GEBRUIK VAN
EIGEN HOUTIGE BIOMASSA IN BIOMASSAINSTALLATIES STAP-VOOR-STAP-AANPAK PRAKTIJKADVIES VOOR GEMEENTEN
MET TIPS EN TOPS 1
2
3
2013 Een uitgave van Bossschap Princenhof Park 9 Postbus 65 3970 AB Driebergen tel. 030-6930130 www.bosschap.nl
[email protected] Samenstelling en redactie: Joke Winkelman (Winkelman Natuurlijk!) Vormgeving: Aukje Gorter Foto’s: Bosschap (blz. 1, 2, 6, 9, 13, 16, 20, 30 en 31), Federatie Particulier Grondbezit (blz. 22 en 23), Landbeeld (omslag rechts en blz. 29) en Stephan Moed (omslag links en blz. 4). Dit praktijkadvies kwam tot stand in samenwerking met Eppo Bolhuis (Bosschap), Annika van Dijk (Bosschap), Kees Boon (AVIH), Arjen Brinkmann (BVOR), Hans Massop (Natuurmonumenten) en Arjan Rosseel (Landplan). Alhoewel deze publicatie met grote zorg is samengesteld aanvaarden samenstellers en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten in dit praktijkadvies.
4
GEBRUIK VAN
EIGEN HOUTIGE BIOMASSA IN BIOMASSAINSTALLATIES STAP-VOOR-STAP-AANPAK PRAKTIJKADVIES VOOR GEMEENTEN
Inhoud 7 Waarom dit praktijkadvies 9 Fase 1 Informeer en inventariseer 16 Fase 2 Locatie en logistiek 20 Fase 3 Aanbesteden 22 Fase 4 De bouw 24 Lessons learnt vanuit de gemeentelijke praktijk 26 Meer informatie 5
6
Waarom dit praktijkadvies? Dit praktijkadvies vind zijn oorsprong in de herhaaldelijk door enthousiaste gemeenteambtenaren aan het Bosschap gestelde vraag: “Wij willen met eigen houtige biomassa een biomassa-installatie opstarten, maar waar begin ik?” Door middel van dit praktijkadvies kunt u stapsgewijs en met behulp van tops en tips komen tot verantwoorde keuzen en een weloverwogen besluitvorming wanneer u als gemeente overweegt een biomassa-installatie aan te schaffen. Het advies gaat niet in op technische specificaties van houtkwaliteit, installaties, juridische aspecten, terugverdientijden of prijzen. Daarvoor kunt u literatuur en websites raadplegen en te rade gaan bij importeurs en installateurs. U kunt er voor kiezen een adviseur in te huren, maar voor kleinschalige projecten is dit meestal niet noodzakelijk. Bovendien is ook dan een goede, eigen voorbereiding noodzakelijk.
> Dit praktijkadvies gaat dan ook over kleinschalige projecten voor warmteopwekking uit houtige biomassa. Ga ook gefaseerd te werk ȍ )DVHLQIRUPHUHQHQLQYHQWDULVHUHQ ȍ )DVHGH҃QLWLHYHORFDWLHNLH]HQQDGHQken over logistiek ȍ )DVHDDQEHVWHGHQ ȍ )DVHERXZHQRSOHYHULQJ > Dit praktijkadvies gaat vooral in op de stappen die u kunt nemen in fase 1 en 2, en geeft tips voor fase 3.
Benodigde tijd De tijd nodig voor planning en aanbesteding bedraagt al gauw een jaar (fase 1 en 2 beide drie maanden, fase 3 zes maanden). Voor bouw en oplevering moet u al gauw ook op zes maanden rekenen. Reken ook
Aan de slag - tops
tijd voor het regelen van vergunningen en voor de
Misschien zijn de belangrijkste tops wel dat u voldoende kennis verzamelt, de tijd neemt, voor een goede coördinatie zorgt, stap-voor-stap werkt, en iedere stap goed voorbereidt. Ook is het verstandig gebleken om met een kleinschalig project voor warmteopwekking (tot 1 MW) te beginnen. Zo verkent u de mogelijkheden in uw gemeente en doet u ervaring op voor grotere projecten. Complexere zaken als (grotere) warmtenetwerken en teruglevering aan het elektriciteitsnet kunnen dan wellicht in een later stadium aan bod komen.
keuze van leverancier(s).
Voorkeur voor warmteopwekking uit houtige biomassa Houtige biomassa omzetten in warmte heeft zowel vanuit milieuoogpunt als vanuit de techniek de voorkeur. Aanwending voor elektriciteit is minder duurzaam omdat daarbij kostbare warmte verloren gaat. Ook is daarvoor een (dure) generator nodig. Een combinatie van warmte- en elektriciteitsopwekking is ook mogelijk, maar is duur en qua systeem en onderhoud gecompliceerder dan wanneer alleen warmte wordt
7
opgewekt. In de praktijk worden dit soort gecombi-
Is er genoeg houtige biomassa?
neerde installaties alleen gebouwd boven een bepaal-
Van de jaarlijkse bijgroei (7-8 m³ per ha) werd de
de omvang (denk aan 5 MW).
afgelopen decennia naar schatting slechts 55 % geoogst (bron: Probos). In 2011 betrof de oogst in totaal slechts 837.000 m³ houtige biomassa. In dat jaar
Vergisten en composteren nog niet rendabel
verkochten bovendien maar 16% van de Nederlandse
Niet-houtige biomassa zoals bermgras, bladeren,
boseigenaren houtige biomassa voor warmte- en
groenafval, gft, mest, slib, riet en heide kan worden
energieopwekking (bron: LEI). De staande houtvoor-
gecomposteerd of vergist. Dat levert nog steeds kos-
raad is daardoor toegenomen van 158 m³ per ha
ten op. Wel zijn de tarieven voor verwerking de laatste
in 1985 tot 208 m³ in 2005 (bron: ministerie LNV).
