Eindrapportage ‘Verminderde Circulatie’
Demonstratie en optimalisering van aan/uit-regeling en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten.
Datum: 28 juni 2005
Uitgevoerd in opdracht van en met financiële ondersteuning van: • De partijen in de Meerjarenafspraak-Energie Bloembollen (KAVB, PT, LNV, SenterNovem en telers)
Uitgevoerd door: DLV Plant BV: marktgroep Bloembollen Lireweg 5c Tolweg 11 2153 PH Nieuw-Vennep 1681 ND Zwaagdijk Tel: 0252-688541 0228-565031 PPO Bollen en Bomen Prof. Van Slogterenweg 2 2161 DW Lisse 0252-462121 Dit rapport is verkrijgbaar bij DLV Plant BV te Nieuw Vennep voor € 15,-
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
Samenvatting Het project ‘Verminderde circulatie’ had tot doel om meer inzicht te krijgen in de juiste instellingen van frequentieregelaars en aan/uit-regelingen van systeemventilatoren ten behoeve van de circulatie in bloembollenbewaarruimten. Om dit te realiseren zijn in drie bloembollenteeltregio’s, namelijk het Noordelijk Zandgebied, het West-Friese kleigebied en de Flevopolders op praktijkbedrijven diverse optimalisatie strategieën gedemonstreerd. Hierbij werd met een systeemwand met twee identieke kanten de luchtcirculatie tussen het product in de palletkisten verminderd, waarbij de systeemventilator aan de ene kant via een aan/uit-schakeling en aan de andere kant via een frequentieregeling werd aangestuurd. De demonstratie duurde in elk gebied een week. Gedurende deze week werden de temperatuur, luchtvochtigheid (RV) en CO2 -concentratie tussen de bollen gevolgd met behulp van een klimaatcomputer. Dit om eventuele schadelijke effecten van verminderde circulatie in kaart te brengen. Uit de demonstraties blijkt onder meer dat het met de gebruikte tulpencultivars goed mogelijk is om vanaf half augustus de bollen met minder circulatielucht te bewaren dan de geadviseerde norm van 500 m3 per uur per m3 product. Zowel de aan/uit-regeling als de frequentieregeling is hiervoor bruikbaar. Het gebruik van een aan/uit-geschakelde systeemventilator zorgde in dit project voor pieken en dalen van de CO2-concentraties in de lucht tussen de bollen in de palletkist. Tijdens de metingen is nergens de schadegrens van 1% CO2 overschreden. Tijdens de ‘uit-periode’ van de aan/uit-geschakelde ventilator ging de RV met maximaal 2% omhoog waarbij de temperatuur hoogstens 0,1°C steeg. Bij de frequentie gestuurde systeemventilator bleef de CO2-concentratie op een gelijkblijvend niveau. De temperatuur en luchtvochtigheid bleven bij de frequentieregeling eveneens gelijkmatig. Tijdens twee demonstraties zijn met behulp van Kitagawa-buisjes ethyleenmetingen uitgevoerd. Ook hierbij zijn geen overschrijdingen van de schadegrens van 0,1 ppm ethyleen geconstateerd. Bollen met minder circulatielucht bewaren is, volgens de resultaten uit de demonstraties die in het afgelopen seizoen in het kader van het project ‘Verminderde circulatie’ zijn uitgevoerd, goed mogelijk. Een besparing van 50% bij aan/uit-regeling tot 70% bij de frequentieregeling op elektra is, in de periode augustus tot aan planten, mogelijk. Tijdens de open dagen op de demonstratiebedrijven werden studieclubs ontvangen en zijn open dagen georganiseerd. Een kleine 200 ondernemers hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich nader in de resultaten en ervaringen te verdiepen. Verder is er door middel van een artikel en persberichten aandacht gevestigd op dit project. Na het verschijnen van dit verslag zal er een artikel voor publicatie in Bloembollenvisie worden geschreven.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
2
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
Inhoudsopgave 1 2
3
4
5 6
Inleiding.......................................................................................................................................... 4 Projectdoelstelling .......................................................................................................................... 5 2.1 Inleiding ................................................................................................................................. 5 2.2 Onderzoeksgedeelte ............................................................................................................... 5 2.3 Communicatiegedeelte........................................................................................................... 5 Werkwijze:...................................................................................................................................... 6 3.1 Inleiding ................................................................................................................................. 6 3.2 Opzet proefopstelling............................................................................................................. 6 3.3 Opstellen van de proefopstelling............................................................................................ 6 3.4 Instellen van de variabelen..................................................................................................... 7 3.5 Referentiewaarden ................................................................................................................. 7 3.6 Open dagen/avonden.............................................................................................................. 8 Resultaten en discussie (per bedrijf)............................................................................................... 9 4.1 Algemeen: .............................................................................................................................. 9 4.2 Maatschap Kreuk, Andijk .................................................................................................... 10 4.3 Fa J. Th. Kreuk & Zn, Julianadorp ...................................................................................... 12 4.4 Fa Smakman, Creil............................................................................................................... 14 4.5 Communicatie ...................................................................................................................... 16 Eindconclusie................................................................................................................................ 17 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek........................................................................................ 18
Bijlage 1: Presentatie van oud onderzoek Bijlage 2: Grafieken van de meetwaarden Bijlage 3: Knipsels publicaties in het kader van het project
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
3
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
1 Inleiding Voor een optimale productkwaliteit bij bolgewassen moeten de temperatuur en de luchtvochtigheid tijdens de bewaring op een gewenst niveau blijven. Tevens moet een teveel aan ethyleen (vooral bij tulp) en CO2, dat tijdens de bewaring onder andere door de bolgewassen wordt geproduceerd, worden afgevoerd. Bij de bewaring van bloembollen in palletkistencellen gebeurt dit door met behulp van systeemventilatoren lucht langs de bollen in de palletkist te laten stromen. Dit is beter bekend als circulatie(lucht), waarvoor normen per uur per m3 product zijn. Daarnaast vindt er een bepaalde hoeveelheid luchtverversing in de bewaarcel plaats, dit wordt in de praktijk ventilatie(lucht) genoemd. Ook hier zijn normen per m3 product per uur voor. De circulatie en ventilatie van een bewaarcel vragen een bepaalde hoeveelheid energie. De systeemventilatoren voor de circulatie in een palletkistencel hebben verschillende mogelijkheden voor het regelen van de ventilatoren. In de praktijk komen de volgende systemen voor: • geen regeling (het systeem draait continu op maximale capaciteit); • tweetoerenventilatoren; • ventilatoren met een aan/uit-schakeling op een tijdklok; • ventilatoren aangesloten op een frequentieregelaar. Bovenstaande systemen worden, indien mogelijk, gebruikt om de hoeveelheid circulatielucht per tijdseenheid te variëren. Als de bewaarcel niet helemaal vol staat met palletkisten is er bijvoorbeeld minder circulatielucht noodzakelijk. Soms zijn bedrijven van mening dat het beter is voor het product om minder lucht dan de norm van 500 m3 per m3 product per uur, dit in verband met uitdroging. Ook zijn er ondernemers die uit het oogpunt van energie- en kostenbesparing minder circuleren. Volgens inschatting van DLV Bloembollen en PPO Bloembollen gebruiken momenteel circa 10 % van de bedrijven frequentieregelaars voor de aansturing van de systeemventilatoren. Verreweg het grootste gedeelte van de bedrijven gebruikt een aan/uit-schakeling om de hoeveelheid circulatielucht per tijdseenheid te kunnen verminderen. Binnen de huidige bedrijfsvoering op bloembollenbedrijven wordt er bij palletkistencellen heel verschillend omgegaan met de hoeveelheid circulatielucht per uur per m3 product. Dit is het gevolg van het feit dat bij ondernemers vaak de ventilatorkarakteristieken van de verschillende ventilatoren niet bekend zijn. Daardoor ontbreekt het inzicht in het gedrag van de circulatielucht bij de verschillende tegendrukken in het systeem en de verschillende ventilatormotorfrequenties. Het resultaat is dat de systeemventilatoren vaak niet juist ingesteld zijn. Hierbij kiezen ondernemers vaak voor veiligheid boven alles (de slechtste plek in het systeem moet voldoende circulatie hebben) en is er regelmatig sprake van overmatige circulatie. Overmatige circulatie heeft een hoger energieverbruik tot gevolg. Tevens kunnen de bloembollengewassen in de cel door overmatige circulatie teveel uitdrogen. Productbewaring onder suboptimale omstandigheden kan leiden tot niet-optimale gewasgroei en een grotere gevoeligheid voor bewaarziekten. Op basis van waarnemingen ligt het energieverbruikvoor de circulatie in palletkisten in de praktijk 10 tot 25% hoger dan noodzakelijk. Om ondernemers bewust te maken van de mogelijkheden van verminderde circulatie en de manier waarop dat gerealiseerd kan worden (aan/uit-schakeling of d.m.v. frequentieregeling) zijn in de drie belangrijkste tulpenteeltgebieden demonstraties met een aangepaste bewaarwand georganiseerd. Tijdens deze demonstraties zijn de instellingen van de systeemventilatoren gevarieerd en de daarbij behorende productomstandigheden in kaart gebracht. In dit verslag staan de opzet, de meetwaarden, de ervaringen, de resultaten en de conclusies van dit demonstratietraject weergegeven. Het project ‘Verminderde Circulatie; Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij de luchtcirculatie in palletkisten’ is gefinancierd door de partijen van de Meerjarenafspraak-Energie Bloembollen (KAVB, PT, LNV, SenterNovem en telers). DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
4
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
2 Projectdoelstelling 2.1 Inleiding Het doel van het project ‘Verminderde circulatie’ is meer inzicht krijgen in de juiste instellingen van frequentieregelaars en aan/uit-regelingen van systeemventilatoren ten behoeve van de circulatie in bloembollenbewaarruimten. Hierdoor kan energie worden bespaard en zal de kwaliteit van het product verbeteren. In het project zijn twee onderdelen te onderscheiden, namelijk een onderzoeks- en een demonstratie- cq. kennisoverdrachtsgedeelte.
