Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Vlaams Zorgfonds KONING ALBERT II-LAAN 35 BUS 37 1030 BRUSSEL
Tel. 02 553 46 90 - Fax 02 553 07 25
[email protected] http://www.zorg-en-gezondheid.be
1. Wat is een hulpmiddel? Definitie ‘hulpmiddel’ : - elk aangepast of extra middel om een activiteit uit te voeren - moet nodig zijn om en gebruikt worden om activiteit uit te voeren - er is een directe link tussen het hulpmiddel en het item (itemdefinitie) - medicatie wordt nooit als een hulpmiddel beschouwd Enkele specifieke antwoorden in verband met hulpmiddelen: -
toiletstoel: zuurstofapparaat: sondevoeding: aangepaste keuken: briefje: medicatie: medicatiedoos:
= hulpmiddel = hulpmiddel = hulpmiddel = hulpmiddel = geen hulpmiddel = geen hulpmiddel = geen hulpmiddel
2. een vrouw van 30 jaar heeft kanker en krijgt zeer zware chemo. Zij kan niets meer in het huishouden, het is nog totaal niet duidelijk hoelang dit gaat duren. Kan die cliënte gescoord worden? Jazeker, het opmaken van de BEL-score is een momentopname. Wanneer er sterke verandering is in de toestand van mevrouw kan een nieuwe BEL worden opgemaakt. 3. Sommige cliënten voeren bepaalde deeltaken uit, maar met veel pijn, dit gegeven moet eveneens gescoord worden (met pijn en moeite). In de handleiding staat inderdaad dat we ‘enige zorgbehoefte’ scoren als de cliënt zelfstandig kan instaan voor … doch met zeer veel moeite en tijd. Pijn veroorzaakt moeite en zal dus ook gescoord worden.
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
1 VAN 11
Vragen blok A per item onderhoud 1. we moeten een cliënt scoren. De woning blijkt heel erg onderkomen en vuil, je kan nergens staan of zitten en er hangt een erg indringende geur. Er komt momenteel niemand aan huis en de man houdt vol dat hij alles zelf doet en dat het voor hem niet properder moet zijn. Hoe scoren we op onderhoud : mogen we afgaan op onze observatie(score 3) ook al wil de man dit niet? We onderzoeken of er een zorgbehoefte is m.b.t. het onderhoud van de woning. Als mijnheer het onderhoud zelf doet en er is verder geen nood, geen behoefte, geen probleem, … dan scoren we 0. In deze situatie is het echter niet onmogelijk dat er klachten komen van de buren of de huiseigenaar, of dat de gezondheid van mijnheer in gevaar komt. In dit geval ontstaat er wel een behoefte en kan er gescoord worden. 2. Wat bij personen die alles laten verwaarlozen en dus niets doen in het huishouden, maar dit zelf ook niet als een probleem ervaren. Toch de maximale score toekennen, omdat het huishouden effectief niet gebeurt? vandaar dat we de vraag stellen of er m.b.t. een activiteit / handeling al dan niet een zorgbehoefte is ! We scoren enkel als er een zorgbehoefte is. 3. In hoeverre mag het onderhoud van huisdieren meegenomen worden bij het scoren van dit item? De zorg voor een huisdier kan de zorgbehoefte, vnl op vlak van onderhoud van de woning, vergroten en enige invloed hebben op de score. Het blijft uiteraard een deelfacet van de huishoudelijke ADL. was 1.Cliënt met evenwichtsproblemen doet de was. Dit lukt enkel als hij kan leunen tegen de diepvriezer om de was in de wasmachine te steken. Afhankelijk van de diepvriezer, een extra middel dat nodig is en gebruikt wordt om de activiteit uit te voeren. Neen, diepvries is bestaand product en geen aangepast of extra middel, dus geen hulpmiddel 2. Cliënt doet de was. Dit lukt enkel als de wasmachine hoger geplaatst is. Afhankelijk van een hoger geplaatste wasmachine, een extra middel dat nodig is en gebruikt wordt om de activiteit uit te voeren. Ja als wasmachine speciaal op hoogte geplaatst is en dus op maat aangepast is 3. Het sorteren van de was zoals omschreven in de case wordt door sommige indicatiestellers niet echt gezien als het echt uitvoeren van een deeltaak. De definitie moet gevolgd worden! Sorteren van was is een deeltaak!
