Energiebeleidsplan Amstelveen 2009 - 2012
[EBP inspraakversie voor pdf.doc] F005©ICT
Pagina
1 van 64
Voorwoord De gemeente Amstelveen wil op voortvarende manier haar aandeel leveren in het nationale streven om de snelle klimaatopwarming tegen te gaan. Tegelijk wil de gemeente een impuls geven aan een economie die minder afhankelijk is van fossiele brandstoffen en het opraken van grondstoffen, en de daaraan verbonden prijsstijgingen. Daarom presenteert de gemeente Amstelveen dit Energiebeleidsplan met vele ambitieuze doelstellingen. Het schetst de korte en lange termijn maatregelen die de gemeente wil treffen. Gelukkig staat Amstelveen niet alleen in haar streven. Steeds meer ondernemingen, burgers en mede-overheden sluiten zich aan in een gezamenlijk streven naar een betere, schone en energiezuinige wereld. In Amstelveen krijgt dat streven een extra accent als de inwoners van internationale oorsprong hieraan hun bijdrage gaan leveren, waartoe dit rapport ook aanknopingspunten biedt. De uitvoering van dit energiebeleid gaat uit van de bereidheid van burgers, ondernemers en instellingen om een belangrijke bijdrage te leveren. We streven allianties na met partijen die willen investeren in energiebesparing en de opwekking van duurzame energie. Ook uw hulp is daarbij hard nodig. Zodat de bestaande gebouwde omgeving binnen enkele tientallen jaren kan worden omgevormd naar een duurzame. Nieuwe energieneutrale gebouwen moeten gebouwd worden en duurzame energie opwekking in de stad moet gemeengoed worden. De stad wordt tevens leefbaarder omdat de geplande maatregelen er ook in voorzien dat deze groener en gezonder wordt. De economie en het transport kunnen naar verwachting in hoog tempo duurzamer en aantrekkelijker worden. Daartoe ondersteunen we de toepassing van innovatie, zoals bijvoorbeeld de introductie van het elektrisch rijden. Er ligt een grote uitdaging in dit plan. We hopen dat ook u eraan wilt bijdragen er een succes van te maken. College van B & W
- inspraakversie 17 februari 2009 -
Pagina
2 van 64
Samenvatting Dit nieuwe energiebeleidsplan bouwt voort op de successen die met het vorige beleidsplan zijn behaald. Er zijn flinke vorderingen gemaakt in het realiseren van energiezuinige woonwijken, zoals de wijk Bovenkerk-Zuid. De prestaties met Duurzaam Bouwen nemen stapsgewijs toe. Nieuwe kantoren van bedrijven en projectontwikkelaars wordt in steeds sterkere mate energiezuinig gebouwd. Terwijl de verworvenheden van afgelopen jaren worden geborgd, introduceert de gemeente in dit plan vele nieuwe ambities, waarmee de uitstoot van het broeikasgas CO2 in nog veel sterkere mate is terug te dringen. Enerzijds door het opvoeren van energiebesparing, anderzijds door meer duurzame energieopwekking te introduceren. Energie is een breed werkterrein dat direct raakt aan de belangen en financiën van burgers, bedrijven en instellingen. Tevens is het verweven met vele beleidsvelden, zoals het beleid voor de woningmarkt en de glastuinbouw. Het energiebeleid is daarom integraal in opzet en geeft de aanzet tot realisatie van structureel goed onderbouwde plannen. Zo zullen de energiekansen in de gemeente en de regio systematisch in kaart worden gebracht. In Greenportverband wordt samengewerkt met de glastuinbouwsector en andere overheden aan een hele reeks plannen om het fossiele brandstofgebruik in kassen terug te dringen. Dit door energiebesparing en het benutten van duurzame bronnen. De thematische strategie voor de woningbouw is erop gericht maximaal aan te sluiten op de huidige intensieve inspanningen in nationaal verband om het energieverbruik met 2% per jaar terug te dringen. Wooncorporaties en energiebedrijven spelen een belangrijke rol en de gemeente overlegt met hen, waarbij de belangen van bewoners bewaakt zullen worden. De gemeente baseert zich daarbij op de introductie van nieuwe instrumenten zoals energielabels voor woningen. De gemeente stimuleert energiebesparing en duurzame energie opwekking door subsidieverstrekking, eventueel gestapeld met die van andere overheden, zoals het rijk, provincie en EU. In nog te realiseren nieuwbouwwijken, zoals de Noorder Legmeer, zal de gemeente een stimulans geven aan decentrale energieopwekking en –levering, zoals de warmtelevering vanuit kassen aan woningen. Bij verkeer en vervoer is een drastische verschuiving noodzakelijk naar schonere vervoervormen. Niet alleen om de CO2 uitstoot terug te brengen maar ook het beleid voor terugdringing van luchtvervuiling en geluidsoverlast verplichten daartoe. Amstelveen introduceert in samenwerking met de rijksoverheid en de provincie het vervoer op basis van groene tractie: het elektrisch rijden op groene stroom en het rijden op aardgas en biogas. Ook bevordert de gemeente het gebruik van schoon en hoogwaardig OV en het aantrekkelijker maken van het fietsen. In Randstadverband wordt de ruimtelijke ontwikkeling voorgestaan naar de realisatie van schone vervoerscorridors die aansluiten op de Mainports in de regio Schiphol en Greenport Aalsmeer. Bij de ontwikkeling van de A9 corridor komen duurzame uitgangspunten voorop te staan. In de sector bedrijven en kantoren is al een stille omwenteling gaande: - grote ondernemingen werken aan de introductie van een “Green Office”; - de glastuinbouw ontwikkelt energieleverende kassen en wordt stelselmatig duurzamer; - de GFT verwerkende industrie ontwikkelt zich tot een speler die energie gaat leveren in diverse vormen: biogas, restwarmte en elektriciteit. Maar er is ook nog een hoop te doen: in kantoren is met beter energiemanagement, zoals het beter inregelen van bestaande verwarmingsinstallaties, nog veel energiebesparing mogelijk. Innovatie maakt de introductie van nieuwe vormen van schone en betaalbare energieopwekking mogelijk en schept banen. Een betere benutting van de ondergrond (aardwarmte) en nog onbenutte restwarmte van de industrie is mogelijk. Daarom brengt Amstelveen met omliggende gemeenten en de provincie in beeld hoe de in de regio aanwezige bronnen zo goed en verantwoord mogelijk kunnen worden benut. De gemeente heeft een belangrijke voorbeeldfunctie. Daarom houdt ze steeds hogere standaarden aan bij de nieuwbouw en verbouw van gemeentelijke gebouwen. Bij enkele daarvan, zoals een school, een multifunctioneel gebouw en mogelijk een topsporthal, wordt energieneutrale realisatie nagestreefd. De openbare verlichting zal systematisch energiezuiniger worden gemaakt, gericht op de ontwikkeling
Pagina
3 van 64
van compleet energieneutrale openbare verlichting. Daarbij wordt uiteraard ook sterk rekening gehouden met de veiligheid en aantrekkelijkheid van de verlichting van de stad. De aanpak start hier met enkele ‘pilots', waarna introductie op grote schaal volgt. De gemeente wil zich tot koploper onder gemeenten ontwikkelen op dit gebied. Participatie is het sleutelwoord om toepassing van duurzame energie op steeds grotere schaal te kunnen introduceren. De gemeente ondersteunt de introductie van kansrijke vormen van duurzame energieopwekking, zoals de nieuwste mogelijkheden voor benutting van zonne-energie. Windenergie opwekking in de stad wordt gestimuleerd door het uittesten van kleine molens die goed zijn aangepast op de omgeving en voor een groter type molens door deelname in regionale windprojecten. Zoeklocaties zijn de zone van de N201 en het bedrijventerrein Amstelveen zuid. Energieneutrale ambitie. De doelstelling van een parallel project, de Energieneutrale Regio 2040 is om de Amstelland en Meerlanden regio in 2040 geheel energieneutraal te maken. Dit Amstelveense energiebeleidsplan sluit hier nauw op aan en bevat alle ingrediënten om in gemeente én regio een voortvarend energiebeleid mogelijk te maken.
Pagina
4 van 64
Inhoudsopgave Voorwoord............................................................................................................ 1 Samenvatting ....................................................................................................... 2 Inhoudsopgave..................................................................................................... 4 Leeswijzer ............................................................................................................ 5 Hoofdstuk 1. De Amstelveense Ambities en Energievisie...................................... 7 1.1 Inleiding ....................................................................................................... 7 1.2 Ambities en visie ............................................................................................ 8 1.3 Verwachte prestaties en instrumenten ............................................................ 14 1.4 Introductie op Wettelijk kader en bestuurlijke afspraken .................................... 18 Hoofdstuk 2. Uitwerking thema’s ....................................................................... 20 2.1 Thema Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen ............................................ 20 2.2 Thema Woningbouw ..................................................................................... 25 2.3 Thema Bedrijven en agrarische sector ............................................................. 30 2.4 Thema Verkeer en Vervoer ............................................................................ 37 2.5 Strategische projecten .................................................................................. 42 2.6 Thema Duurzame energie.............................................................................. 44 2.7 Organisatieversterkende maatregelen ............................................................. 48 Hoofdstuk 3. Wettelijke en beleidsmatige kaders............................................... 51 3.1 Europees niveau .......................................................................................... 51 3.2 Landelijk niveau ........................................................................................... 52 3.3 Provinciaal niveau ........................................................................................ 55 3.4 Randstad niveau .......................................................................................... 56 3.5 Regionaal niveau .......................................................................................... 57 3.6 Lokaal niveau .............................................................................................. 57 Hoofdstuk 4. Regionale aanpak .......................................................................... 59 Hoofdstuk 5: Financiën en subsidies................................................................... 62
Leeswijzer Dit Energiebeleidsplan is als volgt opgebouwd: Hoofstuk 1 presenteert de voortzetting van ambities uit het vorige beleidsplan en introduceert nieuwe. De principes achter een nieuwe Energievisie worden beschreven. In Hoofdstuk 2 wordt de ambities uitgewerkt naar doelstellingen voor de zeven thema’s: o
Gemeentelijke gebouwen & Voorzieningen;
o
Woningbouw;
o
Bedrijven & Agrarische sector;
o
Verkeer & Vervoer;
o
Strategische projecten;
o
Duurzame energie;
o
Organisatieversterkende maatregelen.
(utiliteitsbouw en bedrijven in zgn. SLOK-aanvraag)
(grootschalige duurzame energie in zgn. SLOK aanvraag)
In een apart uitgebracht bijbehorend uitvoeringsplan staan de projecten en acties benoemd die in ieder geval de komende 4 jaar gerealiseerd zullen worden. Dit plan is versneld geproduceerd ten behoeve van de SLOK subsidieaanvraag en reikt minder ver dan dit hoofddocument het Energiebeleidsplan. Het uitvoeringsplan heeft dezelfde thematische indeling. In Hoofdstuk 3 staan de kaders voor het nieuwe energiebeleid, zoals vermeld in de belangrijkste strategische documenten op Europees, landelijk, provinciaal, regionaal en lokaal niveau. Deze worden kort geïntroduceerd in Hoofdstuk 1. In Hoofdstuk 4 wordt beschreven hoe de aansluiting is t.o.v. de plannen in de Regio Amstelland- en Meerlanden. Hierin wordt de opstart behandeld van het project Energieneutrale regio 2040. Dit bevindt zich in een verkenningsfase. Er is gezorgd voor 1:1 overeenstemming tussen dit project en het Energiebeleidsplan, wat betreft inkadering en stand van zaken. Voor deze verkenning wordt voorjaar 2009 een Plan van Aanpak uitgebracht en een routekaart.
Verantwoording In het bijbehorende uitvoeringsplan 2009 – 2012 staat de minimale set aan ambities beschreven die de gemeente zich heeft gesteld en waarop ze afrekenbaar is. Het onderhavige energiebeleidsplan beschrijft het volle spectrum aan nieuwe ambities en daaruit voortkomende doelen en initiatieven dat de gemeente wil bereiken. Beide documenten zijn echter wel vanuit dezelfde blauwdruk aan thema’s en ambities opgesteld. De beschrijving van ambities in dit beleidsplan reikt soms verder dan een termijn van vier jaar. De beschrijving van hoe deze ambities bereikt moeten worden, is doorgaans opgesteld in procestermen, met een opdeling van maatregelen in termijnen. Bijvoorbeeld zullen in een eerste termijn een aantal ‘pilots’ van start moeten gaan, voordat in een volgende termijn de hoofdactie van start gaat. Wanneer het om een veelomvattend veranderingsproces gaat wordt dit aangeduid als een ‘transitie’. Dit document bevat een aantal belangrijke speerpunten die een aanzet geven tot zo’n transitie. Daarvoor worden maatregelen beschreven van wat concreet moet gebeuren, maar ook worden opties aangegeven als er meer dan één route is naar het eindresultaat. Dit energiebeleidsplan vormt daarmee het startpunt van een ontwikkelingsroute die Amstelveen in gang wil zetten om samen met regionale partijen uiteindelijk een Energieneutrale regio te vormen. Het streefjaar daarvoor is 2040, of zoveel eerder als mogelijk is. Voor dit regionale programma is een verkenning geproduceerd dat tot doel heeft alle benodigde transities systematisch te behandelen. Tegelijk is die verkenning geschreven als een Plan van Aanpak, waaruit de eerste collectieve acties volgen op energiegebied binnen de regio Amstel- en Meerlanden. In het energiebeleidsplan wordt waar het oplossingen betreft maar beperkt harde technische keuzes gemaakt. De technologische en maatschappelijke ontwikkelingen op energiegebied verlopen namelijk zo snel dat technische oplossingen vaak door de tijd worden ingehaald. Om die reden wordt er bijvoorbeeld niet uitsluitend gekozen voor ofwel zonne-energie of windenergie, om op in te zetten. De gemeente hanteert verschillende rollen bij het uitvoeren van acties. Dit omdat de te treffen maatregelen niet altijd tot het eigen handelen behoren of niet direct door de gemeente te beïnvloeden zijn. In dat geval beschrijven hoe we via partijen of initiatieven van derden toch een bepaald resultaat denken te kunnen behalen. De rol van de gemeente staat daartoe bij de acties vermeld, waarbij de volgende benamingen zijn gehanteerd: Bevoegd gezag/ Wettelijke taak - Subsidieverstrekker – Inspirator/ Voorbeeldfunctie – ‘Launching Customer’/ Eerste gebruiker – Investeerder – Regiopartner - Regisseur – Verbinder (het makelen en schakelen) – Facilitator. Tijdens het opstellen van het energiebeleidsplan is veelvuldig overlegd via bestaande netwerken, zoals met woningbouwcoörporaties, schoolbesturen, energiebedrijven en ondernemers. En nieuwe netwerken zijn opgezet, zoals o.a. in Greenport verband met tuinbouworganisaties en kennisinstellingen, en de samenwerking op het Bouwland initiatief. De inbreng daarvan is verwerkt in dit beleidsplan. | De kaders zijn zo gekozen dat naar de toekomst toe deze groepen maximaal inbreng kunnen blijven leveren. Zo zullen ook tijdens de inspraakperiode nog themabijeenkomsten (10 maart 2009) worden gehouden, en informatiebijeenkomsten voor raadsleden in de regio (o.a. 5 maart 2009). Het energiebeleidsplan voorziet in een aantal acties waarbij de komende jaren via samenwerking nieuwe initiatieven ontplooit zullen worden. De samenwerking is gericht op uitvoering van projecten voor 4 jaar of meer. Na vaststelling van het energiebeleidsplan zullen deze acties gericht op samenwerking, integraal beleid en versterking van de participatie in de uitvoering starten. Zo is er bijvoorbeeld een begin gemaakt met samenwerking in Noordvleugelverband aan een gezamenlijk model voor efficiënte goederendistributie, waardoor zwaar transport over de weg wordt teruggedrongen.
6
Hoofdstuk 1. De Amstelveense Ambities en Energievisie 1.1 Inleiding Klimaatverandering en energiebeleid staan wereldwijd volop in de aandacht. Het laatste IPCC rapport, het KNMI en het provinciaal klimaatbeleid voorspellen dat met de toenemende uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen de temperatuur op aarde sterk zal stijgen. Dit leidt tot vele neveneffecten die een directe bedreiging zijn voor het dichtbevolkte en laaggelegen deel van de Randstad waar Amstelveen deel van uitmaakt: • grillige en hevige regenval die wateroverlast veroorzaakt; • langdurig hoge zomertemperaturen die ervoor zorgen dat de veengebieden uitdrogen, waardoor bodemdaling optreedt. Zeespiegelstijging vergroot de kans op overstroming. In de Amsterdam metropool komen veel emissies naar de lucht vrij zoals het broeikasgas CO2 en diverse luchtverontreinigde stoffen. Belangrijke bronnen zijn de groeiende verkeersstromen, drukke industriële bedrijvigheid en de verwarming en verlichting van huizen en kantoren. Het terugdringen van emissies is een belangrijke gecombineerde opgave voor het milieu- én energiebeleid. Het energiebeleid reduceert CO2 emissies door energiebesparing en door energie op te wekken uit duurzame energie. Dat is niet alleen ter bescherming van de leefwereld verstandig, maar ook uit economisch oogpunt, want: • de olieprijs stijgt volgens een prognose van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in de toekomst naar een prijs die gemiddeld hoger ligt dan 100 dollar per vat.1 De mondiale vraag blijft groeien, terwijl de productiviteit van de huidige grote olievelden afneemt; • ook de Nationale gasvoorraad neemt af, evenals de voorraad en betaalbaarheid van grondstoffen. Het ontwikkelen van alternatieven voor fossiele brandstoffen en grondstoffen is dus hard nodig; • de eisen die de overheid stelt aan bedrijven en woningbouw om energie te besparen worden steeds strenger; • bij stijgende prijzen wordt het treffen van energiebesparende maatregelen en het opwekken van duurzame energie financieel steeds aantrekkelijker voor gebruikers. Op nationaal, Europees en mondiaal niveau worden stelselmatig nieuwe akkoorden gesloten waarmee met strengere eisen het gebruik van broeikasgassen wordt teruggedrongen. Denk daarbij aan het Kyoto-protocol, het Klimaatakkoord met het Rijk en de Klimaatafspraak met de Provincie Noord-Holland. De gemeente Amstelveen neemt haar volle verantwoordelijkheid in deze. Het startpunt voor de uitwerking van de nieuwe ambities is dit Energiebeleidsplan, voor de periode 2009 t/m 2012. Het bijbehorende uitvoeringsprogramma is bij de overheidsorganisatie Senter/Novem ingediend voor subsidie vanuit de Subsidieregeling Lokaal Klimaatbeleid (SLOK). Terugblik vorige beleidsperiode Kenmerkend voor het vorige Energiebeleidsplan was reeds een hoog ambitieniveau, waardoor de gemeente Amstelveen een grote stap heeft gezet wat betreft energiebesparing. Vooral in de gebouwde omgeving verliep dit succesvol: Amstelveen maakt goede vorderingen in het introduceren van energiezuinige woningbouw en het duurzaam bouwen. Een succes bij het energiezuinig ontwikkelen van eigen gebouwen is de bouw van de gemeentewerf waarbij 86 % CO2-besparing is bereikt t.o.v. het oorspronkelijke plan. 1
Een hoge olieprijs is in het voordeel van duurzame energieopwekking. Bij een prijs boven de 100 $ per vat zijn vele vormen van duurzame energie opwekking rendabel en worden onafhankelijk van subsidie.
7
We kopen 100 % groene stroom in voor gemeentelijke gebouwen. Naar mogelijkheden voor duurzame opwekking is een Duurzame Energiescan uitgevoerd. De gestelde vijf kernambities zijn vergaand gerealiseerd. Deze inspanningen worden gecontinueerd en doorontwikkeld: Gemeentelijke gebouwen worden energiezuinig gebouwd en verbouwd; Het energieverbruik van gemeentelijke gebouwen is inzichtelijk gemaakt; Extra energiezuinige woningbouw wordt de norm; In samenwerking met de markt zal een hogere energieprestatie voor bestaande woningen worden gerealiseerd; Nieuwe bedrijventerreinen worden duurzaam ingericht en in stand gehouden.
1.2 Ambities en visie Het kunnen realiseren van verder reikende ambities vereist de inzet van nieuwe instrumenten. De nieuwe doelstellingen zullen niet haalbaar of betaalbaar blijken als er geen nieuwe aanpak geïntroduceerd wordt. De gemeente kan dit niet realiseren uitsluitend op basis van eigen initiatieven. De grootschalige omschakeling van het gebruik van fossiele brandstoffen naar het benutten van duurzame energie is alleen mogelijk als ook andere partijen dan de gemeente bereid zijn te investeren. Deze omschakeling naar een nieuwe energievoorziening wordt wel aangeduid als een ‘transitie’. Dit proces wordt op nationaal niveau ondersteund doordat voor grotere ondernemingen grenzen aan emissies wordt gesteld, die gehaald moeten worden of anders gecompenseerd moeten worden, bijvoorbeeld via aankoop van emissierechten. Doordat de eisen op termijn van tientallen jaren steeds strenger worden, is er al een proces in de industrie op gang gekomen om onderling elementen als CO2, warmte, koude en schoon water aan elkaar te leveren. Op het sociale vlak vertaalt transitie zich in een nieuwe manier van samenwerken. Gericht op het vinden van duurzame oplossingen voor vraagstukken die niet op de traditionele manier zijn op te lossen. De Amstelveense energievisie bestaat uit de volgende uitgangspunten: het aangaan van nieuwe participaties: zoals het benaderen van nieuwe partners om een samenwerking aan te gaan, al dan niet in convenantvorm. Zoals met: o maatschappelijke groeperingen die burgerinitiatieven ondersteunen; o wooncorporaties, (internationale) bedrijven en waterbeheersorganisaties; o de nationale Stichting Urgenda, de Stichting Innovatienetwerk; o de Hoogheemraadschappen AGV & Rijnland en Waternet; verbreding van participatie: bij de realisatie worden burgers, ondernemingen en instellingen betrokken; het hanteren van het optimale schaalniveau: bij ieder onderwerp wordt samenwerking opgezet op het daarvoor meest geschikte schaalniveau: lokaal, partnergemeente, AM-regio, metropolitaan of provinciaal. Samenwerking in regioverband ligt voor de hand bij onderwerpen zoals het benutten van regionale warmwater- of CO2leidingen en het gezamenlijk realiseren van windmolenparken; het maximaal leren van al uitgevonden concepten: bijvoorbeeld bij de bouw van zeer energiezuinige scholen; het stimuleren van innovatie: door drempels weg te nemen voor energiezuinige producten en aansprekende voorbeeldprojecten te realiseren. De gemeente treedt op als “early adapter”. Ter stimulering van innovatie en hierop gerichte educatie wordt samenwerking gezocht met scholen (schoolbesturen), het ROC en de universiteiten (VU en UvA); het optimaal benutten van energie uit de omgeving: een duurzame energie infrastructuur wordt ontwikkeld, waardoor alle in de regio aanwezige natuurlijke
8
hulpbronnen (bijv. aardwarmte of restwarmte van de industrie) zo efficiënt mogelijk kunnen worden benut. Hiertoe wordt samenwerking gezocht met energiebedrijven, ICT-bedrijven en de tuinbouwsector; het toepassen van het “cradle to cradle” principe: afvalstoffen volgens dit principe worden niet alleen gerecycled, maar zelfs bij voorkeur bewerkt zodat nieuwe meer hoogwaardige grondstoffen ontstaan. Dit vereist herontwerp van de gehele productie- en verwerkingsketen. Dit kan worden toegepast bij huizenbouw, aanleg en onderhoud van infrastructuur, de inkoop van goederen en afvalverwerking. Wat dit laatste betreft is de eerste stap die wordt gemaakt het benutten van groenafval voor vergisting, waar aardgas en zuivere CO2 voor de glastuinbouw bij vrijkomt. het stimuleren van integraal werken: het energiebeleid wordt doorvertaald in andere sectoren: economie en landbouw, verkeer en vervoer en sociaal beleid. Door beleidsdoelen te koppelen wordt een beter resultaat bereikt. Bij het ontwerpen en realiseren van gebouwen en woonwijken wordt voortaan de methode van integraal ontwerpen toegepast. Door integraal te ontwerpen zijn belangrijke kostenbesparingen te bereiken. Zo kunnen bedrijfsgebouwen binnen een kasconstructie worden neergezet waardoor minder warmte-isolatie nodig is en tevens een gezond binnenklimaat te creëren is met aanplant die luchtzuiverend werkt en door goede vochtregulatie. Op die manier kan een hoogwaardige werkomgeving gerealiseerd. Door woonwijken aan een tuinbouwregio te koppelen, kunnen energiestromen over korte afstanden naar de huizen worden getransporteerd en gezuiverd water aan de kas worden teruggeleverd. Bij de bouw van huizen zijn funderingspalen toe te passen waarin een warmtewisselaar is geïntegreerd. Door in gebouwontwerp uit te gaan van energiezuinige verlichting wordt op de energienota bespaard. Door Warmte-Koude opslag in de ondergrond toe te passen wordt een verlaging van kosten voor verwarming én koeling bereikt.
Nieuwe ambities De gemeente Amstelveen verhoogt zijn inzet op de eerdergenoemde ambities voor duurzame energie en duurzaam bouwen: -
-
-
de openbare ruimte van Amstelveen wordt tot 75% energiezuinig verlicht door stelselmatige onzuinige lampen te vervangen door alternatieven zoals LED lampen en indien mogelijk door toepassing van “slimme” verlichting. (In deze beleidsplanperiode wordt vooral ingezet op het opdoen van ervaring met nieuwe technieken in ‘pilots’, gericht op grootschalige introductie tot een totaal van 75% per 2026); bij herinrichting van bedrijventerreinen worden de aanwezige mogelijkheden voor duurzame vervanging en verbetering toegepast, mits dat kosteneffectief verantwoord is; de duurzaam bouwen doelstelling zal stapsgewijs verhoogd worden, mits uit een evaluatie volgt dat dit verantwoord is en als voldoende geschikte projecten voorhanden zijn; het duurzame energiepotentieel wordt onderzocht en benut, mits kosteneffectief haalbaar. In dit beleidsplan wordt een eerste introductietermijn daarvan voltooid; de contacten met (internationale) bedrijven, die in de toepassing van duurzaamheid en innovatie voorop lopen, zullen geïntensiveerd worden.
9
Energieneutrale regio in 2040 Amstelveen gaat tezamen met de vijf omliggende regiogemeenten: Aalsmeer, Uithoorn, Ouder-Amstel, Diemen en Haarlemmermeer nog veel verder dan wettelijk verplicht is. De bestuurders van de regio Amstelland Meerlanden hebben op het A&M regiosymposium op 22 juni 2007 “Op weg naar 2040 in een duurzame regio” de ambitie uitgesproken om energieneutraal te zijn in 2040. 2 ‘Energieneutraal’ betekent dat alle energie die verbruikt wordt, in de regio duurzaam wordt opgewekt. De uitwerking van deze ambitie in uitvoerbare scenario’s wordt voorjaar 2009 vastgelegd in een apart Plan van Aanpak. Door samenwerking met regiogemeenten en met andere betrokkenen op lokaal en regionaal niveau worden de meest kansrijke opties voor grootschalige projecten benut. Samenwerking in de uitvoering zorgt er ook voor dat de (schaars) beschikbare middelen voor instrumenten en menskracht zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Het delen en uitwisselen van kennis en ervaring is een belangrijke stimulans. Door het lerend vermogen te vergroten, worden resultaten bereikbaar die voorheen onbereikbaar waren. Regionale Ambitie Energiebeleidsplan 2009-2012 Amstelveen heeft de ambitie met regiogemeenten in 2040 een energieneutrale regio gerealiseerd te hebben, door integraal en maximaal in te zetten op alle gerelateerde onderwerpen die binnen haar invloedssfeer liggen. Hiertoe zet zij gedurende de periode 2009-2012 en verder, waar mogelijk, maximaal in op het terugdringen van het energiegebruik en de CO2-uitstoot. Tegelijk stimuleert de gemeente het opwekken en benutten van duurzame energie, wil ze een voorbeeldfunctie vervullen en een nauwe samenwerking met regiogemeenten, inwoners, bedrijven en andere organisaties aangaan op het bereiken van de doelen.
De Amstelland- en Meerlandengemeenten hebben bij hun inbreng in de provinciale structuurvisie 2040 voor ruimtelijke ordening en infrastructuur vastgelegd dat bij alle ontwikkelingen duurzaamheid gehanteerd wordt als leidend principe. Het onderhavige beleidsplan en het regionale Plan van Aanpak Energieneutrale Regio 2040 (EN2040) zijn dermate integraal in opzet dat ze ook als duurzaamheidsagenda dienst kunnen doen. De provincie heeft toegezegd het project EN2040 te zullen ondersteunen. Uitgangspunt: Trias Energetica In de praktijk is bij vele processen die energie verbruiken, en daarmee CO2 uitstoten, het ideaal van energieneutraal nog ver weg. Om dit te bereiken wordt een algemeen geaccepteerde prioriteitsvolgorde gehanteerd: de ‘Trias Energetica’: • •
•
Stap 1: Beperk de energievraag (bijv. met goede isolatie en oriëntatie op de zon); Stap 2: Zet maximaal duurzame energiebronnen in voor de resterende energievraag (bv. door gebruik te maken van warmte/koudeopslag in bodem, bioenergiewinning, windmolens, zonnepanelen en waterkracht); Stap 3: Pas efficiënte inzet van fossiele energiebronnen toe indien stap 2 niet volstaat (bijv. de toepassing van hoogrendement CV-ketels en warmte/krachtkoppeling).
Dit principe staat onder meer in het Regeerakkoord van het Kabinet Balkenende IV (2007).
