Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn www.mep.tno.nl
TNO-rapport
T 055 549 34 93 F 055 549 32 01
[email protected]
R 2004/533
Emissie en luchtkwaliteit van NO2 en fijn stof tengevolge van het scheepvaartverkeer bij Nijmegen
Datum
december 2004
Auteurs
Ir. J.H.J. Hulskotte Ing. J. den Boeft
Projectnummer
35808
Trefwoorden
scheepvaart luchtkwaliteit NO2 fijn stof
Bestemd voor
Dhr. H. Nijhuis (gemeente Nijmegen)
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan.
© 2004 TNO
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
2 van 21
Samenvatting In opdracht van de gemeente Nijmegen heeft TNO-MEP onderzoek uitgevoerd naar de invloed van de emissies van de scheepvaart op de Waal en het MaasWaalkanaal op de luchtkwaliteit van de stoffen (NO2) en fijn stof (PM10) in Nijmegen en nabije omgeving. Emissieberekeningen van het scheepvaartverkeer werden uitgevoerd met een recent ontwikkeld emissiemodel dat door TNO in 2003 voor Rijkswaterstaat is ontwikkeld. Verspreidingsberekeningen werden uitgevoerd met het TNO-verkeersmodel. De achtergrondconcentraties van NO2 en PM10 werden van het RIVM verkregen. Voor een viertal locaties in Nijmegen en omgeving zijn zowel voor NO2 als PM10 concentratiedwarsprofielen bepaald voor 2002 en voor 2010. Uit de berekeningen blijkt dat op de vaarwegen dat de grenswaarden voor de jaargemiddelde concentraties van NO2 en PM10 mogelijk overschreden kunnen worden als gevolg van de emissies van het scheepvaart verkeer. Uit de berekeningen blijkt dat voor de stof NO2 dat de jaargemiddelde concentratie de grenswaarde op sommige locaties buiten de vaarweg kan worden overschreden zowel in 2002 als in 2010. Voor het jaar 2002 zijn overschrijdingen van de NO2-grenswaarde buiten de vaarweg zijn berekend voor dwarsprofiel 1 (140 meter ten westen van de Waalbrug, noordwestzijde en zuidoostzijde), dwarsprofiel 2 (800 meter ten westen van de spoorbrug, zuidwestzijde en noordoostzijde) en dwarsprofiel 3 (1 kilometer westelijk van de lijn Leuth-Gendt, noordwestzijde). Voor het jaar 2010 zijn overschrijdingen van de NO2-grenswaarde buiten de vaarweg berekend voor dwarsprofiel 1 (noordwestzijde), dwarsprofiel 2 (noordoostzijde) en voor dwarsprofiel 3 (noordwestzijde). Verder blijkt uit de berekeningen dat de jaargemiddelde concentratie van PM10 nergens buiten de vaarwegen overschreden wordt zowel in het jaar 2002 als in het jaar 2010. De resultaten van de berekeningen wijzen op een mogelijke overschrijding van de grenswaarde van NO2 op enkele publiek toegankelijke locaties. Omdat de resultaten van de berekeningen een intrinsieke onzekerheid kennen wordt aanbevolen op de aangegeven locaties de resultaten van de berekeningen door middel van metingen te verifiëren.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
3 van 21
Inhoudsopgave Samenvatting .............................................................................................................2 1.
Inleiding .....................................................................................................4
2.
Emissieberekening .....................................................................................5 2.1 Huidige situatie...........................................................................5 2.2 Modelinvoer en toekomstige situatie..........................................7 2.3 Vergelijking emissies scheepvaart met emissies wegverkeer .................................................................................7
3.
Resultaten van de verspreidingsberekeningen ...........................................9 3.1 Locatie van de berekende dwarsprofielen ..................................9 3.2 Achtergrondconcentraties en meteo-omstandigheden ................9 3.3 Concentratiedwarsprofielen......................................................10 3.3.1 NO2-concentraties .....................................................10 3.3.2 Fijn stofconcentraties ................................................14
4.
