EMB Manufacturing Inc. 4144 Boomer Line - St Clemens, Ontario - N0B 2M0 Canada Tel.: (519) 699-9283 - Fax: (519) 699-4146 E-mail: embmfg.com
DRIEPUNTS HAKSELAAR / VERSNIPPERAAR MODEL BXM32 & BXM42
HANDLEIDING
GEDRUKT IN CANADA Rev.: 220312
STUKNUMMER: Z97053
Inhoudstafel
Garantie Inspectierapport Plaats van het serienummer 1 Inleiding 2 Veiligheid 2.1 Algemene veiligheid 2.2 Machineveiligheidsvoorschriften 2.3 Veiligheidsopleiding 2.4 Veiligheidsplaatjes 2.5 Voorbereiding 2.6 Onderhoudsveiligheid 2.7 Bedrijfsveiligheid 2.8 Opslagveiligheid 2.9 Transportveiligheid 2.10 Aanmeldingsformulier 3 Plaats van de veiligheidsplaatjes 3.1 Driedelige veiligheidsplaatjes 3.2 Tweedelige veiligheidsplaatjes 4 Gebruik 4.1 Aan de nieuwe operator of eigenaar 4.2 Machineonderdelen 4.3 Eerste gebruik 4.4 Checklist voor het gebruik 4.5 Bedieningselementen 4.5.1 Bediening van de aftakas op de tractor 4.5.2 Hendel voor de toevoerklep van de versnipperaar 4.5.3 Uitvoertrechter 4.5.4 Deflector 4.6 Lengte van de aandrijflijn 4.7 Driepunts koppeling 4.7.1 Montage 4.7.2 Snelkoppeling 4.7.3 De machine waterpas zetten 4.8 Gebruik op het terrein
4.8.1 4.8.2 4.8.3 4.8.4 4.8.5 4.8.6 4.8.7 4.8.8 4.8.9 4.8.10 4.8.11 5 6 6.1 6.2 7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.3.4 7.3.5 8 9 10 10.1 10.2 Index
Voorbereiding Startprocedure Stoppen Noodstop Hakselen Versnipperen Blokkeringen verwijderen Ernstige blokkering Breekpen Veiligheidsgordijn Gebruikstips Transport Opslag De machine opslaan De machine uit de opslag halen Service en onderhoud Service Vloeistoffen en smeermiddelen Smering Onderhoudsillustratie Onderhoudsschema Onderhoud Aandrijfriem vervangen en aanspannen Aandrijflijn onderhouden Schijf uitlijnen Kast van de hakselaar/versnipperaar Rotormessen Tegenmessen Takkenbreker Messen van de versnipperaar Kapblok Probleemoplossing Accessoires Specificaties Mechanische Draaimoment
WALLENSTEIN GARANTIE DE AANSPRAAK OP GARANTIE VERVALT INGEVAL VAN NIET-REGISTRATIE
WALLENSTEIN DRIEPUNTS HAKSELAAR / VERSNIPPERAAR
INSPECTIERAPPORT Dit formulier moet door de dealer worden ingevuld en zowel door de dealer als door de klant worden ondertekend op het moment van de levering.
Naam van de klant
Naam van de dealer
Adres
Adres
Stad, Staat/Provincie, Code
Stad, Staat/Provincie, Code
Telefoonnummer (
Telefoonnummer (
)
)
Naam van de contactpersoon Model Serienummer Leveringsdatum
DEALERINSPECTIERAPPORT
VEILIGHEID
____ Messpeling controleren ____ Alle stickers aangebracht ____ Rotor draait vrij ____ Afdek- en beschermkappen aangebracht ____ Bevestigingen aangedraaid ____ Gebruiks- en veiligheidsvoorschriften lezen ____ Machine smeren ____ Borgpen door montagepennen geplaatst ____ Snijmessen van takkenbreker en kapblok controleren ____ Controleren of de verende toevoerklep vrij beweegt Ik heb de koper grondig geïnformeerd over de bovenvermelde apparatuur door o.a. de volgende punten te bespreken: de inhoud van de handleiding, zorg voor apparatuur, aanpassingen, veilige werking en het toepasselijke garantiebeleid.
Datum
Handtekening van de vertegenwoordiger
Ik heb de bovenvermelde apparatuur en handleiding in ontvangst genomen en werd grondig geïnformeerd over de zorg, aanpassingen, veilige werking en het toepasselijke garantiebeleid. Datum
Handtekening van de eigenaar
Registreer uw product online op www.embmfg.com om de garantie te activeren.
PLAATS VAN HET SERIENUMMER Geef uw dealer altijd het serienummer van uw Wallenstein driepunts hakselaar / versnipperaar wanneer u onderdelen bestelt, service of andere informatie aanvraagt. Het plaatje met het serienummer bevindt zich op de aangeduide plaats. Noteer de nummers op de daartoe voorziene plaatsen om ze gemakkelijk te kunnen terugvinden.
PLAATS VAN HET SERIENUMMER Nummer van het model ____________________________________________________ Serienummer _____________________________________________
1 INLEIDING Gefeliciteerd met uw keuze voor een Wallenstein driepunts hakselaar / versnipperaar. Deze machine werd ontworpen en geproduceerd om in de behoeften van veeleisende bedrijven uit de hout- en tuinsector te voorzien. Met het oog op een veilige, efficiënte en probleemloze werking van uw Wallenstein hakselaar/ versnipperaar moeten u en al wie de hakselaar/versnipperaar zal gebruiken of onderhouden de informatie over veiligheid, gebruik, onderhoud en probleemoplossing uit deze handleiding lezen en begrijpen.
Deze handleiding heeft betrekking op de Wallenstein driepunts hakselaar/versnipperaar BXM32 en BXM42. Gebruik de inhoudstafel of index als leidraad om de nodige informatie terug te vinden. Bewaar deze handleiding om ze later te kunnen raadplegen en ze aan nieuwe gebruikers of eigenaars te bezorgen. Bel uw Wallenstein dealer of verdeler als u hulp, informatie of extra exemplaren van een handleiding nodig heeft. RICHTINGAANDUIDINGEN – De richtingen links, rechts, vooruit en achteruit die in deze handleiding worden vermeld, gelden wanneer men in de bestuurderstoel zit en in de rijrichting kijkt.
2 VEILIGHEID VEILIGHEIDSSYMBOOL Dit veiligheidssymbool betekent OPGELET! LET OP! BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID!
Het veiligheidssymbool wijst op belangrijke veiligheidsboodschappen op de Wallenstein driepunts hakselaar/versnipperaar en in de handleiding. Als u dit symbool ziet, hou dan rekening met de mogelijkheid van lichamelijke letsels of overlijden. Neem de voorschriften uit de veiligheidsboodschap in acht.
Waarom is VEILIGHEID belangrijk voor u? 3 hoofdredenen
Ongevallen kunnen letsels en overlijden tot gevolg hebben Ongevallen kosten geld Ongevallen zijn te vermijden
SIGNAALWOORDEN: Let op het gebruik van de signaalwoorden GEVAAR, WAARSCHUWING en OPGELET in de veiligheidsboodschappen. Het gepaste signaalwoord voor elke boodschap werd gekozen op basis van de volgende richtlijnen:
GEVAAR – Wijst op een onmiddellijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, tot een overlijden of ernstige letsels zal leiden. Dit signaalwoord mag enkel worden gebruikt voor de meest extreme situaties die zich doorgaans voordoen bij machineonderdelen die niet kunnen worden afgeschermd, om functionele redenen.
WAARSCHUWING – Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, tot een overlijden of ernstige letsels zou kunnen leiden; het gaat o.a. gevaren waaraan men wordt blootgesteld wanneer afdekkappen worden verwijderd. Dit kan ook betrekking hebben op onveilige praktijken.
OPGELET – Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, tot lichte of matige letsels kunnen leiden. Dit kan ook betrekking hebben op onveilige praktijken.
Als u nog vragen heeft die niet in deze handleiding worden beantwoord, als u extra exemplaren wenst of als de handleiding beschadigd is, contacteer dan uw dealer of Wallenstein, 4144 Boomer Line, St. Clements, Ontario, N0B 2M0. Telefoonnummer (519) 699-9283 of faxnummer (519) 699-4146.
VEILIGHEID
2.1 ALGEMENE VEILIGHEID
U bent verantwoordelijk voor de VEILIGE werking en het onderhoud van uw Wallenstein driepunts hakselaar/versnipperaar. U moet ervoor zorgen dat u en al wie de driepunts hakselaar/versnipperaar gaat gebruiken, onderhouden of errond zal werken, vertrouwd is met de gebruiks- en onderhoudsprocedures en daarmee verband houdende VEILIGHEIDSINFORMATIE uit deze handleiding. In deze handleiding vindt u een stapsgewijs overzicht van uw werkdag en alle goede veiligheidspraktijken die u in acht moet nemen wanneer u met de driepunts hakselaar/ versnipperaar werkt. Vergeet niet, U bent verantwoordelijk voor de veiligheid. Goede veiligheidspraktijken beschermen niet alleen u, maar ook de mensen rondom u. Maak van deze praktijken een essentieel onderdeel van uw veiligheidsprogramma. Zorg ervoor dat IEDEREEN die de machine gebruikt, vertrouwd is met de aanbevolen gebruiks- en onderhoudsprocedures en altijd de veiligheidsvoorzorgen in acht neemt. De meeste ongevallen zijn te voorkomen. Riskeer geen letsels of overlijden door goede veiligheidspraktijken te negeren. • Eigenaars van een driepunts hakselaar/ versnipperaar moeten gebruikers of medewerkers gebruiksinstructies geven alvorens hen met de machine te laten werken en minstens elk jaar daarna. • De belangrijkste veiligheidsvoorziening van deze machine is een VEILIGE gebruiker. De gebruiker moet ALLE veiligheids- en gebruiksvoorschriften uit de handleiding lezen, begrijpen en in acht nemen. De meeste ongevallen zijn te voorkomen. • Iemand die niet alle gebruiks- en veiligheidsvoorschriften heeft gelezen en begrepen, mag niet met de machine werken. Een niet-opgeleide gebruiker stelt zichzelf en omstaanders bloot aan mogelijke ernstige letsels of overlijden. • Pas de apparatuur op geen enkele manier aan. Elke ongeoorloofde aanpassing kan de werking en/of veiligheid schaden en de levensduur van de machine beïnvloeden. • Denk aan VEILIGHEID! Werk veilig!