2
Deelname van de gemeente Haarlemmermeer wordt overwogen
10
Mochten bovengenoemde stappen geen uitkomst bieden, dan kan de vierde stap worden toegepast: het compenseren van de CO2 uitstoot, door aanplant van natuur waarmee CO2 wordt opgenomen, of door aankoop van groencertificaten. Figuur 1. Trias Energetica
Hoofdopgaven en stimuleringsbeleid Een maximale inzet op CO2 reductie vereist grote overkoepelende projecten waarvan de looptijd meestal meer dan de 4 jaar van dit plan zullen bedragen. Grote projecten zijn noodzakelijk om de vereiste grote stappen in reductie van verbruik aan fossiele brandstoffen te realiseren. Een dergelijk project is de energiebesparing in nieuwbouw en bestaande woningvoorraad. Om beter bekend te raken met wat het hoogste ambitieniveau van energieneutraal inhoudt en om opwekking van duurzame energie in de regio te stimuleren, zal een reeks voorbeeldprojecten met een sterk uitstralingseffect gerealiseerd worden. Deze projecten zullen zeer energiezuinig zijn en in toenemende mate gebouwd van duurzame materialen. Selectiekeuze duurzame energie De keuze welke duurzame opwekkingsvorm het meest geschikt is, is niet zonder meer vooraf te maken, omdat innovatie en marktontwikkeling een te grote rol spelen. Vanwege de nabijheid van Schiphol is opwekking van windenergie minder goed toepasbaar, waardoor logischerwijs de nadruk meer op Warmte-Koude Opslag, zonne-energie of bioenergie komt te liggen. De uiteindelijke keuze zal echter altijd worden gemaakt op basis van zakelijke factoren als technologische ontwikkeling, locatie, marktsituatie en fiscale regelingen. De transitiepaden worden stelselmatig uitgewerkt. Zo kan bijvoorbeeld voor de omschakeling naar schone voertuigen en voor energiezuinige openbare verlichting worden uitgetekend hoe het meest plausibele transitiepad zal verlopen. Door zo’n schets wordt duidelijk wat de belangrijkste vooruitzichten en keuzes in de tijd zijn. Participatie: Urgenda Voor uitwisseling van deskundigheid en het kunnen realiseren van doorbraakprojecten is Amstelveen een samenwerking aangegaan in regioverband onder de titel “Bouwland”.3 3
Initiatiefnemers van het netwerk Bouwland zijn de gemeenten Haarlemmermeer, Aalsmeer, Uithoorn, Amstelveen en Rabobank regio Schiphol. Deze groep wordt ondersteund door de volgende bedrijven en organisaties (zogenaamde 'founding partners'): Dura Vermeer, Flora Holland, Amsterdam, Provincie Noord-Holland, Volker Wessels, Hoogheemraadschap Rijnland, RWE, ATP, NOVA College, DGBC (Dutch Green Building Council), Ernst & Young, TNT regio Amsterdam.
11
Deze samenwerking is een open platform voor organisaties die samen met de overheid naar duurzame ontwikkeling streven. Dit regio-initiatief wordt mede ondersteund door de nationale Stichting Urgenda en de provincie Noord-Holland. Dit netwerk en het uitwerken van transitiepaden is volop in ontwikkeling. Eén van de eerste acties van dit initiatief was het organiseren van een lezing van Al Gore in Aalsmeer, eind 2008. Al Gore heeft in vervolg op de speech “An Inconvenient Truth” (een ongemakkelijke waarheid), nu een speech gehouden onder de titel “Time to Act”. Hij wijst erop dat de urgentie nog hoger is dan verwacht, omdat de opwarming sneller verloopt dan het IPCC scenario voorspeld had en dat het daarom nu tijd is voor grote daden. Al Gore bepleit dat eveneens een nieuw economisch beleid nodig is, dat crisisbestendig is en zich voortaan baseert op duurzame uitgangspunten. Zoals de Bouwland samenwerking laat zien, kunnen ook bedrijven individueel, collectief of in PPS verband belangrijke initiatieven ontplooien. Het klimaatbeleid van Schiphol en de KLM zijn hier ook voorbeelden van. Introductie op financiële aspecten Gebouwen De gemeente Amstelveen kan de vervangende nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen binnen de PIA 1 en PIA 2 programma’s op basis van eigen middelen al in hoge mate energiezuinig en duurzaam realiseren. Het nieuwe energiebeleid voegt daar de ambitie aan toe om ook enkele van deze objecten geheel energieneutraal te realiseren. De daarvoor benodigde extra financiering kan alleen bij benadering worden geschat door een vergelijking te maken met enigszins vergelijkbare projecten elders in Nederland die eerder gerealiseerd zijn. Er is niet veel vergelijkingsmateriaal en het maakt veel uit of een gebouw alleen staat of deel uitmaakt van een complex en of er kostendragers vanuit planontwikkeling zijn op te voeren. I.h.a. is een energieneutrale uitvoering ca. 6% - 30% duurder dan gangbare ontwikkeling. Daar staat tegenover dat de exploitatiekosten lager zijn en dat het gebouw over een langere termijn kan worden afgeschreven. De feitelijke berekening van extra kosten valt pas te maken bij een definitief ontwerp, dan wel bij de bouwaanvraag. Investeringen in energiebesparing verdienen zich terug en zijn dus rendabele investeringen. Wel moet er een geëigende financieringsvorm voor ontwikkeld worden, die regelt dat er betrouwbare en volhoudbare afspraken worden gemaakt over terugbetaling van de exploitant aan de investeerder. Zodat het voordeel niet alleen toevalt aan de exploitant. Ook moet worden voorkomen dat extra investeringen in een gebouw er niet toe leidt dat de exploitant te hoge huren moet betalen. Investeren in duurzame energie Het streven om in toenemende mate duurzame energie op te wekken, vergt een additionele financiering die per project inzichtelijk moet worden gemaakt. De financierbaarheid hangt o.a. af van technologische ontwikkeling die sommige producten, zoals zonnepanelen, in hoog tempo goedkoper kan maken. Introductie hangt ook af van beschikbaarheid van subsidies, het belastingtarief en de mogelijkheid een vergoeding te krijgen voor teruglevering aan het net. Duurzame energie is nu veelal nog duurder dan conventionele opwekking. Dit fluctueert met de olieprijs. In de loop der jaren wordt het prijsverschil gestaag kleiner tot er voor diverse vormen van duurzame energieopwekking een kantelpunt komt. Ook op dit moment
12
al kan ondanks de hogere prijs gekozen worden voor plaatsing van meer duurzame energie opwekking. Hier zijn een aantal argumenten voor: uit overtuiging dat de uitstoot van broeikasgassen snel verminderd moet worden en derhalve snelle stimulering nodig is van de opkomst van schone energie-opwekking; zorgen over het opraken van de voorraad aan fossiele brandstoffen, bij een groeiende wereldbevolking; meer onafhankelijkheid ten opzichte van prijsstijgingen van fossiele brandstoffen; lagere transportkosten; meer leveringszekerheid door meer decentrale en lokale opwekking. Gezamenlijke investering Het realiseren van energiedoelstellingen vereist flinke investeringen van externe partijen. Het aangaan van samenwerking met de partijen die een bijdrage willen leveren aan het terugdringen van emissies en het opwekken van schone energie is dan ook een belangrijke opgave voor het energiebeleid. Gangbaar is dat bij grotere projecten de overheid een samenwerking aangaat op bijvoorbeeld een publiek-private samenwerkingsbasis of door een convenant te sluiten. (dit is zowel mogelijk op nationaal als ook lokaal niveau) Daarnaast zijn er ondernemingen die op basis van betrokkenheid bij het klimaatvraagstuk eigener beweging ernaar streven om CO2 neutraal te worden. Uitgebreide behandeling van financiën en subsidies vindt plaats in Hoofdstuk 5.
13
1.3 Verwachte prestaties en instrumenten Energieprofiel De start voor de definitie van te leveren prestaties is het in beeld brengen van het huidige energieverbruik in de gemeente, de zgn. nulsituatie. Onderstaande figuur geeft weer hoe dit energieverbruik verdeeld is over de verschillende doelgroepen en bouwsectoren.
Figuur 2. Verdeling van het totale energieverbruik in 2008 in de gemeente Amstelveen naar sector
4
De verdeling van Amstelveen komt redelijk overeen met die van Nederland. Het gemeentelijk energiebeleid was tot voor kort vooral gericht op de beleidsvelden van de eigen gebouwen en de nieuwbouw (grootste invloedsfeer). Nu echter worden ook steeds nadrukkelijker de andere sectoren inbegrepen.
Tabel 1: Energieverbruik in 2008 per sector in Amstelveen in getallen 4
Bron; nulmeting in kader van Plan van Aanpak Energieneutrale AM-regio, jan. 2009
14
Nulsituatie en verwachte prestatie 1. Woningbouw De woningbouw en de bestaande woningvoorraad zijn een grote sector waar veel energiebesparing mogelijk is. De rijksoverheid streeft een reductie na van 30% in 2020 in deze sector. Gemeenten zijn een belangrijke partij in de uitvoeringsstrategie van het rijk. 2. Utiliteitsbouw In de utiliteitsbouw is een start gemaakt naar een hoge mate van energiebesparing door introductie van de Europese richtlijn voor energiecertificering van kantoorgebouwen. (Energy Performance For Building Directive) Ook bij kantoren geldt het streven van 30% reductie per 2020. 3. Agrarische sector Het aandeel van de agrarische sector is relatief gezien vrij groot. Dit vooral vanwege de omvangrijke glastuinbouwsector. De sector zelf werkt hard aan het opvoeren van efficiency en het verminderen van het energieverbruik. Onder het zgn. Glami-convenant streeft de glastuinbouwsector ernaar om een daling te bereiken in 2010 dat 35% is van de uitstoot t.o.v. 1980. Ze is nog 9% verwijderd van dat streven, maar de reductie wordt wel steeds moeilijker. Om die reden wordt volop geïnvesteerd in nieuwe concepten, zoals de energieleverende kas en betere benutting van de ondergrond. 4. Bedrijven en industrie Het aandeel hiervan is relatief kleiner dan algemeen voor Nederland. De reductie in de tijd wordt bepaald door toepassing van de eisen van de Wet milieubeheer. Bij vergunningverlening wordt getoetst op toepassing Beste Stand der Techniek en het voorschrift toegepast dat energiebesparende maatregelen met 5 jaar terugverdientijd moeten worden getroffen. Voor grotere ondernemingen is er het systeem van emissierechten. Het plafond van uitstoot wordt door de nationale overheid stapsgewijs verlaagd. 5.
5.Verkeer en vervoer
Tabel 2: Brandstofverbruik in 2008 in Amstelveen
Hoewel moeilijker te beïnvloeden door de overheid zijn toch grote emissiereducties te behalen bij verkeer en vervoer. In deze branche komen geregeld nieuwe technologieën beschikbaar en de vervanging is meer kort cyclisch dan in de woningbouw. Autobezitters ruilen gemiddeld iedere 5 jaar hun auto in tegen een modernere variant. Als deze auto’s voorzien worden van schone aandrijftechniek, is een scherpe reductie mogelijk. Zeker als die motoren voorzien worden van groene brandstof, zogenaamde ‘groene tractie’. Overigens zal de voortschrijdende aanscherping van EU normstelling alleen niet voldoende zijn om de komende 10 jaar een trendbreuk te veroorzaken in het verminderen van uitstoot.
15
Want tegenover introductie van schonere motoren staat een groei van het aantal auto’s, waarbij de in 2008 verkochte nieuwe auto’s i.h.a. zwaarder zijn en krachtiger motoren hebben, en dus meer uitstoten. Ook is aan de huidige verbrandingsmotor een inherent nadeel verbonden dat CO2-reductie leidt tot een verhoogde NO2 uitstoot, waardoor de luchtkwaliteit verslechtert. Om die reden is het van belang die innovatie te ondersteunen die een nieuwe manier van aandrijving en transport oplevert, die inherent efficient en schoon is. Zoals het mede stimuleren van de introductie van elektrische vervoermiddelen en van vervoersketens die groene stroom als energiebron benutten. De gemeente Amstelveen zal hier waar gewenst ook ‘first-user’ zijn en actief experimenten ondersteunen.
Gemeentelijke bijdrage en invloed Het energieverbruik van de eigen gemeentelijke objecten en installaties is niet apart in bovenstaande figuur 2 aangegeven. Dit is beperkt in vergelijking tot het totaal van alle sectoren en bedraagt ca. 1%. De invloed die de gemeente op verschillende terreinen kan uitoefenen verschilt sterk:
Grote bijdrage energieverbruik
Gemiddelde bijdrage energieverbruik
Kleine bijdrage energieverbruik
Grote invloed gemeente
- Warmte koude opslag - Innovatie op duurzame technieken - Stadsverwarming
- Gem. gebouwen - Gem. wagenpark
Gemiddelde invloed gemeente
- Handel en horeca - Glastuinbouw
- Non profit - Nieuwe bedrijfsterreinen - Nieuwbouw woningen - Openbare verlichting - Rioolpompen, gemalen - Vergisting GFT - Vracht- & bestelauto’s - Kantoren - Nieuwbouw Kantoren
Kleine invloed gemeente
- Personenvervoer - Bestaande woningen - NS
- Industrie en nijverheid
- Agrarische sector exclusief glastuinbouw
Tabel 3: Invloedsgebieden gemeente Amstelveen
5
ECN heeft berekend dat deze activiteiten in Nederland naar schatting verantwoordelijk zijn voor ruim 40% van de totale broeikasgasemissie en daarmee ook dat de gemeenten voor het realiseren van 60% van de doelstelling in grote mate afhankelijk zijn van derden. Dit moet gereflecteerd worden in de aanpak en vereist maatregelen gericht op communicatie, samenwerking en netwerksturing.
Monitoring Het is van essentieel belang resultaten op een eenduidige manier vast te leggen. Anders ontstaan er verschillen van inzicht tussen (contract)partners over het werkelijk behaalde resultaat. Afstemming met regiogemeenten is gewenst omdat de systematieken om prestaties vast te leggen onderling verschillen, waardoor prestatiemeting in regioverband bemoeilijkt wordt. Zo hanteert Amstelveen voor de gebouwen de GPR methodiek en Haarlemmermeer de Greencalc methode. Hoewel veel concreet becijferbaar is op energiegebied, kan het verzamelen van de juiste gegevens toch veel inspanning kosten. Zo heeft een ‘Quick scan’ onder gemeenten naar de inspanning op het gebied van duurzaam inkopen uitgewezen, dat er geen eenduidige 5
Bron: CO2 – Neutrale steden, BuildDesk Nederland BV, 2007 (aangepast)
16
manier is om het behaalde percentage te berekenen. Het wegwerken van deze discrepantie kan het beste in nationaal verband plaatsvinden, waarbij Amstelveen input levert voor verbetering van de landelijke systematiek, die o.a. door Senter/Novem verder wordt uitgewerkt. Het uitgangspunt is daarbij dat inkoopregels niet concurrentieverstorend mogen zijn en niet tot administratieve lastenverzwaring mogen leiden.
Acties De gemeente Amstelveen:
Actie
Periode
Rol
Maakt de voortgang in het klimaat- en energiebeleid zichtbaar
2 jaarlijks
Wettelijke taak/
met een periodieke monitoring Stemt in regioverband af op eenduidige presentatie van
Voorbeeldfunctie Doorlopend
Regiopartner
Doorlopend
Facilitator/
Doorlopend
Firstuser,
gegevens Levert input voor verbetering van de landelijke systematiek voor duurzaam inkopen Amstelveen maakt waar mogelijk gebruik van de door SenterNovem ontwikkelde systematiek voor Duurzaam Inkopen
Voorbeeldfunctie voorbeeldfunctie
17
1.4 Introductie op Wettelijk kader en bestuurlijke afspraken Voor energie gelden richtlijnen o.a. vanuit de Wet milieubeheer, maar ook zijn er vele akkoorden die de overheid afsluit. Ter introductie volgt hier een opsomming en enige toelichting, de meer uitgebreide behandeling van de verdragen/convenanten staat in hoofdstuk 3. Verdragen op Eu en wereldniveau: Kyoto-protocol (1997) Klimaatverdrag (Rio de Janeiro) 1992 Voorbereidend verdrag over opvolging Kyoto (Poznan, 2008) Richtlijn Biobrandstoffen (2003) Europees programma inzake klimaatverandering en emissiehandel EU energieprestatie richtlijn voor gebouwen (EPBD) Landelijk, provinciaal en regionaal: Werkprogramma Schoon en Zuinig (2007) Bestuursakkoorden 2007 met woningbouwverenigingen, bedrijfsleven en gemeenten. Klimaatakkoord Kabinet met VNG (2007) Wet Milieubeheer: activiteitenbesluit (2008) Actieprogramma Klimaat NH (2007) Programma meer met minder Klimaatafspraak Provincie Noord-Holland (2008) Structuurvisie Randstad 2040 Structuurvisie Metropoolregio Amsterdam Randstad Urgent Greenport 2025 (en 2040) Energieneutrale AM-regio 2040 (in wording) Lokaal niveau Nota Duurzaam Bouwen Nota Openbare Verlichting Duurzame Energiescan (2007) Actieplan Luchtkwaliteit 2008-2012 Omdat het programma “Meer met minder” een belangrijk koepelprogramma vormt, wordt deze wel hier al toegelicht: De overheid ondersteunt burgers de komende jaren bij het treffen van energiebesparende maatregelen met o.a. het programma 'Meer Met Minder'. Dit is een gezamenlijk initiatief van overheid, energiebedrijven, woningcorporaties, bouw- en installatiebedrijven dat als doel heeft om 500.000 bestaande woningen en bedrijfsgebouwen tussen 2008-2011 minimaal 30 % zuiniger te maken. De ambitie is om tot 2020 tenminste 2,4 miljoen bestaande woningen en bedrijfsgebouwen aan te pakken. Het streven is om woning- en gebouweigenaren op zo eenvoudig mogelijk wijze en zonder hogere maandlasten energie te laten besparen. Voorlichting en advisering wordt ondersteund met de één-loket benadering. De nadere uitwerking van afspraken is te vinden op de website www.meermetminder.nl Deze site zal tevens het loket worden naar de andere overheidswebsites met subsidiemogelijkheden.
18
De gemeente Amstelveen onderzoekt op welke momenten haar inwoners contact hebben met de gemeente en in welke mate zij daarbij openstaan voor energieadvisering. Dit zal met name bijgehouden worden door het ‘callcenter’ en de balie bedrijven.
19
Hoofdstuk 2. Uitwerking thema’s In dit hoofdstuk wordt de energieambitie van de gemeente Amstelveen thematisch uitgewerkt. Per thema wordt behandeld: een terugblik op de vorige beleidsperiode, de achtergrond, één of meerdere doelstellingen en de belangrijkste acties. Het gaat het om de volgende zeven thema's: − − − − − − −
Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen; Woningbouw; Bedrijven en agrarische sector; Verkeer en vervoer; Strategische projecten Duurzame energie; Organisatieversterkende maatregelen.
2.1 Thema Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen De gemeente Amstelveen heeft 153 gebouwen in onderhoud – inclusief pompen en gemalen - met een totale oppervlakte van 193.000 m2. Daarnaast beschikt zij over een groot netwerk van openbare verlichting en verkeersregelinstallaties. Hiermee heeft de gemeente Amstelveen een groot besparingspotentieel in handen. Terugblik 2003 – 2007 Gedurende de looptijd van het vorige energiebeleidsplan zijn de bestaande schoolgebouwen – allen in het beheer van de gemeente – voorzien van een Energie Prestatie Advies (EPA). Dit advies bevat een pakket maatregelen inclusief investeringskosten en terugverdientijd. Voor elk nieuw te bouwen schoolgebouw wordt een EPA uitgevoerd. Voor de gemeentelijke gebouwen en voorzieningen wordt 100 % groene stroom ingekocht. Een groot succes is de bouw van de nieuwe gemeentewerf in 2008 in het kader van PIA-1, waarbij 86 % CO2-reductie wordt gerealiseerd ten opzichte van het oorspronkelijke plan. Kansen nieuwe beleidsperiode Om relevante andere partijen te motiveren ook hun steentje bij te dragen aan de regionale energieneutrale doelstelling in 2040 moet Amstelveen zelf het goede voorbeeld geven. Dit betekent dat zij zichzelf een hoger doel stelt dan zij van anderen vraagt. Een grote besparingspotentie is aanwezig bij bestaande gemeentelijke gebouwen zoals het gemeentehuis, de verlichting van de openbare ruimte en de aanleg van wegen. Maatregelen leiden tot lagere energie- en onderhoudskosten, waardoor investeringen veelal zijn terug te verdienen. Er liggen ook belangrijke kansen voor energiebesparing en het gebruik van duurzame energie bij nieuw- of verbouw van de gebouwenvoorraad (nieuw- of verbouw), zoals bijvoorbeeld projecten in het kader van PIA6.
6
Het Programma Integraal Accommodatiebeleid (PIA) voorziet in de aanpassing van diverse maatschappelijke voorzieningen: 10 scholen en de gemeentewerf (al gedeeltelijk uitgevoerd in PIA-1) en 3 multifunctionele gebouwen zoals wijkcentra, steunpunten voor ouderen en jongerencentra (PIA-2).
20
Er ligt momenteel al een forse uitdaging om qua investeringen te voldoen aan de huidige energienormen. Daar komt bij dat de kosten voor maatregelen vaak op het conto komen van de eigenaar van het gebouw en de lagere energierekening voor de huurder of exploitant is. Deze tegenstelling zal overwonnen moeten worden om vorderingen te kunnen maken. De gemeente zal overleg opstarten met deelnemende partijen om financieringsconstructies af te spreken die ervoor zorgen dat de vereiste meerinvestering wordt terugverdiend, terwijl de exploitatierekening niet hoger wordt dan anders. Werkdefinitie Energieneutraal Gebouw Bij het realiseren van energieneutrale gebouwen wordt nagestreefd dat de gebouwgebonden installaties energieneutraal zijn. De bedrijfsprocessen binnen het gebouw worden beoordeeld vanuit de Wet milieubeheer (activiteitenbesluit) op het tempo waarin deze energiezuinig en uiteindelijk energieneutraal zullen worden. Dit geldt inclusief het gebruik van de computers. Het bouwen zelf wordt zo energiezuinig mogelijk uitgevoerd. Dit geldt tevens voor verbouw en renovatie. Energiezuinige en energieneutrale scholen Wat de scholen betreft kan meteen een forse energiebesparing worden bereikt door het geplande nieuwbouwprogramma volgens schema te realiseren van scholen die nu aan vervanging toe zijn. Het streven naar energieneutrale scholen vergt opbouw van specifieke kennis en ervaring. Derhalve zullen ook enkele gebouwen volgens dit principe gebouwd worden. De selectie welke scholen dit zijn wordt mede bepaald door de actieve belangstelling die scholen voor duurzame realisatie tonen. Van schoolbesturen wordt gevraagd de omschakeling naar energieneutraal mogelijk te maken door bij nieuwbouw een deel van de financiële reserves (indien aanwezig) in te zetten voor energiebesparing. De goede isolatie die hiervan het gevolg is levert een besparing op van energiekosten waardoor structureel geld vrijkomt vanwege lagere exploitatielasten. Kostenaspect Duurzame oplossingen zijn niet automatisch kostenverhogend, sterker nog: een integraal, duurzaam ontwerp is op termijn goedkoper. Innovatieve maatregelen voor duurzame energieopwekking en -opslag zorgen ervoor dat energiekosten structureel omlaag worden gebracht. Ook kan door innovatief ontwerp specifiek aandacht worden besteed aan het optimaliseren van het binnenklimaat waardoor een betere, meer aangename, omgeving ontstaat, met voldoende zuurstof, schone binnen- en buitenlucht, de juiste lichtintensiteit en een optimale temperatuur. Een voorbeeldproject is Noord-Holland is De Sokkerwei te Castricum. Nu 5 jaar nadat deze school gerealiseerd is, functioneert deze school nog steeds prima, met name ook wat betreft het binnenklimaat. Educatief Een interessante educatieve eigenschap van energieneutrale schoolgebouwen is dat de school zelf een pedagogisch instrument wordt, waarmee leerlingen bewust kunnen worden gemaakt van energiekosten en –verbruik. Het gebouw demonstreert in de praktijk dat er iets te doen is aan het klimaatvraagstuk. Om het energieneutraal functioneren in stand te houden moet overigens ook in het gedrag geïnvesteerd worden. De energiezuinige functies van het gebouw moeten goed bekend zijn bij en in stand gehouden kunnen worden door de gebruikers van het gebouw.
21
Voor andere gemeentelijke gebouwen, zoals multifunctionele centra, geldt dat de gemeente per object een ambitieniveau bepaalt. Indien dit gebouwen zijn die ook in 2040 nog in gebruik zullen zijn en voldoen aan de eisen uit die tijd, ligt het voor de hand bij de nieuwbouw daarvan nu al te streven naar een energieneutrale uitvoering. Andere kanshebber is een topsporthal. Speerpunt De gemeente Amstelveen zal een aantal gemeentelijke gebouwen energieneutraal realiseren. Hierbij behoren een school, een multifunctioneel en mogelijk een topsporthal.
Kennis en samenwerking Vanwege de specifieke kennis benodigd bij het realiseren van energieneutrale gebouwen ligt het voor de hand voor deze realisatie advies van gespecialiseerde deskundigen in te huren. Via deze intermediairs kan de kennis van (hogere) onderwijsinstellingen worden ingeschakeld. Voor uitwisseling van ervaring wordt samenwerking nagestreefd met gemeenten uit de (stads)regio, zoals met de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer, die zeer ambitieuze doelen hebben gesteld voor het realiseren van energieneutrale gebouwen. Kleinschalige duurzame energieopwekking De gemeente introduceert diverse toepassingen van duurzame energieopwekking, zoals zon- en windenergie op en rond de eigen gebouwen, die voldoen aan tevoren opgestelde specificaties met betrekking tot opgewekt vermogen, duurzaamheid en het niet optreden van hinder. Energiezuinige openbare verlichting Er is een stille revolutie gaande bij de introductie van energiezuinige openbare verlichting, met inbegrip van verkeersregelinstallaties. Amstelveen sluit zich aan bij de gemeenten, zoals Eindhoven en Leiden, die voorop willen lopen in toepassing van nieuwe verlichting en verlichtingsconcepten. De ontwikkelingen op dit gebied gaan zeer snel. Van LED verlichting is aangetoond dat introductie tot grote energiebesparing leidt. Er is ook al een mogelijkheid ontdekt om draadloze verlichting te realiseren. Stroom wordt dan overgebracht via inductie of radiogolven. Dergelijke mogelijkheden creëren een heel nieuwe ontwerpvrijheid om verlichting in het straatbeeld onder te brengen. Bijvoorbeeld direct aan gebouwen, zonder palen, in lintvorm, in combinatie met reflectielijnen of wit asfalt. Deze conversie zal uiteraard wel zorgvuldig gebeuren waarbij rekening wordt gehouden met sfeeraspecten, lichtopbrengst en veiligheid (Keurmerk Politie). Ook stapsgewijs dimmen (slimme verlichting) behoort tot de mogelijkheden. Speerpunt De gemeente Amstelveen start met pilots op het gebied van energiezuinige openbare verlichting en ontwikkelt zich tot koplopergemeente op dit terrein.
22
Doelstellingen en acties gemeentelijke gebouwen en voorzieningen De gemeente Amstelveen: Doelstellingen Voert na onderzoek op haalbaarheid binnen bestaande gemeentelijke gebouwen/ voorzieningen de energiebesparende maatregelen uit, waardoor structureel 3% energiebesparing wordt behaald. Het doorvoeren van deze maatregelen vindt plaats op logische momenten, bijvoorbeeld tijdens een verbouwing; (I) Voert alle nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen uit volgens de eis GPR 7,5 of hoger; Streeft bij openbare verlichting, conform het landelijke streven van de ‘Taskforce Verlichting’ en rekening houdend met veiligheidsaspecten en keurmerken, naar: - een energiebesparing van 20 % in 2013 ten opzichte van 2007, (II) - brengt gefaseerd energiezuinige verlichting aan in alle gemeentelijke gebouwen vanaf 2011, bij nieuwbouw of bij vervangingsmomenten - de gemeente Amstelveen ontwikkelt zich tot koploper onder gemeenten op het thema energiezuinige en duurzame verlichting
Ad (I) : Wat betreft de besparing van 3% structureel op het energieverbruik zal vooreerst de methode van permanente monitoring worden toegepast. Het verbruik wordt gemonitord en aan de hand daarvan wordt het volgende gedaan: 1. betere afstelling van de aanwezige apparatuur, 2. gedragsadviezen aan de huurders/gebruikers en 3. in voorkomende gevallen een fysieke maatregel. Dit is een effectieve aanpak die 3% besparing of meer op kan leveren. De organisatie maakt structureel capaciteit vrij voor permanente monitoring van het energieverbruik. Ad (II) : in de SLOK aanvraag is een besparing van 2% per jaar op infrastructurele voorzieningen opgenomen. Dit is de ondergrens van te leveren prestaties.
23
Acties energiezuinige en energieneutrale gebouwen: De gemeente Amstelveen: Titel actie
Eventueel met
Rol
Realiseert, mits kosteneffectief haalbaar, een
Projectontwikkelaars en
Bevoegd gezag
aantal energieneutrale gebouwen die representatief
bedrijven (sponsors), school-
Investeerder
zijn voor het Amstelveen van de toekomst.
besturen, schooldirecties,
Inspirator
Gaat na of met flankerende stimuleringsmaat-
Aanbieders van innovatieve
Bevoegd gezag
regelen het Amstelveen College zeer energiezuinig
besparingstechnieken
Voorbeeld
Overlegt met schoolbesturen over energieneutrale
Sponsors die innovatieve
Bevoegd gezag
uitvoering van nieuw te bouwen scholen
technieken willen promoten
Inspirator
Onderzoekt en verspreidt informatie over nieuwe
Ministerie van VROM, Senter
Bevoegd gezag
financieringsconstructies om zeer zuinige, hetzij
Novem, AM- en stadsregio,
Procesmatig
energieneutrale, gebouwen te kunnen realiseren
provincie
Investeerder
Kandidaat-projecten: -
een lagere school
-
een multifunctioneel gebouw
-
mogelijk een topsporthal
gerealiseerd kan worden
Procesmatig
Inspirator Evalueert tussentijds of het bedrag
idem
beschikbaar in het PIA1 programma toereikend is om een GPR te halen van 7,5
Acties energieverbruik: Continueert inkoop van 100% groene stroom.
Partners voor gezamenlijke
(De herkomst hiervan zal op termijn uit bronnen
inkoop
Inspirator
in de eigen regio komen) Voert introductie door van LED verlichting bij
AM regio
Inspirator
regio/ provincie
Bevoegd gezag
verkeersregelinstallaties Voert een serie pilot-experimenten uit voor grootschalige introductie van energiezuinige
(wettelijke taak)
openbare verlichting. O.a:
Inspirator
- Oude Dorpsstraat,
Eerste gebruiker
- Stadhuisplein, - langs een hoogwaardige fietsroute Onderzoekt hierbij mogelijke introductie van “slimme” verlichting.
