Erasmus Magazine
#04 3 oktober 2013
www.erasmusmagazine.nl
EERSTEJAARS AAN HET HANDJE Int er na t in iona si l de pa ge s
Ophef over Erasmus Vitaal: Waarom excuses maken boekverplichting zweten onder bij Rechten werktijd zo moeilijk is
Overstijg jezelf Lanceer je carrière bij Deloitte De keuze van je eerste werkgever is heel belangrijk. Je wilt goed beginnen en ambities kunnen waarmaken. Daarom is er geen betere plek om je carrière te starten dan bij Deloitte. En dat heeft alles te maken met de mogelijkheden die je krijgt aangereikt. Je werkt al snel voor verschillende opdrachtgevers aan interessante projecten. Dat maakt je werk afwisselend en inspirerend. Met je eigen initiatieven en ideeën geef je richting aan je carrière. Bij Deloitte is de ambitie letterlijk voelbaar en dat motiveert. Je leert snel, je groeit snel en stijgt boven jezelf uit. Lanceer je carrière en kijk op werkenbijdeloitte.nl
© 2013 Deloitte The Netherlands
INHOUD
De Kwestie
3 oktober 2013 | 03
14
17
06 | Waarom excuses maken zo moeilijk is Onlangs maakte de Nederlandse staat excuses aan Indonesië vanwege de executies tijdens het militair optreden in de periode tussen 1945 en 1949. Nabestaanden van Srebrenica hebben die excuses echter nooit gehad. EM vroeg historica Stef Scagliola naar het hoe, waarom en nut van excuses maken.
Coververhaal 14 | Eerstejaars aan het handje Met de almaar toenemende druk om alle 60 punten in één jaar binnen te slepen, kiezen steeds meer faculteiten ervoor om hun eerstejaars te koppelen aan mentoren. Zo hopen de faculteiten de overstap naar de universiteit makkelijker te maken.
30
Achtergrond 17 | Zweten onder werktijd Een fotoverslag van Erasmus Vitaal, de jaarlijkse sportmiddag voor medewerkers op de vierde dinsdag van september. Vol sportievelingen, die met plezier en af en toe met een tikje venijn, de krachten meten met andere afdelingen en faculteiten.
22
20 | Ophef over boekverplichting ESL Het liefst zou de Erasmus School of Law haar eersteen tweedejaarsstudenten verplichten om het digitale boekenpakket aan te schaffen, maar wettelijk is dat verboden. De ongelukkige formulering in het Onderwijsen Examenreglement dat er zelfs sancties opgelegd kunnen worden als iemand de digitale boeken niet koopt, leidt tot veel ophef onder studenten.
En verder…
04 08 12 22 24 24 25 28 29 32
Uitvergroot Campus Ongehoord ‘Het leven houdt niet op bij vijftig’ Halverwege Toppublicatie Lifestyle Personalia International Pages Achterop
Erasmus Magazine/EM onafhankelijk opinieen informatieblad van de Erasmus Universiteit Rotterdam
Hand in hand
Meer en meer worden studenten op de universiteit aan de hand genomen. Soms bijna letterlijk. Zo krijgen studenten bij steeds meer opleidingen een mentor toegewezen (vaak een ouderejaarsstudent) die hen in de eerste weken van de studie begeleidt en adviseert over hoe te studeren. Het gaat zelfs zover dat deze begeleiding geen service is vanuit de opleiding: het gaat hier om bijeenkomsten waarbij eerstejaars verplicht worden aanwezig te zijn. Hiermee is het einde van het vrije studentenleven – zoals dat ooit bestond, maar dat de laatste decennia steeds verder werd ingeperkt – wel officieel ingeluid, lijkt me zo. En dit allemaal om de uitval van studenten, die nergens in Europa zo hoog als in Nederland, terug te dringen, om daarmee een hoop geld te besparen. Toch klinkt in deze EM ook een tegengeluid. Student Niels Hunck pleit in een opiniestuk (pag 12) voor het opheffen van de tijdslimiet op studeren en het afrekenen per vak. Als studenten met de komst van het sociaal leenstelsel toch meer voor hun studie moeten betalen, geef ze dan ook de vrijheid om er zo lang over te doen als ze willen, zodat ze zich naast hun studie ook met extracurriculaire activiteiten kunnen ontplooien. Daarmee zou het langstuderen dus weer in ‘ere’ kunnen worden hersteld, maar dan wel op eigen kosten. Wieneke Gunneweg Hoofdredacteur Erasmus Magazine & EM Online
[email protected]
UITVERGROOT
3 oktober 2013 | 05
I GOT CHILLS… Ondanks de enigszins lage temperatuur en een regenbuitje halverwege, genoten woensdag 18 september zo’n vijftig studenten – onder wie slechts een handjevol heren – van de meezingversie van de filmklassieker Grease uit 1978. Aan een vetgekuifde Guus Bok, zanger van de rock-‘n-rollformatie Guus Bok & The Boogies, de taak het publiek zodanig in de stemming te brengen dat het ook daadwerkelijk met John en Olivia ging meezingen. Grease was de tweede film in het kader van een Open Air Cinema-driedaagse, georganiseerd door SG Erasmus. Echter, de andere twee films moesten vanwege het weer uiteindelijk binnen worden vertoond. GvdE (foto: LW)
3 oktober 2013 | 06
DE KWESTIE
Waarom excuses maken zo moeilijk is Onlangs maakte de Nederlandse staat excuses aan Indonesië vanwege de executies tijdens het militair optreden in de periode tussen 1945 en 1949. Nabestaanden van Srebrenica hebben die excuses echter nooit gehad. EM vroeg historica Stef Scagliola naar het hoe, waarom en nut van excuses maken. tekst Gert van der Ende foto ANP
Op 6 september oordeelde de Hoge Raad dat de Nederlandse staat aansprakelijk is voor de dood van drie moslimmannen in Srebrenica in 1995. Sinds 2002 procedeerden een Bosnische tolk van Dutchbat en de nabestaanden van een elektricien tegen de Staat. De elektricien en twee familieleden van de tolk werden door Bosnische Serviërs gedood nadat Dutchbat-militairen hen van hun compound hadden gestuurd. Waarom moet hier een rechter aan te pas komen? “De pavlovreactie van een overheid is om zich bureaucratisch in plaats van emphatisch op te stellen. Men gaat ver afstaan van het feit dat die slachtoffers op de loonlijst stonden van de compound en dat Dutchbat zich niet heeft ingezet om ze te behouden.” Rutte twijfelt nu om excuses te maken aan de tolk en de nabestaanden van de elektricien. Begrijpelijk? “Als er eerst een rechtszaak voor nodig is geweest, kun je je afvragen of je überhaupt nog oprechte excuses kunt maken.”
Stef Scagliola (1958) is historica bij de ESHCC/ Erasmus Studio. Ze studeerde Sociale geschiedenis aan de EUR en slaagde cum laude. Voor haar thesis over historische taboes kreeg ze de Jan Romein Award. Ze promoveerde in 2002 op haar proefschrift ‘Last van de oorlog, de Nederlandse oorlogsmisdaden en hun verwerking’ Ze is gespecialiseerd in oral history, audiovisuele archieven en Digital Humanities. Van 2006 tot 2011 was ze coördinator van het Interviewproject Nederlandse Veteranen.
Wat is wezenlijk anders aan deze drie moslimmannen in vergelijking met de duizenden andere slachtoffers in Srebrenica? “Dutchbat zou er nooit ofte nimmer in geslaagd zijn om die 7000 mensen te redden. Dat is niet een kwestie van ‘willen’, je moet daar de middelen en machtspositie voor hebben. Dat is iets anders dan leidinggevenden die niets ondernomen hebben, zelfs geen zichtbaar protest, om de uitlevering van die drie mensen tegen te gaan.” Dus excuses aan de nabestaanden van die drie zijn wel gepast, maar aan die duizenden anderen niet? “Het is moeilijk. Als je je voor het laatste zou excuseren, impliceert dat dat je iets hebt nagelaten. Maar als je kijkt naar wat de concrete situatie was, dan was er niets wat Dutchbat had kunnen doen. Symbolisch wel, zoals een assertievere houding van Karremans tegenover Mladic, of het proces van het afvoeren van de moslimbevolking traineren. Als je het hebt over drie mensen die bij je in
dienst zijn, kun je wél zeggen dat je nalatig bent geweest.” Op 12 september bood de ambassadeur in Jakarta namens de Nederlandse regering excuses aan vanwege de executies tijdens het militair optreden in de periode tussen 1945 en 1949. Waarom duurde het zolang voordat Nederland excuses maakte? “De vraag waarom het zo lang duurde is gebaseerd op allerlei vooronderstellingen: namelijk dat je pas oprecht berouw hebt als je binnen een bepaalde periode uit jezelf, zonder allerlei politieke druk, excuses aanbiedt. Maar dat is de psychologische ideaaltypische redeneertrant die uitgaat van een persoon; die kun je niet zo een-op-een toepassen op een staat. Dat wil overigens niet zeggen dat excuses niet gepast zijn.” Okay, maar waarom duurde het ruim zestig jaar? “Dat heeft te maken met de democratisering van geschiedenis en internationalisering van humanitair recht. Het zijn niet alleen staten die bepalen welke onderwerpen op de agenda staan in het internationale spel; steeds meer mensen hebben een stem en eisen die op. Er moet dus met deelverhalen en deelervaringen rekening gehouden worden. Historisch onrecht staat daarom steeds vaker op de agenda. Staten moeten er dus aan wennen dat ze daar iets mee moeten doen, mede omdat het ook in de relatie tot de verhoudingen met een ander land psychologisch en politiek niet-productief is om het onrecht te negeren. De reden waarom het nu gebeurt, heeft direct te maken met wat
3 oktober 2013 | 07
DE KWESTIE
De Nederlandse ambassadeur in Indonesië, Tjeerd de Zwaan, praat in Jakarta met nabestaanden van mensen die zijn geëxecuteerd door Nederlandse soldaten in de periode 1945-1949. Op 12 September 2013 maakte hij publiekelijk excuses .
‘Symboolpolitiek is niet alleen slecht’ > Stef Scagliola
advocaat Liesbeth Zegveld voor elkaar heeft gekregen (Zegveld stond zowel de Indonesische weduwen bij – die excuses en een schadevergoeding kregen van de Nederlandse staat – als de Bosnische families, (GvdE).” Lang is dus een relatief begrip? “Ja, want het betekent dat jij een idee hebt over hoe het eigenlijk zou moeten. En waar baseer je dat op? Het idee hoe er over het verleden wordt gedacht, of zou moeten worden gedacht, verschuift en verandert door de democratisering van het recht. Ik had nooit durven denken in de jaren tachtig dat er zoiets als een Waarheidscommissie in Zuid-Afrika zou komen, dat de Argentijnen hun eigen generaals zouden berechten of Pinochet huisarrest zou krijgen.” Zestig jaar lijkt me nog steeds lang. “Bij Indonesië speelt er nog iets anders mee, namelijk dat het geen oorlog was met een helder profiel van dader en slachtoffer. Het was een fuzzy oorlog: er valt geen duidelijke lijn te trekken tussen daders en slachtoffers, je hebt niet één context van geweld, maar vijf of zes, en dan is er altijd veel gedoe over wie heeft wat gedaan tegen wie en wat vervolgd moet worden. Het lijkt helder: een kolonie die onafhankelijkheid wil, strijdt tegen een land dat die onafhankelijkheid niet wil gunnen. De Indonesische context is echter veel ingewikkelder, omdat het naast een onafhankelijkheidsoorlog ook een revolutie was waarin Indonesische groepen onderling streden om de macht. Door het Nederlandse koloniale beleid waren weinig mensen
geschoold en daardoor ook niet politiek bewust. Het klinkt verdacht uit Nederlandse hoek, maar zoals vaak het geval is bij bezettingen, was het voor het gros van de mensen om het even wie de baas was, als zij maar gewoon hun ding konden doen. Als zij hulp kregen van de Nederlanders, werden ze door hun eigen jongens een kopje kleiner gemaakt. Werd een boer verdacht van medewerking aan een fatale hinderlaag op Nederlandse troepen, dan werd er met hem afgerekend. Het verschil tussen het ene gelijk en het andere is op nationaal niveau nauwelijks te maken. “Beter is te kijken naar het microniveau: wie heeft wie vermoord en hoe? Hoe hebben die weduwen hun mannen verloren? Dan kunnen eventueel drie dorpen verderop Indonesiërs hun eigen volk vermoord hebben, maar dat is dan een andere zaak. Als je écht een idee wilt hebben van leed en oprechte excuses, dan moet je op het niveau van het daadwerkelijk ervaren onrecht gaan zitten.” Is het dan wel goed dat Nederland nu excuses heeft gemaakt aan Indonesië? “Kijk, je hebt niet alleen een identiteit als persoon, maar ook als Nederlander. Het kan jou als persoon bijvoorbeeld nooit kwalijk genomen worden dat jouw opa gecollaboreerd heeft met de Duitsers. Daarvoor hoef jij persoonlijk geen excuses te maken. Maar als Nederlander wil je dat jouw land zich verantwoordelijk opstelt en voeling heeft met wat er in het verleden is gebeurd. Dan is er wel wat voor te zeggen om op een symbolische manier publiekelijk rekenschap te geven.” Dus die excuses hebben meer impact hier dan daar? “Ja, maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld ons slavernijverleden. Stel dat er nooit Surinamers en Antillianen naar Nederland zouden zijn gekomen; wie zou er dan het initiatief genomen hebben om hier in Nederland een monument te plaatsen en excuses te vragen? Het historische feit blijft, maar of er inhoud aan wordt gegeven en er sociale druk is om je er rekenschap van te geven, hangt af van wat de mensen die nu hier leven vinden en voelen.” Maakt het uit voor eventuele claims of de Staat berouw toont of excuses maakt? “Nee, dat staat nergens in de wet. Ik denk niet dat het
al dan niet excuses maken van de regering aan bijvoorbeeld de tolk en de nabestaanden van de elektricien het verschil maakt voor Liesbeth Zegveld om wel of niet naar de rechter te gaan. Wat voor haar wel uitmaakt, is de bureaucratische, objectiverende, afwerende houding van de Staat; heb je als slachtoffer niet alleen je vader verloren, maar ontkennen de mensen die daar verantwoordelijk voor waren ook nog de hele situatie.” Zouden er zonder mensen als Liesbeth Zegveld überhaupt excuses zijn gemaakt? “Nee. Je hebt echt pioniers nodig, met een verbetenheid en met kennis van zaken om dit voor elkaar te krijgen. De bureaucratische houding van de overheid is contraproductief bij het afwikkelen van dit soort zaken, daar ben ik echt van overtuigd. En dan nog moet de tijd er ook rijp voor zijn. In de jaren tachtig en negentig was Indonesië ook al een issue, maar toen was de invloed van de veteranen zo sterk dat zelfs iemand als Liesbeth niet de sociale context had kunnen scheppen om het voor elkaar te krijgen. Maar de context verandert, al was het maar omdat een heleboel van die mannen nu dood zijn en niet meer kunnen demonstreren en hun achterban mobiliseren.” Welk land heeft ooit als eerste excuses gemaakt? “Ik meen dat dat Duitsland was, na de Tweede Oorlog, met die Wiedergutmachung. Duitsland was van mening dat je moet betalen voor de schade die je hebt aangericht. En terecht, want er is een groot verschil tussen elkaar bevechten volgens de regels van het oorlogsrecht, en burgers geweld aandoen. Dan ga je over de streep.” Is excuses maken niet meer dan symboolpolitiek? “Het is symboolpolitiek, maar die heeft onterecht een negatieve connotatie. Tja, schieten slachtoffers van een ramp er iets mee op als de koning op bezoek komt en handjes schudt? Het is vooral een gebaar. Het belangrijkste is hoe de mensen in kwestie het ervaren. Dat anderen op tv en in de kranten er wat van vinden, is bijzaak; het leidt de aandacht af van de mensen die direct getroffen zijn. Zij hebben de meeste zeggenschap om te bepalen of excuses welkom zijn of niet, en of ze de pijn verzachten. Daar begint en eindigt het mee.”