Conclusies en aanbevelingen ...................................................................18
5.
Referenties ...............................................................................................20
6.
Verantwoording .......................................................................................21
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
4 van 21
1.
Inleiding
In opdracht van de gemeente Nijmegen voerde TNO-MEP onderzoek uit naar de invloed van de emissies van de scheepvaart op de Waal en het Maas-Waalkanaal op de luchtkwaliteit van de stoffen (NO2) en fijn stof (PM10) in Nijmegen. Uit oriënterende berekeningen was gebleken dat de emissies van het scheepvaart verkeer een zodanig niveau bereikt zouden kunnen hebben, dat overschrijdingen van de grenswaarden voor NO2 en PM10 mogelijk zouden kunnen zijn. De luchtkwaliteitberekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op scheepvaartemissies die volgens de nieuwste inzichten zijn berekend. Voor het berekenen van de jaargemiddelde NO2- en PM10-concentraties betreffende 2002 en 2010 is gebruik gemaakt van het TNO-verspreidingsmodel voor (weg)verkeeremissies [1]. Voor viertal locaties in het studiegebied (figuur 1.1) zijn zowel voor NO2 als PM10 concentratiedwarsprofielen bepaald.
Figuur 1.1
Overzicht van het studiegebied.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
5 van 21
2.
Emissieberekening
2.1
Huidige situatie
De emissies zijn berekend aan de hand van emissiefactoren en de intensiteit van het scheepvaartverkeer in het jaar 2002 op de Waal en het Maas-Waalkanaal. De emissiefactoren zijn gebaseerd op de resultaten van het emissiemodel dat is ontwikkeld tijdens het EMS-project (www.rws-avv.nl zie projectsite EMS). De emissiefactoren in het EMS zijn gebaseerd op de berekende vermogensconsumptie afhankelijk van scheepstype en grootte, vaarwegtype, vaarsnelheid, stroomsnelheid van het water en belading. De emissiefactoren in tabel 2.1 en tabel 2.2 zijn de gemiddelden op de rivier de Waal verdeeld naar de laadvermogenklassen die door het CBS worden onderscheiden in de diverse statistieken. Emissies per strekkende kilometer vaarweg worden verkregen door de emissiefactoren [2], [3] simpelweg te vermenigvuldigen met het aantal scheepspassages (zie de tabellen 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4). Tabel 2.1
Emissieberekening NOx op de Waal in 2002.
Laadvermogen Klasse (ton) 20 t/m 249 250 t/m 399 400 t/m 649 650 t/m 999 1000 t/m 1499 1500 t/m 1999 2000 t/m 2999 > 3000 Totaal
Tabel 2.2
Emissiefactor
Emissie
passages
NOx (kg/km)
NOx (kg/km)
95 1815 8139 19063 40929 18169 29616 17104
0,072 0,072 0,147 0,187 0,332 0,486 0,699 1,034
7 130 1197 3564 13597 8823 20689 17692
134930
75175
Emissieberekening PM10 op de Waal in 2002.
Laadvermogen Klasse (ton) 20 t/m 249 250 t/m 399 400 t/m 649 650 t/m 999 1000 t/m 1499 1500 t/m 1999 2000 t/m 2999 > 3000 Totaal
Aantal
Aantal
Emissiefactor
Emissie
passages
PM10 (kg/km)
PM10 (kg/km)
95 1815 8139 19063 40929 18169 29616 17104
0,0031 0,0040 0,0079 0,0098 0,0147 0,0192 0,0250 0,0382
134930
0,3 7 64 187 600 348 740 653 2599
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
6 van 21
In de berekening is het gebruik van hulpmotoren en boegschroeven niet verdisconteert omdat er van uit gegaan is dat het gebruik van deze motoren vooral plaatsvindt tijdens stilliggen en manoeuvreren. Het aantal schepen is gebaseerd op de tellingen van het CBS-telpunt bij Lobith [4]. Daarnaast is voor de Waal een correctiefactor 1,14 toegepast omdat uit de CBSgegevens over internationaal goederentransport blijkt dat 154391 [5] schepen het telpunt bij Lobith zijn gepasseerd in 2002 in plaats van 134930. Bij het Maas-Waalkanaal (zie tabel 2.3 en tabel 2.4) is geen extra ophoging toegepast omdat de tellingen van kanalen zijn gebaseerd op sluistellingen welke als betrouwbaar kunnen worden gekwalificeerd. Tabel 2.3
Emissieberekening NOx op het Maas-Waalkanaal in 2002.