De gemeente Amstelveen: Acties duurzame energie en groene daken: Introduceert kleinschalige duurzame energie
Aanbieders die
Inspirator
opwekking op en rond de eigen gebouwen.
geinteresseerd zijn in
Eerste gebruiker
Stelt hiervoor specificaties op.
deelname aan demonstratieprojecten
Tracht zoveel mogelijk groene daken te
Inspirator
realiseren bij nieuwbouw
24
2.2 Thema Woningbouw Woningbouw neemt een aanzienlijk deel van het energieverbruik voor haar rekening met landelijk een gemiddeld energieverbruik van 3.500 kWh elektriciteit en 1.800 m3 gas per woning. Dit maakt woningbouw een belangrijk thema binnen dit energiebeleidsplan. Terugblik 2003 – 2007 Met het vaststellen en eisen van een Energieprestatie op Locatie (EPL7) van 7,5 behoort de gemeente Amstelveen tot de voorlopers in Nederland als het gaat om extra energiezuinige woningbouw en duurzaam bouwen. Grote bouwprojecten met veel aandacht voor duurzaam bouwen zijn de nieuwbouwwijk Westwijk en de herstructurering van Bovenkerk. Voor bewoners betekent dat vaak niet alleen een lagere energierekening, maar ook extra comfort door bijvoorbeeld het toepassen van energiezuinige koeling van de woning. Naast energie wordt bij nieuwbouw van woningen en bedrijven ook gelet op het materiaalgebruik, het binnenmilieu, het waterverbruik, bouwafval en de kwaliteit van de woningen en gebouwen. Nadere specificatie van normen is vastgelegd in de Nota Duurzaam Bouwen.8 Kansen nieuwe beleidsperiode Hoewel de focus de afgelopen jaren heeft gelegen op de nieuwbouw, is er bij bestaande bouw ook veel energiewinst te behalen. Zeker omdat steeds meer woningen in de gemeente kampen met een onderhoudsachterstand. Bestaande woningen Klimaatakkoord VNG: Energiegebruik in woningen en gebouwen met meer dan 50% verlagen in 2020. Afspraken tussen marktpartijen en het Rijk zijn vastgelegd in het programma “Meer met minder”. Voor deze categorie stellen Rijk en provincie subsidiegelden voor isolatie, energiebesparing en toepassing duurzame energie beschikbaar. De gemeente Amstelveen stelt voor 2009 vijftig duizend euro beschikbaar ter verhoging van het door de provincie beschikbaar gestelde bedrag voor energiebesparende maatregelen en opwekking van duurzame energie. In 2009 ontstaat tevens de mogelijkheid voor particulieren om aanspraak te maken op de SDE subsidie (zonnecellen) en de regeling Duurzame Warmte (o.a. zonneboilers) van het Rijk. De gemeente zorgt ervoor via het spoor van duurzaamheidscommunicatie dat gebruik maken van bestaande regelingen laagdrempelig wordt. Amstelveen bereid begin 2009 een nieuwe SDE-aanvraag bij de provincie voor, te benutten door particuliere wooneigenaren. Ook voor 2010 is vijftig duizend euro beschikbaar. Enkele nationaal opgezette acties zijn sterk van invloed op het gemeentelijk energiebeleid. Het verplichte energielabel voor koopwoningen en de verplichting aan energiebedrijven om slimme meters te plaatsen zijn hier voorbeelden van. Die laatste maatregel biedt bewoners een mogelijkheid om het eigen energiegedrag inzichtelijk te maken en te besparen waar dat eenvoudig kan. Ervaring leert dat hier 5% - 10% reductie in energieverbruik mee te behalen is. Omdat de invoering ervan haken en ogen kent, o.a. op het vlak van privacybescherming, wil de gemeente eventueel op verzoek van energiebedrijven procesmatige ondersteuning bieden bij het introduceren van slimme meters, die aan de eisen en aan ieders verwachting voldoen.
7
De EPL wordt uitgedrukt in een (rapport)cijfer van 1 tot 10 en geeft het berekende verbruik aan fossiele brandstoffen van een wijk aan. 8 Zie 3.6
25
Duurzaamheidslening Een belangrijk instrument om isolatiemaatregelen te bekostigen bij aankoop van een huis is de duurzaamheidslening. Het Rijk kent nu al een garantstellingsregeling die de drempel verlaagt om energiebesparende maatregelen te treffen. Een verder impuls kan worden gegeven in de vorm van een ‘zachte lening’, de duurzaamheidslening. Deze lening wordt in diverse gemeenten verstrekt in samenwerking met het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Of deze in Amstelveen geïntroduceerd kan worden, hangt af van de totstandkoming van een gestapelde subsidieregeling waarin rijk, provincie en gemeente samen meebetalen. Dit kan plaatsvinden vanuit een zgn. ‘Revolving Fund’. De gemeente Amstelveen inventariseert in de eerste plaats via de stadspeiling 2009 hoeveel animo er onder kopers en starters is, om van een dergelijke lening gebruik te maken. Bij gebleken behoefte zal in overleg getreden worden met provincie en rijk over hoe de regeling vorm kan krijgen. Het succes van de regeling zal mede afhangen van extra stimuleringsmaatregelen die het Rijk kan treffen, bijvoorbeeld BTW verlaging. Anders namelijk is de drempel voor particuliere eigenaren waarschijnlijk nog steeds te hoog met het oog op de relatief lange terugverdientijd. Zo duurt de terugverdientijd van een investering om een woning twee labels in energieklasse te laten stijgen al gauw tien jaar. Huurwoningen Wat huurwoningen betreft zijn er twee uitdagingen: - het gegeven dat de eigenaar van de woning de investeringen betaalt, terwijl het voordeel van een lagere energierekening bij de huurders terecht komt en - dat de terugverdientijd voor de (steeds wisselende) individuele huurder vaak te lang is. Gesprekspartners zijn de woningbouwcorporaties, evt. huurdersverenigingen, energiebedrijven, de Vereniging Van Eigen Huiseigenaren en projectontwikkelaars. Wooncorporaties De corporaties zullen extra moeten investeren in energiebesparing en evt. opwekking van duurzame energie. De gemeente zal er bij wooncorporaties op aandringen dat dit niet resulteert in doorberekening van huurlast aan huurders op een manier dat de netto woonlast stijgt. Door de afschrijvingssystematiek aan te passen kan de woonlast mogelijk zelfs dalen. De gemeente vervult in dezen een bemiddelingsrol. Een belangrijke taak van de gemeente is om prestatieafspraken te maken met woningbouwverenigingen over verlaging van het energieverbruik van woningen. Dit mede als uitwerking van het landelijke convenant die het Ministerie van VROM heeft afgesloten met Aedes, de koepel van de wooncorporaties. Nieuwbouw Wat betreft de implementatie van de energienormen met een steeds lagere EPC bij nieuwbouw ligt de komende beleidsperiode de nadruk op de handhaving van de gevraagde prestaties. Nagegaan moet worden of bij oplevering daadwerkelijk aan de uitgangseisen wordt voldaan en of de voorspelde exploitatiekosten niet overschreden worden. Dit vereist specifieke kennis, zeker omdat de technieken waarmee voldaan kan worden aan de eisen zich snel ontwikkelen. Wooncorporaties tonen in toenemende mate interesse voor de realisatie van nulenergiegebouwen. De gemeente zal bij projecten die privaatrechtelijk geregeld worden een energieprestatie vragen die strenger is dan de EPC die publiekrechtelijk vereist is. Zie voor de betreffende normen het kader hieronder. Woningbouwcorporaties kunnen het voortouw nemen op gebieden als het aantakken op de stadsverwarming of benutten van koude/warmte installaties. Door dit per wijk (oudbouw en nieuwbouw) in toenemende mate toe te passen ontstaat een robuuste, betaalbare
26
infrastructuur in de gemeente. De gemeente onderzoekt in overleg met wooncorporaties en energiebedrijven of het mogelijk is om dit streven met een convenant te ondersteunen. Ontwikkeling naar een energieneutrale, duurzame stad Amstelveen wil ruimte bieden aan geheel nieuwe manieren van gebiedsontwikkeling die klimaatbestendiger zijn. Bij de ontwikkeling van de Noorder Legmeer wordt de ontwikkeling naar een energieneutrale regio nagestreefd. Dit door een energie infrastructuur mogelijk te maken waarbij koppelingen tussen tuinbouwkassen en tussen kassen en woningen kunnen worden toegepast. Dit bijvoorbeeld in combinatie met goed gereguleerde toepassing van Warmte-Koude opslag in de ondergrond. 9 Speerpunt Bij nieuwbouw in de Noorder Legmeer wordt energetische koppeling tussen woningen en glastuinbouw nagestreefd en de toepassing van warmte-koude opslag. Deze wijk zal zeer energiezuinig tot energieneutraal ontwikkeld worden.
Zongericht verkavelen Amstelveen maakt een start om bij nieuwbouw of herontwikkeling van locaties in principe zongericht te verkavelen. Hier kan van worden afgeweken als de situatie erom vraagt. Dit beleid wordt als test voor 2 jaar ingezet en dan geëvalueerd op eventuele aanpassing. Het ontwerp van gebouwen moet zoveel mogelijk bijdragen aan een optimale interne energiehuishouding. Koeling In de ruimtelijke ordening zal bij het ontwerpen van waterlopen in gebouwde omgeving er rekening mee worden gehouden dat deze zoveel mogelijk bij te dragen aan verkoeling van gebouwen in de zomer en koude matiging in de winter. Groene daken De toepassing van groene daken doet steeds meer opgeld in Nederland. Amsterdam past het toe op de eigen gemeentelijke gebouwen en Rotterdam stimuleert het voor de hele stad. Het wordt gezien als een probaat middel om het ‘hitte-eiland’ effect van de binnenstad te temperen, (d.w.z. een piek in zomerhitte in de stedelijke omgeving, het gevolg van warmtebuffering door stenen en produceren van warmte door stedelijke activiteiten) en het biedt de mogelijkheid om de waterbergingsopgave in verstedelijkt gebied te realiseren. Of introductie van groene daken in Amstelveen bevorderd moet worden wordt, mede n.a.v. schriftelijke vragen uit de raad, aanvang 2009 onderzocht als uitwerking van het stedelijk waterplan. Verkend zal moeten worden of de waterbeheerders of projectontwikkelaars mee willen subsidiëren. Evt. beleidsregels t.a.v. groene daken zullen worden geïntroduceerd bij de herijking van het beleid voor duurzaam bouwen in 2009. Strategische projecten In het strategisch project A9 wordt ondertunneling toegepast. Bovengronds is een bouwzone aanwezig. Bij de realisatie van dit project zullen binnen de financiële mogelijkheden de kansen voor klimaatbestendig en duurzaam bouwen benut worden.
9
Dit uitgangspunt is eerder al vastgelegd in een gemeentelijke verkenning op de ontwikkeling van de Legmeer
27
Doelstellingen en acties Woningbouw De gemeente Amstelveen: - zal door een mix van maatregelen de energetische kwaliteit verbeteren van de bestaande woningvoorraad (uitgedrukt in het energielabel), conform de Senter Novem taakstelling, met gemiddeld 2 % per jaar; - stimuleert bewustwording bij bewoners via concrete en doelgroepgerichte voorlichting met als doel energiebesparing enerzijds en het bevorderen van een gezond binnenmilieu anderzijds. - gaat bij grote nieuwbouwprojecten (> 10 woningen), waarbij de gemeente de gronduitgifte regelt, uit van een score van 10 op de module energie en een score van 7,5 op de andere modules in GPR Gebouw (dit betreft een aanpassing van de Nota Duurzaam Bouwen, waar het doel voor energie nog 7,5 is. De hogere GPR past bij het streven naar een energieneutrale regio in 2040. De gemeente streeft overeenkomsten na op vrijwillige basis, waarbij de GPR wens wordt doorvertaald in de bouwaanvraag.) - is voornemens bij grote nieuwbouwprojecten, die evt. samen met marktpartijen, voor
particulieren worden ontwikkeld, de GRP te verhogen van 7,5 naar 8, Hier gaat aan vooraf dat uit de evaluatie van de Nota Duurzaam Bouwen eind 2009 moet blijken, dat zo’n verhoging mogelijk is. Het doorvoeren zal gebeuren op hetzelfde moment dat het Rijk een aanscherping van de EPC eis doorvoert. - past bij projecten een zodanige verkaveling toe dat daarmee een optimale energiehuishouding voor de nieuwe gebouwen wordt bereikt. - stimuleert dat bij het ontwerpen van gebouwen, zoveel mogelijk wordt bijgedragen aan een optimale interne energiehuishouding.
28
De gemeente Amstelveen: Actie Voert besprekingen met wooncorporaties en energiebedrijven over prestaties op gebied van besparing en introductie van duurzame energie Wil op verzoek energiebedrijven ondersteuning bieden bij het introduceren van slimme meters
Toepassing Bestaande bouw
Rol Bevoegd gezag
Bestaande bouw
Facilitator Procesmatig
Verstrekt informatie over beschikbare subsidieregelingen
Bestaande bouw Particuliere eigenaren
Facilitator
Particuliere eigenaren Nieuwbouw
Subsidieverstrek ker Inspirator
Nieuwbouw
Bevoegd gezag
Nieuwbouw
Bevoegd gezag Inspirator
Nieuwbouw wijk Hele voorraad
Bevoegd gezag
Hele voorraad
Facilitator Bevoegd gezag
Nieuwbouw Herontwikke ling
Bevoegd gezag
Stelt eenmalig voor 2009 vijftig duizend euro beschikbaar ter verhoging van het subsidieplafond van de provinciale subsidie Amstelveen bereidt begin 2009 een nieuwe SDEaanvraag bij de provincie voor Onderzoekt welke steun gegeven kan worden aan realisatie van energieneutrale woningen Toetst EPC-berekeningen en houdt toezicht op de EPL op de bouwplaats bij 100% van de bouwvergunningen (in het uitvoeringplan is de taakstelling 40% - dit is de afrekenbare doelstelling) Gaat na of het Ministerie van VROM voor een wijk een experiment met verlaagde EPC eis wil aangaan en eventueel aan het bereiken daarvan een bijdrage wil leveren Past openbare verlichting toe die op termijn door LED of vergelijkbare verlichting vervangen kan worden Slimme meters: Onderzoekt of versnelde introductie door energiebedrijven mogelijk is van slimme meters Energiebesparing en labels: Onderzoekt (in regioverband) of een thermografisch beeld van de gemeente gemaakt kan worden om energieprestaties te ijken Past gedurende 2 jaar het beleid toe om zongericht te verkavelen, mits dat op sommige plaatsen minder wenselijk is, en evalueert de uitkomst en stelt evt. het beleid bij
Subsidieverstrek ker
Facilitator
29
2.3 Thema Bedrijven en agrarische sector Energiebesparing en het toepassen van duurzame energie-installaties is voor steeds meer bedrijven een serieus onderwerp. Naast de toegenomen aandacht voor duurzaam ondernemen wordt dit ook ingegeven door het economische aspect: door de stijgende energieprijzen neemt het aandeel van energiekosten in de totale bedrijfskosten fors toe. Bedrijven worden tijdens het productieproces geconfronteerd met een omvangrijk energieverbruik. Dit geldt ook voor kantoorgebouwen vanwege apparatuur, verlichting, koeling en verwarming. Terugblik 2003 – 2007 Tijdens de looptijd van het vorige energiebeleidsplan zijn gemeentelijk medewerkers opgeleid om bij bedrijfsbezoeken te adviseren over energiebesparende maatregelen. Bedrijven met een hoog energieverbruik is vanuit de toepassing van eisen van de Wet milieubeheer gevraagd een energiebesparingsonderzoek uit te voeren, dat vervolgens getoetst werd door de gemeente. Daarnaast is er naar gestreefd nieuwe bedrijventerreinen zoveel mogelijk duurzaam in te richten en in stand te houden. Kansen nieuwe beleidsperiode Midden- en kleinbedrijf Zowel de horeca als de detailhandel heeft aangegeven behoefte te hebben aan concrete informatie op het gebied van te treffen besparingsmaatregelen. Forse besparingsmogelijkheden liggen er op het gebied van etalageverlichting, de verlichting van kantoorpanden en terrasverwarming.
Klimaatakkoord VNG: Uitgangspunt is dat alle energiebesparende maatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen genomen dienen te worden. Zulks binnen de kaders van de Wet milieubeheer. De ministeries van VNG en VROM ontwikkelen een nieuw systeem van periodieke controles. Supermarkten In deze branche liggen goede aangrijpingspunten voor energiebesparing door afdekken van koelschappen, opslag van bij koeling vrijkomende warmte toe te passen en over te schakelen op energiezuinige verlichting. Amstelveen zal de inspanning opvoeren om supermarkten te bewegen gevolg te geven aan de ambities uit het convenant tussen branche en de Minister van VROM is. Tevens handhaven we de wettelijke voorschriften om na te gaan of de branche aan de minimumvereisten voldoet. Utiliteitsbouw Nieuw- en verbouw van utiliteitsbouw - net als bij woningbouw – biedt een kans voor de inzet van duurzame energie en energiebesparing. Wettelijk gezien is het volgende vereist: Bij aanvraag van een bouwvergunning dient conform het Bouwbesluit getoetst te worden of het gebouw voldoet aan de wettelijk voorgeschreven EPC;
30
-
-
Conform de Wet milieubeheer (vastgelegd in het Activiteitenbesluit) dienen bedrijven met een elektraverbruik van 200.000 kWh en/of een gasverbruik van 50.000 m3 een energieonderzoek uit te voeren en energiemaatregelen te treffen. Bedrijven met een lager verbruik worden geacht erkende energiebesparingsmaatregelen (bewezen rendabele praktijktoepassing) uitgevoerd te hebben. Hierop wordt gehandhaafd. Bij toepassing van vergunningverlening op basis van Verruimde Reikwijdte moeten in ieder geval alle maatregelen getroffen worden die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Eisen vanuit de EPBD – zie onderstaand –
Kantoren Het energieverbruik door kantoren is nog steeds fors. Bij bestaande kantoren – evenals bij utiliteitsgebouwen - kunnen door investeringen en betere inregeling al vaak grote besparingen bereikt worden. De Europese “Energy Performance of Building Directive” (EPBD)-richtlijn (2002) die per 1 januari 2008 van kracht is geworden geeft op dit vlak een belangrijke impuls. Hierin zijn eisen opgenomen voor nieuwe gebouwen en verplichtingen voor bestaande gebouwen als er ingrijpende renovatie wordt toegepast. Deze richtlijn is in 2008 aangescherpt en geldt nu niet langer alleen meer voor gebouwen met een vloeroppervlak van 1000 m2, maar voor alle gebouwen. De EPBD bepaalt dat in openbare gebouwen met meer dan 1000 m2 vloeroppervlak de energieprestatie in de vorm van het energielabel voor het publiek zichtbaar wordt gemaakt. Voor kleinere gebouwen is dit op vrijwillige basis. Gebouweigenaren kunnen overwegen ook de maatregelen te vermelden die getroffen moeten worden voor verbetering van het label en waar en wanneer dit wordt toegepast. De Nederlandse doorvertaling hiervan vindt plaats in energiecertificering van gebouwen en het stellen van een toepasselijk lage EPC waarde. Er zijn grote verschillen tussen nieuwe en bestaande gebouwen. Bij nieuwe gebouwen kan de energiebehoefte 3-5 liter (huisbrand)olie zijn per m2, bij oude gebouwen kan dit oplopen tot 60 liter. De gemeente zal bij gebiedsontwikkeling voor projecten die privaatrechtelijk geregeld worden, een energieprestatie vragen die strenger is dan de EPC die publiekrechtelijk vereist is. Dit betreft projecten waarbij de overheid met marktpartijen op vrijwillige basis een privaatrechtelijke overeenkomst aangaat. Zie bij het kader doelstellingen in het voorgaande hoofdstuk voor de te behalen GPR waarde. In de publiekrechtelijke situatie zal bij vergunningverlening overleg plaatsvinden over het kunnen toepassen van verruimde reikwijdte. Om al het werk te kunnen uitvoeren dat hier uit voortkomt, is gespecialiseerd technisch personeel nodig, waar een schaarste aan kan bestaan. Als dit de uitvoerbaarheid van plannen in de weg staat, zullen we het onderwijsveld (zoals ROC’s) benaderen met informatie hierover en vragen om met op de praktijk aansluitende opleidingen hierin te voorzien. Een ander spoor is toepassing van innovatie: vanuit het bedrijfsleven, eventueel in combinatie met hoger onderwijsinstellingen en universiteiten, zijn nieuwe instrumenten te ontwikkelen die bijvoorbeeld het gebouwbeheer in energetisch opzicht verbeteren. Er zijn nog tal van vernieuwingen mogelijk, zoals de introductie van zwakstroom in woningen ter vervanging van trafo’s. Om startende ondernemers te benaderen kunnen bestaande netwerken worden benut zoals de Kenniskring Amsterdam, met daarbinnen initiatieven als de Innovatie Motor, de inspirerende ontmoetingen over duurzaamheid georganiseerd door de Kamer van Koophandel en het nationaal opererende netwerk Urgenda. Stimuleringsgelden van de rijksoverheid kunnen worden verworven, zoals die van de Unieke Kansen Regeling, en de Energie Investerings Aftrek (EIA) en Vamil regeling voor ondernemers. (Zie: www.senternovem.nl)
31
Een ontwikkeling die kansen biedt is dat veel grote ondernemingen eigener beweging al streven naar het realiseren van “Green Offices”. Ook willen bedrijven graag nieuwe vondsten op het gebied van energiebesparing en duurzame opwekking tonen. De communicatie hierover zal geïntensiveerd worden. Voor betere communicatie naar bedrijven zal worden onderzocht of de eigen systematiek van de GPR kan worden ondergebracht bij de certificeringsmethodiek die de ‘Dutch Green Building Council’ voorstaat. Deze actie wordt bij voorkeur in Regioverband uitgevoerd. Een speciale factor is de sterke toename van stroomgebruik door de groeiende inzet van steeds snellere computers. Veel van de daardoor geproduceerde warmte wordt momenteel weggenomen door stroomvretende airco’s of door naar de buitenlucht weg te koelen. Terugdringen van de warmteproductie of anders met omliggende bedrijven afspraken te maken voor afname van warmte is een veel beter principe. (‘co-siting’) De gemeente zal eigener beweging bedrijven benaderen om de geschetste ontwikkeling naar ‘green offices’ te bespoedigen. Hiertoe benutten we de (inter)nationale contacten. Banken De gemeente zal in haar reguliere overleg met de banken navraag doen of er voldoende financiële instrumenten aanwezig zijn voor inwoners en bedrijven om energiebesparende maatregelen te treffen. Tevens of daarmee het opwekken van duurzame energie ook gestimuleerd kan worden. Land- en tuinbouw Diverse sectoren bevinden zich in een moeilijke periode omdat ze fors moeten investeren in nieuwe technologie en nieuwe bedrijvigheid om periodiek hoge brandstofkosten te kunnen opvangen. Voorts zorgen conjunctuurschommelingen en de kort durende populariteit van sommige gewassen (bijv. orchideeën) voor veel onzekerheid qua inkomsten. De nationale overheid steekt samen met de gemeente vanuit transitieprojecten rond de Greenport de helpende hand toe met stimuleringsmaatregelen om tuinders door deze moeilijke periode heen te helpen. Klimaatakkoord VNG: Rijk gaat investeren in semigesloten kassen en andere innovatieve energiesystemen. Vanaf 2008 is er een subsidieregeling voor investeringen in energienetwerken. Glastuinbouwbedrijven die gekoppeld zijn vallen onder die netwerken. Het Rijk stimuleert de productie van duurzame energie door covergisting via de SDE regeling.
De zeer innovatieve tuinbouwsector neemt echter ook in hoge mate haar eigen verantwoordelijkheid en ontwikkelt zich naar een sector die hogere rendementen haalt door het sluiten van kringlopen van energie, CO2, voedingsstoffen en water. De tuinbouwsector is inmiddels al een netto energieleverende sector geworden, maar bedient zich daarbij wel van fossiele brandstoffen. De gemeente wil de glastuinbouwsector hulp bieden op één of meer van de volgende manieren: het verlagen van bedrijfskosten door tuinders in staat te stellen energie-, CO2 en materiestromen (biomassa) uit de omgeving te laten benutten. Ook de mogelijke
32
-
-
aanwending van aardwarmte (diepe geothermie en ondiepe Warmte-Koude opslag) valt hieronder. De structurele kansen daartoe kunnen het beste in (stads)regionaal verband in beeld worden gebracht; met een gericht ruimtelijk-infrastructureel beleid, het aantrekken van nationale innovatiegelden en het organiseren van inspirerende ontmoetingen de tuinbouw te ondersteunen bij het introduceren van nieuwe concepten zoals de energieleverende kas, combinatieteelt van groente en fruit met vis (bijv. tomaat en tilapia) en het kweken van microwieren (algen) voor milieuverantwoorde productie van diervoeding en biobrandstof: zie kader; het optimaal benutten van (nieuwe) vergistingsinstallaties, waarmee groen aardgas (d.w.z. opgewerkt biogas) wordt geleverd aan de omgeving; zorgen voor een voortvarende vergunningverlening voor duurzame en innovatieve energiesystemen; zorgen voor een regulerend kader (vanuit de provincie) voor Warmte Koude opslag.
Amstelveen draagt bij aan projecten die een conversie van de glastuinbouw naar nieuwe teelt- en productiewijzes bewerkstelligen binnen de Greenport acties op dit terrein. Dit conform de uitgangspunten die zijn neergelegd in de middellange termijn visie Greenport 2025. Eén van de Greenport projecten is het introduceren van de energieleverende kas, waarbij zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van natuurlijke hulpbronnen. In potentie kan de landelijke warmtebehoefte van huishoudens én tuinbouw waar nu 1,5 miljoen kubieke meter aardgas mee gemoeid gaat, op alternatieve manier geleverd worden door de tuinbouw. Omdat er door de industrie veel warmte wordt weggekoeld naar de omgeving, kan deze warmte beter direct (of via de tuinbouw) naar woningen worden doorgegeven. Door de komst van de Warmtewet in 2009 zal hier een sterke impuls aan gegeven worden. Deze wet zorgt ervoor dat bedrijven niet meer zonder meer warmte kunnen wegkoelen naar hun omgeving. Om de vereiste planologische koppeling te krijgen tussen aanbod en afname aan warmte is een (digitale) energiekansenkaart nodig, die binnen de planperiode laagsgewijs ontwikkeld zal worden. Er zal een start worden gemaakt met warmte-uitwisseling tussen kassen en woningen bij de ontwikkeling van de Noorderlegmeerpolder. Aanwending van biomassa bronnen Er zijn diverse bronnen van biomassa in de regio die kunnen worden ingezet voor benutting van warmteopwekking. Bijvoorbeeld voor een kleine biomassacentrale of in vergistingsprojecten. Het is van belang om inzicht te krijgen in beschikbare stromen aan biomassa. Voor samenwerking en financiering van eventuele activiteiten zal worden aangesloten op het in Noord-Holland actief zijnde platform Biomassa.
33
Algen als brandstofproducenten Een nieuwe bijzondere vorm van brandstofproductie groeit snel in populariteit. CO2 opgelost in water wordt zeer effectief weggenomen door algen en omgezet in allerhande nuttige producten. Hieronder zijn diervoedingsproducten en biobrandstof. De productie van biobrandstof gaat bij deze teeltwijze niet ten koste van voedselproductie. Naast CO2 toevoer voor de groei zijn in beperkte mate nog andere voedingsstoffen noodzakelijk, die vaak kunnen worden verkregen uit reststromen van agrarische productie. De teelt kan op twee wijzen geschieden: in open vijvers of in bioreactoren. Wanneer weinig ruimte voor teelt beschikbaar is, zoals in Amstelveen, ligt teelt in bioreactoren het meest voor de hand. De insteek om met name biobrandstof te produceren heeft de voorkeur, met een luchthaven in de nabijheid die de teelt van energiegewassen wil stimuleren. De toepassing van zoutwateralgen die groeien in bioreactoren belooft de grootste opbrengst aan biobrandstof te kunnen leveren. Hier is in Nederland nog maar beperkt ervaring mee opgedaan. Amstelveen wil als organisator en katalysator optreden om de juiste partijen bijeen te brengen. Beoogde partijen voor samenwerking zijn tuinbouwbedrijven, Greenport Aalsmeer, Schiphol, kennisinstellingen en bedrijven die in algenteelt gespecialiseerd zijn. Amstelveen kiest overigens alleen voor energie opwekking met biobrandstoffen van de tweede generatie waartoe algen behoren. Ook de zgn. anderhalve generatie is toegestaan. Deze vorm van biobrandstofopwekking concurreert niet met de voedselketen.
Afval- en GFT verwerkende bedrijven De gemeente zal waarschijnlijk vanaf 2010 de beschikking krijgen over groen aardgas dat wordt opgewekt door de GFT verwerker Meerlanden doordat deze GFT gaat vergisten. Deze omschakeling in productieproces levert veel CO2 reductie op.
Meerlanden: Van afval- naar energiebedrijf Vergisten per 55.000 ton gft (regionale opbrengst): 4,1 miljoen m3 gas (transportkwaliteit) én 1,5 miljoen m3 CO2 (nuttig voor de kassen) óf 10,9 MWh elektriciteit CO2 besparingspotentieel per 55.000 ton gft: • Composteren: 8,25 miljoen kg CO2 • Vergisten: 11,00 miljoen kg CO2 • Totaal: 19,25 miljoen kg CO2 (bron: Meerlanden)
De gemeente Amstelveen wil initiatiefnemers ook de mogelijkheid bieden vergisting in installaties binnen haar gemeentegrenzen te introduceren. In het ruimtelijk ordeningsbeleid worden mogelijkheden opengehouden voor vestiging van een vergistingsinstallatie. Bij voorkeur in samenhang met de levering of productie door een bedrijf van (groen) aardgas. Energiebedrijven De overheid is overeengekomen met de energiebedrijven dat bestaande energiemeters vervangen zullen worden door slimme energiemeters. Deze meters spelen een belangrijke rol in het bewust maken van consumenten van hun energieverbruik. Door samen met
34
energiebedrijven deze conversie tot een succes te maken, kan 10% energiereductie worden bereikt, waarmee tevens wordt bereikt dat huishoudens er financieel op vooruit gaan. Energiebedrijven kunnen ook een belangrijke rol spelen in het helpen van particulieren in de omschakeling naar meer energiezuinige vormen van opwekking. (Stadsverwarming, aanschaf HRE ketel of een micro-WKK installatie om maar enkele mogelijkheden te noemen) Wij onderzoeken de mogelijkheid tot samenwerking met energiebedrijven op het verkennen van de kansen voor uitwisseling van duurzame vormen van warmte en koude in de omgeving. Het vroegtijdig anticiperen op en beïnvloeden van infrastructurele keuzes is hierbij een belangrijk overlegpunt. Doelstellingen en acties Bedrijven en Agrarische sector Doelstellingen De gemeente Amstelveen: - Stimuleert samenwerking van bedrijven, bijvoorbeeld op een bedrijventerrein, gericht op minimaal 2% energiebesparing en/of duurzame energieopwekking per jaar - streeft bij nieuwbouw van utiliteitsbouw, via een overeenkomst op vrijwillige basis met marktpartijen, naar een score van 10 op de module energie en een score van 7,5 op de andere modules in GPR Gebouw (dit betreft een aanpassing van de Nota Duurzaam Bouwen, waarin het doel voor energie een 7,5 is); - toetst EPC-berekeningen en houdt toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 70% van de bouwvergunningen. (In het uitvoeringsplan is de minimale taakstelling van 40% opgenomen).