3 oktober 2013 | 08
CAMPUS
GELDZORGEN
Sociale Faculteit vreest faillissement
De Faculteit der Sociale Wetenschappen verkeert in zwaar weer. Tegenvallende personeelskosten en teruglopende studentenaantallen leiden tot grote tekorten die kunnen oplopen tot 1,6 miljoen in 2015. Decaan Henk van der Molen maakt zich grote zorgen. “Als de studenteninstroom niet groeit, zijn we straks failliet.”
CDA: ‘Verkeersveiligheid bij campus ondermaats’
Met de komst van de nieuwe parkeergarage op de campus naast de ingang op de Burgemeester Oudlaan is de oversteekplaats een stuk onoverzichtelijker geworden. Daar moet iets aan gedaan worden, vindt de Rotterdamse CDA-fractie. De afgelopen weken hoorde CDA-gemeenteraadslid Ruben Mink, tevens student Bedrijfseconomie, verschillende klachten van studenten en andere weggebruikers over de kruising op de Burgemeester Oudlaan. Met relatief hardrijdende auto’s, de in- en uitgang van de parkeergarage en de tramrails, kan die vooral voor fietsers en voetgangers gevaarlijk zijn. Er zijn nog geen ongelukken gebeurd, maar de eerste aanrijding lijkt een kwestie van tijd. Mink geeft aan dat hij eind augustus al aandrong op verbeteringen, maar dat hij geen gehoor heeft gekregen bij de Gemeente Rotterdam. “Alles op de campus wordt vernieuwd, maar op essentiële verkeersveiligheid moeten we weken wachten.” Op 25 september stuurde Mink opnieuw een brief met vragen naar het Rotterdamse College van Burgemeester en Wethouders. Volgens Mink zijn de belangrijkste oplossingen de aanleg van een zebrapad voor voetgangers en het beter attenderen van automobilisten op de fietsende studenten die er elke dag oversteken. Met de huidige situatie is het voor
de meeste fietsers veel praktischer om niet bij het fietspad, maar bij de autobaan over te steken. Het fietspad dat er nu ligt is bijna overbodig, waardoor gevaar op de loer ligt. “Vooral om 9 uur ’s ochtends fietsen hier veel studenten en komen de medewerkers aan met de auto. Als het straks donker is, kan die drukte veel gevaarlijke situaties opleveren, aldus Mink. De universiteit zegt zelf ook ontevreden te zijn met de huidige verkeerssituatie, en heeft de gemeente gevraagd om actie te ondernemen, zegt woordvoerder Marjolein Kooistra. “De kruising is goed ontworpen en moet door de gemeente worden aangelegd, alleen is dat nog niet volledig gebeurd. Daarom ontstaat er nu een onduidelijke situatie die ook de EUR niet veilig acht. De EUR heeft aan de gemeente gevraagd de kruising verder af te maken volgens het ontwerp.” Volgens Ruben Mink kunnen studenten zelf ook bijdragen aan meer veiligheid. “Het is misschien een idee om niet meer met oordopjes in te fietsen. Dan ben je toch een stuk alerter.” MvS
Oorzaak van de tegenvallende cijfers: stijgende loonkosten en hogere werkgeverslasten die noch door de EUR, noch door de overheid worden gecompenseerd. Deze extra kosten moeten binnen de eigen begroting worden opgevangen, wat leidt tot tekorten die - als het aantal studenten gelijk blijft - zullen oplopen van 1,1 miljoen in 2014 tot 1,6 miljoen in 2015. Hoewel alle organisatieonderdelen van de EUR last hebben van de nieuwe cao-maatregelen (onder andere tweemaal 1 procent loonsverhoging), komt het bij de FSW nog harder aan. “We kampen al een paar jaar met tekorten”, legt Van der Molen desgevraagd uit. “Die hebben onder meer te maken met het indalen van nieuwe opleidingen. Daar komt nu nog eens bovenop dat we geen rekening hebben gehouden in de begroting voor 2013 met de stijgende loonkosten, die voortvloeien uit de nieuwe cao. Volgens de nieuwe cao kunnen medewerkers hun verlofuren nu, in tegenstelling tot voorheen, wél meenemen naar het volgende jaar. Ook dat leidt tot hogere personeelslasten.” Door een hogere studenteninstroom, het starten van nieuwe internationale masteropleidingen én het verhogen van de numerus fixus bij Psychologie hoopt de faculteit het tekort terug te dringen. De afgelopen twee jaar hadden de bacheloropleidingen Sociologie en Bestuurskunde een lage instroom. Extra marketinginzet lijkt zijn eerste vruchten al af te werpen. “Dat móet ook wel”, zegt Van der Molen. “Als het zo doorgaat en de reservepot raakt echt leeg, dan worden we onder curatele gesteld en zouden we op den duur zelfs failliet kunnen gaan”, aldus Van der Molen in de faculteitsraadsvergadering half september. SvdM/LJ
CIJFER
24.084
inschrijvingen van studenten waren er op 25 september. Nog nooit in de geschiedenis van de EUR waren dat er zoveel. Het aantal unieke studenten ligt iets lager, omdat ruim 3 procent van de studenten ingeschreven staat bij meerdere studies. Pas in de loop van het collegejaar wordt duidelijk hoeveel studenten daadwerkelijk aan de EUR studeren.
3 oktober 2013 | 09
CAMPUS
KORTAF HANS SMITS NIEUWE VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT Hans Smits wordt per 1 januari 2014 de nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht van de EUR. Hij volgt Anton van Rossum op die sinds 2005 de raad voorzat. Smits was al als lid verbonden aan de Raad van Toezicht. Voor de vacature in de raad is nog geen opvolger bekend. Smits (1950) is nog tot 1 januari 2014 directeur van het Havenbedrijf Rotterdam. Daarvoor was hij topman bij de Rabobank en Schiphol, en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Hij studeerde Civiele techniek en Bedrijfskunde aan de TU Delft. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op het bestuur en het beheer van de universiteit en is daarbij verantwoording verschuldigd aan de minister van Onderwijs, die de leden voor een periode van vier jaar benoemt. WG
Meer feuten dan vorig jaar
Studentenverenigingen groeien weer. Er hebben zich 8.500 nieuwe leden aangemeld en dat is 12 procent meer dan vorig jaar. Volgens de Landelijke Kamer van Verenigingen is dit de grootste stijging sinds 2009. Er zijn dit jaar ook iets meer eerstejaarsstudenten, dus een groei van het ledenaantal viel te verwachten. Ook de Rotterdamse verenigingen verwelkomen dit jaar flink wat meer feuten. De Rotterdamse Kamer van Verenigingen (RKvV) kon echter nog geen precieze cijfers geven. Thomas van Gorkom, preses van de RKvV, ziet de algehele toename van studenten ook als voornaamste reden voor de stijging. “Omdat het leenstelsel volgend jaar ingaat, nemen veel geslaagde vwo’ers minder snel een tussenjaar. Ze gaan dus direct naar de universiteit, wat een grotere hoeveelheid eerstejaars oplevert.” HOP/MvS (foto RvdH)
ELSEVIER: EUR BESTE ‘SMALLE’ UNIVERSITEIT De Technische Universiteit Eindhoven is volgens weekblad Elsevier de beste universiteit van Nederland. De EUR scoort het beste in het rijtje specialistische instellingen. Het weekblad maakt onderscheid tussen brede, specialistische en technische universiteiten, omdat niet alle universiteiten even groot zijn, of dezelfde mix hebben van opleidingen. De twee Amsterdamse universiteiten en de Universiteit Twente bungelen onderaan. Elsevier heeft voor het samenstellen van de ranglijsten van universiteiten gekeken naar waar studenten volgens de Nationale Studenten Enquête ‘bovengemiddeld tevreden’ zijn over hun ‘studie in het algemeen’. Vragen over bijvoorbeeld docenten, gebouwen, lesprogramma en roosters zijn niet meegewogen in deze ranglijst. De totaalscore zegt dus weinig over de afzonderlijke opleidingen. Daarom heeft het voor aankomende studenten waarschijnlijk meer zin om te kijken naar de gedetailleerde oordelen per studie. Zo blijk je voor Psychologie het beste terecht te kunnen aan de Erasmus Universiteit, terwijl eindexamenkandidaten die Bedrijfskunde willen studeren beter naar de Rijksuniversiteit Groningen kunnen gaan. HOP
ACHTERAF
Goochelen met wetenschap Wat: Brown Bag Lecture van goochelaar en filosoof Tilman Andris Waar: Theaterzaal Erasmus Paviljoen Wanneer: 25 september, van 12.30 tot 13.30 uur. Legt hij nu echt net zijn truc uit? Waarom lacht hij er dan zo guitig bij? Zou hij ons weer misleiden? Nee, die metalen ringen moeten een gat hebben, anders kunnen ze nooit in elkaar haken. Goochelaar en filosoof Tilman Andris laat het publiek in verwarring achter na zijn lunchlezing over vertrouwen en bedrog. Tijdens de tweede Brown Bag Lecture van SG Erasmus spreekt Andris een uur lang bevlogen over de geschiedenis en theorie van de magie. Na in 2005 te zijn afgestudeerd als filosoof, sloeg hij een Phd-positie af om zich full time te richten op zijn carrière als goochelaar. Gelukkig spelen wetenschap en filosofie nog steeds een grote rol in zijn shows. Misleiding is het instrument van de goochelaar, legt Andris uit. Magie is het beste te definiëren als het creëren van een illusie van onmogelijkheid. Dat proces van misleiding verloopt in vijf stappen. Er is een bepaalde initiële situatie (Andris laat zes metalen ringen zien). Daarna vindt er een bepaalde handeling plaats (de goochelaar maakt wat gekke
gebaren) en ontstaat er een nieuwe situatie (de zes ringen zijn in elkaar gehaakt). Bij de toeschouwer ontstaat cognitieve dissonantie (de waarneming dat de ringen in elkaar haken klopt niet met de eigenschappen van de metalen ringen). Op zoek naar de fout, komt de toeschouwer er niet achter waar het misging (het geloof dat de ringen niet in elkaar kunnen haken blijft, maar je ziet het toch echt). Je komt tot de conclusie dat iets onmogelijk is, terwijl je waarneming iets anders vertelt. Andris noemt dit Illusophism: een redenering met minstens één foute premisse, die leidt tot de conclusie van onmogelijkheid. Hoe komt het dat we die foute premisse niet ontdekken? Volgens Andris komt de aanzet van de Schotse filosoof David Hume. In zijn A Treatise of Human Nature uit 1739 stelt hij dat we causaliteit nooit waar kunnen nemen. We hebben alleen een aantal, dat maakt dat we de waarneming van een bepaalde oorzaak en een bepaald gevolg de relatie van causaliteit toekennen. Andris vertelt dat hij eigenlijk niet meer doet dan het verstoppen van oorzaken. Niets nieuws, eigenlijk. Maar als hij zijn verhaal illustreert met de eeuwenoude truc met de koperen bekers en rode balletjes, krijg je toch het gevoel een uur lang te zijn misleid. TF
3 oktober 2013 | 10
CAMPUS
PERSONEELSBELEID
‘Tijdelijke contracten gevaar voor de wetenschap’ De Vakbond voor de wetenschap maakt zich zorgen: ruim 40 procent van de wetenschappers aan de Nederlandse universiteiten heeft een tijdelijke aanstelling. Aan de EUR is dat zelfs ruim 45 procent. “Een bedreiging voor onderwijs en onderzoek.” Het aantal gepromoveerde wetenschappers dat niet in vaste dienst is bij een van de Nederlandse universiteiten, is sinds de jaren 90 bijna verdubbeld: van ruim 22 procent in 1995 naar bijna 41 procent eind 2012, blijkt uit onderzoek van de Vakbond voor de wetenschap (Vawo). In Rotterdam is het percentage zelfs nog sterker gestegen: van 22,9 procent in 2004 naar 45,7 procent in 2012. De EUR heeft op de TU Eindhoven na (52 procent), de meeste tijdelijke contracten onder wetenschappers. Bij de vrouwelijke wetenschappers ligt dat percentage bij de EUR volgens de VSNU-cijfers zelfs op ruim 63 procent (mannen ruim 35 procent). De toename van het aantal tijdelijke contracten komt niet doordat er meer promovendi worden opgeleid. Die hebben altijd een tijdelijk contract, en zijn daarom in het onderzoek buiten beschouwing gelaten. Worden zij wel meegerekend, dan heeft
maar liefst 66 procent van het wetenschappelijk personeel een eindig contract. Volgens de vakbond leiden de vele tijdelijke contracten tot ‘verschraling, uitholling en toenemende werkdruk’. De bond is bovendien bang dat de continuïteit van onderwijs- en onderzoeksprogramma’s in gevaar komt. “Deze tendens is schadelijk voor wetenschap en onderwijs, omdat ervaren medewerkers er na een jaar of vijf uitgeknikkerd worden, en het werk weer opnieuw moet worden uitgevonden door een onervaren collega”, zegt Arie van Dalen, namens de Vawo. Ook bij het ondersteunend personeel van de Erasmus Universiteit steeg het percentage tijdelijke contracten van 7,1 naar 16,7 procent. Tijdelijke contracten komen in alle sectoren meer voor dan tien jaar geleden, maar volgens de Vawo gaat het bij de universiteiten nu wel erg hard. In 2012 was 16 procent van de Nederlandse beroepsbevolking in tijdelijke dienst. WG
Ophef over boekverplichting ESL Het liefst zou de Erasmus School of Law (ESL) haar eerste- en tweedejaars studenten verplichten om het digitale boekenpakket aan te schaffen, maar dat bleek wettelijk gezien niet haalbaar. De ongelukkige formulering in het Onderwijs- en Examenreglement (OER), dat er zelfs sancties opgelegd kunnen worden als iemand de digitale boeken niet koopt, leidt tot veel ophef onder studenten. Het leek er even op dat de ESL het niet zo nauw nam met de wet, en er werd in de wandelgangen al lacherig gesproken over de voorbeeldfunctie. Ruben Houweling, programmamanager van de ESL: “Wij hebben het digitale boekenpakket ingevoerd vanuit de oprechte mening dat studenten met meer succes studeren als ze toegang hebben tot een groot aantal wetenschappelijke bronnen. Dat is een belangrijke pijler