1. Lees en begrijp de handleiding en alle veiligheidsboodschappen alvorens de driepunts hakselaar/versnipperaar te gebruiken, te onderhouden, aan te passen of schoon te maken. 2. Zorg ervoor dat een EHBO-kit voorhanden is indien nodig en dat men weet hoe die moet worden gebruikt. 3. Zorg ervoor dat een brandblusser voorhanden is indien nodig en dat men weet hoe die moet worden gebruikt. 4. Laat niemand meerijden op de machine. 5. Draag de gepaste beschermingsmiddele n. Deze lijst omvat, maar is niet beperkt tot: - een veiligheidshelm - veiligheidsschoenen met antislipzool - een veiligheidsbril of gelaatsscherm - zware handschoenen - regenkledij - oorbeschermers - ademhalingsapparaat of filtermasker 6. Plaats alle afdekkappen en maak ze goed vast alvorens te beginnen. 7. Draag gepaste oorbeschermers als u lange tijd wordt blootgesteld aan lawaai. 8. Schakel de machine uit, stop en leg de motor stil, trek de sleutel uit het contact en stop hem in uw zak, zet de parkeerrem op en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren of blokkeringen te verwijderen. 9. Zorg ervoor dat zich geen mensen, vooral kleine kinderen, in de omgeving bevinden alvorens de machine te gebruiken. 10. Neem de veiligheidsinformatie jaarlijks door met al het personeel dat de driepunts hakselaar/ versnipperaar zal gebruiken of onderhouden.
2.2 MACHINEVEILIGHEIDSRICHTLIJNEN 1. De veiligheid van de gebruiker en omstaanders is een van de grootste bekommernissen bij het ontwerp en de ontwikkeling van machines. Ieder jaar doen zich echter tal van ongevallen voor die te vermijden waren als men enkele seconden had nagedacht en voorzichtiger was omgegaan met de apparatuur. U, de gebruiker, kunt tal van ongevallen vermijden door de volgende voorzorgen uit dit hoofdstuk in acht te nemen. Om lichamelijke letsels of overlijden te voorkomen moet u de volgende voorzorgen in acht nemen en al wie met u of voor u werkt ertoe aanzetten om ze in acht te nemen. 2. Voor een beter zicht kunnen sommige foto’s of illustraties in deze handleiding een onderdeel tonen waarvan de beschermkap is verwijderd. De machine mag echter nooit in die toestand worden gebruikt. Alle beschermkappen moeten op hun plaats blijven zitten. Als een beschermkap moet worden verwijderd, moet die worden teruggeplaatst alvorens de machine te gebruiken. 3. Vervang alle onleesbare of ontbrekende veiligheidsplaatjes of instructieplaatjes. De plaats van dergelijke veiligheidsplaatjes wordt aangegeven in deze handleiding. 4. Gebruik nooit alcoholische dranken of geneesmiddelen die nadelig zijn voor de alertheid of coördinatie wanneer u de machine gebruikt. Raadpleeg uw arts indien u geneesmiddelen op voorschrift inneemt. 5. Jonge kinderen mogen in geen geval met deze machine werken. Personen mogen de machine pas gebruiken of monteren indien ze deze handleiding hebben gelezen en de werking en veiligheidsvoorschriften goed begrijpen. Neem de veiligheidsinstructies jaarlijks door met alle gebruikers. 6. Deze machine is gevaarlijk voor kinderen en personen die niet vertrouwd zijn met de werking ervan. De gebruiker moet een verantwoordelijke, goed opgeleide en fysiek capabele persoon zijn die vertrouwd is met machines en opgeleid is in het gebruik van deze apparatuur. Als ouderen meewerken, moet rekening worden gehouden met hun fysieke beperkingen.
7. Overschrijd nooit de grenzen van een onderdeel. Als er twijfel is of de machine een taak aankan of veilig aankan, PROBEER HET DAN NIET. 8. Pas de machine niet aan. Elke ongeoorloofde aanpassing kan tot ernstige letsels of een overlijden leiden en kan de werking en de levensduur van de machine schaden. 9. Naast het ontwerp en de configuratie van deze machine, waaronder de veiligheidsplaatjes en veiligheidsvoorzieningen, zijn de gevarenbeperking en ongevallenpreventie afhankelijk van het bewustzijn, de zorg, voorzichtigheid en goede opleiding van personeel dat betrokken is bij de werking, het transport, het onderhoud en de opslag van de machine. Zie ook de veiligheidsboodschappen en gebruiksvoorschriften in elk van de betreffende hoofdstukken van de motoren machinehandleidingen. Let goed op de veiligheidsplaatjes op de tractor en de machine.
2.3 VEILIGHEIDSOPLEIDING
2.4 VEILIGHEIDSPLAATJES
1. Veiligheid is een van de grootste bekommernissen bij het ontwerp en de fabricage van onze producten. Jammer genoeg kunnen al onze inspanningen op het vlak van machineveiligheid teniet worden gedaan door één enkele onvoorzichtigheid van een gebruiker of omstaander.
1. Zorg dat de veiligheidsplaatjes altijd proper en leesbaar zijn.
2. Naast het ontwerp en de configuratie van deze machine zijn de gevarenbeperking en ongevallenpreventie afhankelijk van het bewustzijn, de zorg, voorzichtigheid en goede opleiding van personeel dat betrokken is bij de werking, het transport, het onderhoud en de opslag van de machine. 3. "De beste veiligheidsvoorziening is een goed geïnformeerde, voorzichtige gebruiker" wordt wel eens gezegd, We willen dat u zo’n gebruiker bent. De gebruiker moet ALLE veiligheids- en gebruiksvoorschriften uit de handleiding lezen, begrijpen en in acht nemen. Ongevallen zijn te vermijden. 4. Werken met apparatuur waarmee men niet vertrouwd is, kan tot letsels leiden. Lees deze handleiding alvorens de machine te monteren of gebruiken, om uzelf ermee vertrouwd te maken. Als deze machine door iemand anders dan uzelf wordt gebruikt, geleend of gehuurd, moet de eigenaar zich ervan vergewissen dat de gebruiker, vóór hij de machine gebruikt:
2. Vervang ontbrekende of onleesbare veiligheidsplaatjes. 3. Vervangen onderdelen met een veiligheidsplaatje erop moeten het huidige veiligheidsplaatje tonen. 4. Op de veiligheidsplaatjes vermeld in hoofdstuk 3 staan rechts onderaan stuknummers. Gebruik deze stuknummers wanneer u vervangonderdelen bestelt. 5. Veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde verdeler, de onderdelenafdeling van de dealer of de fabriek.
Hoe veiligheidsplaatjes aanbrengen: • Zorg ervoor dat de plaats waar u ze wil aanbrengen proper en droog is. • Zorg ervoor dat de temperatuur boven de 10°C ligt. • Bepaal de precieze plaats alvorens het papier aan de achterzijde te verwijderen. • Verwijder het kleinste deel van het papier aan de achterzijde. • Hou het plaatje op de gewenste plaats en druk voorzichtig het kleinste klevende deel aan.
a. de gebruikshandleidingen leest en begrijpt. b. is opgeleid in het veilige en correcte gebruik. 5. Ken de bedieningselementen en weet hoe u het sleepvoertuig, de motor en de machine snel kunt stoppen in een noodgeval. Lees deze handleiding en de handleiding van de tractor. 6. Leid alle nieuwe medewerkers op en neem de instructies regelmatig door met uw huidige medewerkers. Zorg ervoor dat enkel een goed opgeleide en fysiek capabele persoon de machine zal gebruiken. Iemand die de gebruiksen veiligheidsvoorschriften niet heeft gelezen en begrepen, mag de machine niet gebruiken. Een niet-opgeleide gebruiker stelt zichzelf en omstaanders bloot aan mogelijke ernstige letsels of overlijden. Als ouderen meewerken, moet rekening worden gehouden met hun fysieke beperkingen.
• Verwijder de rest van het papier en strijk voorzichtig de rest van het plaatje glad tot het op zijn plaats zit. • Kleine luchtbellen kunnen met een naald worden doorprikt en gladgestreken met een stukje achterpapier.
2.5 VOORBEREIDING
2.6 ONDERHOUDSVEILIGHEID
1. Gebruik de machine nooit alvorens u deze handleiding, de handleiding van de tractor en alle veiligheidsboodschappen op de veiligheidsplaatjes op de machine heeft gelezen en volledig heeft begrepen.
1. Goed onderhoud is uw verantwoordelijkheid. Slecht onderhoud is om problemen vragen.
2. Persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en handschoenen, zijn aangeraden bij het assembleren, plaatsen, gebruiken, aanpassen, onderhouden, herstellen, verwijderen, schoonmaken of verplaatsen van de machine. Vermijd lang haar, loszittende kledij of juwelen in de buurt van de machine. 3. LANGDURIGE BLOOTSTELLING AAN LAWAAI KAN TOT PERMANENT GEHOORVERLIES LEIDEN! Elektrisch gereedschap, al dan niet met accessoires erop gemonteerd, kan vaak zo luid zijn dat het tot permanent, gedeeltelijk gehoorverlies kan leiden. Het is aangeraden om altijd gehoorbescherming te dragen als het lawaai in de onmiddellijke omgeving van de gebruiker meer dan 80 db bedraagt. Langdurige blootstelling aan lawaai van meer dan 85 db kan tot ernstig gehoorverlies leiden. Langdurige blootstelling aan lawaai van meer dan 90 db in de onmiddellijke omgeving van de gebruiker kan tot permanent, totaal gehoorverlies leiden. N.B.: Gehoorverlies als gevolg van lawaai (van tractoren, kettingzagen, radio’s en andere gelijkaardige bronnen dichtbij het oor) heeft een levenslang cumulatief effect, zonder kans op natuurlijk herstel. 4. Verwijder stenen, takken of verborgen obstakels die op de werkplek liggen en gegrepen kunnen worden. Zo vermijdt u letsels of schade. 5. Gebruik de machine enkel in daglicht of bij goed kunstlicht. 6. Zorg ervoor dat de machine correct opgesteld, afgesteld en in goed werkende staat is. 7. Zorg ervoor dat alle veiligheidsschermen en veiligheidsplaatjes op de juiste plaats zitten en in goede staat zijn.
2. Pas goede werkplaatspraktijken toe. - Hou de onderhoudszone proper en droog. - Zorg ervoor dat stopcontacten en elektrisch gereedschap goed geaard zijn. - Gebruik de gepaste verlichting voor het werk in kwestie. 3. Zorg voor voldoende ventilatie. Laat de motor nooit draaien in een gesloten gebouw. De uitlaatgassen kunnen tot verstikking leiden. 4. Alvorens aan de machine te werken moet u de motor stilleggen, de parkeerrem opzetten en de brandstofklep sluiten. 5. Werk nooit aan de rotor tenzij die is losgekoppeld van de aftakas. 6. Gebruik altijd persoonlijke beschermingsmiddelen zoals oog-, hand- en oorbeschermers, wanneer u service of onderhoud uitvoert. Gebruik zware of lederen handschoenen om de messen aan te raken. 7. Als vervangonderdelen nodig zijn voor periodiek onderhoud en service, moeten originele fabrieksonderdelen worden gebruikt om de machine weer volgens de originele specificaties te doen werken. De fabrikant zal niet verantwoordelijk zijn voor letsels of schade als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen en/of accessoires. 8. Een brandblusser en EHBO-kit moeten voorhanden zijn wanneer onderhoud aan de machine wordt uitgevoerd. 9. Draai periodiek alle bouten, moeren en schroeven vast en controleer of alle elektrische en brandstofverbindingen goed vastzitten, om ervoor te zorgen dat de machine veilig is. 10. Bij onderhoud of service moet u ervoor zorgen dat alle veiligheidsschermen en – voorzieningen op hun plaats zitten alvorens de machine in gebruik te nemen.
