Installatie EPLAN platform 2.5
Voorwoord Geachte EPLAN gebruiker, Wereldwijde initiatieven zoals „Industry 4.0“, „Smart Manufacturing“ en de „toegevoegde waardeketen“ vereisen innovatieve toepassingsmogelijkheden van een uniforme engineeringsbenadering. De nieuwe versie van het EPLAN platform beheert engineeringsgegevens van de basic engineering, via de detail engineering tot aan productie en service. Snelle bewerking en eenvoudig beheer staan daarbij centraal – laat u verrassen door de nieuwe mogelijkheden van het EPLAN platform 2.5. De laatste jaren heeft de klemmentechnologie zich steeds verder ontwikkeld. Tegenwoordig zijn klemmen complexe componenten, die worden ingezet in tal van toepassingsgebieden. In versie 2.5 is nu een uitgebreid bewerkingsdialoogvenster voor klemmen beschikbaar. Een grafische weergave van klemmen en verschillende bewerkingsfuncties maken een snelle bewerking en validatie van de klemmenstrook mogelijk. Met de nieuwe macro-navigator kunt u uw schemasjablonen in het macroproject nu nog overzichtelijker beheren. Een hoogwaardige sjabloonbibliotheek staat garant voor kwaliteit in de engineering en zorgt ervoor dat u schema’s nog sneller kunt maken. Tot dusver was een gedetailleerde planning een basisvoorwaarde voor de routering van kabels. In combinatie met de enkellijnige engineering kunt u de kabelplanning nu ook in een enkellijnige weergave realiseren. De clou: deze informatie kan worden overgedragen aan de EPLAN FieldSys-uitbreidingsmodule om kabeltrajecten en de benodigde kabellengtes te berekenen. In fluid- en elektrotechnische projecten met 3D-montageopbouwconstructies kunt u in versie 2.5 de vereiste tekeningen en documentatie voor de productie gestandaardiseerd en vrijwel volledig geautomatiseerd genereren. Samen met de nieuwe automatische bemating van onderdeelposities, boringen of uitsparingen binnen modelaanzichten zorgt EPLAN Pro Panel versie 2.5 voor een gestandaardiseerde, geautomatiseerde en daarmee tijdbesparende vervaardiging van productiedocumenten. EPLAN Experience Steeds dezelfde weg biedt zekerheid. Waarom zou u een andere weg kiezen als de bekende weg u naar het gewenste doel leidt? “Omdat het loont”, zeggen wij en daarom hebben wij EPLAN Experience in het leven geroepen. Aan de hand van acht actievelden tonen wij nieuwe mogelijkheden in het engineeringsproces. Vraag ons hoe EPLAN Experience u kan helpen om uw proces nog efficiënter te maken. Begin direct en ontdek de talrijke functies en verbeteringen in het EPLAN platform versie 2.5. Meer informatie over de nieuwe versie vindt u op onze homepage www.eplan.nl of www.eplan.be. Wij wensen u veel succes met het EPLAN platform 2.5. Het team van EPLAN Software & Service
2
Installatie EPLAN platform 2.5
Inhoudsopgave Inleiding 4 Installeren 5 64 bit-versie van het EPLAN platform 6 Doeldirectory instellingen 7 Gebruikergedefinieerde installatie 10 Helptalen 11
Valideren 12 Lokale licentie 12 Netwerklicentie 12
Projecten en artikelen uit eerdere versie
14
Projecten overnemen Artikeldatabank (Access-databank) SQL Artikelbeheer
14 15 15
Bijlage: Toelichting stamgegevens
16
3
Inleiding Het doel van dit document is om u te begeleiden bij de installatie van EPLAN Platform 2.5. De belangrijkste vensters van de installatie worden toegelicht. Daarnaast wordt informatie gegeven over het valideren van uw licentie, wat er gebeurt bij het overnemen van projecten en artikeldatabanken uit een eerdere versie en een uitleg over stamgegevens. Meer informatie over het EPLAN platform, zoals softwarevereisten en vrijgaven en de vernieuwingen kunt u vinden in het document ‘News_EPLAN_nl_NL.pdf’. EPLAN werkt voortdurend aan de verbetering van de EPLAN software. Om deze verbeteringen gericht te kunnen doorvoeren, is een goed inzicht in de werkwijze van gebruikers noodzakelijk. Wanneer u meedoet aan het klantgericht verbeterprogramma worden de acties en functies die u gebruikt (geanonimiseerd) verzameld en verzonden.