van ons nieuwe onderwijsmodel.” Volgens Houweling is het pakket goedkoper, groener en zullen studenten later vooral met digitale bronnen werken. De ‘sanctie’ is dat studenten die het pakket niet hebben aangeschaft uit didactisch oogpunt in dezelfde werkgroep worden geplaatst. Onder studenten ontstond veel ophef. Ze vallen over de wijze waarop de verplichting gecommuniceerd is, en vragen zich af of studenten nadeel zullen ondervinden van de tweedeling in werkgroepen. TF/LJ > Lees het hele verhaal op pagina 20-21
ANALYSE
Handjeklap over basisbeurs is echt begonnen Waar is het onderwijs?, was een veelgehoorde reactie na de eerste troonrede van koning Willem-Alexander. Onderwijs en wetenschap kwamen nauwelijks in de rede voor. Een blik op de Rijksbegroting en het Nationaal Onderwijsakkoord biedt iets meer duidelijkheid. 689 miljoen euro moet er verdeeld gaan worden op basis van dat onderwijsakkoord. Universiteiten en hogescholen kunnen niet echt rekenen op flinke investeringen. Er is alleen 135 miljoen beschikbaar om eerdere bezuinigingen te verzachten. Tegen de verwachtingen in, wordt de ‘prijsbijstelling’ niet geschrapt. Onderwijsinstellingen krijgen 204 miljoen euro om de inflatie bij te benen. Maar dan houdt het wel een beetje op. Instellingen kunnen ook nog wel wat bezuinigen, meent de regering. Zo is er nog steeds sprake van overtollige overhead, waarop tot jaarlijks 65 miljoen wordt gekort vanaf 2017. Ook moet het aantal opleidingen omlaag, wat in 2016 al 70 miljoen euro oplevert en uiteindelijk 130 miljoen per jaar moet opleveren. Het opvallendst aan het onderwijsakkoord is dat een deel van het geld dat vrij moet komen met het afschaffen van de basisbeurs al verdeeld is. 119 miljoen euro in het akkoord is afhankelijk van het leenstelsel dat in 2014 (voor masterstudenten) en in 2015 (voor bachelorstudenten) ingevoerd moet worden. De overige 681 miljoen euro die met deze bezuiniging vrij zou komen, moet volgens het akkoord ‘in het bijzonder’ naar het hoger onderwijs gaan. Duidelijke afspraken zijn er echter nog niet over gemaakt, maar het handjeklap over de basisbeurs lijkt nu echt te zijn begonnen. Touwtrekken om een bedrag dat nog allerminst zeker is, welteverstaan. Onder de ondertekenaars (onderwijskoepels en een paar vakbonden – studenten mochten niet meepraten en twee grote vakbonden liepen weg) heerst nog flinke verdeeldheid over het leenstelsel, maar het is aan de wetgever om daarover te besluiten, zo is te lezen in het akkoord. Daarnaast is het nog maar de vraag of - en zo ja, op wat voor termijn – het afschaffen van de basisbeurs door de Eerste Kamer komt. TF
3 oktober 2013 | 11
CAMPUS
Geluidsoverlast.. Door de verbouwingen in het L-en H-gebouw raken wetenschappers verkrampt en kunnen ze zich moeilijk concentreren.
Talitha Muusse (22), masterstudente Global Business & Stakeholder Management en initiator van de Duurzame Jonge 100, een lijst met 100 jonge mensen die inspireren op het gebied van duurzaamheid. Hoe ben je in aanraking gekomen met duurzaamheid? “Eigenlijk is het puur toeval. Ik was op zoek naar een stage en kon bij MVO Nederland aan de slag. Daarvoor was ik helemaal niet bezig met duurzaamheid, maar inmiddels werk ik al een jaar of vier in allerlei duurzaamheidsprojecten.” Duurzaamheid is nogal een vage, en vaak misbruikte, term. Wat versta jij eronder? “Ik denk dat het vooral draait om verantwoordelijkheid nemen voor de lange termijn. Bedrijven zijn heel erg gericht op kwartaalcijfers, als ze drie jaar vooruit kijken is het veel. Een duurzaam bedrijf kijkt naar hoe de wereld er, bijvoorbeeld, in 2030, uitziet en wat de invloed van de bedrijfsprocessen daarop is. Er zijn momenteel vooral veel start-ups die daar een gat in de markt in zien en echt bezig zijn met het maken van slimmere producten en bedrijfsprocessen. Grotere, oudere bedrijven zijn vaak nog niet zo ver, maar die moeten dan ook de kern van hun bedrijfsproces aanpassen.” Dat is een vrij bedrijfskundig verhaal. Hoe ben je er in je dagelijks leven mee bezig? “Eigenlijk werkt het op persoonlijk niveau hetzelfde. Ook daar moet je in je keuzes rekening houden met effecten op de lange termijn. Koop je iedere dag een nieuw plastic flesje, of zorg je dat je iets bij je hebt om het opnieuw te vullen? Het is niet zo dat ik mijn haar niet meer was, maar ik heb wel biologische tandpasta.” Wat wil je bereiken met de Duurzame Jonge 100? “We willen vooral vieren dat er zoveel jongeren goed bezig zijn. Het beeld is vaak dat jongeren zich niet inzetten voor duurzaamheid, en andersom vinden die jongeren het snel een stoffig geitenwollensokkenverhaal. Met deze lijst willen we mensen inspireren en aan jongeren laten zien dat je in duurzaamheid ver kunt komen met innovatie.” LJ
Er is al een hoop achter de rug qua verbouwingen, maar de derde verdieping van het H-gebouw en de doorgang in het L-gebouw zorgen voor de nodige overlast op de etages erboven. Er zitten niet veel mensen meer, en wie er zit heeft last van de herrie van met name boren. “Het is niet te harden”, zegt Esther Keymolen, promovenda bij de faculteit Wijsbegeerte. Ze kan soms geen (telefoon)gesprek voeren en wijkt regelmatig uit naar het Erasmus Paviljoen of naar haar huis om te werken. Net als haar collega Rolf Viervant en wetenschappers uit het L-gebouw staat haar lichaam continu onder spanning, bang voor het kabaal dat ieder moment kan beginnen. Viervant heeft last van concentratieproblemen en probeert er met oordoppen nog iets van te maken, maar ontspannen werken is er niet bij. “Ook al hoor ik maar een klein boortje, mijn lichaam schiet meteen naar een hoog stressniveau.” Viervant begrijpt dat een verbouwing ongemakken met zich meebrengt, maar merkt dat de overlastplanning die zij hebben ontvangen niet altijd klopt. Op de planning staat aangegeven wanneer welke werkzaamheden plaatsvinden en of er matige, middelmatige of sterke overlast verwacht
Rolf Viervant
wordt. Koos van Kalsbeek van Campus in Ontwikkeling geeft toe dat het moeilijk is om precies in te schatten hoeveel lawaai bepaalde werkzaamheden opleveren, zelfs voor aannemers, omdat meerdere factoren een rol spelen. Ook kan de aannemer onverwachte zaken tegenkomen, waardoor werkzaamheden opschuiven of net even anders moeten worden uitgevoerd. Dus het kan kloppen dat de planning soms niet overeenkomt met de werkelijkheid. Van Kalsbeek adviseert Viervant en anderen die overmatig last hebben om via de leidinggevende een andere werkplek te regelen. LJ
DE QUOTE
“Around me the world lays as a whore with divine curves…”
> Uit het nieuwe gedicht Terra Incognita van Umeu Bartelds, student Filosofie en campusdichter. Iedere maand schrijft hij een gedicht op EM.Online. Lees het hele gedicht op www.erasmusmagazine.nl/opinie/de_campusdichter_umeu_bartelds/ of scan de qr-code.
Scan deze qr-code en lees het gedicht van campusdichter Umeu Bartelds op EM.Online!
> Iemand nomineren kan tot 10 oktober op www.dj100.nl. Op 15 november publiceert nrc.next de DJ100.
lees meer op www.erasmusmagazine.nl
3 oktober 2013 | 12
ONGEHOORD
(ON)GEHOORD (On)gehoord is de brievenen opinierubriek van Erasmus Magazine. De pagina’s staan open voor iedereen die wil reageren op de inhoud van Erasmus Magazine of een opiniebijdrage wil schrijven over zaken die de Erasmus Universiteit in de meest brede zin, of het hoger onderwijs in het algemeen betreffen. Anonieme bijdragen worden niet geaccepteerd. Inzenders dienen hun naam, adres en telefoonnummer of emailadres bij de redactie bekend te maken. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, dan wel (in overleg) aan te passen. Wilt u reageren, stuur uw bijdragen dan naar
[email protected]
BRIEF
Lux et Libertas Student Niels Hunck pleit voor een andere manier om studeren te financieren: meer verantwoordelijkheid bij de student, die daardoor zolang kan studeren als hij wil. Reeds enkele jaren zit lang studeren bij politiek en academisch Nederland in de ban. Voornamelijk uit kostenoverwegingen, maar ook door reële vragen over de aanvaardbare duur van universitaire studies, maakt het hoger onderwijs in Nederland steeds meer een beweging naar korte, strak omlijnde opleidingen waarbij de vrijheid om de eigen studie in te richten voor studenten steeds meer ingeperkt wordt. Iets wat serieuze gevolgen kan hebben voor Nederland als kenniseconomie. Al langere tijd zit de financiering van het hoger onderwijs in een onzekere positie. Van de basisbeurs, zoals hij bedoeld was in de Wet op de studiefinanciering van 1986, is weinig meer over. Met de revisie van 2000 naar een prestatiebeurs en de net-niet-invoering van de befaamde langstudeerboete van 2011, is de weg ingezet naar korte studies waarbij de universiteit steeds meer de rol inneemt van middelbareschoolleraar. Deze ontwikkeling is een logisch, doch betreurenswaardig gevolg van het feit dat universiteiten pas gefinancierd worden bij het afstuderen van de student. Het sociaal leenstelsel laat nog op zich wachten, maar belooft met de huidige trend niet veel goeds voor de studiemogelijkheden van de student. Er zijn immers met de hierboven genoemde versobering van de studiefinanciering ook steeds meer maatregelen genomen om de duur van het studeren in te korten en de vrijheid van de student in te perken. Het Bindend Studie Advies is hier het beste voorbeeld van, maar ook de invoering van het probleemgestuurd onderwijs bij sommige studies en de zogenoemde ‘harde knip’ tussen bachelor en master zijn symptomen van een cultuur die streeft naar kortere en strakker omlijnde studies. Velen denken dan allicht dat ‘die studenten vroeger veel te veel op hun lauweren konden rusten’ en ‘toch maar te veel geld spendeerden aan bier’. Kortom: ‘ze hebben niets te klagen!’ Zeker gezien de veronderstelling dat ze op ‘ons’ belastinggeld teren. En weet u? Ik geef ze gelijk! Althans, dan toch in dat laatste. Want ook ik vind het als student niet meer dan normaal dat, wanneer ik de belastingbetaler geld kost, dit zo weinig mogelijk is met zo veel mogelijk rendement. Men kan zich echter de vraag stellen of al het eerdergenoemde wel te verenigen is met het streven van Nederland om meer een kenniseconomie te worden. Moeten wij ons immers niet internationaal onderscheiden door langer studeren juist aan te moedigen en bijkomende werk- en bestuurservaring te prijzen? Onder de huidige omstandigheden is het maar zeer de vraag of het rijke verenigingsleven vol te houden is. Of dat studenten even makkelijk een (tweede) studie kiezen wanneer zij hier aanzienlijk duurder mee uit zijn. Daarom wil ik de komst van het sociaal leenstelsel met open armen ontvangen als mogelijkheid om eigen verantwoordelijkheid en vrijheid te combineren. Het feit dat studenten een grotere financiële bijdrage leveren aan hun eigen studie(s) betekent immers ook dat universiteiten meer ruimte krijgen om de student tegemoet te komen. Ik stel daarom voor om de financiering niet meer per afstuderen te regelen, maar per gevolgd vak. Dit eventueel in combinatie met een vast inschrijvingstarief aan het begin van ieder studiejaar. Dit voorstel impliceert dat wanneer de student per vak zijn studie gaat bekostigen, het mogelijk wordt voor een universiteit om de kostprijs per vak door te berekenen. De universiteit is hierdoor financieel niet meer afhankelijk van de studieduur van de student, maar van het aantal vakken dat hij volgt per jaar. Het vaste inschrijvingstarief biedt de mogelijkheid om de vaste kosten die de universiteit per student maakt, aan het begin van het studiejaar al af te dekken. Hiermee voorkomt de universiteit enerzijds inkomsten te verliezen aan studenten die voor hun afstuderen stoppen of langer over de studie doen, en anderzijds vervalt de noodzaak om zo snel mogelijk studenten af te laten studeren. Het grote voordeel van bovengenoemd systeem is dat studenten zelf meer de incentive hebben om de vakken die ze volgen, ook in één keer af te ronden. Tegelijkertijd wordt het veel makkelijker om naast de studie ervaringen op te doen. Ervaringen die broodnodig zijn in een steeds mondialere economie en arbeidsmarkt. Nu zijn er altijd haken en ogen aan een plan als dit; the devil is in the details. Echter, op dezelfde weg voortgaan en doormodderen in de marge kan Nederland zichzelf niet veroorloven! Verlichting en vrijheid (Lux et Libertas) zijn de weg naar een bloeiende kenniseconomie, niet het vervangen van universitair onderwijs voor ‘voortgezet’ voortgezet onderwijs! Niels Hunck, derdejaars Fiscaal recht en Rechten Eens met Niels, of juist niet?
