de Utrechtse daklozenkrant • nr. 4 • vrij 1 mrt - do 21 mrt 2013 • JG. 2 • €2 waarvan 0,90 voor de verkoper • DRIEwekelijks • let op het pasje
Mirjam Sterk
Sterk verhaal EN EEN ROOD VERKOPERSHESJE! • Straatnieuws • SN VERKOPERS DRAGEN EEN ROOD VERKOPERSHESJE! • Straatnieuws •
Straatplaat
Bloemen voor die man!
Zonder button, hesje of ander schreeuwerig teken van een campagne het fietspad van iedereen sneeuwvrij maken. Bas de Meyer basfotografie.com
Column de rook omhoog kringelt. Met name dat laatste kan niet meer. De sigaret is uitgebannen in de horeca. Terwijl ik er vroeger zo van kon genieten om binnen te roken. Het moment tussen de tapa’s, of tijdens het wachten op het dessert: de fik ging in die peuk.
Roken in de kroeg Ik weet niet hoe het met u zit qua roken, maar de liefhebbers van tabak bestaan in verschillende gradaties. Ik ben vooral een ‘horeca-roker’. Thuis rook ik ook hoor, hele sloffen gaan er doorheen. Maar dan ben ik aan het werk, ik houd praktijk aan huis moet u weten. Maar van die 20 tot 40 sigaretten per dag geniet ik vooral van de eerste. Ik schenk mij een espresso in, sla de digitale krant open en dan dat eerste saffie. Na het diner mag ik ook graag een sigaret roken. Mooi getafeld en dan een glas cognac met de sigaret in de hand. Kijken hoe
2
Ik mis dat, het roken tijdens het eten, tijdens de borrel of de lunch. Nu staan we buiten. Dan in de sneeuw, dan in de zon. Beiden heeft zijn charme, natuurlijk. Maar toch. Roken. De maaltijd vieren. Het mag dus gewoonweg niet meer. U moet eens kijken in café de Postiljon. Het zit op de brug, meer kan ik niet kwijt want anders komt u met z’n allen. In 2008 werd het rookverbod ingevoerd en toch konden we daar blijven roken. De boetes betaalden we met z’n allen. Hebben we drie keer gedaan, ik denk dat het in totaal zo’n 2500 euro heeft gekost. Daarna stopten ze met controleren. Er zat een weeffout in die wet van minister van Volksgezondheid Ab Klink (CDA) want de argumentatie dat het personeel beschermd moest worden tegen de kwalij-
ke sigarettenrook van de klanten ging niet op bij de eenmanszaken. Bij Thom, de rokende kastelein van mijn Utrechtse stamcafé, staan de asbakken dus nog steeds op tafel. En dat moet maar eens afgelopen zijn vindt PvdA-Kamerlid Myrthe Hilkens. Daarom steunde ze onlangs een motie van de ChristenUnie die pleit voor een totaalrookverbod in de horeca. De uitzonderingsregel van het vorige Kabinet gaat dus de prullenbak in, wat de PvdA betreft. De PvdA blijft draaien op het gebied van het rookverbod. In 2008 steunde de partij de wet van het kabinet waar ze zelf van deel uitmaakte. In 2010 zei toenmalig lijsttrekker Job Cohen vervolgens dat hij een uitzondering wilde voor de kleine horeca en nu zegt Hilkens dat het verbod er weer wél moet komen. Draaien is een kunst. En dan heb ik het niet over een shaggie.
Bas Paternotte is adjuncthoofdredacteur van ThePostOnline.nl en bestuurslid van stichting Limes030.
1 m aart 2013
Inhoud
nummer 4: vrijdag 1 maart - donderdag 21 maart
06 Sterk verhaal Een terugblik op tien jaar Binnenhof met het Houtense ex-kamerlid Mirjam Sterk. Over de strijd met LPF en Wilders, de media en hoe je dan ook nog drie kinderen op de wereld zet.
10 Nieuw: de Catharijntjes In dagopvang het Catharijnehuis komen straatmensen uit alle windstreken.
13 Nachtspoor Voorbij ijlende intercity door de ogen van Michael Galiart.
16 Rookpaaldansen en frikadellen Een feestbeest uit Utrecht was benieuwd naar het uitgaansleven in Amsterdam.
20 Late trein Gedicht van Co Woudsma. Fotografie Piet Hermans.
24 Vorlesebühne Kort, vreemd proza met verfrissend absurdisme als basis. Uit de houtzaagmolen De Ster in Lombok. Gaat over uzelf. IK dus.
En verder: 04 SN-varia 12 Gratips
26 Said Belhadj, een Marokkaan met Puha Doet aan kunst, in de Hardebollenstraat, het hoerenstraatje in hartje centrum. Kunst tussen de hoeren dus. Mike ging kletsen.
29 De woeste tuin 30 Wat als… 31 Puzzel 32 Klinker
1 maart 2 0 1 3
3
kbtr
De beroemdste kabouter van Utrecht. Weet u er een? Stuur op!
[email protected]
Een u-bocht in de bergen De Utrechtse stichting Mountain Child Care helpt Nepalese straat- en wees jongeren hun eigen talenten te ontdekken. ‘In de bergen kunnen ze naar zichzelf luisteren.’
een initiatief van de Utrechtse stichting Mountain Childcare. Tijdens deze tocht besefte Sujit wat hij wilde doen met zijn leven: verpleegkundige worden in zijn geboortedorp.
Acht was Sujit toen hij door zijn stiefvader in een rivier werd gesodemieterd. Sujit was boos geworden op zijn stiefvader, een alcoholist: ze hadden flink wat geld gekregen van een hondeneigenaar om Sujit, die was gebeten door diens hond, naar het ziekenhuis te brengen. Maar op weg naar het ziekenhuis verdronk zijn stiefvader al het geld. Sujit verdronk echter niet. Hij zwom naar de oever en keerde terug naar zijn stiefvader. Want wie had hij anders?
Licht in de ogen
Hij hield het er nog twee jaar uit; op zijn tiende verkoos hij de straat boven de agressieve alcoholist die zijn stiefvader was. Zijn geld verdiende Sujit vanaf dat moment als schoenhersteller. Tot twee jaar later zijn leven een ommezwaai maakte, toen een straatjongerenorganisatie hem naar school liet gaan. Weer vier jaar later liep hij een ‘talententocht’ in de Himalaya, de zogenoemde Quest Track, een soort survivaltocht. Deze tocht was
4
Mark Simons en zijn partner Marianne van Wetter richtten de stichting Mountain Childcare op in 2011. Van Wetter kwam op het idee toen zij voor groepen Nederlandse wandelaars trektochten in Nepal organiseerde. ‘Ze zag een groep weeskinderen terugkomen uit de bergen en was zich bewust van de blijdschap en het licht in de ogen van deze jongeren. Ze dacht: ‘ik leid hier wel toeristen rond, maar kansarme Nepalese jongeren zullen ook baat hebben bij een tocht door de bergen in hun eigen land.’ En dus organiseren Simons en Van Wetter vanuit Nederland tochten voor Nepalese straat- en weesjongeren van zeventien tot twintig jaar, om te ontdekken wat ze kunnen en willen in hun leven. De tochten worden gefinancierd door Nederlandse jongeren die ook meegaan en hiervoor fondswervende acties bedenken. Het doel van de – vaak toch wel zware – wandeling
1 m aart 2013
door de bergen: ‘De jongeren hun eigen talenten laten ontdekken’, zegt Mark. ‘Deze jongeren zijn veelvoudig getraumatiseerd en zijn heel beïnvloedbaar door wat ze hebben meegemaakt. Ze zullen honderden stemmetjes in hun hoofd hebben die dingen zeggen als: ‘Mijn moeder liet me in de steek, ik ben niets waard’ en ‘Ik kom nooit aan een fatsoenlijke baan’. Die wandeling in de natuur, weg van de vieze, drukke stad en de strenge Nepalese kastenmaatschappij, leert de jongeren naar zichzelf te luisteren. Wat willen ze en wat kúnnen ze?’
