Energiestroom Lelie
Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant)
Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit September 2007
PPO nr.32 360 355 07
© 2007 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave.
Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak energie Bloembollen (KAVB, PT, LNV, SenterNovem en telers).
Projectnummer: 32 360 355 07
Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, boomkwekerij & Fruit Adres : Prof. Van Slogterenweg 2, Lisse Postbus 85, 2161 DW Lisse Tel. : 0252 – 462 121 Fax : 0252 – 462 100 E-mail :
[email protected] Internet : www.ppo.wur.nl
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
2
Inhoudsopgave pagina
1
SAMENVATTING............................................................................................................................ 5
2
INLEIDING .................................................................................................................................... 7
3
WERKWIJZE.................................................................................................................................. 7
4
RESULTATEN ............................................................................................................................... 8 4.1 Bedrijfsgegevens ................................................................................................................... 8 4.2 Teeltkalender en elektraverbruik ............................................................................................. 9 4.3 Elektraverbruik en productieproces ....................................................................................... 10 4.4 Achtergronden..................................................................................................................... 11
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .............................................................................................. 13
BIJLAGE 1: NUON meetdata ............................................................................................................... 15 BIJLAGE 2: Teeltkalender per Lelie-groep………………………………………………………………………17
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
3
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
4
1
Samenvatting
Volgens recente gegevens is sinds het begin van de jaren 90 het totale elektraverbruik in de lelieteelt sterk toegenomen. Wat hieraan ten grondslag ligt is feitelijk onbekend. Doelstelling van dit onderzoek is het in kaart brengen van de achtergronden van dit toegenomen energieverbruik, zodat er gericht gezocht kan worden naar oplossingen om het energieverbruik te verminderen en de energiekosten te verlagen. Hiertoe zijn van 10 lelieteeltbedrijven bedrijfs- en energiecijfers verzameld. Voor het berekenen van het energieverbruik zijn verschillende methodes toegepast: op alle bedrijven zijn de elektrische machines, hun vermogen en draaiuren bepaald, voor 5 bedrijven werd via NUON Monitoring on-line het energieverbruik bijgehouden, op de andere 5 bedrijven zijn meterstanden bijgehouden en op 2 van deze 5 bedrijven is het elektraverbruik van de verwerkingslijnen gemeten met een zg. ampèretang. Uit de verzamelde bedrijfsgegevens blijkt een grote spreiding in o.a. bedrijfsgrootte, assortiment, rooi- en plantperiode en in mindere mate in opbrengst per hectare. Voor alle bedrijven geldt dat de piekperiode van energieverbruik tussen eind oktober en eind december ligt. Voor de meeste bedrijven is na eind april het energieverbruik sterk afgenomen. De belangrijkste energiepost is het koelen (36%), gevolgd door het energieverbruik van de circulatieventilatoren (21%) en de verdamperventilatoren (19%). Samen vormen deze posten de energiepost voor bewaren (76%). Verwerkingslijnen en heftrucks verbruiken gemiddeld respectievelijk 13% en 7%. Het gemiddelde energieverbruik per m3 leliebollen is 226 kWh (spreiding rond dit gemiddelde = 29%), overeenkomend met omgerekend 7230 kWh/ha (spreiding rond dit gemiddelde = 35%). Het energieverbruik is ruim het dubbele van de schattingen uit 1993. Dit wordt voor een groot deel verklaard uit de toegenomen mechanisatie (verwerkingslijnen, heftrucks en circulatie-ventilatoren in de systeemwand ivm. kuubskisten), maar wijst ook op een onderschatting in 1993. Achtergronden bij de spreiding rond het gemiddelde zijn grote verschillen in bewaarduur per bedrijf (van minimaal 117 dagen tot maximaal 311). Grote verschillen in per m3 bollen ingesteld ventilatorvermogen veroorzaken een grote spreiding in het energieverbruik voor circulatie (79% rond 47 kWh/m3). Andere factoren die deels verantwoordelijk zijn