Laadvermogen
Aantal
Emissiefactor
Emissie
passages
NOx (kg/km)
NOx (kg/km)
20 t/m 249 250 t/m 399 400 t/m 649 650 t/m 999 1000 t/m 1499 1500 t/m 1999 2000 t/m 2999 > 3000
1424 2122 13858 29776 23352 9154 5972 1888
0,046 0,095 0,144 0,200 0,343 0,489 0,632 0,620
65 202 1998 5956 8019 4480 3774 1170
Totaal
87546
Klasse (ton)
Tabel 2.4
25664
Emissieberekening PM10 op het Maas-Waalkanaal in 2002.
Laadvermogen
Aantal
Emissiefactor
Emissie
passages
PM10 (kg/km)
PM10 (kg/km)
20 t/m 249 250 t/m 399 400 t/m 649 650 t/m 999 1000 t/m 1499 1500 t/m 1999 2000 t/m 2999 > 3000
1424 2122 13858 29776 23352 9154 5972 1888
0,0021 0,0054 0,0079 0,0107 0,0165 0,0201 0,0230 0,0220
3 11 110 317 386 184 137 42
Totaal
87546
Klasse (ton)
1190
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
7 van 21
2.2
Modelinvoer en toekomstige situatie
Naast de huidige situatie is een inschatting gemaakt van de emissies in 2010. Deze inschatting is gebaseerd op linéaire extrapolatie van het verloop van de emissies van tussen 1994 en 2002 op de Waal. Voor de stof NOx leverde dit een groei op van 1,5% per jaar en voor de stof PM10 werd een groei van 1% in de emissiecijfers die werden berekend met het EMS-model. De cijfers voor het jaar 2010 zijn gebaseerd op een extrapolatie met deze groeicijfers. Tabel 2.5
Emissies per kilometer vaarweg in 2002 en 2010, modelinvoer (kg/km.jaar).
Vaarweg jaar
Waal
Maas-Waalkanaal
2002
2010
2002
2010
NOx
86018
96899
25664
28910
PM10
2974
3220
1190
1289
Stof
De emissies per strekkende kilometer vaarweg zoals getoond in bovenstaande tabel 2.5 zijn ingevoerd in het verspreidingsmodel ter berekening van de te verwachten milieukwaliteit ter plaatse van de vier dwarsprofielen op deze vaarwegen.
2.3
Vergelijking emissies scheepvaart met emissies wegverkeer
Om een indruk te geven van de emissiesterkte van het scheepvaartverkeer op de Waal en het Maas-Waalkanaal kunnen de emissies worden vergeleken met de emissie van een autosnelweg met een bepaalde verkeersintensiteit. Dit is voor het jaar 2002 uitgevoerd in onderstaande tabel 2.6. Tabel 2.6
Vergelijking emissiesterkte scheepvaartverkeer met een autosnelweg met een bepaalde capaciteit.