Harddrugs Simons en Van Wetter helpen de jongeren hierbij. ‘Het is niet de bedoeling dat we ze zeggen: ga naar school, leer een vak. Als de jongeren er zelf achterkomen wat ze willen met hun leven, is de kans veel groter dat ze de goede weg inslaan en bijvoorbeeld stoppen met harddrugs.’ De ellende die de jongeren meemaken, komt ook aan
bod tijdens de zesdaagse wandeling. Als de zon onder is, de rugzakken af zijn en het kampvuur brandt, mogen de jongeren om de beurt hun verhaal doen. Simons: ‘Vraag me niet wat het ergste is dat ze hebben meegemaakt: het is teveel om op te noemen.’ Maar het mooiste wat hij daar hoorde was de uitspraak: ‘It’s never too late to make a u-turn in life.’ Sujit heeft inmiddels ziekenhuizen en medische opleidingen bezocht en werkt keihard om verpleegkundige te worden. Die zogenoemde u-bocht is door Sujit dus gemaakt. Er is nog één plaats vrij voor een Nederlandse jongere op de Quest Trek van 10 t/m 15 mei 2013. Meer informatie www.mountainchildcare.org
Aan het hof van Koning Winter ‘Hi Frank, ik kan toch niet naar je toe komen omdat het zo koud blijft. Kom maar hier.’ OK, ik snap hem, het is koudweerregeling dus ik peddel even naar het opvanghuis. De koudweerregeling is zelden zo lang van kracht geweest. Koud vriesweer vormt groot risico voor dakloze mensen en met deze regeling slaat Utrecht de handen ineen. Om echt iedereen 24 uur van de straat te halen. Ook wie geen recht heeft, mag gratis eten en slapen, Koning Winter regeert het toelatingsbeleid. Aardige vent dus, zo lijkt het. Een die heel humaan regent.
tekst Lisanne van Sadelhoff Fotografie Anna KouwenHoven, Lizzy Overdevest, Biso Bajrachary
‘Iedereen’ zit dus binnen. Wat je dan ziet. De armoe uit het oosten, Grieken, Portugezen, Afrikanen en flink wat Utrechters opeengepakt in een ruimte zo groot als een bescheiden voetbalkantine. En ze staan allemaal rustig te wezen. ‘Is het niet een beetje te druk?’ ‘Ja, almaar’ zegt mijn afspraak. ‘Iedereen blijft ook binnen en dat maakt de sfeer wat gespannen, het geeft problemen, er is eergisteren ook even geknokt. Gasten die levenslang ‘en drie maanden’ geschorst zijn mogen nu toch binnenkomen.’ Ik snap het. Koning Winter, aardig? Het is maar hoe je het bekijkt. hoofdredacteur Frank Dries
1 maart 2 0 1 3
5
Interview
‘Ik kon in de kamer zwemmen’
6
1 maart 2013
Na tien jaar Binnenhof en drie kinderen krijgen weet Mirjam Sterk niet van stoppen
Sterk verhaal Groen was ze, toen ze in 2002 voor het CDA de Tweede Kamer betrad. Veel mooie en moeilijke ervaringen en ook drie kinderen rijker vertrok ze er vorig jaar. Nee, Rutger Castricum vond ze niet zwaar, het moederschap wel. Uit welke straat kom je? ‘Uit verschillende straten. Eerst woon de ik aan een hele lange dubbele weg langs de bossen. De tweede was een erf met een kerk en huizen eromheen. De derde was een fietspad van de kerk naar de molen. Ja, ik ben dus een do mineesdochter. De vierde, tijdens mijn studie in Utrecht, was een doorgaande straat in Tuinwijk. De vijfde (de hui dige straat, JB) is een straat met hob bels zodat de auto’s niet te hard rijden. In Tuinwijk liepen wel junks door de straat, verder zag ik nooit daklozen bij mij in de straat.’ Vanuit Houten reisde ze tien jaar lang naar het Binnenhof. Inmiddels ligt de Tweede Kamer alweer enige tijd achter haar. Regelmatig liet ze van zich horen in de debatten, ook met Geert Wilders. ‘Ik heb nooit een blad voor de mond genomen waar het ging om rechten van minderheden, bijstand niet stopzetten – daar heb ik nooit een koerswijziging in aangebracht. Ook niet toen ze gedoog partner waren. Je hoort elkaar ook in de Kamer te be strijden. Als Wilders mensen beledigt,
1 maart 2 0 1 3
moet je er iets van zeggen. Je kletst hem niet weg, maar je kunt wel aan de kiezer laten merken dat je er moeite mee hebt. De keerzijde is: als je hem van repliek dient, geef je hem ook een podium. Anderzijds werkt doodzwijgen in België ook niet. Het zijn ten slotte toch politieke vandalisten. Ze gooien bij wijze van spreken een ruit in, lopen dan hard weg en zeggen: ‘Jij hebt het gedaan!’‘ Toch rijst dan ook achteraf weer de vraag: waarom dan in zee met zo’n ge doogpartner? ‘Als gedoogpartner moet je laten zien dat je iets klaarmaakt. Wilders was daarvoor altijd compro misloos. Maar als je verantwoordelijk heid draagt, is dat een stuk lastiger uit te leggen. Bovendien had hij wel 1,2 miljoen mensen achter zich. Die zien ons (de gevestigde partijen) als een soort elite. Dan vind ik het elitair en stom om niet met zo’n partij om te gaan. We zijn tenslotte een democra tie. Maar mijn eigen principes, zoals godsdienstvrijheid, heb ik daarbij nooit laten varen. Maar ja, toen het moeilijk werd, renden ze hard weg.’
Vanaf 2002 waren er veel verhalen te lezen in de pers waarin stond dat de manieren in de Tweede Kamer onder invloed van de LPF verhardden. ‘De LPF gebruikte vuilbekkerij’, herinnert Sterk zich. ‘De woordkeus is sowieso aan afbreuk onderhevig. Denk aan de uitspraak van Wilders: ‘Doe effe nor maal man!’ Maar veel mensen vergeten dat Marijnissen ook dat soort teksten gebruikte. Bij de LPF hadden ze sowie so hun eigen codes: kamers ingericht door Jan des Bouvrie. Dat is daarna niet meer gebeurd. Maar die andere woordkeus kun je door de hele samen leving zien. Kijk naar de reactie op in ternet, allemaal verharding. En wat in de buitenwereld gebeurt, gebeurt ook in het Haagse debat.’
Moederschap Tijdens die tien jaar landelijke politiek beviel Sterk van drie kinderen. ‘Tot 2006 was er geen verlofregeling voor Kamerleden. Ik was de eerste die ge bruik maakte van de wetswijziging die het verlof wel mogelijk maakte. De wet schrijft voor dat een ander Kamerlid je voor de tijd van de zwangerschap tijde lijk vervangt. Dat vervalt als je beval len bent, dan moet je weer terugkeren.’ Drie kinderen tijdens haar kamerlid maatschap dus. Kreeg ze daar wel eens kritiek op? ‘Nooit direct’, antwoordt ze. ‘Maar ik heb wel via de Elsevier verno men dat collega’s in mijn fractie vonden
7
Interview
dat je altijd kamerlid moest zijn. Ik interpreteerde dat als: kinderen krijgen is ongewenst. Bij mijn derde zwanger schap heb ik wel geprobeerd daar re kening mee te houden. Voor zover het te plannen valt, natuurlijk. Je moet als kamerlid nu eenmaal proberen waar te maken wat mensen van je verwachten. Maar als ik er geen rekening mee had kunnen houden, had ik het ook gedaan. Toen ik bij de derde zwangerschaps verlof had kunnen opnemen, was er reces en de verkiezingscampagne. Tot over de uitgerekende datum heb ik toen in Den Haag gewerkt. En drie weken daarna was ik alweer terug. Ik ben er niet trots op, maar zwangerschap doet wel iets met je. Voor mij was het irreëel om op de lijst te gaan staan en niet cam pagne te voeren en te onderhandelen.’ Naar ze zelf zegt heeft de politiek haar enorm veranderd. ‘Ik kwam natuurlijk redelijk groen in de Tweede Kamer. Ik was pas 29 jaar en had geen ervaring in de gemeenteraad of Provinciale Staten. In een keer in het diepe. Ik heb er veel mogen leren: mooie dingen, moeilijke dingen. Mooi was bijvoorbeeld de In burgeringswet die in 2002 de nieuwe Nederlanders een plek gaf. Moeilijk waren de begrafenissen van de Oran jes. Maar ook de laatste twee jaar in onze partij en in onze fractie. Dat ver oorzaakte veel spanningen. Daarvoor voelde ik me als vicefractievoorzitter extra verantwoordelijk.’ Maar het CDA-Kamerlid ontdekte ook veel over zichzelf. ‘Het was geen stage, maar ik kon in de kamer zwemmen, ge lukkig. Wat ik ook heel mooi vond, was dat je met zoveel verschillende mensen in contact komt: huisvrouwen, boeren, ministers, de voorzitter van het Ma rokkaanse parlement, noem maar op. Ik vond het een fantastische baan en ik heb er dan ook geen spijt van. Maar
8
moeder zijn is ook zwaar.’ Zwaar lijkt het juiste etiket op een riooljournalist als Rutger Castricum. ‘Maar hij kon mij niet pakken. Er kwamen maar geen slippertjes uit m’n mond. Ik denk dat hij het na een tijdje heeft opgegeven.’
tegen me: als je stopt, heb je veel meer tijd voor jezelf. Maar dat is niet ge beurd. Ik heb het zo druk met van alles en nog wat. Ik blijf altijd een bezige bij. Andere dingen worden belangrijk. Je zelf ontwikkelen is ook uitdagend.’
Toch zat uit de Kamer stappen alweer een tijdje in haar hoofd. ‘Nu kan ik vanavond weer hardlopen in een groep, een boek lezen of een serie kijken zon der schuldgevoel. Even de ruimte heb ben om thuis te zijn, minder het nieuws hoeven volgen. Dat is een prettige ge waarwording.’