2.2 Onderzoeksgedeelte De doelstelling van dit onderdeel van het project is om meer inzicht te krijgen in de minimale circulatienorm, die noodzakelijk is voor een goede productkwaliteit en gewasopbrengst enerzijds en een zo laag mogelijk energieverbruik anderzijds. Uitgangspunt is de nu gangbare circulatienorm van 500 m3 lucht per m3 product per uur. De vraag is in hoeverre deze norm verlaagd kan worden. Daarnaast is het de bedoeling om nader te kijken naar de noodzakelijke instellingen van het aan/uitgeschakelde systeem en het frequentiegeregelde systeem bij de minimaal noodzakelijk geachte circulatie. Tevens wordt de eventueel te realiseren energiebesparing in kaart gebracht en wordt er gekeken naar een eventueel verschil in energieverbruik tussen de aan/uit-schakeling en een frequentiegeregeld systeem bij een gelijke hoeveelheid luchtcirculatie.
2.3 Communicatiegedeelte Door het organiseren van een drietal demonstraties en het uitvoeren van andere communicatieactiviteiten als presentaties voor studieclubs en artikelen, wordt de in dit project opgedane kennis en overige relevante informatie binnen de sector verspreid. Het is uiteindelijk de bedoeling dat 70 tot 80 % van de ondernemers in de bloembollensector op de hoogte zijn van de resultaten. Het streven was om tijdens iedere demonstratieperiode minimaal drie studiegroepen op bezoek te krijgen, waaraan nadere informatie over de resultaten wordt verschaft.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
5
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
3 Werkwijze: 3.1 Inleiding Bij het begin van het project is er afstemming geweest tussen de bij de uitvoering betrokken partijen, te weten PPO; sector Bloembollen, Omnivent Techniek BV en DLV Plant BV; marktgroep Bloembollen. Hierbij is gekeken naar wat wenselijk is om te meten in relatie tot de doelstellingen van het project en de eventuele beperkingen hierbij in de praktijk. Tevens is er een proefopzet gemaakt, zodat de noodzakelijke gegevens die tijdens de drie demonstraties verzameld zijn op een goede en verantwoorde wijze verwerkt kunnen worden.
3.2 Opzet proefopstelling Er is gebruik gemaakt van een systeemwand bestaande uit twee identieke delen. Het ene deel werd geregeld via een aan/uit-schakeling. Het andere deel werd aangestuurd met behulp van een frequentieregeling. De systeemwand heeft aan beide zijden een rechte luchtinlaat. In het deel met de aan/uit-schakeling werd de luchthoeveelheid gevarieerd door de duur van de ‘aan’en ‘uit’-periodes per uur te variëren bij één ventilatorstand. In het deel van de systeemwand met een frequentieregeling stroomde continu lucht langs het product in de palletkist en werd de hoeveelheid lucht gevarieerd door middel van een frequentieregelaar. Voor elk deel van de wand zijn acht palletkisten met tulpenbollen geplaatst. De gebruikte bolmaten waren voor beide wanddelen gelijk. Elk bloembollenteeltgebied heeft zijn eigen kistmaat en beluchtingssysteem, om hieraan tegemoet te komen is de bewaarwand geschikt gemaakt voor diverse maten kisten. Tevens is de systeemwand geschikt voor zowel een- als tweelaagssysteem. Bij het éénlaagssysteem heeft de palletkist een dichte palletbodem. De capaciteit van de ventilatoren van de systeemwand is 5000 m3 per uur bij 150 Pa tegendruk. De systeemwand bestaat uit twee secties met elk een eigen identieke ventilator met frequentieregeling. De centrale aansturing van de wand gebeurde via een computer. Deze computer is per sectie voorzien van twee metersets met elk een RV-meter, een temperatuurvoeler en een CO2-meter. Per minuut werden de meetwaarden van de in totaal 12 voelers opgeslagen. Op deze manier is een grote hoeveelheid data verzameld. Het verloop van de verschillende meetwaarden kon daardoor na afloop goed in kaart worden gebracht. Naast de eerder genoemde metingen zijn er in alle 16 kisten ook nog regelmatig (handmatige) temperatuurmetingen gedaan. De achtergrond van deze meting was om een eventuele temperatuursverhoging in de kisten te kunnen vaststellen in de perioden zonder circulatie.
3.3 Opbouwen van de proefopstelling De systeemwand is in drie teeltgebieden gedemonstreerd, namelijk het Noordelijk Zandgebied, het West-Friese kleigebied en de Flevopolders. In deze regio’s zijn drie aansprekende bedrijven benaderd om de demonstraties te kunnen organiseren. De demonstraties hebben in de volgende drie plaatsen plaats gevonden: Andijk, Julianadorp en Creil. De wand is telkens op vrijdag geplaatst. Vervolgens zijn de acht palletkisten met tulpenbollen er voorgezet. Het op een juiste wijze aanbrengen van de voelers viel niet altijd mee, mede afhankelijk van het type kisten. Soms moesten de snoeren door de palletopeningen naar voren toe gebracht worden. De voelers zijn op 30 cm diepte tussen de tulpenbollen ingegraven, zodat ze omstandigheden tussen de bollen weergaven.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
6
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
3.4 Instellen van de variabelen. Bij aanvang van de demonstratieproef op vrijdag is de circulatienorm van de systeemwand ingesteld op ± 500 m3 per m3 product per uur. Na het weekeinde is een aanvang gemaakt met het naar beneden bijstellen van deze ventilatienorm. De planning was om in eerste instantie met 10 % per dag minder te gaan circuleren. Na de eerste demonstratie is besloten om in veelvouden van 15 minuten te gaan werken en hiermee te verminderen, omdat de praktijk bij aan/uit-regelingen ook met deze tijdsperiode werkt. Aan het einde van de week zijn op zaterdag de laatste waarden uitgelezen. Bepalend tijdens de proefperiode was de aan/uit-regeling. Vervolgens is de frequentieregeling van het andere deel van de systeemwand hieraan gelijk gesteld, zodat de gecirculeerde hoeveelheid m3 per uur per product gelijk was aan de hoeveelheid van de aan/uit-geschakelde ventilator. Bijvoorbeeld: de aan/uit-geschakelde ventilator draaide gedurende 15 minuten per half uur op volle kracht. De luchtcirculatie per uur was dan 2200 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten. Vervolgens is de frequentieregeling afgeregeld op een continue luchtcirculatie van 2200 m3 per uur.
