ENERGIEGIDS GIDS VOOR ZUINIG OMSPRINGEN MET ENERGIE ÉN MILIEU
W IN
EE M NP E ED ARE LLE IL A KA VA TKA Zi M N CH e Bl IN EL z7
MAART 2008
PASSIEFHUIZEN
ALTERNATIEVE VERWARMINGSSYSTEMEN
DE GROENE MOTOR
Wooncomfort én energiebesparing vallen in een passiefhuis samen, al vergt dit een specifieke constructiestandaard. Passiefhuizen optimaliseren zowel isolatie als ventilatie zodat bewoners nauwelijks nog beroep moeten doen op traditionele energiebronnen om de woning te verwarmen. Zie Blz 5
Het verwarmen van je huis of sanitair water vergt heel wat energie en gezien de huidige energieprijzen wordt steeds meer gekeken naar alternatieven. Van warmtepompen tot zonneboilers en van zonnepanelen tot biomassa, welk systeem is het meest geschikt? Zie Blz 7
Hybride wagens of auto’s op alternatieve brandstof, het is geen science fiction maar een realiteit. Een groene motor betekent niet alleen een verschil aan de benzinepomp, ook het milieu vaart er wel
EEN KRANT GEPRODUCEERD DOOR MEDIAPLANET
bij. Van CO2-reductie tot fiscale voordelen. Zie Blz 10
ZUINIGHEIDSLABELS VOOR HUISHOUDTOESTELLEN Het aantal elektrische toestellen in huis is lang niet meer op één hand te tellen. Kiezen voor zuinige toestellen heeft meteen effect op je energiefactuur. Maar wat is zuinig? We brengen het geheel aan kleur- en lettercodes van de energielabels in kaart. Zie Blz 14
2
ENERGIEGIDS
De baksteen in de maag wordt groener
Duurzaam bouwen was dit jaar hét centrale thema van de bouwbeurs, toch hamer je erop dat dit meer is dan een optelsom van energiebesparende maatregelen? Geert Maes, algemeen directeur Fisa en organisator Batibouw
Geert Maes: “Inderdaad en dat wordt wel eens vergeten. Duurzaam bouwen heeft uiteraard te maken met betere isolatie en optimaliseren van het warmterendement en met zo min mogelijk energie. Het gaat over meer dan alleen maar energiebesparende maatregelen waarvoor je subsidies krijgt. Waar ga je wonen? Dichtbij je werk of in de buurt van een school of supermarkt, want zo hoef je je minder te verplaatsen. Ook dat is van belang.
”
Duurzaam bouwen heeft niet alleen met energiebesparende maatregelen te maken, er moet ook aandacht zijn voor de inplanting van een woning
”
Op welke manier wordt het huis ingepland? Wordt er voldoende dag- en zonlicht betrokken? Bovendien moeten we de levenscyclus van bouwmaterialen in ogenschouw nemen. Op welke manier wordt pakweg een baksteen gefabriceerd, hoe wordt die getransporteerd, op welke manier wordt daar op de bouwwerf mee omgegaan en helemaal op het einde van de levensduur: is het recycleerbaar? Dat zijn allemaal relevante vragen.”
Bouwen of verbouwen is geen zaak van individuele keuzes maken?
“Nee, omdat er ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid aan verbonden is en ook de milieu-impact speelt een niet te veronachtzamen rol. Een woning moet vandaag flexibel zijn om te kunnen voldoen aan een life long living, het levenslange wonen. Je noden vandaag zijn niet dezelfde als die binnen tien of twintig jaar. Flexibel bouwen vergt ook durf om buiten de gangbare of traditionele ideeën of concepten te denken. Compartimenteren van een woning biedt perspectieven om enerzijds energie te besparen, maar anderzijds ook om veranderingen in de toekomst beter op te vangen.”
Het milieubewustzijn is de laatste jaren in opmars, merk je dat aan de beurs? “Niet alleen aan de nieuwigheden in de bouwsector - en dat gaat van bioverf tot het bouwen met strobalen - ook aan de belangstelling hiervoor van de bezoekers. Onderzoek wijst uit dat 84% van de mensen die naar Batibouw komen concrete plannen heeft om te bouwen of te verbouwen. Je zou kunnen zeggen dat ze de beurs beschouwen als het eerste platform om zich te informeren over technieken en materialen. Het is hier dat ze de mogelijkheden aftasten binnen hun vooropgestelde budgetair- en gevoelskader. De algehele communicatie rond duurzaam bouwen en energie besparen kent in de weken voor, tijdens en na onze beurs een hoogtepunt.”
Dat jullie de beurs thematisch opdelen per paleis, draagt dat bij tot de sensibilisering van de (ver)bouwer? “Consumenten doen hier aan benchmarking. Ook het adviespaleis bewijst haar nut, want nergens anders zijn alle bouwfederaties, architectenverenigingen en bouwonderzoekscentra en ook alle overheden samen vertegenwoordigd. In Vlaanderen worden er veel communicatie-inspanningen geleverd rond de premies en subsidies, maar voor zij die in het Brusselse of Waalse gewest wonen is op de beurs alle nuttige informatie te vinden. Sterker nog, voor hen hebben we een handige premiegids op de markt gebracht.”
EE M NP E ED ARE LLE IL A KA VA TKA Zie M N CH blz IN EL 7
G
GIDS VOOR ZUINIG OMSPRINGEN MET ENERGIE ÉN MILIEU
W IN
eert Maes, directeur van de bouwbeurs, erkent als geen ander de evolutie naar duurzaam bouwen. Batibouw is een katalysator voor milieu- en energiebewuste nieuwigheden in de bouwsector maar vooral inzake sensibilisering. “Onze beurs draagt bij tot het bewustzijn rond duurzaam bouwen en wat daar mee te maken heeft”, aldus Geert Maes. Het cliché van de Belg en de baksteen in de maag? Welnu: de baksteen wordt groener.
ENERGIEGIDS MAART 2008
PASSIEFHUIZEN Wooncomfort én energiebesparing vallen in een
Het verwarmen van je huis of sanitair water vergt
Hybride wagens of auto’s op alternatieve brand-
ZUINIGHEIDSLABELS VOOR HUISHOUDTOESTELLEN
passiefhuis samen, al vergt dit een specifieke constructiestandaard. Passiefhuizen optimaliseren zowel isolatie als ventilatie zodat bewoners nau-
heel wat energie en gezien de huidige energieprijzen wordt steeds meer gekeken naar alternatieven. Van warmtepompen tot zonneboilers en van
stof, het is geen science fiction maar een realiteit. Een groene motor betekent niet alleen een verschil aan de benzinepomp, ook het milieu vaart er wel
Het aantal elektrische toestellen in huis is lang niet meer op één hand te tellen. Kiezen voor zuinige toestellen heeft meteen effect op je energiefactuur.
welijks nog beroep moeten doen op traditionele energiebronnen om de woning te verwarmen. Zie Blz 5
ALTERNATIEVE VERWARMINGSSYSTEMEN
zonnepanelen tot biomassa, welk systeem is het meest geschikt? Zie Blz 7
DE GROENE MOTOR
bij. Van CO2-reductie tot fiscale voordelen.
Maar wat is zuinig? We brengen het geheel aan kleur- en lettercodes van de energielabels in kaart. Zie Blz 14
Zie Blz 10
EEN KRANT GEPRODUCEERD DOOR MEDIAPLANET
Door de sterk oplopende kostprijs van fossiele brandstoffen, het slinken van de voorraden en de verregaande impact ervan op het milieu, zoeken we alsmaar meer naar alternatieven. Om het verschil in onze portemonnee? Jazeker, maar ook om de impact op het milieu in te dijken. In deze gids behandelen we daarom enkele thema’s over zuinig omspringen met energie én milieu.
INHOUD Het avontuur moet doorgaan… Blz 3 Blauwdruk van een energiek Europa Blz 4 Passief wordt de norm
Blz 5
Je noemt de beurs het toppunt van Belgicisme. Hoe oordeel je over het cliché van de Belg met de baksteen in de maag?
Tussen ecokrediet en duurzaam beleggen Blz 6
“Het is het toppunt van Belgicisme omdat Walen, Brusselaars en Vlamingen hieraan samenwerken. In onze bouwgeest zijn er geen verschillen.” (lacht) “En wat die baksteen in de maag betreft, die wordt stukje bij beetje groener. Laat duidelijk zijn dat zowel de fabrikant en exposant als de (ver)bouwer nog steeds de vrije keuze heeft om dat in te vullen zoals hij of zij het wil.”
Alternatieve verwarmingssystemen Blz 7
En alles wordt nog steeds afgemeten aan de impact op de portemonnee?
De groene motor
“Absoluut, laat ons daar eerlijk in zijn. Hoewel de consumenten steeds meer oren hebben naar energiebesparende maatregelen met extra isolatie en betere beglazing, kan iedereen zover gaan als hij wil. Dat de aandacht voor alternatieve energiebronnen is toegenomen wil niet zeggen dat dit voor iedereen wenselijk is. Soms kan je met kleine dingen al een groot verschil realiseren. Ik heb al vaker gezegd dat het huis van de toekomst een rijwoning zal zijn, zonder daar pejoratief over te doen, maar naar compactheid, isolatie en optimalisatie zal dit de formule van de toekomst worden.”
Volgend jaar wenkt de jubileumeditie. Zijn er al plannen voor de 50ste Batibouw? “Nog voor de 49ste van start ging, waren we al met de 50ste editie bezig. Wat het centrale thema gaat worden, dat maken we ten gepaste tijde bekend. Zeker is dat duurzaam bouwen en zoeken naar hernieuwbare energie opnieuw een centrale plaats gaat krijgen. Milieubewust bouwen in al zijn facetten wordt immers de norm en alle facetten komen op de beurs aan bod, dat zijn we aan onszelf én het publiek verplicht.”
