EPB-berekeningen van passiefhuizen Stefan Van Loon1, Erwin Mlecnik2 1 Passiefhuis-Platform vzw, www.passiefhuisplatform.be Gitschotellei 138, B-2600 Berchem, Belgium Phone: +32 3 235 02 81 Fax: +32 3 271 03 59 E-mail:
[email protected] 2 Passiefhuis-Platform vzw, www.passiefhuisplatform.be Gitschotellei 138, B-2600 Berchem, Belgium Phone: +32 3 235 02 81 Fax: +32 3 271 03 59 E-mail:
[email protected] ABSTRACT De Belgische bouwwereld bevindt zich al jaren lang in de staart van het peloton als het op energiezuinigheid aankomt. Dankzij de Europese regelgeving werd ook België verplicht om een energieprestatiebeoordeling in te voeren. Het Vlaams Energie Agentschap (VEA) heeft daarvoor een software-tool laten ontwerpen m.n. EPB-software Vlaanderen versie 1.1. Het VEA staat ook in om de door de wet opgelegde energieprestatie-eis te doen naleven. Daar tegenover staan vrijwillige energiezuinigere concepten, in het bijzonder het passiefhuisconcept, vergezeld van vrijwillige ‘certificatie’-mechanismen. Deze concepten maken soms gebruik van technieken en modellen die moeilijk verenigbaar zijn met de filosofie van de EPB-software. Deze paper illustreert enkele verschillen aan de hand van voorbeelden. In Europees verband, in het kader van het project ‘Promotion of European Passive Houses (PEP)’, wordt erkend dat met de huidige stand van zaken van de passiefhuismarkt, het in vele landen moeilijk zal zijn om een aanpak van certificatie van passiefhuizen aan aanbodzijde te introduceren. Er wordt geopteerd voor een vrijwillige procedure voor de ontluikende markt. Deze paper beschrijft de binnen PEP voorgestelde nationale procedure.
1
INLEIDING
Deze paper beschrijft de resultaten van twee studies uitgevoerd door PHP. VEA was in het kader van de verdere ontwikkeling van de EPB-software geïnteresseerd in het werkelijke E-peil van enkele passiefhuizen. Naast de vraag welk E-peil een passiefhuis bereikt, leefden vele andere vragen gerelateerd aan de EPB bij de architecten, studiebureaus en andere bouwactoren. Is het E-peil een goede maatstaf om een passiefhuis te beoordelen? Hoe moeten we de EPB resultaten interpreteren? Geeft de EPB software betrouwbare resultaten voor passiefhuizen? Staat een laag E-peil garant voor een energiezuinige woning? Welke invloed op het E-peil heeft luchtdichtheid, ventilatie met warmteterugwinning, externe zonwering, circulatieleidingen, oriëntatie van glaspartijen, aardwarmtewisselaar, douchewarmtewisselaar, hotfillhuishoudapparaten, enz.? Hebben de erkende EPB-verslaggevers reeds voldoende ervaring om passiefhuizen in te geven in de software? Zijn er specifieke
problemen, moeilijkheden of onduidelijkheden? Deze paper geeft een beter een inzicht in deze materie aan de hand van praktijkvoorbeelden. PEP, wat staat voor ‘Promotion of European Passive Houses’ of ‘Promotie van Europese Passiefhuizen’ is een consortium van Europese partners, gesteund door het Directoraat Generaal voor Energie en Transport van de Europese Commissie. In het kader van het IEE Programma EIE/04/030/S07.39990 werden door de PEPpartners structurele aanbevelingen geformuleerd over de koppeling tussen de beoordeling van passiefhuizen en de verplichte beoordeling in het kader van de Europese EPBD-reglementering, waarvan de Vlaamse EPB-procedures de weerslag zijn. Deze paper bespreekt de conclusies van de PEP-partners en geeft aanbevelingen in zake de huidige en toekomstige certificatie van passiefhuizen.