Maatstaf
NOx
personenauto’s (100 km/uur), (g/km) vrachtwagens (80 km/uur), (g/km) autosnelweg (10% vrachtverkeer), (g/voertuig.km), A Emissie Waal (kg/jaar), B Equivalent wegverkeer Waal (voertuigen/etmaal), (B*1000)/(A*365)
PM10
0,74
0,05
10,37
0,28
1,703
0,073
86018
2974
138383
111616
Emissie Maas-Waalkanaal (kg/jaar), C
25664
1190
Equivalent wegverkeer Maas-Waalkanaal (voertuigen/etmaal), (C*1000)/(A*365)
41287
44661
Uit de gegevens in tabel 2.6 blijkt dat het scheepvaartverkeer op de Waal in 2002 een NOx-emissie had die vergelijkbaar was aan het autoverkeer op een autosnelweg met ongeveer 140.000 voertuigen per dag en een PM10-emissie van ongeveer
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
8 van 21
110.000 voertuigen per dag. Het scheepvaartverkeer op het Maas-Waalkanaal had in 2002 een NOx-emissie die vergelijkbaar was aan ongeveer 40.000 voertuigen per dag en een PM10-emissie van ongeveer 45.000 voertuigen per dag.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
9 van 21
3.
Resultaten van de verspreidingsberekeningen
3.1
Locatie van de berekende dwarsprofielen
Op basis van de emissies zoals weergegeven in hoofdstuk 2 zijn zowel voor NO2 als voor fijn stof (PM10) concentratiedwarsprofielen berekend. De concentratiedwarsprofielen geven het concentratieverloop weer als functie (in dit geval) van de afstand tot de as van de vaarweg (Waal of Maas-Waalkanaal). De locaties waarvoor deze profielen zijn berekend worden in figuur 3.1 weergegeven.
Figuur 3.1
Locatie van de dwarsprofielen in het studiegebied.
Dwarsprofiel 1 bevindt zich 140 meter ten westen van de Waalbrug. Dwarsprofiel 2 bevindt zich 800 meter ten westen van de spoorbrug. Dwarsprofiel 3 bevindt zich ongeveer 1 km ten westen parallel aan de lijn tussen het centrum van de dorpen Leuth en Gendt. Dwarsprofiel 4 bevindt zich loodrecht op het Maas-Waalkanaal ter hoogte van de Hatertseweg in de wijk Dukenburg.
3.2
Achtergrondconcentraties en meteo-omstandigheden
Voor de verspreidingsberekeningen is gebruik gemaakt van een meerjarig meteobestand dat betrekking heeft op de regio Gelderland en de periode 1977 – 1987.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
10 van 21
De achtergrondconcentraties zijn ontleend aan concentratiegrids (NO2: 1 km x 1km en fijn stof: 5 km x 5 km) die het RIVM voor het Referentieramingscenario (RR) heeft gemaakt. Omdat voor 2002 geen RR-achtergrondconcentraties beschikbaar zijn, zijn de concentraties van 2001 gebruikt. In tabel 3.1 worden de toegepaste achtergrondconcentraties weergegeven. Tabel 3.1
NO2- en fijn stof achtergrondconcentraties (2001 en 2010).
Dwarsprofiellocatie 1 2 3 4
3.3
NO2
NO2
Fijn stof
Fijn stof
2001
2010
2001
2010
28,2 30,5 26,6 27,8
24,2 26,6 25,7 23,1
34,8 35,1 36,6 34,4
32,3 32,7 32,1 32,0
Concentratiedwarsprofielen
In deze paragraaf worden de berekende NO2- en fijn stofconcentraties in de vorm van concentratiedwarsprofielen weergegeven.
3.3.1
NO2-concentraties
Figuur 3.2 geeft het NO2-concentratiedwarsprofiel voor locatie 1 weer.
Jaargemiddelde NO2-concentratie [µg/m3]
80 2002 2010
70 60 50 40 30 20 -1000
-500 (noordwest)
Figuur 3.2
0 Afstand t.o.v. de W aal as [m]
500
1000 (zuidoost)
NO2-concentraties (jaargemiddeld) voor dwarsprofiellocatie 1 (grenswaarde is 40 µg/m3).