3-5 jaar gemiddeld met 50% gedaald. Het duurt nog
Oorzaken: te lage prijs, te hoge kosten. Van houtige
wel een aantal jaren voordat voor de verwerking van
biomassa uit park- en landschapsbeheer wordt jaar-
niet-houtige biomassa rendabele technieken op de
lijks ruwweg 1 miljoen m³ niet afgevoerd en blijft ter
markt zijn en betaald gaat worden voor niet-houtige
plekke achter.
biomassa.
Torrefactie, pyrolyse en vergassing
Cascadering - optimalisering gebruik biomassa
Naast het meest gangbare verbranden van houtige
Bij cascadering worden alle onderdelen van biomassa
biomassa kan ook torrefactie, pyrolyse en vergas-
zo optimaal mogelijk gebruikt.
sing van biomassa plaatsvinden.
Componenten met de hoogste toegevoegde waarde,
Jehh[\WYj_[0 proces waarbij houtige biomassa
zoals rondhout, worden aangewend voor een hoog-
zonder zuurstof wordt verhit tot circa 200-400°C.
waardige bestemming, bijvoorbeeld als bouwmate-
Hierbij krijgt de biomassa een steenkoolach-
riaal. Bovendien leveren deze onderdelen in euro’s
tige structuur. Vooral gebruikt als vervangende
meer op dan bij aanwending voor biomassa het geval
brandstof in kolencentrales.
zou zijn. De overblijvende biomassa wordt vervolgens
Foheboi[0 thermisch kraakproces waarbij houtige
gebruikt voor het opwekken van energie (elektriciteit
biomassa zonder zuurstof bij temperaturen van
en warmte).
500-800 ºC wordt verhit. Er ontstaan dan doorgaans drie producten: gas, olie en een cokesachtig residu. L[h]Wii_d]0 proces waarbij houtige biomassa, meestal onder toevoeging van lucht, stoom (water) en/of zuivere zuurstof, bij een temperatuur tussen 800 tot 1.200 ºC wordt vergast tot een gasmengsel van voornamelijk koolmonoxide (CO) en waterstof (H2). Nevenproducten bestaan uit as en teer.
8
fase 1 Informeer en inventariseer
9
Fase 1 Informeer en inventariseer Vorm altijd een gemeentelijk werkgroepje met collega’s afkomstig uit de praktijk Vraag enkele medewerkers verantwoordelijk voor bijvoorbeeld klimaatbeleid, groen- en afvalbeheer en Wabo, en een gemeenteraadslid en/of wethouder in de werkgroep zitting te nemen. Ook de Provincie kan daarin met u meedenken. Een dergelijke werkgroep geeft u een schat aan nuttige informatie. Vergeet ook de afdeling inkoop niet, want u gaat iets nieuws doen waarbij “via de laagste kosten op de markt zetten” niet vanzelfsprekend is.
In deze fase wint u veel informatie in en verzamelt u gegevens over de in uw gemeente beschikbare biomassa. Door deze informatie zelf te verzamelen kunt u zich snel, goed en goedkoop inwerken in de materie, de eerste besluiten nemen, en anderen overtuigen. Start u al meteen met een wat groter en omvangrijker project, dan kan het inhuren van een goede, ervaren adviseur een optie zijn.
n
Inkoop- en aanbestedingsregels Houd gedurende het gehele proces de inkoop- en aanbestedingsregels in de gaten.
Bedenk wat voor type project u zou willen opstarten De warmtevoorziening van een zwembad, gemeentehuis, sporthal of camping behoort al snel tot de mogelijkheden. Dit soort projecten heeft over het algemeen een overzichtelijke warmtevraag en de installatie kan al snel rendabel zijn. Maar ook de energievoorziening van een kantoor, school of zorginstelling vormen prima projecten. Een warmtenet in een woonwijk, zoals al aanwezig in bijvoorbeeld Eindhoven en Zwolle, is al snel complexer, ook als het maar enkele woningen betreft. Er zijn dan bijvoorbeeld aparte meters en facturen nodig, en ook de nodige informatievoorziening brengt extra kosten mee. Samenwerking met andere (markt)partijen is dan zeker aan te raden. n
Win zo snel mogelijk externe adviezen in Bel in een zo vroeg mogelijk stadium rond om (vrijblijvende) adviezen en informatie. Denk daarbij aan andere gemeenten die u in dit proces voorgingen [zie box achterin], aan ervaren leveranciers, importeurs en installateurs van (kleinere) biomassa-installaties, en – wanneer in uw gemeente onvoldoende biomassa beschikbaar blijkt – aan terreinbeheerders en leveranciers van houtige biomassa bij u in de buurt. Denkt u aan een (bescheiden) warmtenetwerk, ga dan al in dit stadium ook in gesprek met een of meerdere woningbouwcorporaties. n
10
Indicatie omvang installatie
Zorg voor voldoende interne commitment
(&aM0 woning
Het is belangrijk om al in een vroeg stadium voldoen-
(*+&&aM0 zwembad, gemeentehuis, sporthal
de politieke en ambtelijke commitment voor uw am-
(jej+CM0netwerk met daaraan gekoppeld
bities te verkrijgen en deze gedurende het hele proces
bijvoorbeeld een zwembad, stadhuis, enkele
te behouden.