Ontwikkelen in beroepsmatige zin betekent voor de Houtense een bestuur lijke functie of een baan in de media. ‘Ik kan er niet te veel over zeggen, maar ik gebruik m’n tijd om te zoeken naar een standbeen. In het verleden heb ik bij de IKON gewerkt. De media kennen diezelfde dynamiek als de poli tiek: aandacht trekken, je doet het met een team, je moet iets neerzetten maar het resultaat blijft toch onvoorspel baar.’ Want de politiek zal haar ook nooit helemaal loslaten, zo lijkt het. ‘Ik maak me zorgen om de tweedeling in de samenleving. Daarbij ben ik be trokken geweest in de Tweede Kamer.
Het klinkt als: eindelijk weer jezelf zijn. ‘Ik geloof niet dat ik niet mezelf ben geweest. De politiek is natuurlijk een enorm krachtenveld. Alle deuren gaan er voor je open. Daarom zei ik van tevoren tegen mijn bekenden: ‘Trek me aan m’n jasje als je me niet meer herkent’. Maar iedereen bleef me wel herkennen. Iets anders is dat je aspecten van jezelf laat zien die anders niet aan de orde zijn. Thuis debatteer ik bijvoorbeeld niet.’
De media in? Sterk is ook niet opgelucht dat ze ein delijk weer eens door het rode licht zou kunnen lopen, zegt ze. ‘Ik vind dat ik nu nog steeds een goed voorbeeld moet geven. Ik zou zo gauw geen din gen weten te verzinnen die ik nu wel doe en tot voor kort niet of omgekeerd. Vergeet niet dat ik al van kinds af aan gewend was dat mensen op mij letten, ik was immers een domineesdochter. Waar ik toen wel moeite mee had: ‘Hal lo, ik ben ook alleen maar een kind!’ Maar ik heb een interne moraal, zoals iedereen die in zich heeft.’ Aan de andere kant: heeft ze niet het gevoel dat het hoogtepunt van haar loopbaan nu achter haar ligt? Sterk lacht. ‘Nee. Iedereen zei van tevoren
Mensen krijgen steeds meer schulden. Door het verlies van een baan of door een echtscheiding kunnen mensen uit eindelijk op straat komen te staan. En in Utrecht leven natuurlijk ook heel veel Polen op straat. De vraag is of er voldoende opvang is voor die aanwas. Nu al zitten er te veel kinderen in de maatschappelijke opvang. Gelukkig komt er wel meer particulier initiatief: supermarkten die goede producten weggeven bijvoorbeeld. Zo heb ik me in de Tweede Kamer hard gemaakt om geld uit de Europese Unie te halen voor particuliere initiatieven. Nederland wilde dat niet omdat het particulier was, maar ik vind niet dat we roomser dan de paus moeten zijn. Toch moet de particuliere hulp uiteindelijk zichzelf bedruipen.’ En dat doet het Straat nieuws al jaren. Tekst Jesse Budding Fotografie Bram Petraeus
1 m aart 2013
‘Ik vind dat ik nu nog steeds een goed voorbeeld moet geven.'
1 maart 2 0 1 3
9
de catharijntjes
10
1 m aart 2013
In dagopvang het Catharijnehuis komen straatmensen uit alle windstreken
De Surinaamse Maradona Op z’n achterhoofd een zwart plukje haar. Verder is hij kaal. Die krulletjes herinneren hem aan vroeger. Diego Armando Maradona. Zo werd Shiamkoemar in de jaren tachtig genoemd tijdens zijn gloriedagen als voetballer in Suriname. ‘Vroeger had ik net zo’n afro als Maradona,’ vertelt Shiamkoemar. ‘Die krullen heb ik nu als symbool. Ze zorgen ervoor dat ik moet terugdenken aan het voetbal. Overal waar hij kwam, werd hij herkend. ‘Ik was het middelpunt. Op ieder feest stond ik in de belangstelling en op straat riepen mensen ‘hé, kijk, daar is die topvoetballer, Shiam Bhagwanbali!’ Ik kreeg erkenning, voelde me waardevol.’ Als Shiamkoemar over zijn gouden jaren vertelt, begint hij te stralen. Zijn ogen glinsteren. Even is hij weer de gelukkige jongeman die het publiek op de banken kreeg. Als kleine jongen die opgroeide in Paramaribo was Shiamkoemar (1960) een heel stuk minder gelukkig. ‘Toen ik op de lagere school zat, was het mijn taak om op onze koe te passen. Maar ik vergat dat vaak. Ik wilde liever voetballen. Dan was de koe aan het grazen in de groentetuin van de buurman. Mijn familie kwam dat te weten. Een broer pakte dan een leren riem en gaf me een pak rammel. Ik heb veel rammel gehad. Heel veel rammel...’ Shiamkoemar staart voor zich uit. Lippen op elkaar. Tranen verlaten zijn ogen en ploffen via zijn wangen neer op zijn blauwe jas. Jaren later doet denken aan zijn jeugd hem nog steeds pijn. Na de lagere school ging Shiamkoemar naar de LTS, maar voetbal bleef zijn grote passie. ‘Toen ik zeventien was vroeg Jai Hind, de topclub in de buurt, aan mij of ik bij hen kwam voetballen. Ik zei dat ik dat niet zou kunnen en dat ik beter in een jeugdteam kon gaan spelen. Maar de club wilde dat ik meteen in het eerste kwam spelen, want ze zagen wat in me. Ik vond dat maar raar, wist niet dat ik zoiets kon.’ Shiamkoemar veroverde er snel zijn plekje en schitterde. Als regisseur op het midden-
1 maart 2 0 1 3
veld werd hij dé ster van het team. Drie jaar later veranderde zijn leven ingrijpend. ‘Onder leiding van Desi Bouterse pleegde het leger in 1980 een coupe. Op een dag kwamen er drie militairen binnen bij ons thuis. Ze hadden gehoord dat ik een goede voetballer was en vroegen me of ik voor het legerteam, dat speelde op het hoogste niveau van Suriname, wilde voetballen. Ik had geen werk en besloot het te doen als ik ook in het leger kon werken.’ Dat kon. Shiamkoemar kon aan de slag als magazijnmedewerker in de legerkazerne en maakte furore in het Surinaamse legerteam. ‘Op de televisie, de radio en in de krant, overal werd er over mij gepraat. Mensen kochten kaarten om mij te zien voetballen. Soms zaten er wel negen duizend mensen op de tribune.’ Uiteindelijk borg Shiamkoemar zijn voetbalschoenen op toen hij 32 was. Hij kreeg een topscorersmedaille in het Suriname-stadion en nam afscheid als topvoetballer. Een nieuw leven wachtte op hem. Een leven in Nederland. ‘Mijn vader zei ‘ga’. Ik had verder niets in Paramaribo. Geen werk, geen vriendin. Twee broers hebben mij geholpen met naar Nederland te gaan. Ik moest trouwen om hier te mogen blijven. Ik was niet verliefd, maar ik moest ‘ja’ zeggen, anders moest ik terug naar Suriname.’ Samen met zijn vrouw, die tramconductrice was, ging Shiamkoemar wonen in Rotterdam. Daar werkte hij als straattoezichthouder. Het huwelijk hield een paar jaar stand. ‘Ik heb haar betrapt met een collega. Uiteindelijk zijn we gescheiden en ben ik vertrokken naar Den Haag.’
Shiamkoemar had diverse baantjes. Hij deed onder meer inpakwerk, werkte in de bouw en op een groenteveiling. Hij ontmoette een andere vrouw en ging opnieuw samenwonen. Daarna herhaalde de geschiedenis zich. ‘Ook haar heb ik betrapt met een ander. Basta was het daarna. Basta.’ Weer de tranen. Shiamkoemar zag zijn leven uit zijn handen glippen. Zijn rol als regisseur op het voetbalveld veranderde in een hoofdrol in een boek waarvan de pagina’s steeds zwarter kleurden. ‘Door de problemen met de vrouwen ben ik gaan drinken. Zeven jaar ben ik nu in Utrecht. Ik heb geen familie, geen werk en geen geld. Dus leef ik op straat. Mijn vader en moeder zijn overleden en mijn broers en zussen willen mij niet. Omdat ik drink. Maar ook toen ik niet dronk, zijn ze mij altijd blijven behandelen als een klein kind. Maar ik ben groot en volwassen geworden. Dat doet zoveel pijn.’ Toch blijft Shiamkoemar positief. ‘Dit leven is niet picobello. Leven op straat is een ellende en ik ben het ook vaak zat. Het is niet het goede leven. Ik wil terugkeren in de maatschappij, weer leven, me aanpassen. Maar echt waar, ik heb goede hoop. Ik blijf lachen en probeer anderen ook te pushen dat ze blijven lachen. ‘Hé kom op, hé, blijf positief!’, zeg ik dan. Ik ben elke dag gelukkig. Elke dag als ik wakker word, ga ik niet nadenken of piekeren wat er is gebeurd. Ik probeer niet te denken aan al die pijn en teleurstelling. Dan moet je sterk zijn. Dat ben ik. Wel denk ik terug aan mijn mooie leven als voetballer. Dankzij mijn haar. En ik bid iedere dag tot God. Ik ken de bijbel van Genesis tot Openbaring. God is altijd om me heen en geeft me kracht. Onder zijn paraplu leef ik. Ik volg Hem. In de naam van Jezus Christus. Halleluja. Amen.’