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
2 VAN 11
maaltijden bereiden 1.Cliënt met een volledig aangepaste keuken kan enkel de aardappelen schillen als iemand ze klaarlegt. Volledig afhankelijk van hulp(middelen) om de activiteit uit te voeren? Persoon is afhankelijk van persoon èn van hulpmiddelen, echter geen volledige afhankelijkheid want de definitie zegt : gaande van het opstellen van het menu tem het op tafel zetten van de bereide maaltijd. 2. Boterhammen smeren: Scoren bij maaltijden bereiden (volgens filosofie van blok A huishoudelijke ADL) of bij eten (volgens filosofie van blok B lichamelijke ADL)? Scoren bij A. Huishoudelijke ADL : maaltijd bereiden 3. De broodmaaltijd wordt door cliënten niet begrepen onder dit item. Ook in de definitie staat dit niet opgenomen. Dit wordt ervaren als een tekort en onduidelijkheid. De definitie is duidelijk. Het gaat over elke maaltijd en alle handelingen van het opstellen van het menu t.e.m. het op tafel zetten van de bereide maaltijd. 4. Moeilijk flessen kunnen opendraaien: scoren bij eten (volgens filosofie van lichamelijke ADL) of bij maaltijden bereiden (volgens filosofie van huishoudelijke ADL)? Fles opendraaien scoren bij A. Huishoudelijke ADL Maaltijd bereiden
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
3 VAN 11
Vragen blok B per item Wassen 1.Cliënt met evenwichtsproblemen wast zich rechtstaand aan de lavabo. Dit lukt hem enkel als hij zich kan vasthouden aan de radiator. Afhankelijk van de radiator, een extra middel dat nodig is en gebruikt wordt om de activiteit uit te voeren. Neen, radiator is bestaand voorwerp en geen aangepast of extra middel. Kleden 1.Cliënt kleedt zichzelf. Dit lukt enkel als hij op het bed zit. Afhankelijk van het bed, een extra middel dat nodig is en gebruikt wordt om de activiteit uit te voeren. Neen, bed is bestaand voorwerp en geen aangepast of extra middel. Verplaatsen 1. een vrouw houdt zich binnenshuis aan de meubelen vast doch buitenshuis kan ze zich enkel met een rolwagen verplaatsen. Hoe moet het woord ‘of’ in de definitie geïnterpreteerd worden? Scoren we een 1 of een 2? Het woordje ‘of’ betekent dat één van beide voldoende is om te scoren, dus binnens- of buitenshuis. In deze situatie scoren we wellicht 2: buitenshuis hulp nodig van een hulpmiddel. Gezien mevrouw zich binnenshuis kan verplaatsen mits vasthouden aan meubelen zal een kleine verplaatsing buiten wellicht ook zonder rolstoel kunnen). 2. Wordt een (been)prothese beschouwd als een hulpmiddel bij verplaatsen? Een prothese is voor de relevante items een hulpmiddel. 3. Iemand kan zich enkel verplaatsen met een fiets aan de hand. Is de fiets een hulpmiddel? Neen, de fiets is geen hulpmiddel. 4. Iemand ligt in coma te bed. Kan hier een zorgbehoefte vastgesteld worden? Uiteraard wel. 5. Enkel het fysieke aspect van het verplaatsen mag hier gescoord worden, niet het mentale. Dit geeft met name bij mentaal gehandicapte kinderen vaak aanleiding tot discussies. Fysiek gezien kunnen zij zich wel verplaatsen, maar omwille van hun mentale achterstand gaan zij bijv. nooit alleen de woning verlaten. De mentale problemen zullen gescoord worden in andere rubrieken. 6. Mag bij verplaatsen een witte stok of een blinde-geleidehond of een assistentiehond aanzien worden als hulpmiddel? Ja, indien noodzakelijk voor het item 7. Worden alle soorten ‘stokken’ aanvaard als hulpmiddel bij verplaatsen? Ja, indien noodzakelijk voor het item.