Experten Panel
Blz 8
De overtreffende trap van milieubewust Blz 9 Reduceer je klimaatimpact Blz 9 Blz 10
Kies voor 100% groene energie Blz 10 Binnenkort biobrandstof voor iedereen Blz 11 Stop je energie in een premie Blz 12 Houtpellets, brandstof van de toekomst Blz 13 Tips om zuiniger om te springen met energie in huis Blz 14 Europese zuinigheidsstandaard voor elektrische toestellen Blz 14 Zuinig en milieubewust rijden Blz 14 Duurzame economie is maatschappelijk verantwoord ondernemen Blz 15
ENERGIEGIDS – PUBLICATIES MEDIAPLANET PUBLISHING HOUSE Project Manager: Céline Godeau +32 2 428 83 46 Graphic Design: Corinne Meier, Mediaplanet Redactie: Christophe De Schauvre, Hendrik Lemahieu, Guy De Mol Print: Corelio Pictures: www.istockphoto.com MEDIAPLANET PRODUCEERT, FINANCIERT EN ONTWIKKELT THEMAKRANTEN IN PERS, ONLINE EN VIA BROADCASTING. www.mediaplanet.com
Mediaplanet is de leidinggevende Europese uitgever van themakranten in pers, online en via broadcasting. Als u zelf een idee heeft over een onderwerp, of misschien wel een heel thema, aarzelt u dan niet om contact met ons op te nemen. Mediaplanet Publishing House, Country Director, Christian Züllig, Phone: +32 2 426 44 70,
[email protected]. Gedistribueerd met De Standaard, 25 maart 2008
ADVERTENTIE
Ademen zonder zorgen Ventilatiesystemen voor een gezond, energiezuinig en
comfortabel binnenklimaat.
www.ventilatie.com
3
ENERGIEGIDS
Het avontuur moet doorgaan… “Avontuur is niet noodzakelijk iets spectaculair, maar eerder iets “uitzonderlijk”, het is iets dat ons dwingt om anders te denken en handelen. Iets dat ons dwingt om de vertrouwde omgeving, vol zekerheden en gewoonten, te verlaten. Redactie: Bertrand Picard
© Solar Impulse/EPFL Claudio Leonardi
Bertrand Piccard
et avontuur is een gevoel tegenover het onbekende, een manier om ons bestaan te zien als een experimenteel veld in hetwelke we verplicht zijn onze innerlijke kracht te ontwikkelen, de weg te beklimmen van de persoonlijke evolutie en de ethische
H
en spirituele waarden op te nemen die we nodig hebben als reisgezellen.”
Prachtige heldendichten hebben de laatste eeuw gekenmerkt. Gans de wereld leefde mee met de verovering van de polen en de Everest, de verkenning van de ruimte en de stratosfeer, de eerste stappen op de maan. Het begin van de luchtvaart met de ballon rond de wereld, deze grote eerste stappen hebben allemaal iets gemeenschappelijk: ze hebben ons beeld over het onmogelijke grondig veranderd. In de 21ste eeuw moet het avontuur verder gezet worden, maar hoe
de geest van de pionier onsterfelijk maken en de durf van de voorgangers bewerken? De mens staat voor grote uitdagingen. Ze zullen de wetenschap verder ontwikkelen, maar hun doelstellingen zullen minder gericht zijn op het veroveren van ongekende grondgebieden als het beschermen van de planeet tegen de huidige dreigingen om er de levenskwaliteit te verbeteren. De volgende avonturen zullen dus humanitair en medisch zijn om de extreme armoede te bestrijden en de
redenering/logica van duurzaamheid. Onze wereld consumeert elk uur ongeveer een miljoen ton aardolie, zonder te spreken van de andere fossiele brandstoffen, die ver-
”
menselijke wezens is ons persoonlijk voordeel op korte termijn belangrijker dan een gevoel of emotie op lange termijn voor onze soortgenoten of omgeving.
ze zullen ons de “verspillers van de grondstoffen” noemen
vuilende stoffen uitstoten die het klimaat kunnen verstoren, en de helft van de bevolking laat zitten in onaanvaardbare levensomstandigheden. Als de duurzame ontwikkeling moeizaam een realiteit wordt, is dat
”
Aangezien we het karakter van het menselijk wezen niet kunnen veranderen, moeten we proberen hem een persoonlijk belang te bieden om hen te brengen tot een logica van duurzame ontwikkeling. We moeten bewijzen dat het gaat om
stof gebruiken, onnodig hun huizen verwarmen of afkoelen en, niet-recycleerbare goederen gebruiken, snel scheef bekeken worden. Tot nu toe zijn er slechts enkele kleine politieke partijen die het gebruik van hernieuwbare energie promoten en is er nog niet echt een marketingstrategie gevolgd. De ecologisten kunnen slechts hun stem laten horen als ze dezelfde taal spreken als diegenen die ze willen overtuigen. We moeten nu dringend uit het dal komen dat ons gedurende 40 jaar nergens naar geleid heeft, omwille van ecologie en economie, milieu en financiën, algemene visie en onmiddellijke politieke belangen. Het publiek wil zich wagen aan grote avonturen, om zich te associëren met de dromen van de pioniers en ontdekkingsreizigers. Een zonnevliegtuig dat dag en nacht vliegt om rond de wereld te kunnen
”
zijn we niet allemaal piloot van de Solar Impulse
© Solar Impulse/Stéphane Gros
nieuwe epidemieën tegen te houden/en in te dijken en politiek om onze planeet beter te beheren, spiritueel om de diepere waarden terug te vinden en zeker, technologisch
”
omdat het nog steeds, het vaakst, geassocieerd wordt met enorme uitgaven en een inperking van comfort of mobiliteit. Dit beeld moet bijgewerkt worden. Inderdaad zelfs als
ze hebben ons beeld over het onmogelijke grondig veranderd
om een duurzame oplossing te vinden, voor de dreigingen tegen het milieu. Het probleem van onze maatschappij is dat, ondanks de grote redevoeringen over duurzame ontwikkeling, we nog ver staan van
”
zijn gedrag de planeet dreigt te vernielen, wil niemand zijn levensstandaard opofferen. Onze kleinkinderen zullen ongetwijfeld hun leven eindigen zonder aardolie, ze zullen ons dus de “verspillers van de grondstoffen” noemen, maar, als
een nieuwe en formidabele markt met talrijke economische en politieke mogelijkheden, voor hen die op lange termijn investeren. Laten we de wetenschappelijke belangen aantonen, laten we een nieuwe trend ontwikkelen, in de positieve zin van het woord, waardoor de gebruikers van hernieuwbare energie zullen bewonderd worden. We mogen de bevolking niet dwingen om de opgelegde regels van Rio of Kyoto te volgen, maar laten we degenen die investeren in nieuwe technologieën die goed zijn voor het milieu of ze gebruiken voorop plaatsen. Het zou kunnen dat diegenen die veel brand-
”
vliegen zonder brandstof, zou een krachtig symbool zijn. Het project Solar Impulse zou graag technologieën promoten die ervoor zorgen dat er energie kan bespaard worden en een positief klimaat kan doen ontstaan rond hernieuwbare energie. Men moet de aandacht van het publiek vestigen op de noodzakelijke veranderingen die nodig zijn om de energie en ecologie van onze planeet veilig te stellen, men moet een positief imago geven aan de bescherming van het milieu, aantonen dat alternatieve energiebronnen die gelinkt zijn aan nieuwe technologieën tot realisaties kunnen leiden waarvan men aanvankelijk dacht dat ze onmogelijk waren. Het is een symbool, want men zal waarschijnlijk nooit 300 passagiers vervoeren in een zonnevliegtuig, maar het is een symbool dat ons allen aanbelangt. Want zijn we niet allemaal piloot van de Solar Impulse? Als deze laatste niet over goede technologieën beschikt of zijn energie verspilt, zal hij moeten landen met lege batterijen, voordat de opkomende zon hem toelaat zijn vlucht verder te zetten. Als wij niet investeren in de wetenschappelijke middelen waardoor we nieuwe energiebronnen kunnen ontwikkelen, zullen we in een grote crisis zitten, waardoor we onze planeet niet zullen kunnen overdragen naar de volgende generatie.
4
ENERGIEGIDS
BLAUWDRUK VAN EEN ENERGIEK EUROPA
De CO2-uitstoot moet met 20% omlaag en het aandeel van hernieuwbare energie moet tegen 2020 13% van het totale verbruik uitmaken, zo schrijft het klimaatplan van de Europese Commissie voor. Vergelijkingen met de Maastrichtnorm zijn niet uit de lucht gegrepen, want elk van de lidstaten zal inspanningen moeten leveren. De impact? Om en bij de 0,6% van het bruto nationaal product. Redactie: Christophe De Schauvre
O2-uitstoot en fossiele brandstof werken als communicerende vaten in het Europese klimaatplan. De schadelijke uitstoot van CO2 moet immers met 20% verminderen met als referentie de cijfers van 1990. Cruciaal is
C
bruik afdoend op te vangen. België heeft slechts 2,2% groene energie, een aandeel waarmee we tot de slechtste leerlingen van de Europese klas behoren. Of dit streefcijfer realistisch is wordt vanuit verschillende economische en politieke hoeken van ons land betwist. De plannen van klimaatminister Paul
”
België heeft op dit moment amper 2,2% groene energie, en daarmee behoren we tot de slechtste leerlingen van de Europese klas
de rol van groene energie, al zijn we op dit moment nog té afhankelijk van fossiele brandstof. Het aandeel van hernieuwbare energie in Europa is nog steeds té laag om het ver-
”
Magnette spreken over 10% energie die we uit zelf geproduceerde groene bronnen zouden moeten halen. En ook dat cijfer lijkt volgens sommigen te hoog gegrepen. Zo acht Vlaams
minster voor Energie Hilde Crevits 8% alvast realistischer. Over de verdeelsleutel eigen productie ten opzichte van import moet evenwel nog gediscussieerd worden, want de bevoegdheid hiervoor komt de gewesten toe. Het potentieel voor groene energieproductie wordt in ons land té beperkt genoemd, die blijkt althans uit het rapport van de commissie Energie 2030, dat de energietoekomst van ons land doorlicht. Het was ook deze commissie die de regeringsonderhandelaars duidelijk maakte dat het beter was om sommige kerncentrales langer open te houden. Elke Europese lidstaat moet bijdragen tot het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, en dat door actief te investeren in alles wat CO2-
vrij is, of maatregelen nemen om CO2uitstoot tot het minimum te beperken. Bevoorradingszekerheid is immers cruciaal om de prijs van energie beheersbaar te houden en ook om in tussentijd het elektriciteitspark te vernieuwen. België moet en zal moeten investeren en de kosten verbonden aan dit klimaatplan zouden kunnen oplopen tot 2, misschien zelfs 2,5 miljard euro per jaar. Europa heeft ons land, als één van de enige lidstaten, een uitzondering toegekend om meer CO2-uitstootrechten te verkopen, en deze extra inkomsten zullen rechtstreeks naar hernieuwbare energiebronnen moeten vloeien.
“Gemiddelde energiegebruik van de Vlaamse nieuwbouw ligt 11% lager dan de norm”
Vlaams minister Hilde Crevits, zowel verantwoordelijk voor Energie als Natuur en Leefmilieu onderschrijft de correlatie tussen energiezuinigheid en het indijken van de milieu-impact. Met behulp van premies wil ze de Vlaamse woningen zoveel mogelijk energiezuinig maken. Redactie: Christophe De Schauvre
Hilde Crevits Vlaamse Overheid Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur
Mevrouw Crevits, is er nog veel werk aan de winkel in Vlaanderen?