Tekst Hugo Verkley Fotografie Frank Dries
11
Gratips
Gratips
SN selecteert voor ieder nummer een paar interessante én gratis activiteiten
Bezinnen op zondagochtend
Romantische bruidsbeurs
Moslim, christen, humanist, je kunt in Nederland vele levensovertuigingen aanhangen. In ‘Iets bij de koffie’ bekijken we telkens een maatschappelijk onderwerp vanuit verschillende perspectieven. In deze eerste editie vertelt Christen Mattias Brand hoe hij aankijkt tegen vreemdelingendetentie. Zestien mensen kunnen meedoen.
[email protected].
Inspiratie opdoen voor de grote dag? In het romantische kasteel Maarten Maartenshuis kunt u twee bruidsshows zien en demonstreren diverse bedrijven uit de trouwbranche hun diensten. Bezoekers gaan naar huis met een goodiebag. Zondag 3 maart 12:00 - 16:00 uur Kasteel Maarten Maartenshuis Amersfoortseweg 98, Doorn.
Zondag 3 maart 10:30-11:30 uur. Theekamer van KEEK, Twijnstraat 23, Utrecht.
Boekpresentatie en klassieke muziek
Markt voor boekenwurmen
Een boek lezen of toch naar muziek luisteren? Zangeres en schrijfster Mehrnaz Salehi kiest gewoon voor allebei. Salehi presenteert haar nieuwste boek ‘5 ganeh’. Tijdens de boek presentatie treden Nasim de Haas (viool), Hamid Tabatabaei (piano) en Vincent Geurts (gitaar) op. Zij spelen klassieke en geïmproviseerde muziek. Voertaal: Nederlands en Perzisch.
Boeken over literatuur, filosofie, kunst: het is weer tijd voor de jaarlijkse Wijkse Boekenmarkt. Veertig verkopers vullen hun kraampjes voor boekenliefhebbers. In een van de kraampjes ook oude etsen en gravures, speciaal op het gebied van de provincie Utrecht. ‘s Middags vinden ook nog muziekoptredens plaats.
Donderdag 7 maart 19:00 uur-20.30 uur. Bibliotheek Utrecht,
Zaterdag 9 maart 10:00 - 17:00 uur. Grote Kerk - Markt,
muziekafdeling.
Wijk bij Duurstede.
Frank Boeijen viert jubileum Liedjes als ‘Zeg me dat het niet zo is’ en ‘De Verzoening’, wie kent ze niet? Zanger en liedjesschrijver Frank Boeijen viert dit jaar zijn 35-jarig jubilieum. Presentatoren Felix Meurders en Dolf Jansen van Spijkers met Koppen gaan met de zanger in gesprek. Zaterdag 9 maart 12:00 - 14:00 uur café The Florin, Nobelstraat 2, Utrecht.
Muzikale tijdreis Heimwee naar het verleden? Ga dan mee op een muzikale reis door de tijd. Elk uur wisselt de muziek van decennium. De avond start met rock ‘n roll uit de jaren zestig. Dan volgen 70’s funk, soul en disco. Na de jaren ‘80 (synthpop) worden de late uurtjes gevuld met de meest foute dancehits, britpop en grunge uit de jaren negentig. Donderdag 14 maart 23:00 uur. ACU, Voorstraat 71, Utrecht.
Shoppen in het bos
Presenteren voor dummy’s
Winkelliefhebbers tussen de 25 en 55 opgelet! Speciaal voor vrouwen organiseren de dames van Jurk aan de Rijn voor het eerst een tweedehands kledingmarkt in Zeist. Genoeg van een volle kast of geen zin om zelf te shoppen? Er zijn ook rekken te huur om kleding te verkopen.
Een presentatie geven aan een passieve groep? Intimiderende gasten tijdens een lezing? Speciaal voor vrijwilligers die voor grote en/of kleine groepen moeten spreken, is er de workshop `Spreken voor Publiek’. Gert-jan Jansen, van beroep dagvoorzitter en gespreksleider, zet zijn uitgebreide ervaring in en geeft deelnemers tips en trucs.
Zaterdag 16 maart 19:30-21:30 uur Boskapel Zeist.
Maandag 18 maart 19:30-22:00 uur. Aanmelden via www.mykees.com.
12
1 m aart 2013
Nachtspoor
1 maart 2 0 1 3
13
14
1 maart 2013
fotografie p13-15 Michael Galiart
1 maart 2 0 1 3
15
16
1 m aart 2013
J
osje en ik staan te wachten op de nachttrein van 01.17 uur van Utrecht naar Amsterdam. Het is zaterdagnacht. Er staan wat mensen op het perron maar van de verwachte uitgaansdrukte is geen sprake. ‘Wat doen we hier ook alweer?’ We roken er eentje en ik vraag of mijn collega-reporter kan rookpaaldansen. Dan komt er een tweetal jongens in beeld. Ze kijken belangstellend naar een bizarre poging tot paaldans. ‘Die dame heeft hulp nodig.’ Segun en Jurmen kunnen wél dansen. Zeer overtuigende robot moves. Ze dansen beiden de inmiddels gearriveerde trein in. De vrienden vertellen ons dat ze toe zijn aan lekker eten, seks, drank en chocolade, ze hebben er een pittige periode van onthouding op zitten.
een nachtelijk retourtje utrecht-amsterdam
De stemming zit er goed in Het Utrechtse feestbeest Mike Platenkamp wilde weleens weten of het nachtleven in Amsterdam nou zoveel opwindender is. Hij nam Josje Maria Janny Hoppenbrouwers mee voor een onderzoek. En dan moesten ze na vieren nog zien thuis te komen. TEKST EN FOTOGRAFIE MIKE PlATENKAMP EN JOSJE MARIA JANNy HOPPENBROUWERS
We hebben te maken met professionele proefkonijnen. De twee onderwerpen zich regelmatig aan een geneesmiddelenonderzoek. Een week bloed prikken en op bed liggen, X-boxen en een aantal keren per dag in een potje plassen. ‘Dat moet wel mid stream plas zijn. Dat is bij een soa-test heel anders.’ De heren hebben er verstand van. ‘Er zijn mensen die per jaar twintigduizend euro verdienen als testvrijwilliger.’ Wij concluderen dat ‘vrijwilliger’ dan wel een gekke benaming is. De dudes hebben geld nodig voor het opzetten van de next big thing op het gebied van de sociale media. ‘Je gaat nog van ons horen hoor.’ Ineens klinkt achter ons een uitroep van ongeloof. Een gele beestenmuts waar vermoedelijk een meisje onder verstopt zit kijkt geschrokken haar vriendje aan. Er blijkt sprake van een zekere mate van verstandsverbijstering. Wij vermoeden dat er drugs in het spel zijn. ‘Dit is niet de trein naar Gouda?’ Het is voor hen niet de avond van verstandige keuzes. Bij de Bijlmer stappen ze ineens uit. Zou het mogelijk zijn om rond half twee in de nacht de weg terug naar Gouda te vinden? Wij bemoeien ons er niet mee. Het nachtnet van Gouda? Geen kaas van gegeten. Inmiddels is een van de leuke labratten in conflict geraakt met een dame op de bank voor hem. Ze wil niet met hem praten en dat trekt hij niet. ‘Het is dat zij erbij zitten, anders zou ik...’ Josje onderbreekt hem en informeert naar de relationele status van de heren. ‘Kom maar mee naar de wc, dan zal ik het je
1 maart 2 0 1 3
17
laten zien. Echt hoor, ik doe het zo met je, ik ben zo geil als een motherfucker.’ Mijn lieftallige collega bedankt ze hartelijk voor het gulle aanbod. Bij aankomst in Amsterdam stappen er wat groepjes uit, we spreken een paar mensen aan. De stemming zit er goed in. Er kan gestapt worden. Wij besluiten om rond vier uur de trein terug te nemen maar eerst gaan we even de stad in om collega Piet, reporter en fotograaf van Z!, te ontmoeten voor een nachtelijk redactieoverleg. De keuze is gevallen op een nachtcafé op de Zeedijk. Een louche sfeertje: mannen in het vrouwentoilet, coke in de rookruimte. Een ‘leuke’ uitsmijter laat Josje binnen
18
maar Mike moet buiten blijven. Het blijkt een portiersgrapje. Om 04.17 uur gaat de trein volgens de dienstregeling terug maar we blijken gestrand. In de hal van het CS is het bomvol. De trein naar Utrecht is uitgevallen. Onduidelijk is wanneer wij onze nachtnetexpeditie kunnen hervatten. We kijken wat rond. In de hal staan zes beveiligers rond twee opstandige jongens met propellerpetjes. Het is direct duidelijk dat de jongens, in kennelijke staat, hun mond niet kunnen houden. De bewakers staan te tieren en te vloeken en de boetes vliegen de knapen om de oren.