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
4 VAN 11
Toiletbezoek 1. Cliënt zonder benen in een rolstoel gaat zelfstandig naar het toilet. Dit lukt hem enkel omdat hij thuis een groot en volledig aangepast toilet heeft. Volledig afhankelijk van het aangepast toilet, een aangepast middel dat nodig is en gebruikt wordt om de activiteit uit te voeren. Cliënt is afhankelijk van hulpmiddel doch niet noodzakelijk volledig afhankelijk bvb kan zichzelf reinigen. 2.Cliënt begeeft zich naar het toilet met een rollator. Om van het toilet te komen, trekt hij zich op aan de lavabo. Zonder rollator of zonder lavabo kan hij niet zelfstandig instaan voor toiletbezoek. Volledig afhankelijk van rollator en lavabo, extra middelen die nodig zijn en gebruikt worden om de activiteit uit te voeren. Rollator is een hulpmiddel, lavabo niet. Niet noodzakelijk volledig afhankelijk, kan bvb zichzelf reinigen, kledij aan- en uit doen… 3. een cliënt is volledig incontinent en maakt geen enkel gebruik meer van de toilet. Kan toiletbezoek dan gescoord worden? En zo ja hoe? We scoren afhankelijk van wat de cliënt wel of niet nog zelfstandig kan. Voor het item ‘toiletbezoek’ gaat het over zich naar het toilet begeven en gepast gebruik maken van het toilet. De persoon met incontinentie kan zich misschien zonder problemen naar het toilet begeven, kledij losmaken, zich neerzetten ….. maar het gepast gebruik maken van het toilet kan niet meer en dus zal die persoon toch 2 scoren. 4. Mag je het verzorgen van de stoma ook bij het item laten meespelen indien cliënt dit niet zelf kan? Ja. 5. Een cliënt heeft de toilet hoger laten hangen, heeft een hogere wc geplaatst om het gebruik ervan te vergemakkelijken, hoe scoren we bij toiletbezoek (1 of 2, dwz geldt het als hulpmiddel?) Een speciaal aangepast toilet, wat hier het geval is, is een hulpmiddel. We scoren dus het afhankelijk zijn van het hulpmiddel. 6. Iemand die drie-wekelijks naar de nierdialyse gaat en tussendoor nog een beetje kan gaan plassen Kan nog gedeeltelijk gepast gebruik maken van het toilet : score 1 of 2 voor toiletbezoek. 7. Iemand die drie-wekelijks naar nierdialyse gaat en totaal niet meer kan gaan plassen? score 3 : kan geen gepast gebruik maken van het toilet + nierdialyse = hulpmiddel 8. Meneer heeft een blaassonde die hij zelf meermaals per dag zelfstandig ledigt aan de hand van een kraantje. : Blaassonde = hulpmiddel 9. Bestaat er een verschil in scoren 'toiletbezoek' indien zijn vrouw bij het sonderen helpt of niet? Neen, geen verschil
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
5 VAN 11
10. Wordt bij een urinesonde een 3 gescoord voor toiletbezoek? Niet noodzakelijk, er wordt ook rekening gehouden met gebruik van het toilet voor stoelgang. Incontinentie 1. op welke wijze moet een persoon met een stoma en urinesonde gescoord worden bij het item incontentie ? We scoren 3 op het item incontinentie. 2. Incontinentie bij nierdialyse: Meneer van 54 jaar, woont samen met echtgenote. Meneer heeft zuurstoftekort, kampt met zwaarlijvigheid en gaat 3 keer per week naar nierdialyse. Tussentijds kan hij nog zelf een beetje urineren. We scoren de mate van voorkomen van incontinentie / onvrijwillig verlies van urine of faeces. 3. Incontinentie bij nierdialyse: Meneer van 73 jaar, alleenstaande. Krijgt ondersteuning van thuiszorgdiensten. Meneer heeft nierfalen en gaat 3 keer per week naar de nierdialyse Meneer kan niet meer urineren idem 4. Hoe scoor je ‘te laat op het toilet geraken’? Dit wordt dan : komt nu en dan voor (kan zelfs ‘meestal’ worden). 5. Er bestaan ook vormen van continentie waarbij personen niet kunnen plassen, zelfs pijn hebben hierdoor. Hoe kan je dit scoren? Definitie letterlijk toepassen (bvb. bij urineretentie zal ‘sondering’ gebeuren met een ‘hulpmiddel’. Eten 1. Moeilijk flessen kunnen opendraaien: scoren bij eten (volgens filosofie van lichamelijke ADL) of bij maaltijden bereiden (volgens filosofie van huishoudelijke ADL)? Fles opendraaien scoren bij A. Huishoudelijke ADL Maaltijd bereiden 2. Wat met versterkende voeding of vloeibare voeding omwille van slikproblemen? Wat met slikproblemen algemeen? (bijv. vloeibare dingen worden verdikt omwille van slikproblemen)Hoe scoor je dit? Dit vraagt toch een speciale zorg? We passen letterlijk de definitie van ‘eten’ toe. Het slikken maakt geen deel uit van de definitie. 3. Het gebruiken van een lepel of het gebruiken van een bordrand, zijn het allebei hulpmiddelen? Een aangepaste lepel en een bordrand zijn hulpmiddelen als ze noodzakelijk zijn voor het item. Wat indien iemand steeds door een rietje drinkt? Een rietje wordt niet beschouwd als een hulpmiddel. 4. Het snijden van het vlees met een schaar i.p.v. met een mes wordt niet gescoord indien betrokkene het ook zelf doet. akkoord 5. Volledig afhankelijk zijn van sondevoeding dient een score 3 te krijgen bij het item eten. Dat klopt, sondevoeding is een hulpmiddel.