honderden woningen en revalidatiecentrum (+#.CM0groot netwerk voor industrie, hele
Inventariseer de beschikbare houtige biomassa Inventariseer de beschikbare hoeveelheid houtige biomassa in tonnen en m³ die door het jaar heen vrijkomt uit eigen beheer en uit de milieustraat. Denk ook aan kleinere takken die bij onderhoud van bomen, plantsoenen en bossen blijven liggen. Calculeer hoeveel dit oplevert als alles versnipperd wordt. Ga ook na of het mogelijk is in de gemeentelijke milieustraat aangevoerd (schoon) houtig afval uit tuinen van particulieren te versnipperen en hoeveel dit per jaar oplevert. Het gaat steeds om houtige reststromen. Gebruik geen stamhout. Dat verdient vanuit het oogpunt van duurzaamheid een hoogwaardiger gebruik en levert bovendien in de verkoop meer op.
woonwijk, stadsverwarmingsnetwerk
n
Bepaal welke rol de gemeente wil hebben Het is cruciaal dat de gemeente vroegtijdig definieert welke rol zij zelf wil nemen en welke partners daarbij nodig zijn. Afhankelijk daarvan kunnen aandachtspunten en zelf te nemen stappen verschillen. Zo kunt u denken aan bedrijven die een warmte-unit plaatsen en voor u exploiteren tegen een vooraf afgesproken prijs. Of vorm een energiecoöperatie als u naar een groter warmtenet wilt, met participatie van bijvoorbeeld de betrokken bewoners en aan te sluiten kantoren en bedrijven. n
Breng bezoeken aan bestaande installaties Bent u iets verder in het informatieproces, breng dan een bezoek aan al lopende gemeentelijke biomassaprojecten [zie box achterin dit praktijkadvies]. Zo doet u veel ideeën en kennis op. Neem enkele gemeenteraadsleden en de verantwoordelijke wethouder mee voor het creëren van draagvlak! n
11
Fase 1 Informeer en inventariseer
Samenstelling gemeentelijke houtige biomassa
Hout uit gemeentelijk groen geen chemisch afval
ide[_#[dhee_^ekj uit plantsoenen, wegbeplan-
Door recente wijziging van Europese wetgeving is
ting en lanen
“schone” houtige biomassa afkomstig uit bos, land-
jWa#jef[dZkdd_d]i^ekj uit gemeentelijke
schap en plantsoenen uitgezonderd van de werkings-
bossen
sfeer van de afvalstoffenregelgeving. Deze wijziging is
^Wa^ekj uit buitengebied en landschap
verwerkt in de Wet Milieubeheer.
iY^eed^ekj_]jk_dW\lWb van particulieren ed][l[h\Z[dedX[^WdZ[bZ^ekjW\lWb ingele-
Kijk ook naar het potentieel aan biomassa Bekijk de lange termijnvisie en de beheerplanning voor het gemeentelijke groen. Kan er efficiënter worden geoogst, is er achterstallig onderhoud waardoor tijdelijk meer kan worden geoogst, kunt u het aanbod aan houtige biomassa vergroten? Bedenk daarbij dat kwalitatief beter en meer groen in uw gemeente niet alleen de biomassastromen ten goede komt, maar ook de biodiversiteit en het leefklimaat en daarmee het welbevinden van burgers.
verd bij milieustraten en gemeentewerven
n
Productie lokale biomassa in wilgenplantages Wilt u de hoeveelheid eigen biomassa op eenvoudige wijze verhogen, denk dan eens aan het planten van wilgen op land dat in uw eigendom is maar (tijdelijk) niet voor andere doeleinden geschikt is.
n Ga alleen uit van schoon hout Voor houtchips voor verwarmingsinstallaties geldt: hoe schoner, hoe beter. Door bladeren, naalden, ander groenafval, zand en aarde in de biomassastromen vermindert de kwaliteit van de houtchips sterk. In de praktijk betekent dit meestal dat alleen hout dat vrijkomt bij bomenonderhoud en bosonderhoud geschikt is om op te werken tot brandstof voor houtsnipperinstallaties, tenzij hierop bij de inzameling wordt geanticipeerd.
n Kies een bewerkingsvorm Houtige biomassa omzetten in houtchips en deze voor energieopwekking verbranden is op dit moment het meest gangbaar en het gemakkelijkste. Een andere bewerkingsvorm betreft houtpellets, maar het maken van pellets is duur, en is voor gemeentelijke projecten feitelijk geen optie. Houtpellets kunnen meestal wel bijgestookt worden in een houtchipinstallatie, maar omgekeerd is een andere zaak. Een pelletinstallatie brandt namelijk minder efficient (vervuilender) op chips en is dan meestal ook storingsgevoeliger. 12
Verse chips hebben meestal een vochtgehalte van 40-50% of meer. Chips met een vochtgehalte <35% zijn geschikter, maar het vochtgehalte mag ook weer niet te laag zijn.
In de praktijk geldt: 1000 ton biomassa = ca. 3000 m3 (droge) houtchips.