voor verschillen tussen de bedrijven in energieverbruik, zijn het aandeel orientals in het assortiment (hoe groter, hoe minder energieverbruik voor de verwerking) en het aandeel schubbollen (hoe groter, hoe lager het elektraverbruik voor koeling omdat schubbollen een lange periode warm bewaard worden en dus niet gekoeld hoeven te worden). Aanbevelingen uit dit onderzoek zijn dat er op de circulatie relatief flink energie bespaard kan worden door frequentieregeling ipv. de aan/uit-regelingen. Bij een COP = 3 betekent dit dat een derde van de hoeveelheid energie die hiermee bespaard wordt ook nog eens op de koeling wordt bespaard. Om verder op koeling te besparen moet gewerkt worden aan een radicaal ander bewaarsysteem met bijvoorbeeld een rol voor MAP verpakkingen. Koeling met grondwater is alleen mogelijk als op bedrijfsniveau op enig moment in het jaar de opgeslagen warmte uit het grondwater weer onttrokken kan worden. De online energieverbruiksregistratie kan de teler veel inzicht bieden in zijn energieverbruik en een instrument zijn om energieverspilling te voorkomen.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
5
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
6
2
Inleiding
Begin jaren 90 is er door Tebodin ism. DLV een onderzoek uitgevoerd naar het energieverbruik op bloembollenbedrijven. Hieruit kwamen cijfers naar voren van o.m. het gemiddelde energieverbruik per hectare bij de lelieteelt. Deze cijfers worden sindsdien gebruikt als uitgangspunt bij energieberekeningen (bv. de energie-efficiëntie-index), energiebesparingprojecten, etc.. Volgens recentere gegevens uit de EBP-enquête van MJA-e deelnemers, neemt het totale elektraverbruik per hectare (Tabel 1) de laatste jaren sterk toe, en is flink hoger dan de oorspronkelijke schattingen van Tebodin/DLV. Wat hieraan ten grondslag ligt is feitelijk onbekend. Tabel 1: Elektraverbruik lelieteelt Jaar 1993 Bron Tebodin/DLV kWh/ha 3240 n 10 std ? std% ?
1995 2001 EBP-enquete MJA-e 5210 6790 83 84 825 930 15,8% 13,7%
Doelstellingen van dit onderzoek zijn de achtergronden in kaart te brengen van het (toegenomen) elektraverbruik op lelieteeltbedrijven om zo een duidelijk beeld van de energiestromen te krijgen. Hierdoor komen pieken en knelpunten van het energieverbruik in beeld zodat er gericht gezocht kan worden naar oplossingen om het energieverbruik te verminderen en de energiekosten te verlagen.
3
Werkwijze
Door DLV Plant zijn 10 lelieteeltbedrijven geselecteerd op basis van o.a. representativiteit en bereidheid tot medewerking. Na het opstellen en testen van de vragenlijsten zijn deze bedrijven minstens 2 maal bezocht om bedrijfs- en energiegegevens te verzamelen. De gegevens zijn aangeleverd in een gestandaardiseerde excel-file en vervolgens verwerkt in een rekenmodel. De tijdens de verwerking en berekeningen naar voren komende inconsistenties en/of omissies zijn teruggekoppeld en bij de teler zijn de betreffende data geverifieerd en/of aangevuld. Voor het berekenen van het energieverbruik bij de verschillende productieprocessen zijn verschillende methodes om data te verzamelen toegepast: 1)
2)
3) 4)
Op alle bedrijven zijn de in gebruik zijnde elektrische machines en apparaten (bv. pluis- of tellijnen) geïnventariseerd, waarna per machine en apparaat de draaiuren zijn geschat en het vermogen is bepaald. Voor 5 bedrijven is een contract met NUON Monitoring voor elektraverbruiksregistratie aangegaan. Deze meetdata zijn vanaf 1 januari 2006 tot 1 januari 2008 online beschikbaar, o.a. wekelijks in de vorm van het elektraverbruik in kWh per 5 minuten, maandelijks in kWh/dag en jaarlijks in kWh per maand. (Zie Bijlage 1 voor enkele voorbeelden van de mogelijkheden om hiermee processpecifiek energieverbruik te berekenen.) De overige 5 bedrijven hebben gedurende het teeltseizoen meer of minder regelmatig de meterstanden genoteerd. Van deze 5 is op 2 bedrijven het elektraverbruik van verwerkingslijnen gemeten met een zg. ampèretang. Dit bleek omslachtig (omdat er vaak meerdere groepen op één verwerkingslijn waren aangesloten en/of op een van deze groepen ook de koeling zat aangesloten), en niet zonder gevaar.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
7
4
Resultaten
4.1
Bedrijfsgegevens
De verzamelde bedrijfsgegevens, Tabel 2, geven aan dat, zoals gebruikelijk, de variatie over de bedrijven (de spreiding) groot is. Het areaal loopt per bedrijf uiteen van 6,2 tot 98,5 ha en ook de samenstelling van het assortiment verschilt flink. Samenhangend met de variatie in het totale areaal zijn er dan ook grote verschillen in bijvoorbeeld het aantal cellen per bedrijf, het aantal verwerkingslijnen, heftrucks etc.