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
6 VAN 11
Vragen blok C per item Trouw aan therapie en gezondheidsregels 1. Stel dat een persoon geen enkel probleem zou vertonen, doch wel een pillendoos heeft die door de dochter dagelijks gevuld wordt, bijv omdat de cliënt anders vergeet welke pillen ze moet nemen. Cliënt is zich hiervan bewust en laat toe dat de dochter dit dagelijks doet. Hoe moet er dan gescoord worden? Een 0 (want er is geen probleem wat betreft het bewustzijn en het laten wegwerken van het risico) of een hogere score (bijv 2) omdat er personen (de dochter) nodig zijn? Zie definitie : er is (gedeeltelijk) zorg nodig om de voorgeschreven regels na te komen : 1 of 2 scoren. Als dit dagelijks moet gebeuren scoren wij 2. Uiteraard dient ook rekening gehouden te worden met andere ‘gezondheidsregels’. 2. a)Wat doe je met rokers, alcoholmisbruik,…? Strikt gezien is dit ook het niet naleven van gezondheidsregels We scoren enkel als er een expliciete regel niet nagevolgd wordt (vb huisarts zegt uitdrukkelijk dat cliënt moet stoppen met roken ). b) Aangeraden wordt het overtreden van algemenen gezondheidsregels enkel te scoren indien dit voor betrokkene uitdrukkelijke consequenties heeft omwille van zijn gezondheidstoestand bijv. hartpatiënt die rookt houdt extra risico’s in, diabeticus die dieet niet respecteert. ok, dit ligt dan in de lijn van een expliciete regel. Veiligheid in en om het huis 1. Zijn veiligheidsrisico’s beperkt tot dagdagelijkse omstandigheden of moet ook rekening gehouden worden met uitzonderlijke omstandigheden zoals kortsluiting, brand, diefstal,…? De vraag is of de cliënt zicht heeft op veiligheidsrisico’s en deze ook wegwerkt of laat wegwerken. 2. Iemand verhuist naar een volledig aangepaste woning zonder veiligheidsrisico, maar heeft zelf geen besef van veiligheidsrisico’s. Is het terecht om dan te scoren? De vraag is of de cliënt zicht heeft op aanwezige veiligheidsrisico’s en deze ook wegwerkt of laat wegwerken. We scoren niet of een woning al dan niet aangepast is , maar wel of iemand zicht heeft op veiligheidsrisico’s en ze wegwerkt of laat wegwerken. Als er geen risico’s zijn dan moeten ze ook niet weggewerkt worden. Financiële verrichtingen 1. Hoort ‘beheer van financiën’ bij definitie? Definitie zegt : ‘uitvoeren van betalingen en financiële opdrachten’. Het beheer hoort daarbij, wie zijn financiën niet kan beheren kan ze ook niet goed uitvoeren. 2. Iemand die facturen opent en aan de mantelzorger geeft voor betaling geeft een aanzet tot de uitvoering. We scoren 2.