3.5 Referentiewaarden Om de verzamelde meetgegevens te kunnen beoordelen is gebruik gemaakt van onderzoek uit de jaren ‘70 van de vorige eeuw, waarbij de schadedrempels bij circulatie zijn vastgesteld. De proeven zijn indertijd uitgevoerd gedurende lange periodes van minimaal één week tot wel acht weken bij stilstaande lucht. De grenswaarden met betrekking tot het optreden van schade, afkomstig uit dit onderzoek zijn: 0,1 ppm ethyleen en meer dan 1 % CO2. Tijdens de demonstraties in 2004 zijn de waarden regelmatig korte tijd iets opgelopen. Het effect van deze korte tijd op de gewasopbrengst is onbekend. Uit het verleden is bekend dat schade aan de bollen te meten is aan de hand van het gewichtsverlies. De mate van gewichtverlies van het proefobject ten opzichte van de normale behandeling, zegt dan wat over eventuele schade. Om een eventueel verschil in gewichtsverlies vast te kunnen stellen, zijn voor aanvang van de proefperioden monsterzakken met bollen in de betreffende palletkisten gedaan. Deze monsterzakken zijn eind oktober opnieuw gewogen. Ethyleen Een lage concentratie ethyleen tijdens de bewaring heeft al ongewenste gevolgen voor de groei van tulpen. Gommen, kernrot of bloemverdroging kunnen het gevolg zijn van hoge concentraties ethyleen, waaraan de tulpen hebben blootgestaan. Andere gevolgen van ethyleen zijn remming van de wortelkrans, het ontwikkelen van slechte en kronkelige wortels, iele planten met lang smal blad en kleine bloemen, stokkeplanten en een sterkere verklistering van de bollen. Voor het voorkomen van gommen, bloemverdroging, kernrot en stokkeplanten zou het voldoende zijn het ethyleengehalte in de lucht beneden de waarde van 0,1 ppm te houden. Een lage concentratie ethyleen tijdens de bewaring gedurende lange tijd heeft twee effecten op de tulpenbollen. Allereerst neemt de ademhaling toe waardoor de tulp meer van zijn voorraad reservestoffen gebruikt. In vergelijking met bollen die in schone lucht zijn bewaard, zal deze bol minder reserves overhouden voor de groei van de plant. Een ander effect is dat de verklistering zal toenemen. Onder normale omstandigheden zal in eerste instantie vooral de hoofdbol uitgroeien (apicale dominantie). Ethyleen verzwakt de onderdrukking van de groei van de klisters door de hoofdbol. De klisters kunnen dus gemakkelijk doorgroeien en de hoofdbol blijft kleiner. Kortom, het aantal grote bollen neemt af en de hoeveelheid plantgoed neemt toe. Dit effect is bij normaal en makkelijk verklisterende bollen een ongewenst effect. Tijdens de bewaring hebben de temperatuur en het ethyleengehalte invloed op de oogst. De invloed van de temperatuur is waarschijnlijk terug te voeren op de gevoeligheid van de tulp voor ethyleen. Bij een hogere temperatuur reageert de tulp sterker op ethyleen dan bij een lagere temperatuur. Bij 20 °C is de verklistering door ethyleen minder sterk dan bij 25 °C met evenveel ethyleen. Daarnaast is het negatieve effect van ethyleen groter naarmate de tulpenbollen vroeger in de bewaring aan ethyleen worden blootgesteld. Vooral de eerste 6-8 weken na het rooien is dit effect duidelijk. DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
7
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten De belangrijkste bron van ethyleen is zure bollen. Een zure bol maakt als de zuurschimmel actief is ongeveer 0,004 ml ethyleen per uur. Dat lijkt heel weinig, maar een aantal zure bollen in de cel bij elkaar produceert toch snel genoeg ethyleen om het gehalte in de buurt of boven het schadelijke niveau te brengen. Bij 1% zuur zijn dit al ongeveer 250 zure bollen per 1000 liter bollen. Met elkaar leveren die per uur 1 ml ethyleen. Dit is genoeg voor het tienvoudige van de normconcentratie. Door middel van ventilatie met verse buitenlucht en circulatie wordt deze ethyleen afgevoerd. Koolzuurgas (CO2) De tulpen verbruiken tijdens de bewaring door hun ademhaling, reservestoffen en zuurstof (O2). Daarbij produceren de bollen warmte, water en CO2. Beperking van de ventilatie van verse lucht en circulatie heeft tot gevolg dat de luchtsamenstelling verandert. Het gehalte O2 neemt af, het CO2gehalte, waterdamp (RV) en eventueel ethyleen nemen toe, evenals de temperatuur. Een hoog CO2gehalte (5%) veroorzaakt een sterke gewichtsafname van 24%, die tevens tot opbrengstderving leidt. Wanneer tegelijk met de verhoging van het CO2-gehalte het O2-gehalte wordt verlaagd neemt de nadelige invloed van CO2 toe. Toename van het CO2-gehalte tijdens de bewaring leidt tot een toenemende gewichts- en productieafname. De grenswaarde hierbij is 1% CO2. Overmaat van CO2 kan worden beperkt door een versterkte luchtcirculatie rond de tulpenbollen of de circulatie op een dusdanig niveau brengen dat ophoping van CO2 voorkomt.
3.6 Open dagen/avonden Tijdens de open dagen en de rondleidingen van de studiegroepen is aandacht besteed aan de volgende zaken: • de opbouw van de demonstratie systeemwand en de proef; • de gemeten parameters; • de resultaten van de demonstratie aan de hand van grafieken met het verloop van CO2, relatieve luchtvochtigheid (RV) en temperatuur; • een presentatie van het eerder verrichtte onderzoek uit de jaren ‘70 (zie bijlage 1) • de voordelen van de afgeschuinde luchtinlaat in de bewaarwand.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
8
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
4 Resultaten en discussie (per bedrijf) 4.1 Algemeen: Op alle bedrijven is bij het begin van de proef de hoeveelheid lucht voor beide systemen afgesteld op de norm van 500 m3 per m3 bollen per uur. Dit betekent dat als er 8 kisten van 1200 liter per rij staan, er 9600 liter product voor één systeemventilator staat. Totaal is er dan per systeemventilator sprake van 4800 m3 circulatielucht per uur. Vervolgens is steeds in het aan/uit-geschakelde systeem de aan/uit-frequentie gevarieerd en is in het frequentiegeregelde systeem de hoeveelheid lucht daaraan aangepast (zie tabel 1, kolom m3/uur). Onder sommige omstandigheden was het noodzakelijk om ook in het aan/uit-systeem de frequentie te veranderen. In die gevallen kan de luchthoeveelheid en de benodigde energie in het aan/uit-systeem alleen vergeleken worden bij eenzelfde frequentie, bijvoorbeeld ‘12 aan/18 uit’ in tabel 1 kan alleen vergeleken worden met ‘60 aan/0 uit’, omdat beide uitgevoerd zijn bij 40 Hz. Per demonstratiebedrijf worden de resultaten weergegeven. Per bedrijf worden eerst de effecten op de omstandigheden tussen de bollen behandeld (temperatuur, RV, CO2 en ethyleen) en vervolgens de effecten op het energieverbruik.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
9
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
4.2 Maatschap Kreuk, Andijk Bijzonderheden: dubbellaags beluchting, kistafmeting: 150 x 120 x 92 cm, palletopening: 17 cm kistinhoud: 1200 liter, cultivar: Blenda, bolmaat: 7/op, percentage zuur: 2%, aantal weken na pellen en sorteren: 5-6 weken. Bewaring in een schuur bij 20° C, luchtverversing door andere wanden met een klep voor buitenlucht, die in de zelfde ruimte stonden. Temperatuur In elke kist was een Pt100-temperatuurelectrode ‘ingegraven’, waarmee de temperatuur tussen de bollen met een nauwkeurigheid van 0,1 ºC kon worden afgelezen. De vraag was of tijdens de uitperiode de temperatuur zou oplopen als gevolg van de ademhalingswarmte van de bollen. Dit bleek niet het geval te zijn: zelfs bij de langste uitperiode (zie tabel 1) en de laagste frequentie werd geen meetbare verhoging van meer dan 0,1 ºC waargenomen. Relatieve vochtigheid (RV) De RV is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het ‘oppervlak’ gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). De vraag was hoe ver de RV zou oplopen tijdens de uitperiode, als gevolg van water dat bij de ademhaling geproduceerd wordt. Na meting bleek in de RV geen noemenswaardige veranderingen op te treden tijdens de uit-periode. Bij de langste uit-periode was de grootste toename in RV 2 % (zie grafiek 1) CO2-gehalte Het CO2-gehalte is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het ‘oppervlak’ gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). Het verloop van het CO2-gehalte in beide systemen bij alle beluchtingsregimes is opgenomen in de bijlage. Hieronder worden drie regimes besproken. 