Afbeelding 1: Klantgericht verbeterprogramma
4
Installeren De EPLAN Setup Manager spreekt grotendeels voor zich. Echter bij een aantal vensters is extra aandacht vereist en zullen nader worden toegelicht. Naast dit installatie document kunt u ook informatie vinden in de help van de EPLAN Setup Manager De software wordt normaal gesproken lokaal geïnstalleerd. In uitzonderingsgevallen kan ervoor gekozen worden het programma in het netwerk te installeren. Dit is specifiek en complex, waardoor dit niet door onze helpdesk ondersteund kan worden. U heeft echter wel de mogelijkheid om hiervoor een installatieservice af te nemen. Denk vooraf goed na over de locatie van de stamgegevens en instellingen of hanteer de locaties van een vorige versie. LET OP: Zorg ervoor dat de gebruiker alle rechten heeft op de in te stellen directories. In dit document wordt EPLAN Electric P8 als voorbeeld gebruikt. Voor de andere producten is de installatieprocedure gelijk. Heeft u al met een eerdere versie van EPLAN gewerkt? Maak dan een export van uw gebruikers-, bedrijfs- en stationsinstellingen bij ´´Opties > Instellingen´´. De gebruikersinstellingen bevatten o.a. uw opgeslagen werkomgevingen, labelingsschema’s, sneltoetsen enz. Deze kunt u indien nodig na de installatie importeren in de nieuwste versie. Wij adviseren u om de oudere versie te deïnstalleren als alles naar wens werkt en u de oudere versie niet meer hoeft te gebruiken.
5
64 bit-versie van het EPLAN platform Omdat het EPLAN platform als 64 bit-versie beschikbaar is, dient u rekening te houden met de volgende bijzonderheden: Wanneer u voor het artikelbeheer, het projectbeheer en voor het woordenboek Access-databanken wilt gebruiken, moe ten zowel het Microsoft besturingssysteem als de Microsoft Office-toepassingen (o.a. Microsoft Access) in de 64 bit-versie geïnstalleerd zijn. Wanneer u de Microsoft Office-toepassingen in de 32 bit-versie hebt geïnstalleerd, moet u voor het artikelbeheer, het projectbeheer en voor het woordenboek SQL-server-databanken gebruiken. Voor EPLAN PPE kan niet worden omgeschakeld naar SQL-server-databanken. Om EPLAN PPE in de 64 bit-versie te gebruiken, moeten daarom zowel het Microsoft besturingssysteem als de Microsoft Office-toepassingen (o.a. Microsoft Access) in de 64 bit-versie geïnstalleerd zijn. Meer informatie (bijvoorbeeld over de installatie van de 64 bit-versie, over automatische updates van projecten etc.) vindt u op: http://www.eplan.info/quickstart
Afbeelding 2: Venster programmavariant selecteren
6
Doeldirectory instellingen Na het accepteren van de voorwaarden, komt onderstaand venster in beeld.
Bladeren
2 3 4 5 6 7 8 9 10
Afbeelding 3: Installatievenster doeldirectories Toelichting op onderstaande uitleg: 1 De mapnamen die tussen < > staan, zijn mappen die automatisch gegenereerd worden. Hetgeen tussen () zijn de vereiste rechten tijdens het werken met EPLAN Tijdens de installatie zijn schrijfrechten nodig op alle mappen. 1. Met de knop [Standaard] worden de standaard directory’s ingevuld. Indien bij u de knop [Vorige versie] wordt weergegeven, kunt u hiermee de directory instellingen van de vorige installatie inladen (versie 2.4 64 bit). 2. Programmadirectory: Dit is de map waarin de software geïnstalleerd wordt. Wij adviseren om dit op een lokale schijf in te stellen. De map en zijn submappen worden automatisch aangemaakt tijdens de installatie. C:\Program Files\EPLAN\
\ (Read) 3. Originele EPLAN stamgegevens: Locatie voor de originele stamgegevens van EPLAN. De mappenstructuur wordt in het Engels aangemaakt. C:\ProgramData\EPLAN\O_Data\\ (Read). Tip: In de bijlage vindt u meer gedetailleerde informatie over stamgegevens.
