FILMMUZIEKMAGAZINE
ENNIO MORRICONE - Eindelijk NUMMER 186 – 45ste JAARGANG – MAART 2016 1
Score 186 Maart 2016 45ste jaargang ISSN-nummer: 09212612 Het e-zine Score is een uitgave van de stichting Cinemusica, het Nederlands Centrum voor Filmmuziek Informatienummer: +31 050-5251991 E-mail:
[email protected]
Kernredactie: Paul Stevelmans en Sijbold Tonkens Aan Score 186 werkten mee: Paul Stevelmans, Sijbold Tonkens en Julius Wolthuis
Eindredactie: Paul Stevelmans
Vormgeving: Paul Stevelmans
Met dank aan: AMPAS, Alex Simu
FILMMUZIEKMAGAZINE REDACTIONEEL Vorige week werden voor de 88ste keer de Oscars uitgereikt. Het werd een gedenkwaardige editie omdat onder de vijf kandidaten twee oudgedienden uit de rijke wereld van de filmmuziek tegen elkaar in het strijdperk traden: John Williams versus Ennio Morricone. De laatste won en kan zich nu ook scharen onder een lange reeks winnaars van deze volgens velen nog steeds belangrijkste filmprijs ter wereld. Over de score waarmee de Maestro dan eindelijk een Oscar won, leest u helemaal aan het einde van deze nieuwe editie van Score. Een Oscar winnende score van Morricone is een gebeurtenis waarbij flink wordt uitgepakt. Wat velen in Nederland niet weten is dat ooit, in een grijs verleden - om precies te zijn vlak vóór de donkere bezettingsjaren - een van oorsprong Nederlandse filmcomponist een Oscar won als beste filmcomponist van het jaar. Score was aanwezig bij de onthulling van een plaquette voor deze vergeten componist in zijn geboorteplaats Leeuwarden. In een portret over deze Richard Hageman komt u meer te weten over een componist die een rijk leven heeft geleid.
INHOUDSOPGAVE
3 Oscar 2016: Dat oude mannetje 9 Richard Hageman - Portret 13 Interview met Alex Simu 16 Georges Delerue versus Disney 18 Boekbespreking 19 Recensies
2
OSCAR 2016 DAT OUDE MANNETJE En daar zaten ze weer in die zijloge van het Dolby Theatre in Hollywood: de genomineerde filmcomponisten en hun entourage. Ver weg van de glamour en de grote sterren die recht vóór het podium zaten. In de loge zaten links vooraan twee oude mannen en rechts naast hen vertegenwoordigers van de jongere garde filmcomponisten. Alle filmmuziekogen waren dit jaar gericht op de strijd tussen de oudjes John Williams en Ennio Morricone. Maar vergeleken met andere verhitte controverses rondom de Oscaruitreiking was het titanengevecht tussen Williams en Morricone bijkans een verademing. Om met die grote controverse te beginnen: alle vijf de genomineerde componisten waren blanke mannen met een gemiddelde leeftijd van 67,4 jaar en afkomstig uit Noord-Amerika en Europa. Nou zijn filmcomponisten voor het grote publiek in de regel vrij anoniem. Slechts enkele grote namen worden door een toevallige voorbijganger herkend zoals Williams, Morricone en Hans Zimmer, maar dan houdt het wel op. Wie denkt aan filmcomponisten zal al gauw aan blanke mannen van middelbare leeftijd denken zoals medegenomineerden Thomas Newman en Carter Burwell. Zouden zij ook herkend worden op straat? Vast niet. En Jóhann Jóhannsson dan, de vijfde genomineerde? In kleine kringen van muziekliefhebbers is hij een tamelijk bekende artiest vanwege zijn vele optredens, maar de gemiddelde bioscoopganger heeft geen idee over wie we het hier hebben. En hoe zit het dan met zwarte filmcomponisten? Zijn die er en hebben ze - als ze al bestaan ooit wel eens een Oscarnominatie, laat staan een Oscar gewonnen? Zwarte filmcomponisten zijn er wel en meestal zijn ze afkomstig uit de jazz- of hiphopwereld zoals Stanley Clarke, Terence Blanchard en RZA. Enkele decennia geleden wonnen zelfs enkele zwarte artiesten muziekoscars, te beginnen met Prince (Purple Rain (1984), beste song score) en daarna Herbie Hancock ('Round Midnight (1986), beste score). En dan was er twee decennia eerder natuurlijk Quincy Jones. Liefst zeven Oscarnominaties vielen hem door de jaren ten deel, beginnend met In Cold Blood (1967) tot en met The Color Purple (1985). Is het toeval dat uitgerekend deze Jones dit jaar de Oscar voor de beste score mocht uitreiken? Anders dan de twintig genomineerde witte acteurs was het aandeel zwarte prijsuitreikers aan de hoge kant. Over diversiteit gesproken: sinds de millenniumwisseling hebben Tan Dun uit China (Crouching Tiger, Hidden Dragon (2000)) en A.R. Rahman uit India (Slumdog Millionaire (2008)) Oscars voor de beste muziek gewonnen. Dan de leeftijd, die in de stroom kritiek op de Academy of Motion Picture Arts and Sciences en haar prijzenbeleid ook een - weliswaar kleine - doorn in het oog van velen was. De gemiddelde leeftijd van de vijf componisten lag dit jaar op 67,4 jaar. Naast twee hoogbejaarden (Williams is 84 en Morricone 87 jaar) waren er twee 60-jarigen (Newman en Burwell) en de 3
jongste van het kwintet is toch ook al weer 46 (Jóhannsson). Wat zegt leeftijd in dit verband? Wellicht moet een componist rijpen voordat hij zijn eerste nominatie krijgt en daarna is het soms lang wachten op een eerste prijs. Toch was Steven Price relatief jong (36) toen hij in 2014 won met zijn score voor Gravity. Quincy Jones is trouwens ook niet meer de jongste hij wordt binnenkort 83. Vandaar dat hij bij de uitreiking gezelschap kreeg van een zwarte artiest van de jongere garde, hoewel deze Pharrell Williams ook alweer 42 jaar oud is. Hij kreeg twee jaar geleden in de muziekcategorie Beste liedje een nominatie voor Happy uit Despicable Me 2. Tot slot nog het geslacht. Het tijdperk van vrouwelijke filmcomponisten die een Oscar winnen ligt alweer ver achter ons. Rachel Portman en Anne Dudley wonnen respectievelijk met Emma (1996) en The Full Monty (1997) een Oscar en Portman werd daarna nog genomineerd voor The Cider House Rules (1999) en Chocolat (2000). En daarna was het verdacht stil aan het vrouwenfront. Dat oude blanke mannen Oscars winnen in de categorie Beste score is al langere tijd een feit. Maar gaat er iets significant veranderen in de komende jaren? Zal het bolwerk van de mannelijke filmcomponisten worden aangevallen door een leger jonge, vrouwelijke, zwarte componisten? Er zijn nog geen tekenen die op een dergelijke revolutie duiden.
James Napier en Sam Smith wonnen met het liedje Writing's on The Wall uit Spectre.
Voor de rest bleef dit jaar alles bij het oude bekende. Zo waren er weer de gebruikelijke scores die het om uiteenlopende redenen niet haalden zoals The Revenant van Ryûichi Sakamoto en Alva Noto en Bryce Dessner (teveel componisten), Mad Max: Fury Road van onze eigen Tom Holkenborg, Beasts of No Nation van Dan Romer en vele andere. En waar waren Alex4
andre Desplat (met The Danish Girl) en Daniel Pemberton (met The Man From U.N.C.L.E. en Steve Jobs), en vooral: waar was Michael Giacchino voor wie 2015 een topjaar was met vier scores die goed in de smaak vielen? Ook afwezig was de score van Thomas Newman voor Spectre. Die film won wel de Oscar voor het niet onverdeeld positief ontvangen liedje Writing's on the Wall, geschreven door Sam Smith en James Napier. En waar was Londen, de opnamestad die vorig jaar nog alle genomineerde scores welkom mocht heten? Trends komen en gaan, zo blijkt maar weer in Hollywood. Dat Ennio Morricone er uiteindelijk met de hoofdprijs vandoor zou gaan, werd steeds meer duidelijk toen het prijzengala eind februari naderbij kwam. Hij had al twee prestigieuze trofeeën - een Golden Globe en een BAFTA Award - in de wacht gesleept toen hij het Dolby Theatre vorige week zondag betrad. Hier triomfeerde hij luttele uren later met zijn eerste "echte" Oscar. Was die terecht of had een van de andere genomineerde filmcomponisten het beeldje moeten winnen? Let's take a look at the five nominees for the best original score ......