[email protected]
3 oktober 2013 | 13
ONGEHOORD
BRIEF
TIM DE MEY
Over overlast Na een paar jaar verbouwen op de campus zou je denken dat medewerkers wel wat gewend zijn, maar in het H-gebouw is het de laatste tijd weer bar en boos, merkt filosoof Rolf Viervant. De verbouwingen op de campus zijn inmiddels al langer dan twee jaar aan de gang. Deze werkzaamheden leveren alle medewerkers overlast op. Natuurlijk is het zo dat elke verbouwing onvermijdelijk enige overlast met zich meebrengt, en wanneer een organisatie er veel aan doet om rekening te houden met de medewerkers, dan valt er weinig te klagen. Er is natuurlijk wel een grens aan de hoeveelheid overlast die je als medewerker redelijkerwijs kan verdragen. Die grens is voor mijn werkplek op H4 ruimschoots overschreden. Sinds juni zijn er op de verdieping hieronder werkzaamheden aan de gang. Daardoor is het vaak niet mogelijk elkaar op een afstand van een meter te verstaan. Dat betekent dat het geluid hier voortdurend boven de norm uitkomt die de FNV voor fabrieksarbeiders aanhoudt. De herrie trekt zich ook weinig aan van de ‘overlastplanning’ die we hebben gekregen en waarop onderscheid gemaakt wordt tussen ‘zware’, ‘middelzware’ en ‘lichte overlast’. Klachten worden beantwoord met de mededeling dat er niets gedaan kan worden, maar ‘er zo veel mogelijk rekening gehouden wordt met de bewoners.’ (sic.) Ik denk dat er helemaal geen enkele rekening gehouden wordt met de medewerkers. Wanneer dat wel het geval was, dan had deze mate van overlast nooit goedgekeurd kunnen worden. Dan was een andere oplossing, zoals tijdelijk andere werkplekken, onvermijdelijk geweest. (Een supermarkt gaat ook dicht wanneer een verbouwing de hoofdtaak onmogelijk maakt.) Dat er geen rekening is gehouden met de medewerkers blijkt ook uit het feit dat, bij navraag, Campus in Ontwikkeling geen criteria kan geven op grond waarvan de overlast is ingeschat en hoeveel rekening er als gevolg daarvan precies met de ‘bewoners’ gehouden is. Er is dus geen enkele rekening met de medewerkers gehouden en dat heeft geleid tot een bijna verlaten gang en een handvol overspannen collega’s die niet thuis kunnen werken. Dat vind ik onbegrijpelijk voor een instelling waar geconcentreerd lees-, schrijf- en denkwerk tot de kerntaken behoren. De mensen die hiervoor verantwoordelijk zijn hebben hun werk heel slecht gedaan en kunnen in plaats van op een universiteit voortaan beter op de Maasvlakte aan de slag. R. Viervant, MA, faculteit der Wijsbegeerte
VAN DER SCHOT
OP EIGEN RISICO Een van de hardnekkigste misverstanden over filosofen is dat ze zachtmoedige querulanten zouden zijn. Querulanten? Dat is tot daaraan toe; dat kunnen we moeilijk ontkennen. Want zodra een filosoof, na eindeloos getalm, een standpunt heeft ingenomen, begint hij of zij er meteen zélf bezwaren tegen op te werpen. Dat komt omdat filosofen een beetje zoals dichters zijn. De titel van de mooiste gedichtenbundel van Rutger Kopland zou net zo goed het motto van een filosoof kunnen zijn: ‘Wie wat vindt heeft slecht gezocht’. ‘Querulanten’ kunnen we dus afvinken. Maar ‘zachtmoedig’? In dat beeld herken ik nauwelijks filosofen. We zijn toch geen clubje gezellige keuvelaars? Denkt de buitenwereld nu werkelijk dat we al die spannende, intellectuele meningsverschillen ‘filosofisch’ opnemen, in de zin van: er heel rustig bij blijven, louter helder argumenteren volgens de regels van de kunst en van de deductieve logica, gespeend van retoriek en drogredenen, en vooral met eindeloos veel respect voor de opvattingen van de ander? Mooi niet dus. Filosofen discussiëren typisch ongemeen fel. Geestdriftig. Geëxalteerd. Cassant. Op het scherpst van de rede! En soms ook – maar al te vaak eigenlijk – een tikkeltje vals. Sinds enkele weken zijn filosofische meningsverschillen echter ronduit gevaarlijk geworden. In de Russische stad Rostov-on-Don, bij het afrekenen van het bier aan de kassa van een kruidenierszaak, liep een woordenwisseling over Immanuel Kant zo hoog op, dat de ene querulant een licht wapen trok en meerdere schoten loste op de andere. Geen onherstelbare schade gelukkig, maar toch ... Wie wat vond, had beter zijn mond kunnen houden. Helaas weten we niet waarover het conflict precies ging. Ging de ruzie over het onderscheid tussen de noumenale en de fenomenale wereld? Of over de categorische imperatief? Of over het aantal categorieën? We kunnen er slechts naar gissen. Wel moesten nogal wat collega’s op radio, televisie of in de kranten uitleggen hoe die Kant voor zoveel opwinding kon zorgen. Kant was toch die geheel en al goeiige man, die zó punctueel was, dat de huisvrouwen in Koningsbergen de klok op hem konden gelijkzetten? Behalve die keer dan dat hij dermate gebiologeerd aan het lezen was in Rousseau’s Emile dat hij de tijd vergat. Hoe kon zo’n brok betrouwbare zachtmoedigheid nu zo’n tweespalt veroorzaken? We weten het niet. Het is ons onmogelijk om over het conflict an sich te spreken. Maar vaststaat dat filosoferen een hachelijke onderneming is geworden. Het kan voortaan alleen nog strikt op eigen risico! Tim de Mey is docent Theoretische filosofie
COVERVERHAAL
Eerst bij de hand, daarna bijdehand Met de almaar toenemende druk om in het eerste jaar alle 60 punten binnen te slepen, kiezen steeds meer faculteiten ervoor om hun eerstejaars te koppelen aan mentoren. Zo hopen de faculteiten de overstap naar de universiteit makkelijker te maken. “Het is misschien wat schools, maar de resultaten geven aan dat het nodig is.” tekst Matthijs van Schie fotografie Ronald van den Heerik
3 oktober 2013 | 14
3 oktober 2013 | 15
COVERVERHAAL
O
p de website van de Erasmus School of History, Culture & Communication (ESHCC) werd begin september met trots en enthousiasme aangekondigd dat het mentorprogramma voor de studies Geschiedenis en Algemene Cultuurwetenschappen was gestart. ‘Mede dankzij het mentorprogramma hopen we opstartproblemen bij eerstejaarsstudenten zoveel mogelijk voor te zijn’, is te lezen in het nieuwsbericht. Je zou denken dat het zelf je weg leren vinden op de universiteit juist een essentieel onderdeel is van de ontwikkeling die je als student door moet maken. Echter, de opstartproblemen, die eerstejaarsstudenten tot voor kort gewoon in het tweede of derde jaar konden herstellen, zijn met de ‘Nominaal is Normaal’regeling (N=N) een stuk sneller fataal. Vandaar dat vanaf dit studiejaar groepjes van negen studenten Geschiedenis en Algemene Cultuurwetenschappen om de week bij elkaar komen onder de begeleiding van één of twee mentoren. Die leren de eerstejaars hoe ze opdrachten, essays en tentamens het best kunnen voorbereiden.
Gedragseconomie De Faculteit der Wijsbegeerte – de kleinste op de EUR – houdt het allemaal een stuk simpeler. Daar is geen behoefte aan mentoren, al zijn de eerstejaars Filosofie niet helemaal op zichzelf aangewezen. Zij worden ingedeeld in twee groepen, die in het eerste blok bij elkaar moeten komen om elkaar te helpen in de eerste weken op de universiteit. “Het idee is dat ze deze bijeenkomsten na blok 1 op eigen houtje voortzetten”, zegt studieadviseur Ticia Herold. Toekomstige filosofen worden dus vrijwel direct geacht om het studeren alleen af te kunnen. Dat staat in schril contrast met de gang van
zaken bij de Erasmus School of Economics (ESE) en de Rotterdam School of Management (RSM). Daar is het mentoraat al jaren gemeengoed. Bovendien ontvangen de mentoren een vergoeding voor hun begeleiding. Mede daarom – mentor zijn is een leuke bijverdienste – wordt bij deze faculteiten ieder jaar gretig gesolliciteerd naar de felbegeerde mentorfuncties. “Omdat we zo’n grote faculteit zijn, hebben we elk jaar wel zo’n tachtig mentoren nodig. Dat lijkt misschien veel, maar toch kunnen we nog makkelijk een selectie maken uit de vele sollicitanten”, aldus Wietske Rowaan, die het mentoraat voor de ESE medecoördineert. Het is uiteraard belangrijk dat
Moeizame start Juist in de eerste maanden van de studietijd is dat nodig, zegt Regina de Bruijn-Boot, die het mentorprogramma voor Geschiedenis coördineerde. “We hebben ondervonden dat de struikelvakken bij ons vooral in de eerste twee blokken zitten. Dat komt onder meer doordat de omschakeling van leren op de middelbare school of het hbo naar studeren aan de universiteit voor een hoop studenten toch behoorlijk groot is.” Ook komt het voor dat eerstejaars, die voor het eerst in de grote stad gaan wonen en zich direct met volle overgave in het studentenleven storten, te weinig aan de studie doen. “De balans tussen ontspannen en studeren raakt bij eerstejaars nog wel eens zoek. Door ze te koppelen aan ouderejaars, die vertellen hoe je plezier en studie succesvol kan combineren, hopen wij dat eerstejaars die lastige eerste vakken toch gewoon kunnen halen.” Mentoren zijn bij de ESHCC dus tweede- of derdejaarsstudenten, die geschikt zouden moeten zijn om een groep jonge eerstejaars onder hun hoede te nemen. Bij Algemene Cultuurwetenschappen en Geschiedenis worden mentoren geselecteerd en vervolgens getraind, maar het werk is vrijwillig en onbetaald. De Bruijn-Boot is erg benieuwd naar het resultaat. “Het is wel spannend. Wij hebben dit mentorprogramma op poten gezet, maar nu is het aan de mentoren om er een succes van te maken. Toch hebben we er vertrouwen in dat hierdoor meer eerstejaars door kunnen stromen.”
‘Een bruggetje tussen middelbare school en universiteit’ Bart Mol, masterstudent Business Information Management (vorig jaar mentor) & Katelijne van Tienhoven, tweedejaars Bedrijfskunde (vorig jaar mentorstudent) > Bart: “Als mentor ben je een aanspreekpunt voor de eerstejaars; vooral in de eerste weken hebben ze nog geen idee waar ze terechtkunnen voor allerlei praktische zaken, zoals vakinschrijvingen en herkansingen. Maar daarna gaat het toch vooral om het leggen van een goede basis voor de rest van je studie. Hoe je moet refereren volgens de Harvard-stijl, hoe je presenteert en hoe je bijvoorbeeld drogredeneringen voorkomt. Zonder die vaardigheden kom je er echt niet, dus is het vak dat wij geven ook echt noodzakelijk. Daarnaast maak je ook vrienden, omdat je twee trimesters lang met dezelfde groep bij elkaar zit. Dat is vooral prettig als je nog geen mensen kent op de universiteit.” > Katelijne: “Zo’n mentorgroep klinkt misschien wat ‘schools’, maar dat is het absoluut niet. Wel is het een fijn bruggetje om de grote overstap van de middelbare school naar de universiteit te maken. Bij een grote studie als bedrijfskunde is het toch behoorlijk onpersoonlijk: je bent meer een nummer dan een naam. Als je tussen achthonderd andere studenten in de collegezaal zit, is de drempel om een vraag te stellen een stuk hoger dan wanneer je in een groep van twintig eerstejaars zit. Naast de noodzakelijke bedrijfskundige vaardigheden, die je niet leert in de ‘gewone’ collegezaal, wordt ook duidelijk gemaakt dat niemand zich om je bekommert tijdens de rest van je studie. Vooral door de N=N-regel moet je dus zorgen dat je op tijd weet hoe het studeren werkt.”
