,
XBSK // 161,
FAH3 // 174,
KT2 // 190,
XTR1 // 197,
XTR2 // 222,
XBD // 233,
XBD2 // 234,
XSD // 236,
XSD2 // 238,
KT3 // 1009,
FAH2 // 1024,
M6_1 // 1031,
M2YD // 1032,
XBKOAX_1 // 1379,
XSKOAX_1 // 1380,
XBS_SK // 1383.
Fluid-techniek De symboolbibliotheken PNE1ESS, HYD1ESS en HYD2ESS zijn met het volgende nieuwe symbool uitgebreid:
Z14.5.8_04 // 296
Voor alle symbolen van de symboolbibliotheken PNE1ESS, HYD1ESS en HYD2ESS zijn de gegevens voor het draaien en spiegelen van symbolen gecontroleerd en gecorrigeerd (bijvoorbeeld de positie van transformatieen invoegpunten). Voor de volgende symbolen van de bekende Fluid-symboolbibliotheken zijn correcties aangebracht (aanpassingen van de functiedefinities en symboolbeschrijvingen, correctie van de eigenschappen en hun plaatsingen): A_S_006 // 743,
V_S_014 // 874,
V_S_015 // 875,
EA_DS_P_ANA_3x3M // 1331,
EA_DS_P_DIGIT_3x3M // 1332,
EA_DS_P_EL_3x3M // 1333,
149
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
EA_DS_G_ANA_3x3M // 1334,
EA_DS_G_DIGIT_3x3M // 1335,
EA_DS_G_EL_3x3M // 1336,
EA_DS_F_ANA_3x3M // 1337,
EA_DS_F_DIGIT_3x3M // 1338,
EA_DS_F_EL_3x3M // 1339,
EA_DS_L_ANA_3x3M // 1340,
EA_DS_L_DIGIT_3x3M // 1341,
EA_DS_L_EL_3x3M // 1342,
EA_DS_S_ANA_3x3M // 1343,
EA_DS_S_DIGIT_3x3M // 1344,
EA_DS_S_EL_3x3M // 1345,
EA_DS_T_ANA_3x3M // 1346,
EA_DS_T_DIGIT_3x3M // 1347,
EA_DS_T_EL_3x3M // 1348,
EA_DS_W_ANA_3x3M // 1349,
EA_DS_W_DIGIT_3x3M // 1350,
EA_DS_W_EL_3x3M // 1351,
EA_Z_G_ANA_3x3M // 1364,
EA_Z_G_DIGIT_3x3M // 1365,
EA_Z_G_EL_3x3M // 1366,
EA_Z_T_ANA_3x3M // 1376,
EA_Z_T_DIGIT_3x3M // 1377,
EA_Z_T_EL_3x3M // 1378,
EA_G_ANA_3x3M // 1394,
EA_G_DIGIT_3x3M // 1395,
EA_G_EL_3x3M // 1396,
EA_T_ANA_3x3M // 1406,
EA_T_DIGIT_3x3M // 1407,
EA_T_EL_3x3M // 1408,
Z14.1.2_17 // 1585,
Z14.1.3_17 // 1586.
Proces engineering en gebouwenautomatisering In de symboolbibliotheek HVAC_ESS is voor de volgende symbolen het symboolweergavetype gecorrigeerd in "Paarkruisverwijzing": H_01 // 81,
RMO // 461,
ANT_11 // 611,
ANT_12 // 612,
ANT_13 // 613,
ANT_14 // 614,
ANT_15 // 615.
Symboolbibliotheek met speciale symbolen Aan de symboolbibliotheek SPECIAL zijn drie nieuwe symbolen voor de topologie toegevoegd:
150
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
CABDSU // 204
CABDSD // 205
CABVER // 206
In de symboolbibliotheek SPECIAL zijn bovendien vier nieuwe symbolen voor apparaataansluitingen beschikbaar:
DCPP4 // 507
DCPP2O // 508
DCPP2JIC // 509
DCPP2OJIC // 510
Voor de volgende symbolen van de symboolbibliotheek SPECIAL is de tekening verbeterd: BP // 8,
BPIN // 48,
BPOUT // 49,
BP2 // 53.
Alle symboolbibliotheken De beschrijvingen van de symboolbibliotheken zijn aangevuld en uniform gemaakt.