Acties De gemeente Amstelveen: - benadert ondernemingen, inzoverre ze niet al spontaan contact opnemen, om pro-actief op vrijwillige basis meer dan vereist aan energiebesparing te doen en een ‘green office’ te realiseren. Hen wordt gevraagd om kennis en creativiteit delen met hun omgeving bij het vinden van (nieuwe) oplossingen. - stelt voorafgaand aan bedrijfsvestiging een milieuadvies op bouwplanniveau op (het juiste bedrijf op de juiste plaats, met aandacht voor leefbaarheid en duurzaamheid op kavel-, gebouw- en procesniveau). Het gesprek over energieprestaties wordt zo mogelijk gevoerd voorafgaand aan de vergunningaanvraag; - verstrekt op eenduidige en concrete wijze informatie aan ondernemers over te treffen maatregelen op het gebied van energiebesparing en verwijst naar mogelijke subsidiebronnen; - informeert het onderwijsveld over behoefte aan voldoende geschoold personeel om de energietransitie waar te kunnen maken. Dit kan op termijn uitmonden in een samenwerkingsconvenant dat wordt afgesloten tussen installatiebranche, ROC’s, HBO en universiteiten. - geeft prioriteit aan energie en besparingsmaatregelen bij periodieke bedrijfscontroles.
35
- verzoekt de provincie Noord-Holland om een regulerend kader te ontwikkelen voor Warmte-Koude opslag in de bodem, waarbij uitgifte kan worden toegepast in een gebied vanuit één vergunning. - verkent de mogelijkheid een rol te spelen in het duurzaam onderhouden en exploiteren van ondergrondse energiebronnen. - stimuleert de vestiging van een vergistingsinstallatie binnen de gemeentegrenzen of in de directe omgeving en gaat daartoe een overeenkomst aan met initiatiefnemers, bijvoorbeeld in een PPS constructie. - Verkent de mogelijkheid tot samenwerking in benutting van biomassastromen en een pilot met algenteelt met partners als: Waternet, Greenport, LTO, energiebedrijven, waterbeheerders, platform biomassa. Dit is in eerste instantie een procesmatige activiteit.
36
2.4 Thema Verkeer en Vervoer Mobiliteit is een thema dat door gemeenten niet altijd direct te beïnvloeden is. Toch zijn er veel raakvlakken tussen verkeer en vervoer en het (gemeentelijk) energiebeleid. Het voordeel van effectieve maatregelen bij dit thema is dat vaak een bijdrage aan meer één beleidsdoel tegelijk geleverd kan worden. Zo levert een beperking van het aantal voertuigbewegingen en het stimuleringsbeleid voor introductie van zeer schone motoren, niet alleen een bijdrage aan het tegengaan van klimaatverandering, maar verbetert het ook de luchtkwaliteit. En dat op zijn beurt maakt mobiliteit in de binnenstad weer tot een minder groot probleem. Bij verkeer en vervoer is prioritering van maatregelen hetzelfde als bij Energie:
•
•
•
Stap 1: Het beperken van de transport- en vervoersvraag (bv. transportvermindering bewerkstelligen door het rijden met weinig of geen lading tegen te gaan en de forensenstroom te laten verminderen door introductie van telewerken en aanpassing van werktijden te stimuleren); Stap 2: ‘Modal Shift’: het stimuleren van het overschakelen op meer energiezuinig vervoer (bv. hybride auto’s zoals de Toyota Prius, fiets, elektrische fiets of scooter, hoogwaardig OV, etc.) Stap 3: Uitsluitend duurzaam vervoer toepassen (bijv. auto’s die rijden op biogas, elektrische bestelbussen die rijden op groene stroom)
Er is ook nog een combinatie van die drie denkbaar: het realiseren van een geheel duurzame transportketen op basis van groene voertuigen. Een voorbeeld is een totaal elektrische (‘all electric’) vervoerketen die gevoed wordt door groene stroom. In een specifiek geval waarbij CO2 uitstoot niet vermeden kan worden: de buitenlandse reizen per vliegtuig, zal CO2 compensatie worden toegepast. Hetgeen als reiskosten meegenomen wordt en niet separaat als milieukosten beoordeeld wordt. Vanuit de Amstelveense Verkeers- en Vervoersvisie staat een aantal principes voorop in het realiseren van attractief verkeer en vervoer: • • •
•
consumentgerichtheid: de vervoersbehoefte van de bewoners staat centraal; introductie van duurzaam vervoer gaat niet ten koste van betaalbaarheid van de OV systemen voor lagere inkomensgroepen; om OV systemen een minstens gelijkwaardige positie te geven aan andere populaire vervoersvormen zoals de auto, wordt innovatie en continue verbetering van het OV in de richting van schoon vervoer nagestreefd; bij de realisatie van nieuwe woonwijken wordt benutting van schoon vervoer gestimuleerd, waaronder een sportief vervoermiddel als de fiets.
37
Terugblik 2003 – 2007 De gemeente Amstelveen heeft in de aanbesteding van het openbaar vervoer strenge milieueisen gesteld, waardoor de vervoermaatschappij nu met zeer schone bussen rijdt. Gemeentelijke voertuigen voldoen eveneens aan hoge eisen en zijn voor zover mogelijk uitgerust met roetfilters. De gemeente heeft vóór de vorige beleidsperiode een belangrijke voorbeeldfunctie vervuld met het project “Gas Als Ideale Aandrijving (GAIA)”, waarbij tien gemeentelijke voertuigen zijn uitgerust met een aardgasinstallatie. Dit project heeft wisselend succes opgeleverd. In Amstelveen waren er aanloopproblemen. In Haarlem bij de provincie én gemeente is de introductie van rijden op aardgas uiteindelijk succesvol verlopen. Met de aanbesteding van het OV in Amstel- en Meerlanden is een 60% vervoersgroei (aantal busuren) bereikt, alsmede de beloofde forse reizigersgroei. Tevens zijn schone EEV- en Euro V bussen geïntroduceerd. Kansen nieuwe beleidsperiode De uitvoering van de plannen uit de in 2008 vastgestelde Amstelveense Verkeers- en vervoersvisie draagt bij aan vermindering van het brandstofverbruik en reductie van het aantal vervoerskilometers. Zoals maatregelen ter verbetering van het OV en het bevorderen van de doorstroming van het (vracht)verkeer. De gemeentelijke fietsnota stimuleert het fietsgebruik door plaatsing van extra fietsenstallingen en -voorzieningen en de aanleg van hoogwaardige fietsroutes. De nota luchtkwaliteit introduceert diverse maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren en de CO2 uitstoot verlagen. Er is in Amstelveen al veel gebeurd, maar gelet op de enorme (groeiende) bijdrage van verkeer en transport aan de totale CO2 uitstoot ligt er nog steeds een belangrijke uitdaging op het gebied van automobiliteit, openbaar vervoer en goederenvervoer. De gemeente heeft een belangrijke faciliterende en stimulerende rol in het creëren van bewustwording bij burgers en bedrijven dat er andere mogelijkheden zijn. Ook neemt de gemeente maatregelen om door middel van snelheidsaanpassing en wegreconstructie de doorstroming te bevorderen. Eén methode is Langzaam Rijden Gaat Sneller, waarbij een lagere snelheid wordt aangehouden die de doorstroming verbetert. Een middel om anderen te motiveren is om voorbeelden aan te reiken vanuit de eigen organisatie. Zoals het oefenen met een energiezuinige rijstijl10, introductie van het gebruik van alternatieve brandstoffen en van voertuigen die schoon en duurzaam zijn en een vermindering van het aantal vervoerskilometers, bijv. door ondersteuning van telewerken. Afgezien van gedrag worden in dit hoofstuk drie belangrijke invalshoeken gepresenteerd waarmee significante CO2 reductie behaald kan worden. Dit zijn: 1) de aanschaf van inherent schone voertuigen; 2) het stimuleren Auto Delen; 3) aanmoedigen ‘Modal Shift’: vaker fietsen dan autorijden; 4) voortzetting introductie van Hoogwaardig Openbaar Vervoer. Dit wordt behandeld in hoofdstuk
10
De toepassing van een energiezuinige rijstijl leidt tot een besparing van 10 tot 20 % op het brandstofverbruik.
38
1) Aanschaf van schone voertuigen Stimuleringsmaatregelen op vervoersgebied kunnen een onverwacht groot effect hebben, mede door de voortvarende manier waarop Europa nieuwe eisen introduceert voor uitstootvermindering. De introductie van groene accijnzen stimuleert de aanschaf van zuinige voertuigen. Omdat auto’s doorgaans binnen 5 jaar worden omgewisseld voor een nieuwer type brengt dit een snelle omschakeling teweeg naar meer schone en energiezuinige vervoermiddelen. Gemeentelijk stimuleringsbeleid dat hierop aansluit, door bijvoorbeeld mee te helpen in de ontwikkeling van een infrastructuur voor elektrisch oplaadpunten of om (groen) aardgas te kunnen tanken, werkt katalyserend (versnellend) op de grootschalige verschuiving naar vervoer dat minder CO2 uitstoot. Schone tractie Belangrijk speerpunt binnen het Amstelveense beleid is het stimuleren van de introductie en toepassing van schone aandrijftechnieken. Recente publicaties en overheidservaring van de laatste jaren wijzen uit dat elektrische tractie en aardgasrijden de beste papieren hebben om de opvolger te worden van de klassieke verbrandingsmotor, die werkt op vloeibare brandstoffen. In opkomst is nog wel de mogelijkheid om te rijden op verbeterde biodiesel. Deze moet dan wel inherent schoon zijn en afkomstig zijn van biologische producten die niet concurreren met de voedselproductie. Een interessante optie voor verdere verkenning is de productie van biodiesel en bio-ethanol met algen die groeien in bioreactoren. 11 Onder deskundigen is vrij grote eenstemmigheid dat volledig elektrische aandrijving op basis van groen opgewekte stroom de toekomst heeft. De vordering in batterijtechniek maakt het waarschijnlijk op korte termijn al mogelijk dat een betaalbare elektrische personenauto op de markt verschijnt. Bij bussen en vrachtwagens zijn al belangrijke vindingen gedaan zoals elektromagnetische aandrijving in het wiel en automatische koppeling. Toch verloopt de introductie daarvan zeer moeizaam. We zullen derhalve bij de concessieverlening in regioverband een manier van aanbesteden voorstellen die het introduceren van innovaties in de praktijk versnelt. Dit uiteraard als het Rijksstimuleringsprogramma voor schoon collectief vervoer hier niet al uitkomst biedt. Het rijden op aardgas is met een geleidelijke doorbraak bezig op nationale schaal. De meerwaarde hiervan, ook in de vorm van verbetering van luchtkwaliteit, is inmiddels aangetoond door de gemeente Haarlem. Het stimuleren van het rijden op aardgas kan plaatsvinden door wooncorporaties, Waternet en waterschappen erbij te betrekken, waarbij het aardgas bij voorkeur geleverd wordt vanuit plaatselijke biogasinstallaties. Zij kunnen de eigen servicewagens hier op laten rijden. Beoogde initiatiefnemers om vergisting in Amstelveen op te starten zijn onder andere Afvalverwerkingsbedrijven, Energiebedrijven en Waternet. Lokale afnemers met een wagenpark dat een beperkte actieradius nodig heeft, hebben in eerste instantie veel baat bij een dergelijk tankstation. Zodra de dichtheid van de tankstations groot genoeg is speel deze afweging niet meer. Speerpunt De gemeente Amstelveen wil een belangrijke rol vervullen in het aanjagen van het electrisch rijden en organiseert ontmoetingen om initiatiefnemers bij elkaar te brengen die het electrisch rijden in de gemeente willen introduceren. Dit ondersteunt met aanschaf van electrische voertuigen voor het eigen wagenpark. Op eenzelfde wijze zal het rijden op aardgas (biogas) gestimuleerd worden.
11
Dit betreft biobrandstoffen van de anderhalve (bio-ethanol) of tweede (algendiesel) generatie
39
2) Stimuleren Autodelen Ook het autodelen kan gestimuleerd via attractief ingerichte CarPoolstroken. Om de bruikbaarheid daarvan te verhogen dienen die bij voorkeur gerealiseerd te worden in de nabijheid van een ‘Multi-fuel’ tankstation, of door hier ruimte voor te scheppen in of nabij een transferium. 3) Modal Shift Het is belangrijk om de omschakeling te bespoedigen in het kiezen van nieuwe schone vervoervormen i.p.v. oude vervuilende. Hiertoe moet een verschuiving, (‘Modal Shift’ ), bereikt worden. 4) Promotie fietsvervoer Het stimuleren van fietsen van en naar het werk en naar school is van groot belang om stagnatie van het verkeer te voorkomen. Bij de ontwikkeling van nieuwe locaties wordt ontvlechting van verkeersstromen nagestreefd om het probleem van opstoppingen en onveilige situaties te verminderen. De uitvoering van de maatregelen uit de Nota Fiets ondersteunen het energiebeleid. Een nieuw element dat het Energiebeleid toevoegt is de mogelijkheid om fietsroutes van speciale verlichting te voorzien. Bevorderen gebruik schone vervoermiddelen Methoden om dat te doen zijn onder andere: • vrije doorstroming van het OV te bevorderen; • bevorderen dat werkgevers een OV pas verstrekken i.p.v. een leasepas • innovatie een kans geven (bijv. faciliteren komst elektrische ‘Tuk-tuks’ als taxidienst faciliteren, en snellaadpunten voor groene stroom, eigen introductie van elektrische auto’s en een huisvuilwagen op biogas) • bij ontwikkeling van nieuwe woonwijken een vervoerprestatie op locatiestudie (VPL) uitvoeren en de hierin voorgestelde maatregelen overnemen. Doelstellingen Verkeer en Vervoer De gemeente Amstelveen: - bespaart binnen haar eigen organisatie 10% per 2012 t.o.v. 2008 op het gebruik van fossiele brandstoffen door aanpassing van het eigen wagenpark, door CO2 compensatie voor dienstreizen per vliegtuig toe te passen en door het gebruik van schoon woonwerkvervoer te stimuleren; (De afrekenbare doelstelling uit het uitvoeringsplan betreft 5%.) - creëert bewustwording bij zowel burgers als bedrijven ten aanzien van een energiezuinige rijstijl, het gebruik van alternatieve brandstoffen en het verminderen van het aantal vervoerskilometers; - stimuleert het besparen en/of verduurzamen van het brandstofverbruik door burgers en bedrijven met 1% per jaar; - bevordert het gebruik van hoogwaardig OV op metropolitaan niveau zodat een verschuiving ontstaat van autogebruik naar Openbaar Vervoer; - biedt faciliteiten voor de oprichting van één of meer tankstations die naast de reguliere brandstoffen ook een scala aan schone brandstoffen aanbieden, zoals een aardgasvulpunt. Convergentie met ligging transferia en ‘Park en Ride’ voorzieningen wordt nagestreefd.
40
Belangrijke acties De gemeente Amstelveen: Titel
Periode
Met
Rol
Vanaf begin 2009
Meerlanden
Connector
AM-regio
Stimulator
Introduceert schone tractie: - realiseert de komst van tenminste 1 aardgasvulpunt - brengt “vriendenclubs” bijeen voor rijden
idem
Provincie
Stimulator
op schone brandstoffen
idem
Provincie
Planoloog
- biedt 10 bedrijfswagenscans kosteloos aan
2009 – 2010
Aardgas mobiel
Inspirator
2009 e.v.
Urgenda,
Inspirator
bedrijven aan (ihkv schoonwagenpark Prov. NH) -bespoedigt de komst van “multifuel”stations, (bijv. langs de N201) - introduceert en faciliteert elektrisch rijden
Amsterdam 2009
(auto’s, scooters) - introduceert een huisvuilwagen die rijdt op aardgas/biogas (groen aardgas)
Afvalverwerkingke
Regisseur
ten 2009/ 2010
Wet. Taak Inspirator
41
2.5 Strategische projecten Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) Voor versterking van het OV is een optimale kwaliteit van de Amstelveenlijn een belangrijk structureel project. Een optie om de kwaliteit van zeer frequent vervoer in Amstelveen op te voeren, is een doorgaande buslijn introduceren die aantakt op de Zuidtangent. Bij de eerstvolgende concessieverlening voor het OV (2015) wordt nagestreefd dat alleen inherent schone, zuinige en duurzame vervoermiddelen op dit traject worden ingezet. Dit past in de strategie van het Ministerie van Ven W om per 2020 alleen nog bussen van dit type in te zetten. Om dit mogelijk te maken is Amstelveen voorstander van aanpassing van de wijze van concessieverlening op een manier dat de introductie van innovatie wordt bevorderd.12 In het kader van de A9 studie is OV wenselijk die vervoersmogelijkheden biedt die metropolitaan en internationaal in aanzien zijn, zulks in overeenstemming met het streven van Schiphol naar een superefficient bereikbaarheidssysteem in zijn omgeving. Op rijksniveau is aanvang 2009 in een rapport aanbevolen te streven naar coherente verstedelijking rond Schiphol. (Airport City concept). Dit zal uiteraard consequenties krijgen voor de vervoersontwikkeling. Een optie in dit verband is de ontwikkeling van een directe connectie tussen de A9 zone en Schiphol, die direct aansluit op het kernnet van de NS. Dit concept kan verbonden zijn met nieuwe methodieken voor goederendistributie. (regionaal of lokaal) De ontwikkeling hiervan kan cruciaal zijn voor het in stand houden van noodzakelijke winkelfuncties in het stadshart. De verdere ontwikkeling van de zones rond de A9-zone, Beneluxbaan en N201 kan op diverse manieren duurzaam worden vormgegeven. De wijze waarop wordt behandeld in de betreffende aparte projecten. Het streven is om de principes energieneutraal en ‘cradle to cradle’ toe te passen bij aanleg van nieuwe infrastructuur. Te ontwikkelen HOV’s: HOV Knoop A'veen Centrum, toekomstig HOV Aalsmeer-A'veen, HOV Uithoorn-A'veen (COVAU) en onderzoek naar Zuidtangenthalte Schiphol Oost. Emissies vrachtverkeer Voor het structureel terugdringen van emissies van het vrachtverkeer is de ontwikkeling van een schone vervoerscorridor noodzakelijk. Een openbaar systeem dat op schone manier vracht kan doorvoeren naar (inter-)nationale bestemmingen. Bij voorkeur toe te passen concepten zijn ondergronds transport en automatisch transport over vrijliggende verbindingsroutes, met bijvoorbeeld toepassing van het RoRo concept. (‘Roll on Roll off’ voor vrachtwagens.) In de indirecte invloedssfeer van de gemeente liggen grote kansen bij het verduurzamen van de zware transportstromen naar de bloemenveiling van Aalsmeer en Schiphol, en daarmee te zorgen voor onbelemmerde doorvoer van goederen naar het achterland, bijvoorbeeld via de Betuwespoorlijn, of via het Havengebied van Amsterdam. Verdere uitwerking hiervan zal plaatsvinden als onderdeel van de ontwikkeling van de provinciale structuurvisie 2040 en de structuurvisies van de metropool Amsterdam. Ook binnen Greenport verband wordt met regionale partijen samengewerkt aan verbetering van 12
Hierin staat Amstelveen overigens niet alleen. Vanaf 2009 wordt in diverse delen van het land geëxperimenteerd met innovatieve bussen. De aanschaf daarvan bevorderen via aanbesteding is echter nog niet geregeld.
42
de bereikbaarheid en opheffing van de filevorming in het gebied van de Stadsregio Amsterdam. De gemeente is hier direct bij betrokken vanwege de ontwikkeling van het naast het bedrijventerrein Amstelveen Zuid gelegen tuinbouwgebied en vervult een procesrol in het bundelen van initiatieven van partijen. Ruimtelijk gezien is de volgende corridorontwikkeling van belang: - de Schipholcorridor, dwz. de strook Schiphol Oost - Air Cargo Netherland (ACN) – Greenport Aalsmeer, waar nog een sterke toename aan vrachtvervoer verwacht wordt, - de A6-A9-corridor. Voor doelstellingen en acties wordt hier verwezen naar de betreffende strategische projecten.
43
2.6 Thema Duurzame energie Duurzame energie is energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij het milieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld. Bij het opwekken van duurzame energie komt geen (extra) CO2 vrij. Voorbeelden zijn windenergie, zonne-energie, biomassa en (het ondergronds deel van) warmte- en koudeopslag. Terugblik 2003 – 2007 Warmte-Koude opslag wordt momenteel toegepast in de woonwijk Westwijk Zuidwest en Bovenkerk Zuid. Er liggen ook plannen om deze techniek toe te passen bij de glastuinbouw in de - nog in aanleg zijnde - Legmeerpolder. Door het uitvoeren van een Duurzame Energiescan in 2007 is inzicht verkregen in de concrete potentie van duurzame energie in Amstelveen. Hoewel er zeker mogelijkheden zijn, blijkt dat er ook zeer grote inzet vereist is om tot daadwerkelijke transitie te komen. Het tempo van verandering moet omhoog, grootschalige implementatie van duurzame energieopwekking is daarbij onontkoombaar. Kansen nieuwe beleidsperiode De grootste duurzame energie potentie in Amstelveen is er voor de toepassing van zonneenergie, bio-energie en Warmte-Koudeopslag. Nu de mogelijkheden zijn onderzocht, ligt de nadruk de komende jaren op de implementatie hiervan. De taak van gemeenten is hierin verkennend, faciliterend, stimulerend en wetgevend. Samenwerking binnen de regio, met de ambitie in 2040 energieneutraal te zijn, brengt grootschalige DE-opwekking financieel dichterbij. Solitair optreden maakt veel potentiële toepassingen financieel minder rendabel. Windenergie Vanwege de hoogtebeperkingen in verband met de Schipholcontouren is windenergie opwekking maar beperkt mogelijk in Amstelveen. Naar gelang de hoogte kunnen drie typen windenergie worden onderscheiden: 1) Kleine windturbines – mits goed ingepast kunnen deze in de stad worden geplaatst. Eventueel kan dit gebeuren samen met zonne-energie opwekking binnen een eigen kleinschalig distributienetwerk van groene stroom. 2) Middelgrote turbines. Mits toepasbaar vanwege de hoogtebeperkingen van Schiphol en stedenbouwkundig en landschappelijk toelaatbaar is er in de gemeente mogelijk beperkt plaats voor dit type molen. De hoogtebeperking is dat in het stedelijk gebied van Amstelveen objecten beneden de 41 meter moeten blijven. Voor molens is dit inclusief wiekhoogte. De exact toelaatbare hoogten staan op de belemmeringenkaart. In een Zuid-Oost punt tegen de gemeente Uithoorn aan, is ruimte voor een redelijk hoge molen. 3) Grote turbines. Niet toepasbaar binnen de gemeentegrens vanwege de nabijheid van Schiphol. Deze opwekking is mogelijk wel te stimuleren via participatie in een windpark in regio- of provincieverband. Voor regionale samenwerking kan de gemeente participeren in een stichting die plaatsing van een molen in de regio realiseert. Optimale plaatsing van middelgrote molens kan in interactie met de bevolking worden toegepast volgens het ‘guldenlijn concept’: hierbij krijgen burgers via de computer de mogelijkheid om mee te beslissen over waar de lijnopstelling van molens in het Groene Hart het beste kan komen. Dit om het NIMBY effect te doen afnemen. De bereidheid om te participeren in windopwekking in de regio neemt waarschijnlijk toe nu er minstens één energiebedrijf sinds oktober 2008 de mogelijkheid aanbiedt om de opgewekte regionale windenergie direct ten goede te laten komen van het eigen energieverbruik. Dit is het zgn. ‘zelfleveringsmodel’. Soms wordt ook compensatie
44
geboden door de initiatiefnemers aan omwonenden voor eventuele geringe of matige overlast. Specifieke acties windenergie: 1) De gemeente neemt in overweging één of meer kleine windmolens te plaatsen van diverse types op en rond de eigen gebouwen, waarbij voorop staat dat de te plaatsen turbines aan de volgende criteria moeten voldoen: - jaarrond voldoende opbrengst leveren, - weinig slijtagegevoelig zijn, - geluidsarm zijn, - weinig hinderlijke schittering opleveren. Voorts moeten de turbines op gebouwen architectonisch goed ingepast worden. 2) De gemeente maakt plaatsing van middelgrote molens mogelijk in de regio. Hiertoe worden twee voorkeurslocaties onderzocht: - langs de N201, ten Noorden van Uithoorn; - een gedeelte van het industrieterrein Amstelveen Zuid. Voorts neemt de gemeente deel aan het bovenbeschreven regio-initiatief. 3) De gemeente onderzoekt deelname aan een consortium die een grote windmolen plaatst op een afgelegen industrieterrein binnen Noord-Holland, of een andere vergelijkbare vorm van participatie. Voorwaarden voor deelname zijn robuustheid van de molen, goede effectieve opbrengst, geen noemenswaardige natuurhinder en een impuls leveren aan de nationale innovatie op dit terrein. Zonne-energie De gemeente ondersteunt om te beginnen de toepassing van zon-pv en zon-thermische systemen. Hiervoor wordt een provinciale subsidie verstrekt. Aan deze subsidie wordt, zoals in hoofdstuk 2.2 al is genoemd, in 2009 50.000 euro extra toegevoegd ter verhoging van het subsidieplafond. Ook voor 2010 is 50.000 euro beschikbaar gesteld. De hoogte van de toekenning, duur van de regeling en vergoedingshoogte staan op www.amstelveen.nl. Mogelijkheden om grootschalige zonne-energie toe te passen worden onderzocht, in samenwerking met het bedrijfsleven. Om een voorbeeldfunctie te vervullen zullen zonnepanelen worden aangebracht op een gemeentelijk object. Er wordt 70.000 euro beschikbaar gesteld voor rechtstreekse aankoop of voor aanwending van het wegnemen van de onrendabele top, zulks ter beoordeling van de afdeling Vastgoed. Initiatieven vanuit bedrijven Verschillende activiteiten die door ondernemingen kunnen worden opgezet, bieden ook perspectieven voor de toekomst, zoals onder 3.3 reeds is aangegeven: - het opwekken van energie door gebruik te maken van warmte uit de kassen van de glastuinbouw. Speciaal de mogelijkheid diepe geothermische (aardwarmte) energie te benutten is aantrekkelijk.13 Voordeel van diepe aardwarmte is dat het water een temperatuur van 90 graden Celsius heeft, waardoor ook elektriciteitsopwekking mogelijk wordt. Hoewel de geologische kaart aangeeft dat hoge temperaturen pas op (te) grote diepte voorkomt, is niet uit te sluiten dat het zeer plaatselijk wel relatief ondiep (= minde dan een kilometer diepte) voorkomt.14 Nader onderzoek in het kader van de uitwerking van de energiekansenkaart door de provincie is wenselijk. Ook wordt onderzocht in hoeverre kassen ingezet kunnen worden als doorvoer van warmte uit industriebronnen; - innovatieve kansen zoals warmteterugwinning uit computerruimtes en afzet van deze warmte naar de omgeving. Gelet op de omvangrijke sectoren als Research & Development 13
Bodem experts noemen het waarschijnlijk dat in de toekomst vooral met diepe bronnen van > 1 km gewerkt zal worden. Dit kan een deel van WKO’s overbodig maken. 14 Een metaalverbinding in de diepere ondergrond kan van vulkanisch oorsprong zijn. Het vergt nader onderzoek van wetenschappelijke instellingen om hier helderheid over te verschaffen..
45
en Communicatie in het Amstelveense bedrijfsleven liggen hier grote kansen. Om deze te munten moet eerst in regionaal verband een energiekansenkaart worden vervaardigd waarin een kaartlaag is opgenomen met beschikbare bronnen in de regio van warmte, koeling, elektriciteit, (diepe en ondiepe) aardwarmte, stadsverwarming, WKO installaties, CO2 en water. Ihkv de energieneutrale regio zullen hiertoe initiatieven ontwikkeld worden. Een specifieke locatie waar de kansen meer in detail uitgewerkt zullen worden is de Legmeer. Benutten natuurlijke kringlopen In de uitvoering van het stedelijk waterplan zal meegenomen worden dat energiewinning te combineren is met waterzuivering, waterberging, bodemvorming en optimaliseren van de kwaliteit van groengebieden. In verband met de klimaatopwarming wordt gewaarschuwd voor het ‘heat island’ effect in binnensteden. Hiertoe helpt de aanleg van Groene Daken. Naar de toepasbaarheid hiervan wordt een apart onderzoek verricht vanuit het Stedelijk Waterplan. Compensatie door aanleg van nieuwe natuur Amstelveen kiest de beleidslijn dat als CO2 compensatie wordt toegepast omdat er geen duurzame alternatieven voorhanden zijn, deze compensatie bij voorkeur in de eigen regio wordt toegepast. Zo zal ter compensatie van verkeersgroei op het wegenstelsel geïnvesteerd worden in de groenstructuur, bijvoorbeeld door aanplant van klimaatbosjes. In regionaal verband is er een mogelijkheid om te streven naar herstel van aangroei van laagveen, op een dusdanige manier dat netto koolstof wordt vastgelegd. Deze optie kan worden meegenomen in de uitwerking van de groenstructuur die gerealiseerd zal worden langs de N201. Doelstellingen Duurzame energie De gemeente Amstelveen:
- draagt eraan bij dat per 2012 5% van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt, duurzaam is opgewekt en wordt geleverd via grootschalige en/of collectieve opties (zonne-energie, warmte/koude-opslag, aardwarmte, mestvergisting, etc.); (in het uitvoeringsplan is een taakstelling van 3% opgenomen)
- speelt zoveel mogelijk in op nieuwe technologische ontwikkelingen bij het opwekken van duurzame energie; - onderzoekt of via integrale planvorming energiedoelen gehaald kunnen worden via het water-, bodem- en groenspoor; - faciliteert en stimuleert bedrijven om duurzame energie te benutten en/of op te wekken, zo mogelijk in samenwerking met andere bedrijven.