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
11 van 21
Uit figuur 3.2 blijkt dat in de omgeving van de Waal de NO2-grenswaarde voor het jaargemiddelde wordt overschreden in zowel 2002 als in 2010. De overschrijdingsafstanden aan de noordwestzijde bedragen respectievelijk 350 meter (ten opzichte van de rivieras) voor het jaar 2002 en 250 meter voor het jaar 2010. Dit betekent dat op de Oosterhoutsedijk ter plekke van dwarsprofiel 1 de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie in 2002 waarschijnlijk wordt overschreden. Aan de zuidoostkant van de Waal bedragen de overschrijdingsafstanden respectievelijk 190 meter en 150 meter (ten opzichte van de rivieras). Dit betekent dat de grenswaarde op de Waalkade in Nijmegen in zowel 2002 als 2010 waarschijnlijk net niet zal worden overschreden. Figuur 3.3 geeft het NO2-concentratiedwarsprofiel voor locatie 2 weer. 80 2002 2010
Jaargemiddelde NO2-concentratie [µg/m3]
70 60 50 40 30 20 -1000
-500 (zuidw est)
Figuur 3.3
0 A fstand t.o.v. de Waal as [m]
500
1000
(noordoost)
NO2-concentraties (jaargemiddeld) voor dwarsprofiellocatie 2 (grenswaarde is 40 µg/m3).
Uit figuur 3.3 blijkt dat in de omgeving van de Waal de NO2-grenswaarde voor het jaargemiddelde wordt overschreden in zowel 2002 als in 2010. De overschrijdingsafstanden aan de noordoostzijde bedragen respectievelijk 360 meter (gemeten vanuit de rivieras) voor het jaar 2002 en 300 meter voor het jaar 2010. Dit betekent dat op de Oosterhoutsedijk ter plekke van het dwarsprofiel 2 de jaargemiddelde concentraties in 2002 en 2010 waarschijnlijk niet overschreden worden. Aan de zuidwestzijde van de Waal bedragen de overschrijdingsafstanden respectievelijk 210 meter en 170 meter gemeten vanuit de rivieras. Dit betekent dat de jaargemiddelde concentratie op de kade van de Waal ter plaatse van dwarsprofiel 2 in Nijmegen in 2002 ongeveer gelijk zal zijn aan de grenswaarde. In 2010 zal de
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
12 van 21
concentratie op de kade van de Waal ter plekke van dwarsprofiel 2 waarschijnlijk lager zijn dan de grenswaarde. Figuur 3.4 geeft het NO2-concentratiedwarsprofiel voor locatie 3 weer. 80 2002 2010
Jaargemiddelde NO2-concentratie [µg/m3]
70 60 50 40 30 20 -1000
-500 (noordw est)
Figuur 3.4
0 A fstand de Waal as [m]
500
1000
(zuidoost)
NO2-concentraties (jaargemiddeld) voor dwarsprofiellocatie 3 (grenswaarde is 40 µg/m3).
Uit figuur 3.4 blijkt dat in de omgeving van de Waal de NO2-grenswaarde voor het jaargemiddelde wordt overschreden in zowel 2002 als in 2010. De overschrijdingsafstanden aan de noordwestzijde bedragen respectievelijk 220 meter (gemeten vanuit de as van de rivier) voor het jaar 2002 en 290 meter voor het jaar 2010. Dit betekent dat de overschrijding van de grenswaarde tot aan de rand van de vaarweg ter plaatse komt, maar significant afstand houdt van de woonbebouwing van Gendt. Aan de zuidoostzijde van de Waal bedragen de overschrijdingsafstanden respectievelijk 130 meter en 150 meter(gemeten vanuit de as de rivier). Dit betekent dat de overschrijding van de grenswaarde de rand van de vaarweg waarschijnlijk niet zal overschrijden. Figuur 3.5 geeft het NO2-concentratiedwarsprofiel voor locatie 4 weer.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
13 van 21
80 2002 2010
Jaargemiddelde NO2-concentratie [µg/m3]
70 60 50 40 30 20 -1000
-500 (w est)
Figuur 3.5
0 A f stand t.o.v. het Maas-Waalkanaal as [m]
500
1000 (oost)
NO2-concentraties (jaargemiddeld) voor dwarsprofiellocatie 4 (grenswaarde is 40 µg/m3).