151
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Stamgegevens: Formulieren en plotkaders De eigenschap Aansluitcode van de functie (ID 20022) gaf in verwerkingen onder bepaalde voorwaarden ook de aansluitbeschrijving uit. Deze bijzonderheid werd in bepaalde formulieren gebruikt. Vanaf versie 2.5 worden door deze eigenschap - overeenkomstig zijn definitie - nu alleen nog de aansluitcodes van de functie uitgevoerd. In de betreffende formulieren voor het apparaataansluitschema (*.f05) en de verbindingslijst (*.f27) is de eigenschap 20022 vervangen door de eigenschap Naam van de doelaansluiting (ID 20077): F05_001.f05 F05_001_en_US.f05 F05_002.f05 F05_002_en_US.f05 F05_003.f05 F05_003_en_US.f05 GOST_Wire List_A4.f27 GOST_Wire List_A4_next_page.f27.
Opmerking: Wanneer u de eigenschap Aansluitcode van de functie (ID 20022) ook in uw formulieren wilt gebruiken om de aansluitbeschrijving uit te voeren, moet u uw formulieren eveneens aanpassen.
152
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Aan de volgende plotkaders is de nieuwe eigenschap Teller aantal pagina's (ID 25020) toegevoegd: FN1_001.fn1 FN1_002.fn1 FN1_003.fn1 FN1_004.fn1 FN1_005.fn1 FN1_006.fn1 FN1_007.fn1 FN1_008.fn1 FN1_010.fn1 FN1_011.fn1 FN1_012.fn1 FN1_FT006.fn1 FN1_FT007.fn1 FN1_PPE.fn1.
Voorbeeld: De volgende afbeelding toont het resultaat van deze aanvulling voor een projectpagina uit het voorbeeldproject. Oud:
Nieuw:
153
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Pre-planning Voor de pre-planning is een nieuw formulier "Datablad PLT-systemen" gemaakt: F41_PP001.f41 (bestandstype "Pre-planning: Planningsobjectschema").
Daarnaast is nog het bijbehorende plotkader gemaakt: FN1_PP001.fn1.
Stamgegevens: Functiedefinitiebibliotheek De functiedefinitiebibliotheek is uitgebreid met een aantal nieuwe functiedefinities. Voor informatie over de eigenschappen en het basissymbool van de hierna genoemde functiedefinities in het dialoogvenster Functiedefinities, volgt u in het veld Selectie het aangegeven pad door de boomstructuur. Bereik Algemeen Onder Algemeen // Algemene speciale functies // Topologierouteringstraject // Topologie-routeringspunt is de volgende nieuwe functiedefinitie toegevoegd: – Topologie-structuurrouteringspunt Onder Algemeen // Algemene speciale functies // Topologierouteringstraject // Topologie-deelrouteringspad is de volgende nieuwe functiedefinitie toegevoegd: – Topologie-deelrouteringspad Bereik Elektrotechniek Onder Elektrotechniek // Kabel / Antenne // Antenne // Antenne is de volgende nieuwe functiedefinitie toegevoegd: – Antenne.
154
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Stamgegevens: Projecten en sjablonen In het kader van de uitgebreide ondersteuning van de norm DIN EN 81346 is op basis van de projectsjabloon IEC_tpl002.ept een nieuw basisproject IEC_bas002.zw9 gemaakt.
Stamgegevens: Macro's Fluid-techniek In enkele Fluid-macro's voor stuurkleppen (uit de directory VDMA) zijn aan de hand van geactualiseerde Fluid-symboolbibliotheken wijzigingen doorgevoerd. Bovendien zijn voor de symbolen in de Fluid-macro's enkele kenletters conform de norm DIN EN 81346-2:2009 gecorrigeerd.
155
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Overige vernieuwingen en informatie EPLAN Solution Center – het nieuwe supportsysteem Sinds begin 2013 kunt u via internet gebruik maken van ons nieuwe supportsysteem – het EPLAN Solution Center.
Voordeel: Het EPLAN Solution Center is een geoptimaliseerd supportsysteem dat nog betere service biedt. Daardoor kunnen wij individuele supportaanvragen nog efficiënter verwerken. Het aanmaken en beheren van uw aanvragen vindt plaats in het EPLAN Solution Center, in eenvoudige ergonomisch vormgegeven dialoogvensters. Eenmaal aangebrachte instellingen worden automatisch voor volgende aanvragen opgeslagen. U kunt de bewerkingsstatus van uw aanvragen op elk moment inzien. In dit supportsysteem is een kennisdatabank geïntegreerd, die reeds is gevuld met een groot aantal antwoorden op veel gestelde vragen. Zodra u uw aanvraag indient, stelt de kennisdatabank – het EPLAN Knowledge Center – automatisch oplossingen voor, indien het betreffende thema al eens eerder is behandeld. De kennisdatabank wordt voortdurend uitgebreid. In het EPLAN Solution Center is ook een link naar het EPLAN-forum geïntegreerd. Zo kunt u zonder omweg direct naar het discussieplatform schakelen.