DE GENOMINEERDE SCORES scores vorig jaar een drukbezet man was en tussen de bedrijven door ook nog eens zestig werd. Zijn score voor Bridge of Spies is een geroutineerd werk geworden dat de film allerwegen doelmatig ondersteunt en het midden houdt tussen enerzijds stoere marsmuziek à la Williams en anderzijds Newmans eigen stijl van ijle, licht exotische muziek. Na een dozijn korte stukjes volgt een drietal langere tracks op de cd waar de suspense beter tot zijn recht komt dan in de film, met name in Glienicke Bridge, het hart van de film. Newman levert vakmanschap af met deze score, maar tegelijkertijd ontbeert deze muziek zijn verfrissende, experimentele handelwijze van weleer. We kennen het onderhand allemaal wel.
BRIDGE OF SPIES - THOMAS NEWMAN
Verleden jaar keerde Steven Spielberg terug in de bioscoop met een nieuwe film, zijn eerste sinds Lincoln uit 2012. Bridge of Spies was een ouderwetse Koude-Oorlog-thriller met Tom Hanks in de hoofdrol en zonder een score van John Williams. Dat was even schrikken, maar als excuus werd al snel aangevoerd dat de nestor onder de filmcomponisten druk bezig was met de nieuwe Star Wars. Dat was dan toch weer een kleine geruststelling, maar wie moest de nieuwe Spielberg dan doen? Dat werd Thomas Newman die met vier
Oscarhistorie: Newman werd twaalfmaal eerder genomineerd, voor Little Women (1994), The Shawshank Redemption (1994), Unstrung Heroes (1995), American Beauty (1999), Road to Perdition (2002), Finding Nemo (2003), Lemony Snicket's A Series of Unfortunate Events (2004), The Good German (2006), Wall-E (score en liedje Down to Earth, liedje met Peter Gabriel), Skyfall (2012) en Saving Mr. Banks (2014).
5
CAROL - CARTER BURWELL
THE HATEFUL EIGHT - ENNIO MORRICONE
Ook Carter Burwell heeft een goedgevuld jaar achter de rug. Vijf films met zijn muziek zagen het licht, waaronder Mr. Holmes, Anomalisa en Carol, de film die hem definitief promoveerde naar de eredivisie van de filmmuziek in Hollywood, ook al is deze huiscomponist van de gebroeders Coen eigenlijk al langere tijd een begrip. Voor het liefdesdrama van Todd Haynes schiep Burwell een intieme score die veel van de ingehouden gevoelens en gedachten van de twee verliefde vrouwen richting gaf en die wordt gedreven door een aan Philip Glass herinnerend hoofdthema dat zowel weelderig als melancholiek klonk en zo de gedoemd lijkende liefdesrelatie tussen de twee dames verlevendigde. De door een klein gezelschap uitgevoerde score ging zich behalve dat hoofdthema nooit te buiten aan overdaad of overdreven pathos, hetgeen de vele intieme scènes zeker ten goede kwam. Burwell bracht een enorme zeggingskracht teweeg met bescheiden muzikale middelen en deze benadering past uitstekend bij dit in velerlei opzicht uitmuntend aangeklede melodrama. Oog en oor werden rijkelijk beloond.
En opeens was daar Ennio Morricone weer aan het Oscarfront. Negen jaar na zijn ereOscar stond hij op uit de vergetelheid, althans in Hollywood. Voor het westernachtige Kammerspiel van Quentin Tarantino schreef hij muziek, aldus vertelde hij in september vorig jaar op de Nederlandse televisie, die al het voorgaande in de schaduw zou zetten. De verwachtingen werden onhoudbaar hooggespannen en toen we de drie uur durende film dan eindelijk konden zien was iedereen het erover eens dat dit een prachtige, soms overweldigende score van de Italiaanse meester was die nog lang niet uitgeschreven bleek te zijn. Het lange L'ultima diligenza di Red Rock mag met recht een huzarenstuk worden genoemd en ook de Overture ging onder de huid van de kijker. Samen met de andere stukken gaf Morricone de vuilbekkende film een dynamiek die het statische gebeuren in de ingesneeuwde blokhut acceptabel wist te maken. Dat de Italiaan enkele oude nummers recyclede werd hem blijkbaar door de Academy vergeven; de strenge regels zijn kennelijk voor een onaantastbaar icoon iets minder rigide. Enfin, de Maestro was weer terug van weggeweest en the talk of the town.
Oscarhistorie: dit is de eerste nominatie ooit voor Carter Burwell.
6
Oscarhistorie: Morricone werd de afgelopen veertig jaar genomineerd voor Days of Heaven (1978), The Mission (1986), The Untouchables (1987), Bugsy (1991) en Malèna (2000). In 2007 ontving hij een ere-Oscar voor zijn gehele œuvre.
luisterervaring, een oordeel dat het gelijk van zowel componist als regisseur alleen maar bekrachtigde. Oscarhistorie: Jóhannsson ontving vorig jaar voor The Theory of Everything zijn eerste nominatie.
SICARIO - JÓHANN JÓHANNSSON STAR WARS: THE FORCE AWAKENS - JOHN WILLIAMS
Geen genomineerde score was dit jaar zo donker en macaber als Sicario van de IJslandse componist Jóhann Jóhannsson. Dat zal niemand verbazen die de film heeft gezien, want die was net zo gitzwart als de muziek. De ongemakkelijke en praktisch onophoudelijk dreigende score leek met elektronica te zijn opgenomen, maar dat bleek niet te kloppen aangezien Jóhannsson de muziek grotendeels door een heus symfonieorkest had laten uitvoeren. Naast enkele toegankelijke stukken die van begin tot eind een melodie kenden bestond het merendeel van de score uit vaak lang aangehouden droneachtige tonen die bij de kijker gevoelens van desolaatheid, uitzichtloosheid en een bijna ondraaglijke dreiging teweegbrachten. Deze uiterst grimmige muziek moest ook als het ware door de kijker worden gevoeld door zijn trillende tonen en beats. Sicario werd mede door Jóhannssons verpletterende score een onthutsende kijkervaring die zijn gelijke niet kende afgelopen jaar. Voor menigeen was zijn muziek niet bepaald een aangename
Als John Williams een score schrijft, krijgt hij automatisch een Oscarnominatie. Dit is zijn eerste score die hij sinds The Book Thief - zijn laatste nominatie - schreef en ziedaar, de nestor onder de Amerikaanse filmcomponisten ontvangt zijn vijftigste nominatie. Dat hij die voor een aflevering uit de populaire Star Wars-serie kreeg, bevestigt zijn reputatie nog eens ten overvloede. Hoe je het ook keert of wendt, Williams weet ondanks zijn hoge leeftijd nog steeds hoe je een avonturenfilm in de verre toekomst muzikaal moet begeleiden. Vanaf de eerste tonen van het alom bekende Star Wars thema voert hij ons in volle vaart langs wervelende actiescènes, tovert hij enkele prachtige nieuwe thema's uit de hoed waaronder dat voor hoofdrolspeelster Rey, slaat hij her en der een poëtische zijweg in, schuwt hij een fiere mars niet en sluit hij met het inventieve en afwisselende Jedi Steps and Finale film en score waardig af. Voor elk wat wils dus en zo ont7
stond onder zijn vakkundige handen een complete score voor het gehele gezin. Wie sentimenteel aangelegd is, zou de sympathieke octogenarius zonder nadenken de Oscar gunnen.
Oscarhistorie: dit is inmiddels de 50ste nominatie voor Williams. In totaal vijf Oscars heeft hij ontvangen: Fiddler on the Roof (1971), Jaws (1975), Star Wars (1977), E.T.: The Extra-Terrestrial (1982) en Schindler's List (1993).
DE WINNAAR .....
Ennio Morricone wordt omhelsd door Quincy Jones, Pharrell Williams kijkt erlangs.