2.7 BEDRIJFSVEILIGHEID 1. Vergeet niet: het is belangrijk dat u de veiligheidsplaatjes op de driepunts hakselaar/ versnipperaar leest en in acht neemt. Maak veiligheidsplaatjes die moeilijk te lezen of te begrijpen zijn, schoon of vervang ze, met het oog op uw veiligheid en die van anderen. U, de gebruiker, bent verantwoordelijk voor het veilige gebruik van deze machine. 2. Alles met bewegende onderdelen kan gevaar opleveren. Er gaat niets boven een voorzichtige, veiligheidsgerichte gebruiker die mogelijke gevaren herkent en redelijke veiligheidspraktijken toepast. De fabrikant heeft deze driepunts hakselaar/versnipperaar ontworpen om te worden gebruikt met alle veiligheidsvoorzieningen correct gemonteerd, om de kans op ongevallen tot het minimum te beperken. Lees deze handleiding om na te gaan of alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn. 3. Sluit en maak de rotorkap vast alvorens de machine te gebruiken. 4. Sluit en maak alle afdekkappen, deflectoren en beschermkappen vast alvorens de machine te starten en te gebruiken. 5. Lees en begrijp de handleiding alvorens de machine te starten. Neem elk jaar de veiligheidsvoorschriften door. 6. Persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en handschoenen, zijn aangeraden bij het assembleren, plaatsen, gebruiken, aanpassen, onderhouden, herstellen, verwijderen, schoonmaken of verplaatsen van de machine. Vermijd lang haar, loszittende kledij of juwelen in de buurt van bewegende onderdelen. 7. Zorg ervoor dat hydraulische leidingen en fittingen vast zitten, in goede staat en lekvrij zijn. 8. Houd lichaamsdelen uit de buurt van bewegende onderdelen tijdens het assembleren plaatsen, gebruiken, onderhouden, herstellen, verplaatsen of bij het verwijderen van blokkeringen. 9. Schakel de machine uit, stop en leg de motor stil, trek de sleutel uit het contact en stop hem in uw zak, zet de parkeerrem op en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren of de blokkeringen te verwijderen.
10. Laat de machine niet draaien in een gesloten gebouw om verstikking door uitlaatgassen te vermijden. 11. Wees voorzichtig wanneer u materiaal in de hakselaar/versnipperaar stopt. Steek geen metaal, flessen, blikjes, stenen, glas of ander vreemd materiaal in de hakselaar/versnipperaar. Als vreemd materiaal in de hakselaar/ versnipperaar terechtkomt, moet u de machine stoppen, de motor stilleggen, de contactsleutel in uw zak stoppen en wachten tot alle bewegende onderdelen stil staan, alvorens materiaal en/of blokkeringen te verwijderen. Controleer de machine op beschadigde of loszittende onderdelen alvorens het werk te hervatten. 12. Gebruik nooit alcoholische dranken of geneesmiddelen die nadelig zijn voor de alertheid of coördinatie wanneer u de machine gebruikt. Raadpleeg uw arts indien u geneesmiddelen op voorschrift inneemt. 13. Laat niemand meerijden op de machine. Er is geen enkele veilige plek voor passagiers. 14. Laat kinderen of onbevoegden nooit met of rond deze machine werken. 15. Reik nooit in de versnipperaar of de openingen van de invoertrechter terwijl de motor draait. Zorg ervoor dat de scharnierende klep van de versnipperaar en de rubberen flappen in de trechter van de hakselaar in goede staat zijn en werken zoals het hoort. 16 Hou de werkplek proper en vrij van afval om struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen grond. 17 Richt de uitvoertrechter niet op mensen, dieren of gebouwen. De rotor kan houtsnippers zo snel uitwerpen dat letsels mogelijk zijn. 18. Verplaats of vervoer de hakselaar/ versnipperaar niet terwijl de rotor draait. 19. Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens transport.
2.8 OPSLAGVEILIGHEID
2.9 TRANSPORTVEILIGHEID
1. Bewaar de machine uit de buurt van menselijke activiteiten.
1. Leef alle nationale, provinciale en lokale wetten in verband met de veiligheid en het transport van machines op openbare wegen na.
2. Laat geen kinderen spelen op of rond de opgeslagen machine. 3. Bewaar de machine op een droge, effen plaats. Ondersteun het frame met planken, indien nodig.
2. Controleer of alle lichten, reflectoren en andere verlichtingsvoorzieningen gemonteerd en in goed werkende staat zijn. 3. Overschrijd een veilige rijsnelheid niet. Vertraag op ruw terrein en in bochten. 4. Zorg ervoor dat de machine goed is vastgemaakt aan de tractor en dat een borgpen door de montagepennen zit. 5. Drink niet als u moeten rijden. 6. Wees een veilige en hoffelijke chauffeur. Geef altijd voorrang aan tegenliggers in alle omstandigheden, zoals smalle bruggen, kruispunten, enz. Let op het verkeer als u bij kruispunten werkt of de weg oversteekt. 8. Laat niemand meerijden op de machine.
2.10 AANMELDINGSFORMULIER Wallenstein voldoet aan de algemene veiligheidsnormen van de American Society of Agricultural & Biological Engineers (ASABE) en de Occupational Safety & Health Administration (OSHA). Al wie de driepunts hakselaar/versnipperaar gebruikt en/of onderhoudt, moet ALLE veiligheids-, gebruiks- en onderhoudsinformatie uit deze handleiding lezen en goed begrijpen. Gebruik deze hakselaar/versnipperaar niet en laat niemand hem gebruiken tot die informatie werd doorgenomen. Neem jaarlijks deze informatie door voor het seizoen van start gaat. Maak van deze periodieke evaluaties in verband met VEILIGHEID en GEBRUIK een standaardpraktijk voor al uw apparatuur. Een niet-opgeleide gebruiker mag niet met deze machine werken. Het aanmeldingsformulier dient als bewijs dat alle personeelsleden die met de machine zullen werken, de informatie uit de handleiding hebben gelezen en begrepen en zijn opgeleid in het gebruik van de apparatuur.
DATUM
AANMELDINGSFORMULIER HANDTEKENING VAN WERKNEMER HANDTEKENING VAN WERKGEVER
3 PLAATS VAN DE VEILIGHEIDSPLAATJES 3.1 Driedelige veiligheidsplaatjes De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken. • Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG!
DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer.
3.2 Tweedelige veiligheidsplaatjes De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande illustraties aangegeven. Model BXM42 wordt getoond, maar geeft de algemene plaats van de verschillende veiligheidsplaatjes weer. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken. • Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG!
DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer.
4 GEBRUIK BEDRIJFSVEILIGHEID • Sluit en maak de rotorkap vast alvorens de machine te gebruiken. • Sluit en maak alle afdekkappen, deflectoren en beschermkappen vast alvorens de machine te starten en te gebruiken. • Lees en begrijp de handleiding alvorens de machine te starten. Neem elk jaar de veiligheidsvoorschriften door. • Persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en handschoenen, zijn aangeraden bij het assembleren, plaatsen, gebruiken, aanpassen, onderhouden, herstellen, verwijderen, schoonmaken of verplaatsen van de machine. Vermijd lang haar, loszittende kledij of juwelen in de buurt van de machine. • Zorg ervoor dat hydraulische leidingen en fittingen vast zitten, in goede staat en lekvrij zijn. • Houd lichaamsdelen uit de buurt van bewegende onderdelen tijdens het assembleren plaatsen, gebruiken, onderhouden, herstellen, verplaatsen of bij het verwijderen van blokkeringen. • Wees voorzichtig wanneer u materiaal in de hakselaar/versnipperaar stopt. Steek geen metaal, flessen, blikjes, stenen, glas of ander vreemd materiaal in de hakselaar/versnipperaar. Als vreemd materiaal in de hakselaar/ versnipperaar terechtkomt, moet u de machine stoppen, de motor stilleggen, de contactsleutel in uw zak stoppen en wachten tot alle bewegende onderdelen stil staan, alvorens materiaal en/of blokkeringen te verwijderen. Controleer de machine op beschadigde of loszittende onderdelen alvorens het werk te hervatten.
• Laat de machine niet draaien in een gesloten gebouw om verstikking door uitlaatgassen te vermijden. • Schakel de machine uit, stop en leg de motor stil, trek de sleutel uit het contact en stop hem in uw zak, zet de parkeerrem op en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren of blokkeringen te verwijderen. • Gebruik nooit alcoholische dranken of geneesmiddelen die nadelig zijn voor de alertheid of coördinatie wanneer u de machine gebruikt. Raadpleeg uw arts indien u geneesmiddelen op voorschrift inneemt. • Laat niemand meerijden op de machine. Er is geen enkele veilige plek voor passagiers. • Laat kinderen of onbevoegden nooit met of rond deze machine werken. • Reik nooit in de versnipperaar of de openingen van de invoertrechter terwijl de motor draait. Zorg ervoor dat de scharnierende klep van de versnipperaar en de rubberen flappen in de trechter van de hakselaar in goede staat zijn en werken zoals het hoort. • Hou de werkplek proper en vrij van afval om struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen grond. • Richt de uitvoertrechter niet op mensen, dieren of gebouwen. De rotor kan houtsnippers zo snel uitwerpen dat letsels mogelijk zijn. • Verplaats of vervoer de hakselaar/ versnipperaar niet terwijl de rotor draait. • Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens transport. Maak een veiligheidsketting vast onder de trekhaak van de aanhangwagen als die wordt getrokken.
4.1 AAN DE NIEUWE OPERATOR OF EIGENAAR De Wallenstein hakselaars/versnipperaars zijn ontworpen om hout, kleine bomen, struiken, takken en ander houtafval te versnipperen, te vermalen of te mulchen. Versnipperd materiaal is fijn genoeg om te worden gecomposteerd of op tal van manieren te worden gebruikt. De eigenaar of gebruiker moet deze handleiding lezen en alle andere gebruikers opleiden alvorens ze met de machine mogen werken. Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht. Veiligheid belangt iedereen aan. Volg de aanbevolen procedures met het oog op een veilige werkomgeving voor de gebruiker, omstaanders en werkplek. Niet-opgeleide gebruikers mogen niet met de machine werken.
Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht. Veiligheid belangt iedereen aan. Volg de aanbevolen procedures met het oog op een veilige werkomgeving voor de gebruiker, omstaanders en werkplek. Niet-opgeleide gebruikers mogen niet met de machine werken. Tal van functies van deze machine zijn het resultaat van suggesties van klanten zoals u. Lees deze handleiding zorgvuldig om te weten hoe u veilig met de hakselaar/versnipperaar kunt werken en hoe u de machine kunt instellen om er maximaal voordeel uit te halen. Door de gebruiksvoorschriften in acht te nemen, samen met een goed onderhoudsprogramma, zal uw hakselaar/versnipperaar nog jaren lang dienst doen, zonder enig probleem.