2
ERVARINGEN VAN PRAKTIJKVOORBEELDEN
2.1 Beschrijving van de voorbeelden Er werden 2 gelijkaardige ééngezinswoningen doorgerekend met de PHPP2003en EPB-software Vlaanderen versie 1.1. Beide woningen hebben een eenvoudige bouwvorm - quasi rechthoekig – en bestaan uit 2 bouwlagen met daar een zadeldak bovenop. Tabel 1 geeft u een overzicht van de meest belangrijke woningkarakteristieken. Woningkarakteristieken Volume Geconditioneerde nuttige oppervlakte: Compactheidsgraad Luchtdichtheidsgraad n50 Orientatie tuingevel
Eenheid
Woning 1
Woning 2
m³ m² m h-1
860 206,1 1,6 0,20 zuid oversteek/ terras (luiken nietgeïnstalleerd) ja condensatieketel 5,6 ja 2640
905,5 218,1 1,69 0,56 zuid verticale screens
Zonwering zuid Zonwering oost-west Aardwarmtewisselaar Naverwarming Zonneboiler apertuuroppervlakte m² Douchewarmtewisselaar PV-cel (Piekvermogen) Wpiek Berekeningsresultaten volgens PHPP2003 Energiekengetal verwarming volgens PHPP2003 kWh/(m².jaar) Behoefte verwarming volgens PHPP2003 W/m² Temperatuuroverschrijdingen boven de 25°C Berekeningsresultaten volgens EPB Vlaanderen 1.1 E-peil (E100) K-peil (K45) Gemiddelde U-waarde W/m²K Oververhittingsindicator (8000Kh-17500Kh) Kh Jaarlijks primair energieverbruik kWh Primair energieverbruik/m² kWh/(m².jaar)
geen ja HR+ ketel 4,68 nee 0
14,06 9,1 14%
14,40 10,9 45%
E20 K14 0,17 13322 8610 41,77
E49 K17 0,2 15350 23928 109,71
Tabel 1: woningkarakteristieken Afbeelding 1 geeft u een indruk van woning 1, die een overdekte autostalplaats heeft. De kelder en zijn toegang werden bewust buiten het beschermd volume gehouden om extra koudebruggen te vermijden. Deze woning is ingedeeld in een inkomhal, een zithoek, een eetkamer, een open keuken, wc, 4 slaapkamers, een nachthal, een badkamer en een bureau. Afbeelding 1 : Woning 1 Op Afbeelding 2 ziet u de tuinzijde van woning 2 met aan de rechterzijde een garage en fietsenstalling die ook hier logischerwijze niet opgenomen zijn in het beschermd volume. Deze woning bestaat verder uit een inkomhal, wc, living, open keuken, bureau, berging, wasplaats, nachthal, 2 badkamers, 3 slaapkamers, technische ruimte en speelzolder. Afbeelding 2 : Woning 2 2.2 Vastgestelde problemen, moeilijkheden, onduidelijkheden bij de invoer van parameters in de EPB-berekening De opdracht werd aanvankelijk uitgevoerd in samenwerking met een erkend EPB-verslaggever. Hieruit bleek dat ook erkende EPB-verslaggevers lang niet altijd exact op de hoogte zijn van hoe ze alle gegevens precies moeten inbrengen in de EPB-software. Het feit dat er voor het eerst een passiefhuis moest doorgerekend worden, bracht diverse onduidelijkheden aan het licht. Zo was het niet duidelijk of men al dan niet de beschaduwing van de raamdagkanten in rekening moet brengen. De beschrijvende tekst in de help-file sprak de voorbeeldafbeelding tegen. Dixit VEA mag men deze in rekening brengen. Verscheidene energiebesparende technieken zoals aardwarmtewisselaar, douche-warmtewisselaar, hotfill(vaat)wasmachine konden niet ingegeven worden in versie1.1. Ondertussen is er wel een ministerieel besluit betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innoverende bouwconcepten en technologieën verschenen dat dit
probleem tijdelijk moet ondervangen. Deze procedure vind je op volgende link: http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/economie/energiesparen/epb/doc/mbgel ijkwaardigheid.pdf Om de luchtdichtheidsgraad in te geven dient men de beter gekende n50– waarde om te rekenen naar de v50-waarde. Belangrijk hierbij is de volumebepaling waarover in WTCB-Dossiers – Nr. 1/2007 onlangs een toelichting op de norm NBN EN 13829 verscheen. Men dient niet alle warm watertappunten (bijv. badkamer lavabo’s) in te geven. Indien men een gasketel met weersafhankelijke regeling heeft dan dient men bij 'afgiftekring' de ‘variabele instelwaarde vertrektemperatuur’ aan te vinken en bij 'opwekkingssysteem' de ‘ontwerpretourtemperatuur is gekend’ niet aan te vinken. De afwezigheid van een undo-functie en een verwijder-functie in de bibliotheek kunnen leiden tot irritatie en worden best voorzien. Uit de ervaringen met deze voorbeelden bevelen we aan om in de huidige opstartperiode meer ondersteuning te geven en een striktere opvolging te doen. PHP is ook van mening dat het noodzakelijk is om dringend werk te maken van de mogelijkheid om de meeste energiezuinige technieken op een eenvoudige standaardwijze in te kunnen geven. 2.3 E-peil sensitiviteit ten opzichte van energiebesparende technieken Tabel 2 geeft een overeenkomstig E-peil.