54 min aan/ 6 min uit In grafiek 2 wordt het verloop van het CO2-gehalte weergegeven in het aan/uit-regime van 54 minuten aan en 6 minuten uit en het frequentie-geregelde regime bij 30 Hz, wat in beide systemen ongeveer 3500 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur geeft. Tijdens de aan-periode en in het frequentiegeregelde systeem bedraagt het CO2-gehalte ongeveer 400 à 500 ppm. Dat is nauwelijks hoger dan in de buitenlucht. Tijdens de uitperiode stijgt het gehalte tot maximaal 1200 ppm ofwel 0,12%, wat zeer acceptabel is. CO2 wordt pas schadelijk in de bewaring van tulpen bij langdurige concentraties van boven de 1%. 9 min aan/ 6 min uit Bij het regime van ‘9 minuten aan/6 minuten uit’ en 22Hz in het frequentiegeregelde systeem (grafiek 3) wordt een vergelijkbaar patroon waargenomen: in de frequentiegeregelde beluchting en tijdens de aan-periode schommelt het CO2-gehalte rond de 400 à 500 ppm en tijdens de uitperiode stijgt het tot het acceptabele niveau van 1200 ppm. 48 min aan/ 12 min uit In het regime ‘48 minuten aan/12 minuten uit’ en 27 Hz (grafiek 4) stijgt het gehalte tijdens de uitperiode tot ongeveer 2000 ppm, ofwel 0,2%. Tijdens de maximale uitperiode van 18 minuten en 12 minuten aan (grafiek 5) nam het CO2-gehalte toe tot ongeveer 2500 ppm (0,25%). In grafiek 5 valt verder op dat de CO2-sensor dicht bij de wand veel hogere waarden aangeeft dan de sensor bij de kussens. Dit kan verklaard worden door het feit dat de sensor bij de wand in de onderste kist zit, waar de CO2 niet weg kan. Bij de sensor die bij de kussens in de bovenste kist zit, kan het opgehoopte CO2 wegdiffunderen in de cel.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
10
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten In het frequentiegeregelde systeem valt op dat zelfs bij de laagste stand van 18,12 Hz, met 1649 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, het CO2-gehalte niet hoger wordt dan 500 ppm. Ethyleenmeting. Bij Kreuk Andijk is geen ethyleenmeting uitgevoerd. Het kan zijn dat de ethyleen zich gedurende een lange uit-periode ophoopt en dat de concentratie gaat stijgen bij de aanwezigheid van zuur. Het is niet ondenkbaar dat de concentratie de in hoofdstuk 3.5 benoemde grens van 0,1 ppm overschrijdt. Uit de metingen naar gewichtsverlies van de behandelingen blijkt dat er geen verschil is tussen de diverse behandelingen. Hoeveelheid lucht en energieverbruik Bij het verminderen van de hoeveelheid lucht in het aan/uit-systeem door verlengen van de uit-periode van 60/0 naar 54/6, 48/12, etc. daalde het energieverbruik van 138 W/uur bij een aan/uit-regime van 60/0 tot 86 W/uur bij 9/6. Dit is een energiebesparing van 38%. Een andere vergelijking die gemaakt mag worden is die tussen continu aan (60/0) en 12/18, die beide bij 40 Hz zijn uitgevoerd. Hieruit blijkt dat het regime 12/18 50% minder energie verbruikt dan continu aan. In de aan/uit-regimes vermindert de energiebesparing niet rechtevenredig met de lengte van de uitperiode, vooral naarmate er meer en kortere aan/uit-cycli per uur worden gehanteerd. Dit wordt veroorzaakt door ‘aanslag’energie van het systeem: tijdens de opstartfase gebruikt de ventilator in korte tijd veel energie. Hoe vaker de ventilator per uur aanslaat, des te geringer het energiebesparende effect. Het frequentiegeregelde systeem kent dit probleem niet en is om die reden veel energiezuiniger, zoals blijkt uit tabel 1. Bij het verlagen van de hoeveelheid lucht van 4760 naar 1649 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, neemt het stroomverbruik af van 221 naar 37 W/uur, een vermindering van 83%. Deze enorme vermindering in hoeveelheid lucht en besparing op energieverbruik hadden géén schadelijk effect op de omstandigheden tussen de bollen. In het aan/uitsysteem bedroeg de energiebesparing bij vergelijkbare luchthoeveelheden ongeveer 50% (de onderste 2 regels in de tabel).
Tabel 1. Kreuk Andijk Aan/uit (min) 60/0 54/6 48/12 14/6 9/6 60/0 12/18
AAN/UIT Frequentie Hoev. lucht (Hz) m3/uur 34,5 3923 34,5 3531 34,5 3138 34,5 2746 34,5 2354 40 4795 40 1918
E-verbruik W/uur 138 124 114 101 86 206 101
FREQUENTIE-GEREGELD Frequentie Hoev. lucht E-verbruik (Hz) m3/uur W/uur 34,5 3923 142 30 3534 107 27,16 3181 91 24,9 2792 56 22,12 2427 81 40 4760 221 18,12 1649 37
Conclusie Kreuk Andijk: Zelfs bij de langste uit-periode (18 minuten uit, 12 minuten aan) en de laagste stand in het frequentiegeregelde systeem veranderden de temperatuur en de RV niet noemenswaardig. Het CO2gehalte nam toe tot maximaal 2500 ppm (0,25%), wat geen negatieve gevolgen heeft voor de bolkwaliteit. In het aan/uit-systeem kon hiermee een energiebesparing (op de systeemventilator) bereikt worden van ongeveer 50% en in het frequentiegeregelde systeem van 75%. Deze energiebesparing kan in ieder geval benut worden van de laatste week van augustus tot aan planten (7 à 8 weken).
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
11
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
4.3 Fa J. Th. Kreuk & Zn, Julianadorp Bijzonderheden: dubbellaags beluchting, kistafmeting 120 x 100 x 100, palletopening: 12 cm, kistinhoud: 900 liter, cultivar: Queen of Night, bolmaat 8/op, percentage zuur: geen, aantal weken na pellen en sorteren: 8-9 weken. Bewaring in een cel bij 20°C met continue luchtverversing. Temperatuur In elke kist was een Pt100-temperatuurelectrode ‘ingegraven’, waarmee de temperatuur tussen de bollen met een nauwkeurigheid van 0,1 ºC kon worden afgelezen. De vraag was of tijdens de uitperiode de temperatuur zou oplopen als gevolg van de ademhalingswarmte van de bollen. Dit bleek niet het geval te zijn: zelfs bij de langste uitperiode (zie tabel 2) en de laagste frequentie werd geen meetbare verhoging van meer dan 0,1 ºC waargenomen. Relatieve vochtigheid (RV) De RV is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het ‘oppervlak’ gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). De vraag was hoe ver de RV zou oplopen tijdens de uitperiode als gevolg van water, dat bij de ademhaling geproduceerd wordt. Ook in de RV traden geen noemenswaardige veranderingen op tijdens de uit-periode. Bij de langste uit-periode was de grootste toename in RV 2% (zie grafiek 6) CO2-gehalte Ook het CO2-gehalte is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het ‘oppervlak’ gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). Het verloop van het CO2-gehalte in beide systemen bij alle beluchtingregimes is opgenomen in de bijlagen. Hieronder worden drie regimes besproken. 52 min aan/ 8 min uit In grafiek 7 wordt het verloop van het CO2-gehalte weergegeven in het aan/uit-regime van ‘52 minuten aan en 8 minuten uit’ en het frequentiegeregelde regime bij 32 Hz, wat in beide systemen ongeveer 3145 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur geeft. Tijdens de aanperiode en in het frequentiegeregelde systeem bedraagt het CO2-gehalte ongeveer 500 à 600 ppm. Dat is nauwelijks hoger dan in de buitenlucht. Tijdens de uitperiode stijgt het gehalte tot maximaal 1200 ppm ofwel 0,12 %, wat zeer acceptabel is. CO2 wordt pas schadelijk in de bewaring van tulpen bij langdurige concentraties van boven de 1%. 20 min aan/ 20 min uit Bij het regime van ‘20 minuten aan/20 minuten uit’ en 21 Hz in het frequentiegeregelde systeem (grafiek 8) schommelt het CO2-gehalte tijdens de aanperiode en in het frequentiegeregelde systeem rond de 500 ppm. Tijdens de uitperiode stijgt het CO2-gehalte bij de wand tot 1400 ppm en bij de kussens tot 1000 ppm. 15 min aan/ 45 min uit In het regime ‘15 minuten aan/ 45 minuten uit’ en 15 Hz (grafiek 9) stijgt het gehalte tijdens de uitperiode tot ongeveer 2000 ppm, ofwel 0,2%, waar de tulpen geen schade van ondervinden. In deze grafiek valt verder op dat de CO2-sensor dicht bij de wand veel hogere waarden aangeeft dan de sensor bij de kussens. Dit kan verklaard worden door het feit dat de sensor bij de wand in de onderste kist zit, waar de CO2 niet weg kan. Bij de sensor die bij de kussens in de bovenste kist zit, kan het opgehoopte CO2 wegdiffunderen in de cel. In het frequentiegeregelde systeem valt op dat zelfs bij de laagste stand, (15 Hz) met 1049 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, het CO2-gehalte niet hoger wordt dan 600 ppm.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