Tabel 2 : Enkele bedrijfsgegevens van de 10 onderzochte leliebedrijven. eenheid min Totale lelie-areaal per bedrijf ha 6,2 Aziaten ha 0,0 Longiflorums ha 0,0 Orientals ha 3,1 LA ha 0,0 Overige LA ha 0,0 areaal schubbollen % 6% aantal cellen per bedrijf totale celvolume gemiddeld volume/cel totaal zelf verwerkt en bewaard bewaard door derden totaal geproduceerd productie per hectare bewaard per cel celvulling gemiddelde gewogen bewaartemperatuur Gewogen gemiddelde bewaarduur 3 ventilatorvermogen systeemwand per m bollen gemiddelde terugregeling circulatie door aan/uit aantal verwerkgslijnen aantal elektrische heftrucks in gebruik
n 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m /ha 3 m % o C dagen W % n n
2 448 224 132 55 132 21 66 29% 0,7 117 24,2 11% 2,0 1,0
gemiddeld 39,6 6,6 2,9 21,5 7,7 0,8 14%
max 98,5 22,2 10,7 45,6 23,2 3,7 19%
spreiding
7 3020 474 1120 276 1258 35 171 37% 1,0 184 36,0 23% 3,6 3,4
12 6138 1189 2536 524 2536 51 408 47% 1,3 311 59,8 40% 5,0 6,0
60%
78% 100% 132% 74% 107% 158% 32%
63% 68% 67% 80% 64% 28% 61% 15% 22% 31% 34% 51% 30% 50%
De gemiddelde productie ligt op 35 m3/ha en de spreiding is 28%. Dit is bij dit soort onderzoek een normale waarde. De spreiding van de parameters die op het energieverbruik per m3 bollen van invloed zouden kunnen zijn, zoals het volume/cel, de bewaartemperatuur, het ingestelde ventilatorvermogen en de gemiddelde terugregeling van de circulatie en de bewaarduur varieert van 22 tot 68%.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
8
4.2
Teeltkalender en elektraverbruik
De gemiddelde teeltkalender met uiterste datums is samengevat in Figuur 1. Eind oktober wordt gemiddeld met het rooien, spoelen en drogen begonnen en enkele dagen later is begonnen met de verwerking. De met gestreepte balkjes aangegeven uiterste datums verschillen flink van de gemiddelden. Deze variatie wordt voor een deel verklaard door de verschillende leliegroepen: Bedrijven met Longiflorum beginnen gemiddeld in de 1ste week van oktober met rooien, Aziaten worden gemiddeld vanaf half oktober gerooid en Oriëntals tot in de 3de week van december, zie Bijlage 2. Daarnaast spelen ook de verschillen in bedrijfvoering hierbij een rol: Sommige bedrijven met Longiflorums beginnen half september al met oogsten. schubben planten vuilstof verwijderen schubben planten bewaren warmwater, drogen plantgoed sorteren invriezen/verhandeld leverbaar verpakken pluizen, sorteren, tellen rooien,spoelen, drogen 1-sep
1-okt
31-okt
30-nov
31-dec
30-jan
1-mrt
31-mrt
1-mei
31-mei
30-jun
Figuur 1: Gemiddelde teeltkalender met uiterste datums.