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
7 VAN 11
3. De notie van de zorgbehoevende van wat er op zijn rekening staat verhindert niet dat er 3 punten toegekend worden. (De definitie ‘financiële verrichtingen’ gaat over uitvoeren van betalingen). Moet dit item niet geactualiseerd worden? bijv. als het gaat over financiële verrichtingen houdt de definitie geen rekening met computergebruik, pc-banking, gebruiken van betaalautomaten, waardoor het aan het oordeel van de indicatiesteller wordt overgelaten om dit correct te scoren. Dit is niet zo. De definitie zegt : ‘het uitvoeren van betalingen en financiële verrichtingen’ : dit moet toegepast worden onafhankelijk van de wijze van betalen of technieken die gebruikt worden. Hier is ons inziens geen interpretatieprobleem. Hygiënische verzorging kinderen 1. Mag dit item gescoord worden bij ouders van een persoon ouder dan 18 jaar, die verlengd minderjarig verklaard is? Neen, enkel scoren bij zorg voor personen beneden 18 jaar. 2. Wat indien mensen inwonen bij de ouders en er ook kinderen zijn in dit gezin. Indien je de ouderen scoort, mag je dan rekening houden met deze kleinkinderen? Volgens richtlijnen van het Vlaamse Zorgfonds mogen kinderen niet gescoord worden bij de grootouders, tenzij ze daar ook effectief gedomicilieerd zijn of onder voogdij staan van de grootouders. Domiciliëring kan toch niet echt de regel zijn? Want bijv. bij co-ouderschap staat het kind maar bij één van de ouders gedomicilieerd, maar verblijft het wel afwisselend bij beide ouders. Twee zaken zijn duidelijk te onderscheiden : 1/ wie scoort men ? 2/ houden we rekening met de zorg voor de kinderen als we de grootouders scoren ? In principe scoren we enkel voor de persoon die effectief instaat voor hygiënische verzorging en opvang van de kinderen. Meestal zijn dit de ouders. We gaan de grootouder niet scoren als hij/zij omwille van zorgbehoefte geen kinderopvang kan doen. In uitzonderlijke gevallen kan de grootouder verantwoordelijk zijn voor de zorg voor de kinderen. Wanneer de zoon/dochter met kinderen van de bejaarde inwoont mag men veronderstellen dat de ouders de kinderen opvangt en verzorgt (en niet de bejaarde). Het al dan niet gedomicilieerd zijn speelt hier geen rol, we houden rekening met de feitelijke situatie. 3. Kinderen die voltijds in een instelling verblijven mogen niet meegerekend worden bij het scoren van de ouders, maar soms zijn de kinderen net geplaatst omwille van het feit dat de ouders niet konden instaan voor de zorg van de kinderen en dan zou dit volgens sommige indicatiestellers eerlijkheidshalve wel moeten gescoord worden. Wij zijn niet bevoegd om de handleiding hiervoor aan te passen. Wellicht is dit praktisch ook niet haalbaar. 4. Kinderen die in de week in een instelling verblijven maar in het weekend of tijdens de vakantieperioden naar huis komen mogen wel meegenomen worden in de scoring van de ouders. Als de kinderen gedeeltijk aanwezig zijn (m.a.w. niet continu) scoren we een gedeeltelijk zorgbehoevend, dus 1 of 2. Opvang kinderen 4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
8 VAN 11
1. Mag dit item gescoord worden bij ouders van een persoon ouder dan 18 jaar, die verlengd minderjarig verklaard is? Neen, enkel scoren bij zorg voor personen beneden 18 jaar. 2. Wat indien mensen inwonen bij de ouders en er ook kinderen zijn in dit gezin. Indien je de ouderen scoort, mag je dan rekening houden met deze kleinkinderen? Volgens richtlijnen van het Vlaamse Zorgfonds mogen kinderen niet gescoord worden bij de grootouders, tenzij ze daar ook effectief gedomicilieerd zijn of onder voogdij staan van de grootouders. Domiciliëring kan toch niet echt de regel zijn? Want bijv. bij co-ouderschap staat het kind maar bij één van de ouders gedomicilieerd, maar verblijft het wel afwisselend bij beide ouders. Twee zaken zijn duidelijk te onderscheiden : 1/ wie scoort men ? 2/ houden we rekening met de zorg voor de kinderen als we de grootouders scoren ? In principe scoren we enkel voor de persoon die effectief instaat voor hygiënische verzorging en opvang van de kinderen. Meestal zijn dit de ouders. We gaan de grootouder niet scoren als hij/zij omwille van zorgbehoefte geen kinderopvang kan doen. In uitzonderlijke gevallen kan de grootouder verantwoordelijk zijn voor de zorg voor de kinderen. Wanneer de zoon/dochter met kinderen van de bejaarde inwoont mag men veronderstellen dat de ouders de kinderen opvangt en verzorgt (en niet de bejaarde). Het al dan niet gedomicilieerd zijn speelt hier geen rol, we houden rekening met de feitelijke situatie. 3. Kinderen die voltijds in een instelling verblijven mogen niet meegerekend worden bij het scoren van de ouders, maar soms zijn de kinderen net geplaatst omwille van het feit dat de ouders niet konden instaan voor de zorg van de kinderen en dan zou dit volgens sommige indicatiestellers eerlijkheidshalve wel moeten gescoord worden. Wij zijn niet bevoegd om de handleiding hiervoor aan te passen. Wellicht is dit praktisch ook niet haalbaar. 4. Kinderen die in de week in een instelling verblijven maar in het weekend of tijdens de vakantieperioden naar huis komen mogen wel meegenomen worden in de scoring van de ouders. Als de kinderen gedeeltijk aanwezig zijn (m.a.w. niet continu) scoren we een gedeeltelijk zorgbehoevend, dus 1 of 2.