Type installatie gekoppeld aan kwaliteit houtchips De technische specificaties van de installatie bepalen de te gebruiken kwaliteit houtchips en omgekeerd. Daarom is het cruciaal kwaliteit en energiewaarde van uw biomassastromen goed te kennen. Ga steeds
Houtpellets of houtchips?
uit van bredere houtchipspecificaties dan noodzake-
Houtpellets (zie foto) worden gemaakt van afval uit de
lijk. Zo komen al snel geschikte installaties in beeld
houtverwerkende industrie, houtchips (houtsnippers)
die een bredere kwaliteitsrange aankunnen, waar-
van (vers) rond- of takhout. Gebruik van houtchips
door ook het energieopwekkingsproces minder kwets-
heeft bij aanwending van gemeentelijke biomassa de
baar wordt.
voorkeur.
Drogen van chips
Bepaal de energiewaarde (J/ton) van de beschikbare biomassastromen In de inventarisatiefase kan voor een eerste schatting van de energiewaarde worden uitgegaan van gemiddeld 7 Gj/ton voor verse houtchips. Bedenk dat de energiewaarde per type afvalstroom en per boomsoort verschilt. Daarnaast hebben vochtige chips een lage energiewaarde en daarmee verbrandingswaarde omdat eerst het vocht in de chips verbrand moet worden.
Door de houtstroom te laten liggen en later te chip-
n
pen kan het vochtgehalte omlaag worden gebracht. Hierdoor wordt ook verarming van de bodem tegengegaan omdat terugkeer van nutriënten vanuit bladeren en naalden van gekapte biomassa naar de bodem soms mogelijk wordt. Chips kunnen ook in een algemene opslag of in de opslag ter plekke worden gedroogd tot het gewenste vochtgehalte.
13
Fase 1 Informeer en inventariseer
de biomassa. Maar vaak blijft snoeihout nu nog liggen of wordt ter plekke versnipperd en teruggespoten omdat verwijderen te duur is. Kijk dus goed naar de bestaande onderhoudscontracten en pas deze zo mogelijk aan.
Aanduiding houtchipkwaliteit Er zijn diverse classificatiesystemen voor houtchips: de CEN/TC 335 standaard, de (verouderde maar in ons land nog breed gebruikte) Oostenrijkse Ö-norm M7133, de Duitse DIN-normen. Hiermee kunnen verkopers de kwaliteit van hun houtchips eenduidig definiëren en weten gebruikers of de houtchips geschikt
n Verdiep u in de technologie Weet hoe de omzetting van biomassa naar warmte en energie in zijn werk gaat! Een verkeerde installatiekeuze is een misinvestering. Laat u zich daarom goed voorlichten over installaties afgestemd op de beschikbare biomassa. Maak eventueel gebruik van een goede, ervaren adviseur.
zijn voor hun installatie. U kunt ook zelf een bepaalde kwaliteit afspreken met uw houtchipleverancier (zie Europese Norm EN 14961).
Inventariseer de eventuele levering van biomassa door derden Veel gemeenten hebben al snel de beschikking over enkele duizenden m³ houtige biomassa. Dit is genoeg voor een kleinschalig en leerzaam biomassa-initiatief. Bij onvoldoende eigen biomassa kunt u wellicht aansluiten bij bestaande lokale initiatieven, samenwerken met lokale aanbieders van houtchips of inkopen bij terreinbeheerders in de omgeving. Een gegarandeerde, contractueel vastgelegde afname, eventueel in combinatie met een ijkdatum voor later geldende (stijgende) marktprijzen voor houtchips kan helpen lokale aanbieders over de streep te trekken. n
Goede adviseurs zijn schaars! Check altijd de ervaring van een adviseur en vraag referenties.
n Bereken kosten en baten! Kijk niet alleen naar de kosten voor de hele keten. Juist in dit stadium is een eerste inschatting van de baten gemeten in euro’s en green benefits van groot belang. In fase 2 kunt u dit dan preciseren. Hoeveel denkt u uit te sparen aan conventionele verwijderingskosten van biomassa en aan aardgasgebruik, hoeveel CO2 wordt er minder uitgestoten, in welke mate neemt de kwaliteit en daarmee de biodiversiteit van het gemeentelijke groen en daarmee het welbevinden van burgers toe, et cetera. Met dit soort gegevens overtuigt u anderen van het nut van uw initiatief !
Ga eigendom gemeentelijke biomassa na De aannemer of hovenier met het onderhoudscontract voor gemeentelijke groen heeft meestal ook het eigendoms- en daarmee gebruiksrecht van het product en daarmee van n
14
CO2-uitstoot berekenen AgentschapNL heeft een CO2-tool bio-energie voor de
Verwarming van een woning
berekening van broeikasgasemissiereducties.
?dijWbbWj_[0 15-40 kW
Met de BVOR CO2-rekentool (vrij te downloaden op
>ekjY^_fi0 35 % vochtgehalte (gedroogde houtchips)
www.bvor.nl) is het mogelijk de integrale CO2-effecten van benutting van gemeentelijke organische rest-
?dm[ha_d]0 gemiddeld 1.600 uur/jaar
stromen (waaronder houtige biomassa) te berekenen.
