DE INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING IN ENKELE ANTWOORDEN
Auteurs: Ingrid Martens: Expert IBO - VDAB Kris Deckers: Expert Methodieken en Instrumenten - VDAB Ellen Froeyman: Juridisch adviseur - SD Worx
1
introductietekst Om goed te kunnen ondernemen wensen ondernemingen beroep te kunnen doen op competente medewerkers. Nu kan het gebeuren, zeker in een krappe arbeidsmarkt, dat de ideale kandidaat zich niet onmiddellijk aandient. Dan is wellicht de IBO – dit staat voor individuele beroepsopleiding- iets voor uw onderneming. U wordt daarbij regisseur van de training on the job van uw toekomstige werknemer. Voka bereidt een Vokawijzer voor om u de IBO van naald tot draad uit te leggen. Hierbij al een voorproefje. Welke ondernemingen kunnen van IBO gebruik maken? Alle ondernemingen uit de private sector met exploitatiezetel gevestigd in het Vlaams Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen van IBO gebruik maken. Hoe langt duurt een IBO? De effectieve opleidingsduur wordt bepaald door de VDAB en varieert van minimaal 4 weken tot maximaal 26 weken, afhankelijk van:
het competentieprofiel van de kandidaat-IBO’er; het door de onderneming gewenste competentieprofiel; de voorziene opleidingsactiviteiten zoals beschreven in het opleidingsprogramma.
Voor laaggeschoolden (geen diploma hoger secundair onderwijs), langdurig (minstens 12 maanden) uitkeringsgerechtigde werklozen kan, uitzonderlijk en na gunstig advies van de Sociaal-Economische Raad van de Regio (SERR, in Vlaanderen) of het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding (BNCTO, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), wegens pedagogische noodzaak een langere duur worden toegekend, met een maximum van 12 maanden. Een IBO-contract moet minstens halftijds zijn. Dit wil zeggen dat het opgegeven uurrooster minstens de helft bedraagt van de voltijdse tijdsregeling in het betrokken Paritair Comité. Welke werkzoekenden komen in aanmerking? Volgende werkzoekenden worden toegelaten als medewerker met IBO-statuut (hierna IBO’er genoemd):
uitkeringsgerechtigde werklozen; niet-uitkeringsgerechtigde werklozen; leefloongerechtigden; schoolverlaters; deeltijds leerplichtigen (op voorwaarde dat de IBO maximum 3 voltijdse dagen per week doorgaat, aangezien een deeltijds leerplichtige nog 2 dagen leerplicht heeft); kandidaten van vreemde origine (op voorwaarde dat ze in het bezit zijn van een geldige verblijfsvergunning en toelating tot werken in België); 2
deeltijdse werknemers.
En indien ze minimaal voldoen aan volgende voorwaarden:
gedomicilieerd zijn in België; ingeschreven zijn als niet-werkend werkzoekende bij de VDAB, en bijkomend, vóór de start van de IBO: o ingeschreven zijn bij Actiris als de exploitatiezetel van de werkgever in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen is; o ingeschreven zijn bij Forem of Actiris als de IBO’er in een ander gewest woont en recht kan hebben op een werkloosheidsuitkering of een opleidingsuitkering. hun vorige job niet zelf hebben opgezegd met het doel deze IBO aan te vatten; niet eerder in dezelfde onderneming hebben gewerkt (uitgezonderd maximaal 14 kalenderdagen op uitzendbasis, voorafgaand aan de IBO).
Wat zijn de verplichtingen en engagementen van de IBO’er?
de opleiding tot een goed einde brengen (De IBO’er kan de IBO enkel eenzijdig stopzetten als hij/zij ander werk gevonden heeft. In andere gevallen van eenzijdige stopzetting door de cursist start de VDAB de transmissieprocedure op); maandelijks de ingevulde blauwe controlekaart (C3A) indienen met attest C98 bij de uitbetalingsinstelling (als de IBO’er een uitkering ontvangt); tijdens de IBO-periode de controlekaart C3A op zak hebben en voorleggen bij controle; het ziekenfonds contacteren indien de IBO’er nog niet aangesloten is, en navragen of aansluiting noodzakelijk is (afhankelijk van het statuut: eventueel nog ten laste van ziekteverzekering ouders); bij ziekte de werkgever onmiddellijk op de hoogte brengen, een doktersattest opsturen naar de onderneming en het document ‘Vertrouwelijk’ bezorgen aan het ziekenfonds; bij arbeidsongeval onmiddellijk de werkgever en het ziekenfonds informeren.