Collega Piet gaat toch maar niet mee nu het onduidelijk is hoe laat we hier wegkomen. We nemen afscheid. ‘Dag Piet, het was kort maar krachtig.’ Er staan twee Groningse meisjes een beetje ongelukkig te kijken. Ze komen niet meer thuis vanochtend. Hun sexy outfit staat in schril contrast met de neonverlichte gangen. Ze zijn een beetje teleurgesteld in de Amsterdamse mannen, vertellen ze. ‘Thuis zijn het natuurlijk ook mannen maar ze loeren niet zo en ze komen zeker niet zomaar aan je.’ Mogen we een foto maken? De meisjes springen in de houding. Ik zeg: ‘Ik begrijp die Amsterdamse mannen wel.’ Josje is inmiddels in gesprek met een
1 m aart 2013
JOVD-knul in pak. Hij bracht twee mensen van Noordwijk naar Amsterdam en weer terug. Nu kan de beste knul zelf niet naar huis, hij was stiekem al even ingedut op een bankje, voorlopig is er nog geen trein die hem naar zijn woonplaats brengt. ‘Was het een leuke rit?’ vraagt Josje. ‘Niets spannends deze keer, ditmaal geen champagne en seks op de achterbank.’ Ik zit ineens klem tussen een groep vrouwen in Cora-van-Mora-schorten die frikadellen eten. ‘What the fuck?’ Een van de vrouwen antwoordt: ‘Ja, wat denk je...?’ ‘Oh nee hè, een vrijgezellenfeestje uit Maastricht.’ Nee, ze willen niet op de foto want ze zijn allemaal
1 maart 2 0 1 3
‘verrot’. Als de trein uiteindelijk komt, een uur later dan gepland, stappen we vermoeid in. We stuiten op een stel uit Utrecht, een documentairemaker en zijn prooi, ze zijn naar een comedynight in Toomler geweest. ‘Daniël Arends was er.’ De documan laat ons zijn showreel op zijn telefoon bekijken. Zijn metgezel kan haar ogen niet openhouden. Overal in de trein zitten trouwens slapende mensen. Een coupé verder zit een groepje jongens te keten. ‘Ik weet niet meer waar we geweest zijn maar het was helemaal kut.’ Als ik vertel wat we doen, roept een van hen: ‘Jij hebt wel veel tanden in je bek voor een straatnieuwsverkoper!’
Als ik vertel wat we doen, roept een van hen: ‘Jij hebt wel veel tanden in je bek voor een straatnieuwsverkoper!’
Wij constateren rond zes uur ’s ochtends bij de koffie in ‘de blokhut’ op CS dat er veel jongeren ’s nachts van Utrecht naar Amsterdam gaan, maar blijkbaar niet zoveel van Amsterdam naar Utrecht. Op de vraag aan de nachttreinreizigers waarom dat volgens hen zo zou zijn, is het eensluidende antwoord: ‘Ja, hèhè, wat denk je... In Utrecht is ’s nachts toch geen reet te beleven, man.’
19
20
1 maart 2013
LATE TREIN Ik slurp de slaap, iets van het zachte zwart, de leden dichtgeklikt. Verkwikkend niets! Volg de gedachtengang die doodloopt in dat wat de tijd verkort. Wakker maar weer. Ook buiten is het nacht, in stallingen brandt nog veel licht: een droom met fietsen. Maar de ware slaap is het stomdonker van de polders (als daar al een landschap is). Te slapen met het kunstlicht van de droom gedoofd: dat is het duister paradijs. Graag word ik uitgeschakeld! Waarom dan is nooit meer te ontwaken onze angst? Co Woudsma Met toestemming overgenomen uit de bundel Geluksinstructies (De Bezige Bij, 2005)
fotografie p20-21 Piet Hermans
1 maart 2 0 1 3
21
Wij zoeken jou! Smulhuis
Dankzij onze enthousiaste vrijwilligers kunnen wij de dak- en thuislozen van Utrecht zeven avonden per week een gezonde en gevarieerde maaltijd bieden. Bovendien creëren wij voor hen de mogelijkheid om gezellig samen te eten aan een gedekte tafel, met een toetje en kop koffie na. Sta je stevig in je schoenen? Hou je van een gezellig praatje, een kop koffie of een spelletje doen? Kom dan als gastheer of -vrouw werken in het Smulhuis! Hou je van koken en neem je graag initiatief? Kom dan als kok of chef-kok werken in het Smulhuis! Wij bieden je: • Een afwisselende en inspirerende werkomgeving • Gedreven en enthousiaste collega’s
• Een zeer gevarieerde
gastengroep • Interessante scholing • Goede begeleiding
Ervaring is geen vereiste. Wil je meer weten? Neem vrijblijvend contact met ons op: 030 - 230 09 21 of
[email protected]
Sleep Inn
De Sleep Inn is op zoek naar vrijwilligers die het team komen versterken! De Sleep Inn is een nachtopvang voor daklozen met 55 plekken per nacht. Wij zoeken: enthousiaste vrijwilligers die stevig in hun schoenen staan voor de avond- en de ochtenddienst. Een avonddienst duurt 4,5 uur (van 19.00 - 23.30 uur) en een ochtenddienst 2,25 uur (van 08.15 uur tot 10.30 uur). Wij vragen: mensen die verantwoordelijkheidsgevoel hebben, kunnen relativeren en bereid zijn om 1 x per week een avonddienst te draaien en/of 1 x per twee weken een ochtenddienst te draaien. Ervaring is geen vereiste.
Taken: barwerk, een praatje maken, zorg dragen voor een goede sfeer, (licht) administratieve handelingen, beddengoed en/of ontbijt uitreiken en zorgen voor de naleving van de huisregels. Je wordt hierin begeleid door vaste medewerkers.
Wij bieden: enthousiaste collega’s, een goede inwerkperiode, een zeer diverse doelgroep, gerichte cursussen, grote zelfstandigheid, verbreding van je horizon en veel gezelligheid. Zoeken wij jou? Bel dan tijdens kantooruren de Sleep Inn: 030 - 231 53 26, of mail naar Franscampagne@ tussenvoorziening.nl
Maatjes
Wij bemiddelen en begeleiden in sociaal contact tussen vrijwilligers en mensen met een psychiatrische en/of dakloze achtergrond. Deze mensen hebben vaak een beperkt sociaal netwerk en wel behoefte aan sociaal contact. Door als vrijwilliger minimaal eens in de twee weken met iemand af te spreken (gedurende een paar maanden tot een half jaar) kun je hem of haar helpen met het opbouwen van een sociaal netwerk. In die periode ga je samen ontdekken wat je maatje leuk vindt en waar hij of zij goed in is. Sommige maatjes ondersteunen in het sporten, het oefenen van de Nederlandse taal of het ordenen van de administratie. Voordelen van vrijwilliger worden: • Je wordt gekoppeld aan iemand die we zorgvuldig bij je uitzoeken • De afspraken kun je inplannen in je eigen tijd
• Je wordt persoonlijk begeleid
en uitgenodigd voor vrijwilligersavonden en trainingen • Je vergroot je eigen wereld
De Tussenvoorziening heeft een lange traditie in het werken met vrijwilligers. Uitgangspunten zijn altijd open communicatie en gelijkwaardige samenwerking. Kijk voor meer mogelijkheden voor vrijwilligerswerk op www.tussenvoorziening.nl/vrijwilligerswerk
Kijk voor meer informatie op www.tussenvoorziening.nl/maatje Wil je meer weten? Neem contact op via 030 - 275 96 45 of
[email protected]
cultuur
Vorlese bühne Kort, vreemd proza met verfrissend absurdisme als basis. Elke maand een nieuwe voor stelling met wisselende schrijvers.