12
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
Ethyleenmeting Met behulp van de techniek met Kitagawa-buisjes, waarmee ethyleengehaltes van 0,1 ppm en hoger gemeten kunnen worden, is vastgesteld dat aan het eind van de langste uitperiode het ethyleengehalte tussen de bollen niet hoger was dan 0,1 ppm. Ook uit de metingen van het gewicht van de bollen bleek dat de bollen geen ander gewichtsverlies hebben dan de standaard behandeling. Hoeveelheid lucht en energieverbruik Op dit bedrijf mogen de energieverbruiken bij de verschillende aan/uitregimes onderling vergeleken worden omdat ze bij eenzelfde frequentie gerealiseerd zijn (38 Hz). Bij het langer worden van de uitperiode neemt het energieverbruik af van ongeveer 175 W/uur tot 53 W/uur. Bij continu aan is het energieverbruik 175 W/uur. Een schatting van de energiebesparing door middel van aan/uit is derhalve 60 à 65%. In de aan-/uitregimes vermindert de energiebesparing niet rechtevenredig met de lengte van de uitperiode, vooral naarmate er meer en kortere aan/uit-cycli per uur worden gehanteerd. Dit wordt veroorzaakt door ‘aanslag’energie van het systeem: tijdens de opstartfase gebruikt de ventilator in korte tijd veel energie. Hoe vaker de ventilator per uur aanslaat, des te geringer het energiebesparende effect. Het frequentiegeregelde systeem kent dit probleem niet en is om die reden veel energiezuiniger, zoals blijkt uit tabel 2. Bij het verlagen van de hoeveelheid lucht van 3629 naar 1049 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, neemt het stroomverbruik af van 180 naar 45 W/uur, een vermindering van 75%. Een ander opvallend feit was dat we tijdens deze demonstratie voor minder lucht meer stroom verbruikten. De oorzaak hiervan moet waarschijnlijk worden gezocht in de kleine palletopening van de palletkisten op dit bedrijf, namelijk 14 cm ten opzichte van de 17 cm bij de andere twee bedrijven. Het energieverbruik ligt ongeveer 10% hoger bij de smallere palletopening. Tabel 2, Kreuk Julianadorp
Aan/uit (min) 52/8 52/8 22/8 12/8 20/20 30/30 15/45
AAN/UIT Frequentie Hoeveelheid (Hz) m3/uur 38 3629 38 3145 38 2661 38 2177 38 1814 38 1814 38 907
E-verbruik W/uur 175 155 169 135 116 116 53
FREQUENTIEGEREGELD Frequentie Hoeveelheid E-Verbruik (Hz) m3/uur W/uur 38 3629 180 32,2 3146 147 28,1 2663 99 24 2179 92 21,2 1814 74 21,2 1814 58 15 1049 45
Conclusie Kreuk Julianadorp: Zelfs bij de langste uit-periode (45 minuten uit, 15 minuten aan) en de laagste stand in het frequentiegeregelde systeem veranderden de temperatuur en de RV niet noemenswaardig. Het CO2gehalte nam toe tot maximaal 2000 ppm (0,2%). In het aan/uit-geschakelde systeem kon hiermee een energiebesparing worden bereikt van minstens 60 à 70% en in het frequentiegeregelde systeem van minstens 70%. Deze energiebesparing kan in ieder geval benut worden van de eerste week van september tot aan planten (6 à 7 weken).
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
13
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
4.4 Fa Smakman, Creil Bijzonderheden: éénlaags beluchting, kistafmeting 150 x 120 x 92 cm, palletopening: 17 cm, kistinhoud: 1100 liter, cultivar: Upstar, bolmaat: 5/op, percentage zuur: 0,2%, aantal weken na pellen en sorteren: 8-9 weken. Bewaring in een aparte cel bij 20°C, met continue luchtverversing Temperatuur In elke kist was een Pt100-temperatuurelectrode ‘ingegraven’, waarmee de temperatuur tussen de bollen met een nauwkeurigheid van 0,1 ºC kon worden afgelezen. De vraag was of tijdens de uitperiode de temperatuur zou oplopen als gevolg van de ademhalingswarmte van de bollen. Dit bleek niet het geval te zijn: zelfs bij de langste uitperiode (zie tabel 3) en de laagste frequentie werd geen meetbare verhoging van meer dan 0,1 ºC waargenomen. Relatieve vochtigheid (RV) De RV is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het ‘oppervlak’ gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). De vraag was hoe ver de RV zou oplopen tijdens de uitperiode als gevolg van water, dat bij de ademhaling geproduceerd wordt. Ook in de RV traden geen noemenswaardige veranderingen op tijdens de uit-periode. Bij de langste uit-periode was de grootste toename in RV 2% (zie grafiek 10) CO2-gehalte Het CO2-gehalte is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het ‘oppervlak’ gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). Het verloop van het CO2-gehalte in beide systemen bij alle beluchtingsregimes is opgenomen in de bijlagen. Hieronder worden drie regimes besproken. 22 min aan/ 8 min uit In grafiek 11 wordt het verloop van het CO2-gehalte weergegeven in het aan/uit-geschakelde regime van 22 minuten aan en 8 minuten uit en het frequentie-geregelde regime bij 26 Hz. In beide systemen leverde dit 3534 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur op. Tijdens de aanperiode en in het frequentie-geregelde systeem bedraagt het CO2-gehalte 400 à 450 ppm. Dat is nauwelijks hoger dan in de buitenlucht. Tijdens de uitperiode stijgt het gehalte tot maximaal 1200 ppm ofwel 0,12%, wat zeer acceptabel is. CO2 wordt pas schadelijk in de bewaring van tulpen bij langdurige concentraties van boven de 1%. 15 min aan/15 min uit Bij het regime van ‘15 minuten aan/15 minuten uit’ en 19,2 Hz in het frequentiegeregelde systeem (grafiek 12) schommelt het CO2-gehalte tijdens de aanperiode en in het frequentiegeregelde systeem rond de 500 ppm. Tijdens de uitperiode stijgt het CO2-gehalte bij de wand tot 1700 ppm en bij de kussens tot 1000 ppm. 5 min aan/ 25 min uit In het regime ‘5 minuten aan/ 25 minuten uit’ en 12,1 Hz (grafiek 13) stijgt het gehalte tijdens de uitperiode tot ongeveer 1600 ppm, ofwel 0,16%, waar de tulpen geen schade van ondervinden. In deze grafiek valt verder op dat de CO2-sensor dicht bij de wand veel hogere waarden aangeeft dan de sensor bij de kussens. Dit kan verklaard worden door het feit dat de sensor bij de wand in de onderste kist zit, waar de CO2 niet weg kan. Bij de sensor die bij de kussens in de bovenste kist zit,kan het opgehoopte CO2 wegdiffunderen in de cel. In het frequentiegeregelde systeem valt op dat zelfs bij de laagste stand (12,1 Hz), met 1178 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, het CO2-gehalte onder de 500 ppm blijft.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
14
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
Ethyleenmeting Met behulp van de techniek met Kitagawa-buisjes, waarmee ethyleengehaltes van 0,1 ppm en hoger gemeten kunnen worden, is vastgesteld dat aan het eind van de langste uitperiode het ethyleengehalte tussen de bollen niet hoger was dan 0,1 ppm. Ook uit de bollenmonsters bleek niet dat er schade was opgetreden. Hoeveelheid lucht en energieverbruik Op dit bedrijf kunnen de energieverbruiken van de aan/uitregimes 60/0 t/m 5/25 onderling vergeleken worden omdat ze bij eenzelfde frequentie gerealiseerd zijn (36,08 Hz). De totale luchthoeveelheid nam bij die verlenging van de uitperiode af van 4477 naar 746 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur. De energiebesparing was 82%. In het frequentiegeregelde systeem werd de hoeveelheid lucht teruggebracht van ongeveer 4477 naar 1178 m3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur. De energiebesparing bedraagt hier 82%. In de aan/uit-regimes vermindert de energiebesparing niet rechtevenredig met de lengte van de uitperiode, vooral naarmate er meer en kortere aan/uit-cycli per uur worden gehanteerd. Dit wordt veroorzaakt door ‘aanslag’energie van het systeem: tijdens de opstartfase gebruikt de ventilator in korte tijd veel energie. Hoe vaker de ventilator per uur aanslaat, des te geringer het energiebesparende effect. In het frequentiegeregelde systeem neemt bij vergelijkbare vermindering van de hoeveelheid lucht het energieverbruik veel sneller af dan in het aan/uit-systeem. Tabel 3, Smakman
Aan uit (min) 60/0 60/0 22/8 15/15 10/20 5/25
AAN/UIT Frequentie Hoeveelheid (Hz) m3/uur 30 3534 36,08 4477 36,08 3283 36,08 2238 36,08 1492 36,08 746
E-verbruik W/uur 97 152 110 79 56 27
FREQUENTIE-GEREGELD Frequentie Hoeveelheid E-verbruik (Hz) m3/uur W/uur 30 3534 100 36,08 4477 153 26,6 3310 86 19,2 2168 50 16,6 1484 29 12,1 1178 27
