KLIMAATWIJKEN 2009-2010
Energiemeesterhandleiding voor professionele energiemeesters
[1] Wat zijn Klimaatwijken? Wat? Een Klimaatwijk is een groep van ongeveer 15 gezinnen die op uitdaging van het gemeentebestuur, het OCMW of een huisvestingsmaatschappij acht procent energie probeert te besparen in zes maanden. Om de weddenschap te halen, zal ieder gezin individueel in eigen huis besparen op het elektriciteit- en het gasverbruik.
Hoe doen we dat? Elke groep heeft één of meerdere energiemeesters. Dit zijn werknemers van de organiserende OCMW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen, gemeente of van welzijnsorganisaties. Een energiemeester doet rond energie wat een compostmeester doet rond compost: hij adviseert je hoe je thuis energie kan besparen. De energiemeester heeft enkele precieze taken: − hij/zij begeleidt de groep en adviseert over energiebesparing − hij/zij legt de hulpmiddelen van de campagne uit aan de gezinnen − via huisbezoeken of door de groep samen te brengen geeft de energiemeester zijn tips door aan de deelnemers − hij/zij is ten slotte ook verantwoordelijk voor de opname van de meterstanden bij de deelnemers. In het laatste hoofdstuk wordt dit in detail beschreven. − De deelnemers kunnen steeds bij de energiemeester terecht met vragen rond de campagne. De besparingen van klimaatwijken worden berekend op basis van werkelijke meterstanden. Meterstanden liegen niet. BBL moet die meterstanden hebben. Daarom worden meterstanden ingevuld op een website, www.klimaatwijken.be. De energiemeester is verantwoordelijk voor de meterstanden van de deelnemers op de site. De energiemeester vult de meterstanden in. Over hoe meterstanden invullen op de website, lees je meer in hoofdstuk 2.
Waarom organiseren we klimaatwijken? Je kan natuurlijk in je eentje thuis energie besparen, maar het is leuker én interessanter om het in groep te doen. Zo sta je er niet alleen voor; je kan je energieverbruik vergelijken met anderen en kan tips en ervaringen uitwisselen. De verbranding van fossiele brandstoffen (zoals gas, steenkool en olie) om warmte en elektriciteit te produceren, stoot, naast andere vervuilende gassen, CO2 (koolstofdioxide) uit. CO2 is één van de zogenaamde broeikasgassen. We stoten in vergelijking met vroeger veel meer broeikasgassen uit zodat het normale broeikaseffect uit de hand loopt (zonder het ‘normale’ broeikaseffect zou het ijzig koud zijn op aarde). Wetenschappers spreken van een versterkt broeikaseffect. Dat veroorzaakt klimaatveranderingen zoals stijging van temperaturen, smelten van poolkappen en gletsjers... Door dus minder energie te verbruiken, zorgen we ervoor dat er minder CO2-uitstoot is en helpen we mee de klimaatveranderingen tegen te gaan.
Maar hoeveel verbruikt nu eigenlijk de gemiddelde Vlaming? Het verbruik van een doorsnee gezin is 2.200 kWh elektriciteit overdag en 1.300 kWh ’s nachts. Dit kost het gezin ongeveer EUR 500 aan elektriciteit. Voor gas ziet het er als volgt uit: 23.260 kWh of ongeveer 2300 m³ gas. Dit kost EUR 1.100 op jaarbasis. De totale energiefactuur van een ‘gemiddelde’ Vlaming is dus ongeveer EUR 1600 per jaar. Bovendien ziet het er niet naar uit dat dit zal dalen. Uit MIRA-T (het milieurapport van Vlaanderen) blijkt dat het energieverbruik per persoon nog steeds stijgt ten opzichte van 1990. Enkel Finnen verbruiken per persoon meer energie in Europa, maar daar is het dan ook een pak kouder.
Waarom net acht procent energie besparen? In 1997 werd er in Kyoto (Japan) een internationale afspraak gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen door de industrielanden te verminderen. De Europese Unie wil haar uitstoot met 8 % verminderen in de periode 2008-2012 ten opzichte van 1990. België heeft onderhandeld om met 7,5% te verminderen. Wij volgen dus de Europese ambitie. Deze campagne wil hiertoe een bijdrage leveren en wil vooral aantonen dat alle beetjes helpen. Het is daarom de bedoeling om minstens acht procent te besparen in een beperkte periode.