In Figuur 2 zijn voor 7 bedrijven het dagelijkse energieverbruik uitgezet, in procenten van het totale jaarverbruik. Voor de bedrijven 1 t/m 5 konden de NUON meetdata gebruikt worden, voor de bedrijven 5 en 0,9% Bedrijf 6 0,8%
Bedrijf 7 Bedrijf 1 Bedrijf 5
0,7%
Dagelijks aandeel elektraverbruik
Bedrijf 3 Bedrijf 2
0,6%
Bedrijf 4 0,5%
0,4%
0,3%
0,2%
0,1%
0,0% 1-5
31-5
30-6
31-7
30-8
29-9
30-10
29-11
29-12
Figuur 2: Dagelijks elektraverbruik (voor bedrijven 1 t/m 5 het 7 daags voortschrijdend gemiddelde)
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
9
29-1
28-2
30-3
30-4
30-5
29-6
6 zijn respectievelijk week- en maandcijfers gebruikt. Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de NUON dagcijfers omgezet in het 7 daags voortschrijdend gemiddelde. In oktober is voor de meeste bedrijven een snelle toename in het energieverbruik te zien, met daarna pieken in november/december: Het verwerken en bewaren is dan in volle gang. Na een dipje rond de kerst is er een 2de vaak lagere piek in januari t/m februari. waarna er in april een snelle afname is. Het “energieseizoen” loopt dus van half oktober tot eind april. Bedrijf 3 heeft duidelijk een nevenactiviteit: vanaf begin juli worden er voor derden tulpen bewaard. In Bijlage 2 laat Figuur 1 voor bedrijf 2 gedurende het energieseizoen het verschil zien tussen het energieverbruik op woensdagen (volledig in bedrijf) en op zondagen (geen verwerking e.d., maar uitsluitend koelen en ventilatoren).
4.3
Elektraverbruik en productieproces
Op basis van V x D (V= Vermogen, bekend en/of geschat uit NUON-meetdata en/of bepaald met de ampèretang; D = aantal draaiuren zoals opgegeven door de teler) is het energieverbruik berekend voor het opladen van de heftrucks, de verwerkingslijnen, verlichting, het drogen, de circulatieventilatoren (gecorrigeerd met de terugregeling dmv. een aan/uit regeling) en de verdamperventilatoren. Vervolgens is het energieverbruik voor het koelen berekend door van het totale energieverbruik in het energieseizoen de som van de met VxD berekende componenten af te trekken. De resultaten zijn samengevat in Tabel 3. Tabel 3: energieverbruikscijfers van de 10 deelnemende bedrijven. eenheid min Elektraverbruik per bedrijf per teeltseizoen kWh 42.609 Elektraverbruik per bedrijf buiten het seizoen kWh ? totaal per bedrijf kWh 42.609 Elektraverbruik per hectare kWh/ha 4.695 Totale elektraverbruik verwerkte en bewaarde bollen Koeling Verdamperventilatoren Circulatieventilatoren Drogen Verlichting Verwerkingslijnen Heftrucks
3
kWh/m 3 kWh/m 3 kWh/m 3 kWh/m 3 kWh/m 3 kWh/m 3 kWh/m 3 kWh/m
146 48 23 11 1 1 15 4
gemiddeld 303.610 84.129 387.739 7.230
max 824.315 200.781 1.025.096 12.547
spreiding
226 82 45 47 3 7 27 15
329 168 73 109 6 11 50 29
29%
69% 84% 78% 35%
43% 37% 79% 60% 52% 50% 50%
Uit het energiestromenonderzoek Tulp & hyacint bleek de VxD-methode (methode A) een onderschatting van het energieverbruik te geven. Dit zou betekenen dat dan het energieverbruik voor bewaren (= koeling + ventilatoren) overschat wordt (E-bewaren = E-seizoen – VxD rest). Een schatting van het energieverbruik voor koelen+ventilatoren bij de 5 bedrijven met NUONregistratie volgens het principe van figuur 1 in Bijlage 1 Tabel 4: Vergelijking schattingsmethoden voor het energieverbruik bij de bewaring (kWh/m3) (methode B) geeft echter (vooral gemiddeld) weinig bedrijf Methode A Methode B Afwijking verschil, Tabel 4. Voor het gemiddelde kWh-verbruik zijn 1 163 167 -2,4% deze cijfers dus een goede schatting. 2 3 4 5 gemiddeld
165 225 280 129 192
190 215 259 138 194
-13,3% 4,7% 8,0% -6,6% -0,8%
In een eerdere modelmatige benadering (PPO 2000, niet gepubliceerd) werd het koelen + verdamperventilatie geschat op 82, de circulatie op 38 en machines e.d. in de schuur op 19 kWh/m3. Koelen + verdamperventilatie ligt in dit onderzoek flink hoger (nl. 127 kWh/m3), circulatie iets hoger (nl. 47 kWh/m3) en machines e.d. in de schuur lijkt meer dan verdubbeld (49 kWh/m3).