> Totaal: 20 ton houtchips/jaar = 60 m3 houtchips
Creëer steeds voldoende draagvlak Presenteer plannen en voorstellen in de gemeenteraad, en vergeet niet andere besluitvormers, collega’s, omwonenden en eventuele actiegroepen geregeld te informeren en bij uw plannen te betrekken. Maak hiervoor een (eenvoudige) communicatiestrategie, waarin u ook green benefits en de local-for-local gedachte een plaats geeft, en go-no go momenten inbouwt. Laat zien dat het om gebruik van snoeiafval gaat, niet om houtoogst voor energiewinning.
Verwarming zwembad
n
?dijWbbWj_[0 400 kW >ekjY^_fi0 35% vochtgehalte (gedroogde houtchips) ?dm[ha_d]0 gemiddeld 3.200 uur per jaar > Totaal: ca. 420 ton/jaar = ca. 1.260 m3 houtchips
Verwarming gemeentehuis ?dijWbbWj_[0 500 kW ?dm[ha_d]01.600 uur/jaar > Totaal: ca. 250 ton/ jaar = 750 m3 houtchips
> Heeft u deze stappen doorlopen, dan is het tijd voor de tweede fase!
Groter warmtenet (ca. 50 huizen en een kantoor) ?dijWbbWj_[0 1 MW > Totaal: ca. 1.000 ton/jaar = 3.000 m3 houtchips
15
fase 2 Locatie en logistiek
16
Fase 2 Locatie en logistiek Check bestemmingsplan en weten regelgeving Denk bij het kiezen van een locatie aan geluid, geur, fijnstof, NOx en organische verbindingen die de installatie produceert, aan opslagruimte voor de houtchips, en aan manoeuvreerruimte voor de vrachtwagens die de chips aanleveren. Check daarom tijdig bestemmingsplan, emissieregelgeving, Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo). Installatieleveranciers kunnen u precies vertellen waaraan u moet voldoen. Dit varieert met de omvang van de installatie.
In dit stadium weet u in grote lijnen hoeveel biomassa van welke kwaliteit de komende jaren beschikbaar is, welk projecten daarbij het beste passen en waar in uw gemeente zoal de voorkeur naar uitgaat. Maar ook subsidies en wet- en regelgeving kunnen van grote invloed zijn op het definitief te kiezen project, terwijl een juiste keuze van de locatie belangrijk is om de logistieke kosten te minimaliseren. Dit zijn zaken die in deze fase goed moeten worden nagegaan.
n
Ga subsidie- en stimuleringsregelingen na Subsidies, bijvoorbeeld de SDE+ regeling, kunnen een belangrijke financiële bijdrage aan uw project leveren en het op korte termijn al rendabel maken. De focus van subsidieregelingen verandert echter door de jaren heen en kan van grote invloed zijn op uw definitieve keuzes. Ga naar AgentschapNl.nl of kijk op infomil.nl voor de laatste informatie. Daarnaast ondersteunen Provincies vaak initiatieven op dit gebied. n
Nieuwe emissienormen Sinds 2010 gelden nieuwe emissienormen (BEMS) voor installaties groter dan 1 MW. De nieuwe normen noodzaken bij installaties groter dan 1 MW tot de aanschaf van een relatief kostbaar elektrostatisch filter om de fijnstofnorm en een denox-installatie om de NOx- norm te halen. De laatste jaren zijn er dan ook vooral kleinere installaties van maximaal 1 MW bijgekomen.
Stookruimte en bouwbesluit SDE+
De stookruimte waar de installatie geplaatst wordt
Sinds januari 2012 valt naast elektriciteit ook warmte
dient onder andere te voldoen aan de eisen uit het
onder de SDE+ regeling. De SDE+ regeling geeft in
bouwbesluit aangaande brandwering.
2013 subsidie voor de energievoorziening van bijvoorbeeld een zwembad, gemeentehuis, sporthal of gemeentelijke camping wanneer de installaties groter is dan 500 kW.
17
Fase 2 Locatie en logistiek
Kies een definitieve bestemming en locatie Op grond van de in fase 1 ingewonnen informatie, eventuele voorkeuren, subsdieregelingen, bestemmingsplan, en wet- en regelgeving kiest u een definitieve bestemming en locatie.
Denk goed na over het gewenste type installatie Er bestaan diverse soorten low en hightech ketels, elk met eigen specificaties. Vrijwel alle biomassa-installaties zijn sterk gevoelig voor wisselingen in de kwaliteit van houtchips. Een andere kwaliteit brengt het opnieuw afstellen met zich mee en kan tot onverwachte problemen en tijdelijk uitvallen of beschadiging van de installatie leiden. Laat u vrijblijvend informeren door ervaren installatiebedrijven.
n
n
Ga de energiebehoefte van de locatie goed na Onderzoek of de energiebehoefte door het jaar heen nagenoeg constant is of pieken en dalen kent. In dat laatste geval gaat u uit van de basisvraag en stookt u bij met gas tijdens pieken (meestal november-februari). Pieken kunnen ook worden opvangen met in buffervaten of buffertanks opgeslagen warmte. Dat is eenvoudiger dan afvoeren van teveel geproduceerde bio-warmte of teruglevering van teveel geproduceerde elektriciteit. De combinatie met een gasinstallatie heeft bovendien het voordeel dat bij problemen met of onderhoud van de bio-installatie de energievoorziening niet in gevaar komt – u schakelt dan tijdelijk geheel over op gas. n
Breedspectrum installatie Het waarborgen van een constante kwaliteit van houtchips uit eigen biomassastromen kan lastig te verwezenlijken zijn. Kies daarom bij voorkeur voor een installatie die een heterogene kwaliteit houtchips aankan. Het energieopwekkingsproces wordt zo minder kwetsbaar. Vooral kleinere installaties (tot ca. 500 kW) zijn erg gevoelig voor wisselingen in brandstofkwaliteit.