Wie doet er allemaal mee? Gezinnen: de deelnemers van jouw klimaatwijk ongeveer 15 gezinnen per groep zoeken naar de energie afrekening van vorig jaar noteren meterstanden van gas en elektriciteit, geven deze door aan de energiemeester krijgen besparingstips van de energiemeester vullen in het begin een doe-het-zelf energie test in De energiemeester De ervaring met klimaatwijken leert dat een energiemeester de sleutel is tot succes. Een energiemeester die regelmatig contact houdt met de deelnemers stuwt de wijk naar de acht procent. Het werkt helaas ook omgekeerd. Laat de energiemeester het afweten, dan heeft de groep het gevoel dat niemand zich nog met hen bezig houdt. De -
provincie eindverantwoordelijke en aanspreekpunt in je regio ondersteuning van het lokaal georganiseerd slotmoment gastheer van de energiemeester bijeenkomsten gastheer van stuurgroepen (voor planning van het verdere verloop van de campagne)
De -
gemeente, OCMW of sociale huisvestingsmaatschappij gaat de weddenschap aan met haar inwoners of cliënten zoekt wijken en duidt energiemeesters aan gastheer van startmoment, energieborrel en slotmoment
BBL, Dialoog en Ecolife maken alle hulpmaterialen organiseren en plannen samen de campagne met de provincie en gemeente leiden de energiemeester op zijn helpdesk voor de energiemeester (zie hoofdstuk 4: nuttige contacten)
-
berekenen de besparing zijn eindverantwoordelijke van het project op Vlaams niveau
De netbeheerder -
zorgt voor een tussentijds aanmoedigingspakket voor de deelnemende gezinnen
ABLLO vzw ondersteunt de klimaatwijk campagne in het Waasland verzorgt startmomenten en energieborrels in het Waasland geeft op aanvraag een sessie ‘energiezuinig huishouden’ geeft de wokshops van Ecolife in het Waasland
Een kalender van de campagne: wanneer vindt wat plaats? juni-september oktober oktober
1 november november-april
25 december 31 december 1 januari Begin februari
30 april begin juni
De lokale organisatie begint te zoeken naar groepen en energiemeesters. Opleiding van de energiemeesters Startmoment: dat is een bijeenkomst met alle Klimaatwijken. Alle uitleg van de klimaatwijken wordt gegeven aan de deelnemers. Op een receptie achteraf kunnen er al ideeën worden uitgewisseld. De eerste opname van de meterstand! Niet vroeger, niet later. Deelnemers beginnen met het wekelijks noteren van de meterstanden op een meterkaart. Ze doen dat best op een vast tijdstip in de week, zodat het een gewoonte wordt. Deelnemers zoeken naar de eindfactuur van vorig jaar en vullen hun doe-hetzelf energie audit in. Energiemeesters gaan naar energiemeesterbijeenkomsten, geven meterstanden in op het internet, begeleiden de groep. KERSTMIS Vraag ook deze meterstand op aan je deelnemers. NIEUWJAAR Energieborrels in elke gemeente: een bijeenkomst zoals het startmoment, maar ditmaal worden de tussentijdse resultaten besproken. Ideaal moment voor een kleine evaluatie tot nu toe. Laatste meterstand: niet vroeger, niet later. Feest: slotmoment van de klimaatwijken met resultaten en prijzen
[2] Campagnemiddelen 1. De meterkaart voor gezinnen Doel Om te vermijden dat de meterstanden van elektriciteit en gas terecht komen op kleine papiertjes die niet meer worden terug gevonden, of achteloos bij het oud papier belanden, is er de meterkaart voor gezinnen. Op de meterkaart kan elk gezin overzichtelijk de meterstanden invullen. Het is de bedoeling dat gezinnen wekelijks meterstanden bijhouden. Alleen al het bijhouden van de meterstanden zorgt er voor dat mensen hun verbruik beginnen te onderzoeken. Gezinnen kiezen best een vast tijdstip om de meterstanden te noteren, zodat het een gewoonte wordt. Op twee data moeten vast en zeker de meterstanden genoteerd worden: op 1 november 2009 en 30 april 2010. Als energiemeester heb je niet al die wekelijkse meterstanden nodig. Je mag de meterstanden wekelijks invullen op de website, maar het hoeft niet. Vul de meterstanden wel maandelijks in.