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
10
Het gemiddelde energieverbruik per hectare ligt in dit onderzoek met 7230 kWh op ruim het dubbele van de schattingen uit 1993. Dit kan voor een groot deel verklaard worden uit de toegenomen mechanisatie (verwerkingslijnen, heftrucks en circulatie-ventilatoren in de systeemwand ivm. kuubskisten), maar wijst ook op een onderschatting in 1993. 2006 was een extreem warm jaar waardoor de opbrengsten per ha in veel gevallen lager waren dan normaal. Dit zou betekenen dat in normale jaren het energieverbruik per ha hoger ligt. Anderzijds zou dit ook betekenen dat het energieverbruik voor koelen in normale jaren lager ligt. De inschatting is toch dat dit laatste de lagere opbrengsten niet geheel compenseert zodat in normale jaren het gemiddelde enegieverbruik waarschijnlijk boven de 7230 kWh ligt. Op basis van de cijfers uit tabel 3 is de verdeling van het energieverbruik over de verschillende productieprocessen samengevat in figuur 3. Bewaring is verreweg de grootste energiepost.
Verwerkingslijnen 13%
Heftrucks 7%
Koeling 36%
Verlichting 3% Drogen 1%
Circulatieventilatoren 21% Verdamperventilatoren 19% Figuur 3: Verdeling van het elektraverbruik over de verschillende productieprocessen.
4.4
Achtergronden
In tabel 3 staat per energiepost ook de spreiding vermeld. De spreiding in het totale energieverbruik per m3 300
Energieverbruik (kWh/m3)
250
200
150
100
50 Gewogen gemiddelde bewaarduur (dagen) 0 100
150
200
250
300
Figuur 4: Verband bewaarduuur en energieverbruik voor de bewaring.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
11
350
bollen is 29%. De achtergrond in deze spreiding ligt in de spreiding in het energieverbruik van de belangrijkste componenten: bewaring (=koeling + verdamperventilatoren + circulatieventilatoren) en verwerkingslijnen. De (gewogen) gemiddelde bewaarduur blijkt een groot effect op het energieverbruik voor bewaren te hebben, figuur 4. Van verschillen in volume per cel (hoe groter de cel hoe gunstiger de verhouding inhoud oppervlak) en bewaartemperatuur kan met deze data geen effect worden aangetoond. Voor het energieverbruik voor de circulatieventilatoren, bepaald door het ingestelde vermogen (= terugregeling x opgenomen vermogen), zie Figuur 5.
120
Energieverbruik voor circulatie (kWh)/m3
100 80 60 40 20 Ingesteld ventilatorvermogen per m3 bollen (watt) 0 0
5
10
15
20
25
Figuur 5:Verband ingesteld ventilatorvermogen en energieverbruik voor circulatie.
Achtergronden bij verschillen in het energieverbruik voor de verwerking zijn niet eenduidig. Er is een lichte trend dat naarmate het aandeel Oriental-lelies groter is, het energieverbruik voor verwerking kleiner is, figuur 6. Stengeljong en wortelmassa is bij Orientals veel minder dan bij de overige lelie-groepen. Ook is er een trend dat naarmate het aandeel schubbollen in het areaal groter is het energieverbruik voor bewaren lager is, figuur 7. Schubben worden warm bewaard (10 weken 23 oC, dan 4 weken 17oC en vervolgens 8 tot 10 weken op 5oC). Dit kost in vergelijking met permanent gekoeld bewaren op temperaturen rond de 0 oC veel minder elektrische energie.