overzicht
van
alle
berekende
variantes
met
WONING 1 Configuratie As built zonder PV en zonder zonneboiler, luchtdichtheid van 0,20 As built zonder PV, luchtdichtheid van 0,20 As built met natuurlijke ventilatie, luchtdichtheid van 0,20 As built met slechtere luchtdichtheid van 3 As built met slechtere luchtdichtheid van 2 As built met slechtere luchtdichtheid van 1 As built met slechtere luchtdichtheid van 0,6 As built = met PV en met zonneboiler As built + zonweringsluiken in zijgevels As built + zonweringsluiken in zijgevels en manuele screens in zuidgevel As built + zonweringsluiken in zijgevels en automatische screens in zuidgevel WONING 2 Configuratie As built zonder zonneboiler, luchtdichtheid van 0,56 As built met slechtere luchtdichtheid van 3 As built met slechtere luchtdichtheid van 2 As built met slechtere luchtdichtheid van 1 As built met slechtere luchtdichtheid van 0,6 As built = met zonneboiler As built + zonweringsluiken in zijgevel As built + zonweringsluiken in zijgevels en manuele screens in zuidgevel As built + zonweringsluiken in zijgevels en automatische screens in zuidgevel voorgaande zonder circulatieleiding voorgaande + optimalisatie CV-installatie
E-peil E38 E31 E24 E25 E23 E22 E21 E20 E19 E17 E16 E-peil E57 E54 E52 E50 E49 E49 E49 E44 E43 E33 E31
hun
voorgaande + beschaduwing dagkanten
E29
Tabel 2: Overzicht berekende E-peilen Om zoveel mogelijk enkel het passieve karakter van de woningen te vergelijken, moeten we van beide woningen het E-peil berekenen zonder de invloed van hernieuwbare energie mee te rekenen. Uit Tabel 2 kunnen we dan besluiten dat er een verschil is van 19 E-peil punten (Woning 2 E57 tegenover Woning 1 E38). Dit grote verschil is voornamelijk te wijten aan de circulatieleiding voor het sanitair warm water (10 punten) en het groter risico op oververhitting (5 à 6 punten). Verder kan men ook nog enkele punten winst boeken door een meer performante CV installatie. Indien ook rekening wordt gehouden met de beschaduwing veroorzaakt door de dagkanten, wint men ook nog enkele punten. Voor Woning 1 werd ook nog de invloed van de balansventilatie met WTW onderzocht. Met als basis de situatie ‘as built’ steeg het E-peil met 4 punten van E20 naar E24 voor de variant met natuurlijke ventilatie. Invloed van extra beglazing Vertrekkende van de reële glasoppervlaktes en het overeenkomstig verbruik werd het glasoppervlak vervolgens fictief vergroot met 10 m² extra glas in noord en zuid-georiënteerde gevels.
Woning 1 koeling (MJ) verwarming (MJ)
Basis 8487 8468
Basis +10m² ZW 7808 9785
Basis +10m² ZO 7835 9730
Basis +10m² NW 7781 9840
Tabel 3: Invloed 10m² extra beglazing op verbruik Woning 1
Woning 2 koeling (MJ) verwarming (MJ)
Basis 8539 9877
Basis +10m² zuid 14323 10460
Basis +10m² noord 10649 11226
Tabel 4: Invloed 10m² extra beglazing op verbruik
Woning 2 Tabel 3 en 4 leert ons dat de EPB-software de beglazing steeds als een verliespost op jaarbasis beschouwt ongeacht de oriëntatie. Dit in tegenstelling tot de PHPP software, waar passiefhuisbeglazing georiënteerd tussen ZO en ZW een winstpost op jaarbasis kan zijn. Grafiek 1 verduidelijkt dit.
Grafiek 1: Invloed type beglazing en oriëntatie 2.4 Correlatie E-peil en energiezuinigheid Een gebouw met een laag E-peil staat onvoldoende garant voor een laag energieverbruik voor verwarming, aangezien men een laag E-peil op verschillende manieren kan bekomen. Het E-peil blijkt geen goede maatstaf te zijn voor het beoordelen of een gebouw al dan niet voldoet aan het passiefhuisconcept. Het is immers mogelijk om in een K45-woning een energiezuinige verwarming te installeren, het dak vol te leggen met PV-cellen en/of een grote zonneboilerinstallatie te plaatsen om zo een laag E-peil te bekomen. Waarom moet dit voorkomen worden? Het allerbelangrijkste is dat men in eerste instantie de energievraag maximaal gaat beperken. Dit heeft ook het voordeel dat er eerst geïnvesteerd dient te worden in de langetermijncomponenten zoals de gebouwschil. Onderzoek heeft uitgewezen dat de gebouwschil het minst snel gerenoveerd wordt. Overigens is het ook moeilijker om energiezuinig te renoveren volgens stedebouwkundige voorschriften en rekening houdend met de specifieke koudebrugproblematiek bij renovatie. Andere technieken zoals de sanitair warmwaterproductie, PV-cellen, enz. kunnen nog altijd later op een vrij eenvoudige manier gewijzigd of geïntegreerd worden in vergelijking met aanpassingen aan de gebouwschil. Een K-peil zou al meer geschikt kunnen zijn, maar toont ook nog problemen. Het K-peil wordt bepaald aan de hand van de compactheidsgraad C en de gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt. De K-peilcurven lopen horizontaal bij C = 0 tot 1 en C ≥ 4. Concreet betekent dit dat men bijvoorbeeld een gebouw van 6m*12m*3m met 2 naast elkaar gelegen studio’s slechts evenveel moet isoleren als het een gebouw van 6m*6m*6m met diezelfde studio’s boven elkaar om eenzelfde K-peil te halen. Bijkomend is er het probleem dat koudebruggen momenteel niet verplicht ingegeven dienen te worden, wat eveneens tot een zeer vertekend beeld kan leiden. De criteria energiekengetal voor verwarming (≤ 15 kWh/m².jaar) - ongeacht het installatierendement – en de luchtdichtheidsgraad (n50 ≤ 0,6 h-1) zijn dan ook dé
voornaamste criteria die het meeste inzicht verschaffen of een constructie al dan niet energiezuinig is. PHP pleit dan ook om de EPB-software Vlaanderen 1.1 zodanig aan te passen dat er naast het E-peil een energiekengetal voor verwarming wordt getoond zonder rekening te houden met het installatierendement uitgedrukt in kWh/m².jaar. Dit resultaat zou net voor het E-peil weergegeven moeten worden, aangezien het op lange termijn een belangrijker gegeven vormt dan het E-peil dat afhangt van installatietechnologie die meermaals vervangen wordt gedurende de levenscyclus van de gebouwschil. Deze waarde is momenteel reeds op eenvoudige wijze uit de EPB software te halen door de “Netto energiebehoefte” (Afbeelding 3) uitgedrukt in MJ om te rekenen naar kWh en dit getal dan te delen door het netto vloeroppervlak bepaald volgens NBN B 06-002. Zo bekomt men aldus het energiekengetal voor verwarming uitgedrukt in kWh/m².jaar.