4.2 MACHINEONDERDELEN De Wallenstein driepunts hakselaar/versnipperaar bestaat uit een rotor met messen die hout vermalen en mulchen. Invoertrechters voeren het houtmateriaal naar de rotor om het te hakselen en naar de messen om het te versnipperen/mulchen. De rotor van de hakselaar is uitgerust met 2 messen die voor snippers van dezelfde grootte zorgen. De rotor van de versnipperaar is uitgerust met 3 groepen draaimessen die voor een fijne mulch zorgen. Een kapblok in het mulchergedeelte versnippert het materiaal terwijl het door de machine wordt gevoerd. Model BXM42 wordt getoond, maar de algemene plaats van de verschillende onderdelen is hetzelfde. De tractor levert rotatievermogen via een aftakas en een set V-riemen aan de voorzijde van het frame.
Fig. 1 BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
4.3 EERSTE GEBRUIK Hoewel er geen gebruiksbeperkingen zijn wanneer de hakselaar/versnipperaar voor de eerste keer wordt gebruikt, is het aangeraden om de volgende mechanische onderdelen te controleren: A. Na 1 uur werken: 1. Controleer de uitlijning van de poelies. Lijn ze uit, indien nodig. 2. Controleer de riemspanning. Regel die bij indien nodig. 3. Draai alle bevestigingsmiddelen en ijzerbeslag aan. 4. Controleer de staat van de rotorlagers. 5. Controleer de staat en speling van de messen, het kapblok en de stationaire messen. Regel ze bij of vervang ze, indien nodig. 6. Controleer de staat van het gordijn in de invoertrechter van de hakselaar en het veiligheidsluik in de invoertrechter van de versnipperaar. Het gordijn en het veiligheidsluik moeten ongehinderd terug naar hun plaats kunnen keren om te voorkomen dat houtsnippers uit de machine vliegen. 7. Controleer of er geen materiaal vastzit. Verwijder al het vastzittende materiaal alvorens het werk te hervatten. 8. Smeer alle onderdelen in die moeten ingevet worden. B. Na 8 uur werken: 1. Herhaal stap 1 tot en met 7 hierboven. (Deel A). Na het eerste gebruik moet u het service- en onderhoudsschema volgen uit het hoofdstuk Onderhoud.
Fig. 2 GORDIJN
4.4 CHECKLIST VÓÓR HET GEBRUIK Voor een efficiënte en veilige werking van de Wallenstein driepunts hakselaar/versnipperaar moet elke gebruiker de gebruiksprocedures en alle daarmee verband houdende veiligheidsvoorschriften uit dit hoofdstuk lezen en begrijpen. Een checklist vóór het gebruik is voorzien voor de gebruiker. Het is belangrijk voor uw persoonlijke veiligheid en voor de goede mechanische staat dat deze checklist wordt gevolgd. Alvorens u met de hakselaar/versnipperaar begint te werken en elke keer daarna moeten de volgende elementen worden gecontroleerd: 1. Smeer de machine volgens het schema in het hoofdstuk Onderhoud. 2. Controleer de rotor- en tegenmessen, de takkenbreker en de rotor. Verwijder eventuele garens, draden of andere materialen die vastzitten in de machine. 3. Controleer de staat en speling van de messen van de versnipperaar en het kapblok. Regel ze bij of vervang ze, indien nodig. Verwijder eventuele garens, draden of andere materialen die vastzitten in de machine. 4. Controleer de staat van het gordijn in de invoertrechter van de hakselaar en de toevoerklep in de invoertrechter van de versnipperaar. Het gordijn en de klep moeten ongehinderd terug naar hun plaats kunnen keren om te voorkomen dat houtsnippers uit de machine vliegen. 5. Controleer of alle lagers vrij draaien. Vervang eventuele ruwe of vastgelopen lagers. 6. Zorg ervoor dat alle bescherm- en afdekkappen op hun plaats zitten, dat ze goed vast zitten en naar behoren werken. 7. Controleer de motorvloeistofpeilen. Vul bij indien nodig.
4.5 BEDIENINGSELEMENTEN Lees dit hoofdstuk om u vertrouwd te maken met de plaats en functie van elk bedieningselement alvorens de machine te starten. Model BXM42 wordt getoond, maar geeft de algemene plaats van de verschillende bedieningselementen weer. De aftakas van de tractor drijft de rotor aan. Als de aftak is aangekoppeld is, zal de rotor beginnen draaien. Op de machine zitten geen bedieningselementen om de rotor te koppelen/ontkoppelen, of om de rotorsnelheid te regelen. Als u niet vertrouwd bent met de plaats van de bedieningselementen voor de aftakas op uw tractor, lees dan de handleiding van uw tractor.
4.5.1 BEDIENING VAN DE AFTAKAS OP DE TRACTOR Schakel de bediening van de aftakas altijd traag in als de motor bij een laag stationair toerental draait. Schakel de bediening uit bij een laag toerental; zo kan de machine vertragen en stoppen alvorens de rem voor de aftakas te gebruiken.
4.5.2. HENDEL VOOR DE TOEVOERKLEP VAN DE VERSNIPPERAAR De invoeropening van de versnipperaar is uitgerust met verende kleppen, waardoor het materiaal in de trechter naar de rotor van de versnipperaar wordt gevoerd. Die kleppen sluiten als de machine onbewaakt achterblijft. Met de hendels aan elke kant van de trechter kan de stand van de klep worden geregeld. Duw de hendel(s) naar beneden, om materiaal naar de rotor van de versnipperaar te voeren. Als u de hendel(s) loslaat, zal de veer de klep weer sluiten. BXM42 is uitgerust met twee kleppen, BXM32 met één klep met hendels aan elke zijde.
4.5.3 UITVOERTRECHTER De uitvoertrechter is uitgerust met een verende grendel waarmee de trechter 360° kan worden gedraaid en vervolgens vastgezet. Hef de grendel op tot de borgpen loskomt, plaats de trechter in de gewenste stand en laat de grendel los. Zet de trechter vast op het dichtstbijzijnde vergrendelpunt.
4.5.4 DEFLECTOR De uitvoertrechter is uitgerust met een deflector aan het uiteinde van de trechter om de snippers de gewenste richting uit te sturen. De deflector wordt op zijn plaats gehouden door middel van de klembouten aan elke kant. Draai de bouten in tegenwijzerzin om de deflector los te maken, zet de deflector in de gewenste stand en draai de bouten aan.
Fig. 3 BEDIENINGSELEMENTEN VAN DE BXM
4.6 LENGTE VAN DE AANDRIJFLIJN De aandrijflijn voor de aftakas wordt samen met de machine geleverd. Als gevolg van de verschillende driepunts koppelingen die momenteel beschikbaar zijn, kan de aandrijflijn te lang zijn voor uw machine. Het is uiterst belangrijk dat de aandrijflijn vrij in en uit kan schuiven en de grond niet raakt in het werkbereik. Als de aandrijflijn de grond raakt, zullen de lagers van zowel de machine als de aftakas van de tractor worden overbelast en op korte termijn stukgaan. 1. Volg deze procedure om de juiste lengte van de aandrijflijn te bepalen: a. Zorg ervoor dat omstaanders uit de buurt zijn, vooral kleine kinderen. b. Maak de hakselaar/versnipperaar vast aan de tractor (zie deel 4.7), maar maak de aandrijflijn nog niet vast. c. Til de machine op tot de invoeras op gelijke hoogte is met de aftakas van de tractor. d. Meet de afstand tussen de koppelgroeven op de aftakas van de tractor en de invoeras van de machine. e. Meet dezelfde lengte af op de ingedrukte aandrijflijn. f. Als de lengte van de ingedrukte aandrijflijn de lengte van de machine overschrijdt, moet de aandrijflijn worden afgezaagd.
Fig. 4 LENGTE VAN DE AANDRIJFLIJN
Fig. 5 AF TE ZAGEN STUK 2. Volg deze procedure om de aandrijflijn af te zagen: a. Trek de lengte van de machine "A" af van de niet-afgezaagde lengte van de aandrijflijn "B", zie fig. 5. Deze lengte bepaalt hoeveel van de as moet worden afgezaagd. b. Om te vermijden dat de as de grond raakt, moet u 25 mm bijtellen bij de af te zagen lengte. Zo bepaalt u de uiteindelijke af te zagen lengte (C). c. Gebruik een ijzerzaag om lengte (C) aan het uiteinde af te zagen. Zaag zowel de plastic buizen als de metalen kernen af. d. Gebruik een vijl om de bramen te verwijderen van de afgezaagde randen. e. Monteer de 2 uiteinden van de as. f. Zorg ervoor dat de as vrij in en uit kan schuiven. Zoniet moet u de 2 delen losmaken en controleren op bramen of spaanders op de asuiteinden. Zorg ervoor dat de as vrij in en uit kan schuiven alvorens hem te monteren.
Fig. 6 INKORTEN
4.7 DRIEPUNTS KOPPELING Volg deze procedure om de hakselaar/ versnipperaar vast te maken aan een tractor: 1. Zorg ervoor dat omstaanders uit de buurt zijn, vooral kleine kinderen. 2. Zorg voor genoeg vrije ruimte om veilig achteruit te kunnen rijden, tot tegen de hakselaar/versnipperaar. 3. Zet de tractorarmen in de breedst mogelijke stand. 4. Rij traag achteruit en breng de onderste koppelarmen op een lijn met de pennen op de machine.
4.7.1. MONTAGE 1. Breng de onderste linkerarm op een lijn met de pen van de hakselaar.
BELANGRIJK Het kan nodig zijn om gewichten aan de onderste koppelarmen vast te maken om de gewenste hoogte te bekomen. 2. Steek de linkerpen door de kogel en plaats de borgpen. 3. Breng de rechterarm op een lijn met de pen door aan de stelschroef op de arm te draaien. 4. Steek de rechterpen door de kogel en plaats de borgpen. Zet de stelschroef weer in de beginstand. 5. Verwijder de bovenste pen en maak de bovenste koppelarm vast. Gebruik de spanmoer om de bovenste koppelarm uit te lijnen. Steek de pennen erin en plaats de borgpennen. Zet de spanmoer weer in de oorspronkelijke stand en vergrendel de moer. 6. Bereid de koppeling van de aandrijflijn voor de aftakas voor: trek de tractorrem aan en zet de motor uit. 7. Breng de glijspieën op een lijn, schuif het juk van de aftakas op de glijspie. 8. Druk de borgpen in en schuif het juk volledig op de glijspie, laat de borgpen los en zorg ervoor dat de borgpen op zijn plaats klikt. 9. Controleer of de aftakas goed is vastgemaakt aan de as.
N.B. Zorg ervoor dat de aandrijflijn op de gewenste lengte werd gezaagd alvorens de hakselaar / versnipperaar te gebruiken.