Goedkoop is vaak duurkoop Goedkopere installaties laten nogal eens aan degelijkheid te wensen over. Goede, moderne en weinig ruimtebeslag vragende installaties worden momen-
Gelijkmatig gebruik biomassa-installatie
teel geleverd door Oostenrijkse en Duitse bedrijven en
Een gelijkmatig gebruik van uw biomassa-installatie
een Nederlandse leverancier.
– en daarmee conventioneel bijstoken of gebruik van buffervaten in piekperioden – heeft zowel vanuit de techniek als vanuit milieuoogpunt de voorkeur. Grote fluctuaties in het stoken van de installatie en opnieuw opstarten betekenen meer emissie en meer slijtage aan de installatie.
18
Denk goed na over de organisatie van alle benodigde logistiek Een juiste organisatie van de logistiek rond chippen, aanvoer en opslag van houtchips, en beheer van de installatie is van groot belang voor welslagen en beheersbaar houden van uw project. Collega-gemeenten en installateurs kunnen u hierbij helpen aan informatie en ideeën [zie ook de box met best practices achterin dit praktijkadvies].
> Met de resultaten van bovenstaande punten in de hand kunt u overgaan op het voorbereiden van de aanbesteding!
n
Maak een keuze voor eigen beheer of uitbesteden Eigendom, bouw, beheer en onderhoud van een installatie kunt u ook geheel of ten dele uit- en aanbesteden. Denk aan een leverancier die de installatie in eigendom houdt en ook het onderhoud uitvoert. De gemeente levert eigen chips en koopt opgewekte warmte terug tegen een vast tarief. Zo heeft u er geen omkijken meer naar. Het dagelijkse beheer kan bijvoorbeeld door de beheerder of eigenaar van het gebouw op zich genomen worden. n
Vrijblijvende offertes voor uitbesteden beheer Vraag tijdig vrijblijvende offertes op voor de kosten van warmtelevering versus de kosten voor zelf bouwen en beheren van de installatie zodat u een gedegen afweging kunt maken.
19
fase 3 Aanbesteden
20
Fase 3 Aanbesteden In deze fase wordt het bestek opgesteld en vindt de aanbesteding plaats. Door de verkregen informatie bij het doorlopen van het bovenstaande stappenplan weet u wat mogelijk is en wat u wilt. Wees daar in het bestek en de aanbestedingsregels zo duidelijk mogelijk over. Hieronder staan de belangrijkste nog even samengevat: n
n
Leg alle wensen en eisen vast in uw bestek en aanbestedingsregels
n
Noem in de aanbestedingsregels bij voorkeur ook zaken als ervaring van leverancier en installateur en laat installatie- en onderhoudskosten afzonderlijk meetellen
n
Vraag bij het offertetraject altijd een duidelijk plan van aanpak
n
Vraag een installateur altijd naar het ontwerp van de installatie, zeker als deze in samenhang met een reeds bestaande gasinstallatie moet functioneren
n
Maak op grond van bovenstaande een afgewogen beslissing en ga niet alleen voor de laagste prijs!
Vraag alleen gerenommeerde importeurs/leveranciers om een prijsopgave
n
Ga voor levering van een vaste kwaliteit houtchips
n
Ga uit van een bredere houtchipspecificatie dan strikt noodzakelijk
Check leveranciers en importeurs Vraag andere gemeenten of grotere particulieren waar bedrijfsmatige installaties al enige tijd in werking zijn om hun ervaringen met leveranciers. De branche-
n
Ga voor een degelijke installatie
organisatie van leveranciers van biomassa ketels (NBKL) is doende een Geschillencommissie op te richten en eisen te formuleren waaraan leveranciers zich
n
Geef aan dat installatie en opslag volledig moeten voldoen aan alle wettelijke eisen en CE-markering (vereiste typekeuring)
moeten houden om kwaliteitswerk te kunnen leveren. Oriënteer u daarop.
Vaste prijs houtchips obstakel? Mocht een vaste prijs van houtchips voor een langere
n
Ga voor langduriger contracten voor levering van houtchips en onderhoud en beheer van de installatie
periode een obstakel vormen, leg dan contractueel vast dat na een x aantal jaren de dan geldende marktconforme prijs gaat gelden, of spreek bijvoorbeeld een prijsrange of een maximale prijs af.
21
fase 4 De bouw
22
Fase 4 De bouw In deze fase worden bouwkundige voorzieningen getroffen, met name voor de opslag van houtchips. Zo moet de opslag van de ke-
telruimte zijn gescheiden door een brandwerende muur. De installatie wordt vervolgens neergezet en ingeregeld.
23
Lessons learnt vanuit de gemeentelijke praktijk Chip voorgedroogd takhout vlak voor
B[jWbX_`^[jee]ij[dlWd^[j^ekjef dat u zo weinig mogelijk verontreini-
gebruik – zo voorkomt u broei in de
ging (zoals blad en zand) in het hout
opgeslagen houtchips en gaat er geen
krijgt.
verbrandingswaarde verloren door stapelen.