In de categorie Beste score ging dit jaar de strijd uiteindelijk tussen de twee oudsten die misschien beiden recht hadden op een Oscar, Williams omdat het hier een nieuwe Star Wars betrof en hij deze records brekende film voorzag van trefzekere muziek en Morricone omdat hij na zijn ere-Oscar negen jaar geleden een waarachtige comeback maakte met de eerste volledige score voor een film van Quentin Tarantino, en wat voor een. De verwachtingen die hij vooraf creëerde werden grotendeels waargemaakt met zijn aanzwellende muzikale ontlading in de score voor The Hateful Eight. Maar was dit nu een echte mijlpaal in zijn inmiddels meer dan 500 scores tellende werk? Daarover valt te twisten, feit is dat zijn score zijn werk goed deed en het epos van Q alleen maar beter maakte. Kijken we naar vernieuwende aspecten in zijn score, dan is wellicht Sicario van Jóhannsson een betere kandidaat. Bij de IJslandse componist wordt de kijk- en luisterervaring welhaast ondraaglijk door de pompende en niets ontziende muziek, precies zoals zijn regisseur dat wenste. In het licht van deze voor menigeen ongemakkelijke belevenis valt de tocht naar Red Rock met de naar een climax toewerkende muziek van de Maestro mogelijk net iets meer te prefereren en is de ultieme bekroning op 87jarige leeftijd terecht, ook gezien het feit dat Morricone nooit een volwaardige Oscar heeft gewonnen in zijn meer dan vijftig jaar durende illustere en vaak baanbrekende carrière. Dit is niet de eerste keer dat de Academy een omissie uit vroeger jaren probeert goed te maken. Ook Hollywood had iets recht te zetten. Twee dagen vóór de uitreiking kreeg Morricone eindelijk een welverdiende ster op de befaamde Walk of Fame. Wie de hoogbejaarde Italiaan in een op internet roulerend filmpje haast bewegingloos het orkest bij de opnamen van die laatste postkoets naar Red Rock ziet dirigeren, moet vast hebben gedacht: dat oude mannetje dat daar zit te zwaaien met een stok heeft toch maar weer een krachtig stuk muziek geschreven voor die f**cking western van Tarantino en dat klinkt allemaal hartstikke cool. PS 8
DE HUISCOMPONIST VAN JOHN FORD De eerste Nederlander die een Oscar won Van de minder dan tien Nederlanders die de afgelopen vijftig jaar een Oscar hebben gewonnen zijn Bert Haanstra, Fons Rademakers, Marleen Gorris, Mike van Diem en Michael Dudok de Wit het bekendst. Zij wonnen deze prijs steeds als regisseur van een lange of korte film. Heeft ooit een Nederlandse filmcomponist een Oscar gewonnen? Op 29 februari 1940 won Richard Hageman als eerste Nederlander het toen al felbegeerde beeldje voor de beste score. Hij deelde de prijs met drie andere componisten voor hun bewerking van Amerikaanse folk songs voor de western Stagecoach van John Ford. Op de kop af vijftig jaar geleden overleed Hageman op 84-jarige leeftijd in Beverly Hills. eerst als assistentdirigent en vanaf 1914 als eerste dirigent werkzaam was. In die hoedanigheid werkte de inmiddels tot Amerikaan genaturaliseerde Nederlander met de groten uit de wereld van opera en klassieke muziek. In de jaren '20 dirigeerde hij ook voor andere Amerikaanse orkesten en richtte hij zijn pijlen voorts op het schrijven van muziek zoals een verzameling liederen (waarvan Do Not Go, My Love op tekst van Rabindranath Tagore het bekendst is) en de opera Caponsacchi die in 1932 zijn première beleefde in Freiburg en in 1937 in New York werd opgevoerd. Een jaar later besloot Hageman zijn geluk aan de Amerikaanse westkust te beproeven. In Hollywood kon hij meten aan de slag voor de film If I Were King (1938) van Frank Lloyd. John Ford Richard Hageman.
De score voor deze avonturenfilm over François Villon leverde de Fries meteen een Oscarnominatie op. Van de iets minder dan twintig scores die hij in de volgende vijftien jaar zou schrijven zijn die voor John Ford beslist het belangrijkst. Meteen voor Stagecoach (1939), zijn eerste samenwerking met Ford, ontving hij een Oscar voor de beste muziek. Die moest hij overigens delen met drie andere componisten: W. Franke Harling, John Leipold en Leo
Richard Hageman is afkomstig uit Leeuwarden waar hij in 1881 werd geboren in een bijzonder muzikale familie. Als wonderkind op de piano volgde hij een muzikale opleiding zowel in Brussel als in Amsterdam. In de laatste stad debuteerde hij op 18-jarige leeftijd als dirigent van de Koninklijke Opera. Via Parijs belandde hij in 1908 bij het Metropolitan Opera House in New York, waar hij van 1908 tot 1922 9
Richard Hageman achter de piano in de saloonscène uit 3 Godfathers (1948) van John Ford.
Shuken. Ook Gerard Carbonara, Stephan Pasternacki en Louis Gruenberg waren betrokken bij het bewerken van Amerikaanse folk songs voor de film, maar behalve de vier winnaars kwam alleen Gruenberg op de aftiteling te staan.
jaren 1942-1947 schreef Hageman veel zogeheten stock music (naar believen te gebruiken achtergrondmuziek) voor overwegend kleine films. Ook dirigeerde hij in de jaren 1938-1943 gedurende de zomer opera-uitvoeringen in de Hollywood Bowl. Na de Tweede Wereldoorlog dacht hij eraan om terug te keren naar Europa en Hollywood de rug toe te keren. Terwijl hij bezig was met de muziek voor de western Angel and the Badman (1947) van James Edward Grant schreef hij aan Ford dat enkel een film voor hem zijn verhuisplannen kon veranderen. ¹
Na het succes van Stagecoach vervolgde Hageman de samenwerking met Ford. Voor diens maritieme drama The Long Voyage Home (1940) kreeg hij opnieuw een Oscarnominatie. Ook voor het historische drama The Howards of Virginia van Frank Lloyd uit hetzelfde jaar werd hij genomineerd en een jaar later voor This Woman Is Mine (1941) van dezelfde regisseur. Opmerkelijk was zijn muziek voor The Shanghai Gesture (1941) van Josef von Sternberg. Hier stelde hij een score samen die zowel de sfeer als de onrust van het hoofdpersonage treffend wist te raken. Deze score leverde hem zijn zesde en laatste Oscarnominatie op. In de
Ford startte in die dagen zijn eigen productiemaatschappij Argosy Pictures en voor zijn eerste film - The Fugitive (1947) werd de componist aangesteld. Na deze volgens Hageman in Mexico onder ideale omstandigheden tot stand gekomen score voor de verfilming van de roman van Graham Greene volgden vier westerns met 10
Ford. ² Fort Apache (1948), 3 Godfathers (1948), She Wore a Yellow Ribbon (1949) en Wagon Master (1950) werden alle door Argosy geproduceerd en bevatten het beste van de componist. Hageman schreef in de heersende traditie van Max Steiner westernmuziek die voor zowel de cowboys en de infanteristen als voor de indianen passende muzikale klanken voortbracht. Daarbij moest hij wedijveren met hymnen, traditionals en Ierse volksliedjes die Ford graag gebruikte in zijn films. Hageman arrangeerde deze bestaande liedjes vaak en zorgde daarnaast voor korte, effectieve muziek van eigen hand. Zijn verleden in de opera was nog het meest herkenbaar in zijn score voor 3 Godfathers. Waarschijnlijk met geen andere componist heeft Ford zo intensief samengewerkt als met Hageman: in totaal zes films deden zij samen en dat waren zeker niet de minste films binnen het meer dan 140 films tellende œuvre van de vooraanstaande filmmaker. Tijdens de Argosy-jaren was Hageman zelfs de huiscomponist van Ford.
van deze plannen kwam niets terecht. In een interview met de Leeuwarder Courant in 1951 merkte hij op: ‘Ik schrijf meer muziek voor koeien en paarden dan voor mensen!’ Enkele jaren later ging hij met pensioen en leidde hij een teruggetrokken bestaan in Beverly Hills, waar hij op 6 maart 1966 kwam te overlijden. Zijn heengaan ging haast ongemerkt aan Nederland en Friesland voorbij. In later jaren kwam er meer interesse voor de gevierde Fries in Amerika. Journalist Asing Walthaus schreef een korte biografie over hem ³ en in 2014 werd een naar de componist vernoemd aquaduct geopend in de Haak om Leeuwarden. En op zijn vijftigste sterfdag
Acteur Na Wagon Master was het praktisch gedaan met Hagemans carrière als filmcomponist. In Oostenrijk deed hij een kleine thriller, Abenteuer in Wien (1952) van Emil E. Reinert en met Stolen Identity (1953), een in Wenen opgenomen Amerikaans-Oostenrijkse B-film van Gunther von Fritsch, zette hij een definitieve streep onder zijn werk als filmcomponist. In die jaren was hij evenwel als acteur in een handvol kleine rolletjes te zien zoals die van dirigent in The Great Caruso (1951) over het leven van de legendarische zanger Enrico Caruso met wie hij ooit in zijn New Yorkse jaren had gewerkt. In Rhapsody (1954), een film boordevol muziek, speelde hij naast Elizabeth Taylor en Vittorio Gassman een belangrijke rol.
werd aan de gevel van zijn geboortehuis in de Sint Jacobsstraat 35 te Leeuwarden een plaquette ter nagedachtenis aan deze Fries onthuld. Ook zal de Nederlandse vertaling van de biografie Making the Tailcoats Fit die Walthaus met pianist en onderzoeker Nico de Villiers heeft geschreven deze maand verschijnen. ¹ How the West Was Sung: Music in the Westerns of John Ford. Kathryn Kalinak. P. 101. ² Idem, p. 102. ³ Die biografie verscheen in Gevierde Friezen in Amerika (Friese Pers Boekerij bv, Leeuwarden, 2009). Voor dit artikel is geput uit deze biografie. PS
Begin jaren '50 waren er plannen om in Nederland, om precies te zijn Friesland, met het Frysk Orkest op te treden, maar 11
Leeuwarden, 6 maart 2016. Nico de Villiers en Sjoerd Feitsma, wethouder van cultuur van Leeuwarden, bij de onthulling van de plaquette aan de voorgevel van het geboortehuis van Richard Hageman.