46
Belangrijkste acties De gemeente Amstelveen: Titel
Periode
Evt. met
Rol
Streeft naar plaatsing van windmolens in
2009
Provincie en AM
Facilitator
gemeenten
Bevoegd gezag Inspirator
het gebied Amstelveen zuid, bijvoorbeeld langs de N201. Kosten p.m. Onderzoekt de mogelijkheid te participeren
2009 (vanaf 3e
AM-regio,
in meer grootschalige windopwekking
kwartaal)
stadsprovincie
2e periode 2009
AM-regio
Inspirator
Onderzoekt de mogelijkheid tot
2009 (vanaf 3e
AM-regio,
Inspirator
grootschalige toepassing van zonopwekking
kwartaal)
stadsprovincie,VR
Kosten p.m. Voert in het kader van het stedelijk waterplan een onderzoek uit naar Groene Daken
en/of realisatie van bio-energieopwekking,
OM
alsmede betere benutting van afvalstromen
47
2.7 Organisatieversterkende maatregelen Het thema Organisatieversterkende maatregelen richt zich op de interne gemeentelijke organisatie en beschrijft de noodzakelijke activiteiten waarmee de gemeente op een geloofwaardige en inspirerende manier over energiedoelen met de buitenwereld kan communiceren. Kansen nieuwe beleidsperiode Voor een succesvolle uitvoering van het Amstelveense energiebeleid zullen de interne vaardigheden op dit vlak door de hele organisatie heen worden verhoogd. Vanuit oogpunt van continuïteit in het beleid wordt gestreefd naar betere interne verankering van het energiebeleid in het werk van afdelingen. Er zal meer aandacht worden besteed aan interne en externe communicatie en hoe een goede structurele financiële dekking van maatregelen bereikt kan worden. De voorbeeldwerking naar de buitenwereld is zeer essentieel. Zo kan de gemeente tonen hoe de (beste) stand der techniek rendabel kan worden toegepast. De gemeente wil tevens een proeftuinfunctie vervullen voor technologie waarvan de betrouwbaarheid is aangetoond en opschaling gaat plaatsvinden. Belangrijkste acties versterking interne organisatie De gemeente Amstelveen: Titel
Periode (vanaf)
-
2e kwartaal 2009
organiseert een interne manifestatie,
Evt. met
Rol Inspirator
waarbij het personeel ideeën kan aandragen voor energiebesparing en duurzaam inkopen. Hierbij is een wisselbeker te verdienen -
bespreekt intern hoe via het werk de
2e kwartaal 2009
Extern bureau
Inspirator
Externen,
Inspirator
‘Carbon footprint’ kan worden verkleind -
versterkt de intern aanwezige kennis en
2009-2011
vaardigheid t.a.v. nieuwe onderwerpen als
stadsregio
energieneutraal bouwen en zongericht verkavelen -
organiseert ontmoetingen met de
1e kwartaal 2009
buitenwereld rond een duurzaam thema. Bijvoorbeeld in energiecafé vorm. roept een adviesgroep in het leven die
Maatschappelij
Inspirator
ke organisaties 2e kwartaal 2009
vertegenwoor
zich richt op het verbeteren van de
digers van
financiële instrumenten om het
scholen,
energiebeleid in de praktijk eenvoudiger
bedrijven, etc.
Inspirator
implementeerbaar te maken -
organiseert excursies en werkbezoeken
1e kwartaal
(stads)regio
Inspirator
om de beste (inter)nationale voorbeelden te bekijken
Samenwerking met externe betrokkenen is essentieel om ambitieuze energiedoelen te kunnen realiseren. Daarom zijn de ambities voor de komende jaren in een eerste participatiesessie in juni 2008 bepaald samen met vertegenwoordigers vanhet bedrijfsleven, instellingen, belangenorganisaties en andere instanties. De inspraakperiode van dit plan wordt benut voor het verhogen van participatie met speciale sessies. Voor het verbreden van intern en extern draagvlak wordt ruime bekendheid gegeven aan bereikte resultaten.
48
Transities vanuit de bevolking De gemeente participeert in de activiteiten van de Stichting Urgenda, waarbij in doorbraakprojecten wordt uitgezocht hoe de benodigde radicaal nieuwe oplossingen worden bereikt. Deze samenwerking is nog in opbouw. Natuur- en MilieuEducatie en Duurzaamheidseducatie Bestaande netwerken voor Natuur- en MilieuEducatie (NME) spelen een belangrijke rol in het permanent onder de aandacht brengen van klimaatbeleid, de consequenties daarvan en hoe er zuinig met energie kan worden omgegaan. Ook zijn de daarvoor in de regio aanwezige centra een prima expositie- en leerruimte om het thema duurzame energie uit te dragen. De gemeente Amstelveen voert ieder jaar tenminste één goed gecoördineerde publieksactie uit op het gebied van duurzame energie. Dit is een uitvoering van een wettelijke eis. De gemeente neemt daartoe deel aan de warme truien dag en het project Groene Voetstappen. De resultaten worden o.a. gecommuniceerd via de landelijke duurzaamheidsmonitor. Amstelveen zal actief gebruik gaan maken van netwerken en contacten vanuit het landelijke programma Leren voor Duurzaamheid, samen met de provincie. Regionale samenwerking De samenwerking op NME gebied in regionaal verband wordt geïntensiveerd. Eveneens geven we steun aan de ontwikkeling van een ondersteuningsstructuur in Noord-Holland in samenwerking met de provincie, om ook de kleinere gemeenten de kans te geven volwaardig in het gemeentelijk energiebeleid te participeren. De provincie biedt ondersteuning aan gemeenten via het CO2-servicepunt. Voorts streven we naar allianties om krachten te bundelen, Europese subsidies te kunnen binnenhalen, met bijvoorbeeld stadsregio, koplopergemeenten, Energy Valley, etc. Internationale samenwerking Amstelveens partnergemeente Woking in Engeland heeft een op veel punten gelijke strategie waar het gaat om tegengaan van klimaatverandering, duurzaamheid en energiebeleid. Samenwerking, waar dat voordeel biedt, ligt voor de hand. Een mogelijkheid is de samenwerking in een Europees project met subsidie van Brussel. Door het energiebeleid een plaats te geven in het ontwikkelen van stedenbanden kan de effectiviteit van het Amstelveens beleid mogelijk worden vergroot. Omdat klimaatverandering een internationaal verschijnsel is vraagt het om internationale solidariteit. Stedenbanden zijn een prima hulpmiddel om zichtbaar te maken hoe wereldwijd aan oplossingen wordt gewerkt. Winst van duurzaam inkopen
15
Uit een recente Quick Scan van de VNG blijkt dat voor duurzaam inkopen geen eenduidige standaard aanwezig is waarmee kan worden aangegeven hoe hoog het percentage is dat duurzaam wordt ingekocht. Dit aspect verdient verbetering. Er zijn overheidsorganisaties die grote vorderingen maken op dit terrein, zoals de overheidsinstanties in Den Haag. Hier is zelfs een speciale organisatie ingericht die de MKB ondersteunt bij het kunnen voldoen aan nieuwe inkoopeisen en tevens is een platform opgericht waarin partijen in de stad samenwerken aan het realiseren van duurzame doelstellingen, genaamd “Om Den Haag”. Amsterdam professionaliseert het inkoopbeleid aan de hand van een leidraad duurzaam inkopen. Ook bij gunnen en aanbesteden kunnen duurzaamheidscriteria worden gesteld. Amstelveen heeft al vroeg zelfstandig criteria 15
In deze paragraaf worden alleen de aan energie gerelateerde aspecten behandeld. Het overige wat betreft duurzaam inkopen komt aan bod in het Milieuplan 2009.
49
ontwikkeld en toegepast en daarmee aan duurzaam inkopen gedaan avant-la-lettre. Deze praktijk zal worden versterkt. De 100% inkoop van groene stroom die contractueel is vastgelegd t/m 2010 zal worden gecontinueerd. Het karakter van de groene stroom zal verschuiven van groen naar donkergroen: daar geïnvesteerd zal worden in eigen duurzame opwekking zal op termijn eigen geproduceerde groene stroom kunnen worden afgenomen. Dit is mogelijk via het zgn. zelfleveringsmodel. Door decentrale opwekking worden productiekant en afnamekant zo direct mogelijk gekoppeld. Dit is een extra prikkel om het aandeel duurzame energie opwekking in de regio te verhogen. Doelstellingen Organisatieversterkende maatregelen De gemeente Amstelveen:
- verankert het nieuwe energiebeleid binnen de eigen organisatie zodanig dat er sprake is van continuïteit in de uitvoering, interne betrokkenheid en efficiënte voortgangsbewaking; - maakt de behaalde resultaten binnen het energiebeleid structureel bekend en geeft daarbij aan hoe men actief kan participeren (intern en extern); - streeft na dat binnen de looptijd van dit plan voortaan 100% duurzaam wordt ingekocht (doel uit het Bestuursakkoord tussen Rijk en VNG is 75% duurzame inkoop in 2010 en 100% in 2015) - streeft na dat de inkoop van 100% groene stroom op termijn (na 2010) volledig gekoppeld wordt aan de eigen opwekking van duurzame energie - versterkt de externe betrokkenheid en enthousiasme voor het energiebeleid door nauw samen te werken met bewoners, bedrijven, belangenorganisaties en andere instanties.
Belangrijkste acties duurzame inkoop De gemeente Amstelveen: Titel - versterkt de centrale afhandeling van aanbesteding, waarbij standaard aandacht wordt besteed aan duurzaamheid bij inkoop - ontwikkelt een monitoring om verbeteringen door te kunnen voeren - voert ieder jaar een goed gecoördineerde publieksactie uit op het terrein van educatie over duurzaamheid, klimaat, natuur en milieu. - voert binnen de eigen organisatie campagnes uit om het bewustzijn voor energiebesparing en duurzame energie te verhogen
Periode Vanaf 1 januari 2009
Met
Rol Eigen bevoegdheid Voorloper
Vanaf tweede kwartaal 2009
landelijke en regionale partijen instellingen op NME gebied en scholen
Eigen bevoegdheid
2009 en verder
idem
Inspirator
Inspirator
50
Hoofdstuk 3. Wettelijke en beleidsmatige kaders
3.1 Europees niveau Europees Programma inzake klimaatverandering en emissiehandel Het Nederlandse beleid is voor een aanzienlijk deel afhankelijk van Europese besluitvorming. Sinds 2001 geldt het Europees Programma inzake Klimaatverandering, dat het EU-klimaatbeleid verder op gang brengt en de uitstoot van broeikasgassen moet terugdringen. Bijna de helft van de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen valt onder het Europese emissiehandelssysteem voor energiebedrijven en industrie (2001). Richtlijn biobrandstoffen De EU-richtlijn biobrandstoffen (2003) verplicht lidstaten zich in te spannen om biobrandstoffen voor het wegverkeer op de markt te krijgen. Het streven is dat in 2010 4% van de energie-inhoud van fossiele brandstoffen uit biobrandstoffen bestaat. In 2020 moet 10% van de brandstoffen uit hernieuwbare energie bestaan. Ook andere vormen van energie dan biobrandstoffen komen daarvoor in aanmerking. De opkomst van benutting van tweede en derde generatie biobrandstoffen wordt gestimuleerd. Klimaatverdrag In 1992 is in Rio de Janeiro het Raamverdrag klimaatverandering van de Verenigde Naties gesloten, meestal aangeduid als het Klimaatverdrag. Doel is de concentratie van broeikasgassen op zodanig niveau te stabiliseren, "dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen". Agenda 21 is het bijbehorend actieprogramma dat uitgangspunten, doelstellingen en uitvoeringsmiddelen bevat. Kyoto-protocol In het Kyoto-protocol (1997), een aanvulling op het Klimaatverdrag, verbinden industrielanden zich er aan de uitstoot van broeikasgassen in 2008-2012 met gemiddeld 5 % te verminderen ten opzichte van 1990. Per land gelden uiteenlopende reductiedoelen; voor Nederland geldt een vermindering van 6 %, waarvan het resultaat bereikt moet zijn in 2010. EU-overeenkomst Het Europees Parlement heeft 18 december 2008 op voorstel van o.a. Nederland de volgende uitgangspunten aangenomen: In 2020 is er 20% minder CO2-uitstoot is in de EU. Ook komt 20% van de energie uit duurzame bronnen en is er 20% energiebesparing. Als de andere landen in de wereld meedoen, kan de CO2-uitstoot met 30% verlaagt.'
51
EU-akkoord over Duurzame Energie Op 20 december 2009 is het volgende afgesproken op EU niveau: * In 2020 moet 20% van de Europese energie worden opgewekt met natuurlijke hulpbronnen, zoals wind, water en zonne-energie. Dat is ruim het dubbele van de huidige 8,5%. * het gebruik van duurzame energie moet in Nederland omhoog van de 2,5% die in 2005 was gerealiseerd, tot 14% in 2020. Dat betekent dat er zeker vijf keer zoveel windmolens, zonnepanelen en andere hernieuwbare energiebronnen moeten komen. * 10% van alle benzine, diesel en andere verkeersbrandstof in 2020 moet komen van biobrandstoffen. Dit betekent een enorme impuls voor biodiesel: diesel vermengd met bijvoorbeeld koolzaadolie. Niet alle biobrandstoffen zijn toegestaan; zo telt biobrandstof uit Amerikaanse maïs niet mee, omdat bij die productie juist veel CO2 vrijkomt. Braziliaanse ethanol geldt nu juist als één van de beste biobrandstoffen.
3.2 Landelijk niveau Werkprogramma 'Schoon en Zuinig' Het werkprogramma 'Schoon en Zuinig: Nieuwe energie voor het klimaat' (2007) is een gezamenlijk programma van de Ministeries van VROM, EZ, WWI, V&W, LNV en Financiën. De geformuleerde doelen zijn: • De uitstoot van broeikasgassen, met name CO2, in 2020 met 30 % te verminderen vergeleken met 1990; • Het tempo van energiebesparing de komende jaren te verdubbelen van 1 % nu naar 2 % per jaar; • Het aandeel duurzame energie in 2020 te verhogen van ongeveer 2 % nu naar 20 % van het totale energiegebruik.
Zodra er meer duidelijkheid is over het nieuwe Europese klimaat- en energiebeleid (in 2010), is een herijking gepland van Schoon en Zuinig. Bestuursakkoord Om de Rijksdoelen te bereiken zijn in 2007 bestuursakkoorden gesloten met woningbouwcorporaties, bedrijfsleven en gemeenten. Het bestuursakkoord met de gemeenten benoemt de inspanningen die het Rijk en de gemeenten in de periode 20072011 moeten leveren. Belangrijkste punten zijn: Gemeenten nemen het voortouw, onder andere in de vorm van energielabeling van eigen gebouwen in 2009, deelname aan de Taskforce Verlichting, 75 % duurzaam inkopen in 2010 en 100 % in 2015. • Gemeenten stimuleren energiebesparing door middel van: - voorlichtingscampagnes; - prestatieafspraken te maken met woningcorporaties en projectontwikkelaars; - door het ondertekenen van MJA-convenanten; - door energie prioriteit te geven bij periodieke bedrijfscontroles. • Gemeenten stimuleren opwekking van energie uit duurzame bronnen door te streven naar een verdubbeling van windenergie op land in 2011 en door ruimte te bieden in bestemmingsplannen en met een voortvarende vergunningverlening.
52
Het Rijk ondersteunt gemeenten met onder andere een stimuleringsprogramma voor duurzaam inkopen en innovatieprogramma’s voor proefprojecten met extreem zuinige wagenparken. Klimaatakkoord In 2007 hebben het Kabinet en de Vereniging Nederlandse Gemeenten het Klimaatakkoord gesloten. Hierin onderschrijven de gemeenten de doelstellingen uit het nationale werkprogramma. Opgenomen is welke inspanning van gemeenten verwacht wordt en welke ondersteuning wordt geboden. Het Rijk heeft een subsidieregeling ingesteld ingaande medio 2008 om gemeenten te ondersteunen bij de realisatie van het energiebeleid (SLOK). “In het coalitieakkoord heeft het kabinet als ambitie geformuleerd dat Nederland de komende kabinetsperiode grote stappen neemt in de transitie naar een zo duurzaam en efficiënt mogelijke energievoorziening in Europa in 2020. Dit krijgt vorm in het werkprogramma ”Nieuwe energie voor het klimaat”. Deze ambitie vraagt om een trendbreuk in ons denken en doen en om een gezamenlijke aanpak. Juist ook met de gemeenten, want die staan dichtbij burgers en bedrijven en hebben een voorbeeldfunctie. Gemeenten kunnen op lokaal niveau betrokkenen bij elkaar brengen om effectieve acties te organiseren”. (Passage uit het Klimaatakkoord) Energielabel voor woningen Nederland heeft de EU-richtlijn Energieprestatie van gebouwen geïmplementeerd door het energielabel in te voeren. Sinds 1 januari 2008 moeten eigenaren van woningen en andere gebouwen bij verkoop of verhuur een energielabel overhandigen aan de koper/huurder. Voor huurwoningen van een woningcorporatie geldt als ingangsdatum 1 januari 2009. Het energielabel voor woningen is te vergelijken met het energielabel voor auto's en witgoed. Het label geeft de energiezuinigheid aan in de klassen A t/m G. Programma Meer met Minder De overheid ondersteunt burgers de komende jaren bij energiebesparing in onder meer het programma 'Meer Met Minder'. Dit gezamenlijk initiatief van overheid, energiebedrijven, woningcorporaties, bouw- en installatiebedrijven heeft als doel om 500.000 bestaande woningen en bedrijfsgebouwen tussen 2008-2011 minimaal 30 % zuiniger te maken. Het programma heeft de ambitie om tot 2020 tenminste 2,4 miljoen bestaande woningen en bedrijfsgebouwen aan te pakken. Het streven is woning- en gebouweigenaren zo eenvoudig mogelijk en zonder hogere maandlasten energie te laten besparen. Voorlichting en advisering wordt ondersteund met de één-loket benadering.
53
Activiteitenbesluit Sinds de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit (2008), dat deel uitmaakt van de Wet milieubeheer, vallen alle inrichtingen – met uitzondering van IPPC-bedrijven - onder de algemene regels van het besluit. Uitgangspunt is dat toepassing van de vergunningplicht de uitzondering vormt. Op basis van het Activiteitenbesluit kunnen gemeenten energieeisen aan bedrijven opleggen, zodra deze maatregelen bewezen effect hebben. Het is de bedoeling dat bedrijven alle mogelijkheden tot energiebesparing actief gaan benutten. (Zie bijv. de tekst in bijlage A1, art. 2.15) Energieprestatiecoëfficiënt in Bouwbesluit Het Bouwbesluit16 bevat bouwtechnische voorschriften waaraan alle bouwwerken - inclusief verbouwingen - in Nederland minimaal moeten voldoen. De eisen hebben betrekking op veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Nieuwe gebouwen moeten voldoen aan minimumeisen op het gebied van onder meer energiezuinigheid, uitgedrukt in de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Hoe lager de EPC, hoe zuiniger het gebouw. Voor woningen is de EPC momenteel tenminste 0,8 en deze wordt naar verwachting in het landelijk overheidsstreven verlaagd in 2011 naar 0,6. De verdere prognose is een verlaging in 2015 naar 0,4 en dat vanaf 2020 alleen nog energieneutrale woningen worden opgeleverd. Voor utiliteitsbouw geldt een vergelijkbare aanscherping. Dit impliceert een steeds hogere score volgens het gemeentelijke praktijkrichtlijn (GPR) instrument. Volgens de Amstelveense Nota Duurzaam Bouwen is deze 7,5 voor de module Energie. Zie voor een in dit energiebeleidsplan voorgestelde verhoging hoofdstuk 3.2.
Warmtewet en “Warmte op stoom” De Warmtewet zal een belangrijke verandering op gang brengen omdat de energie die nu wordt weggekoeld, niet meer zonder meer in de atmosfeer “geloosd” mag worden. Hier gaat een aanzienlijke hoeveelheid warmte en dus energie mee verloren. De industrie zal maatregelen moeten treffen om warmteverlies te voorkomen. Het Kabinet heeft op 15 december 2008 een programma goedgekeurd voor bestrijding van warmteverlies. Zie in het kader hieronder.
16
herzien in 2003, laatste wijziging in 2006
54
Het kabinet neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat warmte en koude op een duurzamere manier worden gemaakt. In de periode 2008-2012 is hiervoor ruim 400 miljoen euro beschikbaar. Dat staat in het werkprogramma 'Warmte op stoom'. In Nederland wordt ruim een derde van alle fossiele energie gebruikt om warmte en koude te maken. Volgens het kabinet moet dat duurzamer. Dit kan door minder warmte te verspillen, efficiënter warmte met fossiele energie op te wekken en door meer warmte duurzaam te produceren. Het programma moet een besparing aan fossiele energie opleveren die in 2012 gelijk is aan het elektriciteitsverbruik van 1,4 miljoen huishoudens. De maatregelen in het werkprogramma zijn onder meer: Bedrijven Er komen landelijk tien proefprojecten om de energiehuishouding van bedrijven door te lichten. Dit moet de efficiency verbeteren en innovatieve mogelijkheden opsporen. Hiervoor is 6,5 miljoen euro beschikbaar. Voor een subsidieregeling om industriële restwarmte te benutten, is 40 miljoen euro beschikbaar. Voor de uitwerking worden de ervaringen uit de proefprojecten gebruikt. Het doel is projecten op gang te brengen die goed zijn voor het milieu, maar nog niet economisch rendabel zijn. Expertisecentrum Er komt een Nationaal Expertisecentrum Warmte. Dit centrum is gericht op de gebouwde omgeving, maar kan worden uitgebreid tot de sector industrie. Het centrum gaat kennis verzamelen en delen en onderzoeken hoe technieken in de praktijk presteren. Warmtekaarten Verder komen er onder meer regionale warmtekaarten die vraag en aanbod van warmte
De warmtekaarten zullen een onderdeel gaan vormen van de energiekansenkaart die in ontwikkeling is voor de AM-regio. Hierbij wordt samengewerkt met de provincie. (zie verder hoofdstuk 4)
3.3 Provinciaal niveau Actieprogramma Klimaat Het Actieprogramma Klimaat (2007 - 2011) moet de uitstoot van broeikasgassen in NoordHolland verminderen en de provincie Noord-Holland beter voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Er wordt naar gestreefd om 5 % van het energieverbruik uit duurzame energiebronnen op te wekken. Door toepassing van de klimaattoets wordt meer rekening gehouden met klimaatverandering in provinciale beslissingen. Wat betreft duurzame energie ligt de nadruk op windenergie, met als doel tot 2010 in totaal 300 megawatt aan windenergie te realiseren. Mogelijke verhoging van die doelstelling is aangekondigd door de provincie, waardoor de opgave voor plaatsing op land groter wordt. De provincie wil het goede voorbeeld geven en in 2011 ‘zicht hebben op’ een klimaatneutrale organisatie. Noord-Holland steunt gemeenten bij het ontwikkelen van eigen klimaatbeleid, investeert in projecten die CO2-reductie bewerkstelligen en stelt een stimuleringsregeling op voor innovatieve klimaatprojecten. Grotere windmolens worden over het algemeen gebundeld geplaatst in lijnopstellingen of in windparken. Het locatiebeleid van de provincie is neergelegd in een windkansenkaart.
55
Klimaatafspraak Provincie Noord-Holland Op 17 april 2008 heeft Amstelveen de Klimaatafspraak 2008-2011 met de provincie ondertekend. Dit betekent een vernieuwing van de afspraak uit 2001. Door de ondertekening verkrijgt de gemeenten ondersteuning van het CO2-servicepunt en subsidie op grond van de Deelverordening duurzame energiepakket Noord-Holland. De provincie streeft na om de mogelijkheden voor Duurzame Energie opwekking regionaal in beeld te brengen en wil aandacht besteden aan de verbetering van de monitoring van prestaties.
3.4 Randstad niveau Structuurvisie Randstad 2040 De nationale overheid heeft in samenspraak met alle partijen in de Randstad een nieuwe ruimtelijke toekomst beschreven. Daarin staat een flinke woningbouwopgave genoemd voor de regio waar Amstelveen deel van uitmaakt. Dat impliceert dat een impuls gegeven moet worden aan duurzame stedelijke ontwikkeling met zuinig en creatief ruimtegebruik, zeker omdat de hoeveelheid vrij uitgeefbare ruimte, waar geen planologische belemmering op rust, sterk afneemt. In navolging van het Rijk stellen ook de provincie en de metropoolregio Amsterdam een structuurvisie 2040 op. De vele initiatieven die hierbinnen ontwikkeld worden, bieden kansen om het energiebeleid en een duurzame insteek in een vroeg stadium in andere plannen te verankeren, waardoor een maximaal rendement wordt verkregen. Dergelijke aanknopingspunten zijn: 1) klimaatprojecten; 2) sleutelprojecten op gebied van stedelijke verdichting; 3) internationalisering en research & development rond Schiphol; 3) Greenport en landbouwtransitie. Randstad Urgent Het kabinet heeft apart beleid ingezet om de grote vraagstukken in de Randstad aan te kunnen pakken. Een eerste belangrijk vraagstuk is de verkeersstagnatie in de Randstad. Filevorming veroorzaakt naast economische schade, energieverlies en extra uitstoot van luchtverontreinigende componenten. Als oplossing voor de korte termijn tot, naar alle waarschijnlijkheid, het ‘anders betalen voor mobiliteit’ (rekeningrijden) wordt ingevoerd, heeft het kabinet regionale ‘Taskforces’ ingesteld. De Taskforce streeft in onderhandelingen met bedrijven en regionale overheden ernaar dat er afspraken worden gemaakt om het autogebruik terug te dringen, zodat filevorming vermindert. Voor de Metropoolregio Amsterdam is een convenant met bijbehorend maatregelenpakket opgesteld. Dit betreft maatregelen zoals het introduceren van een manier van telewerken die effect sorteert en het positief belonen om in plaats van met de auto met het OV naar het werk te gaan. Dergelijke maatregelen in de categorie mobiliteitsmanagement leveren veel CO2 reductie op. Tweede vraagstuk betreft de noodzaak om de groei van Mainport Schiphol en Greenport Aalsmeer duurzaam te laten plaatsvinden. Schiphol heeft ambitieuze klimaatdoelen geformuleerd in een klimaatplan. Voor de Greenport Aalsmeer is een middellange termijnvisie 2025 opgesteld. Amstelveen is partner in de transitiewerkgroep die de energieneutrale doelstelling voor de tuinbouwregio vorm geeft. Structuurvisie Metropoolregio Amsterdam Duurzaamheid is een leidend principe voor de A&M regio bij uitwerking van de ruimtelijke ontwikkeling. Dit is ingebracht in het bredere kader van het Metropooloverleg. De structuurvisie voor de A&M regio is gebaseerd op het ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 dat als doelstelling had het duurzaam en klimaatbestendig ontwikkelen van de regio A & M. Deze doelstelling kan ruimtelijk worden vertaald naar het combineren van het (vastgoed)programma met investeringen in goede bereikbaarheid en mobiliteit. Het verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid van de regio, door zowel de
56
mogelijkheden van het verkeerssysteem ten volle te benutten als te investeren in adequaat (metropolitaan) regionaal openbaar vervoer – conform het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 – zijn hierbij uitgangspunt. Goede verbindingen en gemengd ontwikkelde gebieden leiden tot minder en of kortere reistijden en afstanden, vermindert de druk op de infrastructuur en benut het gebruik van openbaar vervoer. Dit geeft uiteindelijk een duurzame ontwikkeling en vormt daarmee een belangrijke opgave voor de Provinciale Structuurvisie. Belangrijke woningbouwlocaties: Legmeerpolder: accommoderen van de regionale woningbouwopgave in combinatie met duurzame glastuinbouw. Tevens dient afstemming plaats te vinden tussen ruimteclaims van woningbouw en de ontwikkeling van Greenport, Inclusief veilinggebonden bedrijvigheid. Project &2=1: de herontwikkeling van het huidige tracé van de N201 en omliggende gebieden in Aalsmeer, biedt kansen voor een integrale gebiedsontwikkeling in samenhang met een nieuwe HOV verbinding. (Bron: strategische agenda A&M regio tbv. Provinciale structuurvisie)
3.5 Regionaal niveau Energieneutraal in 2040 In 2007 hebben de zes Amstelland- en Meerlandengemeenten de ambitie uitgesproken om in 2040 energieneutraal te zijn. Een energieneutrale regio wil zeggen dat binnen de regio uitsluitend duurzaam opgewekte energie wordt benut, waarbij de bronnen hiervan ook zoveel mogelijk liggen in de regio. Onder andere de gemeenten Apeldoorn, Tilburg en Heerhugowaard hebben zich vergelijkbare doelen gesteld. Voorjaar 2009 beschikt het regionale samenwerkingsverband over een concreet plan van aanpak en een routekaart, die duidelijk maken welke stappen moeten worden ondernomen om in 2040 energieneutraal te zijn. Dit plan van aanpak is in directe samenhang met dit energiebeleidsplan tot stand gekomen.
3.6 Lokaal niveau Op gemeentelijk niveau gelden diverse plannen die een relatie hebben met energie en het energiebeleid. Voorbeelden zijn het Actieplan Luchtkwaliteit, de Amstelveense Verkeer- en Vervoersvisie, de Nota Fiets, de Woonvisie, de woningbouwplannen, de planvorming rond de N201 en de A9 en het Stedelijk Waterplan. Nota Duurzaam Bouwen In 2007 is de Nota Duurzaam Bouwen vastgesteld. Hierin wordt het instrument Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR) Gebouw geïntroduceerd. Te beginnen voor nieuwe woningbouwprojecten (met een omvang van meer dan tien woningen), kantoorgebouwen en schoolgebouwen wordt het nieuwe instrument Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR) Gebouw toegepast. Met dit instrument worden ambities gesteld aan de thema’s energie, materialen, afval, water, gezondheid en woonkwaliteit. Voor elk thema geldt een ambitieniveau van 7,5. De meerinvestering om dit ambitieniveau te bereiken komt gemiddeld neer op een bedrag van € 3.250,00 per woning, vergeleken met het ambitieniveau van een 7,0. De koper verdient deze meerinvestering binnen ongeveer vijf jaar terug. Bij nieuwbouwprojecten (met een omvang van minder dan tien woningen) worden duurzame maatregelen vastgesteld met behulp van de menukaart Nieuwbouw.