Fig. 7 MONTAGE
4.7.2 SNELKOPPELING 1. Positioneer de klauwen van de snelkoppeling iets onder de montagepennen van de hakselaar/ versnipperaar. 2. Rij achteruit tot de pennen boven de klauwen zitten. 3. Gebruik de spanmoer op de bovenste arm om de positie van de bovenste klauw aan te passen. 4. Hef de driepunts koppeling op tot de pennen in de klauwen zitten. 5. Zorg ervoor dat de borgpennen los worden gelaten om de pennen in de klauwen te houden. 6. Bereid de koppeling van de aandrijflijn voor de aftakas voor: trek de tractorrem aan en zet de motor uit. 7. Breng de glijspieën op een lijn, schuif het juk van de aftakas op de glijspie. 8. Druk de borgpen in en schuif het juk volledig op de glijspie, laat de borgpen los en zorg ervoor dat de borgpen op zijn plaats klikt. 9. Controleer of de aftakas goed is vastgemaakt aan de as.
BELANGRIJK Het kan nodig zijn om gewichten aan de onderste koppelarmen vast te maken om de gewenste hoogte te bekomen.
N.B. Zorg ervoor dat de aandrijflijn op de gewenste lengte werd gezaagd alvorens de hakselaar / versnipperaar te gebruiken.
4.7.3 DE MACHINE WATERPAS ZETTEN 1. Hef de machine traag op in het werkbereik om ervoor te zorgen dat het in- en uitschuivende gedeelte van de aftakas de bodem niet raakt. 2. Zet de machine waterpas, zowel vooraan als achteraan, en van links naar rechts, door middel van de stelschroef op de rechterarm en de spanmoer op de bovenste koppelarm. 3. De hakselaar/versnipperaar moet altijd waterpas staan in de bedrijfsstand. 4. Voer de bovenvermelde stappen in omgekeerde volgorde uit om de machine los te koppelen van de tractor. Parkeer de machine altijd op een droge, effen plek. Als vandalisme een probleem is, verwijder dan de aandrijflijn van de aftakas en bewaar die op een veilige plek. Fig. 8 WATERPAS ZETTEN
4.8 GEBRUIK OP HET TERREIN
BEDRIJFSVEILIGHEID • Sluit en maak de rotorkap vast alvorens de machine te gebruiken. • Sluit en maak alle afdekkappen, deflectoren en beschermkappen vast alvorens de machine te starten en te gebruiken. • Lees en begrijp de handleiding alvorens de machine te starten. Neem elk jaar de veiligheidsvoorschriften door. • Persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en handschoenen, zijn aangeraden bij het assembleren, plaatsen, gebruiken, aanpassen, onderhouden, herstellen, verwijderen, schoonmaken of verplaatsen van de machine. Vermijd lang haar, loszittende kledij of juwelen in de buurt van de machine. • Hou lichaamsdelen uit de buurt van bewegende onderdelen tijdens het assembleren plaatsen, gebruiken, onderhouden, herstellen, verplaatsen of bij het verwijderen van blokkeringen. • Schakel de machine uit, stop en leg de motor stil, trek de sleutel uit het contact en stop hem in uw zak, zet de parkeerrem op en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren of blokkeringen te verwijderen. • Laat de machine niet draaien in een gesloten gebouw om verstikking door uitlaatgassen te vermijden. • Gebruik nooit alcoholische dranken of geneesmiddelen die nadelig zijn voor de alertheid of coördinatie wanneer u de machine gebruikt. Raadpleeg uw arts indien u geneesmiddelen op voorschrift inneemt..
• Wees voorzichtig wanneer u materiaal in de hakselaar/versnipperaar stopt. Steek geen metaal, flessen, blikjes, stenen, glas of ander vreemd materiaal in de hakselaar/versnipperaar. Als vreemd materiaal in de hakselaar/ versnipperaar terechtkomt, moet u de machine stoppen, de motor stilleggen, de contactsleutel in uw zak stoppen en wachten tot alle bewegende onderdelen stil staan, alvorens materiaal en/of blokkeringen te verwijderen. Controleer de machine op beschadigde of loszittende onderdelen alvorens het werk te hervatten. • Laat niemand meerijden op de machine. Er is geen enkele veilige plek voor passagiers. • Laat kinderen of onbevoegden nooit met of rond deze machine werken. • Reik nooit in de versnipperaar of de openingen van de invoertrechter terwijl de motor draait. Zorg ervoor dat de scharnierende klep van de versnipperaar en de rubberen flappen in de trechter van de hakselaar in goede staat zijn en werken zoals het hoort. • Hou de werkplek proper en vrij van afval om struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen grond. • Richt de uitvoertrechter niet op mensen, dieren of gebouwen. De rotor kan houtsnippers zo snel uitwerpen dat letsels mogelijk zijn. • Verplaats of vervoer de hakselaar/ versnipperaar niet terwijl de rotor draait. • Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens transport.
De operator moet vertrouwd zijn met alle bedrijfs- en veiligheidsprocedures en deze naleven. Hoewel de driepunts hakselaar/versnipperaar gemakkelijk te gebruiken is, moet elke gebruiker dit hoofdstuk lezen om zich vertrouwd te maken met de gedetailleerde veiligheids- en gebruiksprocedures. Om de machine voor te bereiden moet de volgende procedure worden gevolgd:
• Zie de werking en functie van de bedieningselementen (hoofdstuk 4.5). • Inspecteer de werkplek, kies een vrije, effen werkplek. Start de hakselaar/versnipperaar niet tot hij op zijn plaats staat. • Stel de machine op (hoofdstuk 4.7). • Iedereen moet de gepaste Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) dragen telkens met de hakselaar of in de omgeving van de hakselaar wordt gewerkt. Deze beschermingsmiddelen zijn bedoeld om letsels te voorkomen bij personeel dat in de omgeving werkt. Deze lijst omvat, maar is niet beperkt tot: • Veiligheidsschoenen met antislipzool. • Veiligheidsbril of gelaatsmasker. • Gehoorbescherming. • Zware of lederen handschoenen
4.8.1. VOORBEREIDING • Verwijder omstaanders, vooral kleine kinderen. • Elke gebruiker moet worden opgeleid in en zich vertrouwd maken met de opstelling en het gebruik van de hakselaar en zijn onderdelen. • Zie de machineonderdelen (hoofdstuk 4.2). • Zie en gebruik de checklist vóór het gebruik (hoofdstuk 4.4).
4.8.2. STARTPROCEDURE
4.8.3 STOPPEN
a. De hakselaar/versnipperaar moet opgesteld en startklaar zijn. (zie 4.7)
a. Stop geen materiaal meer in de trechter. b. Verlaag het toerental.
b. Trek de parkeerrem op de tractor aan. c. Zet de uitvoertrechter in de gewenste stand.
c. Schakel de aftakas uit. c. Stop de motor met de contactschakelaar.
d. Start de motor van de tractor. e. Zet de gashendel in het laagste stationaire toerental.
4.8.4 NOODSTOP Als zich een ongeval voordoet:
f. Schakel de bediening van de aftakas traag in terwijl de motor in het laagste stationaire toerental draait.
zet de motor uit, schakel de aftakas uit.
g. Verhoog traag het toerental tot de aftakas aan de bedrijfssnelheid draait.
Remedieer het noodgeval alvorens de motor opnieuw te starten en het werk te hervatten.
h. Zorg ervoor dat de rotor op snelheid is alvorens materiaal in de trechter te stoppen. .
Fig. 9 STARTEN/STOPPEN
4.8.5 HAKSELEN De BXM hakselaar/versnipperaar is een stevige, robuuste machine met een eenvoudig ontwerp om consequent hout te hakselen en te versnipperen. Zie de tabel voor de capaciteit: Model
Hakselaar
BXM32 76 mm BXM42 102 mm
Versnipperaar
26 mm 51 mm
Draag altijd persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) wanneer u met de machine werkt. Dit omvat, maar is niet beperkt tot veiligheidsschoenen met antislipzool, een veiligheidsbril of gelaatsmasker, zware handschoenen, gehoorbescherming en veiligheidskleding. Steek geen metaal, flessen, blikjes, stenen, glas of ander vreemd materiaal in de hakselaar. Als vreemd materiaal in de hakselaar terechtkomt, moet u de machine onmiddellijk stoppen voor een grondige controle. Schakel de aftakas uit. Leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stil staan, alvorens materiaal en/of blokkeringen te verwijderen. Controleer de machine op beschadigde of loszittende onderdelen alvorens het werk te hervatten.
Wees voorzichtig wanneer u materiaal in de invoertrechter stopt. Reik niet voorbij het gordijn in de trechter. a. Alvorens materieel in de machine te stoppen moet de tractorrem aan staan en de rotor op snelheid zijn. b. Stop houtmateriaal traag in de invoertrechter en tot in de rotor. c. Forceer het materiaal niet in de rotor; wanneer materiaal in contact komt met de rotor, zal die het materiaal naar binnen voeren. Gebruik een continue lichte druk om het materiaal in de machine te voeren. d. Let op hoeveel materiaal u in de machine voert, vertraag of stop als de motor begint te vertragen. e. Reik niet voorbij het gordijn in de invoertrechter om contact met de rotormessen te vermijden. f. Gebruik een stok of tak om materiaal in de rotor te duwen dat niet uit zichzelf beweegt. Als het materiaal ook dan nog vastzit, moet u de motor stilleggen en wachten tot de rotor stopt; verwijder dan het materiaal. Loop niet het risico dat uw hand in de rotor komt vast te zitten. g. Zorg ervoor dat de houtsnippers niet over de hele werkplek worden verspreid.
Fig. 10 GEBRUIK
4.8.6 VERSNIPPEREN Draag altijd persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) wanneer u met de machine werkt. Dit omvat, maar is niet beperkt tot veiligheids-schoenen met antislipzool, een veiligheidsbril of gelaatsmasker, zware handschoenen, gehoorbescherming en veiligheidskleding. Steek geen metaal, flessen, blikjes, stenen, glas of ander vreemd materiaal in de hakselaar. Als vreemd materiaal in de hakselaar terechtkomt, moet u de machine onmiddellijk stoppen voor een grondige controle. Leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stil staan, alvorens materiaal en/of blokkeringen te verwijderen. Controleer de machine op beschadigde of loszittende onderdelen alvorens het werk te hervatten. Als de rotor op snelheid is: • Plaats bladeren/takken in de invoertrechter van de versnipperaar tot de trechter vol is. • Gebruik de toevoerhendel aan de zijkant van de hopper om de toevoerklep te openen. Door de opening aan te passen kunt u regelen hoeveel en hoe snel materiaal in de versnipperaar wordt gevoerd. • Plaats kleine stukken houtmateriaal in de trechter en open de klep manueel. Laat de klep los als het materiaal in de trechter zit. • Plaats groot, volumineus materiaal in de trechter. De rotor van de versnipperaar zal het meestal naar binnen trekken. • Als de versnipperaar begint te vertragen, moet u stoppen en de versnipperaar weer aan snelheid laten winnen. Hervat daarna de toevoer. • Reik niet voorbij de klep in de invoertrechter van de versnipperaar om contact met de rotormessen te vermijden. • Gebruik een stok of tak om materiaal in de messen te duwen dat niet uit zichtzelf beweegt en dat in de behuizing van de versnipperaar stopt. • Laat de hendel los, de klep zal sluiten. Zorg ervoor dat de klep gesloten is tussen het invoeren; zo zorgt u ervoor dat rondvliegend materiaal in de versnipperaar blijft. Laat de klep niet openstaan.