12
MUZIEK VOOR HET ONVERFILMBARE Interview met Alex Simu Willem Frederik Hermans' roman Nooit meer slapen uit 1966 werd bijna vijftig jaar lang als niet te verfilmen beschouwd. Regisseur Boudewijn Koole lukte het uiteindelijk wel. Na zijn succesvolle filmdebuut Kauwboy (2012) ging hij aan de slag met de verfilming van dit in literaire kringen gelauwerde werk van een van de grote drie van de naoorlogse Nederlandse literatuur. Een extra uitdaging vormde de muzikale omlijsting van deze film over een jonge wetenschapper die een zoektocht naar een steen onderneemt, maar evenzeer op zoek is naar zichzelf. Klarinettist Alex Simu vertelde Score hoe hij deze klus klaarde. Nooit meer slapen, ook wel bekend onder de Engelse titel Beyond Sleep, is een Nederlands-Noorse coproductie. De film werd grotendeels opgenomen op locatie, in het onherbergzame noorden van Noorwegen. Hoort er eigenlijk wel muziek bij een film over een jonge wetenschapper (Alfred, gespeeld door Reinout Scholten van Aschat) die worstelt met vragen over zichzelf en de wetenschap? En als je al muziek schrijft, wat voor muziek moet dat dan zijn en hoe wil je die dan gebruiken op de achtergrond? Simu vertelt over de aanpak van dit prestigeproject: ‘Het allerbelangrijkste was dat de muziek niet diende voor te schrijven wat het publiek moest voelen. De kijker moet één worden met het verhaal van de hoofdfiguur. Dit was ons grootste punt van zorg en vanuit dit vertrekpunt begonnen we onze zoektocht naar de juiste wijze van componeren alsmede het bespelen van de juiste instrumenten tijdens de opnamen.’
Alex Simu.
Alex Simu (Boekarest, 1981) heeft na muziekstudies in Nederland en New York een carrière als klarinetspeler opgebouwd. Door de jaren heen heeft hij gespeeld in tientallen landen over praktisch de gehele wereld, met de nadruk op jazz en wereldmuziek. Boudewijn Koole leerde hij in 2012 kennen toen hij werd gevraagd de muziek te doen voor de documentaire Happily Ever After van Tatjana Bozic. Simu: ‘Men wilde bestaande muziek van mij voor de film gebruiken, maar uiteindelijk deed ik de hele score. Hier begon mijn samenwerking met Boudewijn die coeditor en producer was van deze film die twee jaar later een prijs zou winnen op het Filmfestival van Rotterdam. Vervolgens vroeg hij me voor een korte film, waarna andere projecten volgden resulterend in Nooit meer slapen.’
Aanvankelijk is de muzikale begeleiding spaarzaam; we horen enkel korte soundscapeachtige stukken. ‘Middels de muziek wilden we de kijker voeling laten krijgen met het overweldigende van de natuur. Naarmate Alfred steeds meer op zoek gaat naar zijn innerlijke psyche, geraakt hij steeds meer verwijderd van de natuur en keert hij in zichzelf. Hier is muziek zeker op zijn plaats aangezien iedere mens wordt 13
omringd door muziek en gezang, ook van hemzelf. Al deze muzikale uitingen geven hem de kracht zijn tocht voort te zetten.’
namelijk dat alles waarnaar ze op zoek was hier recht onder haar ogen te vinden was. Datzelfde ervaart ook de lezer van het boek en de toeschouwer van de film, namelijk dat je soms een lange reis naar je innerlijke zelf moet maken, waar je altijd al was maar je had niet de moed om diep te graven. Toen Boudewijn dit hoorde, was het voor hem zonneklaar dat de film zo diende te eindigen. Eerst wilden we het liedje geheel in het Engels laten zingen, maar toen dachten we dat het beter was als we de tekst niet meteen zouden prijsgeven. We wilden de mensen laten nadenken over wat de woorden in het Samisch betekenden en daarna hoor je alles in het Engels.’
Muggen Een opmerkelijk geluid is dat van zoemende muggen. De veelvuldig voorkomende insecten in het land van de Samen (Lappen) in noordelijk Scandinavië vonden op subtiele wijze hun weg naar de muziek in de vorm van natuurgeluiden gespeeld door uiteenlopende instrumenten, waardoor het niet altijd duidelijk is of je de wind hoort
Reinout Scholten van Aschat (vooraan) in Nooit meer slapen. Reinout Scholten van Aschat in Nooit meer slapen.
of toch een trombone of een viool. De muziek groeit uit tot een geluid dat je kunt terughoren in de natuur. Tegen het einde van de film, wanneer Alfred het spoor zowat bijster is, horen we langere composities met zowaar een melodie en ook gezang. Wie zingt daar zo wonderschoon? ‘Dat is de stem van zangeres Mari Boine. Zij was gekozen door de Noorse producenten teneinde de film een artistieke meerwaarde te geven. Zij belichaamt de spirituele kant van de Samen-cultuur die kenmerkend is voor de locatie van het filmgebeuren. Toen ik haar vertelde over het verhaal van de film zei ze: ‘Dat is mijn verhaal, ik ken deze wereld.’ Zij is als het ware de ziel van de protagonist, de vrouwenstem die tegen hem praat en probeert de relatie met zijn overleden vader te helpen verwerken.’
De zang van Mari Boine werd opgenomen in Tromsø, dichtbij de plaats van handeling van de film. De muziek werd in Amsterdam opgenomen met zes muzikanten, waaronder Simu zelf. Voor de spaarzame score werd een scala aan instrumenten gebruikt, zoals de tuba, de cello, de viool, de gitaar, diverse klarinetten en veel meer. Van synthesizers of andere elektronische instrumenten werd geen gebruik gemaakt, ook niet voor de soundscapeachtige stukken. ‘De opnamen duurden iets meer dan drie dagen. We begonnen met muzikale stukken en langzaamaan groeide het gezelschap naar elkaar toe en raakte het op elkaar ingespeeld. Vervolgens kwamen meer abstracte stukken aan de beurt.’ Betrokken
Het door Simu en de zangeres geschreven liedje ontstond nogal spontaan toen ze elkaar in Noorwegen ontmoetten. ‘Eerst zingt ze het in het Samisch en daarna in het Engels, maar ze zingt wel over hetzelfde,
Boudewijn Koole was van begin af aan actief betrokken bij het ontstaan van de
14
Reinout Scholten van Aschat en Alex Simu tijdens de voorbereidingen van Nooit meer slapen.