3 oktober 2013 | 16
COVERVERHAAL
een mentor geen potje van zijn studie maakt, maar goede cijfers zijn volgens Rowaan zeker geen garantie voor een goede mentor. “Omdat je constant met de eerstejaars moet praten en ze moet motiveren, zijn sociale vaardigheden net zo belangrijk als het goed kunnen aanleren van de juiste studievaardigheden.” Al sinds 2005 – toen het Bindend Studieadvies (BSA) werd ingevoerd – helpt de ESE de onervaren eerstejaars een handje door ze in groepen van vijftien onder te brengen bij door de wol geverfde ouderejaars. Nieuw dit jaar is – mede door de invoering van N=N - het gebruik van gedragseconomie in de bijeenkomsten. “We gebruiken onder meer wetenschappelijke artikelen over economie met een vleugje psychologie. Daarvan leren studenten hoe ze uitstelgedrag kunnen voorkomen door constant gemotiveerd en geprikkeld te blijven. Met de nieuwe, strengere eisen voor eerstejaars is uitstellen ook geen optie meer.” Op de RSM is het niet alleen een leuke bijverdienste om mentor te zijn, het is voor studenten ook een mogelijkheid om hun didactische vaardigheden te ontwikkelen. Studenten die ervoor kiezen om de ‘mentorminor’ te volgen, die bestaat uit het geven van het vak Bedrijfskundige vaardigheden, worden geselecteerd op potentie en motivatie om voor de klas te staan. Ze leren dus niet alleen de eerstejaars welke vaardigheden ze tijdens hun studie nodig hebben, maar ook ervaren ze zelf hoe het is om les te geven aan een klas van ongeveer 20 studenten. “Het is dus voor zowel een eerstejaarsstudent als voor de mentor zelf erg leerzaam”, zegt Bart Mol, die andere bedrijfskundestudenten van harte aanraadt om ook te solliciteren.
eenkomsten ook beter thuis gaan voelen op de universiteit. Het hoofddoel blijft echter het afleveren van zelfstandige studenten die in staat zijn de rest van hun studie goed door te komen. Ook de ESE benadrukt dat het mentorprogramma niet bedoeld is als vangnet waarop luie of incapabele studenten blindelings terug kunnen vallen, maar als basis waarmee gemotiveerde studenten de studie op eigen houtje af kunnen maken.
Meer begeleiding Op de Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW) en de Erasmus School of Law (ESL) zijn geen mentoren voor eerstejaars. Wel wordt er gewerkt met het zogenoemde Probleemgestuurd Onderwijs (PGO). Daar houden tutoren – meestal masterstudenten, alumni of hoogle-
raren – in de gaten of de eerstejaars geen studeerproblemen hebben en of ze wel trouw de colleges bezoeken. Hoewel die controle nogal streng lijkt, is deze vorm van begeleiding niet altijd voldoende. Beide faculteiten overwegen namelijk om, allebei op hun eigen manier, in de toekomst ook met mentorprogramma’s te gaan werken. Bij de FSW geldt dat overigens alleen voor de nieuwe internationale bachelor Psychologie, zo bevestigt woordvoerder Marjolein Kooistra. Het lijkt zo langzamerhand dus onvermijdelijk dat door de verscherpte studie-eisen het eerste jaar een wat ‘schoolser’ karakter krijgt. Maar, als we de verschillende faculteiten moeten geloven, is ook de student van de toekomst goed – en misschien zelfs beter dan ooit – in staat om voor zichzelf te zorgen.
Geen vangnet Een mentorprogramma voor eerstejaars klinkt nuttig en leerzaam, maar houdt het de zelfstandigheid onder studenten niet tegen? Zelfredzaamheid is volgens Niek Hoogervorst, docent Bedrijfskundige vaardigheden dat door mentoren gegeven wordt, juist de belangrijkste doelstelling van het mentorprogramma van de RSM. “Het doel van het vak – en dus het doel van de mentoren – is niet om ‘sukkelende’ eerstejaars over de streep te trekken of te bemoederen, maar om bedrijfskundige vaardigheden te ontwikkelen die studenten in hun verdere studie en professionele carrière nodig hebben als bedrijfskundige. In feite geven mentoren ze dus alleen de tools om zelfredzaam te worden.” Het gaat vooral om noodzakelijke studievaardigheden, die bij de meeste andere studies door hoogleraren worden gegeven. Bij Bedrijfskunde leren eerstejaars dit soort vaardigheden (bijvoorbeeld op het gebied van refereren, ICT, schrijven, lezen, presenteren en argumenteren) van mentoren, waarbij het een leuke bijkomstigheid is dat ze zich door de bij-
‘Ze worden steeds zelfstandiger’ Nir Veledniger (Israël), derdejaars, en Lukas Meier (Duitsland), eerstejaars, allebei International Bachelor Economics and Business Economics (IBEB) > Nir: “Het is leuk om de ontwikkeling te zien bij de eerstejaars, waarvan sommigen er in het begin nogal verloren bij lopen. Vervolgens help je ze als mentor met al hun vragen over de universiteit en de stad, die compleet nieuw voor ze zijn. Omdat studenten, zeker de buitenlandse, echt veel moeite moeten doen om IBEB te kunnen studeren, hoef ik ze meestal niet te motiveren. De grootste uitdaging is om iedereen min of meer op hetzelfde niveau te krijgen. Studenten uit alle hoeken van de wereld hebben natuurlijk allemaal andere vormen van onderwijs gevolgd, terwijl wij ze deels klaar moet stomen voor het onderwijs op de Erasmus Universiteit. Als dat in januari gelukt is, en ze in het diepe worden gegooid, ben ik toch wel een beetje trots op mezelf.” > Lukas: “Ik ben pas kort in Rotterdam, en kan dus nog niet zoveel zeggen over het mentoraat, maar de eerste indrukken zijn goed. De bijeenkomsten zijn actief van aard, waardoor we zelf ook aan de slag moeten door bijvoorbeeld te presenteren en discussiëren. De overgang naar de universiteit kost mij weinig moeite, omdat ik met mijn ouders al over de hele wereld ben geweest. Zo woonde ik bijvoorbeeld in Ethiopië en Turkije; ik ben wel bekend met allerlei verschillende culturen. Maar er zijn ook genoeg eerstejaars die wat meer gesloten zijn en zich niet zo makkelijk aanpassen. Voor hen is een mentorgroep dus meer dan alleen leren over de dagelijkse praktijk op de universiteit, maar ook een kans om zich wat meer op hun gemak te voelen.”
3 oktober 2013 | 17
ACHTERGROND
Zweten onder werktijd Erasmus Vitaal, de jaarlijkse sportmiddag voor medewerkers op de vierde dinsdag van september, kent veel ‘vaste klanten’. Sportievelingen die met plezier - en af en toe een tikje venijn - de krachten meten met andere afdelingen en faculteiten. Een beeldimpressie. tekst Lindemarie Jongste fotografie Milan Boonstra
R
uim 130 medewerkers van faculteiten en afdelingen van de Erasmus Universiteit stonden op 24 september klaar voor de vijfde editie van Erasmus Vitaal. De Erasmus School of Law en instituut Beleid, Management en Gezondheidszorg waren niet vertegenwoordigd. De sportmiddag heeft als doel medewerkers te laten voelen hoe leuk en prettig sporten kan zijn. En van fitte medewerkers profiteert de universiteit uiteraard ook. Daarom is er een sportkaartactie aan vastgeknoopt. Medewerkers kunnen een jaar lang onbeperkt sporten voor 99 euro, en daar is zelfs de toegang tot de splinternieuwe fitnessruimte bij inbegrepen. Tussen de teams, elk met een eigen kleur, ontstond een gezonde rivaliteit. Vooral bij basketbal en ‘swing ‘m er off’ (spel waarbij je je tegenstander van een blok moet slaan met een bal aan een slinger) ging het er af en toe venijnig aan toe, wat hier en daar tot een schaafwond leidde. Voor zover bekend waren er geen ernstige blessures of verwondingen, zoals in voorgaande jaren weleens het geval was. De EHBO’ers hielden daarover discreet hun mond, om te voorkomen dat een ongelukje de feestvreugde zou overschaduwen. Uiteindelijk bleken de economen te sterk voor de rest, en met luid gejuich namen zij van collegelid Bart Straatman de bokaal in ontvangst. Volgend jaar revanche!
Tactiek ‘Meedoen is belangrijker dan winnen’, luidt de uitdrukking, maar het team van het Erasmus Facilitair Bedrijf (EFB) probeert door een vooraf bepaalde tactiek de winstkansen te vergroten.
Mis Deze worp is mis, maar uiteindelijk is het combinatieteam van de Algemene Bestuursdienst en het College van Bestuur te sterk voor de medewerkers van de Universiteitsbibliotheek (UB).
Pikant Rachel Brussen (in het groen) van Human Resources & Finance is in de val gelokt door medewerkers van het EFB, die jacht maken op haar lintje. Doordat de lintjes aan de broek vastzitten, is er af en toe sprake van ‘pikant graaiwerk’ over en weer.
5 september 2013 | 18
ACHTERGROND
Hersenwerk Wie door een slechte conditie en/of slechte motoriek niet scoort bij de behendigheidsspellen, kan het goedmaken bij de vier houten puzzels, waarbij het gaat om ruimtelijk inzicht en logisch nadenken. Hier kraken de medewerkers van de Faculteit der Sociale Wetenschappen hun hersens.
Polonaise? Hier lijkt de UB een goed ritme gevonden te hebben bij het ski-spel.
Hilarisch De eindestafette is een vast onderdeel van Erasmus Vitaal. Spannend, omdat meteen duidelijk wordt welk team het hardst kan rennen. Echter, snelheid is dit jaar niet genoeg, want de deelnemers moeten ook tien keer touwtje springen in een kimono van zwaar katoen. Het wordt steeds gekker. Maar eerlijk is eerlijk, het leidt wel tot hilarische omkleedsessies, waarbij de broeken en jasjes razendsnel aan- en uitgesjord worden, en het touwtje springen is voor sommigen zichtbaar té lang geleden.
5 september 2013 | 19
ACHTERGROND
Pingpongperikelen Speel de bal en geef het tafeltennisbatje door aan de volgende speler. Dat lijkt makkelijk, maar in de praktijk gaat de ene na de andere speler de mist in, opgejaagd door de snelheid waarmee gehandeld moet worden. Deze wisseling van Bedrijfsvoering 2013 lijkt soepel te verlopen.
Erasmus fataal
Filosofenacrobatiek EFB verovert de bal, terwijl twee medewerkers van de faculteit Wijsbegeerte als acrobaten over elkaar heen buitelen.
“Er zijn altijd wel ongelukjes, meestal schaafwonden.” Meer wil deze EHBO’er, die paraat staat bij het lintjesspel, er niet over kwijt. “Voor je het weet worden een paar kleine verwondingen opgeblazen tot iets groots, en dat moeten we niet hebben.” Onbekend is van wie deze verbonden enkel is, maar EM weet wel dat Geert Stevens van de Erasmus School of History, Culture & Communication pech had: hij liep waarschijnlijk een scheurtje op in zijn kuitspier.
Economenfeestje
En dan is er drank Die biertjes smaken best na zo’n middagje zweten, al is het de vraag of dat dan zo vitaal is. Met het milde nazomerweer is het goed toeven aan de lange biertafels op het terras van het sportcentrum.
Ze hebben er fanatiek voor gestreden en niet voor niets: de Erasmus School of Economics blijkt te beschikken over de vitaalste medewerkers. Nog meer feest dus in het jaar dat ze hun honderdste verjaardag vieren. De leden van de Algemene Bestuursdienst en het College van Bestuur worden tweede. De filosofen behalen de derde plaats.
3 oktober 2013 | 20
ACHTERGROND
Ophef over boekverplichting ESL Het liefst zou de Erasmus School of Law (ESL) haar eerste- en tweedejaarsstudenten verplichten om het digitale boekenpakket aan te schaffen, maar dat bleek wettelijk gezien niet haalbaar. De ongelukkige formulering in het Onderwijs- en Examenreglement (OER), dat er zelfs sancties opgelegd kunnen worden als iemand de digitale boeken niet koopt, leidt tot veel ophef onder studenten. tekst Tim Ficheroux en Lindemarie Jongste illustratie Bas van der Schot
H
et leek er even op dat de ESL het niet zou nauw nam met de wet, en er werd in de wandelgangen al lacherig gesproken over de voorbeeldfunctie. De faculteit moest inbinden om niet daadwerkelijk de wet te overtreden. Ruben Houweling, programmamanager van ESL: “Wij hebben het digitale boekenpakket ingevoerd vanuit de oprechte mening dat studenten met meer succes studeren als ze toegang hebben tot een groot aantal wetenschappelijke bronnen. Dit is een belangrijke pijler van ons nieuwe onderwijsmodel.” Volgens hoofd Juridische Zaken van de universiteit, Jerimi van Laar, heeft de faculteit onhandig gecommuniceerd over de boekenaanschaf door te spreken van een verplichting en een sanctie, terwijl ze dit niet zo bedoelt. De faculteit geeft aan dat ze het beter op een andere wijze had kunnen communiceren. De formulering impliceert dat studenten die het pakket niet kopen nadelen ondervinden, en dat deed Marco Voormolen fronsen. De bachelorstudent Geschiedenis, eerstejaars Rechten en lid van de Universiteitsraad dook in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en constateerde dat de
faculteit hem helemaal niet mag verplichten om het digitale pakket te kopen. In die WHW staat dat de inschrijving niet afhankelijk kan worden gesteld van andere bijdragen dan het vastgestelde collegegeldtarief. Om dit te verduidelijken schreef minister van Onderwijs Jo Ritzen in 1994 een brief naar alle instellingen waarin staat dat extra kosten kunnen worden doorberekend, “doch uitsluitend op vrijwillige basis”. Voormolen schreef hierover een opiniestuk op de website van de Vereniging Studentenbelang Rotterdam (VSR) en kreeg veel bijval van medestudenten. Zijn grootste bezwaar is dat studenten niet meer de keuze hebben om hun boeken in plaats van digitaal, fysiek te kopen – nieuw, dan wel tweedehands – of te lenen bij de bibliotheek. “Het digitale pakket kost zo’n 700 euro en dat kan voor studenten een forse uitgave zijn.” Voor deze studenten heeft de faculteit een Boekenfonds opgericht, van waaruit zij financiële ondersteuning krijgen. Daar heeft echter nog niemand een beroep op gedaan.