57
Nota Openbare Verlichting 2007-2010. Het verbruik van de openbare verlichting in de gemeente staat gelijk aan het verbruik van circa 1.000 huishoudens. 66% van de openbare verlichting heeft energiezuinige armaturen. De meest optimale verbetering is een uitbreiding naar 78%. Dit vergt echter een aanzienlijke investering en het verdient nader onderzoek om te bepalen of en wanneer deze aanpassingen gemaakt kunnen worden. Monitoring is noodzakelijk en het uitvoeren van ‘pilots’ om de mogelijkheden van nieuwe typen lampen als LED lampen uit te testen. De nota beschrijft welke randvoorwaarden hierbij allemaal een rol spelen, waaronder eisen vanuit veiligheid en wat te doen om lichthinder te voorkomen. Energiezuinig en duurzaam maken is ook van toepassing op verkeersregelinstallaties. Duurzame Energiescan In 2007 heeft het adviesbureau Builddesk een Duurzame Energiescan uitgevoerd. Daaruit blijkt dat de mogelijkheden voor opwekking van windenergie beperkt zijn. In toepassing van zonne-energie (hoewel in 2009 nog prijzig) ligt veel potentie. Ook veelbelovend is de opwekking en toepassing van bio-energie in de regio. Actieplan Luchtkwaliteit 2008-2012 Diverse acties uit dit plan bieden de mogelijkheid om naast reductie van schadelijke emissies van Fijn Stof en NO2 ook een reductie van CO2 tot stand te brengen. Zoals het stimuleren van het rijden op aardgas en versterking van de groenstructuur (klimaatbosjes). Ook de aanleg van zogeheten groene daken heeft een (beperkt) positieve uitwerking op de luchtkwaliteit. Nota Fiets Maatregelen in de Nota Fiets zijn de aanleg van snelle routes die kruisingsvrij zijn, of waarbij fietsers in de voorrang worden gezet, t.o.v. het overige verkeer. Er worden fietsstallingen gerealiseerd in o.a. het Stadshart.
58
Hoofdstuk 4. Regionale aanpak
Fig. 4 De gemeenten die samen de Amstelland- en Meerlanden regio vormen De bestuurders van de regio Amstelland Meerlanden (AM) hebben op het A&M regiosymposium op 22 juni 2007 “Op weg naar 2040 in een duurzame regio” de ambitie uitgesproken om energieneutraal te zijn in 2040. 17 Hiertoe is een verkenning uitgebracht die bestaat uit een Plan van Aanpak en een Routekaart. Deze verkenning is uitgebracht door het Regionaal Milieu Overleg van A-M regio. Dit regionale project heeft ook een nulsituatiemeting van energieproductie voor alle gemeenten opgeleverd. Amstelveen heeft andere gemeenten support geleverd zodat zij in staat waren collectief tijdig een SLOK aanvraag in te dienen. De vervolgaanpak is het opstellen van een uitvoeringsprogramma en het uitwerken van scenario’s in schema’s waarin beschreven staat welke stappen in de tijd voor verschillende onderwerpen moeten worden ondernomen. Zoals dat bijvoorbeeld nu al kan voor de introductie van geheel energieneutrale openbare verlichting. (zie schema onder) Energiekansenkaart Ook een bouwsteen is de energiekansenkaart. Deze moet door de gezamenlijke partijen worden opgesteld, maar de provincie en het CO2-servicepunt hebben een belangrijke rol om hiervoor het fundament te leggen. Er is veel mogelijk met uitwisseling van energie in de Metropoolregio. Er is netto een energieoverschot in het Noordzeekanaalgebied, er lopen belangrijke brandstof- en CO2- leidingen, er is stadsverwarming die uitgebreid kan worden, er kan koeling uitgewisseld en er zijn mogelijkheden voor benutting van ondiepe en diepe 17
Deelname van de gemeente Haarlemmermeer wordt overwogen.
59
aardwarmte. Deze mogelijkheden moeten structureel in beeld worden gebracht. Daartoe neemt de provincie de energiekansenkaart op als onderdeel van de provinciale structuurvisie. Deze kaart zal bestaan uit lagen met verschillende detaillering. De gemeente kan de gedetailleerde laag voor de ondiepe ondergrond in beeld brengen om de onttrekking van warmte/koude te ordenen. Van de provincie wordt gevraagd de diepere lagen in beeld te brengen. Het is wenselijk dat de provincie de mogelijkheid schept om het aanbrengen van WarmteKoudeOpslag binnen één gebied of groot perceel te regelen via bijv. één vergunning en dat er toezicht komt op de manier waarop de bronnering wordt uitgevoerd en in stand gehouden, zodat er geen schade ontstaat voor opvolgers wanneer de initiatiefnemer stopt met het project. De stadsregio heeft door adviseur Visser Hanab in 2008 reeds een verkenning laten verrichten naar aanwezige bronnen en mogelijke ontvangers. Hierin wordt bij Amstelveen de mogelijkheid van verdere introductie van stadsverwarming als belangrijk genoteerd. Feitelijk ligt het in Amstelveen bij veel wijken meer voor de hand met Warmte Koude opslag te werken voor de realisatie van lage temperatuur systemen. Hier kan echter verandering in komen door introductie van de Warmtewet, die ervoor zorgt dat betaling voor aansluiting op de stadsverwarming op een zuivere manier berekend wordt, waardoor de prijs voor de afnemer vaak lager komt te liggen. Voorts is het wenselijk dat enkele instrumenten in regionaal verband worden ontwikkeld: - financiële instrumenten en fondsen om op grote schaal de overschakeling te maken naar energieneutraal bouwen. – de opbouw van kennisdocumenten die beschrijven wat de huidige technische inzichten en mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld voor het elektrisch rijden. - het gelijktrekken van de systematiek om gebouwen van een label te voorzien en de verbetering van energieprestaties te beoordelen, bijvoorbeeld met het initiatief van de Dutch Green Building Council.
60
Binnen het Energieneutraal 2040 project zullen transitiepaden zichtbaar worden gemaakt. Het volgende is een voorbeeld van zo’n transitiepad:
Fig. 5 Transitiepad Openbare Verlichting
61
Hoofdstuk 5: Financiën en subsidies De afrekenbare uitvoeringsacties staan beschreven in het bijbehorende Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 – 2012. Dit plan is ingediend bij Senter/ Novem om in aanmerking te komen voor de zgn. SLOK subsidie. Het beschrijft de minimale set aan inspanningen die Amstelveen zal leveren op energiegebied. Ook staat daar beschreven welke financiering en urenverantwoording daaraan gekoppeld is om die acties te kunnen uitvoeren. Subsidies De gemeente verstrekt tussen 1 december 2008 en 31 augustus 2009 een door de provincie beschikbaar gestelde subsidie voor het treffen van energiebesparende maatregelen en het opwekken van duurzame energie door particuliere eigenaren. Voor deze periode is € 39.000 beschikbaar. Door de Provincie NH zijn de eerste aftastingen voor een vervolgregeling opgestart. De gemeente zal in geval deze regeling er komt een aansluitende subsidie aanvraag indienen. Voor definitieve vaststelling van het EBP kunnen we hier mogelijk nader informatie over geven. Extra subsidiemogelijkheden Het verdere verloop van subsidiëring wordt opnieuw beoordeeld medio 2009, aangezien er een nationale subsidie is aangekondigd, aanvullend op de SDE regeling, die ook voor particulieren wordt opengesteld. Ook heeft de Europese Unie een regeling aangekondigd die optelt bij subsidies die nationaal verstrekt zijn. In de beoordeling wordt meegenomen dat bij voldoende gebleken belangstelling en gunstige financiële bijdragen van rijk en provincie een gestapelde subsidieregeling in het leven kan worden geroepen, die een zachte lening verstrekt bij aankoop van een woning voor het treffen van energiebesparende maatregelen. Deze zgn. duurzaamheidslening is nu in studie. De kosten hiervoor kunnen niet vooraf worden ingeschat, omdat de contouren van de Rijksregeling nog niet helder zijn. In de stadspeiling 2009 wordt nagegaan of en in welke mate er animo bestaat onder de Amstelveense bevolking. Voor projecten die ondernomen worden in het kader van duurzame ontwikkeling van de Greenport en de omgeving van Schiphol zal subsidie worden aangevraagd bij de provinciale TWINH regeling, tweede termijn. Ook de FES zal, indien toepasselijk, worden aangesproken, evenals het Programma Pieken in de Delta. De gemeente zal in 2009 en daarna er zorg voor dragen dat de bewoners en ondernemers uit Amstelveen weten welke subsidies er te verkrijgen zijn, o.a. via de balie bedrijven. Jonge starters en initiatiefnemers op het vlak van Duurzame Energie kunnen aanspraak maken op een Noord-Hollands ontwikkelingsfonds voor Duurzame Energie. Zie www.ato.nl en www.odenh.nl Die laatste zal op termijn worden omgezet in een ‘Revolving Fund’. Een overzicht van in Nederland beschikbare financiële regelingen is te vinden op de website www.duurzameoverheden.nl
62
Financieringsbehoefte In het onderhavige energiebeleidsplan is het totaal aan voornemens en plannen opgenomen waar de gemeente zich op richt. Middelen Aan middelen voor het energiebeleid voor de periode 2009 – 2012 zijn inzetbaar: 1) SLOK-klimaatsubsidie 2) Beschikbare middelen vanuit de Kadernota 2009 3) In te zetten uren (waaronder capaciteit vanuit de Kadernota 2009) Deze uren vormen tevens de noodzakelijke co-financiering. Totaal:
€ 201.186,€ 200.000,€ 400.000,-------------€ 800.186,-
Een verantwoording van de te maken kosten, projecten en de dekking staat in het uitvoeringsplan, par. 12.2. Overige inzetbare middelen De gemeente beschikt nog over andere financiële bronnen om in te zetten. Omdat bijvoorbeeld het beleid voor energie en luchtkwaliteit overlapt kunnen de reeds ontvangen subsidies van de provincie en stadsregio voor luchtkwaliteit deels voor energie worden ingezet. Bron Doel Dekking Bedrag Stadsregio Schoon wagenpark Subsidie € 150.000,luchtkwaliteit Stadsregio Energiebesparingsbox Subsidie € 30.000,luchtkwaliteit Provincie Energiebesparingsbox Subsidie € 30.000,luchtkwaliteit Provincie Aardgasvulpunt Subsidie € 30.000,luchtkwaliteit Provincie 10 scans Niet nodig kosteloos bedrijfswagenparken Gemeente GPR score PIA1 *) Collegeprogramma € 900.000,Amstelveen 2006 – 2010 De posten genoemd t.a.v. luchtkwaliteit zijn conservatieve ramingen. Er is nog keuzemogelijkheid in bestedingen, afhankelijk van de werkelijke kostenontwikkeling op andere posten. In de praktijk zal er meer te besteden zijn dan hier staat aangegeven. *) Voor nieuwe gebouwen met standaard GPR 7,5 of hoger is vanuit PIA1 € 900.000,beschikbaar. Bij een tussenevaluatie van het PIA programma op dit aspect zal moeten blijken of een aanvullende investering noodzakelijk is om dit streven volledig door te kunnen voeren.
63
Investeringen Voorwaarden financiering gemeentelijke projecten Bij ieder gemeentelijk project dat in het beleidsplan staat genoemd, worden alle maatregelen getroffen conform de Wet milieubeheer, waarvan de terugverdientijd ligt binnen 5 jaar, en extra maatregelen voor zover financieel haalbaar: - bij de investeringsbeslissing moet duidelijk zijn en bestuurlijk geaccordeerd worden dat de gemeente de extra investering kan en wil betalen. Voorwaarde is verder dat de baten van de extra energiebesparing, ten opzichte van de standaard al te treffen energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van maximaal 5 jaar, door de investeerder kunnen worden verhaald op degene waar de besparingen vallen, in die gevallen waarin dit niet dezelfde partij is. De baten daarvan moeten opwegen tegen de extra investeringspost. Openbare verlichting Voor pilots met innovatieve verlichting is als investeringsbehoefte € 30.000,- geraamd. Interne organisatie, kennis opbouw Om de organisatie te ondersteunen bij het bereiken van vergaande doelstellingen als energieneutraal is investering noodzakelijk in opbouw van kennis en vaardigheden. (Uitgewerkt in hoofdstuk 2.7 Organisatieversterkende maatregelen.) Voor financiering zal in AM-regioverband aansluiting worden gezocht bij externe financieringspartijen zoals de Stadsregio, Provincie en zo mogelijk Vrom. Duurzame Energie opwekking, voorbeeldproject Additioneel voorstel voor opwekking Duurzame Energie: Voor aanbrengen van zonnepanelen op het stadhuis wordt een bedrag geraamd van € 70.000,-. Dit bedrag wordt in geval van zonne-energie in 7 jaar terugverdiend. Voor definitieve vaststelling van het EBP zal een nadere financiële onderbouwing bijgevoegd worden waarin relatie met exploitatievoordeel inzichtelijk wordt gemaakt en de relatie met inkoop van groene stroom alsmede financiering van de onrendabele top. Toevoeging aan provinciale subsidieregeling Om de provinciale subsidieregeling voor energiebesparing en duurzame energie (SDE) te ondersteunen wordt er € 100.000,- toegevoegd aan deze regeling. Eventueel vrijvallende bedragen uit bovenaan genoemde middelen, zullen hier voor een belangrijk deel aan worden toegevoegd. Resumé Start innovatieve verlichting Zonnepanelen raadhuis Toevoeging aan provinciale SDE subsidie
€ 30.000,€ 70.000,€ 100.000,-------------Totaal: € 200.000,-
De dekking hiervoor is aanwezig bij middelen hierboven genoemd onder 2)
64
Financiering energieneutrale nieuwbouw Het realiseren van tenminste één energieneutraal gebouw is mogelijk vanuit bestaande middelen. Dit is toereikend voor een bedrijfsgebouw. Echter is in de planning voorzien dat de eerstvolgende school, multifunctioneel gebouw en mogelijke topsporthal energieneutraal ontwikkeld zullen worden. De betreffende gebouwen zijn nog in (voorlopig) ontwerpstadium. De hiervoor vereiste extra investering is niet zonder meer inzichtelijk te maken omdat dit afhangt van hoe deze gebouwen ontwikkeld wordt. Er kan een bandbreedte worden aangegeven van de meerkosten. Dit bedrag ligt waarschijnlijk tussen 6% en 30% aan meerkosten. Een aparte studie moet inzichtelijk maken wat de resultante is als alle moderne eisen aan gebouwen bijeen worden doorgerekend. De studie zal inzichtelijk maken welke financiële keuzes mogelijk zijn. Voor een evt. project met middelhoge windmolens is geen raming opgenomen. Windenergie is bij de huidige vergoeding vanuit subsidie commercieel rendabel. De gemeente kan een overeenkomst aangaan met initiatiefnemers. Hierin volgt dan de kostenverantwoording voor eventuele aanloopkosten en hoe dat wordt terugverdiend.
65
Bijlage A1. Afkortingen, toelichtingen en websites DE-scan EPC EPL EPBD GPR
OEI SLOK VPL
Duurzame Energie Scan EnergiePrestatie Coëfficiënt EnergiePrestatie op Locatie Europese richtlijn: Energy Performance For Building Directive Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Gebouw – een score instrument (software) waarin kwaliteitseisen en duurzaamheidsaspecten in zijn meegenomen. EPC maakt deel uit van de score. Een GPR met een score 10 op de module energie, en een EPC van 0, zijn min of meer vergelijkbaar met energieneutraal. Optimale Energie Infrastructuur Stimulering LOkale Klimaatinitiatieven (regeling van Senter/Novem) VervoersPrestatie op Locatie
Activiteitenbesluit, artikel 2.15:
1. Degene die de inrichting drijft neemt alle bekende energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder of die een positieve netto contante waarde hebben bij een interne rentevoet van 15 %. 2. Indien aannemelijk is dat niet wordt voldaan aan het eerste lid, kan het bevoegd gezag degene die de inrichting drijft waarvan het energieverbruik in enig kalenderjaar groter is dan 200.000 kilowatt uur aan elektriciteit of groter is dan 75.000 kubieke meter aardgasequivalenten aan brandstoffen, verplichten om binnen een door het bevoegd gezag te bepalen termijn, onderzoek te verrichten of te laten verrichten waaruit blijkt of aan het eerste lid wordt voldaan. 3. Indien uit het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, blijkt dat niet wordt voldaan aan het eerste lid, neemt degene die de inrichting drijft de in het eerste lid bedoelde maatregelen binnen een door het bevoegd gezag te bepalen redelijke termijn. 4. Het eerste lid is niet van toepassing indien het energiegebruik in de inrichting in enig kalenderjaar kleiner is dan 50.000 kilowatt uur aan elektriciteit of kleiner is dan 25.000 kubieke meter aardgasequivalenten aan brandstoffen.
Aanbevolen websites: www.energiecentrum.nl www.guldenlijn.nl www.noord-holland.nl www.afvalenbiomassa.nl www.meermetminder.nl www.svn.nl www.ato.nl www.odenh.nl www.senternovem.nl www.duurzameoverheden.nl www.woking.gov.uk/environment/climate www.nationalefietsprojecten.nl www.urgenda.nl www.telos.nl
voor het MKB windenergie klimaatbeleid afval en biomassa meer met minder overheidsprogramma subsidieregeling biobrandstoffen NH ontwikkelingsfonds duurzame energie NH subsidie- en kennisinstelling gezamenlijke website duurzame overheden klimaatbeleid van zusterstad van Amstelveen promotie fietsen stichting gespecialiseerd in transitieprocessen kenniscentrum over duurzame ontwikkeling
66
Bijlage A2 – Participaties -
Witte vlakken: bestaand overleg, Grijze vlakken: Netwerk in opbouw
67
Bijlage A3 – Participatietraject Doelgroep
Participatievorm
Recent overleg of gepland overleg
Inbreng
Tuinbouwbedrijven
Transitieprogramma Greenport Energiekansenkaart WKO Koppeling met woningen in GeothermieLegmeer (Aardwarmte)
Regulier twee maandelijkse overeenkomsten o.l.v. Ecofys. Recentelijk: Duurzaamheidsconferentie (begin febr.), Overleg met LTO over Legmeer 18-2-9 Duurzaamheidsconferentie gepland. Recente info bijeenkomst 14-2-9 Noordvleugelbijeenkomsten (binnenkort) Standpuntvoorbereiding met Haarlemmermeert en Schiphol (post Alders overleg) Startbijeenkomst over samenwerking op gebied algen/ biomassa in regionaal verband in voorbereiding
Tuinders zijn initiatiefnemers. Overheid faciliteert. Bij Legmeer inbreng vanuit RO en economie. Voorbereiding op convenant.
Idem Transportondernemingen
Agrariërs
Transport- en logistieke vraagstukken Nieuwe aanpak goederentransport Nieuwe vormen energiegewas
Afvalbedrijven
Meerlanden
Waterorganisaties
Waternet
Reizigers
Nog niet betrokken
Fietsers
Nog niet apart betrokken
Via bijeenkomsten vanuit Verkeersen vervoersplan Idem
Omliggende gemeenten, provincie
RMO, Stadsregio, Metropool, Bouwland, Samenwerking met Urgenda op transitie, Twijnstra Gudde
Tijdens presentatie Al Gore, verkennende bouwland bijeenkomst, raads- en cie. bijeenkomsten in maart
Partijen in tuinbouwregio
Bouwland: initiatiefnemers zijn de gemeenten Haarlemmermeer, Aalsmeer, Uithoorn, Amstelveen en Rabobank regio Schiphol. Ondersteuning door: Dura Vermeer, Flora Holland, Amsterdam, Prov. NoordHolland, Volker Wessels, HHR Rijnland, RWE, ATP, NOVA College, Dutch Green Building Council), Ernst & Young, TNT regio Amsterdam. Ingezonden brief Windvogel
Opstart initatieven in Amstelveen met burgers/ ondernemers en met partijen gezamenlijk o.l.v. een ‘regiospinner’ in opstart. Samenwerking met Erasmus Universiteit en nationaal transitieplatform
Windcorporaties
Directeur heeft presentatie gehouden in Amstelveen eind 2008. Bestuurlijke bijeenkomst in voorbereiding. Overleg in voorbereiding
Overleg volgt uit uitvoering energiebeleidsplan (EBP)
Wordt verkenning naar gestart Overheid stelt structuurvisie op met Greenport en Schiphol. Visieaspecten zijn in Verkeer en vervoerhoofdstuk opgenomen Faciliteren bijeenkomen van poteniele initiatiefnemers zoals agrariers, universiteiten, waternet, Schiphol. Innovatieve aanpak is in Energiebeleidsplan opgenomen Meerlanden is initiatiefnemer tot energie-opwekking uit GFT .Samenwerking op aardgasrijden zit in de planning. Hebben te kennen gegeven te willlen samenwerken op aardgasrijden, energie uit biomassa, mogelijkheden zijn in EBP opgenomen
Innovatie met verlichting op fietspaden is gepland Transitie-aanpak is belangrijk onderdeel van EBP en EN2040, Gezamenlijk opstellen va Plan van Aanpak en aanstellen van programmamanager Transitie wordt ondersteund met speciale doorbraakprojecten
Door Windvogel en Eneco voorgesteld model zelflevering is als principe overgenomen
68
Doelgroep
Participatievorm
Recent overleg of gepland overleg
Inbreng
Idem
Intern overleg
Heeft potentiële locaties opgeleverd Zijn belangrijke zelfstandige initiatiefnemer
Wooneigenaren
Samenwerking met RMO gemeenten Voorstel tot samenwerking op o.a. gedragsaspecten (energieboxen) Subsidieregeling voor geopend
Starters
Informatie over subsidie
Hypotheekverstrekkers voor starters
Informatievraag aan bevolking via stadspeiling 2009
Schoolbesturen
Verzoek tot gezamenlijk investeren in Eu neutrale gebouwen Samenwerking gepeild op diverse thema’s: stadsverwarming, WKO, kansenkaart biomassa, zonnepanelen Afspraken over opstart in A’veen en regio. Beoogde partners: Woningbouwcorporaties, Waternet, Provincie, Pomphouders, Aardgasmobiel, Leasebedrijven, Afvalverwerkers Opstart samenwerking met Nuon, RWE, AIM to sustain partners, Urgenda Via o.a. Kamer van Koophandel en
Wooncorporaties
Energiebedrijven
Automobilisten, Transporteurs, Schone tractie: aardgas
Automobilisten, Transporteurs, Schone tractie: electriciteit Innovatieve ondernemers
Internationale bedrijven
Stimuleringsbeleid, oa. uitreiken energieboxen
ICT bedrijven
Kontakt vanuit toepassing Wet milieubeheer Spontaan aanbod innovatie Regulier overleg in Noordvleugelverband Regelmatige raadpleging
Openbaar vervoerbedrijven Commissieleden ABM Vertegenwoordigers doelgroepen
Themabijeenkomsten
Regulier overleg
Geen
Informatiebijeenkomst 18 februari 2009 Informatiebijeenkomst 24 februari 2009 Regulier overleg, Na vaststellen (inspraak) EBP start apart verkennend overleg met besturen Overleg met wethouder (Eneco), voorts regulier ambtelijk contact., nader overleg volgt
Afgestemd op regeling provincie. Extra geld beschikbaar gesteld. Orientatie op verbetering Energie advisering Informatiebrochure voor opgesteld. Overleg is met Rijk en provincie is gaande over mogelijke opzet duurzaamheidslening Investeringsbereidheid schoolbesturen is gepeild. Die is er. Plannen in EBP zijn hier op gebaseerd
Presentatie directeur Aardgasmobiel in Amstelveen Bestuurlijk overleg volgt Oprichting vriendenclub beoogd
Planning voor nieuwe vulpunten en herkomst biomassa gebaseerd op vooroverleg
Eerste bijeenkomst is onderdeel van het inspraaktraject
Aanbod voor introductie nieuwe voertuigen (scooters, Think) meegenomen Diverse voorstellen zijn intern besproken. Passen binnen kader van het plan. Worden ingeschakeld bij energieneutrale plannen
Duurzaamheidsbijeenkomsten Kamer van Koophandel, 2008 en 2009 (verzoek) AIM to Sustain participatiebijeenkomst 5-2-9. EBP en EN2040 worden apart voorgelegd aan Amstelveense ondernemers Volgens afspraak met bedrijf
Kontakten met voorlopers gepland. Verkennende besprekingen over introductie energiebesparende ICT Regulier contact Kick-off meeting 14 mei 2008 Raadsbrede thema-avond EN2040 Themabijeenkomst 19 juni
Contacten zijn gelegd met Tata, KLM, etc, gericht op samenwerken op innovatie Met bijdrage in energieneutrale regio is rekening gehouden Doorvoer verbetering bus- en metrodiensten
Input verwerkt in verbeterde opzet EBP
69
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 - 2012 Gemeente Amstelveen
Gemeente: Afdeling: Datum: Auteur: Versie:
Amstelveen Ruimtelijke Ordening en projecten Oktober 2008 J. van Gestel 13 oktober 2008
Samenvatting Energie, klimaatbeleid en duurzame ontwikkeling staat volop in de aandacht van burgers, bedrijven en overheden. Maatregelen zijn steeds vaker economisch rendabel en leiden veelal tot interessante nevenvoordelen. Lokale overheden zijn vaak in een vroeg stadium betrokken bij ontwikkelingen en kunnen daardoor een belangrijke sleutelpositie vervullen. De gemeente Amstelveen voert al enkele jaren een actief energiebeleid. In 2007 is de uitvoering van het Energiebeleidsplan 2003 – 2007 succesvol afgerond. Ook is in 2007, samen met de regiogemeenten, de intentie uitgesproken om te streven naar een energieneutrale regio in 2040. Het Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 – 2012 is een logisch vervolg op de reeds ingezette weg. Medio 2009 zal bovendien een nieuw, breed gedragen Energiebeleidsplan door de gemeenteraad worden vastgesteld. Dit plan bevat niet alleen de doelstellingen voor de komende jaren, maar geeft ook een doorkijk naar de jaren erna. Met het opgestelde uitvoeringsplan volgt de gemeente de door SenterNovem ontwikkelde methodiek. De komende vier jaar zet de gemeente Amstelveen in op de thema’s: • • • • • •
Eigen organisatie Woningen Utiliteitsgebouwen en Bedrijven Verkeer en vervoer Grootschalige duurzame energie Organisatie versterkende randvoorwaarden
Binnen elk thema zijn taakstellingen geselecteerd en per taakstelling zijn projecten opgenomen waarmee de taakstellingen gerealiseerd kunnen worden. De keuze voor een taakstelling levert punten op en bij voldoende punten komt de gemeente in aanmerking voor een rijkssubsidie voor de uitvoering van het uitvoeringsplan. Met het opgestelde Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 – 2012 voldoet de gemeente Amstelveen aan de subsidievereisten voor het Pluspakket. In dit Uitvoeringsplan wordt per thema een overzicht gegeven van de geselecteerde taakstellingen en de in te zetten interne en externe uren per thema. Als bijlage 1 is het Taakstellingen en projectenoverzicht opgenomen. Dit overzicht geeft een totaaloverzicht van taakstellingen, projecten, uren en kosten. De totale uitvoeringskosten bedragen over de gehele periode € 799.432, inclusief de inzet van ambtelijke uren. In onderstaande tabel staan de uren en kosten per thema weergegeven. Thema Gemeentelijke organisatie Woningen Utiliteitsgebouwen en bedrijven Verkeer en vervoer Grootschalige energie Organisatieversterkende randvoorwaarden Totaal
Interne uren periode 2009 - 2012 1.390 1.750 720 550 440 760 5.610
Externe kosten periode 2009 - 2012 € 112.500 € 117.500 € 57.500 € 42.500 € 30.000 € 40.000 € 400.000
Voor de uitvoering van het plan ontvangt de gemeente een subsidie van ruim € 200.000. Daarnaast is € 200.000 en een full-time energiecoördinator beschikbaar gesteld vanuit Kadernota 2009. Met de subsidie en de middelen vanuit de Kadernota kunnen de externe kosten gefinancierd worden. De interne uren worden ingezet door de diverse afdelingen van de gemeente en dienen als contrafinanciering voor de subsidie.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 1
Inhoudsopgave Samenvatting
1
Inhoudsopgave
2
1 Inleiding
3
2 Beleidskaders en Energiebeleidsplan Amstelveen
4
3 Opbouw en uitgangspunten uitvoeringsplan Energiebeleid
6
4 Thema: Eigen organisatie
8
5 Thema: Woningen
10
6 Thema: Utiliteitsgebouwen en bedrijven
12
7 Thema: Verkeer en vervoer
13
8 Thema: Grootschalige duurzame energie
14
9 Thema: Organisatie versterkende randvoorwaarden
15
10 Monitoring en evaluatie
16
11 Communicatie
17
12 Organisatie
18
13 Kosten, capaciteit en financiering
19
Bijlage 1:
Taakstellingen en projectenoverzicht
Bijlage 2:
Projectbeschrijvingen
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 2
1 Inleiding Burgers, bedrijven én overheden zetten massaal in op duurzame ontwikkeling en specifiek op energiebesparing en het gebruik van duurzame energie. Energiemaatregelen zijn niet langer voorbehouden aan een beperkte groep van mensen, maar zijn steeds vaker economisch rendabel en hebben in veel gevallen belangrijke nevenvoordelen. Maatregelen in woningen en utiliteitsgebouwen leiden tot een lagere energierekening, een waardestijging van het gebouw en een toename van het wooncomfort. Maatregelen gericht op verkeer en vervoer leiden tot lagere brandstofkosten voor de gebruiker en een bijdrage aan de lokale luchtkwaliteit. De vraag naar maatregelen en duurzame energie leiden tot economische kansen en mogelijkheden voor het bedrijfsleven. Daarnaast verlangen afnemers steeds vaker dat bedrijven op een maatschappelijk verantwoorde manier ondernemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat meer en meer bedrijven een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie naar een duurzame samenleving. Overheden kunnen een belangrijke sleutelpositie vervullen in de genoemde ontwikkelingen. Allereerst is er de aloude voorbeeldfunctie van de gemeente. Daarnaast is de lokale overheid vaak in een vroeg stadium betrokken bij ontwikkelingen zoals de bouw van woningen, bedrijven en infrastructuur. Door in een vroeg stadium de mogelijkheden in kaart te brengen, kan optimaal resultaat bereikt worden. Ook kan de lokale overheid de functie van aanjager of launching customer vervullen. De gemeente Amstelveen heeft al jaren een actief energiebeleid. In 2002 is gestart met de uitvoering van het Energiebeleidsplan 2003 – 2007, wat eind 2007 succesvol is afgerond. De resultaten zijn beschreven in de “Eindrapportage Energiebeleidsplan 2003 – 2007”. De eindrapportage is medio 2008 door het College vastgesteld. Mede op basis van een positieve evaluatie is besloten om een nieuw vierjarig uitvoeringsplan energiebeleid op te stellen. Bovendien wordt een overkoepelend Energiebeleidsplan opgesteld, waarin tevens een doorkijk naar de middellange en lange termijn gegeven zal worden. Tot slot is in regionaal verband de ambitie uitgesproken te streven naar een energieneutrale regio in 2040. Gezien de succesvolle afronding van het Energiebeleidsplan 2003 – 2007 en de ambitie van een energieneutrale regio, ligt het voor de hand dat de gemeente Amstelveen ook de komende jaren stevig wil inzetten op het onderwerp energie. Om daadwerkelijk een energieneutrale regio te vormen zullen immers alle mogelijkheden ook daadwerkelijk benut moeten worden. Dit Uitvoeringsplan Energiebeleid beschrijft de doelstellingen voor de komende vier jaar. Het plan is in lijn met de landelijke aanpak van het Ministerie van VROM.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 3