Wat staat er op de meterkaart? Ze is onderverdeeld in 2 bladzijden. De eerste bladzijde vraagt om algemene gegevens. Op de tweede bladzijde komen de meterstanden. De eerste bladzijde Op het eerste blad vullen de gezinnen hun adres in. Bij ‘opmerkingen’ schrijven ze allerlei zaken die verschillend zijn ten opzichte van de laatste eindafrekening. Bijvoorbeeld een verhuis, meer of minder personen in huis of een verandering in woonoppervlakte, belangrijke aankopen. Deze zaken zijn belangrijk voor ons om het besparingsresultaat juist te interpreteren. Ook wijzigingen die tijdens de meetperiode gebeuren, vermelden gezinnen hier. Gezinnen vullen ook in met welke brandstof ze verwarmen, warm water maken en koken. Het kan ook gebeuren dat gezinnen en aardgas en elektriciteit gebruiken om te verwarmen. Ze vullen dan gewoon één van beide in voor verwarming. Voor een correct resultaat noteren ze bij de opmerkingen dus dat ze en elektriciteit en aardgas gebruiken voor de verwarming. Wij zorgen dan wel voor de nodige wijzigingen in de berekeningen. Als laatste op deze pagina worden de verbruikscijfers van het voorbije jaar ingevuld. Hiervoor moeten gezinnen hun laatste eindfactuur opzoeken. Hebben ze die niet meer, laat ze dan hun distributienetbeheerder contacteren. De referentiegegevens moeten minimum 9 maanden omvatten en een winter. Men kan tot drie jaar terug gaan. Om te weten wie je distributienetbeheerder is, kan je bellen naar 1700 (gratis). Sinds 1 september kom je via dit telefoonnummer terecht bij de VREG. Je vindt je distributienetbeheerder ook terug op de energiefacturen of via de website www.vreg.be (postcode invoeren). Let op! De referentiegegevens moeten minimum 9 maanden omvatten en een winter. Men kan tot drie jaar terug gaan.
De tweede bladzijde Op de tweede bladzijde komen de meterstanden met de bijhorende datum.
TIP: vul voor elke deelnemend gezin een eigen meterkaart in. Zo raken de basisgegevens nooit verloren.
2. De website www.klimaatwijken.be Deze site is er in de eerste plaats voor energiemeesters. Op deze site hebben de energiemeesters een overzicht van alle gegevens van hun deelnemers: meterstanden, besparingscijfers, algemene data. Energiemeesters hebben de eindverantwoordelijkheid over alle gegevens van hun wijk.
Dankzij deze site kan je de gezinnen op de hoogte houden van hun besparingen. Hou er rekening mee dat we de berekeningen elke maand aanpassen aan de buitentemperaturen. Een strenge of zachte winter, het maakt veel uit voor de berekeningen. Die gegevens over de buitentemperaturen, de zogenaamde ‘graaddagen’ krijgen we pas in het begin van elke maand, vandaar een maandelijkse correctie op de besparingen. De site is open vanaf 1 november. Hieronder vind je een leidraad hoe je als energiemeester de website invult. Registratie van de energiemeester. 1. Surf naar www.klimaatwijken.be 2. Klik op energiemeester 3. Vul het formulier volledig in. Vul je e-mailadres goed in, bij een fout in het emailadres, krijg je namelijk geen bevestigingsmail. 4. Klik op registreer 5. Nu moet je wachten tot je een wachtwoord krijgt. Dit krijg je via je mailbox. Dit kan even duren. Je klikt op de link die in het bevestigingsbericht staat en je registratie is bevestigd. Klik op Log in en je kan een klimaatwijk aanmaken.
Klimaatwijk aanmaken 1. Als je ingelogd bent, krijg je onderstaand scherm: Je gegevens. Als je iets wil veranderen (je wachtwoord bijvoorbeeld) aan je persoonlijke gegevens, klik daarna steeds op bewaar. 2. Klik op je klimaatwijken. Hier zie je steeds al de klimaatwijken waar jij energiemeester voor bent.
3. Klik op geef details in voor een nieuwe wijk of maak een nieuwe wijk aan
4. Je vult alles in en geeft ook de distributeur voor aardgas in. Die staat op de eindafrekening van vorig jaar. Duid ook aan dat je een “klimaat op maat” wijk bent. Dit zijn wijken met professionele energiemeesters met als doelgroep kansarmen. Duid ook aan of je als energiemeester zelf lid bent van deze week of niet.