Chantage Voormolen zelf kocht de digitale boeken wel, maar 20 procent van de eerstejaars deed het
3 oktober 2013 | 21
ACHTERGROND
niet, tegenover de helft van de tweedejaars. Niels Hunck, student Fiscaal recht en deeltijdstudent Rechten, kocht het pakket niet. Samen met een medestudent verspreidde hij briefjes bij hoorcolleges, met het verzoek aan studenten die ook bezwaar hebben tegen de verplichting contact met hem op te nemen. “Om een soort belangengroep te vormen”, legt Hunck uit. “Door de aanschaf van dit pakket verplicht te stellen, tast de ESL onze vrijheid als consument aan. En in de mails aan studenten die het pakket niet kochten wordt ook nog eens gedreigd dat het gevolgen kan hebben voor het onderwijs. Dat is gewoon chantage.” Hunck kreeg zo’n twintig steunbetuigingen in reactie op de briefjes.
‘Door de aanschaf van dit pakket verplicht te stellen, tast de ESL onze vrijheid als consument aan’
Tweedeling
als student voordelen kunnen kopen en dat is onverdedigbaar, betoogt hij. Al helemaal wanneer de universiteit dat zou faciliteren. Bij de Faculteit Sociale Wetenschappen speelt wel iets soortgelijks. Daar betalen studenten Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 240 euro per jaar om vanuit huis of vanaf een andere pc buiten de faculteit gebruik te kunnen maken van Psyweb. Daarop staan wetenschappelijke tijdschriften en boekhoofdstukken en studenten kunnen er verslagen uploaden of zich inschrijven voor toetsen. Wie dit bedrag niet betaalt, kan alleen van deze service gebruikmaken op pc’s op de faculteit. Studenten die dit pakket hebben aangeschaft, kunnen daardoor vaak nog ’s avonds opdrachten inleveren, terwijl anderen dit voor sluitingstijd op de campus hadden moeten doen.
Door die dreiging lijkt het alsof je in het nadeel gesteld wordt als je de boeken niet koopt. “Dat is geenszins het geval”, stelt Houweling. Volgens hem is het enige gevolg van het niet kopen van het digitale pakket dat je bij studenten in de werkgroep komt die dat ook niet deden. Andersom komen ook de studenten die wel de digitale bronnen gebruiken in eenzelfde groep. Geen discriminatie volgens Houweling, maar een praktische tweedeling, zodat de faculteit zeker weet dat er in de ene groep alleen maar gewerkt wordt met dezelfde digitale bronnen. In de andere werkgroep gebruiken de studenten misschien wel precies dezelfde literatuur in een hardcopy-versie en ontstaat dezelfde discussie, maar dat kan de faculteit niet controleren, aldus Houweling. In het afgelopen blok waren de werkgroepen wel gemengd, maar omdat de evaluatie nog niet is voltooid weet de programmamanager nog niet of dat heeft geleid tot minder goede discussies, of dat de ene student meeliftte op de digitale bronnen van een ander. Ondanks dat Houweling beweert dat de tweedeling in de werkgroepen alléén praktisch van aard is – mensen met dezelfde bronnen zitten bij elkaar – is Voormolen achterdochtig en vraagt zich af of studenten die geen digitale boeken gebruiken daar nadelen van zullen ondervinden. Want als dat het geval is, zou je
> Niels Hunck, student
‘Ouderwets’ verdienmodel Dat (nog) niet alle studenten het digitale pakket hebben gekocht, wordt betreurd door de ESL, die daarmee juist het onderwijs wil vernieuwen en intensiveren. Het idee achter het probleemgestuurd onderwijs is dat studenten een oplossing van een probleem of casus zoeken in verschillende bronnen en daarover discussiëren in hun werkgroep. De faculteit biedt studenten daarom een uitgebreid literatuurpakket, zodat er meer stof voorhanden is om mee aan de slag te gaan. “In plaats van gebruik
te maken van slechts één titel per vak, hebben studenten keuze uit gemiddeld drie titels”, legt Houweling uit. Volgens hem is het grote voordeel van het digitale pakket dat het rijker is aan bronnen, terwijl je niet (veel) meer betaalt in vergelijking met de fysieke boeken van voorheen. In totaal heeft de faculteit zo’n 40 procent korting bedongen bij de uitgever, maar dan moeten wel alle studenten het pakket kopen. Bovendien zullen studenten in hun baan waarschijnlijk vooral met een tablet in de weer zijn, en op die trend wil de ESL met het digitale pakket vast inspelen. Hunck en Voormolen geloven ook wel in de goede bedoelingen van de faculteit, en stellen dat het probleem vooral bij de uitgeverij ligt. Die werkt met een ‘ouderwets’ verdienmodel, dat nu op het bordje van de studenten komt te liggen. “De OER is er natuurlijk niet om de belangen van de uitgever te beschermen”, zegt Hunck. “Maar door de aanschaf verplicht te stellen in de OER gebeurt dat in de praktijk wel.” Als niet iedereen meedoet, wordt het duurder, omdat de uitgeverij genoodzaakt zal zijn om de prijs van het pakket te verhogen. Dit zorgt voor oneerlijkheid tussen studenten en daarom probeert Houweling de ‘weigeraars’ in een mail van 17 september alsnog over te halen; uit solidariteit met medestudenten die het pakket al hebben en om de prijzen laag te houden.
Goed contact In de aanloop naar heb boekenpakket sprak Houweling al met de Faculteitsraad en studenten in een projectgroep, en hij gaat ook nu nog graag in discussie met rechtenstudenten en studentvertegenwoordiging over de vraag of de ESL de keuzevrijheid van studenten beperkt. Bovendien gaat Houweling onderzoeken of digitale boeken een must zijn om het doel van het probleemgestuurd onderwijs – een vooruitstrevende en kwalitatief hoogwaardige opleiding – te halen. “Digitale boeken kunnen daar een waardevolle rol in spelen, maar mogen dat proces niet verstoren. De komende periode zullen we dan ook goed contact met studenten blijven onderhouden.”
3 oktober 2013 | 22
WETENSCHAP
‘Het leven houdt niet op bij vijftig’ Wie het Prinsjesdagpubliek goed heeft bestudeerd, kon ook dit jaar niet om de dames van de Red Hat Society heen. Kleurrijk uitgedoste vijftigplussers die het vertikken om na jarenlange kinderzorg, hard werken en voor iedereen klaarstaan, achter te geraniums te zitten. In plaats daarvan besloten ze samen de bloemetjes buiten te zetten. EUR-sociologe Samira van Bohemen vindt ze uiterst interessant en doet onderzoek naar ze.
gezeurd. Natuurlijk praten ze wel eens over dingen die tegenzitten, maar over het algemeen is het toch wel de bedoeling dat het gezellig is. Plezier staat voorop. Juist daarmee willen ze ingaan tegen de heersende gedachte dat oudere vrouwen geen lol meer zouden mogen maken.”
tekst Sanne van der Most fotografie Frank Jansen
Achteruitgang
'De bijeenkomsten van de Red Hat Society zijn altijd heel vrolijk en gezellig'
“
Ik woon in de ‘potloodflat’ en van de week stond er ineens een hele groep rode hoedjes beneden bij de Kubuswoningen. Ze waren op excursie. Ik had de neiging om naar ze te roepen: ‘Hee, ik ken jullie, ik doe onderzoek naar jullie.’ Maar ze hebben natuurlijk geen idee wie ik ben. Bovendien zitten er alleen in ons land al een paar honderd Red Hat-groepjes.” Van Bohemen interviewde heel wat dames, ze werd uitgenodigd op hun bijeenkomsten en als klap op de vuurpijl mocht ze ook nog eens mee met de Red Hat-familiecruise. “De bijeenkomsten van de Red Hat Society zijn altijd heel vrolijk en gezellig”, zegt Van Bohemen, die in 2010 met haar onderzoek begon. “Ze zeggen zelf dat ze geen regels hebben, maar als ik doorvraag, dan zijn twee dingen toch wel heel belangrijk: het kledingvoorschrift – rode hoeden en paarse jurken – én er mag niet worden
Van Bohemen focust zich in haar onderzoek op gendertheorieën over performance. Dat zijn theorieën die ideeën vanuit het theater implementeren in het sociale leven. Als je kijkt naar de ‘performance’ vallen een paar dingen op. Van Bohemen: “Deze dames zitten in een vrijetijdsorganisatie waarin ze heel vrouwelijke dingen doen zoals high teas, handwerken, hoeden maken en samen naar Prinsjesdag om de Gouden Koets te zien.” Door daar lol uit te halen, problematiseren ze volgens Van Bohemen het idee dat je als vrouw vooral voor anderen moet zorgen en niet voor je eigen plezier mag gaan. “Ze maken een statement dat op gespannen voet staat met hoe over het algemeen wordt gekeken naar oudere vrouwen. Ouderdom wordt toch gezien als een vorm van achteruitgang. Dan moet je je terugtrekken en achter de geraniums gaan zitten. De ‘Red Hatters’ trekken dus aandacht door dat bewust niet te doen.”
317oktober januari2013 2013| |23 21
WETENSCHAP
Rode hoeden, paarse jurken Sue Ellen Cooper, een kunstenares uit Californië, stuitte ooit toevallig op een rode hoed. Ze besloot die cadeau te doen aan al haar vriendinnen die vijftig werden. Samen met het gedicht ‘Warning’, van de Engelse dichteres Jenny Joseph, over een dame die waarschuwt dat ze allemaal tegendraadse dingen gaat doen als ze vijftig is. Zoals het dragen van rode hoeden en paarse jurken, puur om zich af te zetten tegen het beeld van hoe een vrouw van vijftig zich zou moe-
Soort alibi Voor haar onderzoek interviewde Van Bohemen een groot aantal Nederlandse Red Hat-dames. “Opvallend is dat ze allemaal zeggen dat ze het in eerste instantie doen omdat ze het leuk vinden. Maar als ik dan doorvraag, zijn ze allemaal ook kritisch naar de maatschappij en willen ze afrekenen met het heersende beeld dat men heeft van oudere vrouwen. Het is geen feministische protestorganisatie – veel dames houden zich juist ver daarvan – maar ze maken wél een statement.” Van Bohemen probeert die twee kanten te rijmen. “Dat is ingewikkeld. Behalve als je het benadert vanuit de positie van ‘spel’ zoals in de sociologie en antropologie regelmatig wordt gedaan. Zo kan iets dus tegelijkertijd voor de lol zijn als bloedserieus en een vorm van politiek. Juist door het op deze leuke en vrolijke manier te brengen, wordt de boodschap van de Red Hatters geaccepteerd. Ze spelen als het ware zichzelf. Zo hebben ze een soort alibi om toch kritiek te uiten, zonder dat het meteen als bedreigend wordt ervaren door de heersende orde. De media pikken ook vooral de leuke kant ervan op. Ze zijn niet kritisch op die vrouwen. Iedereen vindt het vooral leuk en lollig.”
Roze en lila Of het straks ook bij de jongere generatie
dames zal aanslaan, weet Van Bohemen niet. “Hoewel er zich ook wat vrouwen jonger dan vijftig onder de Red Hatters bevinden – die overigens geen rood en paars, maar roze en lila moeten dragen – geven de dames zelf aan dat het vooral een ding van hun eigen generatie is. Hun dochters vinden het allemaal erg grappig, maar zeggen dat ze het zelf nooit zouden doen. Ik weet het niet. Aan de ene kant is de positie van vrouwen echt wel verbeterd, maar om nu te zeggen dat het helemaal gelijkgetrokken is; zeker niet. Er zijn nog steeds vormen van seksisme en uitsluiting waar ook jonge vrouwen dagelijks mee te maken hebben.” Van Bohemen zelf is 26 jaar. Voor haar zijn de Red Hatters dus echt oudere dames. “Ouder dan mijn eigen moeder.” Door met ze te praten is haar beeld van oudere dames wel veranderd. “Wat me in het begin vooral erg opviel, was hoe jong ze er nog uitzagen. Ze staan nog volop in het leven en het houdt dus niet op als je vijftig bent. Ik denk dat ik het daardoor zelf nu ook minder erg vind om ouder te worden.”
ten gedragen; keurig en netjes zoals het hoort en vooral niet te opvallend. Het idee van de rode hoed sloeg aan. Andere vriendinnen gingen hetzelfde doen, de media pakten het op en binnen de kortste keren ontstond er een trend die inmiddels wereldwijd is. Sommige groepjes zijn heel sjiek en netjes, andere bijzonder uitbundig. www.redhatnederland.nl en www.rodehoeden.nl
‘Ze maken een statement dat op gespannen voet staat met hoe over het algemeen wordt gekeken naar oudere vrouwen’ >
Samira van Bohemen
‘Geen goede doelen of eindeloos vergaderen’ Ook de EUR heeft een eigen ‘Red Hatter’. Janna Koopman is 71 jaar en vrijwillig wetenschappelijk medewerkster bij de ‘Geluksgroep’ van Ruut Veenhoven. Zeven jaar geleden las ze een artikel over de Red Hat Society dat haar erg aansprak. “Je wordt niet op je maatschappelijke positie, je opleiding of sociale rol beoordeeld, maar gewoon als persoon. Dat vind ik mooi. Het gaat puur om je eigen inbreng. We streven ook geen goede doelen na en zitten niet eindeloos te vergaderen maar doen gewoon samen leuke dingen.” Na een bezoek aan een andere groep meldde Koopman zich in de Verenigde Staten aan voor een eigen ‘Chapter’. Een aantal vriendinnen voelden
wel wat voor de paarse kleding en een rode hoed. Omdat er in haar eigen omgeving – Goeree Overflakkee – nog geen groepje bestond, richtte Koopman er zelf een op en zo werd ze ‘Queen’ van de ‘Sea Angels’. Het beeld van de maatschappijkritische vijftig-plus vrouw die zich afzet tegen de vooroordelen, herkent Koopman niet zo. “Wij komen gewoon eens in de maand samen met een heleboel leuke vrouwen die ik anders nooit had ontmoet. We laten onze beslommeringen thuis en doen leuke dingen. Terrasjes pakken, samen uit eten, naar het theater en het museum, schilderworkshops, golfclinics; gewoon dingen die we leuk vinden. En als we zien dat andere mensen ook vrolijk van ons worden, dan zijn we helemaal gelukkig.”