2 Beleidskaders en Energiebeleidsplan Amstelveen Op mondiaal, Europees, nationaal en regionaal/lokaal niveau zijn afspraken gemaakt over de reductie van de CO2-uitstoot. Dit hoofdstuk geeft een beknopte beschrijving van de belangrijkste beleidskaders, inclusief het regionale en lokale beleid. 2.1 Kyoto-protocol Op mondiaal niveau zijn in 1997 afspraken vastgelegd in het Kyoto-protocol. In 2004 zijn de afspraken daadwerkelijk bekrachtigd. Voor Nederland betekent het Kyoto-protocol een vermindering van de CO2uitstoot tussen 2008 en 2012 van 6% ten opzichte van het jaar 1990. Sinds de ondertekening en bekrachtiging van het Kyoto-protocol hebben veel landen en lokale overheden de afspraken overgenomen en vaak zelfs aangescherpt in lokaal en regionaal beleid. 2.2 Nationaal beleid In 2020 wil de Nederlandse overheid één van de schoonste en zuinigste energievoorzieningen van Europa hebben. Een ambitieus doel. Om dit doel te bereiken is in het kader van het project “Schoon en Zuinig” het werkprogramma “Nieuwe energie voor het klimaat opgesteld”. Het werkprogramma is een gezamenlijk programma van de ministeries Ruimte en Milieu, Economische Zaken, Wonen, Wijken en Integratie, Verkeer en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Financiën en Europese Zaken. De gezamenlijke aanpak onderstreept de noodzakelijke integrale aanpak van het klimaatbeleid, een kenmerk dat ook in het gemeentelijke uitvoeringsplan terugkomt. Concreet luiden de doelstellingen uit het werkprogramma als volgt: Landelijke/nationale doelstellingen: • 20% duurzame energie in 2020 • 2% energiebesparing per jaar • 30% CO2-reductie in 2020 In november 2007 hebben het kabinet en de Vereniging Nederlandse Gemeenten het Klimaatakkoord gesloten. In het Klimaatakkoord onderschrijven gemeenten de concrete doelstellingen uit het werkprogramma “Nieuwe energie voor het klimaat”. 2.3 Energiebeleidsplan gemeente Amstelveen De gemeente Amstelveen wil het onderwerp energie op structurele wijze aanpakken en inbedden in de gemeentelijke organisatie. Om deze reden is er voor gekozen om een gemeentelijk energiebeleidsplan op te stellen. Het Energiebeleidsplan bevat doelstellingen voor de komende vier jaar en geeft tevens een doorkijk naar de volgende vier jaar. Daarnaast zoekt het energiebeleidsplan aansluiting met andere gemeentelijke (beleids)plannen die een relatie hebben met energie. Voorbeelden hiervan zijn de Structuurvisie, de Amstelveense Verkeers- en Vervoersvisie, de Toekomstvisie Amstelveen 2020+, de Woonvisie en het Actieplan Luchtkwaliteit. Medio 2008 is gestart met de voorbereidende werkzaamheden voor het opstellen van het Energiebeleidsplan. Om te komen tot een breed gedragen Energiebeleidsplan worden interne medewerkers, verschillende externe partijen en burgers betrokken bij het opstellen ervan. Door het gezamenlijk opstellen van het Energiebeleidsplan verwacht de gemeente Amstelveen grote stappen te kunnen zetten en de doelstellingen ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. De input van een groot aantal partijen vraagt echter wel de nodige tijd. Naar verwachting zal het Amstelveense Energiebeleidsplan in het voorjaar van 2009 door de gemeenteraad worden vastgesteld. Om de ingezette werkzaamheden op het gebied van energie te continueren, is voorlopend op de vaststelling van het Energiebeleidsplan, het Uitvoeringsplan Energiebeleid opgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat er een “gat valt” tussen de afronding van het Energiebeleidsplan 2003 – 2007 en het in 2009 vast te stellen Energiebeleidsplan 2009 – 2012. Daarnaast wordt op basis van het Uitvoeringsplan een aanvraag gedaan in het kader van de SLOK-subsidieregeling van SenterNovem. Deze subsidie is noodzakelijk voor de financiering van de uitvoering.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 4
Hoewel het Uitvoeringsplan is gebaseerd op het concept Energiebeleidsplan, en het de verwachting is dat beide documenten naadloos op elkaar aansluiten, is dit niet met zekerheid te zeggen. Na vaststelling van het Energiebeleidsplan door de gemeenteraad is het Energiebeleidsplan leidend. Naar verwachting zal het realiseren van de taakstellingen in dit Uitvoeringsplan echter geen problemen opleveren. 2.4 Regio energieneutraal in 2040 In de regio Amstelland & Meerlanden werken de gemeenten Amstelveen, Aalsmeer, Diemen, OuderAmstel en Uithoorn samen op het gebied van Milieubeleid, waaronder ook energiebeleid. In 2007 hebben de bestuurders van de vijf regiogemeenten de ambitie uitgesproken om in 2040 energieneutraal te zijn. Een energieneutrale regio wil zeggen dat er in de regio evenveel energie wordt verbruikt als er aan duurzame energie binnen de gemeente wordt opgewekt. Een werkgroep en een regionale projectleider stellen hiervoor een plan van aanpak op, wat in 2009 moet resulteren in een concreet actieplan. Het gemeentelijke Energiebeleidsplan wordt opgesteld in lijn met het regionale actieplan.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 5
3 Opbouw en uitgangspunten uitvoeringsplan Energiebeleid 3.1 Methodiek SenterNovem Het Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 – 2012 van de gemeente Amstelveen is opgebouwd volgens het model van SenterNovem. Ook het Energiebeleidsplan 2003 – 2007 was op deze manier opgebouwd. De door SenterNovem ontwikkelde systematiek is praktisch en heeft zich inmiddels bewezen. Bovendien kan door gebruik te maken van deze systematiek een beroep gedaan worden op de SLOKsubsidieregeling van SenterNovem. 3.2 Thema’s, taakstellingen en projecten Het Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 – 2012 bestaat uit zes hoofdthema’s. Binnen vijf van deze thema’s liggen grote kansen en mogelijkheden ten aanzien van energiebesparing en duurzame energie. Het zesde thema bestaat uit noodzakelijke organisatorische randvoorwaarden. De zes thema’s zijn: • • • • • •
Eigen organisatie Woningen Utiliteitsgebouwen en bedrijven Verkeer en vervoer Grootschalige duurzame energie Organisatie versterkende randvoorwaarden
Binnen elk thema zijn één of meerdere taakstellingen geselecteerd. De taakstellingen geven de doelstellingen binnen het thema weer en vormen de minimale doelstellingen van de gemeente in de betreffende periode. Per taakstelling zijn vervolgens projecten geselecteerd waarmee de taakstellingen gerealiseerd worden. Taakstellingen zijn leidend, op projectniveau kan desgewenst geschoven worden met uren, kosten of activiteiten (zie ook 3.3, Uitgangspunten). Hiermee wordt de nodige flexibiliteit in het plan gewaarborgd. Als bijlage 1 is het Taakstellingen en projectenoverzicht met het volledige overzicht opgenomen. Bijlage 2 bevat een nadere beschrijving van de projecten en activiteiten. Taakstellingen hebben een ambitieniveau: het actieve, voorlopende of innovatieve niveau. De gemeente Amstelveen heeft taakstellingen op het actieve en voorlopende niveau geselecteerd. Afhankelijk van de taakstelling en het ambitieniveau worden punten toegekend aan de gekozen taakstelling. Om in aanmerking te komen voor subsidie dient het totale plan aan een minimaal aantal punten te voldoen (8 punten voor het Basispakket en 12 punten voor het Pluspakket). Met 14,5 punt voldoet de gemeente aan de eisen van het Pluspakket en ontvangt daardoor de maximale subsidie. In de hoofdstukken 4 tot en met 9 wordt per thema een toelichting gegeven op het thema zelf en de gekozen taakstellingen. De hoofdstukken 10 tot en met 13 gaan vervolgens in op de projectorganisatie, de communicatie en de kosten en financiering.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 6
3.3 Uitgangspunten Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 – 2012 De ontwikkelingen op het gebied van energie gaan ontzettend snel. Innovatieve ontwikkelingen leiden tot nieuwe inzichten, nieuwe technieken komen op grote schaal beschikbaar, maatregelen worden meer en meer betaalbaar, de energieprijzen stijgen en het overheidsbeleid wordt periodiek bijgesteld. Om effectief in te kunnen spelen op deze ontwikkelingen is een dynamisch Uitvoeringsplan noodzakelijk. Om deze dynamiek in het plan te borgen, worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: •
•
•
•
Doelstelling is het handelen “in de geest” van het Uitvoeringsplan. Het Uitvoeringsplan is geen dichtgetimmerd plan, maar kent de nodige flexibiliteit. Zo kunnen andere projecten uitgevoerd worden als deze op een efficiëntere wijze bijdrage aan de taakstellingen. Daarnaast is het onmogelijk om alle kansen en mogelijkheden vooraf te voorzien. De logische stappen van de Trias Energetica worden altijd doorlopen. De Trias Energetica gaat uit van energiebesparing als eerste stap, maximaal gebruik van duurzame energie als tweede stap en tot slot het efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen. Het Uitvoeringsplan is in lijn met het concept Energiebeleidsplan. Het Energiebeleidsplan gaat verder dan dit uitvoeringsplan. Na vaststelling van het Energiebeleidsplan, is het beleidsplan leidend. Het plan moet een inspiratiebron vormen. Door het aantrekken van aanvullende middelen/subsidies kunnen extra projecten en activiteiten uitgevoerd worden.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 7
4 Thema: Eigen organisatie 4.1 Introductie Om de doelstellingen uit dit uitvoeringsplan te realiseren is inzet van burgers en het bedrijfsleven noodzakelijk. Het realiseren van een energieneutrale regio in 2040 kan de gemeente Amstelveen immers nooit alleen. De gemeente wil uiteraard niet achterblijven en wil door het uitvoeren van activiteiten en het treffen van maatregelen zelf het goede voorbeeld geven en anderen stimuleren en inspireren. Wie van anderen iets verlangt, moet zelf minimaal dezelfde inspanningen leveren. Wanneer burgers en projectontwikkelaars gevraagd en gestimuleerd worden om energiezuinig te bouwen, moet de gemeente haar nieuwbouw zelf uiteraard ook energiezuinig bouwen. Hierbij moet gerealiseerd worden dat alle zeilen bijgezet moeten worden om in 2040 een energieneutrale regio te zijn. Wanneer nieuwbouw nu niet zeer energiezuinig of zelfs energieneutraal gebouwd wordt, moeten op termijn alsnog aanvullende maatregelen getroffen worden. Naast de genoemde voorbeeldfunctie kan de gemeente ook een rol spelen als launching custumor: de gemeente als eerste afnemer van nieuwe innovatieve energiezuinige producten of concepten. Door op te treden als launching custumor kan de gemeente, mogelijk samen met de regiogemeenten, een impuls geven aan de (lokale) ontwikkeling van nieuwe producten, concepten en technieken. Met ruim 160 aansluitingen, waaronder diverse gemeentelijke gebouwen, rioolgemalen en de openbare verlichting is er een behoorlijk besparingspotentieel aanwezig in de bestaande (gemeentelijke) bouw. Daarnaast worden de komende jaren diverse scholen gerealiseerd door, of in nauwe samenspraak met de gemeente. Al met al vormt de eigen gemeentelijke organisatie een belangrijk thema binnen het gemeentelijke Uitvoeringsplan. Met de bouw van de nieuwe gemeentewerf heeft de gemeente al een goed voorbeeld in handen van energiezuinig bouwen. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren energieonderzoeken uitgevoerd in bestaande basisscholen en voor nieuw te bouwen scholen. Deze onderzoeken hebben in belangrijke mate bijgedragen aan keuze om nieuwe scholen ook daadwerkelijk duurzaam te bouwen.
4.2 Taakstellingen en activiteiten De komende periode wil de gemeente alle gemeentelijke nieuwbouw realiseren met een GPR-score 1 van minimaal 7,5 op elk thema. Overigens zal deze ambitie periodiek worden geëvalueerd en indien mogelijk verder worden aangescherpt. Hiermee wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan het klimaatbeleid, maar wordt tevens een stijging van de gemeentelijke energiekosten afgeremd. In de bestaande gebouwen wil de gemeente een structurele besparing realiseren van 3% per jaar en voor de infrastructurele voorzieningen geldt een structurele besparing van 2% per jaar. De resterende energievraag zal voor minimaal 70% duurzaam ingekocht worden. Tot slot wordt ingezet op een besparing van brandstoffen van gemeentelijke voertuigen en het woonwerkverkeer van medewerkers. In onderstaande tabel zijn de taakstellingen binnen het thema Eigen organisatie weergegeven.
1
GPR staat voor Gemeentelijke Praktijk Richtlijn en is een prestatie-instrument op het gebied van duurzaam bouwen. Het instrument bevat een aantal thema’s, waarbij een score van 5 overeenkomt met de minimale score uit het wettelijke bouwbesluit. Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 8
Taakstellingen • • • • •
Toepassen van een GPR-score van minimaal 7,5 op alle thema's (Realiseren met een 20% verscherpte EPC) voor gemeentelijke nieuwbouw Energiebesparing van 3% per jaar in de bestaande gemeentelijke gebouwen Energiebesparing van 2% per jaar binnen de infrastructurele voorzieningen 70% opwekking en/of inkoop duurzame energie 5% besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen voor de gemeentelijke voertuigen
Om de taakstellingen binnen het thema Eigen organisatie te realiseren wil de gemeente de komende jaren onder andere inzetten op de onderstaande projecten en activiteiten: • Het energiezuinig en duurzaam bouwen van; o Palet Noord (school) o Amstelveen College (school) o Roelof Veenema (school) o Orion (school) o Multifunctionele accommodatie Hortensialaan en Amstelveen Noord • Het opzetten van energiemanagement voor de gemeentelijke gebouwen • Grote gemeentelijke gebouwen voorzien van een energiecertificaat • Energiemaatregelen in de openbare verlichting • HetNieuweRijden voor gemeentepersoneel • Een actieplan voor een energiezuiniger wagenpark Het volledige overzicht van taakstellingen, projecten en activiteiten is opgenomen als bijlage bij dit uitvoeringsplan.
4.3 Uren en kosten Voor de realisatie van de taakstellingen worden de interne uren en externe kosten voor dit thema als volgt ingeschat: • •
Interne uren Externe kosten
1.390 € 112.500
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 9
5 Thema: Woningen 5.1 Introductie Landelijke onderzoeken en kengetallen tonen keer op keer aan dat binnen de bestaande woningbouw een enorm besparingspotentieel aanwezig is. Oudere woningen verbruiken fors meer energie ten opzichte van nieuwe woningen. De bestaande (particuliere) woningbouw vormt echter tegelijkertijd een doelgroep die lastig te bereiken is en waardoor het benutten van het besparingspotentieel erg moeilijk is. Bij nieuwbouw ligt dit anders. Bij nieuwbouw kunnen maatregelen vanaf de planfase meegenomen worden. De meerinvesteringen worden hierdoor beperkt en de totale gebruikslasten (hypotheek en energiekosten) vallen lager uit voor de bewoner. Duurzaam bouwen is niet alleen energiezuinig bouwen, maar betekent ook aandacht voor het binnenklimaat en daarmee de gezondheid van de bewoners. Duurzaam bouwen leidt tot een verhoging van het wooncomfort van de woning en een toename van de kwaliteit. De gemeente is vaak in een vroeg stadium op enige wijze betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe woningen. Bijvoorbeeld als grondeigenaar, opdrachtgever, ontwikkelaar, planmaker, vergunningverlener e.d. In elke rol kan de gemeente een bijdrage leveren aan het energiezuinig of duurzaam bouwen van woningen. Wanneer de woning eenmaal gerealiseerd is, is de invloed van de gemeente zeer beperkt. Evenals bij de nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen geldt daarom dat bij de bouw van nieuwe woningen de mogelijkheden maximaal benut moeten worden. Ook bij de nieuwbouw van woningen geldt dat alle zeilen bijgezet moeten worden om in 2040 een energieneutrale regio te realiseren. Wanneer nu geen maatregelen worden genomen in de nieuw te bouwen woningen, zal het realiseren van een energieneutrale regio vrijwel onmogelijk worden. Door het bouwen van conventionele woningen blijft het energieverbruik op gemeentelijk of regionaal niveau immers alleen maar toenemen. De afgelopen jaren zijn aanzienlijke resultaten bereikt op het gebied van nieuwbouw van woningen. Onder andere in Westwijk en Bovenkerk zijn grote aantallen woningen gerealiseerd met een verhoogde energieprestatie. Op het gebied van woningbouw mag de gemeente zich rekenen tot de landelijke koplopers.
5.2 Taakstellingen en activiteiten Ten aanzien van nieuwbouw zet de gemeente de komende jaren in op een GPR-score van minimaal 7,5 op elk thema. Periodiek wordt bekeken of actualisatie of aanscherping van deze score mogelijk en gewenst is. Binnen de bestaande bouw wil de gemeente de energetische kwaliteit structureel met 1% per jaar verbeteren. Daarnaast wordt gestreefd naar energiezuinig gedrag door bewoners. Tot slot zet de gemeente in op toetsing en eventuele handhaving van de vastgelegde energieprestaties. In onderstaande tabel zijn de taakstellingen overzichtelijk weergegeven.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 10
Taakstellingen • • • •
Toepassen GPR-score van minimaal 7,5 op elk thema (Realiseren van woningen met een 25% verscherpte EPC) bij nieuwbouw van woningen Verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad, uitgedrukt in het energielabel, met gemiddeld 1% per jaar Toetsing van de EPC-berekeningen en toezicht EPN op de bouwplaats bij 40% van de vergunningen 5% van de huishoudens vertoont energiezuinig gedrag
Binnen het thema Woningen wordt de komende jaren ingezet op de volgende projecten en activiteiten: • Actieve voorlichting aan en het stimuleren van particuliere bouwers en projectontwikkelaars • Evaluatie en actualisatie van de bestaande GPR-ambities • Het uitvoeren van energieonderzoeken naar de meest kansrijke energiemaatregelen • Het actualiseren van de prestatie-afspraken met de woningbouwcorporaties • Het opzetten en uitvoeren van een gemeentelijke subsidieregeling voor energiemaatregelen 2 door particuliere woningbezitters • Het implementeren en borgen van toetsing en controle van maatregelen in de gemeentelijke organisatie • Het verspreiden van energieboxen onder huurders • Actieve voorlichting en communicatie richting bewoners 5. 3 Uren en kosten Voor het realiseren van de taakstellingen binnen het thema Woningen worden de uren en kosten geschat op: • Interne uren 1.750 • Externe kosten € 117.500
2
De middelen die ingezet worden als subsidie aan particulieren worden gefinancierd vanuit een Provinciale bijdrage. Deze kosten zijn dan ook niet opgenomen in dit Uitvoeringsplan en in het taakstellingen en projectenoverzicht. Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 11
6 Thema: Utiliteitsgebouwen en bedrijven 6.1 Introductie Het bedrijfsleven vormt een belangrijke partner voor het realiseren van de doelstelling van een energieneutrale regio in 2040. De gemeentelijke inspanning kan nog zo groot zijn, de inzet van het bedrijfsleven is absoluut noodzakelijk. Het bedrijfsleven vormt daarom een apart thema binnen het uitvoeringsplan. Door de alsmaar toenemende energieprijzen vormt het onderwerp energie voor veel bedrijven een belangrijk punt van aandacht. Veel bedrijven zijn op zoek naar de mogelijkheden om het energieverbruik terug te dringen om daarmee kosten te beperken. Dit bleek onder andere tijdens een bijeenkomst met een groot aantal externe partijen op het Raadhuis ter voorbereiding op het nieuwe Energiebeleidsplan. Tot op heden waren de activiteiten binnen het thema Utiliteitsbouw en bedrijven hoofdzakelijk gericht op de mogelijkheden binnen de vergunningverlening en handhaving.
6.2 Taakstellingen en activiteiten Ook bij de nieuwbouw van bedrijven en utiliteitsgebouwen zet de gemeente in op een GPR-score van minimaal 7,5 op elk thema. Uiteraard wordt eveneens ingezet op de controle en toetsing ervan. Door het stimuleren van samenwerking op het gebied van energie wil de gemeente een structurele besparing bij bedrijven realiseren van 2% per jaar. Taakstellingen • • •
Toepassen GPR-score van minimaal 7,5 op elk thema (Realiseren van utiliteitsgebouwen met een 25% verscherpte EPC) voor nieuwbouw van utiliteitsbouw Toetsing van EPC-berekingen en toezicht EPN op de bouwplaats bij 40% van de bouwvergunningen Structurele samenwerking met bedrijven op bedrijventerreinen, gericht op minimaal 2% energiebesparing en/of opwekken van duurzame energie
De komende vier jaar wordt binnen het thema ingezet op de volgende projecten: • Actieve voorlichting bij nieuwbouw • Onderzoek naar de mogelijkheden om bedrijven financieel te stimuleren • Het stimuleren van gezamenlijke energieprojecten • Het opnemen van energieaspecten in het programma van eisen bij de nieuw te realiseren bedrijventerreinen Meerlandenweg en Bedrijventerrein Amstelveen Zuid
4.3 Uren en kosten De interne uren en externe kosten binnen het thema worden als volgt geschat: • Interne uren 720 • Externe kosten € 57.500
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 12
7 Thema: Verkeer en vervoer 7.1 Introductie Verkeer en vervoer is een actueel thema. Het verkeer neemt niet alleen een aanzienlijk deel in het mondiale energieverbruik voor haar rekening, maar levert door de uitstoot van diverse stoffen ook een negatieve bijdrage aan de lokale luchtkwaliteit. Tot slot vormen ook de bereikbaarheid en de veiligheid actuele onderwerpen. Verkeer en vervoer krijgt al jaren aandacht binnen de gemeente. In veel gevallen zijn de activiteiten en projecten echter gericht op de bereikbaarheid, veiligheid en steeds vaker de luchtkwaliteit. Vooralsnog speelt het onderwerp energie hierin een ondergeschikte rol.
7.2 Taakstellingen en activiteiten De komende vier jaar wil de gemeente een structurele besparing op fossiele brandstoffen realiseren van minimaal 1% per jaar.
Taakstelling •
Besparing en/of verduurzaming fossiele brandstoffen met 1% per jaar
Om deze jaarlijkse besparing te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: • Het actief stimuleren van en communiceren naar burgers 3 • Uitvoering van de Nota Fiets • Het actief stimuleren van en communiceren naar bedrijven, waaronder de mogelijkheden van wagenparkscans • Onderzoek naar de mogelijkheden van alternatieve tankmogelijkheden en indien kansrijk en mogelijk realisatie ervan
7. 3 Uren en kosten De in te zetten uren en kosten worden geschat op: • •
3
Interne uren Externe kosten
550 € 42.500
Voor de uitvoering van de Nota Fiets zijn geen aparte uren en middelen opgenomen, aangezien deze reeds elders zijn gedekt. Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 13
8 Thema: Grootschalige duurzame energie 8.1 Introductie Energieneutraliteit wordt bereikt door het benutten van de eerste twee stappen van de Trias Energetica. De eerste stap is maximale energiebesparing. De resterende energievraag dient vervolgens volledig duurzaam opgewekt te worden. Uiteraard is de energievraag niet tot nul te reduceren en is er altijd duurzame energie nodig. Grootschalige opwekking van duurzame energie is vaak op een zeer beperkt aantal locaties mogelijk, waardoor met name binnen dit thema regionale samenwerking tot een belangrijke meerwaarde kan leiden. Binnen de gemeente Amstelveen zijn de mogelijkheden voor grootschalige windenergie beperkt. Door samenwerking met regiogemeenten kan op regionaal niveau gezocht worden naar de meest kansrijke locaties voor windenergie. De deelnemende gemeenten kunnen vervolgens gezamenlijk participeren in het ontwikkelingsproces. Momenteel wordt binnen het bestemmingsplan Amstelveen Zuid ruimte gereserveerd voor de ontwikkeling van duurzame energieprojecten.
8.2 Taakstellingen en activiteiten Hoewel slechts één taakstelling is opgenomen binnen het thema Grootschalige duurzame energie, zal het bereiken van deze taakstelling om een aanzienlijke inspanning vragen. De gemeente wil over vier jaar 3% van het energieverbruik binnen de gemeentegrenzen duurzaam opwekken. Taakstelling •
3% van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt, wordt duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige of collectieve DE-opties
Om 3% duurzame energie op te wekken wordt ingezet op de volgende projecten: • Onderzoek naar de regionale mogelijkheden voor windenergie • Onderzoek naar de mogelijkheden van bio-energie op bedrijventerrein Amstelveen Zuid • Het grootschalig stimuleren van kleinschalige duurzame energieopties 8.3 Uren en kosten In de begroting zijn de onderstaande uren en externe kosten opgenomen binnen het thema. • Interne uren 440 • Externe kosten € 30.000
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 14
9 Thema: Organisatie versterkende randvoorwaarden 9.1 Introductie Een succesvolle uitvoering van het gemeentelijke energiebeleid vraagt om een aantal belangrijke en zelfs noodzakelijke randvoorwaarden. De randvoorwaarden vormen een bindende factor en zorgen voor borging van de uitvoering.
9.2 Taakstellingen en activiteiten Om het gemeentelijke energiebeleid in de organisatie te borgen, worden taken en verantwoordelijkheden zo veel mogelijk vastgelegd. Ook worden energiedoelstellingen opgenomen binnen de werkplannen van andere afdelingen. Communicatie krijgt de komende jaren nadrukkelijk de aandacht. Hiervoor wordt een aanzienlijke hoeveelheid uren en externe kosten gereserveerd. Het onderwerp communicatie is nader uitgewerkt in hoofdstuk 11. Tot slot wordt ingezet op een goede monitoring en verslaglegging. Dit is verder uitgewerkt in hoofdstuk 10. Taakstellingen • • • •
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd in functieomschrijvingen en werkplannen Opname energiedoelstellingen in beleidsvelden andere afdelingen Structurele communicatie over de aanpak en resultaten van klimaatbeleid naar alle relevante partijen, inclusief burgers binnen de gemeente Monitoring op resultaten
9. 3 Uren en kosten De inzet binnen het thema Organisatie versterkende randvoorwaarden wordt geschat op: • •
Interne uren Externe kosten
790 € 40.000
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 15
10 Monitoring en evaluatie Voor een succesvolle uitvoering van het Uitvoeringsplan is een goede monitoring en evaluatie van belang. Het periodiek doorlopen van de cyclus Plan, Do, Check en Act maakt het mogelijk tijdig te anticiperen en indien nodig bij te sturen of aanvullende acties te ondernemen. Als onderdeel van het Uitvoeringsprogramma zal de gemeente Amstelveen een Monitoringssystematiek ontwikkelen om de uitvoering op het niveau van doelstellingen te kunnen monitoren. Hierbij gaat het om een inhoudelijke monitoring van het Energiebeleid. Het ontwikkelen van een inhoudelijke monitoring is complex en vraagt om voldoende aandacht. Naast een inhoudelijke monitoring is een goede procesmonitoring/projectadministratie eveneens van belang. Ingezette uren en externe kosten dienen overzichtelijk geregistreerd te worden in een op te zetten projectadministratie. Deze projectadministratie vormt een sturingsmiddel voor de organisatie en is tevens noodzakelijk voor de subsidieverantwoording. De inhoudelijke monitoring en de projectadministratie vormen gezamenlijk input voor de periodieke evaluatie van de uitvoering. Jaarlijks wordt de uitvoering van het energiebeleid geëvalueerd. De resultaten van de jaarlijkse evaluatie wordt aangeboden aan het college en indien gewenst ter kennisname aan de gemeenteraad verzonden. Daarnaast zal de uitvoering en de stand van zaken minimaal één maal per twee maanden worden besproken in het stafoverleg Milieu met de verantwoordelijk wethouder, en betrokken afdelingshoofden en medewerkers. Tot slot zal de energiecoördinator de uitvoering en de stand van zaken structureel bespreken met de meest betrokken medewerkers.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 16
11 Communicatie De komende jaren wil Amstelveen het bedrijfsleven en haar inwoners betrekken bij de uitvoering van het energiebeleid. Externe communicatie is daarvoor van wezenlijk belang. Interne communicatie is van belang om het energiebeleid binnen de eigen organisatie in te bedden. 11.1 Interne communicatie De interne communicatie dient zich te richten op de gehele gemeentelijke organisatie. De interne doelgroepen zijn de gemeenteraad en de commissies, het College, sleutelfiguren, betrokken medewerkers en alle andere medewerkers. De interne communicatie heeft tot doel om periodiek verantwoording af te leggen en de uitvoering te evalueren, het draagvlak voor het klimaatbeleid te vergroten, successen te melden en medewerkers te informeren, inspireren en activeren. 11.2 Externe communicatie De externe communicatie richt zich op de inwoners en bedrijven binnen de gemeente, andere overheden, partners, instellingen enz. Het doel van externe communicatie is partijen te informeren, inspireren en te activeren. In te zetten middelen voor zowel interne als externe communicatie zijn: Intranet, Internet, lokale weekbladen, lokale Radio/TV, nieuwsbrieven, posters, bijeenkomsten en workshops, staf-, college-, commissie- en raadsvergaderingen, eigen logo en huisstijl enz.