Conclusie Smakman: Zelfs bij de langste uit-periode (25 minuten uit, 5 minuten aan) en de laagste stand in het frequentiegeregelde systeem veranderden de temperatuur en de RV niet noemenswaardig. Het CO2gehalte nam toe tot maximaal 1700 ppm (0,17%), wat geen negatieve gevolgen heeft voor de bolkwaliteit. De energiebesparing bedraagt in het aan/uitsysteem rond de 70 tot 80 % en in het frequentiegeregelde systeem eveneens 70 à 80%. Deze energiebesparing kan in ieder geval benut worden van de eerste week van september tot aan planten (4 à 5 weken)
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
15
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
4.5 Communicatie Werving en bereikte ondernemers Om de ondernemers voor de demonstraties te interesseren is een artikel geplaatst in Bloembollenvisie. Verder zijn is naar veel kranten een persbericht verstuurd en geplaatst in onder andere de digitale nieuwsbrief van CNB, vak-, dag- en regionale bladen. Zowel ‘Westweek’ als ’Het landbouwblad’ hebben tijdens de demonstraties foto’s gemaakt, die met een kort verhaal in de respectievelijke bladen hebben gestaan. Een verzameling van de geplaatste persberichten, rapportages en artikel is te vinden in bijlage 3. Op het moment dat de Projectgroep haar goedkeuring verleent aan het eindverslag zal een artikel voor Bloembollenvisie worden geschreven, zodat de gehele sector op de hoogte wordt gebracht van de resultaten van het project. Op deze wijze worden ondernemers, die niet in de gelegenheid zijn geweest om de demonstraties te bezoeken, geïnformeerd en de mensen die de demonstraties hebben bezocht op de hoogte gebracht van de eindconclusies. In elke regio waar de demonstraties werden georganiseerd zijn studiegroepen benaderd voor het bezoeken van de proefopstelling bij de demonstraties. De interesse vanuit studieclubs varieerde per regio. De interesse om de georganiseerde open dagen te bezoeken wisselde op de verschillende locaties. Hieronder volgt per locatie een overzicht van de bezoekersaantallen: Andijk: Studieclubs: 2 Bezoekers open dag: 70 Totaal aantal bereikte bedrijven: 85 Julianadorp: Studieclubs: 4 Bezoekers open dag: 12 Totaal aantal bereikte bedrijven: 40 Creil: Studieclubs: 3 Bezoekers open dag: 15 Totaal aantal bereikte bedrijven: 70 Reacties bezoekers De bezoekers van de open dagen waren gemiddeld zeer geïnteresseerd en er werd volop gediscussieerd. Al werden de resultaten van de proef met de nodige scepsis ontvangen. Vooral het niet digitaal kunnen meten van de ethyleenconcentratie werd als een gemis ervaren door een deel van de bezoekende ondernemers. Een ondernemer vertelde minder te installeren dan de huidige circulatienorm aangezien hij van mening is dat als het product in de cel droog is, deze niet zo veel circulatielucht meer nodig heeft. Tijdens de demonstraties gaven een aantal aanwezige ondernemers aan dat zij op hun eigen bedrijf direct aanpassingen gingen doen aan de ventilatorinstellingen. Dit wil zeggen dat het toerental werd verlaagd of dat ‘uit’-periode van de systeemventilatoren werd verlengd.Uit de gesprekken bleek dat er in de praktijk toch regelmatig met meer dan 500 m3 per uur per m3 product wordt gecirculeerd. De presentaties van het oude onderzoek uit de jaren ’70 ten aanzien van de effecten van CO2 en ethyleen tijdens de bewaring van tulp werden in de studieclubs goed ontvangen. Een kanttekening, die daarbij gemaakt werd, was dat het onderzoek al voor de opkomst van de palletkist is uitgevoerd.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
16
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
5 Eindconclusie De proeven op bedrijfsschaal tussen eind augustus en eind september tonen aan dat op de systeemventilatorenergie minstens 50% bespaard kan worden in een aan/uit-systeem en minstens 70% in een systeem met frequentieregeling zonder dat dit de temperatuur, de RV en het CO2-gehalte tussen de bollen nadelig beïnvloedt. Dit geld voor partijen met minder dan 1% zuur. Voor partijen met meer zuur is meer informatie nodig over ethyleenophoping. Op het bedrijf van Kreuk te Andijk zat er dan wel minder dan 2% zuur in het tulpenplantgoed, maar daar zijn geen ethyleenmetingen verricht, dus daar kunnen geen conclusies aan worden verbonden. Volgens de theorie van de productademhaling die in bijlage 1 staat beschreven, was de verwachting dat het effect van niet circuleren een grotere invloed zou hebben op de RV en de temperatuur van de lucht tussen de bollen. De invloed van de ademhaling tijdens de demonstratieperiode ten aanzien van een toename van de temperatuur en RV was beperkt. Ook de toename van de CO2-concentratie viel mee. De mogelijke schadegrens van 1% CO2 werd bij lange na niet gehaald. Een lagere frequentie en daarmee een lager toerental van de ventilator resulteert in minder geproduceerde warmte in de cel. Er hoeft dus per tijdseenheid minder warmte te worden afgevoerd, hierdoor kan vermoedelijk ook de ventilatie verminderd worden. Het effect op de kosten van koelen er verwarmen is moeilijk in te schatten. In koude periodes zal er meer verwarmd moeten worden, in warme periodes minder gekoeld. Een systeemventilator van 2,2 kW neemt per dag 52,8 kW op, waarvan uiteindelijk alle energie in warmte wordt omgezet. Voor een dergelijke ventilator staan in de praktijk ongeveer 45 kisten. De bewaarperiode waarin de voorgestelde bewaring mogelijk is, duurt ongeveer 10 weken. Het totaalverbruik is dan 3.696 kW per ventilator. Bij een frequentieregeling is dan een besparing van 2587 kW mogelijk en bij een aan/uit-regeling van 1848 kW. Per systeemventilator resulteert dit respectievelijk, bij een elektraprijs inclusief transportkosten van 6,5 €ct., tot een besparing van € 120,tot € 168,- per systeemventilator per jaar. Gezien de ontwikkelingen van de elektraprijs de laatste jaren, wordt het steeds voordeliger om frequentieregeling toe te passen.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
17
Eindrapportage project ‘Verminderde circulatie’ Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten
6 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek Tijdens de demonstraties zijn er veel opvallende zaken naar voren gekomen. Ervaringen en waarnemingen, die niet paste binnen dit project, maar die zeker een nadere beschouwing en verdere uitwerking en eventueel onderzoek waard zijn. Hier volgen een aantal opvallende zaken uit het project. De systeemventilator die gebruikt is, leverde volgens opgave 5000 m3 per uur bij 150 Pa. 150 Pa is de waarde die gebruikt wordt bij installatieberekeningen van ventilatoren. Tijdens de demonstraties bleek dat de ventilator op 50 Hz 6000 m3 circulatielucht per systeemventilator per uur leverde als er acht kisten voor de wand stonden. Het zou zo kunnen zijn dat de meeste ventilatoren in het bewaartraject meer m3 per uur leveren dan volgens fabrieksopgave. Het verdient aanbeveling om eens nader te kijken naar de juiste tegendruk en de daarbij behorende luchtopbrengst. Op het moment dat de kussens uit de paletopeningen verwijderd werden en de hoeveelheid lucht, die eruit kwam vergeleken werd met de hoeveelheid lucht die erin ging, dan zat daar een verschil tussen. De lucht gaat dus onderweg veel makkelijker door de bollen heen dan verwacht. Een kleinere palletopening zorgde voor een hoger stroomverbruik. Onduidelijk is wat het effect van een kleinere palletopening op de luchtverdeling is. Tijdens dit project is de productbewaring gemonitoord vanaf 20 augustus. Een vraag, die nog niet beantwoord is, is of er ook eerder in het seizoen al mogelijkheden zijn om de luchtcirculatie te verminderen. De tulpenbollen zijn in de eerste weken na het rooien namelijk gevoeliger voor ethyleen, onder andere door de hoge bewaartemperatuur van circa 25 °C de eerste 4-6 weken van de tulpenbewaring en de verwachting is dat de ademhaling van het product in de beginfase van de bewaring ook hoger is. Het is dus aan te bevelen een partij tulpenplantgoed vanaf de oogst te volgen met behulp van de beschikbare sensoren. Tijdens deze demonstraties ging het uitsluitend om de luchtcirculatie. Op basis van de waarnemingen zou een kleinere luchtverversing goed mogelijk moeten zijn. Dit zou zeker in de warme maanden veel koelkosten en in het begin van het seizoen de kosten van verwarming besparen.