1 maart 2 0 1 3
23
Lieve Ik, geachte Ik, waarde Ik, (…) Ik, sinds een jaar of vijf hebben wij nauwelijks nog contact met elkaar, over het waar om wil je het niet hebben. Nee, natuurlijk, het contact is niet helemaal verbroken, we zien elkaar nog soms in een of andere spiegel, we knikken naar elkaar, maar het is niet meer als vroeger. Weet je nog hoe we vroeger soms, dat wij toen zooo verdrietig konden zijn, samen? Of hoe we samen aan de haal konden gaan met wat fantasieën over de toekomst, zelfs over meisjes, hoe we elkaar toen konden opjut ten met oneindige bespiegelingen? Je bent moe geworden, je wilt dat niet meer, je hebt geen belangstelling meer in mij, in jezelf, in ons, je rommelt maar wat aan. Ach, weet je, het kan me ook niets schelen, wie is Ik? Weet je dat ik sinds vier jaar een podium heb in Utrecht, in een molen? Daar heb ik het nog wel eens over jou, dan vertel ik anekdotes over Ik, over vroeger, en dat zijn niet alleen maar leuke herinneringen! Daar maak ik dan iets vreemds en grappigs van, ik moet toch wat. Je klapte gewoon dicht en klaar, je wou voortaan alleen zijn, je afkeren van jezelf, dat leek jou kloppend, ja, kloppend, daar hadden we het altijd over, dingen moes ten kloppend zijn. Als het harmonieus en fijn was, prima, als het triest en rampza lig was, ook goed, als het maar kloppend was, niet zo’n willekeurig ratjetoe. Je had genoeg van mij, het was klaar, en zo heb ik dat toen ook ervaren. Waarom ik jou dan toch nog weer eens lastig val met deze brief? Ik weet het niet, ik zit nog met jou opgescheept in mijn hoofd. Maar goed, je hebt gelijk, je kunt niet je hele leven met jezelf bezig blijven. Het is gewoon, soms mis ik jou. Weet je nog hoe wij toen avonturen beleefden met een tuinslang, met als personages kleine steentjes die langs het onveilige kron kelige pad van de tuinslang door het gevaarlijke oerwoud van gras en bloemen trokken, toen, toen wij nog nieuw waren, nieuw en klein, en hoe wij toen steeds maar nieuwe verhaaltjes en liedjes verzonnen? Maar intussen zijn we dik en groot en rimpelig en het idee om nu nog met jou te spelen met wat steentjes op een tuin slang, nee. Ik hoor dat jij nu nog steeds zoiets doet, dat je de afgelopen jaren regelmatig din gen over mij vertelt, in een molen. Ik vind dat niet prettig. Waarschijnlijk zijn het weer van die verwrongen verhalen waar het volstrekt onduidelijk is wat er wel en niet van klopt. Daar ben je goed in, net als ik. Maar geen keuze kunnen maken tussen oprecht en literair willen zijn. Kinderen noem je dat. Ik is niet belangrijk maar wel jouw kinderen, je wilt graag dat niemand nog om jou maar iedereen wel om jouw kinderen geeft, net als jij. Wij zien elkaar nog wel eens in de spiegel, knikken naar elkaar. Ik zou willen dat je consequent uit mijn leven kon verdwijnen, dat je mij voortaan met rust kon laten. Dit is in elk geval de laatste brief die ik aan jou schrijf, lees hem, lees hem voor wat mij betreft. Ik ben jou beu. Ik.
Bernhard Christiansen
24
1 maart 2013
Zichdoding Steeds meer mensen hebben het over zelfdoding in plaats van zelfmoord. Ik zou nog een stap verder willen gaan. Laten we de daad zichdoding noemen. De eerste vijf jaar leggen we de klemtoon nog op de i, daarna verhuist hij naar de o. Over tien jaar noemen we het gewoon doding. Zoals men zich de fecaliën uit de bilnaad wast, zich de apenharen van de bakkes scheert, zich in het uniform van de laatste mode hijst, zich naar zijn belachelijke baan begeeft, kan men tot het besluit komen zich bij nader inzien te doden. De toevoeging zelf, waardoor het woord zichzelf ontstaat, heeft als enige functie ten overvloede te benadrukken dat de genoemde handeling niet door een ander ver richt wordt, maar door de persoon op wie de handeling ook betrekking heeft. Een normale man scheert zich. Een gehandicapte daarentegen scheert – wat knap! – zichzélf. (Daarnaast zijn er natuurlijk schrijvers die in elke situatie voor zichzelf kiezen, gewoon omdat ze dan eerder een dik boek hebben.) De reden dat we van zelfdoding spreken – en niet van anderdoding – is dat we het ons veel beter voor kunnen stellen wanneer mensen elkaar doden, dan wanneer mensen zichzelf doden. Het woord andermoord bestaat ook al niet. Het wederke rende aspect is blijkbaar vreemd en daarom het benadrukken waard. Dat vind ik dan weer vreemd. Ik zou het veel begrijpelijker vinden, wanneer mensen met moordplannen hun messen en geweren zouden richten op de enige twee personen ter wereld die ze zonder meer om het leven mogen brengen. Zich en zichzelf.
Volgende Vorlesebühne Zaterdag 16 maart, 20.00 uur, Houtzaagmolen De Ster in Lombok (Molenpark 3 Utrecht). Thema: ‘Beschuit met knaagdieren’. Met Cyriel van Rossum, Jee Kast, Jeroen Boone, Nienke Esther Grooten, Helena Hoogenkamp, Bernhard Christiansen, muziek: Lotte van Dijck. Entree: 9/6 euro. Aanmelding voor het open podium en happen naar 2 vrijkaartjes voor SN-lezers:
[email protected] www.kortvreemdproza.nl
Kasper C. Jansen
Ik een ik Ik zat al een uur stil in mijn kamer, of iets meer dan een uur. Of misschien wel veel langer en toen zei ik ineens ‘ik’. Daarna zei ik weer een hele tijd niets. Tot ik - ik was al een beetje slaperig, de drank was op, de radio speelde het nacht programma waarin luisteraars een kans krijgen eens iets te zeggen - tot ik weer een keer ‘ik’ zei. Het moest iets betekenen, dat ik ‘ik’ had gezegd, zomaar op een avond, twee keer.
Sylvia Hubers
fotografie Bas de meyer Beeld Ik Jan van Munster 1 maart 2 0 1 3
25
Gzllg
cultuur
Said Belhadj, een Marokkaanse Utrechter met Puha
zn rbsche tkst p je shrt
26
1 maart 2013
Ik koop een mooi T-shirt met een ogenschijnlijk Arabische tekst. De lettercombinatie betekent in het Arabisch niets, maar als je de klanken uitspreekt, staat er `gezellig’. Een woord dat in de Arabische taal niet bestaat. Een T-shirt dus voor Nederlandssprekenden die ook Arabisch kunnen lezen. Wie of wat gaat hierachter schuil? Het shirt blijkt gemaakt te worden door 100% Halal en de man achter het idee woont in Utrecht. Sterker nog, hij heeft een kledingwinkel genaamd Puha in de Hardebollenstraat, het hoerenstraatje in hartje centrum. We spreken af tegen etenstijd. Said is een uitstekende kok. Louter op basis van kruiden, zonder gebruik van bouillon of vlees, maakt hij een heerlijke maaltijd met eekhoorntjesbrood, salade en gierst.
`Is deze wijn wel halal?’ Said Belhadj, geboren Utrechter van Marokkaanse afkomst, heet mij welkom met een brede lach op het gezicht. Een flesje wijn, door mij meegebracht, wordt door Said een moment bekeken. Met een stroef gezicht vraagt hij: `Is het wel Halal?’. Ik verschiet van kleur. Wat is mijn kennis toch beperkt. `Ik weet het niet man, is dat met wijn ook al een issue’?. Dan kijkt hij me spottend aan en zegt: `Geintje hoor’. Fuck, ik ben er in gelopen. `Is dat Marokkaanse humor of zo?’ `Nee hoor, gewoon, humor.’ We lachen er nog om als Said het eten opschept en de wijn inschenkt. Ik vertel hem dat dat Gezellig-shirt verschillende reacties opriep. Op de markt werd ik door een traditioneel geklede moslimvrouw staande gehouden. Ze wilde zeker weten of er echt stond wat er stond. Toen ze het begreep, sloeg ze zich op de dijen van het lachen. De tranen liepen haar nog over de wangen toen ze wegliep. Ze riep me na: `Gezellig! Gezellig!’ Said knikt vrolijk. Maar ik werd ook door brommerjongetjes aangesproken, niet zo vriendelijk, omdat ik `de spot dreef met de Arabische taal’. Said gaat rechtop zitten: `Sukkels heb je overal’. Hij schenkt nog een wijntje in. `Ik maakte naast deze serie ook een aantal shirts met als thema het gezeur over de boerka. Het ging daar veel te vaak over. Maar een minuscuul percentage moslims in Nederland wil zo’n ding dragen, maar iedereen had het er ineens over. Symboolpolitiek heet dat. Eén shirt had een pacmanprint waarbij de gekleurde spookjes allemaal boerkaluikjes hadden: Boerka-mania. Een ander had een
1 maart 2 0 1 3
school spermacelletjes met boerkaluikjes. Dat soort dingen. Op die shirts kreeg ik commentaar van sommige kennissen en familieleden. Ze waren bang dat de shirts als anti-moslimuitingen werd gezien. Het onbegrip dat er heerst, is best gevaarlijk. En omdat ik graag mooie dingen wil blijven maken en verkopen, heb ik besloten wat minder tijd in die boerka’s te stoppen’. Met de winkel, Puha, geeft Said een podium aan zo’n vijftig jonge lokale designers. `We richten ons op ecologisch verantwoorde en eerlijk geproduceerde producten. Dat is óók best belangrijk. Een van onze leveranciers zit het grootste gedeelte van de tijd in Nepal. Ze bevestigt een label met een code aan elk kledingstuk dat ze produceert. Als je op haar site die code intikt, kun je een digitale handdruk geven aan degene die dat specifieke kledingstuk heeft gemaakt. Ze werkt hard aan de lokale arbeidsomstandigheden en betaalt een eerlijk loon.’