Afbeelding 3: Netto energiebehoefte in de EPB-interface. Het zou ook duidelijker zijn om alle resultaten die momenteel uitgedrukt zijn in MJ om te zetten in kWh, aangezien dit een beter gekende eenheid is voor de meeste leken. Voor de 2 onderzochte projecten vindt u in Tabel 5 een vergelijking tussen de resultaten uit de EPB-software Vlaanderen 1.1 en PHPP2003 berekening. PHPP2003: energiekengetal verwarming (kWh/m².jaar) EPB Vlaanderen 1.1:Netto energie behoefte (MJ) EPB Vlaanderen 1.1:Netto energie behoefte (kWh/m².jaar) Procentueel verschil EPB-PHPP (%)
Woning 1 14,1 8453
Woning 2 14,4 8049
11,39 19,20%
10,25 18,81%
Tabel 5: Vergelijking resultaten PHPP2003 met EPB-software Vlaanderen versie 1.1 Ondanks het feit dat zuidgerichte ramen door de EPB-software ongunstiger ingerekend worden, schat deze software de energiebehoefte voor verwarming toch een heel stuk gunstiger in dan de PHPP berekening. Dit is o.a. te wijten aan het feit dat EPB rekent met een gemiddelde binnentemperatuur van 18°C. PHPP rekent daarentegen met een gemiddelde binnentemperatuur van 20°C, welke een meer realistische waarde is voor passiefhuizen. ’s Nachts koelt het gebouw slechts zeer weinig af dankzij de kwalitatieve gebouwschil en bijgevolg ligt de gemiddelde binnentemperatuur ook hoger dan in een traditionele woning. Aangezien de PHPP software in het verleden gevalideerd werd via o.a. het CEPHEUS-project, waarbij de theoretische verbruikscijfers vergeleken werden met de werkelijke verbruikscijfers, kunnen we zeggen dat de resultaten uit de PHPP
betrouwbaar zijn. De EPB-software zal zich zeker op het gebied van zeer lage energiegebouwen nog moeten valideren.
3
CERTIFICATIE VAN PASSIEFHUIZEN
3.1 Stand van zaken Het passiefhuis-concept werd voor het eerst geïntroduceerd in België met de oprichting van Passiefhuis-Platform vzw in 2002. Sindsdien zijn al een aantal passiefhuizen gebouwd. De eerste passiefhuizen die een kwaliteitsverklaring ontvingen van PHP, gebouwd in Heusden-Destelbergen en in Heusden-Zolder en gedocumenteerd in de nationale brochure voor België, werden voltooid in 2004. In oktober 2005 werden de eerste zeven kwaliteitsverklaringen uitgereikt door de Staatssecretaris voor duurzame ontwikkeling, tijdens de passiefhuis-happening 2005. Sinds 2006 werden premies voor passiefhuizen geïntroduceerd in Vlaanderen door de netbeheerder eandis en door de stad Turnhout. Sinds 2007 kunnen subsidies worden bekomen, bepaald per vierkante meter, voor passiefhuisprojecten in het Brussels hoofdstedelijk gewest. In Wallonië ligt een voorstel op tafel om een premie per gebouw toe te kennen voor passiefhuis-bouwprojecten. Op federaal niveau werd een belastingsvoordeel via de personenbelastingvermindering van de inkomstenbelasting ingevoerd om zo passiefhuizen te promoten. Het belastingsvoordeel bedraagt 600 euro per belastbaar tijdperk (geïndexeerd bedrag voor aanslagjaar 2008 - inkomstenjaar 2007 bedraagt 780 euro) en per woning en wordt verleend gedurende 10 opeenvolgende belastbare tijdperken vanaf het belastbaar tijdperk waarin is vastgesteld dat de woning een passiefhuis is. Een certificaat is vereist. Om op dit moment in aanmerking te komen voor financiële hulp, kan de bouwheer een dossier indienen voor het bekomen van een kwaliteitsverklaring bij Passiefhuis-Platform vzw of Plate-forme Maison Passive asbl. De kwaliteitsverklaring moet ter staving van de premie-aanvraag voorgelegd worden aan de subsidieverstrekker. De certificatiemarkt voor passiefhuizen wordt op dit moment vooral aangedreven door het vooruitzicht op de bijhorende subsidies en door de stimulans van private bedrijven. Alle passiefhuizen moeten minstens voldoen aan het criterium dat de totale energievraag voor ruimteverwarming en koeling niet hoger mag zijn dan 15 kWh per m² gebruiksoppervlakte en per jaar. Bovendien wordt gevraagd dat het primair energiegebruik kleiner is dan 120 kWh per m² en per jaar. De berekening van oppervlaktes en volumes wordt gedefinieerd door de Belgische norm NBN 06002 (1983). Bovendien moet het verslag van een luchtdichtheidsproef (pressurisatietest) van het gebouw worden voorgelegd, uitgevoerd volgens de norm EN 13829, waarbij de n50 waarde niet hoger mag zijn dan 0,6 h-1. 3.2 PEP Project: algemene bevindingen De door de partners van het consortium ‘Promotion of European Passive Houses’ (PEP) voorgestelde certificatie voor passiefhuizen heeft als doel om een certificatieschema op te stellen op internationaal niveau, dat kan worden ingevoerd in alle deelnemende landen, rekening houdend met de nationale verschillen in ligging en klimaat.