Reik nooit voorbij de klep in de invoertrechter van de versnipperaar om contact met de rotormessen te vermijden. Dit kan ernstige letsels tot gevolg hebben. Om vastzittend materiaal op veilige wijze te verwijderen, zet eerst de motor uit.
Fig. 11 GEBRUIK VAN DE VERSNIPPERAAR
4.8.7 BLOKKERINGEN VERWIJDEREN 4.8.8 ERNSTIGE BLOKKERING Hoewel de machine ontworpen is om diverse materialen te verwerken zonder enig probleem, kunnen zich soms blokkeringen voordoen. Als dat gebeurt, moet u de volgende procedure volgen: a. Zorg ervoor dat omstaanders uit de buurt zijn, vooral kleine kinderen. b. Schakel de aftakas uit, zet de tractor uit, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens de blokkering te verwijderen. c. Trek het materiaal uit de invoertrechter. Zorg ervoor dat al het materiaal verwijderd is en dat niets tussen de invoeropening en de rotor geklemd zit. d. Trek het materiaal uit de uitvoertrechter. Gebruik een stok om materiaal los te maken dat in de uitvoertrechter vastzit. Laat niets in deze trechter achter. e. Controleer of iedereen uit de buurt is van de machine alvorens de motor opnieuw te starten. f. Start de motor, schakel de aftakas in en hervat het werk.
a. Zorg ervoor dat omstaanders uit de buurt zijn, vooral kleine kinderen. b. Schakel de aftakas uit, zet de tractor uit, stop de motor, stop de contactsleutel in uw zak of trek de bougiekabel uit en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens de blokkering te verwijderen. c. Maak de ankermoeren van het bovenste rotorhuis los en open het rotorhuis omhoog. d. Verwijder materiaal dat in de rotor van de hakselaar en het compartiment van de versnipperaar vastzit. e. Maak de rotorpeddels in de uitvoertrechter/ rotor schoon. f. Draai met de hand aan de rotor om te controleren dat niets tussen de rotor en de stationaire messen gekneld zit. g. Sluit en maak het bovenste rotorhuis vast. Draai de bevestigingsmiddelen vast met het opgegeven draaimoment. i. Controleer of iedereen uit de buurt is van de machine alvorens de motor opnieuw te starten. j. Start de motor, schakel de aftakas in en hervat het werk.
WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld zonder afdekkap of rotorkap. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap.
Fig. 12 ERNSTIGE BLOKKERING
4.8.9 BREEKPEN De aandrijflijn van de aftakas is uitgerust met een breekpen op het invoerjuk om te voorkomen dat het aandrijvingssysteem overbelast wordt. Verwijder de kapotte onderdelen uit het juk als de pen afbreekt en vervang ze door originele Wallenstein onderdelen. Het aandrijvingssysteem is ontworpen om goed te functioneren zonder dat de breekpen afbreekt. Als de pen toch afbreekt, is dat doorgaans omdat materiaal te snel in de machine wordt gestopt of omdat iets hards in de rotor of tussen de messen gekneld zit. Verwijder de blokkering, bepaal de oorzaak van het probleem en remedieer het probleem alvorens het werk te hervatten.
Fig. 13 BREEKPEN
4.8.10 VEILIGHEIDSGORDIJNEN De invoertrechter is voorzien van een rubberen/riemengordijn binnenin om te voorkomen dat houtsnippers en afval uit de trechter vliegen tijdens het werk. Controleer de staat van het gordijn telkens voor u de machine start. Vervang het gordijn als het gescheurd is, beschadigd is of ontbreekt om het risico dat materiaal uit de invoertrechter vliegt tot een minimum te beperken.
4.8.11 GEBRUIKSTIPS a. Hou de werkplek proper en vrij van afval om uitglijden of struikelen te voorkomen. Werk enkel op een effen ondergrond. b. Plaats geen handen of lichaamsdelen in de invoertrechter tijdens het werk. Gebruik een stok of tak om materiaal in de rotor te duwen als het niet voorbij het gordijn in de invoertrechter geraakt.
Fig. 14 GORDIJN
c. Richt de uitvoertrechter niet op mensen, dieren of gebouwen. De rotor kan houtsnippers zo snel uitwerpen dat letsels mogelijk zijn. d. Wees voorzichtig wanneer u materiaal in de hakselaar stopt. Steek geen metaal, flessen, blikjes, stenen, glas of ander vreemd materiaal in de hakselaar. Als vreemd materiaal in de hakselaar terechtkomt, moet u de machine stoppen, de motor stilleggen, de contactsleutel in uw zak stoppen en wachten tot alle bewegende onderdelen stil staan, alvorens materiaal en/of blokkeringen te verwijderen. Controleer de machine op beschadigde of loszittende onderdelen alvorens het werk te hervatten.
Fig. 15 PROPER & KLAAR
5 TRANSPORT
TRANSPORTVEILIGHEID • Leef alle nationale en lokale wetten in verband met de veiligheid en het transport van machines op openbare wegen na.
• Zorg ervoor dat de machine goed is vastgemaakt aan de tractor en dat de borgpennen op hun plaats zitten.
• Controleer of alle lichten, reflectoren en andere verlichtingsvoorzieningen gemonteerd en in goed werkende staat zijn.
• Drink niet als u moeten rijden.
• Overschrijd een veilige rijsnelheid niet. Vertraag op ruw terrein en in bochten. • Zet de invoertrechter omhoog en maak hem vast alvorens de machine te verplaatsen of vervoeren.
Als u de machine wil vervoeren, moet u deze instructies lezen en in acht nemen: 1. Verwijder omstaanders uit de buurt, vooral kleine kinderen. 2. Controleer of alle nodige lichten en reflectoren die door de verkeersinstanties worden vereist, op hun plaats zitten, of ze proper zijn en werken. 3. Zorg ervoor dat de machine goed is vastgemaakt aan de tractor, met een mechanische borgpen door de montagepennen.
• Wees een veilige en hoffelijke chauffeur. Geef altijd voorrang aan tegenliggers in alle omstandigheden, zoals smalle bruggen, kruispunten, enz. Let op het verkeer als u bij kruispunten werkt of de weg oversteekt. • Laat niemand meerijden op de machine.
4. Laat niemand meerijden op de machine. 5. Overschrijd nooit een veilige rijsnelheid. Vertraag bij ruwe verkeersomstandigheden en in bochten. 6. Drink niet als u moet rijden. 7. Draai de uitvoertrechter in de richting van de rotor om de machine smaller te maken. 8. Zorg ervoor dat het bovenste rotorhuis goed is vastgeschroefd.
Fig. 20 TRANSPORTCONFIGURATIE
6. OPSLAG OPSLAGVEILIGHEID • Bewaar de machine uit de buurt van menselijke activiteiten. • Laat geen kinderen spelen op of rond de opgeslagen machine. • Bewaar de machine op een droge, effen plaats. Ondersteun het frame met planken, indien nodig.
6.1 DE MACHINE OPSLAAN Als het seizoen voorbij is of als de machine een tijdlang niet zal worden gebruikt, moet u alle belangrijke systemen van de driepunts hakselaar/versnipperaar volledig inspecteren. Vervang of herstel versleten of beschadigde onderdelen om onnodige stilstand bij het begin van volgend seizoen te vermijden.
4. Laat de machine enkele minuten draaien om vocht binnenin de machine te laten opdrogen. 5. Zet de invoertrechter omhoog en vergrendel hem. 6. Draai de uitvoertrechter in de richting van de rotor om de machine smaller te maken. 7. Werk alle lakschade en krassen bij om roest te voorkomen. 8. De machine wordt best binnen opgeslagen. Als dat niet mogelijk is, dek ze dan af met een waterdicht zeil en maak het zeil stevig vast. 9. Bewaar de machine op een plaats waar geen menselijke activiteit is.
Volg deze procedure alvorens de machine op te slaan:
10. Laat geen kinderen rond de opgeslagen machine spelen.
1. Verwijder al het materiaal uit de machine.
6.2 DE MACHINE UIT DE OPSLAG HALEN
2. Was de machine grondig met een hogedrukreiniger of tuinslang om al het vuil, modder of afval te verwijderen. 3. Controleer alle draaiende onderdelen op vastzittend materiaal. Verwijder vastzittend materiaal.
Fig. 21 OPGESLAGEN
Volg deze procedure als u de machine uit opslag haalt: 1. Verwijder het zeil, als de machine werd afgedekt. 2. Lees en volg de checklist vóór het gebruik.
7 SERVICE EN ONDERHOUD ONDERHOUDSVEILIGHEID • Goed onderhoud is uw verantwoordelijkheid. Slecht onderhoud is om problemen vragen. • Pas goede werkplaatspraktijken toe. - Hou de onderhoudszone proper en droog. - Zorg ervoor dat stopcontacten en elektrisch gereedschap goed geaard zijn. - Gebruik de gepaste verlichting voor het werk in kwestie. • Zorg voor voldoende ventilatie. Laat de motor van het sleepvoertuig nooit draaien in een gesloten gebouw. De uitlaatgassen kunnen tot verstikking leiden. • Alvorens aan de machine te werken moet u de motor stilleggen, de parkeerrem opzetten en de brandstofklep sluiten.
7.1 SERVICE 7.1.1 VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN 1. Vet: Gebruik een SAE multifunctioneel vet voor hoge temperaturen dat goed presteert onder extreme druk. Een SAE multifunctioneel vet op basis van lithium is ook aanvaardbaar. 2. Smeermiddelen opslaan: Uw machine kan enkel met een maximaal rendement werken als propere smeermiddelen worden gebruikt. Gebruik propere recipiënten voor alle smeermiddelen. Bewaar ze op een plaats die vrij is van stof, vocht en andere verontreinigende stoffen.
7.1.2 SMERING • Werk nooit onder apparatuur tenzij die goed geïmmobiliseerd is. • Gebruik altijd persoonlijke beschermingsmiddelen zoals oog-, hand- en oorbeschermers, wanneer u service of onderhoud uitvoert. Gebruik zware of lederen handschoenen om de messen vast te nemen. • Als vervangonderdelen nodig zijn voor periodiek onderhoud en service, moeten originele fabrieksonderdelen worden gebruikt om de machine weer volgens de originele specificaties te doen werken. De fabrikant zal niet verantwoordelijk zijn voor letsels of schade als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen en/of accessoires. • Een brandblusser en EHBO-kit moeten voorhanden zijn wanneer onderhoud aan de machine wordt uitgevoerd. • Draai periodiek alle bouten, moeren en schroeven vast en controleer of alle elektrische en brandstofverbindingen goed vastzitten, om ervoor te zorgen dat de machine veilig is. • Bij onderhoud of service moet u ervoor zorgen dat alle veiligheidsschermen en -voorzieningen op hun plaats zitten alvorens de machine in gebruik te nemen.