156
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Op dit moment is het EPLAN Solution Center alleen nog op de Duitse EPLAN-website beschikbaar. In de toekomst wordt het nieuwe supportsysteem voor de overige EPLAN-talen aangepast en wereldwijd geïnstalleerd.
Aanmelding bij het EPLAN Solution Center Alleen klanten met een software-service-overeenkomst kunnen zich bij dit supportsysteem aanmelden. Meldt u zich daarvoor via internet bij EPLANsupport aan. U bereikt de aanmeldingspagina door bijvoorbeeld op onze supportpagina op de hyperlink "EPLAN Solution Center" te klikken. U kunt de aanmeldingspagina ook vanuit het EPLAN platform bereiken. Kies daartoe in het menu Help de menuopdracht EPLAN-supportaanvraag aanmaken. (Deze menuopdracht is alleen actief wanneer u onder Opties > Instellingen > Gebruiker > Weergave > Gebruikerskenmerk / adres een invoer in het veld E-mail hebt aangebracht.) In uw internetbrowser verschijnt dan de pagina waarop uw zich bij het EPLAN Solution Center kunt aanmelden. Opmerking: Houd er rekening mee dat u hier niet de gebruikersgegevens kunt gebruiken die nodig zijn voor de aanmelding bij EPLAN-support. Voor aanmelding bij het EPLAN Solution Center moet u zich eenmalig registreren. Geef daartoe het e-mailadres dat u tot nu toe gebruikte voor uw communicatie met EPLAN-support in het veld E-mailadres op en klik op [Registreren]. Om u bij het EPLAN Solution Center aan te melden, geeft u in de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord de gegevens op die u in een antwoord e-mail van EPLAN hebt ontvangen.
157
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Bevestig uw invoer door te klikken op de knop [Aanmelding]. Wanneer u zich voor het eerst aanmeldt, wordt u gevraagd om het aan u toegekende wachtwoord te wijzigen. Vervolgens wordt de startpagina van het EPLAN Solution Center geopend.
Validatiecode Om deze versie van EPLAN te kunnen gebruiken, hebt u een nieuwe validatiecode (vrijschakelcode) nodig. Deze staat op de pakbon die met uw cd wordt verzonden. Bovendien kunt u de validatiecode online op het internet oproepen (zie volgende paragraaf).
Validatiecode online aanvragen Met EPLAN hebt u de mogelijkheid om de laatste stap van het installeren snel en makkelijk uit te voeren en de validatiecode die voor de licentiëring is vereist online van internet te halen. Nadat de vereiste gegevens zijn ingevoerd, wordt de validatiecode automatisch naar het licentiedialoogvenster overgedragen. Opmerking: Houd er rekening mee dat voor het aanvragen en overdragen van de validatiecode een actieve internetverbinding nodig is. Voor netwerklicenties of voor licenties zonder dongle is het online aanvragen van een validatiecode niet mogelijk. Om ervoor te zorgen dat u de validatiecode online kunt oproepen, is het dialoogvenster Validatiecode invoeren dienovereenkomstig uitgebreid.
158
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Dit dialoogvenster wordt bijvoorbeeld geopend als u de toepassing na het installeren voor het eerst opstart. Klik hier op de nieuwe knop [Online aanvragen]. In het dialoogvenster Validatiecode online aanvragen zijn de Bedrijfsnaam en het Serienummer reeds automatisch ingevoerd. Deze gegevens zijn nodig om de validatiecode te kunnen aanvragen. Actuele informatie Wanneer u voortaan nog beter op de hoogte wilt worden gehouden van de nieuwste ontwikkelingen (zoals bijvoorbeeld via onze eNewsletter) schakelt u het selectievakje Ik ga akkoord met het toezenden van informatie in. De gegevens (Naam, Telefoon, E-mailadres etc.) worden dan door EPLAN opgeslagen. Instellingen voor internet Standaard worden de instellingen van een bestaande internetverbinding overgenomen. Via de knop [Instellingen] en het vervolgdialoogvenster kunt u echter ook een proxyserver als netwerkcomponent gebruiken. In dat geval moet u het Adres, de Poort etc. invoeren. Neem voor deze instellingen contact op met uw systeembeheerder.
159
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Teruggave van de validatiecode Wanneer u op [Verzenden] klikt, worden de gegevens versleuteld naar EPLAN verzonden. Als uw gegevens bij EPLAN bekend en geldig zijn, wordt een validatiecode gegenereerd en naar het licentiedialoogvenster verzonden. Door te klikken op [OK] wordt het programma gestart.