“Als je weet dat er nog steeds 800.000 woningen zijn die nog geen dakisolatie hebben, uitgerust zijn met enkel glas of nog een oude verwarmingsketel hebben; dan is er nog werk aan de winkel. Al kunnen we ook reeds goede resultaten voorleggen, want hoewel de EPB-normering
waarbij een Energiepeil van E100 een isolatiewaarde van K45 oplegt, ligt het Vlaamse gemiddelde nu op E89 en K41. Dus we mogen stellen dat de Vlaming energiebewust bouwt. We doen het al 11% beter dan de opgelegde norm.”
gen, ofwel kan het worden toegekend op basis van aangetoonde ervaring. We spreken van 500 energiebewuste architecten tegen 2009, maar meer inschrijvingen voor deze cursus kunnen we alleen maar toejuichen uiteraard.”
Er wordt zelfs geld vrijgemaakt voor een specifieke opleiding ter bevordering van ‘Energiebewuste Architecten’. Is dit dan nodig?
U maakt ook werk van een energiecertificaat voor alle woningen zoals de Europese richtlijn dat voorschrijft voor 2009. Kunnen we dat energiecertificaat vergelijken met zuinigheidslabels op elektrische toestellen?
“Het spreekt voor zich dat architecten vertrouwd zijn met de verplichtingen en manieren om de energieprestaties te optimaliseren. Maar het was vooral op vraag van de archi-
”
“Dat label moet inderdaad aantonen hoe energiezuinig een woning of ap-
België heeft op dit moment amper 2,2% groene energie, en daarmee behoren we tot de slechtste leerlingen van de Europese klas
tectenorganisaties zelf om een soort label in het leven te roepen voor architecten die een voortrekkersrol spelen op het vlak van energiebewust bouwen. Het label kan bekomen worden door het opleidingstraject te vol-
”
partement is. Als men een woning wil kopen of huren, kijkt men uiteraard naar de grootte, ligging en tal van voor de hand liggende criteria, maar energieprestaties maken minder deel uit van de criteria. De wo-
ning van je dromen kan net zo goed een nachtmerrie zijn zodra je de energiefactuur krijgt. Dat energiecertificaat zal duidelijk aangeven hoe zuinig je woning is.”
Energiezuinigere gebouwen zorgen voor minder CO2-uitstoot. Zitten we op koers om de 20%-norm te halen? “Gebouwen zijn goed voor 20% van alle CO2-uitstoot, dus de inspannin-
gen die we leveren om meer lageenergiewoningen te creëeren zullen positieve gevolgen hebben op de CO2-uitstoot in ons land. Het vergt blijvende inspanningen, ook om het aandeel hernieuwbare energiebronnen op te voeren. Ondanks enkele handicaps als klein land, zijn we ervan overtuigd dat we op schema zitten om het aandeel groene energie via warmtekrachtkoppeling, wind- of zonne-energie op te voeren.”
http://www.hildecrevits.be http://www.energiesparen.be
ENERGIEGIDS
Passief wordt de norm
Als het van Europa afhangt zullen er vanaf 2011 enkel nog passieve woningen gebouwd worden. Hoewel nog niet bindend, maar het erkent de meerwaarde van de passieve systemen. Huizen, bedrijven en scholen zullen en moeten passief worden. En het voordeel? Dat laat niemand koud. Redactie: Christophe De Schauvre
envoudig gesteld vergt een passiefhuis zo min mogelijk actie om te verwarmen of te koelen. Het gaat hierbij over een constructiestandaard en dat is het voornaamste verschil met een lage energie-woning. Het energieverbruik ligt bij passiefhuizen lager dan 15 kWh per vierkante meter vloeroppervlakte. Dat is 85% minder dan in bestaande woningen en 75% lager dan in nieuwbouwwoningen.
E
Om een huis passief te maken moet je rekening houden met verschillende factoren die betrekking hebben op isolatie en gebruik van warmte. De stelregel is evenwel eenvoudig: minimaliseer het warmteverlies om warmtewinst te maximaliseren. Een passief huis haalt immers warmte uit
beschikbare bronnen zoals zonlicht, maar ook lichaamswarmte van de bewoners wordt mee in rekening gebracht. De manier waarop warmteverlies van elektrische apparaten wordt opgevangen, of hoe warmte gerecupereerd wordt bij mechanische luchtverversing, maakt het verschil tussen passief en niet passief. Zoveel mogelijk gratis energie putten uit de omgeving vergt ook constructietechnische ingrepen. Oriëntering, strategisch geplaatste en superisolerende ramen én uiteraard ook verregaande
”
in een eigen terminologie, zoals gebruikt wordt in de fameuze EPB-normering, wat staat voor Energieprestatie en Binnenklimaat. Het zijn ook deze waarden waarop het subsidiesysteem inzake energiebesparende maatregelen geënt is. Termen die steeds terug komen zijn K-, E-, G- en U-waarde. K-waarde: geeft het gemiddelde warmteverlies aan van een gebouw via haar buitenomhulling - muren, vloeren en dak - in verhouding tot de compactheid van het gebouw. Hoe
Een passiefhuis is een constructiestandaard, gewoon isoleren volstaat niet
isolatie van muren, vloeren en dak. Passiefhuizen moeten aan bepaalde zuinigheidswaarden voldoen en deze worden meestal aangegeven
per graad temperatuursverschil, van de ene naar de andere kant van het constructiemateriaal ontsnapt. Er wordt een U-waarde van ten minste
de huidige situatie in Vlaanderen. Sedert de Energieprestatie- en Binnenklimaatregelgeving (EPB) die sinds 1 januari 2006 van kracht is voor nieuwbouwwoningen en woningen waar een bouwvergunning voor nodig is, geldt dus een energieverbruik of E-peil van maximaal 100. Inzake isolatie moet een maximale isolatiewaarde van K45 worden behaald. Cijfers wijzen evenwel uit dat de gemiddelde nieuwbouwwoning vandaag een E-peil van 92 haalt en een isolatiewaarde van K41. In vergelijking met de prestaties van een passiefhuis is er een grote kloof die de Vlaamse overheid wil verkleinen door bijvoorbeeld de onroerende voorheffing te verlagen van zodra een huis een E-peil van 60 of minder haalt, en men dus spreekt van lage-energiewoningen. De investering die gepaard gaat met passiefhuis-maatregelen is zwaar, maar door de uitstekende isolatie in combinatie met beperkte actieve verwarmingskosten is er een groter terugverdien-effect. Bovendien geldt er een fiscale aftrek van 780 euro per jaar en dat gedurende 10 jaar. In totaal kan je dus rekenen op een fiscaal voordeel van 7.800 euro en dat moet de investering in extra isolatie, speciaal glas en het speciale schrijnwerk lonen. De kost van een klassiek verwarmingssysteem valt evenwel weg. Toch mag je ervan uitgaan dat een passiefhuis, in vergelijking tot een conventioneel
”
De stelregel van een passiefhuis: minimaliseer het warmteverlies om warmtewinst te maximaliseren
0,45 geëist, en lager is nog beter. Om de impact van passiefhuizen helemaal naar waarde te kunnen schatten, moeten we vergelijken met
”
huis, rekening houdend met de besparing op de energiefactuur en gespreid over een modale afbetalingstermijn, 10% meer kost.
ADVERTENTIE
”
lager de K-waarde, hoe beter de isolatie van het gebouw. Een passief huis heeft een K-waarde van 15, terwijl nieuwbouwwoningen doorgaans K45 halen. E-waarde: geeft de globale energieprestatie weer en houdt rekening met verschillende factoren (warmteverlies via beglazing of isolatie, ventilatieverlies, verwarmingsrendement,...) wat de berekening vrij complex maakt. Architecten maken deze berekeningen (waarvoor speciale software bestaat). Bij een passiefhuis ligt het E-peil rond de 30. G-waarde: geeft de zontoetredingsfactor van glas aan. De mate waarin glas zonnewarmte binnenlaat is van cruciaal belang bij passiefhuizen. De g-waarde zal daarom hoger liggen dan 50%, zodat vooral in de winter invallende zonnewarmte benut kan worden om de woning op te warmen. U-waarde: (vroeger k-waarde met kleine k) drukt uit hoeveel warmte er per seconde, per vierkante meter en
5
Installeer zelf en bespaar 50%
ELEKTRICITEIT
DOMOTICA
VERWARMING
SANITAIR
www.brainbox.be Voor gratis documentatie of gratis bestek BRAINBOX - Houyoux 1 - 5340 Gesves Tel: 083/67.78.40 - Fax: 083/67.80.62 -
[email protected]
6
ENERGIEGIDS
Tussen ecokrediet en duurzaam beleggen Premies voor dakisolatie of het plaatsen van hoogrendementsglas? Hoewel de premies soelaas brengen, vergt het wel een serieuze investering. Om dergelijke energiebesparende maatregelen te financieren kan je lenen om energie te besparen. Redactie: Christophe De Schauvre
oogrendementsglas, het mag dan al een slok op de borrel schelen, er moet eerst diep in de buidel getast worden en dat is niet altijd even eenvoudig. Om energiebesparende werken uit te voeren kan je daarom beroep doen op een slimme financieringsformule die geënt is op het terugverdien-effect van de ingrepen. Investeringen die voor een dergelijk eco-krediet in aanmerking komen zijn eigenlijk dezelfde als die waarvoor je premies krijgt. Het gaat onder meer om de vervanging van een stookketel door een condensatieketel of warmtepomp, plaatsing van
H
fotovoltaïsche zonnepanelen, dakisolatie, thermostatische kranen, klokthermostaten en het plaatsen van super-isolerend glas. Je kan ook beleggen in groeneenergieaandelen en - de beursevoluties in acht genomen - garandeert dat
index, die is samengesteld uit 48 grote bedrijven die actief zijn in hernieuwbare energie, kon een groei voorleggen van maar liefst 58%. Ongeacht deze tot de verbeelding sprekende stijging is het een feit dat groene aandelen al een aantal jaren
Beleggen in groene technologie genereert niet alleen een financiële, maar vooral een maatschappelijke return
”
naast een maatschappelijke return ook een behoorlijk rendement. Beleggen in hernieuwbare energie en milieuvriendelijke bedrijven wint aan populariteit. Beursjaar 2007 bewees waarom: de Amerikaanse WilderHill-
”
beter presteren dan het beursgemiddelde en de milieu-industrie nog over een enorm groeipotentieel beschikt. Bankgroepen spelen hier dan ook op in door groene fondsen aan te bieden waarop je als belegger kan intekenen
en investeren in hernieuwbare energie of de ontwikkeling van schonere technologieën. Beleggen in bedrijven die zich toeleggen op milieuthema’s kan je indelen in vier categorieën, namelijk water, aarde, lucht en energie. Onderzoek naar hernieuwbare energie en luchtverontreiniging liggen het meest voor de hand, maar beleggen in water of aarde niet zozeer. Het heeft vooral te maken met de toekomstige evoluties inzake drinkwater en watergebruik. Niet alleen het zuiveren van verontreinigd water is aan de orde, ook de optimalisatie van het be-
schikbare water is aan de orde, als je weet dat in de laatste 100 jaar het watergebruik tweemaal zo snel gestegen is dan de bevolkingsgroei. Beleggen in water kan door te investeren in nutsbedrijven, of bedrijven die actief zijn in meting van watergebruik, riolering, infrastructuur, ontziltings-, desinfectie- en waterzuiveringstechnologie. Verrijking of zuivering van bodem biedt eveneens perspectieven, zodat investeren in bedrijven actief in afvalrecyclage, bodemsanering en -verbetering en onderzoek naar biologische afbreekbaarheid een ethische manier van beleggen garandeert.