Uit figuur 3.5 blijkt dat nabij dwarsprofiellocatie 4 in de omgeving van het MaasWaalkanaal de NO2-grenswaarde voor het jaargemiddelde niet wordt overschreden aan de westzijde in zowel 2002 als in 2010. Aan de oostzijde van dwarsprofiellocatie 4 bedragen de overschrijdingsafstanden (gemeten vanuit de as van de vaarweg) voor 2002 en 2010 respectievelijk 60 en 50 meter. Dit betekent dat overschrijding waarschijnlijk niet plaats vindt buiten de vaarweg.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
14 van 21
3.3.2
Fijn stofconcentraties
Figuur 3.6 geeft het fijn stofconcentratiedwarsprofiel voor locatie 1 weer. 60 2002 2010
Jaargemiddelde Fijn stofconcentratie [µg/m3]
55 50 45 40 35 30 -1000
-500 (noordw est)
Figuur 3.6
0 A fstand t.o.v. de Waal as [m]
500
1000
(zuidoost)
Fijn stof-concentraties (jaargemiddeld) voor dwarsprofiellocatie 1 (grenswaarde is 40 µg/m3).
Uit figuur 3.6 blijkt dat op de Waal de jaargemiddelde fijn stofgrenswaarde wordt overschreden in zowel 2002 als in 2010. De overschrijdingsafstanden aan de noordwestzijde bedragen respectievelijk 90 meter (gemeten vanuit de rivieras) voor het jaar 2002 en 70 meter voor het jaar 2010. Dit betekent dat de overschrijding van de grenswaarde van fijn stof waarschijnlijk niet buiten de rivierbedding zal plaatsvinden. Aan de zuidoostkant van de Waal bedragen de overschrijdingsafstanden eveneens respectievelijk 90 meter en 70 meter gemeten vanuit de rivieras. Dit betekent dat de grenswaarde op de Waalkade in Nijmegen in 2002 en 2010 waarschijnlijk niet zal worden overschreden. Figuur 3.7 geeft het fijn stofconcentratiedwarsprofiel voor locatie 2 weer.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
15 van 21
60 2002 2010
Jaargemiddelde Fijn stofconcentratie [µg/m3]
55 50 45 40 35 30 -1000
-500 (zuidw est)
Figuur 3.7
0 Af stand t.o.v. de Waal as [m]
500
1000
(noordoost)
Fijn stof-concentraties (jaargemiddeld) voor dwarsprofiellocatie 2 (grenswaarde is 40 µg/m3).
Uit figuur 3.7 blijkt dat op de Waal de Fijn stofgrenswaarde voor het jaargemiddelde wordt overschreden in zowel 2002 als in 2010. De overschrijdingsafstanden aan de zuidwestzijde bedragen respectievelijk 90 meter (gemeten vanuit de rivieras) voor het jaar 2002 en 80 meter voor het jaar 2010. Dit betekent dat de overschrijding van de grenswaarde van fijn stof waarschijnlijk niet buiten de rivierbedding zal plaatsvinden. Aan de noordoostkant van de Waal bedragen de overschrijdingsafstanden respectievelijk 100 meter en 80 meter gemeten vanuit de rivieras. Dit betekent dat overschrijding van de grenswaarde van fijn stof waarschijnlijk niet buiten de rivierbedding zal plaatsvinden. Figuur 3.8 geeft het fijn stofconcentratiedwarsprofiel voor locatie 3 weer.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
16 van 21
60 2002 2010
Jaargemiddelde Fijn stofconcentratie [µg/m3]
55 50 45 40 35 30 -1000
-500 (noordw est)
Figuur 3.8
0 Af stand de Waal as [m]
500
1000
(zuidoost)
Fijn stof-concentraties (jaargemiddeld) voor dwarsprofiellocatie 3 (grenswaarde is 40 µg/m3).