Door de PEP partners wordt erkend dat er een nood is aan een kwaliteitsverklaring van en een label voor passiefhuizen in België met als doel: •
Gebouwen die de passiefhuis-standaard bereiken te onderscheiden.
• De kwaliteit van de term ‘passiefhuis’ te beschermen tegen ontwikkelaars die de term passiefhuis zouden gebruiken om niet-passieve gebouwen lucratief te verkopen. • Om de koper van een passiefhuis garanties te bieden wat betreft energieprestaties van het gebouw en binnencomfort. Het certificatieproces moet: •
Eenvoudig zijn (er bestaat al een kluwen van regelgeving).
• Kostenefficiënt (de respectieve kost moet zo laag mogelijk worden gehouden). •
Praktisch en toepasbaar in de Belgische woningmarkt.
• Een direct verband houden met de EPB-eisen in Vlaanderen en eventuele energieprestatie-eisen van de overige gewesten. •
Vrijwillig zijn, maar gestimuleerd door subsidies.
De internationale bevindingen (zie PEP WP3.4 www.europeanpassivehouses.org) argumenteren ook de voordelen van een aanpak aan aanbodzijde inzake certificatie, en dus kwaliteitscontrole, van het ontwerpproces, het constructieproces, de inspectie na de constructie en het bemeten van een passiefhuis. Echter, voor de ontluikende markt wordt door de diverse PEP partners geopteerd voor vrijwillige certificatie van passiefhuis-projecten, nationaal te implementeren in koppeling met de regionale EPBD-interpretatie. 3.3 PEP-project: nationale bevindingen [3.3.1]Het bouwen van een passiefhuis in België – Huidige situatie Het proces om een passiefhuis te bouwen in België, wordt beschreven in afbeelding 4, waarbij de nadruk wordt gelegd op die aspecten die kenmerkend zijn voor de bouw van een passiefhuis.
Lokaal ontw. plan
VERKOOP Aanspraak op PH
Ruimtelijke Ordening:
Onafhankelijke luchtdichtheidstest (moet uitgevoerd)
• bouwtoelating Ontwikkelaar Eigenaar
ONTWERP Architect / Ir. enz.
BOUW Aannemers
• Ontw. tekeningen • Eerste PHPP berek. • Gebouw tekeningen • Specificaties • EPB startverklaring • Def. PHPP berek.
• Volgens de gebouw tek.