Tussen kunst en... `Puha doe ik samen met Tamara Karsdorp, een autonoom kunstenares. Wij kopen alleen aan wat we zelf tof vinden. De winkel fungeert daardoor ook wel een beetje als galerie. Zo hebben we bijvoorbeeld een aantal gebreide menselijke huiden, compleet met tepels, borsthaar en navels, tentoongesteld. Niemand die dat koopt, veel te `raar’, maar ik vind het toch belangrijk dit te laten zien. We verkopen nu van dezelfde kunstenares buttons met gebreide tepels. Dat zijn goedkopere kunstobjectjes en die vinden wel aftrek. Ze worden gemaakt door Granny’s Finest, een merk uit Rotterdam dat werkt met ouderen in verzorgingstehuizen. De jonge mensen laten de ouderen nu hun ontwerpen breien. De breisters geven elk product een boodschap mee in de vorm van een wens, een spreuk of een rijmpje. De klant kan ook een boodschap terugsturen. Granny’s Finest zorgt er dan voor dat de makers die boodschap dan echt krijgen’.
er in de straat gebeurt. Ik zag mensen uit alle lagen van de bevolking. Een zakenmannetje met telefoon aan zijn oor, dat steeds heen en weer door de straat liep, ouwe viezeriken, veel jonge gastjes. Maar na een tijdje hield ik me daar niet meer mee bezig. Ik krijg nu best leuke reacties van de meiden. Soms koopt er een iets of vraagt ze wat iets kost, maar als er een evenement is, een modeshow of een bandje voor de deur, vinden ze dat wel lastig.’
Van alles wat Said geeft verder workshops zeefdrukken en blijkt ook te dj’en. `Ik draai graag ouwe plaatjes, beetje funky, wat Argentijnse en Spaanse dingen, van alles eigenlijk. Naast festivals en feestjes draai ik ook af en toe in Café Tilt, op de Voorstraat. Ik vind het leuk om de originele platen te draaien die mensen nu kennen van een remake. Ik draai dan bijvoorbeeld ‘Papa Americano’, bekend van Yolanda be Cool, maar dan in de versie ‘Tu Vuò Fà L’Americano’ door Renato Carosone. Gaat iedereen daar ineens vreselijk uit zijn dak op een plaat uit 1956!’ Dan gaat de telefoon en de drukke creatieveling, om de hoek van wijk C geboren, voert een lange conversatie in vloeiend Arabisch. Als hij ophangt, leest hij mijn gedachten: `Moar ik ken ok Utrègs hoor, jochie’. Mike Platenkamp jaagt op paradijsvogels en zwarte parels in het Utrechts cultuurlandschap. In Straatnieuws toont hij zijn buit. Opdat u kunt meegenieten. Fotografie Frank Dries
De winkel valt op tussen de etalages waarin rood licht en schaars geklede vrouwen het beeld bepalen. `Bij de opening hebben we ze allemaal uitgenodigd. Dat was ook echt nodig, want er was een modeshow met een catwalk en een roze loper door de straat. Toen konden de meisjes niet werken. Ik heb de uitnodiging in het Spaans gesteld, omdat de meesten Spaanstalig zijn. Ik heb goed contact, als buren, zoals dat hoort. In het begin was ik me nog heel bewust van wat
27
r e a l e p s i W . k
De ontdekking van lichtgevende diepzeekwallen doet vermoeden waarom lampenkappen uit diezelfde periode eruitzien als interieurkwallen.
nr5_2013.indd 31
28
20-02-13 16:07
1 m aart 2013
Feuilleton
De woeste tuin
Over de wonderlijke belevenissen van kolonel-in-ruste Dolf Atema de Brouwer
Voor alle jonge mensen van 8- tot 88+
Aflevering 20:
Een feest met vervroeging
Wat vooraf ging: Bendji, Davy, Dolf en Roos komen elkaar tegen voor het huisje van Ma Rops. Snel gaan ze terug naar het Woeste Landje, om de boel op orde te krijgen vóór de feestelijke opening. Toen ze aan kwamen rijden zag hij haar al staan. Dolfs hart sprong op. Ach, Mia! Zijn rots in de branding. Een groepje buurtbewoners had zo te zien al gehoord wat er gebeurd was. Ze waren druk bezig de boel te herstellen, onder de leiding van zijn ega. En kijk – daar kwam Bendji al aan racen. Oi oi oi, die jongen reed veel te hard… ‘Ik zet jullie af en dan moet ik er als de wiedeweerga vandoor oom Dolf’ zei Roos. Met scheurende remmen zette ze de Volvo stil op een plek waar dat ver boden was, aan een gele streep op de trottoirband. Dat geluid trok de aandacht – Mia en de medewerkers draaiden zich om en zagen hoe Dolf en Davy uitstapten, waarna Roos weer wegschoot alsof ze een achtervolging inzette. Hoofdschuddend knipoogde Mia naar Dolf. ‘Ze kan het ook niet laten he? Gek kind.’ ‘Cool juist!’ riep Bendji, die van zijn fiets sprong. ‘Ik word later ook zo.’ ‘Hmmm…’ bromde Dolf. ‘Daar hebben we het nog wel een keer over.’
1 maart 2 0 1 3
‘Gvvvvvvvju! Hondenpoep!’ riep iemand. ‘Zakjes en handschoenentjes bij de rode paal’ antwoordde Mia, en direct daar achteraan ‘Koffie en stroopwafels op de tafel achter!’ ‘En de cola dan?’ gilde Bendji. ‘Die oo-oo-ook, Bendji Benjamin Banterhof.’ Dolf zag het allemaal aan en merkte dat heel zijn bezorgdheid verdween, om plaats te maken voor een tinkeling in zijn buik, een soort van hieperdepiep… En hij bedacht dat het reuze gezellig was hier. Dat het allemaal goed ging komen. Dat er niets was om bezorgd om te zijn. Ook al had de Venus van Milo aan de vijver haar hoofd verloren. Stond juist mooi. Veel antieker.
Eigenlijk was het feest al begonnen, anderhalf uur eerder dan gepland. Er schoot hem een grapje binnen van lang geleden, toen hij zo oud was als Bendji nu: we zijn te laat mijnheer, want de bus had vervroeging. Hij giechelde alsof hij tien was, in plaats van zesenzestig. Wordt vervolgd
Tekst Berengaria Liedmeier www.solavirtute.nl Tekeningen Petra Bouwens www.pbouwens.blogspot.com
29
culinair
WAT ALS…
je een rawfoodie over de vloer krijgt Het kan soms zo tobben zijn: eten. Een kind eet het liefst iets wat lekker zoet en zacht is. Warme zoete moedermelk, gekookte worteltjes of appelmoes. Maar nee! Al snel begint het gedonder: ouders komen aan met spruitjes, sla en komkommer: ‘omdat dat gezond is’. Eten verandert van bron van plezier, lekker vertrouwd aan moeders borst, naar een noodzakelijke brandstof om ‘groot te worden’.
Crackers Crackers? Dat wordt toch gemaakt van meel en gebakken in een oven? Nee dus: hier doen we het anders, kost veel tijd maar is echt heel erg lekker. Laat 225 gram boekweit en 250 gram pompoenpitten een halve dag weken in water. Spoel goed af en doe in een foodprocessor samen met 4 eetlepels gistvlokken (dit is een hartige smaakmaker en heeft geen rijzende functie), 2 theelepels miso en 3 eetlepels tamari, een handvol gedroogde tomaten, 1 theelepel zout, 2 theelepels gemalen karwijzaad, 2 theelepels gemalen komijn en 2 theelepels kerrie. Laat de foodprocessor malen tot een zacht deeg is ontstaan. Nu moet het nog hard worden maar niet gebakken uiteraard. Een echte rawfoodie heeft een dehydrator (een soort oven die niet verhit maar droogt), ik niet. Dus smeerde ik het deeg dun uit op bakpapier en liet het drie uur rusten in de oven op 65 graden. Ik hield de deur op een kier met een houten lepel ertussen. Daarna haalde ik het gedroogde deeg van het papier en legde het op een rooster. Vervolgens ging het nog eens de oven in om het twee uur op 65 graden helemaal te laten uitdrogen. Ik liet de ‘cracker’ helemaal afkoelen en belegde hem met avocado en een toef alfalfa. Eet smakelijk!
Tekst fanny drabbe beeld Sander Luske .
30
Nog een stap verder gaan mensen die eten beschouwen als middel om gezond en fit te worden. Iedere periode heeft zijn eigen variant. Wie kent nu nog iemand die macro-biologisch eet? Juist. De he dendaagse gezondheidspurist heet raw foodie. Wat? Een rawfoodie is iemand die uitsluitend ‘voedsel tot zich neemt’ dat niet verhit is geweest. Rauw dus, ‘raw’ op z’n Amerikaans waar de beweging vandaan komt. En nee dat betekent niet dat ze rauw vlees eten want vlees is bij rawfoodies uit den boze. Ook geen gra nen, geen zuivel maar wel veel fruit, za den en groenten. Klinkt best lekker voor een zomerse dag maar alle dagen lijkt het mij een beetje saai. Een koe kijkt ook altijd zo, zo… boeeee…. van dat gekauw op dat rauwe gras. Een koe heeft dan nog als voordeel dat ze een uitgebreid darmenstelsel heeft met verschillende magen en haar rauwe gras ook nog eens allemaal kalmpjes oprispt en herkauwt. Nee wij mensen hebben één maag en een heel korte darm die alle voedingsstoffen uit rauwe groenten moeilijk afbreken waardoor wij al die goede voedingsstof fen onverwerkt uitscheiden/-schijten. Gekookt voedsel is dus voor ons sneue darmenstelsel beter want het maakt eten beter verteerbaar. Maar à la ik ben de beroerdste niet en ik ging aan de slag voor mijn lieve gast.