300 Energieverbruik voor bewaring (kWh/m3)
Energieverbruik voor verwerking (kWh/m3)
100
80
60
40
20 Percentage Orientals-lelies 20%
40%
60%
80%
100%
120%
Figuur 6: Verband aandeel Oriental-lelies en energieverbruik voor verwerking
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
200 150 100 50 Percentage schubbolen
0
0 0%
250
0%
5%
10%
Figuur 7: Verband aandeel schubbollen en energieverbruik voor bewaring
12
15%
20%
5
Conclusies en aanbevelingen
Uit de resultaten van dit onderzoek kunnen de volgende conclusies en aanbevelingen worden afgeleid: Conclusies: • Het gemiddelde energie(elektra)verbruik in 2006 was 226 kWh/m3 leliebollen, de spreiding rond dit gemiddelde = 29%. • Dit komt overeen met gemiddeld 7230 kWh per ha, de spreiding rond dit gemiddelde = 35%. • Het energieverbruik is ruim het dubbele van de schattingen uit 1993. • Dit wordt voor een groot deel verklaard uit de toegenomen mechanisatie (verwerkingslijnen, heftrucks en circulatie-ventilatoren in de systeemwand ivm. kuubskisten), maar wijst ook op een onderschatting in 1993. • Koeling + verdamperventilatie is verreweg de grootste energiepost. • Hoe langer de bewaarduur hoe groter deze kostenpost wordt. • De circulatie is goed voor 20% van het energieverbruik. • Daar de spreiding in het energieverbruik voor circulatie erg groot is (79%), het geïnstalleerd vermogen van de circulatieventilatoren varieert van 24,2 tot 59,8 Watt/m3, en terugregeling van de circulatie uitsluitend door een aan/uitregeling gerealiseerd wordt, kan het energieverbruik voor circulatie flink worden teruggedrongen. • Het terugdringen van het energieverbruik voor circulatie zal ook het energieverbruik voor de koeling terugdringen. Immers, de warmte die vrijkomt bij circulatie (en dat is uiteindelijk 100% van het energieverbruik voor circulatie) moet afgevoerd worden via het koelsysteem. Met een COP = 3 zal met een vermindering van de circulatie-energie van bijvoorbeeld 60% nog eens een derde van die hoeveelheid energievermindering op mindering van de koeling komen. Andere factoren die deels verantwoordelijk zijn voor verschillen tussen de bedrijven in energieverbruik, zijn • het aandeel orientals in het assortiment (hoe groter, hoe minder energieverbruik voor de verwerking) en het aandeel schubbollen (hoe groter, hoe lager het elektraverbruik voor koeling omdat schubbollen een lange periode warm bewaard worden en dus niet gekoeld hoeven te worden).
• •
Of op de verwerking nog energiebesparing mogelijk is valt op basis van dit onderzoek niet te bepalen. De online NUON-meetdataregistratie biedt de teler veel inzicht in zijn energieverbruik en kan een instrument zijn om energieverspilling te voorkomen.
Aanbevelingen: • Bij jaarrondbewaring is het koelen mbv. grondwatertemperatuur mogelijk een rendabele vorm van energiebesparing, mits op enig moment in het jaar deze warmte uit het grondwater weer onttrokken kan worden. • Daar de mogelijkheden om op koeling te besparen beperkt zijn (de cellen zijn vml. al wel goed geïsoleerd, de bewaartemperatuur kan niet verder omhoog, etc.) moet gedacht worden aan een radicaal ander bewaarsysteem voor leliebollen: ontwikkelingen in die richting met MAP-verpakking (en eventueel coatings) maken een dergelijke systeeminnovatie in de toekomst misschien mogelijk. • Het terugdringen van het energieveruik voor de circulatie kan gerealiseerd worden door eerst de minimale circulatie te bepalen en vervolgens door deze te realiseren dmv. van frequentieregeling. • On-line uitleesbare energieregistratie is een aanbevolen instrument om onnodig energieverbruik te voorkomen.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
13
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
14
Bijlage 1: NUON Meetdata
Op de website http://www.meetdata.nl/home.php van NUON kunnen voor 5 van de deelnemende leliebedrijven de elktraverbruikscijfers uitgelezen worden, o.a. wekelijks of dagelijks in de vorm van het elektraverbruik in kWh per 5 minuten, maandelijks in kWh/dag en jaarlijks in kWh per maand. De verbruikscijfers per dag lenen zich er o.a. voor om voor het “energieseizoen” van begin oktober tot eind april te bepalen wat het verbruik is wanneer alles volledig in bedrijf is (op woensdag) en wanneer alleen de bewaarcellen (koeling, verdamperventilatie en circulatie) in bedrijf zijn (op zondag), Figuur 1.