Binnen het Uitvoeringsplan zijn ruime middelen (uren en externe kosten) opgenomen om te komen tot een structurele communicatie over de aanpak en resultaten van het energiebeleid naar alle relevante partijen.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 17
12 Organisatie De uitvoering van het energiebeleid beperkt zicht niet tot één of enkele medewerkers of tot één van de afdelingen. Energiebeleid is een organisatiebreed aandachtsveld en voor een succesvolle uitvoering is een goede interne projectorganisatie van belang. De op dit moment direct bij het energiebeleid betrokken functies zijn: • Verantwoordelijk wethouder (Jan Willem Groot) • Adviseur Milieuregie (Paul van den Bergh) • Beleidsmedewerker Milieu en energie (Willem van der Pol) • Energiecoördinator (vacature) Voorgesteld wordt om de betrokken medewerkers te formeren in een intern projectteam energie, aangevuld met een vaste communicatiemedewerker. Andere betrokken medewerkers (de tweede ring) vormen gezamenlijk de bredere werkgroep energie. Deze werkgroep dient te bestaan uit de medewerkers die betrokken zijn bij de verschillende thema’s of belangrijke sleutelfiguren in de organisatie. De verantwoordelijk wethouder vervult samen met het afdelingshoofd ROP en de teamleider beleid een klankbordfunctie. Hiermee wordt ook het bestuurlijk- en managementniveau betrokken bij de uitvoering van het energiebeleid. De klankbordgroep kan aangevuld worden met de klimaatadviseur van SenterNovem.
Verantwoordelijk Wethouder
Klankbord Wethouder Afdelingshoofd ROP Teamleider Beleid Klimaatadviseur SenterNovem
Projectteam energie Adviseur Milieuregie Beleidsmedewerker Milieu en energie Energiecoördinator Communicatieadviseur
Werkgroep energie Medewerker Eigen Organisatie/Vastgoed Medewerker Woningen Medewerker Bedrijven/Economische Zaken Medewerker Verkeer en vervoer Sleutelfiguren
Door de regionale projectleider is in samenwerking met SenterNovem een scan uitgevoerd naar de organisatorische boring van het energiebeleid. De scan bekijkt de gemeentelijke organisatie op negen onderwerpen en per onderwerp kan een score van 0 – 100 bereikt worden. De scan is geen waardeoordeel, maar heeft tot doel inzicht te geven in de huidige organisatie en de verbetermogelijkheden. Uit de scan komen aanbevelingen naar voren voor de verbetering van de interne organisatie. De aanbevelingen zullen zo veel mogelijk overgenomen worden in de uitvoering.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 18
13 Kosten, capaciteit en financiering Met het Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 – 2012 kiest de gemeente Amstelveen voor een breed plan op een actief tot voorlopend niveau. Het plan 2009 – 2012 vormt een continuering en zelfs lichte intensivering van het energiebeleidsplan 2003 – 2007. 12.1 Kosten Als bijlage 1 is het Taakstellingen en projectenoverzicht opgenomen met daarin een overzicht van alle taakstellingen en projecten. Per project is hierin een inschatting gegeven van de in te zetten ambtelijke capaciteit en de externe kosten, waarbij wordt benadrukt dat het om een inschatting gaat. Gedurende de uitvoering is het mogelijk te schuiven met projecten, uren en kosten. Hierdoor wordt de nodige flexibiliteit binnen het plan gerealiseerd. Door de snelle ontwikkelingen op het gebied van energie, klimaatbeleid en duurzaam bouwen is het niet wenselijk om nu een volledig vastgesteld plan vast te stellen. In onderstaande tabel worden de in te zetten ambtelijke uren en externe kosten getotaliseerd per thema weergegeven. Thema Gemeentelijke organisatie Woningen Utiliteitsgebouwen en bedrijven Verkeer en vervoer Grootschalige energie Organisatieversterkende randvoorwaarden Totaal
Interne uren periode 2009 - 2012 1.390 1.750 720 550 440 760 5.610
Externe kosten periode 2009 - 2012 € 112.500 € 117.500 € 57.500 € 42.500 € 30.000 € 40.000 € 400.000
Voor het uurtarief wordt uitgegaan van het vastgestelde ambtelijke uurtarief van schaal 10. Met dit uurtarief van € 71,20 bedragen de totale loonkosten € 399.432,-. De totale uitvoeringskosten (loonkosten en externe kosten) voor de periode 2009 – 2012 komen hiermee op € 799.432,-.
12.2 Financiering Voor de financiering van de uitvoering van het plan wordt gebruik gemaakt van de SLOKsubsidieregeling van SenterNovem. Op basis van het opgestelde uitvoeringsplan komt de gemeente in aanmerking voor het maximale subsidiebedrag van € 201.186 (Pluspakket, gebaseerd op inwoneraantal en oppervlakte). Vanuit de Kadernota 2009 is een bedrag van € 200.000 beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het plan en het realiseren van de energieambities in de periode 2009 – 2012. Tot slot is, eveneens in de kadernota, één fte aan capaciteit vrijgemaakt in de vorm van een full-time energiecoördinator. De interne uren zullen voor een aanzienlijk deel gerealiseerd worden door deze energiecoördinator. De overige uren worden gerealiseerd door medewerkers van de andere gemeentelijke afdelingen. Het energiebeleid is een gemeentebreed beleidsveld en vraagt daardoor dan ook inzet van de gehele gemeentelijke organisatie. Met de vrijgemaakte middelen uit de Kadernota 2009 voldoet de gemeente Amstelveen ruimschoots aan de vereisten van 50% contrafinanciering voor het verkrijgen van de SLOK-klimaatsubsidie.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 19
Mogelijk zijn niet alle kosten (bijvoorbeeld kleine investeringen of de aanschaf van software) subsidiabel in het kader van de SLOK-klimaatregeling. In dat geval kunnen de kosten gefinancierd worden vanuit de beschikbare middelen uit de Kadernota. Het totale plan is echter zo omvangrijk dat in alle gevallen aan de eisen van contrafinanciering voldaan zal worden. De financiering van het gemeentelijke energiebeleid voor de periode 2009 – 2012 ziet er als volgt uit: • SLOK-Klimaatsubsidie € 201.186 • Beschikbare middelen vanuit de Kadernota 2009 € 200.000 • In te zetten uren (waaronder capaciteit vanuit de Kadernota 2009) € 399.432 Totaal:
€ 800.618
De interne uren worden grotendeels gerealiseerd door de gemeentelijke energiecoördinator. Deze uren zijn tegen een uurtarief van € 71,20 opgenomen in het werkplan van ROP. Deze middelen zijn vrijgemaakt vanuit de kadernota 2009. De overige uren bestaan uit in te zetten uren van andere afdelingen, welke grotendeels bestaan uit reeds geplande werkzaamheden in de werkplannen, waardoor de uren reeds gedekt zijn. Met de SLOK-subsidie en de beschikbare middelen (€ 200.000) vanuit de Kadernota 2009 zijn de externe kosten (€ 400.000) van het Uitvoeringsplan volledig te financieren.
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 20
Bijlage 1:
Taakstellingen en projecten aanvraag SLOK gemeente Amstelveen
Bijlage 2:
Projectomschrijvingen
Uitvoeringsplan Energiebeleid 2009 -2012 21
Taakstellingen en projecten aanvraag SLOK gemeente Amstelveen (14-10-08) Thema Gemeentelijke Organisatie Subthema Taakstelling Nieuwbouw Toepassen van een GPR-score van minimaal 7,5 op alle thema's
Ambitieniveau Actief
Punten Nr. 0,5 1
Uren 80
Kosten € 5.000
Amstelveen College Roelof Veenema Orion Realisatie en PR Gemeentewerf Multifunctionele Accommodatie Hortensialaan en Amstelveen Noord Educatie en communicatie rondom gerealiseerde projecten
80 80 80 80 80
€ 7.500 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000
50
€ 2.500
8
Energiemanagement
400
€ 50.000
9
Energiecertificaten voor gemeentelijke gebouwen Inkoop groene elektriciteit
80
€ 10.000
40
€0
2 3 4 5 6
Overeenkomstig met de taakstelling: Realiseren met een 20% verscherpte EPC
7
Bestaande bouw
Energiebesparing van 3% per jaar
70% opwekking en/of inkoop duurzame energie Infrastructurele ontwikkelingen
Energiebesparing van 2% per jaar
Wagenpark/dienstr 5% besparing fossiele brandstoffen eizen en/of inkoop duurzame brandstoffen
Voorlopend
1
Voorlopend
0
10
Actief
0,5
11
Onderzoek naar de mogelijkheden van energiebesparing in de openbare verlichting en uitvoeren besparingsmaatregelen
100
€ 5.000
Actief
0,5
12
HetNieuweRijden voor gemeente personeel
60
€ 5.000
13
Mobiliteitsmanagement voor gemeentepersoneel Actieplan gemeentelijk wagenpark
80
€ 2.500
100
€ 5.000
1390
€ 112.500
14 Subtotaal
Projecten Palet Noord
Thema Woningen Subthema Nieuwbouw
Taakstelling Toepassen GPR-score van minimaal 7,5 op elk thema
Ambitieniveau Voorlopend
Punten nr. 15 2
Overeenkomstig met de taakstelling: Realiseren van woningen met een 25% verscherpte EPC 16 17 18
Bestaande bouw
Verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad, uitgedrukt in het energielabel, met gemiddeld 1% per jaar
Actief
1
Toetsing van de EPC-berekeningen en toezicht EPN op de bouwplaats bij 40% van de vergunningen
Actief
1
5% van de huishoudens vertoont energiezuinig gedrag
Actief
1
150
€ 2.500
150
€ 5.000
80
€ 15.000
Up-date prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties (huursector)
80
€ 2.500
20
Gemeentelijke subsidieregeling Duurzame Energie (koopsector) Deelname aan het project Bespaar Daar
120
€ 20.000
40
€ 10.000
22
Opleiding en training BWT-ambtenaren ism regio
80
€ 5.000
23 24
Opname in werkplan BWT Controle vergunningen en inspectie bouwplaats ism regio Verdere implementatie van GPR in de gemeentelijke organisatie
40 200
€0 € 10.000
90
€ 7.500
Energieboxen voor burgers
120
€ 20.000
25
Bewonersgedrag
Opname in PVE en onderhandeling met ontwikkelaars Evaluatie en actualisatie (mogelijk naar score 10) GPR-ambities Energievisie of energieonderzoeken nieuwbouw
Kosten € 10.000
19
21
Handhaving EPC
Projecten Uren Voorlichting en stimuleren (particuliere) 400 bouwers (wijken: Bankras/Kostverloren (40), Fokkelaan (25), Cluster 8 Westwijk Zuidoost (200), Fase 2 Westwijk Zuidwest/fase 3 en 4 Westwijk Zuidwest (700)
26
27
Intensieve communicatie en voorlichting, waaronder bijvoorbeeld buurtworkshops
Subtotaal Thema Utiliteitsgebouwen Subthema Taakstelling Nieuwbouw Toepassen GPR-score van minimaal 7,5 op elk thema
Ambitieniveau Voorlopend
Punten nr. 2 28
Overeenkomstig met de taakstelling: Realiseren van utiliteitsgebouwen met een 25% verscherpte EPC
Handhaving EPC
Toetsing van EPC-berekingen en toezicht EPN op de bouwplaats bij 40% van de bouwvergunningen
Actief
0
Taakstelling Ambitieniveau Structurele samenwerking met Actief bedrijven op bedrijventerreinen, gericht op minimaal 2% energiebesparing en/of opwekken van duurzame energie
€ 10.000
1750
€ 117.500
Uren 120
Kosten € 10.000
29
Onderzoek (en indien mogelijk opzetten regeling) financiele stimulering
80
€ 10.000
30
Ontwikkelen aanpak voor bouwprojecten (bv opslagloodsen) die niet onder de GPR vallen
120
€ 10.000
31
Zie projecten onder Handhaving EPCwoningbouw
0
€0
320
€ 30.000
Projecten Uren Stimuleren en voorlichten gezamenlijke 200 aanpak energie, bijvoorbeeld energieonderzoeken, inkoop energie, energiemanagement, informatiebijeenkomsten Opnemen in planvorming PvE 200 bedrijventerreinen Verlengde Meerlandenweg en Bedrijventerrein Amstelveen Zuid
Kosten € 12.500
Subtotaal Thema Bedrijven Subthema Bedrijventerreinen
Projecten Voorlichten en stimuleren bedrijven en bouwpartijen en communiceren voorbeelden
200
Punten nr. 1 32
33
€ 15.000
400
€ 27.500
Projecten Uren Stimuleren en communiceren richting 200 burgers, waaronder HetNieuwe Rijden Uitwerking Nota Fiets 0 Stimuleren en communiceren 200 alternatieven en wagenparkscans voor bedrijven Onderzoek naar de mogelijkheden 150 tankfaciliteiten alternatieve brandstoffen
Kosten € 12.500
550
€ 42.500
Uren 120
Kosten € 7.500
120
€ 10.000
200
€ 12.500
440
€ 30.000
Subtotaal Thema Verkeer en vervoer Taakstelling Subthema Verkeer en vervoer Besparing en/of verduurzaming bevolking en brandstoffen met 1% per jaar bedrijven
Ambitieniveau Actief
Punten nr. 34 2 35 36
37
Subtotaal Thema Grootschalige duurzame energieopties Taakstelling Ambitieniveau Subthema Grootschalige en/of 3% van de energie die binnen de Actief collectieve DEgemeentegrenzen wordt gebruikt wordt opties duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige of collectieve DE-opties
Punten nr. 38 2 39
40
Projecten Onderzoek naar de regionale mogelijkheden voor windenergie Onderzoek naar de mogelijkheden van bio-energie op bedrijventerrein Amstelveen Zuid Stimuleren grootschalig gebruik van kleinschalige DE-opties zoals kleine windturbines en koude- en warmteopslag
Subtotaal Thema Organisatie versterkende randvoorwaarden Taakstelling Subthema
Ambitieniveau
Punten nr.
Projecten
Uren
€0 € 15.000
€ 15.000
Kosten
Taken en Taken, verantwoordelijkheden en verantwoordelijkhed bevoegdheden zijn vastgelegd in en functieomschrijvingen en werkplannen
Actief
0
41
Zie taakstelling
80
€0
Beleidsmatige inbedding Communicatie
Opname energiedoelstellingen in beleidsvelden andere afdelingen Structurele communicatie over de aanpak en resultaten van klimaatbeleid naar alle relevante partijen, inclusief burgers binnen de gemeente
Actief
0
42
Zie taakstelling
80
€0
Actief
0
43
Opstellen en uitvoeren communicatieplan
400
€ 30.000
Monitoring
Monitoring op resultaten
Voorlopend
0
44
Ontwikkelen en uitvoeren monitoringsmethodiek en opzetten administratieve monitoring
200
€ 10.000
760
€ 40.000
Subtotaal
Totaal Loonkosten
Uren Kosten 5610 € 400.000 € 399.432
(Vastgesteld uurtarief, gebaseerd op schaal 10: € 71,20)
Totale uitvoeringskosten
Totaal punten
€ 799.432
14,5
Bijlage 2: Projectomschrijvingen Thema: Gemeentelijke organisatie Nr. Projectnaam 1 Palet Noord
Doelstelling project Omschrijving globale werkzaamheden Realisatie van het gebouw met een GPR-score Verkenning van de mogelijkheden, uitwerken van 7,5 varianten, keuze voor ambitie en variant, nadere uitwerking, opname in PvE, uitvoering
Interne actoren Vastgoed
Projectpartners Extern adviseur, schoolbestuur
2
Amstelveen College
Realisatie van het gebouw met een GPR-score Verkenning van de mogelijkheden, uitwerken van 7,5 varianten, keuze voor ambitie en variant, nadere uitwerking, opname in PvE, uitvoering
Vastgoed
Extern adviseur, schoolbestuur
3
Roelof Veenema
Realisatie van het gebouw met een GPR-score Verkenning van de mogelijkheden, uitwerken van 7,5 varianten, keuze voor ambitie en variant, nadere uitwerking, opname in PvE, uitvoering
Vastgoed
Extern adviseur, schoolbestuur
4
Orion
Realisatie van het gebouw met een GPR-score Verkenning van de mogelijkheden, uitwerken van 7,5 varianten, keuze voor ambitie en variant, nadere uitwerking, opname in PvE, uitvoering
Vastgoed
Extern adviseur, schoolbestuur
5
Realisatie en PR Gemeentewerf
Gerealiseerde energiezuinige werf als inspiratiebron voor andere projecten
Vastgoed
6
Multifunctionele Accommodatie Hortensialaan en Amstelveen Noord
Realisatie van het gebouw met een GPR-score Verkenning van de mogelijkheden, uitwerken van 7,5 varianten, keuze voor ambitie en variant, nadere uitwerking, opname in PvE, uitvoering
Vastgoed
Extern adviseur, schoolbestuur
7
Educatie en communicatie rondom gerealiseerde projecten
Realisatie van het gebouw met een GPR-score Verkenning van de mogelijkheden, uitwerken van 7,5 varianten, keuze voor ambitie en variant, nadere uitwerking, opname in PvE, uitvoering
Vastgoed
Extern adviseur, schoolbestuur
8
Energiemanagement
Energiebesparing door energiemanagement in Inventarisatie eisen en wensen, marktverkenning gemeentelijke gebouwen naar mogelijkheden, ervaringen en leveranciers, selectie leverancier, opzetten energiebeheer, registratie en evalauatie verbruiken
Vastgoed ism ROP
Extern adviseur
9
Energiecertificaten voor gemeentelijke Energiecertificaat voor gemeentelijke gebouwen gebouwen
Selectie van gebouwen, selecteren extern adviseur, Vastgoed ism ROP uitvoeren energieonderzoeken, bespreken onderzoeken en resultaten, plan voor uitvoering van maatregelen
Gecertificeerd adviseur
10
Inkoop groene elektriciteit
Selectie van leverancier, aandacht voor inkoop groene stroom, opname in PvE of contract
Energiebedrijf
Inkoop van groene elektriciteit
Afronding gemeentewerf, evaluatie proces en resultaten, presenteren van de resultaten aan relevante medewerkers, communiceren van gerealiseerd project als voorbeeld voor andere projecten (zowel gemeentelijke als private projecten)
Vastgoed
11
Energiebesparing in de openbare verlichting Onderzoek naar de mogelijkheden van energiebesparing in de openbare verlichting en uitvoeren besparingsmaatregelen
In kaart brengen huidige situatie openbare verlichting, marktverkenning naar alternatieve energiezuinige mogelijkheden, indien mogelijk opnemen van alternatieven in renovatie en onderhoudsplanningen
Ingenieursbureau
Extern adviseur
12
HetNieuweRijden voor gemeente personeel
Brandstofbesparing door een andere manier van rijden
Organisatie cursus, werven en stimuleren medewerkers, nulmeting, deelname cursus, effectmeting
ROP
Rijschool
13
Mobiliteitsmanagement voor gemeentepersoneel
Brandstofbesparing door alternatieve vervoersmogelijkheden
Communicatie over alternatieve vervoersmogelijkheden voor gemeentepersoneel, onderzoek naar alternatieven, faciliteren en beschikbaar stellen van alternatieven
ROP
14
Actieplan gemeentelijk wagenpark
Brandstofbesparing eigen wagenpark
In kaart brengen huidige situatie gemeentelijk wagenpark, marktverkenning voor alternatieve brandstoffen, keuze voor alternatieve schone brandstoffen bij vervangen voertuigen, indien mogelijk vervroegde afschrijving
Centrale Beheerstaken
Extern adviseur
Doelstelling project Realisatie van woningen met een GPR-score van minimaal 7,5 op elk thema door particuliere bouwers en ontwikkelaars
Omschrijving globale werkzaamheden Ontwikkelen communicatiemateriaal, verzamelen best practices, actieve voorlichting bij contactmomenten, gebruik folders, website en andere communicatiemiddelen, persoonlijk advies aan bouwende partijen, bezoek voorbeelden
Interne actoren ROP
Projectpartners Particulieren en projectontwikkelaars
Thema Woningen Nr. Projectnaam 15 Voorlichting en stimuleren (particuliere) bouwers (wijken: Bankras/Kostverloren (40), Fokkelaan (25), Cluster 8 Westwijk Zuidoost (200), Fase 2 Westwijk Zuidwest/fase 3 en 4 Westwijk Zuidwest (700) 16
Opname in PVE en onderhandeling met ontwikkelaars
Realisatie van woningen met een GPR-score van minimaal 7,5 op elk thema
In kaart brengen reeele kansen en mogelijkheden ROP per locatie, opnemen van wensen en eisen in PvE, overleg en onderhandeling met projectontwikkelaars
Projectontwikkelaars
17
Evaluatie en actualisatie (mogelijk naar score 10) GPR-ambities
Actualisatie vastgestelde GPR-ambitie
Beleid ism ROP Evaluatie van de vastgestelde Nota Duurzaam Bouwen en de praktijkresultaten, overleg met ontwikkelaars en particuliere bouwers die gerbuik hebben gemaakt van de GPR, marktverkenning/onderzoek naar haalbaarheid van GPR-scores, eventueel aanpassen/actualiseren van de vastegstelde GPR-ambities
Particuliere bouwers en projectontwikkelaars
18
Energievisie of energieonderzoeken nieuwbouw
Inzicht in de kansen en mogelijkheden voor energiezuinige nieuwbouw op een specifieke locatie
Bij projectmatige nieuwbouw in een vroeg stadium ROP kansen en mogelijkheden voor energiezuinig en duurzaam bouwen in kaart brengen, overzicht van maatregelen en maatregelpakketten, keuze voor ambitie, opnemen maatregelenpakket in contracten en afspraken
Externe adviseur
19
Up-date prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties (huursector)
Energiebesparing in de bestaande bouw (huursector) door actualisatie van de prestatieafspraken
Evaluatie van de bestaande prestatie-afspraken, strategisch/bestuurlijk overleg gemeente en corporaties, verkenning van de mogelijkheden, onderhandeling afspraken, opname van afspraken in prestatieafspraken
Beleid ism ROP
Woningbouwcorporaties
20
Gemeentelijke subsidieregeling Duurzame Energie (koopsector)
Energiebesparing in de bestaande bouw (koopsector) door energiemaatregelen
Vaststellen gemeentelijke subsidieregeling, ontwikkelen communicatie-aanpak en communicatiemateriaal, communicatie richting doelgroep, uitvoeren van de subsidieregeling, periodieke evaluatie regeling, periodiek vaststellen/aanvragen budget
ROP
CO2-Servicepunt
21
Deelname aan het project Bespaar Daar
Ondersteuning van de subsidieregeling Duurzama Energie
Aansluiting bij het regionale project "Bespaar daar", ROP regionale ontwikkeling promotiemateriaal, callcenter voor vragen regeling
CO2-Servicepunt
22
Opleiding en training BWTambtenaren ism regio
Medewerkers afdeling BWT zijn in staat EPC- Organisatie cursus, theorie en praktijk, deelname Veiligheid, kabinet en Regio/SenterNovem controles uit te voeren cursus, implementatie opgedane kennis en ervaring Hanhaving
23
Opname in werkplan BWT
Structurele uitvoering van EPC-controles
Overleg met betrokken medewerkers, opname van Veiligheid, kabinet en EPC-controles als reguliere activiteit binnen de Hanhaving werkzaamheden
24
Controle vergunningen en inspectie bouwplaats ism regio
Structurele uitvoering van EPC-controles
Veiligheid, kabinet en Goede controle EPC-berekeningen van Hanhaving binnenkomende vergunningaanvragen, terugkoppeling indien niet wordt voldaan aan eisen of wensen, controle van de EPC en daaraan gerelateerde energiemaatregelen tijdens en bij oplevering van de bouw
25
Verdere implementatie van GPR in de Structurele inbedding gebruik GPR in de gemeentelijke organisatie organisatie
Evaluatie huidig proces gebruik GPR, creeeren van ROP draagvlak gebruik GPR, gebruik GPR bij toenemend/alle bouwprojecten, vergroten kennis GPR en duurzaam bouwen
26
Energieboxen voor burgers
Selecteren van huurwoningen, selecteren energiebox, verspreiden van energiebox, communicatie en informatievoorziening m.b.t. energiebox
Energiebesparing in huurwoningen
ROP ism Sociale Voorzieningen/Werk en inkomen
Leverancier energieboxen
27
Intensieve communicatie en voorlichting, waaronder bijvoorbeeld buurtworkshops
Thema Utiliteitsgebouwen en bedrijven Nr. Projectnaam Voorlichten en stimuleren bedrijven en 28 bouwpartijen en communiceren voorbeelden
Energiebesparing huishoudelijk energieverbruik
Opzet communicatie-aanpak en ontwikkelen communicatiemateriaal, uitvoering communicatie, organisatie bijeenkomsten en workshops, betrekken doelgroep bij organisatie
ROP ism Publiekszaken
Bewoners
Doelstelling project Kennisoverdracht met als doel realisatie van bedrijven met een GPR-score van minimaal 7,5
Omschrijving globale werkzaamheden Actieve voorlichting en kennisoverdracht bij contactmomenten tussen particuliere bouwers en projectontwikkelaars met de gemeente, passieve informatievoorziening door folders, website en andere media
Interne actoren ROP ism Beleid
Projectpartners Bedrijven
In kaart brengen mogelijkheden financieel stimuleren energiezuinige nieuwbouw bedrijven
Keuze van gemeente om energiezuinige nieuwbouw van bedrijven wel of niet financieel te willen stimuleren, in kaart brengen benodigde middelen, marktverkenning wensen bedrijfsleven
ROP
29
Onderzoek (en indien mogelijk opzetten regeling) financiele stimulering
30
Ontwikkelen aanpak voor Opstellen randvoorwaarden energie t.b.v. bouwprojecten (bv opslagloodsen) die overige gebouwen niet onder de GPR vallen
In kaart brengen mogelijkheden gebouwen die niet ROP ism Beleid onder het Bouwbesluit vallen, opstellen reeele eisen, vastellen eisen, toepassen eisen
31
Zie projecten onder Handhaving EPC- nvt woningbouw Gezamenlijke aanpak energiebesparing Stimuleren en voorlichten gezamenlijke aanpak energie, bijvoorbeeld energieonderzoeken, inkoop energie, energiemanagement, informatiebijeenkomsten
nvt
32
33
Opnemen in planvorming PvE bedrijventerreinen Verlengde Meerlandenweg en Bedrijventerrein Amstelveen Zuid
Thema Verkeer en vervoer Nr. Projectnaam 34 Stimuleren en communiceren richting burgers, waaronder HetNieuwe Rijden 35 Uitwerking Nota Fiets
Exern adviseur/bedrijven
nvt
ROP ism Beleid Organiseren bijeenkomsten met bedrijven op bedrijventerreinen, verzamelen en communiceren van best-practices, coördinerende rol van de gemeente, instellen van een werkgroep, selecteren van enkele concrete activiteiten, uitvoeren van activiteiten
Bedrijven
Duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen Onderzoek naar de specifieke en haalbare energie ROP in Amstelveen en dubo-maatregelen, overleg met betrokken partijen, opname van eisen in PvE, ondersteuning bij de uitvoering
Bedrijven
Doelstelling project Reductie fossiele brandstoffen door burgers en bewustwording Reductie fossiele brandstoffen door toename fietsgebruik
Projectpartners Burgers
Omschrijving globale werkzaamheden Ontwikkelen communicatie-aanpak en communicatiemateriaal, intensieve voorlichting Uitwerking van de activiteiten in de opgestelde Nota Fiets, o.a. "fiets sneller dan de auto", voorrang voor fietsers, afstemming van verkeerslichten
Interne actoren ROP Centrale Beheerstaken
36
Stimuleren en communiceren alternatieven en wagenparkscans voor bedrijven
Besparing fossiele brandstoffen bedrijven
Inventarisatie bedrijven met een wagenpark, overleg met en informatievoorziening m.b.t. een schoon en zuinig wagenpark, voorlichten mogelijkheden wagenparkscans, stimuleren en indien mogelijk faciliteren wagenparkscans
ROP
Bedrijven
37
Onderzoek naar de mogelijkheden tankfaciliteiten alternatieve brandstoffen
Tankmogelijkheden alternatieve brandstoffen
Marktverkenning (regionaal/Provinciaal) mogelijkheden alternatieve brandstoffen, overleg met initiatiefnemers, zoeken naar geschikte locaties binnen de gemeente, faciliteren en stimuleren
Centrale Beheerstaken ism Beleid en ROP
Provincie
Omschrijving globale werkzaamheden Regionale aanpak, regionale locatiescan naar mogelijkheden voor windenergie, selecteren van locaties, besluitvorming locaties
Interne actoren ROP
Projectpartners Regiogemeenten
ROP
Bedrijven
Thema Grootschalige duurzame energieopties Nr. Projectnaam Doelstelling project 38 Onderzoek naar de regionale Regionale locaties voor windenergie mogelijkheden voor windenergie
39
Onderzoek naar de mogelijkheden van bio-energie op bedrijventerrein Amstelveen Zuid
Faciliteren/stimuleren bio-energie
Ruimte creeeren voor de mogelijkheden van bioenergie op bedrijventerrein Amstelveen Zuid, opname in bestemmingsplan, kansrijke biomassastromen, overleg en marktverkenning partijen en initiatiefnemers, in kaart brengen beschikbare biomassastromen
40
Stimuleren grootschalig gebruik van kleinschalige DE-opties zoals kleine windturbines en koude- en warmteopslag
opwekking duurzame energie door optimaal gebruik kleine installaties
ROP Het op grote schaal stimuleren en faciliteren van kleinschalige duurzame energieopties, duidelijkheid in vergunningverlening, combinatie met subsidieregeling duurzame energie
Burgers
Omschrijving globale werkzaamheden Omschrijven en vastleggen van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van betrokken diensten, sectoren, afdelingen en individuele medewerkers
Projectpartners
Thema Organisatie versterkende randvoorwaarden Nr. Projectnaam Doelstelling project 41 Taken, verantwoordelijkheden en Duidelijkheid over taken, bevoegdheden zijn vastgelegd in verantwoordelijkheden en bevoegdheden functieomschrijvingen en werkplannen 42
Opname energiedoelstellingen in beleidsvelden andere afdelingen
Energie- en dubo-aspecten vormen een integraal onderdeel van werkprocessen
Interne actoren ROP
Opnemen en vastleggen doelstellingen in ROP beleidsstukken en andere beleidsvelden. Opzetten projectbureau/team enz
43
Structurele communicatie over de aanpak en resultaten van klimaatbeleid naar alle relevante partijen, inclusief burgers binnen de gemeente
Inwoners, bedrijven en andere partijen (ook landelijk) zijn op de hoogte van de vooruitstrevende aanpak van de gemeente Eindhoven
Opstellen communicatiestrategie intern en extern, algemene communicatie en projectcommunicatie, ontwikkelen/aanpassen beeldmerk/huisstijl, inzet van communicatiemiddelen, media, mailings, bijeenkomsten, congressen, workshops, internet enz, uitbreiden kaart duurzame energie toepassingen
ROP
44
Monitoring op resultaten
Monitoren van resultaten
Ontwikkelen en opzetten van een monitoringsinstrument om de resultaten van het klimaatbeleid op resultaten te kunnen monitoren, jaarlijkse uitvoering en rapportage
ROP
Externe communicatiebureau