muziek. Hij kwam naar de opnamen en de eindmix. Die nam Koole vervolgens mee naar de set zodat de muziek van invloed kon zijn op de opnamen. ‘Ik zag hoe Boudewijn in de studio keuzes ten aanzien van de muziek maakte. Ik schreef de muziek steeds met in het achterhoofd de plekken in het script waarvan we zeiden: hier moet muziek komen, hier moet nog meer muziek komen en hier laten we het open. En heel veel plekken in de film bleven zoals we dat van tevoren hadden verwacht. Nadat de montage gereed was voegden we de stem van Mari Boine bij de beelden.’ Ook hoofdrolspeler Reinout Scholten van Aschat was bij het scheppingsproces van de partij. ‘Reinout is erg muzikaal en ik heb getracht zijn energie en zijn muzikaliteit flink te stimuleren. Hij speelt zelf een beetje trompet en hij kwam bij mij thuis en speelde toen op de accordeon. We speelden een uur of twee, drie samen zodat hij zou wennen aan de muziek. De muziek schreef
ik deels gericht op hem waardoor deze op een geheel natuurlijke wijze deel van hem kon worden.’ Momenteel bevindt Simu zich alweer in het productieproces van de volgende film van Boudewijn Koole. Verdwijnen is de titel. ‘Het is een muzikale film die zich opnieuw in Noorwegen afspeelt, dit keer in de wintermaanden. Ik voel me erg betrokken bij het verhaal dat gaat over een professionele pianiste die haar carrière beëindigt. Zelf ben ik opgegroeid in een soortgelijke omgeving. Mijn beide ouders waren pianist en daardoor weet ik wat voor gevoelens deze mensen kunnen hebben.’ Behalve deze film werkt Simu nog voor een documentaire die zal worden opgenomen in India. Twee andere documentaires met zijn muziek waren onlangs op het Filmfestival van Berlijn te zien. PS
15
VEEL TE SOMBER, VEEL TE DUISTER Hoe Georges Delerues muziek door Disney werd afgewezen Het Amerikaanse label Intrada heeft een succesvol jaar achter de rug. Het genootschap van internationale filmmuziekcritici, The International Film Music Critics Association, verkoos het label uit Oakland, Californië, tot beste van 2015. Een van de laatste releases verleden jaar was de complete score die Georges Delerue begin jaren '80 schreef voor Something Wicked This Way Comes van Jack Clayton. Deze score werd te elfder ure afgewezen en vervangen door een inderhaast gecomponeerde score van de destijds nog jonge James Horner. Mr. Dark Something Wicked This Way Comes speelt zich af in een Amerikaans plattelandsstadje waar twee kleine jongens in de ban raken van de rondtrekkende kermis van de duistere Mr. Dark. Delerue schreef muziek die een breed palet aan stemmingen en emoties weergaf. Hij begon met lage, sombere klanken op koper met koorgezang en duivelse tonen om het onheil van Mr. Dark aan te kondigen. Het thema van Mr. Dark werd uitgevoerd op een draaiorgel dat prachtig paste in de entourage van de sinistere kermisexploitant. Vervolgens waren er andere thema's die vol suspense zaten en het boze vertegenwoordigden, steeds op niet al te nadrukkelijke wijze, met eerst een dodenmars en tegen het einde wilde en onstuimige stukken. Voor de wat opgewektere en serieuze passages in de film - waaronder de relatie van een van de jongens met zijn vader - schiep Delerue muziek die meer aansloot bij de van hem bekende lyrische klanken, vertolkt door onder meer de dwarsfluit en een woud aan violen. Gergely Hubai kenschetst Delerues score in zijn boek over afgewezen scores Torn Music (2012) - als volgt: ‘Het naast elkaar gebruiken van vrolijke muziek en nogal onheilspellende muziek leidde tot een dissonant geheel dat past bij een kermis van het kwaad.’
Toen de Britse regisseur Jack Clayton werd gevraagd om de roman Something Wicked This Way Comes van Ray Bradbury te verfilmen viel de keuze voor een geschikte componist wat hem betreft al snel op Georges Delerue. Hun voorspoedige samenwerking reikte terug tot The Pumpkin Eater (1964) en Our Mother's House (1967) en kwam andermaal tot bloei bij deze nieuwe productie. Althans, zo leek het op het eerste oog. Delerue was vlak voordat hij aan deze score begon verhuisd naar Los Angeles nadat hij een Oscar had gewonnen voor zijn score voor A Little Romance (1979). De aanbiedingen uit Hollywood stroomden binnen en deze opdracht was een van de eerste in zijn nieuwe omgeving. 16
De filmopnamen werden na drie maanden voltooid in december 1981. Regisseur Clayton toonde zich in eerste instantie tevreden over de score. De componist was er zelf eveneens zeer ingenomen mee. En toen sloeg het noodlot toe. De producent van de film, Walt Disney Productions, had het plan gevat om ook films voor de volwassen markt te produceren en niet alleen maar animatie- en familiefilms te maken. Desondanks keurde de directie evenals het publiek bij een test-screening de film af. Delen van de film dienden opnieuw te worden opgenomen en aan de montage moest ook het nodige worden veranderd. En tot Delerues ontzetting werd zijn score geheel overboord gegooid om plaats te maken voor een nieuwe. Zijn originele muziek werd als veel te somber dan wel duister bestempeld. Ongeschikt dus voor een kinderfilm, terwijl Disney juist een meer volwassen richting op wilde gaan. Ondanks Claytons bemoeienis betekende dit oordeel het vertrek van Georges Delerue, de grote Franse filmcomponist die geschiedenis had geschreven in eigen land, maar hier in Hollywood het onderspit moest delven.
wegend effectieve score eindigde met een happy end, gespeeld door onder meer de mondharmonica. In 2009 bracht Intrada de score uit als Special Collection, net zoals de versie van Delerue ook als Special Collection het licht zag.
Something Wicked This Way Comes zou uiteindelijk op 29 april 1983 in roulatie gaan. De film was geen groot succes in de Amerikaanse bioscopen. Ray Bradbury was gematigd tevreden over het eindproduct. In Nederland is de film nooit officieel uitgebracht. Met James Horners carrière ging het na deze goed ontvangen score alleen maar bergop. Georges Delerue zou nog tien jaar voornamelijk in Hollywood werkzaam blijven, evenwel zonder echt baanbrekende, vernieuwende scores voort te brengen. Met Clayton werkte hij nog twee keer samen voor Britse films: The Lonely Passion of Judith Hearne (1987) en Memento Mori, een televisiefilm uit 1992, het jaar waarin hij overleed. In Georges Delerue: Une vie (1998), de biografie die Frédéric Gimello Mesplomb over de componist schreef, kunnen we lezen wat hij na zijn afwijzing te horen kreeg van zijn collega's: ‘Kijk, je bent nu een echte Hollywoodcomponist geworden. Van alle leden uit deze club is ooit een score afgewezen.’
Dienstbaar Om de film muzikaal van de ondergang te redden werd het indertijd nog jonge muziektalent James Horner ingevlogen. Hij schreef binnen korte tijd een vervangende score die ijlings onder de opnieuw gemonteerde film werd geplaatst. In tegenstelling tot Delerues muziek die vooral het angstaanjagende van Mr. Dark's personage benadrukte, bleef Horners muziek qua spanning veel meer binnen de perken. Ook hij kwam met enge klanken, maar die werden door muzikale effecten als de razende wind en een snelle afwisseling met luchtige, regelrecht opgewekte muzikale passages grotendeels getemperd. Ook bij Horner horen we een prachtig hoofdthema en een draaiorgel, nu een wals van Johann Strauss spelend, maar het klonk allemaal zorgelozer en daardoor heel wat geschikter voor een jong publiek. Horners dienstbare en over-
PS 17
BOEKBESPREKING: Op de vlucht naar Hollywood Doorgaans wordt een boek over filmmuziek geschreven door een wetenschapper, een journalist of een filmcomponist. Sounds of Hollywood is een vorig jaar in Duitsland verschenen boek van de in Zuid-Afrika geboren violist Daniel Hope. Getrouw aan de ondertitel onderzocht hij de rol van gevluchte Duitse en Oostenrijkse componisten en muzikanten bij het ontstaan van de klassieke filmmuziek in Hollywood in de jaren '30. derzoek naar filmcomponisten als Franz Waxman, Erich Wolfgang Korngold, Friedrich Hollaender, Max Steiner en bezocht hij de zoon van Arnold Schönberg die vertelde over de mislukte poging van zijn vader om een heuse filmscore te componeren. Het cruciale aandeel van deze componisten in het ontstaan van de klassieke Hollywoodscore doet Hope uit de doeken. Dat doet hij niet altijd even overtuigend, maar zijn enthousiasme en gedrevenheid deze en ook minder bekende filmcomponisten als Werner Richard Heymann en Hanns Eisler een plek te geven in de filmgeschiedenis is meer dan terecht. Met een bezoek aan de bejaarde André Previn, ook gevlucht voor de Nazis, besluit hij zijn missie. Juist zijn klassieke achtergrond als violist die ook open staat voor filmmuziek - Korngolds vioolconcert is een van zijn favoriete stukken - verklaart zijn sterke betrokkenheid bij de tragische levensverhalen van de naar Hollywood gevluchte componisten. Het vlot geschreven, Duitstalige boek levert niet echt nieuwe inzichten op omtrent de gouden jaren '30 en het belang van de besproken componisten, maar is als kennismaking met een fascinerend stuk filmmuziekgeschiedenis toch de moeite waard.