5. Klik op bewaar. Wacht tot BBL de wijk op actief heeft gezet. Dat kan één à twee dagen duren. Je krijgt een e-mail met het bericht dat je wijk op actief staat. Vanaf dan staat deze wijk in je lijstje klimaatwijken
6. Klik op de link in het bericht, vul je e-mailadres en wachtwoord in en je komt terecht op je gegevens. Klik op je klimaatwijken en daarna op naam van je pas aangemaakte wijk.
Gezinnen toevoegen 1. Klik op het icoontje naast nieuw gezin onderaan de pagina van je klimaatwijk 2. Vul alle gegevens in, zet op actief. Klik de vakjes aan die van toepassing zijn (verhuisd, kindje bijgekomen, …). Het vak opmerkingen is ook verplicht!, vul gewoon “niets” in als er geen opmerkingen zijn. 3. Pas op: Wanneer je een gezin toevoegt en het e-mail adres ervan invult, zal ineens een mail gestuurd worden naar dit gezin met de mededeling dat ze toegevoegd zijn door jou samen met hun login-gegevens. Vanaf nu kan dat gezin zelf meterstanden toevoegen. Wanneer je een gezin wil toevoegen ZONDER een e-mail adres in te vullen, zal je gewaarschuwd worden dat je de meterstanden dan zelf zal moeten invullen. 4. Klik op bewaar
Wanneer een gezin zich zelf op de site registreert, staat het standaard inactief. Er wordt een mail gestuurd naar de energiemeester van de wijk. Pas als de energiemeester de deelname van dit gezin bevestigt voor deze specifieke wijk, worden ze “actief”. In het andere geval verwijst de energiemeester dit gezin door naar de juiste wijk.
Meterstanden toevoegen 1. Klik op meterstanden (icoontje rechts van de deelnemer zijn naam wijkoverzicht)
in het
2. Je komt op een pagina waarop je eerst de referentiegegevens moet invullen. Dat zijn de getallen op de eindafrekening van vorig jaar. Klik nadien op bewaar. Zolang er geen referentiegegevens zijn ingevuld wordt de huidige besparing berekend ten opzichte van een voorbeeld gemiddeld referentieverbruik. Dit voorbeeld referentieverbruik wordt bepaald door het aantal gezinsleden en de soort woning. (de gezinnen die werken met dergelijk voorbeeld referentieverbruik, tellen nog niet mee in het totaal van de klimaatwijk).
3. Nu kan je ook de actuele meterstanden ingeven, de verbruiksgegevens. 4. Neem als eerste datum 1 november. Vanaf de tweede lijn berekent de website een besparing ten opzichte van de eerste meterstand. Groen betekent besparing. Rood betekent een meerverbruik. De berekening gebeurt steeds met de eerste en de laatste meterstanden. Klik na ingeven steeds op bewaar. 5. Voor een overzicht van je wijk, klik op de naam van je klimaatwijk bovenaan. 6. Voor het ingeven van een tweede gezin ga je opnieuw naar de details van je klimaatwijk. Daar kan je op dezelfde manier een tweede gezin toevoegen.
Enkele belangrijke zaken Soms kunnen gezinnen niet opgenomen worden in het eindresultaat van de wijk. Dit om de juistheid van de cijfers te garanderen en de weddenschap eerlijk te houden. De gezinnen krijgen natuurlijk wel hun persoonlijk resultaat maar zullen niet opgenomen worden in het totale resultaat van hun wijk. Basisregels: De referentieperiode moet minstens 9 maanden bedragen en een winter omvatten De referentieperiode mag niet meer dan 3 jaar geleden zijn Iedereen moet minstens 5 maanden zijn meterstanden noteren om opgenomen te worden in het eindresultaat. Zaken waarom een gezin niet kan opgenomen worden in het eindresultaat van de wijk: Er zijn inwoners bijgekomen of weggegaan en dit heeft het energieverbruik sterk beïnvloedt. Ze hebben geen 5 maanden hun meterstanden bijgehouden voor alle energiebronnen Andere mogelijkheden: Ze hebben grote werken laten uitvoeren voor de start van de campagne (isoleren dak, nieuwe ramen plaatsen,…) Ze hebben een nieuwe boiler laten instaleren Ze hebben een nieuwe verwarmingsinstallatie geplaatst Ze hebben zware renovatiewerken uitgevoerd of een deel van het huis herbouwd Ze hebben de grootte van het huis aangepast Als energiemeester bepaal je welke gezinnen al dan niet inactief worden gezet, en je heeft de reden hiervoor duidelijk op bij “opmerkingen” op de website. Halverwege de campagne volgt een controle waarop de zaken nog aangepast kunnen worden. Daarna ligt dit vast voor de eindresultaten! Gezinnen in maart inactief zetten om het wijkresultaat alsnog gunstig te laten zijn, kan dus niet.