317oktober januari2013 2013| |24 21
WETENSCHAP
> HALVERWEGE
> TOPPUBLICATIE
Promoveren is bikkelen. Hoe blijf je gemotiveerd? En wat doe je als je er even helemaal doorheen zit? EM praat met promovendi die ‘halverwege’ zijn.
Wie: Medea van Schijndel (32), Criminologie Onderzoekt: Hoe criminaliteit de sociale banden tussen groepen beïnvloedt Klaar: Medio 2015
Onderzoekers aan de EUR publiceren wat af. Zo nu en dan zit er een toppublicatie tussen. Zoals het onderzoek van onderwijssocioloog Sjaak Braster en zijn Maastrichtse collega Jaap Dronkers dat werd gepubliceerd in het tijdschrift Sociologie.
Waar gaat jouw onderzoek over? “Mijn promotiestudie valt onder een breder project dat als thema heeft ‘inbedding van criminaliteit in lokale gemeenschappen’. We onderzoeken hoe criminaliteit de sociale banden tussen groepen mensen kan beïnvloeden en een bron kan vormen voor etnisch conflict. Ik richt me op de sociale context van Nigeriaanse migranten in de Bijlmer.”
Betere wiskunderesultaten in multicultiklassen
Hoe blijf je gemotiveerd? “Ik heb een soort instinctieve drang naar verkenning. Het sociale leven intrigeert me. Het zit vol merkwaardigheden die mensen vanzelfsprekend vinden, die gewoon aan ons voorbij gaan. Ik denk daar graag over na. Koffiedrinken met mensen en kletsen over het leven is bovendien geen vervelende bezigheid.” Ben je wel eens vastgelopen? “Jazeker. Creativiteit komt, althans bij mij, niet zonder een stadium van chaos. Dan houdt zo’n beetje alles in het onderzoek verband met elkaar en dreig ik mijn focus te verliezen. Ongedefinieerde puzzelstukjes maken mij onrustig. De ene keer is het beter dat ik dan gewoon even terug ‘het veld’ inga. De andere keer is het beter dat ik juist even uit het onderzoek stap. Schuifelend door de schappen van de supermarkt zie ik ineens voor me wat ik al die tijd probeerde op te schrijven. In alle gevallen is het fijn dat ik begeleiders heb die in staat zijn mijn blik weer op de onderzoeksvraag te zetten.” Is het einde in zicht? “Ik kan ondertussen terugkijken op een mooie periode van oriëntatie, dataverzameling, dataontrafeling, puzzelen en reflecteren. De eerste contouren van wat het proefschrift kan worden, zijn steeds meer zichtbaar, maar het einde is nog niet in zicht. Wel is de laatste periode van het veldwerk aangebroken. Over een aantal maanden begin ik met het echte schrijfwerk.” SvdM
Braster en Dronkers deden onderzoek naar de schoolprestaties van leerlingen in 41 klassen van 11 Rotterdamse scholen. En wat bleek? Etnische verscheidenheid in schoolklassen heeft een positief effect op de onderwijsprestaties van leerlingen van migrantenouders. Met name bij wiskunde is een groot verschil te zien met niet-gemengde klassen. Allochtone leerlingen in etnisch gemixte klassen scoren gemiddeld ruim twee punten hoger dan in klassen die niet gemixt zijn. Ook autochtone leerlingen doen het gemiddeld bijna een punt beter.
nen en allochtonen is niet relevant voor Rotterdamse kinderen. Verschillen worden overbrugd door het spreken van een gemeenschappelijke straattaal. Voor de taalprestaties is dat niet zo goed, maar voor wiskunde dus wel".
Slechte invloed
'Verschillen worden overbrugd door gemeenschappelijke straattaal'
“Het is allemaal fantastisch interessant”, vindt Braster. “Maar helaas niet voor NOS online. Daar was eerder gepubliceerd dat multiculturele scholen juist een slechte invloed zouden hebben op het resultaat. Gelukkig heeft het Rotterdamse AD er wel aandacht aan besteed.” Met de publicatie in Sociologie is Braster dus erg tevreden. “Het is hét sociologietijdschrift in Nederland. Je moet behoorlijk je best doen om daarin te komen.”
>
Sjaak Braster, onderwijssocioloog
De juiste mix Een opvallend resultaat, want de basisaanname – en zo bleek tot nu toe ook uit Amerikaans onderzoek van Robert Putnam – is juist dat die verscheidenheid niet echt goed werkt. Kinderen zouden dan juist in hun schulp kruipen en dat leidt tot slechtere resultaten. In een grote stadscontext als Rotterdam, waar deze kinderen al van jongs af aan gewend zijn om met elkaar om te gaan, werkt die verscheidenheid juist prima. Sterker nog, zo ontdekten Braster en Dronkers, juist door die verscheidenheid trekken ze naar elkaar toe en ontstaat samenwerking die goed is voor hun prestaties. "Het onderscheid dat het beleid maakt tussen autochto-
Grotere schaal Het verhaal hebben Braster en zijn collega in de zomer reeds verteld op een congres van sociologen in New York. Het Engelstalige paper is al gepubliceerd op de website van een onderzoeksinstituut voor migratievraagstukken in London en op de integratiewebsite van de Europese Commissie. Men is duidelijk geïnteresseerd, ware het niet dat Rotterdam maar één case is. Braster: “In de Rotterdamse context heeft verscheidenheid positieve effecten, maar dat zegt nog niks over de rest van de wereld. We hebben inmiddels al een internationale dataset geanalyseerd om te kijken of onze conlusies ook op grotere schaal gelden. Dat lijkt inderdaad het geval te zijn. Dus publicatie in een Amerikaans toptijdschrift is ook een optie. We gaan het zien.” SvdM Voor meer info: www.boomlemmatijdschriften.nl
3 oktober 2013 | 25
LIFESTYLE
> EMuziek
‘Bottom up’ > Muziek van Guus Bok & The Boogies kun je beluisteren op www.erasmusmagazine. nl/EMuziek
Guus Bok (26) was naar eigen zeggen in de wieg al een heuse crowdpleaser. tegenwoordig treedt de net afgestudeerde psychologiestudent onder meer op met de rock-’n-rollformatie Guus Bok & The Boogies. Maar hij wil meer. tekst Gert van der Ende fotografie Michel de Groot
O
nlangs was hij nog te zien op het Heart Beat Festival op de campus: Guus Bok, zanger van de naar hem vernoemde band Guus Bok & The Boogies. De laatste anderhalf jaar treedt de formatie zo’n driemaal per maand op. De zesmansband, inclusief de flamboyante ‘Miss Lucy’, brengt een repertoire van pure rock-’n-roll ten gehore, als ook ‘ rolled’ covers van tamelijk bekende nummers (‘ Born to be Wild’ van Steppenwolf, ‘Sex Bomb’ van Tom Jones – dat soort
werk). Alle leden hebben aan het Rotterdamse conservatorium gestudeerd, Guus dus ook, hetgeen meteen verklaart waarom hij op zijn 26ste nog bezig was aan een bachelor Psychologie. Guus is een ware performer, die van alles een leuk showtje weet te maken. Want behalve muziek maken, is hij regelmatig druk met acteren, dans en (muziek)theater. Overigens bestaat een niet onaanzienlijk deel van zijn inkomsten uit een totaal niet-muzikale bijbaan: het lesgeven in statistiek. Op de middelbare school was hij al te bewonderen in musicals, en op iets latere leeftijd had hij zelfs een rolletje in de musicalversie van Soldaat van Oranje. The Boogies noemt hij ‘maar één van mijn projecten’, maar wel een tijdverslindende. Gelukkig voor Guus - die een scala aan inspirators heeft, van David Bowie tot Louis Prima – is oefenen met The Boogies haast overbodig, zodat hij toch voldoende tijd overhoudt voor zijn belangrijkste missie : het uitbrengen van een Nederlandstalig soloalbum. “Het moet een geheel van twaalf nummers worden. Het eerste wordt in maart 2014 gereleased en heet ‘Nadien’. Ik schrijf zelf de muziek, de teksten worden door een ander gedaan, want ik schrijf schrikbarend slechte teksten.” Het genre omschrijft hij als een kruising tussen Boudewijn de Groot en Paul Simon wat betreft de teksten; qua muziekgenre is het zoiets als Train meets John Newman. Graag zou Guus van muzikant zijn beroep willen maken. “Maar dan niet zo’n saaie als Jan Smit natuurlijk, maar meer een allround popzanger, die kan zingen én kan dansen.” Hij wil er ook echt hard z’n best voor doen. “Ik zal nooit aan een programma als X-factor meedoen. Ik wil succes van bottom up, niet van top down, eerst de ervaring van het optreden in kleine klotencafés meemaken.”
3 oktober 2013 | 26
LIFESTYLE
> CÉLINE’S CHOICE Céline studeerde in Amsterdam, maar kwam zeven jaar geleden naar 010. Inmiddels is ze een grote bekende bij de lokale horeca. Voor elke EM selecteert ze voor jullie de mooiste voorstellingen, de leukste exposities en de tofste party’s in de stad.
Music Takes Control
Erasmus in Boijmans
Heb je de Wednesday Night Skate gemist deze zomer? Geen probleem, in BAR kan deze winter nog lekker worden doorgeschaatst tijdens de ‘Rollerbar’. Elke derde woensdag van de maand geeft BAR een ouderwetse rollerdisco die je doet denken aan kinderfeestjes van vroeger, dan wel aan een Amerikaanse High School Movie. Het idee is simpel: een grote zaal, gezellige deuntjes, kleurig discolicht, en rollen maar allemaal – hetzelfde rondje de hele avond lang. Heb je geen rolschaatsen? Geen probleem, want ze zijn te huur voor twee euro. Kniebeschermers en een helm moet je toch echt zelf meenemen.
Begin jaren negentig, toen velen van jullie nog niet geboren waren, werden er in Rotterdam de bruutste housefeesten gegeven met misschien wel als hoogtepunt MTC. Feesten met als titel ‘Naar de klote’ of ‘Lolita’ waar de dresscode streng was. Anita’s en kakkers kwamen er niet in, maar was je gekleed in plastic, zilver en ‘Barbie’, dan deed de doorbitch een stap opzij en kon je je entree maken in een wereld vol absurde acts en house. De housemuziek is nu bijna 25 jaar oud, en dat is voor organisator Ted Langenbach reden om opnieuw een MTC party te geven. MTC kan niet zonder thema; dit keer is er gekozen voor ‘Halloween On Acid’. De line-up is – zoals altijd – geheim, maar belooft een combinatie te worden van beukers van vroeger en het beste van nu.
Museum Boijmans Van Beuningen heeft misschien wel het bekendste portret van Desiderius Erasmus in bruikleen gekregen. Het portret, geschilderd door Lucas Cranach de Oude, is te zien in de tentoonstelling ‘Erasmus in Rotterdam’. Grappig detail is dat de twee heren wel rond dezelfde tijd leefden, maar elkaar nooit ontmoet hebben. Het schilderij is gebaseerd op een eerder portret van Erasmus. Op zondag 27 oktober kun je een groepsrondleiding of met je smartphone een muzikale rondreis langs de kunstwerken maken. Er is ook een workshop tafelmanieren. Erasmus had zeer strikte ideeën over hoe men zich moest gedragen aan tafel en heeft daar zelfs een boek aan gewijd.
> Wanneer: woensdag 16 oktober. Kaarten: € 3,-
> Wanneer: Zaterdag 26 oktober. Kaarten: € 29,-
Kaarten: € 12,50 Studenten: € 6,25.
Info: zie Facebook BAR.
info: zie Facebook MTC Party.
info: www.boijmans.nl
Lekker Rollen
> Wanneer: 12 oktober 2013 t/m 16 februari 2014.