PH Energie Advies
• EPB Berekening • PH Ontwerp advies • PHPP Berekening • PH producten, technologie
en specificaties
• In situ bouwpraktijk • Know-how
AS BUILT Ontwikkelaar / Eigenaar
• EPB aangifte/ certificaat • Luchtdichtheid • PHPP
Geaccr. EPB verslaggever Vanaf Jan 2007 EPB aangifte/ certificaat Verschillend per regio
Afbeelding 4: Schema dat het bouwproces van een passiefhuis weergeeft in België. [Ondertitel]Ontwerpfase In het geval dat de ontwerper van het gebouw geen ervaring heeft met het PHPP rekenpakket, kan aan het project een passiefhuis-energieadviseur worden toegekend. Deze adviseur zal planadvies geven, PHPP-berekeningen uitvoeren en aanbevelingen doen wat betreft producten en technologische specificaties. Sinds 1 januari 2006 is een beoordeling van de energieprestatie van het ontwerp van nieuwe gebouwen en grote verbouwingen verplicht, als onderdeel van het proces om het voldoen aan een bepaalde energieprestatie af te dwingen. In de Vlaamse procedures van de EPB-regelgeving wordt vanaf 2007 een certificaat en een aangifte gegenereerd na de uitvoering en wordt vooraf een startverklaring ingediend. Voor het gros van de gebouwen die een bouwvergunning nodig hebben, worden er eisen geformuleerd naar energieprestatie en binnenklimaat (EPB eisen). De EPB verslaggevers dienen de EPB-aangifte uit te brengen, gebruik makend van de EPB software. (In het Brussels en Waals Gewest zijn gelijkaardige energieprestatiedecreten en -uitvoeringsbesluiten in voorbereiding). [Ondertitel]Bouwfase Tijdens de bouw van een passiefhuis moeten kennis en bouwpraktijk, nodig om een goede luchtdichtheid en adequate plaatsing van isolatie, schrijnwerk, ventilatie met warmterecuperatie enz. te garanderen, veel nauwkeuriger zijn dan op een doorsnee bouwwerf in België. Omwille van een gebrek aan ervaring van de aannemers om te bouwen volgens deze veeleisende voorschriften van een passiefhuis, bestaat het gevaar dat
gebouwen die claimen passiefhuizen te zijn, in realiteit een energievraag zouden hebben die groter is dan de passiefhuis-standaard. Het Vlaams Energie-agentschap (VEA) is onder meer belast met EPB-gerelateerde toetsingen en inspecties in Vlaanderen. Overtreders worden onder meer beboet naargelang de mate van afwijking van de E-peil eis, K-peil, Umax of Rmin waarden, ventilatie, oververhitting.. [Ondertitel]As Built Alle woningen in Vlaanderen waarvoor vanaf 1 januari 2006 een aanvraag om te bouwen of verbouwen wordt ingediend, moeten een bepaald niveau van thermische isolatie (K-peil) en energieprestatie (E-Peil) behalen. De EPB software wordt gebruikt om dit E-peil te berekenen en een evaluatie te maken van gebouwen waarvoor een bouwtoelating vereist is. Dit alles wordt opgesteld door een EPB verslaggever, aangesteld door de aangifteplichtige. • Na, en bij voorkeur ook tijdens, de bouw van het passiefhuis zal de bouwheer een luchtdichtheidstest laten uitvoeren (door een onafhankelijk bedrijf) en het resultaat van deze test moet voldoen aan de eis voor luchtdichtheid zoals gesteld door de passiefhuisstandaard. • Om koudebruggen op te sporen, kan er gebruik gemaakt worden van thermografie (met een infrarood-camera). Tot op heden wordt dit in België slechts zelden uitgevoerd (door gebrek aan materiaal, know-how en door de kosten verbonden aan deze tests). • Nadat de testen en eindberekeningen zijn vervolledigd, kan de bouwheer zijn dossier indienen bij PHP in Berchem of PMP in Mons, met als doel het bekomen van een kwaliteitsverklaring. [Ondertitel]Verkoop • Het gebouw wordt te koop aangeboden als zijnde een gebouw met een laag E-peil. Het vrijwillig certificaat kan garanderen dat het gaat om een passiefhuis. • In sommige gevallen is er voor gebouwen die worden aangeboden als passiefhuis, geen PHPP berekening of luchtdichtheidstest uitgevoerd, waardoor er problemen ontstaan om aan de passiefhuis energie-eisen te voldoen(!) [3.3.2]De voorgestelde (PEP) Europese punctuele passiefhuis-certificatie in België
‘supply chain’
benadering
versus
De voorgestelde Europese ‘supply chain’ benadering tot passiefhuis-certificatie gaat uit van enerzijds een reeds opgebouwde markt voor passiefhuis-certificatie, en anderzijds van reeds volledig ontwikkelde voorwaarden voor certificatie. De markt voor passiefhuizen is in België nog niet genoeg ontwikkeld op dit moment om nu reeds het voorgestelde Europese certificatieschema te implementeren. Daarom wordt voor België het leveren van punctuele kwaliteitsverklaringen voorgesteld, als een op korte termijn geschikter, realistischer en meer toepasbaar alternatief. Deze voorgestelde éénmalige passiefhuis certificatie in België is gebaseerd op het eindresultaat, eerder dan op een aanbodzijde-benadering.