ADVERTENTIE
Sommige investeringen hebben meer resultaat. Milieutechnologie is een sector met toekomst, zoveel is zeker. Ondernemingen gespecialiseerd in nieuwe energievormen en water-, lucht- of bodembehandeling hebben dan ook gezonde financiële perspectieven. Daarom stelt Delta Lloyd al ruim 10 jaar portefeuilles samen met daarin de meest veelbelovende bedrijven. Hun diversiteit en uitstekende prestaties zijn een goede zaak voor úw portefeuille. Investeren is dus rendabeler dan protesteren. Doe het nu. Surf naar www.planeetinvest.be, mail ons op
[email protected] of bel 02/229.76.42.
ENERGIEGIDS
7
Alternatieve verwarmingssystemen
Verwarming betekent een serieuze hap uit ieders budget, zeker als we de stijgende brandstofprijzen in acht nemen. Steeds meer mensen kiezen daarom voor een alternatief systeem en hoe meer mensen dat doen, hoe democratischer het wordt en ook het milieu vaart er wel bij. Warmtepompen, biomassa, zonne- of windenergie; het aanbod is dan ook rijk. Redactie: Christophe De Schauvre
an alle alternatieve- en milieuvriendelijke energieproductiesystemen is het gebruik van zonne-energie misschien het meest bekend. Voor niets gaat de zon op, placht men wel eens te zeggen, maar het is een waarheid waarmee je je voordeel kan doen. Een thermisch zonne-energiesysteem zorgt voor opwarming van sanitair water en kan zelfs aangewend worden als woningverwarming.
V
- Omdat je afhankelijk bent van de stralingswarmte van de zon, ligt het rendement in de zomer hoger dan in de winter en heb je dus bijkomende verwarming nodig.
Fotovoltaïsche zonnepanelen Deze panelen zetten zonlicht om in elektriciteit, waarvan het vermogen wordt uitgedrukt in Watt-piek. Een zonnepanneel met een vermogen van 1 kilowatt-piek levert dan bij een loodrechte zonne-inval 1.000 watt per vierkante meter. Men neemt voor België een gemiddeld opgewekt ver-
”
Met een minimum aan energie verdrievoudigen warmtepompen het warmterendement
De zonneboiler
Zonneboilers zorgen voor een eenvoudige manier van water verwarmen, met behulp van de zonnestraling. Daarvoor heb je een zonnecollector nodig, een plaat die op het dak wordt geplaatst, de stralen optimaal opvangt en gevuld is met een vloeistof die op zijn beurt warmte afgeeft aan het koude leidingwater in de boiler. + Een zonneboiler neemt op jaarbasis ongeveer de helft van de warmteproductie voor zijn rekening.
”
mogen voor 1 kWpiek zonnepannelen van 850 kilowattuur, mits inachtneming van enkele plaatsingscriteria. + hoog rendement - grote investering en nogal complexe installatie
halen. Een warmtepomp wordt wel eens vergeleken met een koelkast, althans het werkingsprincipe is gelijkaardig, doch in omgekeerde richting. Een compressor haalt immers warmte uit de grond, uit water of uit lucht en verhoogt door verdere compressie de temperatuur terwijl het de
doende zuurstof. De vrijgekomen warmte wordt vervolgens opgevangen en doorgestuurd. Rechtstreekse verbranding van hout en houtpellets (zie ‘Brandstof van de toekomst’) zijn hiervan duidelijke voorbeelden. Vergassen heeft betrekking op het proces waarbij biomassa in vaste
Warmtepomp Het systeem van de warmtepomp vindt alsmaar meer doorgang naar het grote publiek, hoewel het op het eerste zicht een merkwaardig principe lijkt om warmte uit de grond te
”
Opwarmen van sanitair water via alternatieve verwarmingssystemen scheelt een serieuze slok op de borrel
woning wordt ingepompt. De elektriciteit om de compressor aan te drijven zorgt voor een warmterendement dat 75% hoger ligt, want met 1/4de energie krijg je 3/4de warmte gratis. Een term die in dit kader vaak gebruikt wordt is ‘Coefficient Of Performance’, kortweg COP, en duidt op de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp en moet minstens 3 bedragen. + complementair met centraleverwarmingssystemen om de warmte te verdelen. - heeft enkel nut in uiterst goed geïsoleerde woningen
Biomassa Het woord biomassa heeft een moderne connotatie en wordt gedefinieerd als ‘alles wat gewonnen wordt uit organisch materiaal van plantaardige of dierlijke oorsprong’. Dus een oude houtkachel werkt net zo goed met biomassa, al gaat het bij biomassa om een gesloten koolstofkringloop waarbij er maar net zoveel CO2 vrijkomt als door de planten en de bomen wordt opgenomen. Het proces om biomassa om te zetten in energie kan op drie manieren: verbranden, vergassen en vergisten. Verbranden is het meest voor de hand liggende principe en gebeurt bij een temperatuur gaande van 800 tot 1.300°C, aangesterkt door vol-
”
vorm bij een temperatuur tussen 700 en 900°C wordt omgezet in gasvormige brandstof, stookgas genoemd. Door uiterst minimale luchttoevoe-
ging zal stookgas op zijn beurt verbrand worden om elektriciteit of warmte op te wekken. Het voordeel van de vergasser zit niet alleen in het hoger rendement dat kan worden bereikt maar ook dat er minder rookgassen moeten worden gezuiverd. Vergisten van biomassa door micro-organismen zorgt voor biogas, eigenlijk een mengsel van methaan en CO2. Het is het principe van de mestvaalt, dat op grote schaal geëxploiteerd kan worden. Biogas kan ook onttrokken worden aan mest, organisch afval, slib en GFT. De overheid heeft hiertoe de organisatie Biogas-E in het leven geroepen.
ADVERTENTIE
WIN een pelletkachel MAREA van Edilkamin! • Geef het juiste antwoord op de volgende vraag om de pelletkachel MAREA te winnen: Wat is de prijs van een pelletkachel Edilkamin (Promo Batibouw) ? Meer informatie hieromtrent vindt u in de advertentie van Pierre Girretz op pagina 13.
• Om deze vraag te beantwoorden bezoekt u de website www.mediaplanet.com/girretzpierre Of u kan ook onderstaand formulier invullen en opsturen naar volgend adres. Céline Godeau Mediaplanet Tour & Taxis - Royal Depot Avenue du port 86C – Box 104 1000 Bruxelles
Succes! Naam.............................................................................. Adres.............................................................................. E-mail……………………………………………………………… *geldig tot 20 april 2008
8
ENERGIEGIDS
Experten Panel
Jan Vande Putte Greenpeace Climate, Energy & Nuclear Campaigner
Olivier Dubois EDF Belgium Commercieel Directeur EDF Belgium
1. Op welke manier levert uw bedrijf een bijdrage om energie te besparen of de impact op het milieu te beperken?
gen. Zo zal onze CO2 uitstoot het komende jaar nog heel aanzienlijk dalen.
Greenpeace heeft een milieu-audit laten uitvoeren op basis van internationale erkende criteria. Op basis van het resultaat hiervan trachten wij op alle vlakken onze ecologische voetafdruk te reduceren. Omdat we reeds veel voor de hand liggende maatregelen hadden genomen op vlak van bijvoorbeeld isolatie, transportbeleid en verlichting kwamen wij tot de vaststelling dat de overgrote meerderheid van ons CO2 uitstoot van ons papierverbruik kwam. Daarom besloten wij dit jaar om onze magazine van 24 tot 20 bladzijden terug te bren-
2. Volgens het Europese klimaatplan moet het aandeel hernieuwbare energie in ons land verhogen tot 13% tegen 2020. Welke bronnen moeten we aanspreken om dit te halen?
1. Op welke manier levert uw bedrijf een bijdrage om energie te besparen of de impact op het milieu te beperken?
2. Volgens het Europese klimaatplan moet het aandeel hernieuwbare energie in ons land verhogen tot 13%. Is dit haalbaar tegen 2020 en welke bronnen zullen we hiervoor moeten aanspreken?
EDF Belgium biedt Belgische bedrijven diensten aan voor rationeel energiegebruik (REG). Niet alleen kunnen bedrijven hun verbruik opvolgen maar ook kunnen zij rekenen op onze energie-audits om potentiële energiebesparingen op te sporen. Daarnaast heeft EDF Energies Nouvelles een overeenkomst met een Belgische vennootschap, Alcoservices, ondertekend om de productie van biobrandstoffen te ontwikkelen. Biobrandstoffen gebruiken die in België worden geproduceerd, helpt de impact van het transport op het milieu te beperken.
1: Op welke manier levert uw bedrijf een bijdrage om energie te besparen of de impact op het milieu te beperken?
Pierrick Balancier Verantwoordelijke Vlaanderen
Ons bedrijf importeert hout- en pelletkachels van het merk Edilkamin. We zijn ook groothandelaar in pellets. De pellet is de meest stabiele, niet-vervuilende en innovatieve bio-brandstof die beantwoordt aan de kwaliteitsnormen voor een constante verbrandingswaarde. De pellets bestaan uit zaagsel dat in een omhulsel wordt samengeperst. De verbrandingswaarde van een pellet is ongeveer 5kW/kg. Dit is ongeveer 2 tot 3 keer hoger dan die van brandhout.
De 13 % voor België is een vrij conservatieve inschatting. Greenpeace heeft een groots onafhankelijk internationaal onderzoeksproject gefinancierd om een duurzaam energiescenario uit te werken (www.energyblueprint.info). Volgens dit scenario moeten tegen 2020 energie efficiëntie, duurzaam gebruik van biomassa in de elektrici-
Door haar participatie in het C-Power project, een offshore windmolenpark op de Thorntonbank met een capaciteit van 300MW, draagt EDF Energies Nouvelles al 10% bij aan deze doelstelling. De Groep EDF helpt tevens de hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen door haar participatie in Verdesis, die zowel in Vlaanderen als in Wallonië een mooie groei kent. Verdesis is gespecialiseerd in de behandeling en de valorisatie van biogas
De pellet is dus een 100% ecologische brandstof. Wanneer men verwarmt met pellets, respecteert men het milieu. Waarom ? In de pellet zit heel weinig vocht (6%) en de pellet produceert dus, na verbranding, heel weinig CO2 en vooral slechts 1% as. Het bedrijf Girretz Pierre Energies Alternatives Bvba importeert tussen 2500 en 3500 pelletkachels en heeft in de Benelux een honderdtal verkooppunten.