Gebruik de daartoe voorziene onderhoudschecklist om alle gepland onderhoud bij te houden. 1. Gebruik een smeerpistool voor alle smeerwerken. 2. Veeg smeernippels met een propere doek af alvorens te smeren, om vuil erin te vermijden. 3. Vervang en herstel kapotte smeernippels onmiddellijk. 4. Als smeernippels verstopt zijn, demonteer ze dan en maak ze grondig schoon. Maak ook de smeerkanalen schoon. Vervang smeernippels indien nodig.
WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld zonder afdekkap of rotorkap. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap.
7.1.3 ONDERHOUDSILLUSTRATIE Zie het onderhoudsschema Deze illustratie toont de algemene plaats van de onderhoudspunten voor alle modellen uit deze handleiding. Controleer regelmatig alle moeren, bouten en schroeven; zorg ervoor dat ze allemaal goed vastzitten. 0
7.1.4 ONDERHOUDSSCHEMA Zie het hoofdstuk Smering en Onderhoud voor informatie over het onderhoud. Kopieer deze pagina om de onderhoudsbeurten te noteren.
Smeren
Bijregelen
Riemaandrijving
Schoonmaken
Machine schoonmaken
Smeren
Rotorlagers
Riemaandrijvi ng/poelie uitlijnen
100 uur of jaarlijks
Slijpen
Aandrijflijn van de aftakas
Bevestigingsmiddelen goed vastmaken
50 uur of jaarlijks Schoonmaken
Tegenmes, messen van versnipperaar
Controleren
Scharnieren controleren & smeren
Controleren
Takkenbreker, kapblok, messen
8 uur of dagelijks Controleren
7.2 ONDERHOUD Een zorgvuldig service- en onderhouds-programma voor uw machine garandeert een jarenlange, probleemvrije werking.
7.2.1 AANDRIJFRIEM VERVANGEN EN AANSPANNEN 1. Schakel de aftakas uit, leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan. 2. Verwijder de 4 bouten waarmee de riembeschermer is vastgemaakt en verwijder de beschermkap. 3. Verwijder de aftakas. 4. Draai de moeren van de oogvijzen van de riemspanner los (2x BXM42, 1x BXM32) maar verwijder ze niet. 5. Draai in tegenwijzerzin aan de spanbout, tot de riem los genoeg is om hem te verwijderen, verwijder dan de riem. 6. Vervang hem door een nieuwe riem. Fig.18 RIEMAANDRIJVING VAN DE BXM32 7. Draai in wijzerzin aan de spanbout om de riem aan te spannen. Draai ze elke kant evenveel vast. 8. Controleer de spanning door met uw vinger op de riem te drukken en de doorbuiging te meten. De aandrijfriem mag niet meer dan 3 mm à 5 mm doorbuigen. 9. Als de spanning juist is, moet u de poelie-uitlijning controleren en vervolgens alle 4 de bouten van de motorophanging vastdraaien, zet de riembeschermer en bouten weer op hun plaats. 10. Controleer de spanning opnieuw na 10 uur gebruik.
Fig.19 OPENGEWERKT ZICHT OP DE RIEMAANDRIJVING VAN DE BXM42
7.2.2 AANDRIJFLIJN ONDERHOUDEN De aandrijflijn voor de aftakas is zo ontworpen dat ze in- en uit kan schuiven; de lengte kan dus veranderen naargelang van het werkbereik van de machine. De onderdelen worden beschermd door een buis, die meedraait met de werkende onderdelen. De aandrijflijn moet gemakkelijk in en uit kunnen schuiven en de buis moet gemakkelijk rond de as kunnen draaien. Een jaarlijkse demontage, reiniging en smering is aangeraden om ervoor te zorgen dat alle onderdelen werken zoals het hoort. Volg de onderstaande procedure om de aandrijflijn te onderhouden: 1. Schakel de aftakas uit, leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan. 2. Verwijder de aandrijflijn uit de machine. 3. Haal de aandrijflijn uit elkaar. 4. Gebruik een schroevendraaier voor de schroeven aan elke kant. Er zijn 2 schroeven per bescherming. 5. Trek de as uit de plastic buis. 6. Maak de mannelijke en vrouwelijke delen van de telescopische uiteinden schoon met een oplosmiddel. 7. Smeer een beetje vet op beide uiteinden. 8. Gebruik een oplosmiddel om de groeven te reinigen aan elk uiteinde waar de schroeven zitten. Reinig ook elk uiteinde. 9. Smeer een beetje vet op elke groef. 10. Steek de as weer in zijn bescherming en breng de schroeven op een lijn met de gaten. 11. Steek de schroeven in de gaten tot in de groef. 12. Draai elke schroef vast om de bescherming aan de as vast te maken. 13. Controleer of elke bescherming vrij rond de as draait. 14. Monteer de aandrijflijn. 15. Controleer of de aandrijflijn gemakkelijk in en uit schuift. 16. Vervang onderdelen die versleten of beschadigd zijn. 17. Monteer de aandrijflijn op de machine.
Fig. 20 ONDERDELEN VAN DE AANDRIJFLIJN
7.2.3 SCHIJF UITLIJNEN Hoewel model BXM32 wordt getoond, zijn de procedures van toepassing op alle modellen uit deze handleiding. Een reeks V-riemen brengt het rotatievermogen over op de rotor. Ze moeten altijd de juiste spanning hebben en de schijven moeten goed uitgelijnd zijn met het oog op de verwachte prestaties en levensduur. Voor een maximale precisie moeten de schijven worden uitgelijnd met een laseruitlijningsinstrument. Contacteer uw dealer voor meer informatie over laseruitlijning. De uitlijning kan worden uitgevoerd met een rei; volg deze stappen om de uitlijning te controleren: 1. Schakel de aftakas uit, leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan. 2. Zorg ervoor dat omstaanders uit de buurt zijn, vooral kleine kinderen. 3. Verwijder de 4 bouten waarmee de riembeschermer is vastgemaakt en verwijder de beschermer. 4. Zorg voor een rei van minstens 76 cm lang. 5. Plaats de rei tegen de schijf van de aftakas en het andere uiteinde tegen de achterzijde van de rotorschijf. 6. Controleer of er een opening is tussen de rei en de koppeling of de schijf, meet de opening (A). 7. Als de opening groter dan 0,8 mm is, moet de machine worden uitgelijnd.
8. De machine uitlijnen: a. Draai de stelschroef op de bus van de rotorschijf los. b. Verwijder de 3 zeskantbouten van de bus en draai ze in de schroefgaten op de bus. c. Draai de zeskantbouten geleidelijk vast met een kwartdraai tot de bus loskomt van de schijfnaaf. d. Zet de schijf in de gewenste stand om de riem uit te lijnen. e. Als de opening 8 mm of minder bedraagt, is geen aanpassing nodig. f. Zet de boorgaten op één lijn met de schroefgaten van de schijf, zet alles weer op zijn plaats en draai de 3 zeskantbouten vast. g. Draai de stelschroef vast en controleer opnieuw de uitlijning. h. Draai voorzichtig, gelijkmatig en geleidelijk (met een kwartdraai) de zeskantbouten aan tot ze goed op hun plaats zitten. i. Controleer opnieuw de riemspanning en monteer de riembeschermers.
N.B.: De schijf kan bewegen wanneer de bus wordt vastgedraaid, laat dus enige ruimte voor beweging.
7.2.3 KAST VAN DE HAKSELAAR/VERSNIPPERAAR In de kast van de hakselaar/versnipperaar zitten de snij-/hakmessen. Die moeten scherp zijn opdat de machine zoals verwacht zou kunnen werken. Een periodieke controle is aangeraden. Hou de messen scherp om het stroomverbruik tijdens het gebruik van de machine te beperken. Let op de scherpte van de messen wanneer u materiaal met veel zand, grond of vuil erin verwerkt. Verwissel of slijp de messen als de snijkant bot wordt. De takkenbreker en het kapblok moeten worden gecontroleerd op groeven of schade. 7.3.1. ROTORMESSEN De rotor is uitgerust met 2 messen die op een gelijke afstand van elkaar geplaatst zijn om de rotor in balans te houden. Als één mes wordt vervangen, moet ook het tegenoverliggende mes worden vervangen. Het is aangeraden de rotormessen te demonteren om ze te slijpen. Slijp de messen altijd onder een hoek van 45°; dat garandeert de beste snedes ten opzichte van het stationaire mes. Zorg ervoor dat de montagebouten van de messen worden vastgedraaid met het opgegeven draaimoment wanneer de messen opnieuw op de rotor worden gemonteerd. 1. Schakel de aftakas uit, leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan. 2. Verwijder de bout waarmee het bovenste rotorhuis is vastgemaakt en open voorzichtig het rotorhuis. 3. Draai manueel aan de rotorschijf van de hakselaar, zodat het mes volledig bloot komt te liggen. 4. Verwijder de bouten waarmee het rotormes is vastgemaakt aan de rotor, verwijder het mes. 5. Roteer het mes en zet het terug op zijn plaats of vervang het door een nieuw of geslepen mes. 6. Zorg ervoor dat het mes goed georiënteerd is, met de snijkant naar buiten toe. Het mes is zo ontworpen dat het op slechts één manier in de rotor past. Zie de afbeelding voor de juiste montage. 7. Draai de bouten aan zoals vermeld in het overzicht van de draaimomenten. 8. Herhaal deze stappen voor het tweede mes. Fig. 22 ROTORMES
WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld zonder afdekkap. Gebruik de machine niet zonder afdekkap.
7.3.2. TEGENMESSEN De BXM-modellen zijn uitgerust met een tegenmes (stationair mes) dat als schaar fungeert voor de draaiende rotormessen. Het tegenmes heeft 4 bruikbare hoeken. Als de hoek aan de kant van het rotormes te rond is geworden, moet u het mes demonteren en terug op zijn plaats zetten met een andere hoek aan de kant van het rotormes. Met het oog op de beste prestaties is een speling van 0,76 – 1,52 mm tussen de rotor en de stationaire messen aangeraden. 1. Schakel de aftakas uit, leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan. 2. Verwijder de 2 bouten waarmee het tegenmes is vastgemaakt aan de mesplaat, verwijder het mes. 3. Roteer het mes en zet het terug op zijn plaats of vervang het door een nieuw of geslepen mes. 4. Draai de bouten met de hand vast en zorg voor een speling van 0,76 – 1,52 mm tussen het tegenmes en de rotormessen. Voor een snelle en gemakkelijke instelling kunt u onze spelingsmeter voor de hakselaar gebruiken, die te verkrijgen is bij uw dealer (zie accessoires). 5. Draai de bouten aan zoals vermeld in het overzicht van de draaimomenten
Fig. 23 TEGENMES
WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld zonder afdekkap. Gebruik de machine niet zonder afdekkap.