3. De doe-het-zelf energie audit Doel Deze doe-het-zelf energietest helpt gezinnen om de weddenschap te halen. De audit wordt door de gezinnen bij het begin van de campagne ingevuld. Op die manier heeft iedereen een idee hoe hij/zij er voor staat. Gebruiksaanwijzing De vragen zijn opgedeeld volgens de toepassing waar de energie naartoe gaat: isoleren en ventileren, verwarmen, warm water, de keuken en elektriciteit. De score per vraag duidt op hoeveel energie je kan besparen als je het goed doet: 3 punten als maximum betekent een grote energiebesparing, 2 punten als maximum is een kleinere energiebesparing. Aan elke vraag is een tip verbonden. Als je de tips toepast tijdens de meetcampagne, kan je je score voor die vraag verhogen (en heb je uiteraard meer kans om met je wijk de weddenschap te winnen). Hoe bereken je nu je score? Eerst tel je al jouw punten op. Daarna deel je dit door de maximumscore die je op deze vragen kan hebben. Vermenigvuldig daarna met honderd en zo kom je aan jouw percentage en kan je zien in welke categorie je valt: energiemaster, energiebewust of energiegroentje. Is er een bepaalde vraag niet van toepassing (bijvoorbeeld je hebt geen verwarmingsketel), dan kan je al die vragen natuurlijk niet beantwoorden. Pas dan gewoon je maximumscore (totaalscore) aan door de maximumscore van die vraag af te trekken van het de totaalscore. Je vult best de energie-audit samen met het gezin in tijdens een huisbezoek. Zo kan je onmiddellijk ter plaatse zien wat er kan verbeterd worden en waar het gezin reeds goed bezig is. Daarna kan je samen berekenen wat de score van dit gezin is. Je kan natuurlijk ook de verschillende gezinnen uit jouw groep samenbrengen (vb bij iemand thuis) en samen de vragen en tips overlopen aan de hand van voorbeelden en daarna samen de score berekenen.
4. De energiemeter Je kan als energiemeester gebruik maken van een energiemeter. Deze kan je meenemen op je huisbezoek om zo de grootste energieslokoppen van je gezinnen te weten te komen. Je kan ook je gezinnen samenroepen bij iemand thuis en met de energiemeter tonen hoeveel een ijskast, een televisie in stand-by, een staande lamp, enz… verbruikt. De meter gebruiken Hoe beginnen? Steek de stekker van de meter in het stopcontact. Steek nu de stekker van de verbruiker (het huishoudtoestel bijvoorbeeld) in het stopcontact van het meettoestel en schakel het aan. De bijhorende meetwaarde wordt voortdurend geregistreerd en op een scherm weergegeven. Het tarief is momenteel vastgelegd op 0,16 €, maar is uiteraard louter indicatief en afhankelijk van je energieleverancier. Raadpleeg de uitvoerige handleiding alvorens te meten. Hoe kunnen gezinnen de meetresultaten vergelijken Met energiezuinige toestellen.
In onderstaande tabel staan verbruikscijfers van de meest energiezuinige toestellen. Bekijk onderstaande tabel en zie per toestel hoe lang je moet meten: per droogbeurt bvb. of per 24 uur. Als je gedaan hebt met meten, vergelijk je de waarde op de display van je meter met de waarde in de tabel. Heb je een hogere waarde gemeten, dan is je toestel niet bepaald energiezuinig.