2: Volgens het Europese klimaatplan moet het aandeel hernieuwbare energie in ons land verhogen tot 13%. Is dit
teitssector, wind- en zonnethermische energie de belangrijkste pijlers van onze energievoorziening worden. Zo kunnen we de klimaatuitdaging aangaan zonder de uitstap uit kernenergie in vraag te stellen.
Ons eerste doel moet zijn om ons verbruik te verminderen, niet om de energieprijzen te doen dalen. Een structurele daling van de elektriciteitsprijzen is een illusie. Na de liberalisering van de elektriciteitsmarkt was er een sterke daling van
investeringen in nieuwe centrales, waardoor bestaande centrales nu verouderd raken. In de voorbije jaren zijn door Electrabel woekerwinsten gemaakt, niet om opnieuw in België te investeren, wel om de kas van het moederbedrijf Suez te spijzen. Het is hoog tijd om die onterechte woekerwinsten te recupereren en te investeren in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie om zo de bevoorrading van energie veilig te stellen. Die woekerwinsten misbruiken om het gat in de federale begroting te dichten, of om algemene tariefdalingen door te voeren is zeer kortzichtig en schuift de reële factuur voor onze elektriciteitsproductie door naar de toekomst.
(zelfs van geringe kwaliteit) dankzij exclusieve technologieën, die met name de ondernemers van
gaande discussie waard tussen particuliere ondernemingen en de Belgische regeringen.
3. De liberalisering van de energiemarkt heeft niet meteen tot goedkopere energie geleid, welke rol kan of moet de overheid spelen om de stijgende energieprijzen op te vangen?
”
Het bereiken van de doelstelling voor België tegen 2020 is een diepgaande discussie waard tussen particuliere ondernemingen en de Belgische regeringen
”
stortplaatsen kunnen interesseren. Het bereiken van de doelstelling voor België tegen 2020 is een diep-
haalbaar tegen 2020 en welke bronnen zullen we hiervoor moeten aanspreken? We zijn ervan overtuigd dat de Europese klimaatdoelstellingen haalbaar zijn als elke burger een inspanning levert. Windturbines, pellets, zonnepanelen en fotovoltaïsche panelen, isolatiematerialen,... we hebben alle moderne middelen om de Europese doelstelling te halen.
3: De liberalisering van de energiemarkt heeft niet meteen tot goedkopere energie geleid, welke rol kan of moet de overheid spelen om de stij-
3. De liberalisering van de energiemarkt heeft niet meteen tot goedkopere energie geleid, welke rol kan of moet de overheid spelen om de stijgende energieprijzen op te vangen? Zoals FEBEG (de Federatie van Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven) heeft aangegeven, kan het vergemakkelijken van de bouw van nieuwe plaatselijke productiecapaciteit de stijging van de energieprijzen helpen beperken.
gende energieprijzen op te vangen? Het is de hoogste tijd dat de regio’s, de provincies en de gemeenschappen premies uitkeren voor de aankoop, het vervangen van of het investeren in een kachel of een ketel met pellets. Het is gemakkelijk om Europese doelstellingen vast te leggen om goed te scoren maar de burgers die willen investeren in een schonere planeet moeten een stimulans krijgen van de overheid.
Redactie: Christophe De Schauvre
en Europese richtlijn in verband met biobrandstof legt elk land enkele verplichtingen op om het publiek te sensibiliseren over de mogelijkheden van groene brandstoffen. Er komt de overheid een voortrekkersrol toe om ook zelf het goede voorbeeld te stellen en dat doet ze onder meer door bussen op biobrandstof te integreren in het wagenpark. Zowel bij De Lijn, de Brusselse MIVB als
E
De overtreffende trap van milieubewust Mits enkele eenvoudige aanpassingen van je rijgedrag kan je als automobilist een pak zuiniger én milieuvriendelijker rijden en dit principe vindt ook doorgang naar het openbaar vervoer. Vervoersmaatschappijen als de MIVB, TEC en De Lijn doen hun duit in het zakje. het Waalse TEC zal je daarom heel wat bussen vinden die gebruik maken van alternatieve, uitstootbeperkende brandstof. De Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn bestelde eind 2006 maar liefst 214 milieuvriendelijke bussen die intussen allemaal in roulatie zijn. Bussen op zogeheten PPO-brandstof of puur plantaardige olie - in vele gevallen gaat het om koolzaadolie - zijn geen uitzondering en afgelopen zomer werd zelfs de eerste hybride bus op waterstof in gebruik genomen, een wereldprimeur. Het houdt evenwel niet op met de - vaak dure - aanschaf van nieuwe bussen; ook het bestaande wagenpark wordt aangepast
om de uitstoot van uitlaatgassen te verminderen. De huidige voertuigen worden milieuvriendelijker gemaakt door enerzijds de motorisatie te verbeteren met propere dieselmotoren die minder uitstoot geven en anderzijds met behulp van roetfilters die tot 90% minder uitstoot van fijn stof opleveren. Tegen 2009 zal alleen al De Lijn meer dan 1.400 bussen uitgerust hebben met een roetfilter.
Eco-Drive Ook het ‘Eco-Drive’-principe dringt door tot het publiek transport. Het begrip doelt op het aanpassen van het rijgedrag met het dubbele effect van minder brandstof te verbruiken
- wat goed is voor de portemonnee - en tegelijk ook de schadelijke CO2uitstoot te reduceren. Bij de bussen van de MIVB bijvoorbeeld wordt het principe van ecologische rijgedrag bijgebracht tijdens de opleiding. De MIVB is hiermee zelfs pionier en loopt voorop op de Europese wetgeving dat vanaf september 2008 ‘rationeel rijgedrag’ verplicht in het opleidingsprogramma. Het is de Federale Overheidsdientst Mobiliteit en Vervoer die uiteindelijk het leerprogramma bepaalt en de criteria tot slagen opstelt. Ook trams en metro kunnen het rijgedrag dusdanig bijsturen dat er een positief milieu-effect ontstaat.
”
Belgen hebben een erg hoge CO2-uitstoot, wereldwijd staan we op de 22ste plaats
”
Het decennium 1998-2007 is wereldwijd het warmste sinds het begin van de waarnemingen in 1850 en sinds het begin van de 20ste eeuw is het wereldtempertatuurgemiddelde volgens de World Meteorological Organization met 0,74 graden gestegen. Belangrijkste oorzaak? Menselijke activiteit.
m de vijf jaar brengt het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties een rapport uit waarin de opwarming van de aarde onder de loep genomen wordt. In
O
Een eenvoudige aanpassing van de snelheid heeft immers tot gevolg dat het energieverbruik zelfs tot 15% lager ligt. Hoe dit kan, bewijst de Brusselse metro op metrolijn 2. Het principe is vrij eenvoudig want trager rijden vergt minder extra vermogen om topsnelheid te halen en minder verlies van energie om te remmen. Ook de NMBS heeft een milieupolicy en is hét aangewezen alternatief voor het autoverkeer. In vergelijking tot de 125 gram CO2 uitstoot per afgelegde kilometer, stoot de trein slechts 38 gram CO2 uit en bovendien ligt het energieverbruik van een IC-trein per vervoerde reiziger 50% lager dan bij een middenklasseauto.
gaat uiteraard om het engagement om iets aan de uitstoot te doen. Bijna 1/3de van de totale uitstoot heeft te maken met mobiliteit en is daarom een belangrijk aandachtspunt. Elk individu kan het verschil maken en het rationaliseren van je persoonlijke mobiliteit is meer dan een goed begin. Belgen hebben immers een erg hoge CO2-uistoot, in de wereldranglijst staan we op de 22ste plaats.
Reduceer je klimaatimpact
Redactie: Christophe De Schauvre
9
ENERGIEGIDS
haar wetenschappelijk onderbouwde rapporten wil het de aandacht vestigen op de opwarming van de aarde en zoekt het naar de oorzaken hiervan. Deze global warming, die mede door de inspanningen van groene profeet Al Gore tot iedereen is doorgedron-
gen, is volgens het IPCC in hoofdzaak te wijten aan de uitstoot van schadelijke gassen als koolstofdioxide (CO2) en methaan (CH4) en deze zijn het gevolg van menselijk handelen. Het terugdringen van deze schadelijke uitstoot heeft ontegensprekelijk een gunstig ef-
fect, het zal de opwarming van de aarde indijken. Om de klimaatverandering tegen te gaan kan iedereen zijn verantwoordelijkheid opnemen door CO2uitstoot te beperken. Het begrip ‘persoonlijke ecologische voetafdruk’ zal niet geheel onbekend zijn, maar het
Op het internet kan je heel wat initiatieven vinden om je klimaatimpact te verkleinen. Naast individuele tip in mobiliteit kan je ook het verschil maken door je woning aan te passen, je manier van reizen of klimaatvriendelijke voeding te nemen. Het verschil zit vaak in kleine dingen en dat maken ook de honderden tips duidelijk. In vergelijking tot voorspelbare tips als ‘laat de auto staan wanneer het kan’ of ‘laat het water niet lopen terwijl je je tanden poetst’, zijn er heel wat minder voor de hand liggende zaken die wel een groot verschil kunnen betekenen voor je energiefactuur én je aandeel in de klimaatopwarming. Bijvoorbeeld de tip om piepschuim te gebruiken om lege plekken in de diepvriezer op te vullen, of restjes eten eerst te laten afkoelen alvorens ze in de koelkast te zetten.
10
ENERGIEGIDS
DE GROENE MOTOR
Om de CO2-uitstoot van auto’s verder terug te dringen, kan men opteren voor de aanschaf van een hybride wagen, dan wel voor een exemplaar dat op alternatieve brandstof rijdt. Doe uw duit in het zakje met een hybride of ‘groene’ wagen.
Redactie: Christophe De Schauvre
ybride auto’s maken op ingenieuze manier gebruik van twee verschillende aandrijftechnologieën, namelijk een (zuinige) verbrandingsmotor, gecombineerd met een elektromotor. Naargelang de rijomstandigheden vullen ze elkaar aan, ook letterlijk, want overtollige of mechanische energie wordt omgezet in elektriciteit en opgeslagen in de batterij. Vooruitgang in de hybride technologie kan - eigen aan dit dubbele systeem - geboekt worden door zowel de elektromotor verder te optimaliseren, als de verbrandingsmotor nog zuiniger te maken. Volgens Febiac rijden er intussen een duizendtal hybride wagens rond in ons land en gezien we
H
nog steeds het land van de hardnekkige dieselrijders zijn, zijn deze verkoopcijfers veelbelovend. Ten opzichte van 2005 is de verkoop van hybride wagens immers verdubbeld, wat een verdere democratisering van de technologie in de hand werkt.