Uit figuur 3.8 blijkt dat in de nabije omgeving van de Waalkanaal de fijn stofgrenswaarde voor het jaargemiddelde wordt overschreden in zowel 2002 als in 2010. De overschrijdingsafstanden aan de noordwestzijde bedragen respectievelijk 140 meter (gemeten vanuit de as van de rivier) voor het jaar 2002 en 90 meter voor het jaar 2010. Dit betekent dat de overschrijding aan de noordwestzijde waarschijnlijk niet buiten de vaarweg zal optreden. Aan de zuidoostzijde van de Waal bedragen de overschrijdingsafstanden respectievelijk 110 meter en 90 meter (gemeten vanuit de as van de rivier). Dit betekent dat de overschrijding aan de zuidoostzijde waarschijnlijk niet buiten de vaarweg zal optreden. Figuur 3.9 geeft het fijn stofconcentratiedwarsprofiel voor locatie 4 weer.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
17 van 21
60 2002 2010
Jaargemiddelde Fijn stofconcentratie [µg/m3]
55 50 45 40 35 30 -1000
-500 (w est)
Figuur 3.9
0 A fstand t.o.v. het Maas-Waalkanaal as [m]
500
1000 (oost)
Fijn stof-concentraties (jaargemiddeld) voor dwarsprofiellocatie 4 (grenswaarde is 40 µg/m3).
Uit figuur 3.9 blijkt dat de fijn stofgrenswaarde voor het jaargemiddelde op en nabij het Maas-Waalkanaal ter hoogte van dwarsprofiellocatie 4 waarschijnlijk niet zal worden overschreden in 2002 en 2010.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
18 van 21
4.
Conclusies en aanbevelingen
− NOx-emissies De NOx-emissie op de Waal in 2002 komt overeen met een autosnelweg met een verkeersintensiteit van ongeveer 140.000 voertuigen per dag (10% vrachtverkeer). De NOx-emissie op het Maaswaalkanaal in 2002 komt overeen met een autosnelweg met een verkeersintensiteit van ongeveer 40.000 voertuigen per dag (10% vrachtverkeer). − Fijn stofemissies De fijn stofemissies op de Waal in 2002 komt overeen met een autosnelweg met een verkeersintensiteit van ongeveer 110.000 voertuigen per dag (10% vrachtverkeer). De fijn stofemissies op het Maas-Waalkanaal in 2002 komt overeen met een autosnelweg met een verkeersintensiteit van ongeveer 45.000 voertuigen per dag. − NO2-concentratie (jaargemiddeld) In onderstaande tabel 4.1 worden de overschrijdingsafstanden van de jaargemiddelde grenswaarde van NO2 voor de verschillende dwarsprofielen samengevat. Tabel 4.1
Overschrijdingsafstanden (meter ten opzichte van vaarwegas) van jaargemiddelde NO2 grenswaarde van 40 µg/m3.
Dwarsprofiel
Zijde
1 (Waal bij Waalbrug) 1 (Waal bij Waalbrug) 2 (Waal west v. spoorbrug) 2 (Waal west v. spoorbrug) 3 (Waal bij Leuth) 3 (Waal bij Leuth) 4 (Maas-Waalkanaal) 4 (Maas-Waalkanaal)
noordwest zuidoost zuidwest noordoost noordwest zuidoost west oost
Afstand OverAfstand OverHalve 2002 schrijding 2010 schrijding Breedte 2002 2010 vaarweg 350 190 210 360 220 130 60
+ + + + + -
250 150 170 300 290 150 50
+ + + -
150 150 170 170 200 200 60 60
Indien in tabel 4.1 de overschrijdingsafstand groter is dan de (geschatte) halve breedte van de vaarweg is een overschrijding van de grenswaarde van NO2 buiten de vaarweg berekend. Voor het jaar 2002 zijn overschrijdingen van de NO2-grenswaarde buiten de vaarweg zijn berekend voor dwarsprofiel 1 (noordwest en zuidoost), dwarsprofiel 2 (zuidwest en noordoost), dwarsprofiel 3 (noordwest). Voor het jaar 2010 zijn overschrijdingen van de NO2-grenswaarde buiten de vaarweg berekend voor dwarsprofiel 1 (noordwest), dwarsprofiel 2 (noordoost) en voor dwarsprofiel 3 (noordwest).