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
9 VAN 11
Vragen blok D per item Niet doelgericht gedrag 1.Smetvrees wordt geplaatst bij niet-doelgericht gedrag, maar hoort dit niet eerder bij angstige stemming? Het repetitief gedrag dat voortvloeit uit bijv. de smetvrees is wél niet-doelgericht gedrag. Het is duidelijk dat we smetvrees scoren bijn niet doelgericht gedrag zie definitie. Als de stemming van de cliënt ook beantwoordt aan de definitie van ‘angstige stemming’ dan gaan we ook hier scoren. Storend gedrag 1.Is de definitie beperkt tot de opgesomde voorbeelden of geldt de definitie voor alle omgangsproblemen, bvb.: als gevolg van vergeetachtigheid : Niet de oorzaak maar het gedrag scoren ! hoge eisen stellen aan mantelzorger en hen opzadelen met een schuldgevoel Is automutilatie een vorm van storend gedrag? Definitie zegt exclusief : verbaal storend, onwelvoeglijk of destructief geweld. : strikt nagaan of het gedrag onder die definitie valt ! 2. Een cliënt zet verschillende hulpverleners voortdurend tegen elkaar op, manipuleert, geeft sterke schuldgevoelens enz. Geen enkele verzorgende van de dienst houdt het hier langer dan drie weken vol. Kan dit gedrag ergens gescoord worden? We gaan na of er sprake kan zijn van : - verbaal storend (bvb iemand die voortdurend verbaal de verzorgende kleineert en kwetst) - destructief geweld : kan ook verbaal of manipulerend zijn Dit gedrag moet expliciet aanwezig zijn om te kunnen scoren. 3. Een vrouw snijdt zichzelf regelmatig. Geldt automutilatie als destructief geweld (tegen zichzelf) en kan het zo gescoord worden bij storend gedrag?. In deze situatie moet worden beoordeeld of er hier sprake is van destructief geweld en/of neerslachtige stemming. In dit geval kan gescoord worden. Initiatiefloos gedrag 1. ‘Te traag’ of ‘geen gepaste snelheid’ wordt door de indicatiestellers niet aangevoeld als ‘initiatiefloos’. Dit klopt Neerslachtige stemming 1. Een vrouw van 28 jaar snijdt zichzelf regelmatig. Geldt automutilatie als destructief geweld (tegen zichzelf) en kan het zo gescoord worden bij storend gedrag?. In deze situatie moe worden beoordeeld of er hier sprake is van destructief geweld en/of neerslachtige stemming. In dit geval kan gescoord worden. Angstige stemming
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
10 VAN 11
1.Smetvrees wordt geplaatst bij niet-doelgericht gedrag, maar hoort dit niet eerder bij angstige stemming? Het is duidelijk dat we smetvrees scoren bij niet doelgericht gedrag zie definitie. Als de stemming van de cliënt ook beantwoordt aan de definitie van ‘angstige stemming’ dan gaan we ook hier scoren. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------
4_INTERVISIE VRAGEN EN ANTWOORDEN PER ITEM 5-4-2011
P.
11 VAN 11