7.3.3 TAKKENBREKER De takkenbreker (BXM42) is een breker die aan de kant van het onderste rotorhuis zit. Het uitvoerkanaal loopt langs de takkenbreker en helpt het materiaal in kleinere stukken te breken en te mulchen. Controleer de takkenbreker op schade zoals groeven, verbogen of ontbrekende tanden. Een beschadigde takkenbreker moet worden vervangen. Als een tand sporen van slijtage vertoont, moet de takkenbreker worden verwijderd en vervangen.
1. Schakel de aftakas uit, leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan. 2. Verwijder de 2 bouten en moeren waarmee de takkenbreker is vastgemaakt aan de behuizing, verwijder de takkenbreker. 3. Volg deze stappen in omgekeerde volgorde om een nieuwe takkenbreker te plaatsen
Fig. 24 TAKKENBREKER
WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld zonder afdekkap of rotorkap. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap.
7.3.4 MESSEN VAN DE VERSNIPPERAAR De rotor van de versnipperaar is uitgerust met 3 groepen draaimessen (30 messen op de BXM42, 27 messen op de BXM32). Elk mes heeft een afgeschuinde kant die het materiaal snijdt, fijnhakt en mulcht terwijl het door het rotorcompartiment gaat. Ook zorgt het kapblok ervoor dat het materiaal in kleinere stukken wordt gesneden en gemulcht. De opening bovenaan de rotor houdt het materiaal in het rotorhuis, tot het klein genoeg is om door de opening naar de rotorpeddels te worden gevoerd en te worden uitgeworpen langs de uitvoertrechter. Volg de onderstaande procedure om de messen te verwijderen: 1. Schakel de aftakas uit, leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan. Verwijder de bout waarmee het bovenste rotorhuis vastzit en open voorzichtig het rotorhuis. 2. Draai manueel aan de rotorschijf van de hakselaar, zodat een groep messen zichtbaar wordt. 3. Draai de bout los waarmee de messen en afstandhouders vastzitten aan de schijf van de versnipperaar. 4. Verwijder traag de bout terwijl u de messen en afstandhouders opvangt die loskomen. Fig. 25 MESSEN VAN DE VERSNIPPERAAR 5. Keer het mes om en zet het terug op zijn plaats, of vervang het door een nieuw of geslepen mes. 6. Zorg ervoor dat de messen en afstandhouders in de juiste volgorde worden geplaatst; een verkeerde plaatsing zal de prestaties van de versnipperaar schaden. Zie de tekening voor meer informatie. 7. Draai de bouten vast met het draaimoment uit de tabel, zorg ervoor dat de messen vrij kunnen draaien. 8. Herhaal deze stappen voor de tweede en derde groepen van messen
Volgorde van de messen/afstandhouders voor de BXM42
Volgorde van de messen/afstandhouders voor de BXM32
Fig. 26 VOLGORDE VAN DE MESSEN VAN DE VERSNIPPERAAR
7.3.5 Kapblok Het kapblok bestaat uit brekers die onderaan het bovenste rotorhuis zijn vastgebout. De messen van de versnipperaar passeren door het kapblok en hakken het materiaal in kleinere stukken tot het gemulcht is. Controleer het kapblok op schade, zoals groeven, verbogen of ontbrekende tanden. Een beschadigd kapblok moet worden vervangen. Als een tand versleten is, moet hij worden vervangen en moet het kapblok worden gedraaid. 1. Schakel de aftakas uit, leg de motor stil, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan 2. Verwijder de 6 bouten waarmee het kapblok vastzit aan de behuizing, verwijder het kapblok. 3. Draai het kapblok en zet het terug op zijn plaats, of monteer een nieuw kapblok. 4. Zet de bouten van het kapblok terug op hun plaats. 5. Sluit en maak het bovenste rotorhuis weer vast.
Fig. 27 KAPBLOK
WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld zonder afdekkap of rotorkap. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap.
8 PROBLEEMOPLOSSING De Wallenstein driepunts hakselaar/versnipperaar is uitgerust met messen op een rotor om houtmateriaal in stukken te snijden, te vermalen en te versnipperen. Het is een eenvoudig en betrouwbaar systeem dat minimaal onderhoud vereist. Hieronder vindt u de meeste problemen, oorzaken en oplossingen voor problemen die zich kunnen voordoen. Als u een probleem ondervindt dat moeilijk op te lossen is, zelfs nadat u dit hoofdstuk heeft gelezen, contacteer dan uw lokale verdeler of dealer. Hou deze handleiding voor de hakselaar en het serienummer bij de hand. PROBLEEM
OORZAAK Verstopte uitvoer Geblokkeerde rotor
De rotor draait niet Losse riem
Afgebroken breekpen Kapotte riem
Laag toerental Messen zijn bot Trage invoer
Rotormes onder de verkeerde hoek, foutieve hoek Verstopte uitvoer. Gebroken of ontbrekend mes
Ongewone trillingen tijdens het gebruik
De rotor kan verbogen zijn
Mulch is te grof
Kapblok of takkenbreker zijn misschien beschadigd Gebroken of ontbrekend mes Messen van de versnipperaar zijn verkeerd gemonteerd
OPLOSSING Verwijder vuil uit de uitvoertrechter Controleer en maak het onderste rotorhuis en de rotor van de hakselaar vrij Voer de riemaanspanningsprocedure uit om de riem aan te spannen Vervang de breekpen Voer de riemaanspanningsprocedureuit om de riem aan te spannen Controleer of de gashendel in de hoogste stand staat Roteer, slijp of vervang het mes Slijp de messen onder de opgegeven hoek en controleer of het mes goed gemonteerd is Verwijder vuil uit de uitvoertrechter Vervang het gebroken/ ontbrekende mes Controleer of de rotor wiebelt. Vervang de rotor. Controleer het kapblok en de takkenbreker en vervang indien beschadigd Vervang het gebroken/ ontbrekende mes Controleer de plaatsing van de messen en pas die aan, indien nodig, volgens de onderhoudsinstructies
OPGELET Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is
Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is, bel een technicus voor herstelling Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is
8 PROBLEEMOPLOSSING (VERVOLG) PROBLEEM
OORZAAK Verstopte uitvoer Aftakas te snel ingeschakeld
Teveel materiaal ingevoerd De machine vraagt teveel stroom of valt stil
OPLOSSING Verwijder vuil uit de uitvoertrechter Schakel de aftakas traag in bij een laag toerental, verhoog dan de snelheid. Zorg ervoor dat de trechters en het rotorhuis leeg zijn. Voer kleinere hoeveelheden in de hakselaar in
Materieel te snel ingevoerd
Voer groot materiaal trager in de hakselaar in
Geblokkeerde rotor
Controleer en maak het onderste rotorhuis en de rotor van de hakselaar vrij Laat het materiaal drogen of wissel droog/nat materiaal af Stel de speling in op 0,76 1,52 mm. Gebruik de spelingsmeter voor de hakselaar (zie accessoires) Roteer, slijp of vervang het mes
Groen materiaal wordt niet uitgevoerd Teveel speling tussen de messen
Botte messen
OPGELET Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is
Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is
Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is
Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is
9 ACCESSOIRES Contacteer uw dealer voor de prijzen en beschikbaarheid. Ga naar www.embmfg.com voor vervangonderdelen en klik op "Parts and Manuals" om de recentste onderdelenhandleiding te downloaden voor uw model. Contacteer daarna uw dealer om te bestellen. #1012L269 SPELINGSMETER Voor BXM hakselaars/versnipperaars Een handig en precies instrument om de cruciale speling tussen het tegenmes en het rotormes in te stellen.
10 SPECIFICATIES 10.1 Mechanisch Specificaties Aandrijfsysteem Vermogen Capaciteit hakselaar Opening behuizing hakselaar Opening trechter hakselaar Aantal messen hakselaar Mestype hakselaar Capaciteit versnipperaar Opening behuizing versnipperaar Opening trechter versnipperaar Aantal messen versnipperaar Mestype versnipperaar Rotatie uitvoertrechter Gewicht rotor Hoogte uitvoertrechter Input tpm Rotor tpm Totaal gewicht Afmetingen (lxbxh)
BXM32
BXM42
aftakas, riemaandrijving 12 – 35 pk 30 – 90 pk 7,6 cm 10,1 cm 15,2 x 7,6 cm 25,4 x 10,2 cm 31,8 x 21,2 cm 44,5 x 45,7 cm 2 versprongen 2 gehard / omkeerbaar 2,5 cm 5,1 cm 76,2 x 71,1 cm 101,6 x 83,8 cm 25,4 x 25,4 cm
26,7 x 26,7 cm
27
30
gehard / omkeerbaar 360° 31,8 kg 77,1 kg 147,3 cm 157,5 cm 540 1600 1200 219 kg 362,9 kg 91,4 x 137,2 x 152,4 cm
111,8 x 182,9 x 157,5 cm
10.2 DRAAIMOMENT DRAAIMOMENT CONTROLEREN De onderstaande tabellen tonen de correcte draaimomenten voor diverse bouten en bevestigingsschroeven. Draai alle bouten vast volgens het in de tabel opgegeven draaimoment, tenzij anders vermeld. Controleer periodiek of de bouten goed vastgedraaid zijn, aan de hand van de tabel met draaimomenten. Vervang bouten door bouten van dezelfde sterkte. ENGELSE DRAAIMOMENTEN
Draaimoment * Bout SAE 2 SAE 5 SAE 8 diameter (N.m) (lb-ft) (N.m) (lb-ft) (N.m) (lb-ft) “A” 1/4” 8 6 12 9 17 12 5/16” 13 10 25 19 36 27 3/8” 27 20 45 33 63 45 7/16” 41 30 72 53 100 75 1/2” 61 45 110 80 155 115 9/16” 95 60 155 115 220 165 5/8” 128 95 215 160 305 220 3/4” 225 165 390 290 540 400 7/8” 230 170 570 420 880 650 1” 345 225 850 630 1320 970 METRISCHE DRAAIMOMENTEN
Draaimoment * Bout 8,8 10,9 diameter (N.m) (lb-ft) (N.m) (lb-ft) “A” M3 0,5 0,4 1,8 1,3 M4 3 2,2 4,5 3,3 M5 6 4 9 7 M6 10 7 15 11 M8 25 18 35 26 M10 50 37 70 52 M12 90 66 125 92 M14 140 103 200 48 M16 225 166 310 229 M20 435 321 610 450 M24 750 553 1050 774 M30 1495 1103 2100 1550 M36 2600 1917 3675 2710 De bovenvermelde draaimomenten gelden voor niet-ingesmeerde of niet-geoliede schroefdraden en koppen, tenzij anders vermeld. Bouten of bevestigingsschroeven mogen dus niet worden ingesmeerd of geolied tenzij anders vermeld in deze handleiding. Als borgingselementen worden gebruikt, moet het draaimoment met 5% worden verhoogd. * Draaimomenten voor bouten en bevestigingsschroeven blijken uit de kopmarkeringen.
INDEX