”
bieten, tarwe of gerst. Door de juiste vermenging met benzine is bio-ethanol een waardig alternatief dat de CO2-uitstoot met 90% vermindert ten opzichte van fossiele brandstof. Er zijn verschillende automerken die uitpakken met E85-brandstof, wat eigenlijk duidt op een mengeling van
De verkoop van hybride wagens zit in de lift, wat voor verdere democratisering van de technologie zorgt
Door gebruik te maken van alternatieve brandstoffen - die minder, of zelfs helemaal geen fossiele koolstof bevatten - wordt uitstoot gereduceerd. Bio-ethanol bijvoorbeeld, het resultaat van microbiële fermentatie van koolhydraten en gewonnen uit biomassa zoals maïs, suikerriet of -
”
85% ethanol met 15% gewone benzine. Maar omdat in ons land nog niet zoveel benzinepompen biobrandstoffen aanbieden, krijgt de verkoop van E85-wagens niet meteen wind in de zeilen. Niet alleen het milieu vaart er wel bij: met de aankoop van een milieu-
vriendelijke wagen krijg je ook een fiscaal voordeel. Hoe ‘groen’ je wagen is, wordt afgemeten aan het aantal gram CO2-uitstoot per kilometer. Het fiscaal voordeel loopt daarbij op tot 15% op de aankoopprijs voor een wagen die minder dan 105 gr/km uitstoot, met een maximum van 4.270 euro. Voor een wagen met uitstoot tussen 105 en 115 gr CO2/km is het fiscale voordeel gelijk aan 3% van de aankoopprijs met een maximum van 800 EUR. Ook de aanschaf van een
auto met roetfilter wordt gestimuleerd en is zelfs cumuleerbaar. Een nieuwe dieselwagen die standaard uitgerust is met een roetfilter en een CO2-uitstoot heeft van minder dan 105 of 115 gram per kilometer, geeft u recht op een forfaitair voordeel van 200 EUR voor de roetfilter, bovenop die 15% of 3% van de aankoopprijs. Mede door deze fiscale impulsen zijn er in 2007 een kleine 2.000 ‘groene’ auto’s verkocht, dat is een verdubbeling ten opzichte van 2006.
Kies voor 100% groene energie
Hoe groen is uw energie? Energieleveranciers hebben tegenwoordig eigen formules waarbij u als particulier of onderneming kan opteren voor een volledig groen alternatief tegen eenzelfde prijs als conventionele energie. Mede door de vrijmaking van de energiemarkt zijn er zelfs heel wat energiespelers die zich enkel toeleggen op groene energie.
Redactie: Christophe De Schauvre
roene energie is elektriciteit die volledig gegeneerd wordt op basis van hernieuwbare en ecologische energiebronnen. Zonne-energie maakt gebruik van de zon, maar ook steeds meer energie wordt opgewekt met behulp van windmolens. Daarnaast wordt ook groene energie gewonnen met behulp van hydro-elektriciteit aangedreven door water, of
G
worden organische stoffen gebruikt en spreken we van biomassa-energie. Deze natuurlijke hulpbronnen vernieuwen zich voortdurend en vormen zo een propere energiebron.
groene energie elders aan te kopen en deze tot bij de klant te brengen. Wanneer men als particulier of als onderneming kiest voor 100% groene energie geeft men niet alleen een positief signaal, men draagt op die ma-
”
100% groene energie heeft een rechtstreeks positief milieueffect en indirect draagt het bij tot méér investeringen in alternatieve, hernieuwbare energiebronnen
Het gebruiken van hernieuwbare energie wordt vaak gezien als een individuele investering (bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak van je woning laten plaatsen om een zelfbedruipend energieconcept te bekomen), maar het kan veel eenvoudiger door te opteren voor een groene leverancier of energieformule. Heel wat energieleveranciers engageren zich tot het winnen van schone energie door hetzij zelf te investeren in hernieuwbare energiebronnen, hetzij
”
nier ook bij tot de democratisering van de hernieuwbare energiebronnen. Des te meer men gebruik maakt van groene energie, des te meer energieproducenten ook geneigd zijn om te investeren in nieuwe, hernieuwbare bronnen en conventionele, meer vervuilende bronnen af te bouwen. Investeringen worden vaak afgemeten aan de hand van hun terugverdientijd of -effect en bij hernieuwbare energie is dit niet anders. Op producentenniveau wordt afge-
wogen of de investeringskost om 100% groene energie op te wekken opweegt tegen de winst die ermee gemaakt kan worden. Pas als men een groot, of alsmaar groter wordend, afnemerspotentieel ziet, zullen producenten investeren in het plaatsen van parken met windmolens of zonnepanelen of zelfs hydro-energie-
installaties. De consument heeft echter de mogelijkheid om te kiezen voor groene energie of energie gewonnen uit conventionele bronnen. De leverancier engageert zich er ook toe om, wanneer het een 100% groene-formule aanbiedt, dit ook effectief om te zetten in een investeringsengagement.
Binnenkort biobrandstof voor iedereen
Heeft men de kwaliteit van biobrandstof verkeerd ingeschat? En zo niet, waarom vinden we het dan niet aan elk tankstation in België? Twee vragen die de laatste weken vaak gesteld worden en volop besproken worden in de media.
Redactie: Guy De Mol en Hendrik Lemahieu
r is in principe evenveel biobrandstof als er zetmeel- en oliehoudende grondstoffen zijn. Op middellange termijn, zal elke plantaardige teelt ongetwijfeld synthetische brandstoffen kunnen produceren. Dit wordt de tweede generatie genoemd. Deze generatie moet nog veel verder ontwikkeld worden om de hoge productiekosten te verminderen.
E
11
ENERGIEGIDS
zonder daarbij het evenwicht te verstoren op de voedselmarkten of grondstoffen produceren en daarbij de landbouw en het milieu respecteren. In de toekomst zullen de biobrandstoffen die geproduceerd en/of verkocht worden op de Europese markt moeten voldoen aan een reeks strikte voorwaarden om als “duurzaam” gecertificeerd te kunnen worden. Op die manier zullen ze zich onderscheiden van de biobrandstoffen die schade aanrichten omdat ze bijvoorbeeld zullen geproduceerd worden in tropische gebieden die ontbost worden. De Europese Commissie heeft eind januari 2008 haar ambitieus plan onthuld om biobrandstoffen te ontwikkelen: 10% van de motorbrandstof in 2020. Als alles volgens plan verloopt, zal ons land tegen midden 2008 ongeveer 4,4% van de bio-
”
Het terugdringen van de CO2-uitstoot staat centraal bij biobrandstoffen.
”
In België wordt biodiesel voornamelijk gemaakt uit plantaardige olie (koolzaad), bio-ethanol uit zetmeel (tarwezetmeel, suikerbiet): de eerste generatie. De prijs van deze grondstoffen is sinds enkele maanden zo sterk gestegen dat ze soms de verkoopprijs van biobrandstoffen overtreft. De agrarische grondstoffen zijn het onderwerp geworden van weinig scrupuleuze speculaties. Op die manier kunnen de biobrandstoffen niet concurreren met de klassieke brandstoffen, ook al kost een vat aardolie
100 USD/ton. Is de burger bereid om enkele eurocenten meer te betalen voor biobrandstof? In 2004 vertegenwoordigden de biobrandstoffen slecht 1% van de energie die wereldwijd gebruikt werd voor het wegtransport. Niets laat toe om een oorzakelijk verband te zien tussen het gebruik van biobrand-
”
januari 2008 voor de schorsing van het verplichte braakland in Europa, zal ervoor zorgen dat vele hectaren opnieuw kunnen bewerkt worden en dat de druk op de markten zal afnemen door de toevoer van bijkomende landbouwproducten. In vergelijking met de klassieke diesel, kan het gebruik van biodiesel
Als alles volgens plan verloopt, zal ons land tegen midden 2008 ongeveer 4,4% van de biobrandstof produceren.
stoffen en de stijging van grondstoffen voor voedsel in Europa. Maar als men weet dat 30% van het maïsgraan van de Verenigde Staten in 2010 zal gebruikt worden voor de productie van bio-ethanol en dat het zaaien van soja in datzelfde jaar met 16% zal verminderen om meer maïs te kunnen kweken, dan wordt de prijsdruk op deze twee grondstoffen duidelijker. Ook de schommelingen van het klimaat die schadelijk zijn voor het rendement van de landbouw in bepaalde streken, de exponentiële groei van de wereldbevolking en het toenemende vleesgebruik in de Aziatische landen zijn factoren die de prijzen van de agrarische grondstoffen beïnvloeden. De beslissing van 1 ADVERTENTIE
”
uit koolzaad de uitstoot van CO² verminderen met 65 tot 70%. (91% voor plantaardige ethanol) De energie die vrijkomt in vergelijking tot de energie die nodig is om het volledige productieproces te doorlopen, is 2,5 keer groter dan bij klassieke diesel. Hierbij worden zaden en onkruidverdelgers op dezelfde manier gebruikt als bij de voedingsteelt. Nieuwe aanvullende studies over de invloed op het milieu en de analyse van de levenscyclus zijn lopende. De huidige uitdaging van de sector van de biobrandstoffen is dus een duurzaam economisch model te vinden dat aan de volgende voorwaarden voldoet: grondstoffen tegen een competitieve prijs kunnen kopen
brandstof produceren. Deze hoeveelheid zou dus moeten verdubbelen in de komende jaren door de oprichting van nieuwe Belgische units en/of door de import van buitenlandse biobrandstoffen. De Europese Commissie opteert voor de doelstelling om tegen 2020 een gebalanceerde oplossing aan te bieden, waarin het aanbod binnen Europa zowel via een eigen Europese productie, als via invoer zal worden gerealiseerd. Dit zal zowel de eigen Europese landbouw en productie ten goede komen, als deze van ontwikkelingslanden. Het terugdringen van de CO2-uitstoot staat centraal bij biobrandstoffen. Daartoe dient zowel de productie als het transport van de biobrandstof op een efficiënte manier gebeuren. Een Europees efficiënt certificeringsysteem is hiertoe onontbeerlijk, wat voor gevolg heeft dat het wel degelijk mogelijk is om biobrandstoffen te produceren zonder ontbossing, CO2 efficiënt, en met respect voor¬ sociaal-economische omstandigheden. Dit was trouwens een van de selectie criteria van de Belgische overheid om de quota’s te verdelen voor de biobrandstoffen die in België op de markt mogen gebracht worden. De 2de generatie biobrandstoffen is de volgende stap. Alhoewel nog veel duurder dan de huidige, zullen deze binnen enkele jaren geleidelijk aan op de markt komen. De 1ste generatie is evenwel onontbeerlijk om het pad te effenen voor de 2de generatie.