Daniel Hope (Durban, 1973) kreeg bij het schrijven van dit werk hulp van Wolfgang Knauer die als radiomaker en auteur werkzaam is geweest. Uitgangspunt voor zijn zoektocht is een concert dat in november 2013 - precies 75 jaar na de Kristallnacht bij de Brandenburger Tor in Berlijn plaatsvond. Muziek van gevluchte, veelal joodse componisten werd bij die gelegenheid uitgevoerd en de eveneens joodse Hope was een van de optredende artiesten. Sommige van hen maakten een diepe indruk op hem en wakkerden zijn nieuwsgierigheid naar de beginjaren van de klassieke filmmuziek in Hollywood aan.
Sounds of Hollywood: Wie Emigranten aus Europa die amerikanische Filmmusik erfanden. Daniel Hope, Wolfgang Knauer. Rowohlt Verlag GmbH, Reinbek bij Hamburg, 2015. ISBN 978-3-498-03023-0, 320 blz. Prijs: € 19,99. PS
Hope heeft zelf in de Hollywood Bowl gespeeld en rondom dit optreden deed hij on18
RECENSIES ROOM Lakeshore Records LKS 21 tracks, 44:14 De Ierse componist Stephen Rennicks werkt al sinds begin jaren '90 voor films. Bekend werd hij door zijn samenwerking met regisseur Lenny Abrahamson. Vorig jaar draaide hun film Frank met Michael Fassbender in de Nederlandse bioscopen. Nu is er Room, hun nieuwste film waarvoor actrice Brie Larson vorige week een Oscar als beste actrice won. Room is een kleinschalige film die zich gedurende de eerste helft in een kleine ruimte afspeelt. Rennicks schreef korte stukjes muziek die door deze beslotenheid aanvankelijk intiem en onopgesmukt aandoen. De nummers klinken soms als slaapliedjes, zoals Wardrobe en Out of Wardrobe, wanneer de kleine Jack in bed ligt. Rennicks gebruikt zijn muziek allengs om ook de veranderingen die moeder en vooral zoon innerlijk doormaken tastbaar te maken. Hebben de composities in dit eerste claustrofobisch aandoende deel amper een melodie, halverwege de film krijgt de muziek zo nu en dan een vollere klank zoals in het aangrijpende, melodieuze Cops. Het hoofdthema blijft gedurende de film terugkeren in een eenvoudig arrangement, dat gaandeweg met orkestrale begeleiding tot volle wasdom geraakt. Rennicks sluit de film en de cd af met twee langere stukken die door hun kalme spel de rust uitstralen die beide filmpersonages ertoe brengt hun beladen verleden af te sluiten. In zijn bescheiden aanpak heeft Rennicks de gepaste muzikale begeleiding voor deze aangrijpende film gevonden. PS THE BIG SHORT Download via iTunes 23 tracks, 38:34 Past er eigenlijk wel muziek in een twee uur durende film over de beurscrisis waarin ook nog honderduit wordt gepraat? In The Big Short van Adam McKay weerklinkt op gezette tijden een kort deuntje of een handvol akkoorden, nu weer in de vorm van een walsje, dan weer een plukje bigbandjazz en dan weer ritmische stukken die klinken als getik op een toetsenbord of nerveuze elektrische pianoklanken die de sfeer die veelal om te snijden is, op gemene wijze kleuren. Inderdaad, praktisch alle tracks op deze download zijn aan de korte kant, slechts twee tracks duren langer dan twee minuten. En daarin ontwikkelt zich heel voorzichtig een melodie, meer niet. Sluitstuk is een lange suite (11:55) die door piano wordt uitgevoerd: somber, ernstig en melodisch. De componist van deze opmerkelijke score is de nog vrij onbekende Nicholas Britell die vervreemdende, soms gejaagde muziek schreef voor een hilarische komedie die soms ronduit verbijsterend is. Mede dankzij het soms ironische muzikale commentaar van de veelbelovende Britell valt alles toch te volgen in deze film. PS 19
VICTOR FRANKENSTEIN La-La Land Records LLLCD 1368 32 tracks, 68:27 Mary Shelley's Frankenstein is al vaak verfilmd, en nu is er een nieuwe versie, geregisseerd door Paul McGuigan, waarbij het verhaal vanuit het perspectief van Igor (Daniel Radcliffe), de assistent van Victor Frankenstein (James McAvoy), wordt belicht. De muziek voor deze film is van Craig Armstrong. De componist geeft de film hier en daar een bombastische symfonische score met toevoeging van elektronica. Ook kan hij heel subtiel zijn met rustige thema's die het aanhoren zeker waard zijn. Zoals het hoort geeft ook hier de muziek de sfeer van de film aan. De score is gevarieerd met spanning en actie tot dramatiek en geweld. Ook is er prachtige muziek voor de rustige delen in de film. Toch is het ondanks het hoge symfonische gehalte niet een score die eruit springt. Wat wel weer jammer is, want een pakkend thema dat je na de film nog meefluit heeft een meerwaarde. Dit komt helaas bijna nooit meer voor. Ondanks dat is de muziek voor Victor Frankenstein een degelijke score die zijn werk in de film goed doet. En ook als soundtrack is het een interessant geheel met veel variatie en koorwerk dat de score extra dimensie geeft. Al is niet duidelijk of het koor uit een computer komt of echt is. Bij iTunes zit er helaas geen boekje bij met die informatie … ST
MUSIC FOR A SMALL ORCHESTRA Bolli Records 0006 18 tracks, 43:04 Onlangs verscheen deze cd van de Belgische componist Guy van Nueten. Op het eerste oog lijkt het om zijn nieuwste album te gaan, maar wie goed kijkt ziet dat we hier van doen hebben met de muziek voor de film Milo van Berend en Roel Boomsma uit 2012. Indertijd was deze film over de jonge Milo die lijdt aan een nare huidziekte een bescheiden succes in de Nederlandse filmtheaters. De originele score werd geschreven door Guy Van Nueten die eerder al naam had gemaakt met zijn muziek voor films als Ex Drummer (2007) en Pulsar (2011). Van Nueten opent film en cd met het overrompelende hoofdthema, getiteld Milo's Theme. Het zowel lyrische als droefgeestige thema wordt op piano gespeeld en dat instrument zal in nagenoeg alle volgende composities de hoofdrol spelen. Veel van die pianostukken kennen een strak ritme dat nu eens de ongedurigheid van Milo uitdrukt en dan weer heftige emoties oproept zoals in Dysfunctional Family Climax waar fluit en piano op elkaar botsen, zo lijkt het. In een enkele track (Mixed Celtic Emotions) is de piano afwezig en nemen enkele strijkers en vooral de fluit de leidende rol over. Van Nueten heeft een reeks veelzijdige composities geschreven die ook buiten de film keer op keer weet te boeien. In 2012 viel de muziek al op door zijn integere inbreng zonder de film naar de achtergrond te drukken. Voorwaar, een prestatie van formaat van componist Guy van Nueten. PS
20
THE LADY IN THE VAN Sony Classical 88875093632 23 tracks, 57:53 Een Britse komedie van Nicholas Hytner met in de hoofdrol Maggie Smith die we allemaal kennen uit de tv-serie Downton Abbey en uit de Harry Potter films. De muziek voor The Lady in the Van is van George Fenton, een Britse componist die al veel mooie muziek op zijn naam heeft staan maar toch altijd wat op de achtergrond blijft. Zijn grootste films waren Gandhi (1982), Dangerous Liaisons (1988) en Groundhog Day (1993). Voor The Lady in the Van schreef Fenton een prachtige wals in de stijl van de Tweede Wals van Sjostakovitsj. Let wel, de wals voor de score is geheel van Fenton en geeft de film direct een vrolijke sfeer. Fenton is een componist die voor een symfonische score gaat zonder elektronica. De mooie wals keert gelukkig nog een paar keer terug in andere variaties. Ook schreef Fenton een tango die rustig wordt opgebouwd in een mooie orkestratie met als titel Two Women. Het geheel is een gevarieerde score geworden met rustige, spannende, grappige maar vooral mooie thema's. De soundtrack bevat als bonus ook nog enkele stukken van Franz Schubert en Frédéric Chopin die ook in de film voorbijkomen. Een heerlijke score bij een biografische film vol Engelse humor. Om een indruk van de muziek te krijgen kun je op IMDB de trailer bekijken waar de score ook in zit. ST GODS OF EGYPT Varèse Sarabande 3020674018 26 tracks, 75:04 Gods of Egypt is een grootscheepse productie van de in Egypte geboren regisseur Alex Proyas. Marco Beltrami schreef een breed opgezette score die volgens hemzelf zijn omvangrijkste project ooit was. Na een rustig begin waarin we eerst het pakkende hoofdthema horen en direct daarna het thema voor de jonge geliefden volgen al snel de fanfares en de woeste orkestrale actiestukken die het grootste gedeelte van deze cd beslaan. Die actiemuziek is goed gemixt op de soundtrack en komt nog beter tot zijn recht op deze geluidsdrager. Hoogtepunt zijn twee tracks - getiteld Obelisk Fight Part 1 en Part 2 - die de climax van de film begeleiden. Veel koorzang, muzikaal geweld en de onvermijdelijke etnische instrumenten (veel Egyptische houtblazers en oosterse percussie) passeren de revue en zorgen voor een opzwepende, soms zelfs zinderende muzikale omlijsting van dit van-dik-hout epos dat helaas niet altijd weet te overtuigen. Gelukkig staat Beltrami altijd garant voor vakmanschap en daar is bij deze score ook overwegend sprake van: zowel voor de gespierde actiemomenten als voor de intieme liefdesscènes, getuige het poëtische thema voor de zegevierende Bek en Zaya. Beltrami's volgende klus is Ben-Hur. PS