Scheid direct houtig tuinafval en Voorkom het bevriezen van opgesla-
houtreststromen van overig afval in milieustraten en gemeentewerven,
gen biomassa – in bevroren toestand
dat scheelt later sorteerwerk en dus
beschadigen deze de installatie.
kosten. Plaats een aparte container Voorkom het natregenen en daarmee
hiervoor en instrueer medewerkers.
verlies aan kwaliteit van opgeslagen biomassa – overdek altijd uw opslag.
A_`adWWhkosten van een houtchipper, zowel het inhuren als het kopen
Voorkom toevoer van stukken ijzer
ervan. Het door een aannemer laten verrichten van de chipwerkzaamhe-
of brokken hout in de systeemtoevoer.
den is meestal goedkoper dan het zelf
Laat een alarm inbouwen voor het
uitvoeren. Wel moeten er dan goede
geval dit toch gebeurt. Leidt dit alarm
afspraken worden gemaakt.
naar bijvoorbeeld de beheerder van het gebouw waarin of waarbij de biomassa-installatie staat. Deze beheerder
=[[\leY^j_][Y^_filebZe[dZ[j_`Zec te drogen, onder vliesdoek of onder een
kan een dergelijk probleem vaak wel
dak, of door natuurlijke convectie in de
zelf oplossen.
hoop. Indien vochtig of nat snoeihout IbWZ[^ekjY^_filbWaleeh][Xhk_aef
direct versnipperd wordt is een ruime
in een afgedekte opslag bij de instal-
opslag vereist.
latie en probeer de chips daar verder te drogen. Dit kan door rookgassen die
Voorkom een te grote opslagruimte bij de installatie. Laat top- en takhout
vrij komen tijdens het verbrandings-
in bermen liggen of gebruik een tus-
proces onder de chips door te leiden
senopslag en chip het tegen de tijd dat
en deze zo voor te verwarmen. Ketel-
het nodig is.
leveranciers kunnen u hier meer over vertellen.
24
CWWaZ[efibW]_dZ[lehclWd[[d aan een zijde open betonnen bunker met deksel, en zorg voor een geautomatiseerde aanvoer naar de installatie. Een vijzel is storingsgevoeliger dan een hydraulische installatie. CWWa[[dXkda[hZ_[eeaj[vullen is met een kiepende laadbak, dan is men niet volledig afhankelijk van een hoogkipper voor aanvoer van chips en kan ook de gemeentelijke vrachtauto worden ingezet. CWWaX_`[[d]hej[h[_dijWbbWj_[Z[ opslag minimaal 100 m³ groot, dit betreft pakweg de omvang van een door een grote vrachtwagen aangevoerde lading houtchips. Voorkom broei en zorg dat eventuele broeibranden niet kunnen overslaan door een brandwerende muur tussen opslag en installatie/gebouw.
25
Meer informatie
Handige websites:
Biomassa oogst uit bos:
www.agentschapnl.nl www.biobasedeconomy.nl www.duurzameenergie.org www.ecn.nl/phyllis (karakteristieken biomassa en afval) www.infomil.nl (wet- en regelgeving rond milieu) www.milieucentraal.nl www.milieuloket.nl www.nbkl.nl (leveranciers biomassaketels) www.platformbioenerige.nl
Jong, J.J. de, 2011. Effecten van oogst van takhout op de voedingstoestand en bijgroei van bos (literatuurstudie). Alterra-rapport 2202 Persson, P.E., 2011. Green Energy from the Forest. Work environment/quality/production. Part 2. Uitgave www.mieabse.se Studie kansen en knelpunten oogst tak- en tophout uit bos. Studie door Stichting Probos & Van den Nagel Bio-energie, resultaten verwacht tweede helft 2013, zie: www.probos.nl
Kennisnetwerken:
Productie lokale biomassa in wilgenplantages:
Community of Practice Valorisatie Biomassa Natuur en Landschap (www.cahvilentum.nl/) Netwerk Regionale Duurzame Energie Gelderland (www.wing.nl)
Optimalisering kosten en opbrengsten van wilgenplantages: een verkenning. Stichting Probos & InnovatieNetwerk, 2013 (http://tinyurl.com/lsfv76s) Kansen voor de aanleg van wilgenplantages in Nederland, Stichting Probos, 2011 (www. probos.nl). Kosten en baten van wilgenplantages. Bosberichten 2013/1 (www.probos.nl) Tijd rijp voor wilgenenergieplantages! Bosberichten 2012/1 (www.probos.nl)
Algemeen (te vinden op internet): Bioenergie, een kans voor uw gemeente. Uitgave AgentschapNL, 2008 Biomassa uit Natuur en Landschap, Bosschap, 2012 (folder) Kerngegevens Bos en Hout in Nederland, Stichting Probos, 2012 Spoorboekje Biomassa. Voor realisatie van biomassaprojecten door gemeenten en publieke afvalbedrijven. Uitgave NVRD Tien aanbevelingen voor succesvolle inzameling van hout- en snoeiafval. Uitgave SenterNovem, 2007 Warmte uit hout. Een handreiking voor initiatiefnemers van bio-energie installaties. Uitgave BVOR (informatieboekje)