Welke verplichtingen en engagementen heeft de onderneming? - Vóór de start van IBO
Dimona (onmiddellijke aangifte van tewerkstelling)
- Tijdens IBO: een functiebeschrijving, competentierapport en opleidingsprogramma opmaken
opleiden/begeleiden zoals overeengekomen in het opleidingsprogramma; een interne begeleider aanstellen; tijd vrijmaken tijdens de arbeidstijd voor begeleidingsgesprekken; een exemplaar van het arbeidsreglement overhandigen; een arbeidsongevallenverzekering afsluiten tegen ongevallen tijdens de opleiding en op de weg van en naar de opleidingsplaats; een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afsluiten; verplaatsingskosten woon-werkverkeer betalen; 3
de wetgeving respecteren, in het bijzonder aangaande arbeidsveiligheid, welzijn op het werk en privacy; maandelijks, op de laatste werkdag van de maand, prestaties en evaluaties doorgeven (aangewezen via IBO online); facturen (productiviteitskost, tegemoetkoming woon-werkverkeer en administratieve kosten) tijdig betalen aan de VDAB; alle administratieve formaliteiten vervullen om de rechten op tewerkstellingsmaatregelen te vrijwaren; kwaliteitscontrole van de VDAB toelaten.
- Op het eind van IBO
de IBO niet stopzetten zonder overleg met de VDAB; de IBO’er aanwerven met een contract van onbepaalde duur; het document "Kennisgeving einde IBO" ingevuld en ondertekend opsturen naar de IBOconsulent van de VDAB; samen met de IBO-consulent, de verworven competenties certificeren; Dimona aanpassen bij start van de effectieve tewerkstelling.
Wat kost een IBO aan de onderneming? -
-
De IBO is financieel voordelig. Gezien de IBO’er geen werknemer is tijdens de IBO moet de onderneming geen sociale bijdragen aan de RSZ betalen tijdens de IBO-periode. Ook is er geen tussenkomst bij ziekte of andere afwezigheden (uitgezonderd feestdagen). Bovendien telt de IBO-periode als periode van ‘werkloosheid’ effectief mee om te bepalen of de IBO’er in aanmerking komt voor bepaalde tewerkstellingsmaatregelen. De VDAB factureert de werkgever maandelijks een bedrag, te betalen binnen de 30 dagen na factuurdatum. Daarin is als kost opgenomen: opleidingsuren (zowel in het bedrijf als elders, indien de opleiding deel uitmaakt van de IBO) aan productiviteitskost (zie verder); wettelijk betaalde feestdagen aan productiviteitskost; tegemoetkoming verplaatsingskosten; mobiliteitsvergoeding indien sectoraal voorzien; ARAB-vergoedingen indien wettelijk voorzien; 16 euro administratieve kosten per facturatie per IBO’er.
- Hoe wordt de productiviteitskost berekend? De IBO’er krijgt een productiviteitspremie van de VDAB. De premie is een percentage van het verschil tussen het normaal belastbaar loon in het beroep (i.e. het brutoloon –sociale bijdragen werknemer) en de werkloosheidsuitkering of het bestaansminimumvergoeding van de IBO’er. Deze premie is cumuleerbaar met werkloosheidsuitkeringen. De productiviteitspremie wordt niet als loon beschouwd. Bijgevolg worden hierop geen sociale bijdragen (noch werkgevers-, noch werknemersbijdragen) ingehouden. Er wordt wel 11,11% bedrijfsvoorheffing ingehouden. Het percentage stijgt naargelang het einde van de beroepsopleiding nadert:
4
• zesde laatste maand :
75%.
• vijfde laatste maand :
80%;
• vierde laatste maand :
85%;
• derde laatste maand :
90%;
• voorlaatste maand :
95%;
• laatste maand van de opleiding : 100%. Bij een duurtijd van meer dan 6 maanden bedraagt het percentage 100% voor elke bijkomende maand. De VDAB factureert de werkgever maandelijks een bedrag dat overeenstemt met de percentages van het verschil tussen het normale loon in het beroep en de gemiddelde werkloosheidsuitkering. De gemiddelde werkloosheidsuitkering wordt door de Raad van Bestuur van de VDAB vastgelegd. Momenteel is dit bedrag vastgelegd op 23,46 Euro/dag. Via de link www.vdab.be/werkgevers/ibo/ kunt u zelf simulaties maken van de kostprijs van een voltijdse IBO in uw onderneming. Als de IBO’er geen uitkering geniet op grond van werkloosheid, leefloon of financiële maatschappelijke dienstverlening, wordt het bedrag van de productiviteitspremie uitgedrukt als een percentage van het verschil tussen het normale loon van het beroep en een compensatievergoeding. De compensatievergoeding bedraagt 9,60 euro per dag bij een zesdaagse werkweek. De compensatievergoeding wordt betaald door de VDAB en kan worden verminderd met het bedrag van een andere financiële tegemoetkoming, toegekend door de federale of de Vlaamse overheid in het kader van de opleiding. Indien de IBO’er minimaal 18 is en geen werkloosheidsuitkering of bestaansminimumvergoeding geniet, en niet in het bezit is van een diploma of getuigschrift van hoger onderwijs, of ouder is dan 45, ontvangt hij van de RVA een opleidingsuitkering (het bedrag van de opleidingsuitkering stemt overeen met een inschakelingsuitkering en kan dus verschillen naar gelang de gezinssituatie en eventueel de leeftijd). - Verplaatsingskosten De IBO’er heeft recht op tussenkomst in de verplaatsingskosten zoals vastgelegd in een sectorale cao of een bedrijfs-cao of volgens de algemene wettelijke regeling (cao nr. 19) als een dergelijke cao niet bestaat. Ook deze tussenkomst wordt dus door de VDAB aan de IBO’er betaald en gefactureerd aan de werkgever. Indien men een fietsvergoeding wil of moet uitbetalen aan de IBO’er moet deze per mail doorgegeven worden aan