7
Bij
de eerste keer starten van EPLAN Electric P8 worden de originele EPLAN stamgegevens gekopieerd naar uw systeemstamgegevens (zie instelling 4...\bedrijfskenmerk), mits u de werkomgeving Expert heeft gekozen. Zo verkrijgt u de nieuwste stamgegevens in uw eigen EPLAN omgeving. Indien de gekozen locatie voor de systeemstamgegevens (zie afbeelding 3 punt 4) al stamgegevens bevat vanwege een eerdere installatie, dan verschijnt onderstaande pop-up.
Afbeelding 4: Mogelijkheid om de systeemstamgegevens te synchroniseren [Gebruikergedefinieerd]: Hier kunt u zelf kiezen welke systeemstamgegevens u update. [Ja]: Alle systeemstamgegevens met originele EPLAN namen worden geactualiseerd (aanbevolen). Zelf gemaakte wijzigingen in stamgegevens met originele EPLAN bestandsnaam worden overschreven. Eigen stamgegevens met aangepaste bestandsnamen blijven bestaan. [Nee]: Er wordt niets geüpdate. Niet aan te raden, omdat er dan met verouderde systeemstamgegevens gewerkt wordt. Kiest u er toch voor om op een ander moment te updaten, dan kunt u dat doen via “Hulpprogramma’s > Stamgegevens > Systeemstamgegevens synchroniseren”. Zorg dat u dat doet voor zowel platform data als voor Electric P8 Data. platform Data bevat stamgegevens dat gebruikt wordt door meerdere producten van het EPLAN platform, zoals de functiedefinitiebibliotheek en de SPECIAL symbolenbibliotheek. Electric P8 Data bevat stamgegevens specifiek voor EPLAN Electric P8.
Afbeelding 5: Systeemstamgegevens synchroniseren
8
4. Systeemstamgegevens: Dit is de locatie voor de systeemstamgegevens (formulieren, plotkaders, symbolen, macro’s enz.) waar u mee gaat werken in EPLAN. Per type stamgegeven wordt er een submap aangemaakt met de naam van het bedrijfskenmerk (punt 5). C:\Users\ Public\EPLAN\EPLAN_DATA\<Macros, images, etc.>\ (Change) Moeten meerdere engineers werken met dezelfde systeemstamgegevens, kies hier dan allemaal dezelfde map op de betreffende netwerkschijf. Ons advies is om bij de installatie het pad voor de systeemstamgegevens direct in te stellen op de goede locatie. 5. Bedrijfskenmerk: Vul hier (de afkorting van) uw bedrijfsnaam in. Maak de invoer niet te lang en gebruik geen speciale karakters. De submap in elke map van de systeemstamgegevens krijgt de naam die hier ingevuld wordt. 6. Gebruikersinstellingen: Kies een directory. Dat kan op de lokale harde schijf zijn, maar ook op een netwerkschijf. Deze instellingendatabank wordt aangemaakt tijdens de eerste start van EPLAN en is o.a. nodig om EPLAN op te kunnen starten. C:\Users\Public\EPLAN\ EPLAN_SETTINGS\\\<x64>\ (Change) 7. Stationsinstellingen: Kies een directory. Dat kan op de lokale harde schijf zijn, maar ook op een netwerkschijf. Deze instellingendatabank wordt aangemaakt tijdens de eerste start van EPLAN en is o.a. nodig om EPLAN op te kunnen starten. C:\Users\Public\EPLAN\ EPLAN_SETTINGS\\\<x64>\ (Change) 8. Bedrijfsinstellingen: Kies een directory. Dat kan op de lokale harde schijf zijn, maar ook op een netwerkschijf. Deze instellingendatabank wordt aangemaakt tijdens de eerste start van EPLAN en is o.a. nodig om EPLAN op te kunnen starten. C:\Users\Public\EPLAN\ EPLAN_SETTINGS\\\<x64>\ (Change) 9. Meeteenheid Kies hier de te gebruiken meeteenheid. Deze instelling kan na de installatie aangepast worden in de software. 10. Help-systeem Het nieuwe Help-systeem wordt nu ook op een EPLAN-webserver ter beschikking gesteld. Hierdoor kunt u het EPLAN Help-systeem ook via een internetverbinding oproepen. Wanneer u dit niet wilt (omdat er bijvoorbeeld geen internetverbinding is) kunt u het Help-systeem ook gewoon op een lokaal opslagmedium installeren. Aanvullende informatie over de help is te vinden in het hoofdstuk ‘Nieuw EPLAN Help-systeem’ in De locatie van de instellingen kan invloed hebben op de performance. Aanvullende informatie over de installatie is te vinden in ‘News_EPLAN_nl_NL.pdf’ en in de Help van de EPLAN Setup Manager.