3000
elektraverbruik op zondag
Elektraverbruik per dag (kWh)
2500
elektraverbuik op woensdag
2000
1500
1000
500
0 1-8
31-8
30-9
30-10
30-11
30-12
29-1
1-3
31-3
30-4
31-5
30-6
Figuur 1: Dagelijks elektraverbruik door de week en op zondag op bedrijf 2 van augustus tot mei.
Een andere mogelijkheid wordt gedemonstreerd door Figuur 2. In deze figuur is het energieverbruik per 5 minuten (voortschrijdend gemiddelde per kwartier) uitgezet voor de woensdag in week 46 en voor de zondag. Tot 07.00 uur is het stroomverbruik (voor koelen, verdamperventilatie en circulatie) ongeveer gelijk, op woensdag worden dan op dat tijdstip de verwerkingslijnen opgestart. Duidelijk is te zien dat er omstreeks 09.00 uur, 12.30 uur en 15.00 uur gepauzeerd wordt. Om ongeveer 18.00 uur worden de machines uitgezet en wordt er opgeruimd. Vanaf ± 19.00 worden de heftrucks opgeladen tot de accu’s tussen 0.00 en 02.00 uur vol zijn. Door precies te noteren welke werkzaamheden op welk tijdstip worden uitgevoerd krijgt de teler een goed inzicht in het stroomverbruik van de verschillende activiteiten.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
15
14,0
elektraverbruik op woensdag 12,0
elektraverbruik (kWh per 5 minuten)
Elektraverbruik op zondag
10,0
8,0
6,0
4,0
2,0
0,0 0:00
2:00
4:00
6:00
8:00
10:00
12:00
14:00
16:00
Figuur 2: Elektraverbruik per 5 minuten op een woensdag en een zondag (week 46), bedrijf 1.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
16
18:00
20:00
22:00
0:00
Bijlage 2: Gemiddelde teeltkalender per Lelie-groep
Orientals schubben planten vuilstof verwijderen schubben planten bewaren warmwater, drogen plantgoed sorteren invriezen/verhandeld leverbaar verpakken pluizen, sorteren, tellen rooien,spoelen, drogen 1-sep
1-okt
31-okt
30-nov
31-dec
30-jan
1-mrt
1-apr
1-mei
31-okt
30-nov
31-dec
30-jan
1-mrt
1-apr
1-mei
Aziaten schubben planten vuilstof verwijderen schubben planten bewaren plantgoed warmwater, drogen plantgoed sorteren invriezen/verhandeld leverbaar verpakken pluizen, sorteren, tellen rooien,spoelen, drogen
1-sep
1-okt
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
17
LA schubben planten vuilstof verwijderen schubben planten bewaren warmwater, drogen plantgoed sorteren invriezen/verhandeld leverbaar verpakken pluizen, sorteren, tellen rooien,spoelen, drogen 1-sep
1-okt
31-okt
30-nov
31-dec
30-jan
1-mrt
1-apr
1-mei
Longiflorums schubben planten vuilstof verwijderen schubben planten bewaren warmwater, drogen plantgoed sorteren invriezen/verhandeld leverbaar verpakken pluizen, sorteren, tellen rooien,spoelen, drogen 1-sep
1-okt
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
31-okt
30-nov
18
31-dec
30-jan
1-mrt
1-apr
1-mei