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
18
Bijlage 1: Presentatie van oud onderzoek ___________________________________
Dia 1 Ademhaling
Een bol zit vol met zetmeel, die is geproduceerd tijdens de teelt door fotosynthese Fotosynthese: koolzuurgas + water ⇒ suiker + zuurstof m.b.v. energie uit zonlicht suiker wordt opgeslagen als zetmeel In ademhaling gebeurt het omgekeerde: zetmeel wordt omgezet in suiker, suiker wordt verbrand met behulp van zuurstof
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 2 Ademhaling 1 molecuul suiker + 6 moleculen zuurstof ⇒ 6 moleculen koolzuurgas (CO2) + 6 moleculen water
hierbij komen bouwstenen en energie vrij voor stofwisseling, groei en ontwikkeling. Een deel van de vrijkomende energie wordt niet benut en komt vrij als warmte
Effecten van ademhaling op gassamenstelling in cel: zuurstofconcentratie zakt koolzuurgasconcentratie stijgt RV stijgt
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 3 Ademhaling Bij onvoldoende ventilatie (voorbeeld): zuurstof zakt van 20.8 naar 17.8 % (niet erg) koolzuurgas stijgt van 0.04 naar 3.04% (wel erg) Normaal bij chemische reacties: product remt de reactie, dus verhoogde koolzuurgasconcentratie zou ademhaling moeten remmen…… Bij tulp is dat niet zo ! Hoog koolzuurgas en laag zuurstof leiden tot een toegenomen gewichtsverlies
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
Dia 4
___________________________________ Ademhaling
1 kg tulpenbollen produceert/verbruikt 10 à 40 ml CO2/O2 per uur Effect van ademhaling op CO2-concentratie
Voorbeeld cel van 200 m3 met 30 m3 bollen (na 1 uur zonder ventilatie):
gewone lucht
bij 10 ml
bij 40 ml
CO2/O2
CO2/O2
CO2
0.04%
0.13
0.51
O2
20.8
20.7
20.3
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 5 Effecten van vocht, CO2/O2 op gewichtsafname van tulpenbollen
Gewichtsafname bij behandeling van half augustus tot eind oktober gewichtsafname productiefactor RV 50% 10.3 % 4.3 RV 90% 5.7 % 4.4
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 6 Effecten van CO2/O2 op gewichtsafname van tulpenbollen gehalte CO2 (%) gehalte O2 (%) gewichtsafname (%) 0.03 0.03 0.03 5 5 5
20 15 5 20 15 5
10.8 13.2 25.5 24.2 29.9 34.2
Cultivar Apeldoorn
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
Dia 7
___________________________________ Effecten van CO2/O2 op gewichtsafname van tulpenbollen
CO2 (%)
O2 (%) gewichtsafname (%)
0 1 2 3
20 20 20 20
productiefactor
6.1 10.4 16.9 17.9
4.1 4.1 3.8 3.3
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
cv Apeldoorn
___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 8 Effect van luchtbeweging bij 5% CO2 en 15 % O2 Circulatie
gewichtsafname (%)
productiefactor
geen
28.3
3.7
matig
25.5
3.9
veel
12.7
4.0
Conclusie: door luchtbeweging wordt schadelijk effect van zuurstof en koolzuurgas beperkt (wat gebeurt er in een palletkist??)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 9 Ethyleen
Ethyleen is een plantenhormoon onder natuurlijke omstandigheden (in de grond!) onmisbaar voor: z z z z
groei, ontwikkeling, rustbreking afweer tegen ziekteverwekkers wondheling (bv vraat) natuurlijk mechanisme voor bloemverdroging en verklistering
Mechanisme: bij verwonding of aanval door ziekteverwekker maakt de plant (bol) ethyleen; Ethyleen is een signaal voor: z z z
toename in ademhaling (energie en bouwstenen nodig) aanmaak afweerstoffen wondheling
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
Dia 10
___________________________________ Ethyleen
___________________________________
Tijdens bewaring en broei is ethyleen schadelijk Bronnen van ethyleen: z z z z z z
verbrandingsmotoren rijpend fruit en uitbloeiende bloemen verkeer (wind)
___________________________________ ___________________________________
en: ZURE BOLLEN een zure bol produceert 0.1 ml ethyleen per 24 u. (zie ook effect temperatuur) schadedrempel 0.1 ppm (1 ppm is één deeltje per miljoen: bv 1 ml per m3 of 1 liter per 1000 m3
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 11 Effect van temperatuur op ethyleenproductie Temperatuur
___________________________________
Ethyleenproductie
13 C
5
17 C
25
20 C
140
23 C
106
34 C
60
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 12 Ethyleen Schadelijke effecten: z z z z z z z z
toename in ademhaling (gewichtsverlies) gommen slechte beworteling verklistering (plantgoed) bloemverdroging bijspruiten (broeierij) kernrot glimmend loofblad (geen waslaag)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
Dia 13
___________________________________ Tulp, fysiologie Ademhaling: warmteproductie (Kcal/etmaal/kg) Met ethyleen erg hoog Temperatuur Schone lucht
Ethyleen
20 ºC
1.3
-
25 ºC
1.4
7.9
30 ºC
-
10.4
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Dia 14 Ethyleen, gewichtsverlies (%)
___________________________________
Behandeling Na behandeling Tdstip duur 0 0.2 2
aan eind van bewaring 0 0.2 2 ppm
15/7
9.6 8.3 9.7 8.7 10.4 10.3
1/8 1/9
2w 4w 6w 8w 2w 2w
1.0 1.7 2.7 3.3 0.7 1.0
4.0 7.0 8.3 10.0 3.0 2.3
7.3 9.3 10.0 16.7 7.3 6.7
14.7 16.0 16.0 16.0 13.6 10.5
20.7 19.3 23.0 24.7 18.9 17.8
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
Bijlage 2: Grafieken van de meetwaarden Grafiek 1: RV bij 12 uit 18 aan / 18 Hz 65 64 63
RV in %
62
RV1 cel 2
61
RV2 cel 2
60
RV 1 cel 1 59
RV 2 cel 1
58 57 56
22:27
22:24
22:21
22:18
22:15
22:12
22:09
22:06
22:03
22:00
21:57
21:54
21:51
21:48
21:45
21:42
21:39
21:36
21:33
21:30
21:27
21:24
21:21
21:18
21:15
21:12
21:09
21:06
21:03
21:00
55
tijd
Grafiek 2: CO2 bij 6 uit 54 aan / 30 Hz 2000 1800 1600 1400
ppm
1200
CO2 freq kussens CO2 freq wand
1000
CO2 aan/uit wand CO2 aan/uit kussens
800 600 400 200
tijd
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
23:56
23:48
23:40
23:32
23:24
23:16
23:08
23:00
22:52
22:44
22:36
22:28
22:20
22:12
22:04
21:56
21:48
21:40
21:32
21:24
21:16
21:08
21:00
0
Grafiek 3: CO2 bij 6 uit 9 aan / 22 Hz 2000 1800 1600 1400