Het voorstel van Passiefhuis-Platform van een Belgische benadering van éénmalige certificatie schept eveneens de mogelijkheid om een direct verband te leggen tussen de EPB- en de passiefhuis-certificatie, in het bijzonder bij de verkoop of verhuur van een gebouw. (energiecertificaten voor gebouwen worden verplicht vanaf 2009) Binnen enkele jaren kan de passiefhuis-certificatie worden herzien, waarbij dan kan worden overwogen om de aanbodzijde-benadering te introduceren. [3.3.3]De voorgestelde éénmalige passiefhuis certificatie in België en een mogelijk verband met de EPBD Het voordeel van de voorgestelde benadering in België is dat het certificatieproces van passiefhuizen deel zou kunnen uitmaken van de bestaande structuur voor het certificeren van gebouwen conform de EPB reglementering. Hierbij zal de bouwheer dan een dossier met gevraagde documenten overmaken aan de geaccrediteerde EPB verslaggever, die dan eveneens een passiefhuisdeskundige kan zijn. Het dossier moet dan volgende documenten bevatten: •
PHPP berekeningen,
• Voor een koudebruggen),
PH
specifieke
detailtekeningen
(betreffende
mogelijke
• Product- en systeemspecificaties (verklaringen van de fabrikant omtrent isolatie, beglazing, ventilatietoestellen, lage energie verlichting, etc.), •
Resultaat van de luchtdichtheidstest, uitgevoerd na voltooiing,
• Mogelijkerwijze ook beelden genomen met een infrarood-camera om een correcte plaatsing van de isolatie, en ook de luchtdichtheid te verifiëren. Van de passiefhuis-deskundige wordt verwacht dat hij over een goede kennis beschikt van het passiefhuis-concept, de energievereisten, ontwerpprincipes, energiegerelateerde normen en testen nodig voor het bereiken van de passiefhuis-standaard, evenals goede kennis van het PHPP-programma. Om als geaccrediteerd EPB-verslaggever voor gebouwen ook passiefhuisdeskundige te worden in België, zal een passiefhuis-ontwerp en PHPP-opleiding moeten worden gevolgd. In het algemeen zal een EPB-verslaggever reeds over een goede kennis beschikken omtrent de energieprestaties van gebouwen. Kennis omtrent de passiefhuisstandaard wordt daarom niet als een barrière gezien. Het PHPP-rekenpakket zal echter nieuw zijn voor hen, en fundamenteel verschillen van de EPB-software. Er zal dan ook de nodige opleiding moeten worden voorzien om met het pakket te leren werken. De Vlaamse EPB-regelgeving werd ontwikkeld voor de Vlaamse regering door verschillende kennisinstellingen, en werd geïntroduceerd in de woningindustrie in België als reactie op de Europese richtlijn omtrent Energieprestatie van Gebouwen (EPBD). Vanaf 1 januari 2006 wordt een rapport geëist omtrent energieprestatie van alle nieuwe gebouwen, opgesteld door een geaccrediteerde EPB-verslaggever, als onderdeel van de implementatie van de EPBD in België.
VERKOOP Gecertificeerd laag E-peil
Lokaal ontw. Plan Ruimtelijke Ordening:
Onafhankelijke Luchtdichtheidstest
• bouwtoelating Ontwikkelaar Eigenaar ONTWERP Architect / Ir. enz.
BOUW Aannemers
AS BUILT Ontwikkelaar/Eigenaar
• Ontw. tekeningen • Eerste PHPP berek • Gebouw tekeningen • Specificaties • EPB startverklaring • Def. PHPP berek.
• Volgens de gebouw tek.
•luchtdichtheid/ IR (?)
PH Energie Advies
• EPB Berekening • PH Ontwerp advies • PHPP Berekening • PH producten, technologie
en specificaties
Test Resultaat
• In situ bouwpraktijk • Knowhow
• PHPP PH Certificatie Geaccrediteerd EPB Verslaggever Vanaf 1 Jan. 2009
(Ook opgeleid als PH deskundige) Voorgelegd:
• PHPP Berekeningen • PH Technische Details • PH Specificaties • Test Resultaten Certificaat volgens EPB-software + vrijwillig certificaat PH
Afbeelding 5: Schema dat het bouwproces van een passiefhuis weergeeft in België, rekening houdend met het voorstel van éénmalige certificatie. [3.3.4]Energiegetal van en label voor gebouwen (passiefhuis) en adviesrapport Een energie’label’ voor gebouwen is nog steeds in voorbereiding in alle gewesten van België. Voor nieuwbouw is er een certificaat in Vlaanderen en spreekt men niet van een label. Het E-peil is in de visie van het VEA een globale maatstaf voor het vergelijken van energieprestaties van gebouwen onderling. De EPB-software is op dit moment evenwel geen goede maatstaf voor het toetsen van de specifieke passiefhuis-criteria. Eenzelfde passiefhuis kan bijvoorbeeld een E-peilscore bekomen tussen 18 en 35, afhankelijk van de keuze voor thermische zonne- en/of fotovoltaïsche panelen. De Vlaamse EPB-regelgeving eist op dit moment een E-peil van 100, alhoewel het economisch optimum beduidend lager ligt. In sommige gevallen kan men bij passiefhuizen een overschatting verwachten van het E-peil, omdat in de huidige berekeningswijze bij de huidige evaluatieprocedure van het zomercomfort geen rekening wordt gehouden met passieve koeltechnieken zoals bodem/luchtwarmtewisselaars (oververhitting wordt bestraft), noch met een realistisch dynamisch gedrag van passiefhuizen. Voor de beoordeling van het specifiek criterium energiegebruik voor verwarming volgens PHPP dient men er rekening mee te houden dat er geen aftrok in beschouwing wordt genomen van hernieuwbare energie. In die gevallen waar het gebouw voldoet aan de EPB-voorwaarden, zal de EPBverslaggever een EPB-adviesrapport en een EPB-certificaat uitreiken. Een te
onderzoeken piste is of het EPB-certificaat kan vermelden dat voldaan wordt aan de passiefhuis-standaard, als een passiefhuis-certificaat wordt meegeleverd. Er dient te worden nagegaan of in de procedures van het complementaire vrijwillig certificaat voor passiefhuizen advies kan worden gegeven aan de bouwheer over het onderhoud van de technische installaties en het wonen in een passiefhuis. Voor regio’s die een energielabel wensen te definiëren voor gebouwen, dient te worden nagegaan of het voldoen aan de passiefhuisstandaard op een duidelijke wijze naar voren kan worden gebracht op het label.