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
19 van 21
− Fijn stofconcentratie (jaargemiddeld) In tabel 4.2 worden de overschrijdingsafstanden van de jaargemiddelde grenswaarde van fijn stof voor de verschillende dwarsprofielen samengevat. Tabel 4.2
Overschrijdingsafstanden (meter ten opzichte van vaarwegas) van jaargemiddelde Fijn stof grenswaarde van 40 µg/m3.
Dwarsprofiel
Zijde
1 (Waal bij Waalbrug) 1 (Waal bij Waalbrug) 2 (Waal west v. spoorbrug) 2 (Waal west v. spoorbrug) 3 (Waal bij Leuth) 3 (Waal bij Leuth) 4 (Maas-Waalkanaal) 4 (Maas-Waalkanaal)
noordwest zuidoost zuidwest noordoost noordwest zuidoost west oost
Afstand OverAfstand OverHalve 2002 schrijding 2010 schrijding Breedte 2002 2010 vaarweg 90 90 90 100 140 110 -
-
70 70 80 80 90 100 -
-
150 150 170 170 200 200 60 60
Indien in tabel 4.2 de overschrijdingsafstand groter is dan de (geschatte) halve breedte van de vaarweg is een overschrijding van de grenswaarde van fijn stof buiten de vaarweg berekend. Voor fijn stof werden geen overschrijdingen buiten de vaarwegen berekend. − Aanbeveling De resultaten van de berekeningen wijzen op een mogelijke overschrijding van de grenswaarde van NO2 op enkele publiek toegankelijke locaties. Omdat de resultaten van de berekening een intrinsieke onzekerheid kennen wordt aanbevolen op de aangegeven locaties de resultaten van de berekeningen door middel van metingen te verifiëren.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
20 van 21
5.
Referenties
[1]
Hout K.D. van den, H.P. Baars Ontwikkeling van twee modellen voor de verspreiding van luchtverontreiniging door verkeer. Het TNO-verkeersmodel en het CAR-model MT-TNO rapport 88/192, juni 1988.
[2]
Hulskotte J.H.J.,Bolt E., Broekhuizen D., Emissies door binnenvaart: verbrandingsmotoren, EMS protocol, versie3, 22.11.2003, 22 november 2003.
[3]
Oonk, J., Emissiefactoren voor de binnenscheepvaart, TNO-rapport R2003/437 (versie 2), 4 november 2003.
[4]
CBS/AVV, Verkeer op de binnenwateren, 2002, totaal vrachtvervoerende schepen, 15-6-2004.
[5]
CBS, Binnenvaart; grensovergang, alle vlaggen, alle binnenschepen, Lobith, 15-6-2004.
TNO-rapport
TNO-MEP − R 2004/533
21 van 21
6.
Verantwoording
Naam en adres van de opdrachtgever:
Dhr. H. Nijhuis (gemeente Nijmegen)
Namen en functies van de projectmedewerkers:
Ir. J.H.J. Hulskotte Ing. J. den Boeft
Namen van instellingen waaraan een deel van het onderzoek is uitbesteed:
Datum waarop, of tijdsbestek waarin, het onderzoek heeft plaatsgehad:
Ondertekening:
Goedgekeurd door:
Ir. J.H.J. Hulskotte projectleider
H.S. Buijtenhek sector manager