Toestel
Referentietype
Verbruikseenheid
Gemiddeld verbruik
Computer Diepvries <200l Diepvries >200l Vrieskoffer 200l Vrieskoffer >200l Droogkast (1) Droogkast (2) Koelkast (3) Koelkast (4) Koelkast (5) Microgolfoven Oven Stofzuiger Televisietoestel TV in ‘stand by’ Vaatwasmachine Boiler +/- 100 liter Boiler > 200 liter Wasmachine (5 kg)
40 watt A+ - label A+ - label A+ - label A+ - label A - label C - label A+ - label A+ - label A+ - label 800 watt 1 500 watt 2.000 watt 40 watt 40 watt A - label (goed geïsoleerd) (goed geïsoleerd) A - label
verbruik per 24 uur verbruik per 24 uur verbruik per 24 uur verbruik per 24 uur verbruik per 24 uur per droogbeurt per droogbeurt verbruik per 24 uur verbruik per 24 uur verbruik per 24 uur verbruik per uur verbruik per uur verbruik per uur verbruik per 24 uur verbruik per 24 uur per afwasbeurt 65°C verbruik per 24 uur verbruik per 24 uur per wasbeurt op 60°C
0,96 0,53 0,67 0,50 0,60 2,50 3,00 0,30 0,34 0,41 0,80 1,50 2,00 0,96 0,14 1,10 1,26 3,40 0,95
kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh kWh
(1) met condensatie (2) met luchtafvoer (3) zonder vriesvak tot 150 liter inhoud (4) zonder vriesvak tot 350 liter inhoud (5) met klein vriesvak Met gemiddelde waarden De gegevens die je in onderstaande tabellen vindt, zijn gemiddelde verbruiken uit verschillende onderzoeken. Soms staat er bij hoeveel keer het toestel gebruikt is, soms niet. Je kan dan ook de gegevens wijzigen naargelang je het toestel meer of minder verbruikt: 250kWh verbruik voor 4 wasbeurten wordt 312,5 kWh voor 5 wasbeurten. Het verbruik van het toestel is afhankelijk van verschillende factoren: hoeveel wordt het gebruikt, hoe groot is het vermogen, waar is het toestel opgesteld, enzovoort. Daarom zijn de cijfers een aanwijzing voor het gemiddeld verbruik van een toestel. apparaten
gemiddeld verbruik in kWh
grote verbruikers CV was (4/week) ijskast diepvries kookplaat
250 250 280 420 450
oven microgolf vaatwas (1/dag) TV verlichting kleine verbruikers koffie Video stereo strijk
130 130 360 130 425 70 60 80 40
1. Kijk eerst welke grote verbruikers in jouw huis staan. Om snel te weten welke toestellen je portemonnee leegzuigen, volstaat het om na enkele uren het aantal kWh af te lezen op je energiemeter. − Voor toestellen die dagelijks ongeveer hetzelfde verbruiken, meet je 1 dag met de energiemeter (diepvriezer, koelkast,…). − Voor toestellen die een onregelmatig verbruik hebben (bijvoorbeeld een oven), kan je overwegen om gedurende een week het verbruik te meten. 2. Na de meting vermenigvuldig je het resultaat met 365 dagen (diepvriezer of koelkast) of 52 weken (oven), je vergelijkt dit totaal met de gemiddelde waarden. 3. Pas de tips toe! Meet opnieuw en bespaar.
Eenheden van energie P (vermogen) is uitgedrukt in Watt. Een gloeilamp is bijvoorbeeld 60 W (Watt), de overeenkomstige spaarlamp is 11 W. Voor grotere toestellen wordt het vermogen in kiloWatt (= 1000 Watt) uitgedrukt. Als een gloeilamp van 60 W 1 uur brandt, dan verbruikt de lamp 60Wh. Brandt ze twee uur, dan verbruikt ze 60 * 2= 120 Wh. Na 100 uur heeft de lamp 6000 Wh (Watturen) verbruikt. Dat is hetzelfde als 6 kWh (kilowatturen). Interessant om weten: 1m³ aardgas is ongeveer 10kWh energie, is ook ongeveer gelijk aan 1 l stookolie.
Een rekenvoorbeeld We hebben het verbruik gemeten van een diepvriezer (koffermodel D63 x B120 x H 88, vermogen is 104 Watt) met een vrij dikke wand. Als we de diepvriezer niet open doen, zal de motor niet continu draaien om te koelen: slechts om de 30 minuten afgewisseld met 40 minuten rust (dat wil zeggen dat de diepvriezer 30 van de 70 minuten werkt). - Na een meting gedurende 24h verwachten we een totaal verbruik van 24 h* 30/70 *104 Watt = 1,07 kWh of 1070Wh. Dit getal lezen we af op de meter. - Over een gans jaar is dat 390 kWh=365 dagen*1,07 kWh. Ter referentie : een gelijkaardig toestel met energielabel A+ zou ongeveer 120 kWh per jaar verbruiken. Dat is een verschil van 270 kWh. Laten we dit verschil nu in geld uitdrukken. Prijs kWh dagtarief = 0,155 € (incl BTW) Prijs kWh nachttarief = 0,0756 € (incl BTW) We nemen aan dat het nachttarief gedurende negen uren per dag geldt. 270 kWh (het verschil in verbruik tussen onze diepvriezer en een energiezuinige diepvriezer)* [0,155 * 15 uur/24 uur (dag)+ 0,0756 * 9 uur/24 uur (nacht)] = 155 * 0,125 = 33,8 € m.a.w. mijn diepvriezer kost me jaarlijks 34 € meer aan verbruik dan het A+ label.