CO2 freq kussens
ppm
1200
CO2 freq wand 1000
CO2 aan/uit wand CO2 aan/uit kussens
800 600 400 200
21:58
21:56
21:54
21:52
21:50
21:48
21:46
21:44
21:42
21:40
21:38
21:36
21:34
21:32
21:30
21:28
21:26
21:24
21:22
21:20
21:18
21:16
21:14
21:12
21:10
0
tijd
Grafiek 4: CO2 bij 12 uit 48 aan / 27 Hz 2000
1800
1600
1400
ppm
1200
CO2 freq kussens CO2 freq wand
1000
CO2 aan/uit wand CO2 aan/uit kussens
800
600
400
200
tijd
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
23:54
23:48
23:42
23:36
23:30
23:24
23:18
23:12
23:06
23:00
22:54
22:48
22:42
22:36
22:30
22:24
22:18
22:12
22:06
22:00
21:54
21:48
21:42
21:36
21:30
21:24
21:18
21:12
21:06
21:00
0
Grafiek 5: CO2 bij 12 uit 18 aan / 18 Hz 2000 1800 1600 1400
ppm
1200
CO2 freq kussens CO2 freq wand
1000
CO2 aan/uit wand CO2 aan/uit kussens
800 600 400 200
22:28
22:24
22:20
22:16
22:12
22:08
22:04
22:00
21:56
21:52
21:48
21:44
21:40
21:36
21:32
21:28
21:24
21:20
21:16
21:12
21:08
21:04
21:00
0
tijd
Grafiek 6: RV bij 45 uit 15 aan / 15 Hz 65 64 63
RV in %
62 61
rv 1 freq rv 2 freq
60
rv 1 aan/uit rv 2 aan/uit
59 58 57 56
tijd
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
0:51
0:43
0:35
0:27
0:19
0:11
0:03
23:55
23:47
23:39
23:31
23:23
23:15
23:07
22:59
22:51
22:43
22:35
22:27
22:19
22:11
22:03
21:55
55
Grafiek 7: CO2 bij 8 uit 52 aan / 32 Hz 2000 1800 1600 1400
CO2 aan/uit kussens
ppm
1200
CO2 aan/uit wand
1000
CO2 freq wand
800
CO2 freq kussens
600 400 200 23:41
23:32
23:23
23:14
23:05
22:56
22:47
22:38
22:29
22:20
22:11
22:02
21:53
21:44
21:35
21:26
21:17
21:08
20:59
20:50
0
tijd
Grafiek 8: CO2 bij 20 uit 20 aan / 21 Hz 2000 1800 1600 1400
CO2 aan/uit kussens
ppm
1200
CO2 aan/uit wand
1000
CO2 freq wand
800
CO2 freq kussens
600 400 200
tijd
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
23:05
23:00
22:55
22:50
22:45
22:40
22:35
22:30
22:25
22:20
22:15
22:10
22:05
22:00
21:55
21:50
21:45
21:40
21:35
21:30
21:25
21:20
21:15
21:10
0
Grafiek 9: CO2 bij 45 uit 15 aan / 15 Hz 2500
2000
CO2 aan/uit kussens
ppm
1500
CO2 aan/uit wand CO2 freq wand 1000
CO2 freq kussens
500
0:51
0:43
0:35
0:27
0:19
0:11
0:03
23:55
23:47
23:39
23:31
23:23
23:15
23:07
22:59
22:51
22:43
22:35
22:27
22:19
22:11
22:03
21:55
0
tijd
Grafiek 10: RV bij 25 uit 5 aan / 12 Hz 65 64 63
RV in %
62
RV 1 aan/uit
61
RV 2 aan/uit
60
RV 1 freq
59
RV 2 freq
58 57 56
tijd
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
0:16
0:12
0:08
0:04
0:00
23:56
23:52
23:48
23:44
23:40
23:36
23:32
23:28
23:24
23:20
23:16
23:12
23:08
23:04
23:00
22:56
22:52
55
Grafiek 11: CO2 bij 8 uit 22 aan / 26 Hz 2000 1800 1600 1400
ppm
1200
CO2 freq kussens CO2 freq wand
1000
CO2 aan/uit wand CO2 aan/uit kussens
800 600 400 200
22:30
22:25
22:20
22:15
22:10
22:05
22:00
21:55
21:50
21:45
21:40
21:35
21:30
21:25
21:20
21:15
21:10
21:05
21:00
0
tijd
Grafiek 12: CO2 bij 15 uit 15 aan / 19,2 Hz 2000 1800 1600 1400 CO2 freq kussens
ppm
1200
CO2 freq wand
1000
CO2 aan/uit wand
800
CO2 aan/uit kussens
600 400 200
tijd
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
22:30
22:25
22:20
22:15
22:10
22:05
22:00
21:55
21:50
21:45
21:40
21:35
21:30
21:25
21:20
21:15
21:10
21:05
21:00
0
Grafiek 13: CO2 bij 25 uit 5 aan / 12 Hz 2000 1800 1600 1400
CO2 freq kussens
ppm
1200
CO2 freq wand
1000
CO2 aan/uit wand 800
CO2 aan/uit kussens
600 400 200
tijd
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
0:19
0:16
0:13
0:10
0:07
0:04
0:01
23:58
23:55
23:52
23:49
23:46
23:43
23:40
23:37
23:34
23:31
23:28
23:25
23:22
23:19
23:16
23:13
23:10
23:07
23:04
23:01
22:58
22:55
22:52
0
Bijlage 3: Knipsels publicaties in het kader van het project
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
Persbericht Opendag ‘Circulatie en Bewaring’ Kwaliteitsverlies en een hoge energierekening zijn de gevolgen van een hoge circulatie tijdens de bewaring van tulpen. DLV Bloembollen en PPO Bloembollen houden een open dag in het kader van een demonstratieproject rondom de mogelijkheden van verminderde circulatie bij kistenbewaring. Datum opendag: vrijdag 10 september Locatie: Bloembollenkwekerij Kreuk, Landbouwstraat 29 te Julianadorp Tijd: van 10.00 tot 17.00 uur Tijdens de demonstratie zal worden ingegaan op de achtergronden van de huidige normen, de mogelijkheden voor verbetering van de productkwaliteit en het verminderen van de benodigde hoeveelheid elektriciteit die hiervoor nodig is. Wilt u graag met een studiegroep de demonstratie bezoeken, dan kunt u op afspraak terecht in de week van 6 tot 10 september. Zowel bezoeken overdag als in de avond behoren tot de mogelijkheden.
Contactpersoon voor de pers: Peter Wiersma DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
DLV Adviesgroep NV Marktgroep Bloembollen / bolbloemen Tolweg 11 1681 ND Zwaagdijk Tel. 06-53819774
[email protected]
Persbericht DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004
Opendag ‘Circulatie en Bewaring’ Kwaliteitsverlies en een hoge energierekening zijn de gevolgen van een hoge circulatie tijdens de bewaring van tulpen. DLV Bloembollen en PPO Bloembollen houden een open dag in het kader van een demonstratieproject rondom de mogelijkheden van verminderde circulatie bij kistenbewaring. Tijdens de demonstratie zal worden ingegaan op de achtergronden van de huidige normen, de mogelijkheden voor verbetering van de productkwaliteit en het verminderen van de benodigde hoeveelheid elektriciteit die hiervoor nodig is. Datum opendag: vrijdag 24 september Locatie: H. Smakman, Noordermiddenweg 81 te Creil Tijd: van 10.00 tot 16.00 uur Wilt u met uw studiegroep op een ander moment langskomen, maak dan een afspraak met Niels Kreuk. tel. 06-20439110. .
Contactpersoon voor de pers: Niels Kreuk DLV Adviesgroep NV Marktgroep Bloembollen / bolbloemen Tolweg 11 1681 ND Zwaagdijk Tel. 06.20439110 of 0228-561900
DLV Plant BV, Marktgroep Bloembollen PPO, Sector Bloembollen en Bomen
december 2004