Regelgeving: Houtig (rest)materiaal is géén afval!, toelichting ter ondersteuning bevoegd gezag, marktpartijen en handhaving’, AVIH, 2013 (www.avih.nl)
26
Leveranciers en biomassawerven:
Voorbeeld coöperatievorming door leveranciers: /www.biomassalland.nl/biomassa Stoken op streekhout, zie: http://tinyurl.com/cn7qwwz
Landschap - Overzichtsrapportage in het kader van het kennisprogramma Mooi Nederland. Advin B.V./Borgman Beheer Advies B.V./Europe’s Energy Point B.V./ )DFH7KH)XWXUH%9ZZZHQHUJLHERVQO Gybels, R., R. Wouters, B. Schuurmans & W. Verbeke, 2012. Houtige biomassa voor energie in Limburg. Eindrapport van het MIP2-project ‘Limburgs groen voor een groene economie’. (http://tinyurl.com/ lvv3syl)
Logistiek:
Techniek (drogen onder doek):
De logistieke keten van houtige biomassa uit bos, natuur en landschap in Nederland. Rapport, Stichting Probos, Borgman Beheer Advies en Biomassa Stroomlijn, 2009 (te downloaden via www.probos.nl)
Hackschnitzeltrocknung mit Kompostiervlies ȃ)UDQN%XUJHU%D\HULVFKH/DQGHVDQVWDOW I¾U:DOGXQG)RUVWZLUWVFKD҇)UHLVLQJ Johann Weissenböck, Polyfelt GmbH, Linz (http://tinyurl.com/k8h7u3j)
Cases en praktijkervaringen:
Contracteren van biomassa/ warmte
Biomassakaart NL met centrales en leveranciers, zie www.avih.nl/biomassakaart/ Kaart - Overzicht van biomassawerven BVOR; www.bvor.nl/kaart-biomassawerven/
Organisatie van producenten:
Groen goud uit landschapsonderhoud. Uitgave Stichting Probos, Borgman Beheer Advies, Zilverberg advies & KandT management en Landschap Erfgoed Utrecht, 2012. (www.probos.nl) Inzet van hout voor energie in Gelderland [enkele ‘best practices’]. Uitgave Alterra en Stichting Probos, 2010 (www.probos.nl) Haalbaarheidsstudie en Investeringsplan Biomassalland: Regionale energie voor en door Salland – Eindrapportage, 2013. Borgman Beheer Advies en ANV Groen Salland (www.biomassalland.nl) Nieland E.J., G. Borgman, J. Oorschot, L. Reitsma, D. Borgman, H. Hof & M. Snoep, 2012. Energieke Integratie van Stad en
Warmte inkopen in plaats van biomassa. Dit kan bij leveranciers zoals BeGreen, Bio )RUWH%9%.&%9&2*$6 Voorbeeldcontracten: op te vragen bij Biomassaland (www.biomassaland.nl)
Duurzaamheidscertificering van biomassa Duurzaamheidscertificering van biomassa conform NTA 8080. Algemene informatie via www.nen.nl Toolbox certificering biomassa reststromen conform NTA 8080, BVOR (http://tinyurl.com/kcelskl)
27
Enkele gemeenten met lopende biomassaprojecten, eventueel samen met contractpartners (juli 2013)
Gemeente
Bijzonderheden
Installatie
Contact
Barneveld
Schateiland Zeumeren (recreatiegebied)
Atechpro
Theo de Groot 06 1918 1825
Dedemsvaart, gemeente Hardenberg
Zwembad (de Kiefer)
Unica
Jan Schepers 0523 289 506
Delden, gemeente Hof van Twente
Landgoed Twickel Herz BioFire 500 kW
Heatplus
Martin Neimeijer 057 239 0762
Denekamp, gemeente Dinkelland
Meander Wonen 2 x 400 kW Biomatic
Heatplus
Martin Neimeijer 057 239 0762
Eindhoven
Warmte- elektriciteitsnet in wijk Meerhoven, capaciteit 12 MW (3500 woningen / school/ 20 winkels)
Imtech houtcentrale
Frans Kastelijn 040 238 2638
Zwembad (Ir. Ottenbad)
Imtech houtcentrale
In voorbereiding: warmte- en elektriciteitsnet in Strijp (binnenstad) [identiek aan centrale in Meerhoven]
houtcentrale
Hengelo (Ov)
Zwembad (Twentebad) Gilles HPKI-550 kW
Degin
Frans Pieper 06 1254 0725
Lemmer , gemeente Lemsterland
Zwembad gestookt met houtpellets
Atechpro
Theo de Groot 06 1918 1825
Marum
Netwerk, groot buizennet capaciteit 500 kW houtchips/snoeihout, vochtpercentage 30-50%, as gehalte < 6%
Bioforte/Tubro
Jaap Koppejan 06 4986 7956
Ulft, gemeente Oude IJsselstreek
HDG Compact 100 kW houtchips
Bio Energie Nederland Jos Borkes 06 5156 9461
Vaassen, gemeente Epe
Zwembad/Sporthal “De Koekoek” Ketel 400 kW houtchips/snoeihout, vochtpercentage 30-50%, asgehalte < 6%
Tubro
Voerendaal
Gemeentehuis HDG Compact 150 kW (houtpellets)
Bio Energie Nederland Ben Schoormans 06 1055 5293
Vriezenveen, gemeente Twenterand
Zwembad Ketel 300 kW
Kara
Zwolle
Woonwijk en zwembad
Be Green/Unica
28
Rick Roozeboom 057 857 6122
Christiaan Voortman 038 498 2529
29
30
31
32