Maken we nu de vergelijking met een diepvriezer van eenzelfde verbruik als in ons voorbeeld maar ditmaal zonder dikke wand en dus continu 24 uren aan een stuk draait. We moeten ons dan zelfs de bedenking maken dat deze de gewenste vriestemperatuur waarschijnlijk niet bereikt ! 24h * 104 W = 2,496 kWh (of een jaarverbruik van 911 kWh) en in geld uitgedrukt (911 kWh- 120 kWh= 791 kWh verschil in verbruik) 791 * (0,155 * 15/24 + 0,0756 * 9/24) = 911 * 0,125 = 99.1 € m.a.w. een continu draaiende diepvriezer zonder dikke wand kost je jaarlijks bijna 100 € meer dan het A+ label.
[3] De taken van een energiemeester Als 1. 2. 3.
energiemeester heb je drie belangrijke taken: De klimaatwijken begeleiden en adviseren over energiebesparing campagnemiddelen uitleggen aan gezinnen Verantwoordelijkheid over de meterstanden van de klimaatwijk
1. De klimaatwijken begeleiden en adviseren over energiebesparing Gezinnen moeten weten hoe ze energie kunnen besparen. Wij kunnen natuurlijk infosessies geven aan iedereen, maar dat is bijlange niet zo efficiënt als een energiemeester die een klein groepje van mensen begeleidt. Dat een energiemeester hen begeleidt, geeft hen vertrouwen en moedigt aan. Hiervoor krijg je een degelijke basis mee tijdens de energiemeesteropleiding. Daarna zijn er enkele energiemeesterbijeenkomsten waar je nog meer informatie krijgt en vragen over de campagne aan bod kunnen komen. Als energiemeester kan je op vele manieren een groep begeleiden. Je kan iedereen persoonlijk adviseren of iedereen tezamen brengen. Je kan in contact komen via e-mail, telefoon of face to face. Hoe je de groep begeleidt, is jouw keuze en afhankelijk van je tijdsbesteding. Zorg er wel voor dat je regelmatig contact houdt om de motivatie te behouden en om de energietips onder de aandacht te houden. Een begeleiding in groep aangevuld door een persoonlijke begeleiding is de meest succesvolle manier. Een persoonlijke begeleiding kan via bezoek aan huis, een wekelijkse telefoon om de deelnemers te herinneren aan de meterstanden,… . Je ziet, je zal een keuze moeten maken en uitproberen wat het beste is voor de leden van je groep. Een campagne van zes maanden is lang. Om de aandacht levendig te houden, kan je enkele van de reeds geplande activiteiten gebruiken: het startmoment en de energieborrel. Het startmoment is bijvoorbeeld een ideale gelegenheid om afspraken te maken met je groep (bijvoorbeeld hoe je de meterstanden ophaalt en wanneer) en om de timing te overlopen. Zo weet iedereen hoe die zes maanden in elkaar zitten. Om energietips te bespreken met je groep, kan je dit jaar gebruik maken van de fiches met energietips voor de deelnemers. Deze fiches kunnen de deelnemers thuis bijhouden als geheugensteun.
Idee: een tupperware-avond over energiebesparing Een tupperware-avond, een gezellige klets over dozen en potten en wat je er mee kan doen. ‘En als we dit nu eens zouden doen over energiebesparing’, dacht BBL en zo was de idee klimaatwijken geboren. Een tupperware-avond, daarmee bedoelen we: de groep bij elkaar brengen. Het is tijdsefficiënt, er is altijd stof voor een levendige discussie, iedereen leert wat bij en kan daarna ervaringen uitwisselen.