21
HOLLAND: NATUUR IN DE DELTA EMS Films 9 7809079 703210 21 tracks, 59:05 Weer een cd van Bob Zimmerman (67)! Konden we nog niet zo lang geleden genieten van zijn muziek voor De nieuwe wildernis, nu is er de muziek voor de nieuwe natuurfilm Holland: Natuur in de Delta van de makers van De nieuwe wildernis. Zimmerman behoeft hier al lang geen introductie meer. Als zeer veelzijdig componist en vooral arrangeur heeft hij een enorme staat van dienst, ook als filmcomponist. Wie herinnert zich niet de muziek van An Bloem, De avonden, For My Baby, Snapshots, Tirza of Süskind? Onlangs hoorde ik uit die laatste film weer het mooie, melodieuze thema Summer 1945 met Janine Jansen op viool. Een thema dat zo gebruikt had kunnen worden in Spielbergs Schindler’s List. Holland: Natuur in de Delta, helaas veel minder bioscoopbezoekers dan zijn voorganger De nieuwe wildernis, is een ode aan onze rivieren en kustgebieden. We genieten van de rijke natuur in de delta, waarbij de focus ligt op de Biesbosch. Hoofdrolspelers zijn een zeearend, stekelbaarsjes, hazen, bevers en vlinders. Zimmerman weet dat muzikaal weer rijk te ondersteunen. The Delta Prologue en The Delta Finale zijn weer van die mooie, lange orkestrale thema’s die ons een muzikaal beeld laten horen van het kustgebied, aan het eind weer langzaam aanzwellend tot een climax. Zimmerman gebruikt de stem van onze meest bekende mezzosopraan Tania Kross als een instrument, net als Morricone dat vroeger deed bij zijn muziek voor een aantal spaghettiwesterns. Het geeft een extra gevoelige dimensie. De epische reis die een stekelbaars onderneemt naar zijn paaigronden wordt meesterlijk ondersteund met lange thema’s als The Stickleback Journey en The Arrival of the Sticklebacks; je hoort ze zwemmen door het mooie arrangement. Daarnaast zijn er talrijke andere hoogtepunten die meestal wat korter duren. Muzikaal gezien sluit deze cd weer mooi aan bij Zimmerman's eerdere werk. De cd is helemaal “af” dankzij de zoveelste medewerking van het Metropole Orkest, nu onder leiding van Dick Bakker. De cd is onder meer verkrijgbaar via de site van EMS Films en kost € 12,99. JW ANOMALISA Lakeshore Records LKS 14 tracks, 43:54 De Amerikaanse filmcomponist Carter Burwell werd door de filmcritici van Los Angeles uitgeroepen tot beste componist van 2015. Hij kreeg deze onderscheiding voor zijn muziek voor Carol en Anomalisa. Deze laatste film is een geestige stop-motion animatiefilm van Charlie Kaufman waarvoor Burwell een speelse, zo nu en dan inventieve score schreef. Naast een flinke dosis tintelende, sprookjesachtige klanken schotelt de componist ons ook minimalistische, droefgeestige stukjes voor teneinde betrokken te raken bij de belevenissen van de hoofdfiguren. Die serieuze stukjes worden op deze cd afgewisseld door stukken dialoog, maar soms worden dialoog en muziek ook door elkaar gepresenteerd en dat is even wennen. Leuk is het door de componist geschreven liedje None of Them Are You op tekst van Kaufman. Burwells veelal door snaarinstrumenten gedomineerde score draagt zijn steentje bij aan de onwerkelijke, vaak malle gebeurtenissen in de film. PS 22
IL TERRIBILE ISPETTORE Digitmovies DGST008 15 tracks, 45:27 Il terribile ispettore (1969) is een Italiaanse komedie geregisseerd door Mario Amendola. De hoofdrol wordt gespeeld door Paolo Villaggio die een paar jaar later zou doorbreken met zijn rol als Fantozzi. De muziek is van Carlo Rustichelli en werd gedirigeerd door Roberto Pregadio. De eerste track is een vocaal nummer door onder andere Paolo Villaggio en had destijds een carnavalskraker geweest kunnen zijn. Dit thema doet een beetje aan Brancaleone denken en staat er aan het eind van de cd nogmaals in een mono alternatieve versie op. Opmerkelijk en grappig is track 7: Funerale buffo, een begrafenismars die omslaat in een bruiloftsmars. Carlo Rustichelli heeft de reputatie om alle filmgenres van muziek te kunnen voorzien. Toch is zijn stijl herkenbaar. Een Hammondorgel met klein orkest laat allerlei variaties in diverse orkestraties van thema's horen. Leuk is dat het ongebruikelijk van tuba tot klarinet gaat en van elektrische gitaar tot piano. Deze vrolijke score verschijnt, compleet met alle tracks uit de mastertape in stereo, nu eindelijk op cd. Van deze score bestond nooit eerder muziek op plaat of cd. Voor de fans van Rustichelli een leuke aanvulling op de verzameling. Jammer dat de film buiten Italië onbekend is gebleven. Het geïllustreerde boekje heeft tekst en uitleg door Claudio Fuiano in het Italiaans en Engels. ST
SPOTLIGHT Howe Records HWR-1021 18 tracks, 33:13 Welke muziek zou goed passen bij een film over de onthulling van seksuele misstanden in de katholieke kerk? Howard Shore schreef een relatief korte, sobere score voor Spotlight, de film van Tom McCarthy over deze netelige kwestie in Boston aan het begin van deze eeuw. Tegen een elektronische achtergrond worden de verschillende composities op piano uitgevoerd, even bescheiden als sober. Het veelal haastige ritme waarin Shore ons muzikaal voorgaat, ondersteunt het verbijsterende verhaal evenals de jachtige montage waardoor de film met vaart naar een onontkoombare climax leidt. Meteen in Spotlight, de eerste track op de cd, voelen we dat ongemakkelijke dat grote delen van de score kenmerkt, waarna er in de tweede track - Deference and Complicity geen houden meer aan is: de onthullingsmachinerie komt in beweging om niet meer te stoppen. In een handvol stukken, zoals The Children en Pain and Anguish, voltrekt de muziek zich in een rustig tempo met onthutsend pianospel. Kort, maar krachtig, zo zou deze score van de Canadese meester kernachtig kunnen worden gekarakteriseerd. Maar evenzeer: gepast en allerwegen overtuigend. PS
23