Tip: Maak een printscreen van het venster van afbeelding 3 en sla deze op.
9
Gebruikergedefinieerde installatie Als u in het volgende scherm klikt op [Gebruikergedefinieerde installatie] kunt u zien dat de software is onderverdeeld in een aantal programmacomponenten. Het platform bestaat uit onderstaande installatiepakketten: EPLAN License Client: pakket voor licentiëring (vereist) EPLAN Electric P8 2.5 (x64): pakket met programmabestanden van de programmavariant. In dit geval Electric P8 (vereist) EPLAN Electric P8 Data 2.5 (x64): pakket met originele EPLAN stamgegevens van de programmavariant (aanbevolen) EPLAN Platform 2.5 (x64): pakket met programmabestanden voor het platform (vereist) EPLAN Platform Data 2.5 (x64): pakket met stamgegevens voor het platform (aanbevolen)
Afbeelding 6: Venster gebruikergedefinieerde installatie
10
EPLAN raadt aan om alle programmacomponenten te installeren in verband met eventuele uitbreiding van uw EPLAN platform (met bijv. Fluid of Pro Panel) en het updaten van systeemstamgegevens. Als er meerdere EPLAN gebruikers zijn, kan ervoor gekozen worden om alleen bij de eerste gebruiker de EPLAN Electric P8 Data en de Platform Data (originele EPLAN stamgegevens) mee te installeren op een netwerklocatie en bij de overige gebruikers niet (dus alleen de programmabestanden). Zorg er dan wel voor dat de directory voor de Originele EPLAN stamgegevens bij iedereen op dezelfde netwerklocatie staat ingesteld. Als dit de eerste keer is dat u EPLAN gebruikt, adviseert EPLAN om alle stamgegevenstypen te installeren, zodat u bij de start beschikt over alle standaard EPLAN stamgegevens. Is deze versie een update dan kunt u er ook voor kiezen om bepaalde stamgegevenstypen niet te installeren.
Let goed op dat u bij “Stamgegevens en talen” de interfacetaal(talen) van EPLAN kiest, waar uw licentie voor is vrijgegeven en zorg ervoor dat (één van) deze taal (talen) ook ‘geactiveerd’ is. EPLAN kiest hier automatisch de taal van uw Windows besturingssysteem.
Helptalen Voor de installatie van het EPLAN Help-systeem in verschillende talen, dient u gebruik te maken van de EPLAN Download Manager. Door meerdere Help-talen afzonderlijk via de EPLAN Download Manager te installeren wordt de hoeveelheid gegevens op het EPLAN opslagmedium verminderd en verloopt de installatie sneller. Start na de installatie EPLAN op Ga naar “Help > EPLAN Download Manager” Klik “Uit het EPLAN downloadbereik downloaden en installeren” aan Vink de gewenste Help-talen aan Druk op [Start]
11
Valideren Er zijn twee soorten licenties, lokaal en netwerk. Hieronder staat beschreven hoe u deze kunt valideren.
Lokale licentie Wanneer u voor de allereerste keer EPLAN Electric P8 opstart, zal automatisch het venster “Licentie valideren” (afbeelding 7) verschijnen. Kies “Met een validatiecode”. U kunt ook EPLAN starten met de [Shift] ingedrukt, dan komt het “Licentie selecteren”-venster in beeld (zie afbeelding 9). Kies het menu “Stand-alone-licentie > Validatiecode invoeren”.
Afbeelding 7: Licentie valideren venster Als het serienummer niet automatisch ingevuld wordt, kan het zijn dat uw computer de dongle driver niet van het internet heeft kunnen ophalen. Installeer dan eerst de HASPUserSetup.exe te vinden in de map ...\ELM\Services (x64)\Drivers van de installatiesoftware
Afbeelding 8: Validatiecode invoeren venster
Netwerklicentie Om met een netwerklicentie te werken, moet een apart programma, genaamd EPLAN License Manager (ELM) geïnstalleerd worden op een netwerkserver. Staan er al een EPLAN License Manager en License Tools geïnstalleerd van een eerder platform, installeer dan de nieuwste versie van de software. Indien u nog geen nieuwe validatiecode heeft ontvangen via de email, kunt u een email sturen naar [email protected] of [email protected] o.v.v. het serienummer.