1 m aart 2013
Puzzel
Utrechtpuzzel Horizontaal 1 Binnenhalen van gewassen 6 kruid 12 wijfjesaap 14 snavel 15 huis (afk.) 17 radon (symbool) 18 zeepwater 20 chip (afk.) 21 trekdier 22 eetlust 25 onaangename 28 aardig 29 soort sprong 31 bloedvat 32 maanstand (afk.) 33 erbium (symbool) 35 onderricht 36 zijne majesteit (afk.) 37 naamloze vennootschap (afk.) 38 moeilijkheden 40 eer 42 familielid 43 gebieden 44 pers vnw. 46 klein roofdier 48 neder 51 operatiekamer (afk.) 53 oosterlengte (afk.) 54 boom 56 onze rekening (Lat. afk.) 57 aan het eind (Lat. afk.) 58 vereniging 60 ontvangen 62 deel van de voet 64 heilige rook 66 verstandhouding 68 muziekterm (afk.) 69 elektronvolt (symbool) 70 insect 72 oude lengtemaat 73 de oudere (afk.) 74 vlug 76 brokkelig 78 wiel met puntige insnijdingen 79 vaccineren.
Verticaal 1 Inzamelen 2 geankerd (afk.) 3 praten 4 kleurnuance 5 voegwoord 7 spil 8 verbond 9 bezwaar 10 aldaar (Lat. afk.) 11 noodvoorraad 13 fiat 16 vet vlees 18 dierenverblijf 19 klap 21 zintuigen 23 plutonium (symbool) 24 koude lekkernij 26 boksterm 27 idem (afk.) 30 verschaffen 34 weerspannig persoon 36 familieleden 38 graanafval 39 Europeaan 40 kippenhok 41 monseigneur (afk.) 45 mat van touw 47 aandoenlijk 49 rang van opstelling 50 ontwennen 52 grendel 54 schrijfvloeistof 55 vrucht 57 het een of ander ding 59 hij 60 in oprichting (afk.) 61 de onbekende (afk.) 63 voorzetsel 65 voorbij 67 kwetsbare 71 mond (Lat. afk.) 74 tin (symbool) 75 muzieknoot 76 balen (afk.) 77 stuks (afk.).
De oplossing van puzzel nr. 03: Fred Kaps Bram Bongers leerde zijn eerste goocheltrucs van de kapper. Misschien dat hij daarom als artiestennaam Fred Kaps koos - na Valdini en Mystica. Het paste in elk geval goed bij de bescheiden, beschaafde, keurig geknipte performer. In de jaren ‘50 won hij onder meer driemaal het wereld kampioenschap met zijn vinger-
vlugge kaartentrucs en zijn charmante uitstraling. Hij trad op voor koningshuizen en was tot ver in de jaren ‘70 op de televisie, onder meer bij de Ed Sullivan how.` Verhief goochelen tot KUNST’ staat op een tegel voor zijn sterfhuis te Utrecht. Maar ook kunst kent modes. Wil je het tegenwoordig ver
schoppen als goochelaar, dan moet je, zoals Copperfield, Klok, Siegfried & Roy, een stuntkanon zijn met een flinke windmachine in de coulissen. De winnaar is: D Maas, Utrecht De oplossing van deze puzzel moet binnen zijn voor 19 maart 2013 tekst Roeland Dol
Colofon Straatnieuws wordt uitgegeven door Stichting Straatnieuws Utrecht (SSU). Contact
[email protected] Postbus 14200, 3508SH UTRECHT Verkoopprijs € 2,- waarvan €0,90 voor de verkopers. Alle verkopers dragen onze verkoperpas. Klachten of complimenten over verkopers of de krant? mail naar
[email protected]. Copyright © 2013 Straatnieuws en haar auteurs. Hoofdredacteur Frank Dries
1 maart 2 0 1 3
Redactie Hugo Verkley, Simone van Erp, Stephanie Versteeg, Jesse Budding, Mike Platenkamp, Lennart Fijen, Josje Maria Janny Hoppenbrouwers, Fanny Drabbe, Bas Paternotte, Berengaria Liedmeier, Roeland Dol, Pauline Pothoven, Chris Heijmans, Lisanne van Sadelhoff Beeld Marije Brouwer, Michael Galiart, Bas de Meijer, Ilvy Njiokiktjien, Maarten Steenvoort, Bram Petraeus, Joshua Peeters, Jaap Vlugge Eindredactie Roeland Dol, Hannelies Ravensloot, Sander van der Meijs
Bijdragen Z! Magazine Amsterdam Robert Swart, Susanne Laws, Piet Hermans, Rob van Erkelens, MP Jules, Jeroen de Rooij, Hans van Dalfsen, Hugo Jetten, Chris Junge, Bianca Sistermans, Hester van Asselt, Ingrid de Groot, Mayanne Könst Distributie Alexander van Blomme stein, Rebecca, Andy, Gerrit, Eline Muris, Richard van Rijn, Marith Kroon IT Koen Schoenmaker Klinker Renata Bruineman, Wilfried Hermans Hond Wolfje
Redactieraad Armand Heijnen, Charlotte Huisman Vormgeving Grifontwerp, Utrecht SN /Z Drukker Senefelder Misset, Doetinchem Volgende uitgave vrijdag 22 maart Donaties Straatnieuws Rabobank, 1355.69.680 tnv Stichting Straatnieuws Utrecht Met dank aan Z! magazine Amsterdam
31
Klinker is de Straatnieuws schrijfclub voor dak- en thuislozen. Informatie:
[email protected]
Vrede Dit kleinste woord het minst verhoord het meest vermoord
Klinker
Bye Danilio
Geen kaas
Er was eens een plaats genaamd Utrecht die vocht om de macht met stad Atrecht ze schoten met vuur op huis en op buur en noemden het sterven een voorrecht
Hij kickt vandaag nog een keer op hop, hop dan kickt hij af in Zuid-Afrika mijn vriend Danillio gaat lang weg heeft de Klinker even pech voor hem gaat een wereld open voor ons slaat de deur dan dicht en daarom schreef ik dit gedicht.
Vrede en oorlog
Anne Marie ten Berge
Lesley
Steven
Droom Ik wil op reis van alles meemaken van alles doen vreemde landen vreemde culturen wie weet waar ik beland geen doekoe doekoe mijn kop doet vreemd van uitstel komt afstel het blijkt een droom Petra
Rust O God wij bedanken u voor de vrede in de meeste landen hebben de mensen geen reden om elkaar te bevechten behalve in Syrië, Afghanistan, Irak, weet ik veel waar bijna elke dag mensen gedood worden er is rust in de hemel.
Peace of mind sounds unkind.
Koningin Wilhelmina Mijn leven is raar gelopen. Ik ben opgevoed door adoptieouders in Spakenburg. Toen ik 21 werd, vertelde mijn adoptiemoeder me, aan de Hofvijver in Den Haag, dat ze me gevonden had in een rieten mandje in diezelfde Hofvijver, dat ik geboren ben in een Paleis en de oudste zoon ben van Koningin Beatrix. De Koningin had me te vondeling gelegd omdat er een zogenaamde dodelijke besmettingsziekte voor pasgeborenen heerste in Den Haag. Pasgeborenen werden daarom vermoord. Dat verhaal klopt volgens mij. Dus dan is Koningin Juliana mijn oma en Koningin Wilhelmina mijn overgrootmoeder. Mijn adoptievader was een geboren Spakenburger. Hij vertelde dat zijn vader een visboer was. In de tweede wereldoorlog had die man een geheime kelder in zijn huis in Spakenburg waar hij een radio had waarmee hij naar Radio Oranje luisterde. Radio Oranje werd uitgezonden vanuit Londen. Koningin Wilhelmina hield daar toespraken voor Radio Oranje. Ze sprak de Nederlandse burgers moed in en moedigde hen aan in de strijd tegen de Duitse bezetter. Koningin Wilhelmina was een gelovig mens. Ik hoor weleens mensen die Koningin Wilhelmina veroordelen, dat ze laf was door met haar familie te vluchten naar Canada en Engeland. Die mensen weten niet wat ze zeggen. Als ze zelf moesten kiezen tussen vluchten voor een dictator of te worden vermoord door die dictator, wat zouden zulke ‘helden’ dan zelf kiezen? Zulke mensen snappen niet dat de Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog meer hadden aan een vrije Koningin dan aan een gevangen of dode Koningin! Maar dat zijn natuurlijk geen Oranjegezinden. Bijna niemand wil trouwens mijn levensverhaal geloven.
Fred O Oamen Jack Terrible
32
1 maart 2013