Softwarevereisten en vrijgaven Opmerking: In de actuele versie 2.5 zijn de programma's van het EPLAN platform alleen als 64 bit-versie beschikbaar.
Algemene voorwaarden Voor het EPLAN-platform hebt u .NET Framework 4.0 van Microsoft nodig. Op de website van Microsoft vindt u meer informatie hierover en kunt u de actuele versie van deze Microsoft-component downloaden. .NET Framework 4.0 staat op het EPLAN-opslagmedium. Ga hiervoor naar de volgende directory: cd-rom\Services\Net Framework 4.0\nl_NL
Om .NET Frameworks te installeren, dubbelklikt u op het bestand DotNetFx40_Full_x86_x64.exe.
Besturingssystemen Het EPLAN platform ondersteunt de 64 bit-varianten van de Microsoftbesturingssystemen Windows 7 en Windows 8 / 8.1. De geïnstalleerde EPLAN-taal moet door het besturingssysteem worden ondersteund.
160
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Het EPLAN-platform kan worden gebruikt onder de volgende besturingssystemen: Werkstation Microsoft Windows 7 SP1 (64 bit) Professional, Enterprise, Ultimate Microsoft Windows 8 (64 bit) Pro, Enterprise Microsoft Windows 8.1 (64 bit) Pro, Enterprise Server Microsoft Windows Server 2008 R2 (64 bit) Microsoft Windows Server 2012 (64 bit) Microsoft Windows Server 2012 R2 (64 Bit) Terminal-Server met Citrix XenApp 7.6 en Citrix Desktop 7.6
Microsoft-producten Om Microsoft Office-bestandsformaten vanuit EPLAN te kunnen maken, moet op uw computer een door EPLAN vrijgegeven en correct functionerende Office-versie zijn geïnstalleerd. Microsoft Office 2010 (32 bit en 64 bit)* Microsoft Office 2013 (32 bit en 64 bit)* Microsoft Internet Explorer 10 Microsoft Internet Explorer 11 *Afhankelijk van de gekozen databanken voor het artikelbeheer, het projectbeheer en het woordenboek is het gebruik van een 64 bit-Office-versie noodzakelijk.
161
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
SQL-Server (64 bit) Microsoft SQL-Server 2008 R2 Microsoft SQL-Server 2012 Microsoft SQL-Server 2014
Autodesk-producten (64 bit) AutoCAD 2015 AutoCAD 2016 Autodesk Vault 2014 - op basis van EPLAN EPR/PDM Integration Suite Autodesk Vault 2015 - op basis van EPLAN EPR/PDM Integration Suite
PDF-redlining Adobe Reader versie XI Adobe Acrobat versie XI Standard / Pro Adobe Reader versie DC Adobe Acrobat versie DC Standard / Pro
PLC-systemen (PLC & Bus Extension) ABB Automation Builder 1.1 Beckhoff TwinCAT 2.10 Beckhoff TwinCAT 2.11 3S Codesys Mitsubishi GX Works2 Rockwell RSLogix professional 20 Rockwell RSLogix professional 21 Schneider Unity Pro 7.0
162
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
Schneider Unity Pro 8.0 / 8.1 Siemens SIMATIC STEP 7 versie 5.4 SP4 Siemens SIMATIC STEP 7 versie 5.5
64 bit-versie van het EPLAN platform Omdat het EPLAN platform als 64 bit-versie beschikbaar is, dient u rekening te houden met de volgende bijzonderheden: Wanneer u voor het artikelbeheer, het projectbeheer en voor het woordenboek Access-databanken wilt gebruiken, moeten zowel het Microsoft besturingssysteem als de Microsoft Office-toepassingen (o.a. Microsoft Access) in de 64 bit-versie geïnstalleerd zijn. Wanneer u de Microsoft Office-toepassingen in de 32 bit-versie hebt geïnstalleerd, moet u voor het artikelbeheer, het projectbeheer en voor het woordenboek SQL-server-databanken gebruiken. Voor EPLAN PPE kan niet worden omgeschakeld naar SQL-server-databanken. Om EPLAN PPE in de 64 bit-versie te gebruiken, moeten daarom zowel het Microsoft besturingssysteem als de Microsoft Office-toepassingen (o.a. Microsoft Access) in de 64 bit-versie geïnstalleerd zijn. Meer informatie (bijvoorbeeld over de installatie van de 64 bit-versie, over automatische updates van projecten etc.) vindt u onder: http://www.eplan.info/quickstart
163
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015
164