12
Klik hier voor de installatiehandleiding van de ELM. Hierin staan belangrijke (DCOM) instellingen. Gebruik dit document om de ELM te installeren. Om gebruik te maken van een netwerklicentie start u EPLAN op met de [Shift] toets ingedrukt. Het “Licentie selecteren”venster komt in beeld.
Afbeelding 9: Licentie selecteren venster
Ga naar het menu “Netwerklicentie > Met de License Manager verbinden”.
Afbeelding 10: Venster met “License Manager” verbinden
In dit venster vult u de servernaam van de License Manager in. Om de verbinding met de License Manager te verbreken kiest u voor Netwerklicentie > Van de License Manager verbreken.
13
Projecten en artikelen uit eerdere versie Projecten en artikelen uit eerdere versies van EPLAN dienen geconverteerd te worden, voordat de gegevens gebruikt kunnen worden in de nieuwste versie. Houdt er rekening mee dat artikeldatabanken of projecten aangemaakt in/geconverteerd naar de nieuwste versie niet downwards compatible zijn (niet bewerkbaar in een eerdere versie).
Projecten overnemen Wanneer u een project uit een eerdere versie wilt openen, zal het project geconverteerd moeten worden naar de 2.5 versie. Onderstaande melding zal automatisch verschijnen:
Afbeelding 11: Project openen Als u voor [Nee] kiest wordt het project geopend als alleen-lezen en kan het project niet bewerkt worden.
Afbeelding 12: Mogelijkheid om de systeemstamgegevens te synchroniseren met het project [Gebruikergedefinieerd]: Hier kunt u zelf kiezen welke projectstamgegevens u wilt updaten [Ja]: Alle projectstamgegevens met originele EPLAN namen worden geactualiseerd. [Nee]: Er wordt niets geüpdate. Niet aan te raden, omdat er dan met verouderde systeemstamgegevens gewerkt wordt. Kiest u ervoor om op een ander moment te synchroniseren dan kunt u dat doen via “Hulpprogramma’s > Stamgegevens > Huidig project synchroniseren”. Naast het geconverteerde project komt er in dezelfde directory een backup te staan van het ‘oude’ project dat de naam krijgt: projectnaam_Vx.x_jjjmmdduummss.zw1. Dit project is nog te openen in de versie waarin het project voor het laatst bewerkt is.
14
Artikeldatabank (Access-databank) Als u een artikeldatabank uit een eerdere versie opent in versie 2.5 dan zal een pop-up komen met de volgende vraag:
Afbeelding 13: Artikeldatabank actualiseren U heeft een tweetal mogelijkheden: met [Ja] zal automatisch een kopie gemaakt worden, in dezelfde directory als het origineel (“ backup 1.mdb”) en het origineel zal worden geconverteerd naar versie 2.5. De geconverteerde databank is nog wel te gebruiken in een eerdere versie (t/m 2.0) bij artikel- en apparaatselectie. Op deze manier hoeft/kan de databank alleen onderhouden te worden in de nieuwste versie.
Afbeelding 14: Voorbeeld automatische back-up artikeldatabank (Access) Als u ervoor kiest om de databank niet te actualiseren, dan wordt de databank niet geopend. Vervolgens moet een andere databank ingesteld worden.
SQL Artikelbeheer Ook als u een SQL-server gebruikt, geldt dat het artikelbeheer overgenomen moet worden in de nieuwe versie van EPLAN. Omdat er tijdens de conversie naar een hogere versie GEEN AUTOMATISCHE BACK-UP gemaakt wordt, krijgt u de melding eerst een back-up te maken. Ons advies is eerst vanuit het EPLAN artikelbeheer een export naar *.xml te maken van uw artikelgegevens. Maak vervolgens een nieuwe databank aan op de SQL-server (dit wordt de backup) en importeer hierin uw XML-export van de vorige versie. Het advies is om de versie van EPLAN op te nemen in de naam van de databank/XML-export. Klik hier voor meer informatie over SQL artikeldatabanken.. Het is ook mogelijjk om de XML-export als back-up te bewaren.