12
ENERGIEGIDS
Stop je energie in een premie
glas en thermostatische kranen, komt ook het onderhoud van een centrale verwarmingsketel hiervoor in aanmerking, evenals de plaatsing van een geothermische warmtepomp en het uitvoeren van een energie-audit. Ook het fiscaal plafond, met betrekking tot de plaatsing van zonneboilers en fotovoltaïsche zonnepanelen, werd opgetrokken van 3.380 euro tot 3.440 euro. Al moeten de uitgaven hiervoor betaald zijn in het-
”
sel afhankelijk van de netwerkbeheerder waartoe je behoort. Wel geven ze dit jaar elk een premie voor dakisolatie van 2 euro per vierkante meter voor doe-het-zelvers en 4 euro als het door een geregistreerde aannemer werd geplaatst. De premies inzake zonneboilers en condensatieketels op aardgas werden door netbeheerders enigszins teruggeschroefd. Inwoners van VlaamsBrabant, Limburg en Oost-Vlaande-
Er bestaan meer dan 2.000 federale, Vlaamse, provinciale en gemeentelijke premies, dus maak er gebruik van
zelfde inkomstenjaar en moet de installatie gebeurd zijn door een geregistreerde aannemer die op zijn factuur enkele administratieve formaliteiten moet vermelden. Meer informatie over welke premies je hiervoor kan krijgen, en het systeem van belastingsvermindering kan je terugvinden op www.energiesparen.be. Ook netbeheerders reiken premies uit om rationeel energiegebruik te bevorderen, maar ook hier is het stel-
Bouwers en verbouwers maken aanspraak op tal van premies die energiebesparende maatregelen extra stimuleren. Omdat veel van deze financiële tegemoetkomingen, bovenop de fiscale voordelen, afhankelijk zijn van je woonplaats, werd de website www.premiezoeker.be in het leven geroepen. Door het bos de bomen zien, evenals het groen huis. Redactie: Christophe De Schauvre
et plaatsen van dakisolatie, hoogrendementsbeglazing, een klokthermostaat of thermostatische kranen, het zijn vaak elementaire zaken wanneer je
H
bouwt of verbouwt. Dat je voor dergelijke energiebesparende maatregelen een deel van de investering kan recupereren is nog steeds minder geweten, niettegenstaande de vele communicatieinspanningen hieromtrent. Er be-
ADVERTENTIE
Dakisolatie Hoogrendementsglas Vervangen CV-ketel Tot 2650 euro fiscaal voordeel in 2008
Extra premies van uw netbeheerder Alle premies en voorwaarden
www.energiesparen.be
Energie sparen: de winst is voor u en het milieu!
staan dan ook meer dan 2.000 federale, Vlaamse, provinciale en gemeentelijke premies die afhankelijk van je specifieke situatie kunnen worden toegekend. De fiscale voordelen met betrekking op de energiebesparende maatregelen en de bouw van passiefhuizen, zijn dit jaar ietsje toegenomen, althans het plafondbedrag voor inkomstenjaar 2008 ligt 50 euro hoger en bedraagt nu maximum 2.650 euro. Naast dakisolatie, hoogrendements-
”
ren maken ook aanspraak op tegemoetkomingen van het provinciebestuur. In Vlaams-Brabant loont de installatie van een zonneboiler 625 euro, in Limburg geldt hiervoor een premie van 250 euro. Ook steeds meer gemeenten kennen premies toe. Zo zijn er intussen al 150 Vlaamse gemeenten die de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen stimuleren én 180 gemeenten die zonneboilers promoten.
ENERGIEGIDS
Houtpellets, brandstof van de toekomst
Sinds mensenheugenis verbranden we hout om ons eraan te verwarmen. Toch kennen zowel het materiaal als de verbrandingstechniek heel wat evoluties. Gebruik van houtpellets bijvoorbeeld, eigenlijk compressie van afvalhout, ontpopt zich als een uiterst milieu- en prijsvriendelijk alternatief. De brandstof van de toekomst.
Redactie: Christophe De Schauvre
ellets zijn cilindervormige houtkorrels met een diameter van 6 tot 8 millimeter en 1 tot 4 centimeter lang en het resultaat van compressie van afval-
P
en bevatten geen enkel bindmiddel, wat een dubbel milieuvoordeel geeft. De energie-inhoud van houtpellets levert 5kWh per kilogram of beter: met twee kilogram houtpellets ontwikkel je dezelfde energie als met één liter stookolie of één
nieren worden gebruikt: in speciale kachels of in pelletketels. Een speciale installatie is echter wel nodig om
de verbranding van deze korrels optimaal te ondersteunen en te regelen. In vergelijking met een klassieke verwarmingsketel kost een pelletketel mét automatische regeling en automatische voeding het dubbele, maar die investering verdient zich razendsnel terug. De houtpellets zelf worden in zakken aangekocht per 1.000 kilo - het equivalent van 500 liter stookolie - maar de prijs ervan ligt 40 tot 50% lager. Bovendien bedraagt het rendement van de pelletsystemen 89%, terwijl een klassieke houtkachel slechts 25% rendement geeft. Hoe dat kan? Wel, houtpellets genereren warmte zonder verbrandingsgassen en hebben daarom geen schouw nodig, terwijl bij klassieke houtkachels het merendeel van de
warmte vervliegt door de luchtafvoer. De stabiliteit in de prijs van houtpellets staat in schril contrast met de sterk fluctuerende - of beter vooral stijgende - prijzen van de fossiele brandstoffen. Ook op vlak van gebruiksgemak vergen houtpellets niet meer onderhoud of opvolging dan de klassieke systemen, want ook bij pellets is er een verregaande automatisatie met klokthermostaten en zelfs dag- en nachtregimes. Bovendien bieden ze voordelen die een gewone houtkachel niet heeft: met een autonomie van 30 uur voor een vol verbrandingsrecipient ligt het gebruiksgemak een pak hoger. Bovendien kan een pelletkachel grote ruimtes gemakkelijk verwarmen, tot zelfs de nabijgelegen ruimtes.
Met 2 kilogram houtpellets ontwikkel je dezelfde energie als met 1 liter stookolie of 1 m3 aardgas, maar het is wel maar half zo duur
”
hout. Het systeem werd zo’n 30 jaar geleden ontwikkeld in landen als Canada, Oostenrijk, Zwitserland en de Scandinavische landen. De korrels worden uit zuiver houtafval mechanisch en aan een temperatuur van om en bij de 90°C geperst,
”
kubieke meter aardgas, terwijl de CO2-uitstoot niet meer bedraagt dan één groeiende boom die aan de omgevingslucht wordt onttrokken. Houtpellets creëren als het ware een gesloten circuit. Houtpellets kunnen op twee ma-
ADVERTENTIE
INBOUW HOUTCASSETTES
40 tot 50% goedkoper dan stookolie 100% ECOLOGISCH 0N EF TQPU UF ESJKWFO NFU EF PMJFQSJK[FO Automotische regeling PROMO BATIBOUW Geen shoorsteen nodig
VANAF
HOUTKACHELS in steen
VANAF
1750E EXC. BTW
1160%
MARIU
03278402/0808vlb pzr
1480E Distributeur :
EXCLUSIEF INVOERDER BENELUX Z.I. des Plénesses Rue des Nouvelles technologies 11 U 4820 DISON Tél. 0032 87/44 82 54 U Fax 0032 87/89 17 35 Info :
[email protected] U www.girretzpierre.be Om de kleinhandelaars uit uw regio te kennen, tel. 0495/54 93 67
/JFVX BTTPSUJNFOU
13
EXCLUSIEF INVOERDER BENELUX
BEZOEK ONZE WEBSITE VOOR ONZE DIVERSE VERKOOPPUNTEN VAN PELLETS EN KACHELS
PELLETS KACHELS
14
ENERGIEGIDS
Europese zuinigheidsstandaard voor elektrische toestellen Rationeel energiegebruik? Allemaal goed en wel, maar bedenk even hoeveel toestellen u in huis heeft die energie verbruiken. Het gebruik van zuinige toestellen zal meteen een lagere energiefactuur betekenen. Maar wat is zuinig? Om dat duidelijk te maken, is er het energielabel, herkenbaar aan de letter- en kleurcodes. Redactie: Christophe De Schauvre
Kook-wijzer
en Europese richtlijn deelt elektrische apparaten, zoals was- en afwasmachines, koelkasten, diepvriezers en zo meer, in volgens energieklassen. De score die wordt toegekend aan het energieverbruik gaat van de groene klasse A (laag verbruik) tot G, wat hoog verbruik betekent en met alarmerend rood wordt aangeduid. In 2004 kreeg de zuinigste categorie nog een extra opdeling met de labels A+ en A++, een nu-
Gezien we wel dagelijks een maaltijd koken, is het aandeel van het kookfornuis vrij groot in het dagelijks energieverbruik. Kies daarom voor het juiste kooksysteem, want koken op aardgas is ongeveer de helft goedkoper dan een klassiek elektrisch fornuis. Nieuwe systemen als vitrokeramische kookplaten – met weerstanden of met halogeen – en inductieplaten betekenen eveneens een verbruiksverschil. Inductiekookplaten zijn het zuinigst. Wat ovens betreft opteert u beter voor
E TIPS OM ZUINIGER OM TE SPRINGEN MET ENERGIE IN HUIS • vervang gloeilampen door spaarlampen, ze gaan niet alleen 10 keer langer mee, ze gebruiken 5 keer minder energie. Bij gloeilampen gaat té veel energie verloren in de vorm van warmte in plaats van licht. • Gebruik je vaatwasser alleen als hij helemaal gevuld is, of schakel een lager programma in als er niet veel hardnekkig vuil op de vaat hangt, of waarom niet eens een keertje de afwas doen met de hand. • Doe een trui aan in plaats van de centrale verwarming hoger te zetten. • Een wasmachine vul je best helemaal en gebruik zoveel mogelijk de spaartoetsen op je machine. Bekijk ook of het nuttig is om te wassen op 60 of 90°, want dat vergt extra energie. • Drogen kan ook aan een wasrek of -lijn. • Strijken doe je best met stoom, dat gaat sneller, vlotter én dus zuiniger. Maak ook gebruik van een reflecterende strijkovertrek, deze werkt immers energiebesparend. • Laat (warm) water alleen maar stromen als het echt nodig is en vang het op in de spoelbak eerder dan het meteen te laten wegvloeien. • Heb oog voor de sluipverbruikers in huis. GSM-laders of hifitoestellen verbruiken energie zolang ze op het stopcontact zijn aangesloten. • Kook zo efficiënt mogelijk, denk maar aan éénpansgerechten, maar ook aan de manier waarop je het kookfornuis gebruikt. Wil je water koken, gebruik dan een deksel, gebruik pannen die perfect op het fornuis aansluiten. Zo benut je maximaal je gebruikte energie. Schakel het fornuis eventueel iets vroeger uit en profiteer van de afkoelwarmte.
”
Zuinige toestellen zijn duurder in aankoop, maar laten zich snel terugverdienen
ance die een lager verbruik van maar liefst 25% impliceert. Dat maakt van A++ het zuinigste label, maar liefst 50% zuiniger dan toestellen uit klasse A. Zuinigere toestellen mogen dan al duurder zijn, de meerkost laat zich snel terugverdienen dankzij de besparing op de energiefactuur. Een analyse van het gemiddelde leefpatroon leert ons dat er enkele cruciale energieverbruiksfases zijn. Koken bijvoorbeeld, met uiteraard de luxe van een koelkast en diepvriezer, en natuurlijk wil je ook licht. Rationaliseer je energieverbruik door hieraan aandacht te besteden. De website www.TopTen.be, een initiatief met steun van de Europese Commisie, vergelijkt verschillende elektrische toestellen op vlak van verbruik, prijs, kwaliteit en milieueffect. Voorlopig zet dit initiatief – met behulp van onafhankelijke tests – koelkasten en diepvriezers, wasmachines en droogkasten in kaart. Ook spaarlampen worden naargelang de vorm, vermogen, efficiëntie én levensduur met elkaar vergeleken.