FILM NOIR AT PARAMOUNT Intrada Special Collection ISC 335 Cd 1: 34 tracks, 75:18 Cd 2: 30 tracks, 75:42 Intrada bracht op de valreep van vorig jaar deze dubbel-cd uit met muziek uit film noirs van Paramount uit de jaren '40 en '50 van de vorige eeuw. Deze verzameling is een staalkaart aan donkere, onheilspellende en soms bitterromantische filmmuziek die destijds in veel studio's werd geschreven voor films die zich in een sombere, schaduwrijke wereld afspeelden, bevolkt door helden met scheurtjes en vrouwen als femmes fatales. Doem, noodlot en een zwart randje kenmerken ook de muziek in dit filmgenre. Zeven scores bevat deze dubbel-cd en de samenstellers pakken meteen uit met een van de eerste exemplaren van deze stroming, het nog altijd heftige Double Indemnity (1944) van Billy Wilder. De regisseur kon zich geen betere componist wensen dan Miklós Rózsa die meteen met zijn eerste filmnoir-muziek liet horen hoe je dit soort klussen diende aan te pakken. Direct in de eerste track horen we een omineuze paukenslag die het noodlotsthema aankondigt gevolgd door het motief met de nerveuze strijkers die het ongemak en het slechte karakter van de hoofdfiguren aanduidt. Zelfs het liefdesthema voor dit inslechte duo kent naast heftige romantiek iets tragisch. Met deze drie muzikale bouwstenen creëerde Rózsa een ijzingwekkende score die als referentiepunt zou dienen voor komende generaties filmcomponisten. De tweede score is opnieuw voor een film van Billy Wilder. Hugo Friedhofer schreef voor diens Ace in the Hole (1951) een score waarin de sporen van Rózsa hoorbaar zijn, maar die ook minder heftige momenten kent naast enkele jazzstukken. In Grand Finale werkt Friedhofer het hoofdthema grandioos uit. Ook Franz Waxman maakt zijn opwachting en wel met zijn huiveringwekkende score voor Sorry, Wrong Number (1948) van Anatale Litvak. Met weinig bombarie kneedt Waxman suspensemuziek die soms inventief (telefoongeluiden in het hoofdthema) en meestentijds op fluistertoon toch een maximaal effect weet te sorteren. De vier resterende scores volgen op de tweede cd, met als eerste de muziek van de vrij onbekende Amerikaan Gail Kubik die voor The Desperate Hours, een gijzeldrama van William Wyler uit 1955, een kleine score schreef die uiteindelijk nauwelijks werd gebruikt. Dat is jammer, want het staccatoritme en de pointillistische klanken vergroten de spanning prima. The Scarlet Hour (1956) van Michael Curtiz kent een score van Leith Stevens vol doem en noodlot, Union Station (1950) van Rudolph Maté heeft een krap zeven minuten durende tamelijk milde noirscore van Heinz Roemheld en als afsluiter duikt Victor Young op. Die schreef voor I Walk Alone (1948) van Byron Haskin een meeslepend liefdesthema dat alle doemmuziek overschaduwt. Deze verzamel-cd van Intrada zorgt voor een welkome kennismaking met minder bekend werk, maar ook de wellicht bekende scores zijn nog altijd het beluisteren waard. PS
24
THE HATEFUL EIGHT Quentin Tarantino kwam onlangs met zijn achtste speelfilm The Hateful Eight spectaculair in de bioscopen met enkele kopieën in 70mm grootbeeld. De film wordt wel een western genoemd, maar is in feite een mysterieus misdaaddrama geschreven door de regisseur zelf. Tarantino is al jaren fan van Ennio Morricone. Het mag welhaast een wonder heten dat hij de Maestro heeft weten over te halen om zijn film van muziek te voorzien. Vincent Ward heeft in 1998 door Ennio Morricone een score laten schrijven voor zijn film What Dreams May Come. Ward vond de muziek niet goed genoeg en ging achter Morricone's rug om met Michael Kamen in zee die de uiteindelijke score voor de film heeft gecomponeerd. Morricone was van mening dat als een regisseur de muziek niet mooi vindt, je daarover in discussie gaat met de componist en die schrijft dan in overleg iets nieuws. Hij was dan ook furieus toen achter zijn rug om een ander het werk overnam. Toen hem in 2009 voor de film Nine van Rob Marshall hetzelfde overkwam (Andrea Guerra nam het over), zwoer Morricone nooit meer voor een Amerikaanse film te componeren. Tarantino heeft dus wat moeten inpraten op Morricone en hij heeft de componist de vrije hand gegeven voor de muziek. Morricone was onder de indruk van het script en heeft een pakkende score geschreven. Het hoofdthema is zo aangrijpend dat je het nooit meer vergeet. De score is in Praag opgenomen met het Czech National Symphony Orchestra. Toen de muziek bij de film gemonteerd werd kwam Tarantino tot de conclusie dat er nog een thema ontbrak bij een scène waarin een belangrijke brief wordt voorgelezen. Morricone was not amused dat hij nogmaals aan de slag moest. Maar na flink aandringen en de mogelijkheid om het in de beste studio op te nemen, Abbey Road in Londen, ging Morricone aan de slag. In deze studio zijn ook nog thema's opnieuw ingespeeld die Tarantino uit andere scores wilde gebruiken. Zo is er in de film het indringende thema Bestiality te horen uit de film The Thing (1982) van John Carpenter. Deze track staat niet op de reguliere soundtrack wegens rechten. Dit geldt ook voor muziek uit Exorcist II: The Heretic (1977) van John Boorman. Dat de muziek aanslaat blijkt wel uit de Oscar die de Maestro onlangs ontving voor deze score. Wel verdiend, hij had er naast zijn Honorary Award meer moeten hebben, maar door ongelukkige omstandigheden liep hij een paar keer het gouden beeldje mis. Zo heeft hij ooit voor Once Upon a Time in America (1984) van Sergio Leone een aanvraagformulier toegestuurd gekregen door de Academy om genomineerd te worden. Maar omdat Ennio geen Engels spreekt, heeft hij deze aanvraag aan de kant gelegd en toen hij een tijd later iemand had om het te vertalen, was de deadline ruim verstreken en waren de nominaties reeds verdeeld … Ook voor The Mission (1986) van Roland Joffé zou hij de Oscar winnen, ware het niet dat (ook toen al) de Academy een brief kreeg namens de zwarte gemeenschap in Hollywood dat het al weer een tijd geleden was dat een kleurling een gouden beeldje had gewonnen en dat het nu wel weer eens tijd werd voor een prijs. Toen nam de politiek het over en werd naarstig gezocht naar een genomineerde met een donkere huidskleur. Er was er één, Herbie Hancock, met zijn score voor 'Round Midnight. En zo liep Morricone weer een beeldje mis. De soundtrack van The Hateful Eight is uitgebracht op diverse formaten: 1. De reguliere cd met standaard boekje. Decca 00602547694898. 2. Een dubbel-lp op Decca met een uitklaphoes, met de binnenhoezen bedrukt en een mooie poster bijgesloten. Deze twee zijn gewoon in Nederland verkrijgbaar. Decca 4769494 + Abbey Road lp. 25
3. Het Amerikaanse label Third Man Records heeft in de Verenigde Staten een luxe uitgave gemaakt met een 3x uitvouwbare hoes voorzien van mat laminaat en spotlak waardoor het lijkt of de bloedspetters er echt op liggen. Deze uitvoering heeft twee uitvouwbare posters waarvan er één met een lengte van 1,52 meter en een 30x30 cm boekwerk met foto’s uit de film. Third Man Records TMR 364. 4. In verband met de Oscaruitreiking werd er in Amerika ook een For Your Consideration cd geperst voor de leden van de Academy om Morricone's muziek te promoten voor een Oscar. Deze cd is niet in de winkels te koop maar heeft wel wat extra muziek die niet op de reguliere persingen staat. The Weinstein Company, For Your Consideration, 14 tracks, 30:02. 5. In Engeland heeft Decca een 3 dubbele lp uitgebracht met op de derde plaat (los bijgeleverd in aparte hoes) de Abbey Road opnamen die allemaal afwijken van wat er op de reguliere uitgaven staat. Inclusief de opnieuw ingespeelde muziek uit The Thing en Exorcist II: The Heretic en als bonus The Battle of Algiers en Allonsanfàn. Deze persing heeft geen labelmerk en is hand genummerd in een oplage van 1000 exemplaren. Abbey Road lp, 10 tracks, 39:27. 6. In de Verenigde Staten had Third Man Records na de luxe lp en ter gelegenheid van de Golden Globe Awards voor Morricone ook nog een munitiekistje uitgebracht met echte kogelgaten en voorzien van een gegraveerd deksel met het logo van The Hateful Eight. Daarin bevinden zich acht singles met op elke hoes één van The Hateful Eight en de soundtrack van Morricone verdeeld over de acht schijven op rood vinyl. Ook nog een kopie van de eerder genoemde brief, met bloedvlekken en al. Tevens de dubbel-lp met alweer een andere hoes. De soundtrack heeft, net als alle Tarantino soundtracks, ook een paar dialoog-hoogtepunten uit de film en tevens een paar oude songs van onder andere Roy Orbison. De soundtrack is een echte aanrader, de cd is het goedkoopst, de hoezen van het vinyl het mooist. Box + 2 lp's, USA: Third Man Records TMR 365, 28 tracks, 78:19. ST
26