15
Bijlage: Toelichting stamgegevens Stamgegevens worden in EPLAN gebruikt tijdens het ontwerp en beheer van projecten. De gegevens zijn grofweg in twee categorieën in te delen: 1. Bestanden en/of databanken met engineeringdata zoals symboolbibliotheken, artikeldatabanken, macro’s, functiedefinities etc. 2. Daarnaast zijn er ook bestanden die u helpen om de engineeringdata te verwerken en weer te geven, zoals formulieren, plotkaders, afbeeldingen etc. Het volgende hoofdstuk beschrijft de locatie en samenhang tussen de verschillende stamgegevens welke in EPLAN beschikbaar zijn. Indien u na of tijdens het lezen van dit document aanvullende vragen heeft, neem dan contact op met de EPLAN support afdeling. Voor Nederland: telefoonnummer 0316 591790 of e-mailadres [email protected] Voor België: 013/53.96.80 of e-mail adres [email protected] Locaties en samenhang van stamgegevens De stamgegevens waar EPLAN Electric P8 gebruik van maakt zijn opgesplitst in drie groepen, namelijk: Originele EPLAN stamgegevens: Dit zijn de voorbeeld stamgegevens welke door EPLAN meegeleverd worden en vormen de basis van de systeem stamgegevens. Doorgaans worden deze stamgegevens niet toegepast voor productie projecten. De locatie van deze stamgegevens kan tijdens de installatie van EPLAN worden opgegeven. Systeemstamgegevens:
Dit is de verzameling van eigen en/of klant specifieke stamgegevens welke binnen de diverse projecten kunnen worden toegepast. De locatie van deze stamgegevens kan tijdens de installatie van EPLAN worden opgegeven. Projectstamgegevens: Dit is een selectie van de systeem stamgegevens, welke specifiek voor het project noodzakelijk zijn. Tijdens het aanmaken van een nieuw project, worden de stamgegevens op basis van de projectinstellingen vanuit de systeem stamgegevens binnen het project opgeslagen.
C
A B
De verschillende groepen stamgegevens hebben een onderlinge samenhang. Deze samenhang maakt het mogelijk om terug te grijpen op standaard voorbeeld data van EPLAN of om projecten te voorzien van nieuwe gegevens. Middels een synchronisatie actie is data tussen de drie groepen stamgegevens uit te wisselen De systeem stamgegevens staan hierbij altijd centraal. Dit wordt in de afbeelding hiernaast weergegeven:
Afbeelding 1: Toelichting locaties en samenhang van stamgegevens
16
Op de volgende pagina worden A, B en C toegelicht
De actualisatie van stamgegevens kan d.m.v. drie menuopties worden uitgevoerd:
A B C Afbeelding 2: Menuopties stamgegevens synchronisatie A) Via Hulpprogramma’s > Stamgegevens > Huidig project synchroniseren, kunt u de projectstamgegevens (1) handmatig met uw systeemgegevens (2) synchroniseren. B) Via Hulpprogramma’s > Stamgegevens > Huidig project actualiseren, kunt u uw projectstamgegevens (1) met uw systeemgegevens (2) actualiseren. Dit houdt in dat EPLAN de laatste wijzigingsdatum van de projectstamgegevens vergelijkt met de laatste wijzingsdatum van de systeemstamgegevens. Vervolgens worden alle verouderde projectstamgegevens automatisch geactualiseerd. C) Via Hulpprogramma’s > Stamgegevens > Systeemstamgegevens synchroniseren, kunt u uw systeemstamgegevens (2) handmatig met de originele EPLAN stamgegevens (3) synchroniseren. Let hierbij op dat de Originele EPLAN stamgegevens bestaan uit meerdere bronnen, Platform Data (wordt gebruikt door het hele platform) en Electric P8 Data (productspecifiek). Er moet rechs boven in het venster handmatig ingesteld worden welke bron u wilt synchroniseren.
Afbeelding 3: Systeemstamgegevens synchroniseren In afbeelding 3 kunt u grafisch zien tussen welke locaties de synchronisatie (A of C) of de actualisatie (B) plaats vindt.
17
10.2015 / 1
EPLAN Software & Services NV/SA Bosstraat 54 · B-3560 Lummen Tel: +32 (0) 13 53 96 96 · Fax: +32 (0) 13 53 96 99 E-Mail: [email protected] · www.eplan.be
EPLAN Software & Services B.V. Hengelder 56 · Postbus 246 · NL-6900 AE Zevenaar Tel: +31 (0) 316 591 770 · Fax: +31 (0) 316 591 749 E-Mail: [email protected] · www.eplan.nl