A
”
een heteluchtoven omdat de warmteverdeling beter is en de opwarmingstijd daardoor beperkt blijft. Microgolfovens zijn dan weer de helft zuiniger dan klassieke ovens of fornuizen, tenzij het om grote kookhoeveelheden gaat. Ook koelkasten en diepvriezers zijn een grote slokop wat energie betreft, omdat ze dag en nacht verbruiken. Een A-label is zeker geen overbodige luxe, maar koop ook
”
Zuinig omspringen met energie betekent rationeel omgaan met je toestellen
”
geen grotere koelkast of diepvriezer dan nodig. Diepvrieskisten zijn dan weer zuiniger dan kasten en als je een afzonderlijke diepvriezer hebt, opteer dan voor een koelkast zonder vriesvak. Ontdooi ook regelmatig, een ijslaag van 2 millimeter betekent een meerverbruik van al snel 10%.
Spaar-lampen
B
C
D
E
F
De meest gebruikte lamp is nog steeds de gloeilamp, een uiterst energieverslindend type, zeker als je weet dat slecht 10% van de gebruikte energie wordt omgezet in licht, en 90% in warmte verloren gaat. Een spaarlamp van 11W vergeleken met een gloeilamp van 60W toont na 10.000 uur een verschil in verbruikte kWh dat zes keer lager is. Als je dat omzet in verbruikskosten (berekend aan 0,16 euro/kWh) komt dat neer op 17,60 euro voor een spaarlamp terwijl een gloeilamp 96,00 euro kost. Spaarlampen heten niet voor niets zo...
G
ZUINIG EN MILIEUBEWUST RIJDEN Koop een zuinige auto. Hoeveel een auto aan brandstof verbruikt is af te leiden uit de ECE-verbruikscijfers die in de autofolders staan. Op nieuwe personenauto's zit een etiket met informatie over het brandstofverbruik en CO2 uitstoot. • Start altijd zonder gas te geven. • Laat de motor na een koude start niet stationair warm draaien, maar rij direct rustig weg. • Vanaf de tweede versnelling drukt u het gaspedaal bij het optrekken snel tot een maximum van driekwart in. In druk verkeer geeft u minder gas. • Schakel zo snel mogelijk door bij lage toerentallen (1500-2500). Binnen de bebouwde kom kan je regelmatig in de vierde of zelfs vijfde versnelling rijden. • Veel bochten kan je in de derde versnelling nemen. • Rij bij een constante snelheid in een zo hoog mogelijke versnelling. • Rij niet te hard; Als je 100 km per uur rijdt, gebruik je gemiddeld 25% minder brandstof dan als je 120 km per uur rijdt. • Rem zo min mogelijk. Laat de auto zo lang mogelijk uitrollen in een zo hoog mogelijke versnelling. • Laat autowassen aan professionals over. Autowasstraten zijn ingericht voor het opvangen van verontreinigd spoelwater. Bovendien veroorzaakt zelf wassen meer krassen in de lak en kost het meestal meer water. • Overweeg de aanschaf van een econometer, boordcomputer of cruisecontrol. De brandstofbesparing kan oplopen tot 10%. • Gebruik elektrische accessoires, zoals verwarming, achteruitverwarming, airconditioning, niet langer dan nodig. • Neem voor korte afstanden de fiets en laat de auto staan. Een niet geheel opgewarmde motor verbruikt meer brandstof en stoot relatief meer schadelijke stoffen uit. • Controleer een keer per maand de bandenspanning. Dat kan zo'n 3% aan brandstofkosten besparen. Als alle automobilisten in ons land de spanning erin houden, is een totale besparing van enkele miljoenen liter brandstof per jaar mogelijk. En voor jezelf scheelt dit gemiddeld één tankbeurt per jaar. • Een goed onderhoud en een goede afstelling van de motor zorgen voor minder milieuvervuiling. Het is daarom aan te bevelen de door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsbeurten (telkens na een vast aantal kilometers of tijdsduur) niet uit te stellen. • Als u moet ijskrabben, zet dan niet eerst de motor aan, maar doe dat pas als u klaar bent met krabben, vlak voordat u wegrijdt. Het aanzetten van de motor levert alleen onnodig veel uitlaatgassen op en is nergens voor nodig. De warmteproductie (waardoor de ruit eerder zou ontdooien) is met een koude motor verwaarloosbaar klein en de ruit zal dan ook niet eerder ontdooid zijn. Veel sneller werkt het om wat (koud/lauwwarm) water over de ruit te gooien. In Oostenrijk en Zwitserland is het zelfs verboden om de motor aan te zetten als u niet meteen wegrijdt en staat er een flinke boete op!
ENERGIEGIDS
Duurzame economie is maatschappelijk verantwoord ondernemen
15
Interview
De klimaatimpact indijken is niet alleen een individuele bekommernis, ook ondernemingen en bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid op. Hoewel ‘corporate social responsibility’ - soms heet het sustainable development, soms accountability - een vlag is die vele ladingen dekt, is het doel steevast hetzelfde: duurzaam ondernemen met respect voor mens en natuur. Olivier Dubois EDF Belgium Commercieel Directeur EDF Belgium
1. Over C-Power, een windmolenpark is al veel te doen geweest, in welke fase zijn we intussen aanbeland?
Redactie: Christophe De Schauvre
anagementvisies belichten niet langer eenzijdig de resultaten in cijfers, maar initiëren een corporate social responsibility. Het bewustzijn dat een onderneming ook deel uitmaakt van een gemeenschap groeit en daarom wordt het succes niet louter en alleen afgemeten op de gehaalde rendabiliteitsdoelstelling. Een duurzaam, economisch model overstijgt de zuiver economische criteria en heeft aandacht voor milieu, ethiek en sociale relaties. CSR maakt
M
”
dacht voor optimaal energiegebruik, afvalreductie en beperking van CO2-uitstoot. Een duurzaam ondernemingsmodel wordt vaak herleid tot een ecologische voetafdruk, al moet duidelijk zijn dat CSR meer dan enkel het geheel aan milieu-maatregelen omvat. Het streven naar een handelswijze waarvan de schadelijke gevolgen van de bedrijfsactiviteiten voor het milieu tot een minimum beperkt worden, vergt verantwoordelijkheid en moed om op alle bedrijfsschakels toe te zien. Dat gaat van verantwoord reizen en vervoer, tot het terugdringen van afval en
Verwacht wordt dat alle ondernemingen tegen 2009 een corporate social responsibilitybeleid hebben
daardoor steeds vaker deel uit van de algemene perspectieven van de onderneming én verwacht wordt dat tegen 2009 elke onderneming een CSR-beleid op poten zet. Het kan gaan van het aanmoedigen van maatschappelijke, liefdadigheids- en onderwijsactiviteiten, tot het financieel ondersteunen van dergelijke initiatieven, maar even goed omvat het CSR-beleid aan-
”
uitstoot en alle maatregelen die leiden tot een efficiënt gebruik van energie. In theoretische modellen spreekt men vaak van de triple Pbenadering, een maatschappelijk ondernemingsmodel met aandacht voor People, Planet en Profit. Het communiceren of rapporteren over de ecologische voetafdruk heeft uiteraard ook opportunistische drijfveren, het uitspelen ervan met be-
hulp van marketingprincipes leidt immers tot een groen imago met positieve effecten. Alleen mag dit niet leiden tot greenwashing, of het bewust overdrijven van milieuprestaties met behulp van marketingtrucs. Wat het CSR-beleid van een on-
derneming inhoudt wordt jaarlijks gecommuniceerd via een corporate responsibility report, zeg maar een jaarverslag inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat CSR stilaan ingeburgerd raakt, heeft te maken met de positieve gevolgen voor ondernemingen. Een vooruitstrevend CO2-beleid heeft immers een positief effect op de concurrentiepositie en zelfs het duurzame imago van de hele onderneming. Ook vanuit consumentenperspectief wint de interesse voor CSR aan belang. Opnieuw is de CO2-indicator een goed voorbeeld, want zo zullen leveranciers aangeven wat de CO2impact is van hun producten. Een principe dat je zou kunnen vergelijken met het weergeven van de voedingswaarde en het aantal calorieën.
Volgens recente informatie van de exploitant loopt de eerste bouwfase deze zomer af. De eerste zes windmolens zullen in augustus worden aangesloten en vanaf de herfst van 2008 zullen de eerste kilowattuur worden geproduceerd.
2. Wanneer zal het park volledig operationeel zijn? Na deze eerste fase ambieert CPower NV de bouw zo snel mogelijk voort te zetten opdat het park volledig operationeel zou zijn in de zomer van 2012.
3. Hoe kunnen klanten gebruik maken van groene energie? Zo weinig mogelijk energie verbruiken is het meest ideale, ongeacht de oorsprong van de energie, groen of grijs. EDF Belgium kan rekenen op de diepgaande ervaring van de Groep EDF op het vlak van energiebesparingen, een echte troef voor onze klanten in Europa. Of het nu om papier- of cementfabrieken of KMO’s gaat, alle ondernemingen kunnen basisadviezen raadplegen op onze website www.edfbelgium.be. Daarnaast stellen wij oplossingen via energie-audits voor die aan de behoeften van verschillende soorten bedrijven beantwoorden.
4. Welke landen zijn de voortrekkers inzake hernieuwbare energie? EDF is de grootste producent van hernieuwbare energie in Europa en de groep EDF voorziet om vóór 2010 meer dan 3 miljard euro in windenergie te investeren.
GALERIA
96%* van de klanten van EDF Belgium is tevreden over hun elektriciteitsleverancier. Wedden dat we onze klanten minstens even tevreden kunnen maken met de levering van aardgas? Onze klanten zijn zeer tevreden over de commerciële relatie met hun expert van EDF Belgium. Ze zijn ook bijzonder enthousiast over de efficiëntie van onze klantendienst. De reden? EDF Belgium levert energie exclusief aan ondernemingen. Wij kennen onze business. Win aan energie.
s- of elektriciteit s a g n e e l e n s ing Vraag n uw ondernem e a v t a a m p o e s.b offert dfbelgium-sale .e w w w r a a n rf • Su 1 21** • Bel 070 35 2
Win aan energie. * Telefonisch onderzoek uitgevoerd in april 2007 door BizXsell bij een aselecte steekproef van 90 ondernemingen. Het volledige onderzoek is beschikbaar op eenvoudige vraag op nr. 070 35 21 21. ** Van maandag tot vrijdag van 9u00 tot 18u00