2. Actiemiddelen uitleggen aan gezinnen Energiemeesters zorgen er voor dat elke deelnemer de campagnemiddelen kan gebruiken. Volgende campagnemiddelen worden op het startmoment verdeeld onder de deelnemers: − de meterkaart − de doe-het-zelf energie-audit Daarnaast stelt de netbeheerder ook enkele energiemeters ter beschikking. Je zorgt voor de verspreiding van de energiemeter. Het gebruik van die meter vergt wel wat uitleg, dus een huis-aan-huis bezoek zal veel tijd in beslag nemen. Daarom een suggestie: breng aan het begin van de meetcampagne je groep eens samen in het huis van een deelnemer. Daar kan je een live demonstratie geven over de energiemeter en natuurlijk ook over de doe-het-zelf energie-audit.
3. Verantwoordelijkheid over de meterstanden van de klimaatwijk Jij als energiemeester maakt op de website een wijk aan. Sommige deelnemers vullen liever zelf de meterstanden in. Dat is geen probleem, maar als energiemeester heb jij de verantwoordelijkheid over alle meterstanden, dus ook over degene die deelnemers zelf invullen. Controleer daarom regelmatig eens of de meterstanden correct zijn ingevuld (d.w.z. of de meterstanden geen buitensporige waarden hebben). Om de besparing van de gezinnen te berekenen, hebben we de eindfactuur van vorig jaar nodig. We hebben gezien dat sommige deelnemers lang wachten om te zoeken naar die afrekening en uiteindelijk vinden ze die niet meer. Stel daarom best een deadline voorop om die eindafrekening op tijd in te voeren op de website. Alle deelnemende gezinnen dienen voor 15 november geregistreerd te zijn.
Hou zeker een dubbeltje bij van alle meterstanden die je invoert. Je weet maar nooit dat gegevens verloren raken. Als energiemeester bepaal je welke gezinnen al dan niet inactief worden gezet, en je heeft de reden hiervoor duidelijk op bij “opmerkingen” op de website. Halverwege de campagne volgt een controle waarop de zaken nog aangepast kunnen worden. Daarna ligt dit vast voor de eindresultaten! Gezinnen in maart inactief zetten om het wijkresultaat alsnog gunstig te laten zijn, kan dus niet.
4. Andere (kleinere) taken Wat voor de organisatie van het project graag meegenomen is: − Je kan helpen bij de praktische organisatie van het startmoment en de energieborrel: tafels en stoelen klaar zetten, de zaal een leuk kleedje geven. − Neem deel aan de energiemeesterbijeenkomsten! Op deze bijeenkomsten worden bepaalde thema’s over energiebesparing grondiger toegelicht (vb. over verwarming, verlichting…) en kunnen energiemeesters vragen stellen over organisatie, timing. − Je verspreidt de klimaatwijkkranten onder de deelnemers. De provincie bezorgt je de kranten. Het is een informatieblaadje voor deelnemers met luchtige info over het klimaat, energiebesparing, leuke en nieuwe tips, ervaringen. Heb je zelf leuke ervaringen meegemaakt in je groep, geef ze dan zeker door aan BBL. − De energiemeester is ook de spreekbuis van de organisatoren om te communiceren met de deelnemers. Naast besparingstips geven jullie ook praktische informatie door: wanneer is de tussentijdse energieborrel, wanneer is het slotmoment… − Een tip: verdeel de taken onder meerdere energiemeesters. Zo is iemand bvb. goed met websites en kan hij/zij meterstanden invullen.
Contactgegevens Provincies Antwerpen Karin Van der Auwera, 03 240 66 82 ,
[email protected] Limburg Nina Nijsten, 011 22 50 73,
[email protected] Oost-Vlaanderen Saskia Van der Stricht, 09 267 84 67,
[email protected] Vlaams Brabant Els Cornelis , 016 26 72 55,
[email protected] West-Vlaanderen Doenja Lefebure, 050 40 31 73,
[email protected] Dialoog vzw Blijde Inkomststraat 109 3000 Leuven Inge Pauwels, 016/23 26 49 ,
[email protected] www.dialoog.be Ecolife vzw Isabel Rainchon, 016 22 21 03,
[email protected] www.ecolife.be ABLLO Jenny De Laet,
[email protected]
Netbeheerders Eandis Kirsten Loncke
[email protected] 09 334 46 72 PBE Walter Merckx
[email protected] 016 62 99 13 INFRAX Guido Claes
[email protected] 011 72 21 13 Bond Beter Leefmilieu
Bernard Govaert, Projectmedewerker Energie
[email protected]