[4]CONCLUSIE Deze paper beveelt aan dat de certificatie aan de aanbodzijde gebruikt zou moeten worden indien mogelijk en wanneer de markt voldoende ontwikkeld is. De certificatieprocedure moet, indien toegepast, iedere certificeringinstelling met een interesse in de certificatie van passiefhuizen, toelaten om accreditatie te verwerven voor deze activiteiten. Dit zorgt voor een open markt en competitie voor certificatiediensten, terwijl de veiligheid en het risicomanagement voor alle actoren wordt verbeterd. De PEPpartners hebben inmiddels een eenvoudiger schema voorgesteld voor de huidige ontluikende markt van passiefhuizen. Dit schema behelst de verificatie van het ontwerp ‘as built’ in overeenstemming met het PassiefHuis-ProjectPakket (PHPP) door een competente PEP-partner en een bevestiging van de luchtdichtheid van het afgewerkte gebouw door middel van een pressurisatieproef uitgevoerd volgens EN 13829 door een geaccrediteerde organisatie of een organisatie die competent wordt erkend door de PEP-partner. Bijkomend zal de overheid zo spoedig mogelijk de minimale energieprestatieeisen moeten verstrengen, aangezien het nu reeds duidelijk is dat de huidig opgelegde eisen ontoereikend zijn voor de uitbouw van een energiezuinig gebouwenbestand. Tevens kan op termijn met bescheiden ingrepen de EPBsoftware worden aangepast om ook de beoordeling van passiefhuizen toe te laten. [5]DANKBETUIGING De studie van voorbeeldprojecten in de EPB-software werd gesteund door het Vlaams Energie Agentschap (VEA). Het PEP-project is gedeeltelijk ondersteund door het IEE Programma EIE/04/030/S07.39990 en gefinancierd door het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
[6]REFERENTIES EN LITERATUUR WTCB-Dossiers – Nr. 1/2007 – Katern nr. 6, Luchtdichtheidsmeting van gebouwen volgens de norm NBNEN 13829 : enkele toelichtingen
Beedel, C., Phillips, R., Hodgson, G., Mlecnik, E., Final report WP3.4 PassivHaus Certification – met nationaal voorwoord België, Promotion of European Passive Houses, www.europeanpassivehouses.org, PHP, Berchem 2007.
Feist, W., Pfluger, R., Kaufmann, B., Schnieders, J., Kah, O., PassivHaus Planning Package – PHPP (2004) Technical information PHI-2004/1(E) – Specifications for Quality approved Passive Houses, PassivHaus Institut, Darmstadt 2004. EN 13829:2000, Thermal performance of buildings – Determination of air permeability of buildings – Fan pressurization method (ISO 9972:1996, modified), European Committee for Standardization, Brussels . EN 45011:1998, General requirements for bodies operating product certification systems, European Committee for Standardization, Brussels EN 410:1998, Glass in building. Determination of luminous and solar characteristics of glazing, European Committee for Standardization, Brussels EN 673:1998, Glass in building. Determination of thermal transmittance ( value). Calculation method, European Committee for Standardization, Brussels EN 12207:2000, Windows and doors. Air permeability. Classification Committee for Standardization, Brussels
European
EN 1026:2000, Windows and doors. Air permeability. Test method, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO/IEC 17020:2004 General criteria for the operation of various types of bodies performing inspection, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO/IEC 17021:2006, Conformity assessment. Requirements for bodies providing audit and certification of management systems, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO/IEC17024:2003, Conformity Assessment. General requirements for bodies operating certification of persons, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO/IEC17025:2005, General requirements for the competence of testing and calibration laboratories, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO 6946:1997, Building components and building elements. Thermal resistance and thermal transmittance. Calculation method European Committee for Standardization, Brussels EN ISO 9001:2000, Quality management systems. Requirements, Committee for Standardization, Brussels
European
EN ISO 13370:1998, Thermal performance of buildings. Heat transfer via the ground. Calculation methods, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO 10456:2000, Building materials and products. Procedures for determining declared and design thermal values, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO 10077-1:2006, Thermal performance of windows, doors and shutters. Calculation of thermal transmittance. General, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO 10077-2:2003, Thermal performance of windows, doors and shutters. Calculation of thermal transmittance. Numerical method for frames, European Committee for Standardization, Brussels
EN ISO 10211-2:2001, Thermal bridges in building construction. Heat flows and surface temperatures. Linear thermal bridges, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO 12567-1:200, Thermal performance of windows and doors. Determination of thermal transmittance by hot box method. Complete windows and doors, European Committee for Standardization, Brussels EN ISO 12567-2:2005, Thermal performance of windows and doors. Determination of thermal transmittance by hot box method. Roof windows and other projecting windows, European Committee for Standardization, Brussels