[email protected] (steeds het aantal gereden kilometers meegeven + het bedrag). De fietsvergoeding zal integraal gefactureerd worden aan het bedrijf. Indien de IBO’er een 5
fietsvergoeding uitbetaald krijgt, dient men voor deze dagen geen gewone verplaatsingskosten te betalen tenzij de fietsvergoeding toegekend wordt voor slechts een gedeelte van het traject (vb. woonplaats naar station/bushalte) - Extra’s Als de werkgever iets extra aan de IBO’er wenst te betalen (maaltijdscheques, ecocheques, bedrijfswagen, premies, …), kan dat. De werkgever zal echter zelf de eventuele bedrijfsvoorheffing of sociale lasten op deze extra's moeten inhouden en doorstorten. Deze extra's kunnen niet opgenomen worden in het IBO-contract. Het is dan ook een bijkomende overeenkomst tussen werkgever en cursist. - Voor welke dagen is er geen productiviteitskost? o o o o o o o
ziekte vakantie klein verlet periode arbeidsongevallen gewettigde afwezigheid (weerverlet, tijdelijke werkloosheid in de onderneming, …) ongewettigde afwezigheid collectieve sluiting.
Wat zijn de verplichtingen en engagementen van de VDAB? Tot slot zijn er in de 3-partijenovereenkomst ook verplichtingen voor de VDAB.
Aldus moet de VDAB zich bijv. engageren voor de begeleiding van de onderneming in de opmaak van het plan, maar ook reeds na 2 weken een eerste controle uitoefenen (kwestie van soepele stopzetting mogelijk te maken indien de opleiding misloopt). De VDAB stelt daarom één IBO-consulent aan die gemakkelijk te contacteren is door de onderneming. Die consulent geeft verder ook begeleiding, komt ter plaatse kijken of alles goed gaat en of de IBO’er meewerkt, helpt bij de administratie, … . Hoe als onderneming met een IBO starten? Jobkanaal helpt Nog voor er een kandidaat-IBO’er gevonden is, kan Jobkanaal een werkgever ondersteunen, door: - mee te onderzoeken welk soort IBO er per profiel interessant kan zijn; - bedrijven snel in contact te brengen met de lokale IBO-dienst van de VDAB, voor de opmaak van het opleidingsplan en het contract; - via het netwerk van Jobkanaal IBO-kandidaten te zoeken. Een kandidaat kiezen
6
Bij 90% van de IBO’s komt de vraag vanuit de werkgever die een potentiele kandidaat heeft gevonden die nog net wat tekort schiet voor de beoogde functie. De VDAB kan kandidaten voorstellen, maar zal nooit een kandidaat opleggen. De VDAB contacteren Dit gebeurt via een online aanvraagformulier http://vdab.be/ibo/aanvraag/aanvraag.jsp. De onderneming kan ook naar de dichtstbijzijnde werkwinkel of naar de contactpersoon die het bedrijf al bij de VDAB heeft (account, consulent, …) stappen. Andere mogelijkheid is de gratis servicelijn 0800 30 700. Effectief starten In principe lukt dit steeds binnen de 14 dagen en meestal zelfs binnen de week. Veel hangt af van de snelheid waarmee werk wordt gemaakt van een opleidingsplan en de benodigde gegevens voor de aanvraag. Uitzendarbeid als overbrugging Uitzendarbeid kan eventueel als overbrugging worden gehanteerd met een maximum van 10 werkdagen. Dit heeft een aantal voordelen: de onderneming kan de kandidaat al even testen en aan het werk zien; de kandidaat kan meteen beginnen, …. In dit geval moet u wel goed communiceren omtrent het feit dat de kandidaat-IBO’er als uitzendkracht eerst een volwaardig loon zal ontvangen, waardoor bij de start van de IBO er dan financieel een tijdelijke terugval is. Hoe tewerk gaan bij de voorbereiding? De vacature is het vertrekpunt. Een goede jobomschrijving met een overzicht van de functievereisten en verwachtte compententies zijn noodzakelijk en vormen de basis voor het functie/competentieprofiel. De Jobkanaalconsulenten van Voka kunnen u hierbij advies geven en eventueel doorverwijzen naar dienstverleners voor een intensievere ondersteuning. Een opleidingsplan om de gap (kloof) tussen de benodigde competenties voor de vacature en die van de kandidaat weg te werken wordt opgesteld. De mogelijkheid bestaat tot het inlassen van externe opleidingen. De opleiding in een VDAB Competentiecentrum is bovendien gratis gezien de IBO’er nog het statuut van werkzoekende heeft. Wel moet de productiviteitspremie worden betaald.
7