AFFR In bioscoop LantarenVenster wordt van 10 tot 13 oktober het Architectuur Filmfestival gehouden. Het thema van het festival is Timemachine. Aan de hand van films en documentaires word je meegenomen naar bijvoorbeeld de jaren zeventig in de film ‘Drop City’ waarin een groep hippies en kunstenaars een eigen stad bouwt om daar een alternatieve en ideale samenleving te starten. De koepelachtige gebouwen met verschillende kleuren werden gebouwd in Colorado, ver weg van de bewoonde wereld. Van de bouw van het stadje zijn opnames gemaakt op 8mm-filmpjes en helaas is dit ook het enige wat er is overge-
bleven van deze stad. In 1973 is ze verlaten en verworden tot een ghost town. Er is ook beeld uit eigen land: in de softpornofilm ‘Blue Movie’ volg je hoofdpersoon Michael, die na zijn
vrijlating uit de gevangenis in een flat in de Bijlmer wordt geplaatst. Naast pikante scènes, een historisch beeld van de aanbouw van de Bijlmermeer. Deze ooit zo bejubelde Bijlmer kreeg al snel een slechte
naam. In de documentaire ‘Kleiburg, de laatste Bijlmerflat’ worden de problemen van de wijk besproken. In de prachtige documentaire ‘Unfinished Italy’ reis je met de maker door Italië op zoek naar onvoltooide gebouwen: een stadion waar nooit een spel is gespeeld of een theater waar de gordijnen nooit opengingen. Behalve voor het verleden en heden, is er in de tijdmachine plaats voor de toekomst. Met elke dag documentaires en debatten over de bouw van de toekomst. Wanneer: Donderdag 10 oktober tot zondag 13 oktober. Kaarten: Film € 9. Korting € 7,50. Dagkaart € 25. info: www.affr.nl
LIFESTYLE
STUDIUM GENERALE & ERASMUS CULTUUR AGENDA TALKSHOW
STUDIO ERASMUS
De maandelijkse talkshow van de Erasmus Universiteit over wetenschap en actualiteit. Gasten o.a. psycholoog Benjamin van Gelder, internist Stephanie Klein-Nagelvoort en socioloog Linda Zuijderwijk. Dinsdag 8 oktober vanaf 17.00 uur Café In de Smitse, Woudestein BROWN BAG LECTURE
HERSENWETENSCHAPPER MAARTEN FRENS Lunchlezing over hoe we de hersenen door externe stimulatie beter kunnen laten functioneren. Woensdag 9 oktober van 12.30 tot 13.30 uur, Erasmus Paviljoen, Woudestein MUZIEK
STUDENTS ON STAGE
> UIT/GAAN
Rustig aan met de sambal
Veel lekkerder dan een broodje shoarma of kapsalon na het stappen: een broodje lamsvlees of een groot bord roti. En dan kom je automatisch bij Warung Mini terecht. Warung Mini Witte de Withstraat 47 Sfeer 9 Studentikoosheid 1 Sjanskansen 4 Fernandes € 1,50 (bier wordt niet verkocht)
Ze zitten er al meer dan vijfentwintig jaar. Toen de Witte de Withstraat nog een aaneenschakeling van hoerenkasten, goktenten en schimmige nachtcafés was, besloten ‘oom’ en ‘tante’ – zoals ze liefkozend genoemd worden – dat Rotterdam klaar was om kennis te maken met hun Indonesische en Surinaamse keuken. En terwijl de drugspanden plaatsmaakten voor galeries en hippe winkels, bleef Warung Mini< zitten. De inrichting wekt de indruk dat er sinds de opening in de jaren tachtig niets meer aan gedaan is. Simpele houten tafels op een lichtbruine tegelvloer, ruw gestukte muren en afdakjes die ooit bedacht zijn om je het gevoel te geven dat je echt op de markt staat (‘Warung’ is Indonesisch voor kraampje of eethuisje). De keuken wordt bemand door oude dametjes met haarnetjes op hun hoofd, die driftig aan het werk zijn achter een luikje dat om de haverklap opengaat. Ze koken verrassend mild, maar kijk uit met de sambal – vooral de gele. Wie er onoplettend langsfietst zou niet denken dat hier misschien wel het beste eten van de straat te halen is. Maar het is niet voor niets dat de stadswachten een dagtaak hebben aan het bekeuren van de dubbelgeparkeerde auto’s. Klassiekers als roti, het broodje kip-kerrie en de soato-soep zijn in het centrum nergens beter te krijgen, al helemaal niet ’s nachts. Want dat moet gezegd worden: een grote plus zijn de ruime openingstijden. Op vrijdag en zaterdag kun je tot zes uur ’s ochtends terecht. In de categorie Chinees-Indische nachtrestaurants verdient ook Hung Kee, dat een kleine honderd meter verderop ligt, een eervolle vermelding, vooral voor de ossenhaassoep en saté in ketjap. Maar daar hebben de uitbaters er tijdens een flinke verbouwing voor gekozen om het witte snackbarinterieur te vervangen door keurige, gelamineerde eetcafétafeltjes. Weg sfeer. En natuurlijk, je komt voor het eten, maar je blijft komen voor de ambiance en de service. Zolang ze in Warung Mini vast blijven houden aan het bij elkaar gescharrelde meubilair en de supersnelle keuken, zit dat wel goed. GM (foto: MB)
Iedere derde woensdag van de maand een optreden. Deze maand een optreden van zangeres Talitha Langendam. Woensdag 9 oktober vanaf 17.00 uur Café In de Smitse, Woudestein DANS DANCE
TRENDS
Van klassiek ballet tot breakdance: tijdens het Dance Trends-evenement kun je vijf totaal verschillende dansstijlen uitproberen. Woensdag 9 oktober vanaf 18.30 uur. Sportgebouw, Woudestein, toegang € 7,50 (gratis met Sportpas) LUNCHLEZING DE
PRINTBARE MENS
Tijdens zijn lezing laat Jos Malda zien hoe 3D-printers ingezet kunnen worden om menselijke defecten te repareren. Dinsdag 15 oktober van 12.30 tot 13.30 uur Onderwijscentrum, Erasmus MC BROWN BAG LECTURE
DE SCHULDENBERG
Hoe zit het met een radicale herziening van het financiële systeem, waar al sinds het uitbreken van de crisis om geroepen wordt? Lunchlezing door oud-Robeco-topman Jaap van Duijn. Woensdag 16 oktober van 12.30 tot 13.30 uur Erasmus Paviljoen, Woudestein `DEBAT DENKCAFÉ:
DE GEHEIME DIENST
De Nederlandse overheid benadrukt dat de AIVD onze burgers niet bespioneert. Maar wat doet ze wel en hoe wordt zij aangestuurd? Donderdag 17 oktober, vanaf 20 uur. Arminius, Museumpark 3, Rotterdam; toegang € 2,50 / € 5,> Meer informatie? www.eur.nl/sgec of www.facebook. com/studiumgeneralerotterdam. Alle programma’s zijn gratis toegankelijk tenzij anders vermeld.
3 oktober 2013 | 28
SERVICE
was De Wilde executive direc-
PERSONALIA
tor ad interim van IUCN NL, de
Berichten voor deze rubriek
Nederlandse tak van de Inter-
kunt u sturen naar: erasmus-
national Union for Conservati-
[email protected]. Nadere
on of Nature.
informatie? Bel 010-4081115.
RECTIFICATIE in de rubriek EDDN (pag 13) in het artikel ‘Druiven der gramschap’ dat Harry Commandeur oud-rector van de EUR is. Dit is onjuist. Commandeur is o.a. hoogleraar Industrial Econo-
Prof. mr. Siewert Lindenbergh,
mics and Business aan de
hoogleraar Privaatrecht aan
Erasmus School of Economics.
Erasmus School of Law, is per 1 oktober benoemd in de Commissie van het Schadefonds Merel Zimmerman, recent
Geweldsmisdrijven. Prof.dr. Wolfgang Ketter is be-
Master of Science in Marke-
noemd tot bijzonder hoogleraar
ting Management graduate at
Next Generation Information
Rotterdam School of Manage-
Systems vanwege het Eras-
ment, Erasmus University
mus Trustfonds in de Rotter-
(RSM), has won the Digital
dam School of Management,
Communication Awards 2013
Erasmus University (RSM).
for her master thesis Paid search advertising: Influencing
Wolfgang Ketter is directeur van de Learning Agents Re-
Michiel de Wilde MBA is aan-
search Group (LARGE) en het
gesteld als directeur van het
gespecialiseerde onderzoeks-
Erasmus Centre for Strategic
centrum Erasmus Centre for
Philanthropy (ECSP).
Future Energy Business.
De afgelopen twaalf maanden
click behaviour with ad content.
MET AL JE VRIENDEN IN ACTIE KOMEN KOM OOK IN ACTIE ChECK fIghTCANCEr.Nl
Fresh Organic Fairtrade Coffee and Tea Open: 08.00 - 23.40 h. on weekdays 11.00 - 21.00 h. on weekends
Hoog slagingspercentage bij het eerste examen (55 - 60%) Diverse rijopleidingen. Examendatum direct bekend. Stadhoudersweg 6e, Rotterdam Telefoon (010) 4673820 / 4679448 e-mail
[email protected] www.avantirijschool.nl
Bezoekadres EM Erasmus Magazine Gebouw E, kamers ET 41-48 Burg. Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam Postadres Erasmus Magazine Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Telefoon / e-mail 010-4081115
[email protected] Em.Online EM Online bevat actueel nieuws, en Erasmus Magazine verschijnt in zijn geheel ook op de website: www.erasmusmagazine.nl Redactie Wieneke Gunneweg, hoofdredacteur, Gert van der Ende, eindredacteur Tim Ficheroux, redacteur nieuws en web Lindemarie Jongste redacteur Sanne van der Most, wetenschapsredacteur Matthijs van Schie stagiair
Medewerkers Fotografie: Ronald van den Heerik, Levien Willemse, Michel de Groot, Milan Boonstra Cartoons: Bas van der Schot Columns: Tim de Mey, Daniël Lambrichts, Zihni Özdil Teksten Geert Maarse, Céline Maessen, Martine Zeijlstra. International Pages: Leon Jansen, Hannes Peters
lOVE IT...
AVANTI
Uitgave EM 04 – 3 oktober 2013 Jaargang 17, 2013-2014 Erasmus Universiteit Rotterdam ISSN: 0922 – 713x Oplage: 11.500
Redactieassistent José Luijpen: 010-4081115
[email protected]
ADVERTENTIES
VERKEERSSCHOOL
COLOFON
In Erasmus Magazine #3 staat
Advertenties Interne advertenties en EM Lokaaladvertenties bij Erasmus Magazine: 010-4081115 of
[email protected] www.erasmusmagazine.nl/advertenties Overige advertenties via Bureau van Vliet B.V., Zandvoort, tel.: 023-5714745 of www.bureauvanvliet.com
Wide range of freshly made sandwiches
Vormgeving Unit20, Yoe San Liem, Maud van Velthoven
Great choice of healthy meals
Druk De Bondt, Barendrecht
Pool tables
HOP Erasmus Magazine is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau
Experience all the Excelsior home games Only € 15, including a full dinner and 2 drinks in the Erasmus Sport café! Check www.excelsiorstudent.nl
Redactieraad Henk Volberda (voorzitter), Brigitte Hoogendoorn, Michael Rabbers, Arthur de Ruiter, Marcella Spoor, Pieter Kuijt. Cover Ronald van den Heerik Volgende editie EM EM 05 verschijnt op 17 oktober 2013.
Celebration? Party? Event?
Let us know so we can get you a sharp offer!
[email protected] www.erasmussport.nl
Advertentieoverzicht Deloitte, Erasmus Sport © Erasmus Magazine Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur overgenomen worden.
EM INTERNATIONAL INTERNATIONAL EM
3 oktober 2009 2013 || 29 3 september 03
INTERNATIONAL
NO.04//OCT/2013
Volunteer project has started
Erasmus4Rotterdam, a project through which the Erasmus University provides at least 1000 volunteers to the city of Rotterdam, has officially started. The initiative was kicked off Friday morning, 20 September, on the Kralingen playground. In the presence of board members of some of Rotterdam’s biggest study and student associations, including ESN, the Chair of the EUR’s Executive Board, Pauline van der Meer Mohr, opened the initiative. She said she hopes and expects that, by the end of this academic year, she can hand over a check with at least 1000 hours of community service to Ahmed Aboutaleb, the mayor of Rotterdam.
Hands-on
The short gathering was only a formal opening, and it was immediately followed by putting words into action, as the attendees eagerly rolled up their sleeves. With great enthusiasm they visited the district of Kralingen to serve the local community. In Kralingen, the board members provided maintenance services for natural reserve De Esch, while others surprised the residents of nursery home Aafje De Nieuwe Plantage by treating them to coffee and cookies.
Tradition
“Hopefully, this will be the start of an annual tradition. Soon, it will be impossible not to be involved in Erasmus4Rotterdam if you are studying here,” Pauline van der Meer Mohr spoke enthusiastically. After the speech and press photos, Van der Meer Mohr and Bart Straatman – also a member of the EUR’s Executive Board – visited a nursery home to play a game of bingo with its residents. As we have all been inspired by these stories it is great to know that, starting now, EUR students and employees can sign up to volunteer in Rotterdam by visiting www.erasmus4rotterdam.nl. MvS
EUR welcomes international students On Tuesday the 18th, with classes having started already, all new international students
were officially welcomed to the university. During a ceremony in the Auditorium, the importance of internationalization for our institution was stressed, and all attendants were treated to a good laugh and a Dutch buffet afterwards. The ceremony started with the academic hymn ‘Gaudeamus’ and was followed by a speech of rector magnificus Henk Schmidt. He explained why this year in particular is a special time to study at the EUR. First, because it is exactly 100 years ago that the university was founded, and second because the new heart of the campus has just been opened. The crowd giggles as he proceeds to explain that there is a good chance many of them will meet their future partner here. At the end of the ceremony, the students were invited for a Dutch buffet in the sports building. But before enjoying the Dutch cuisine, everyone got a chance to shake hands with Henk Schmidt himself. A warm welcome indeed. BK (photo: LW)
EUR meets conditions
Due to the renovations in the L- and the H-building, scientists are getting convulsive and are having trouble concentrating. A lot has already been done when it comes to renovations, but the third floor of the H-building and the hallway in the L-building are a nuisance to the upper floors. There are few people left, and those still there are hindered by the noise, mainly due to drilling. “It’s unbearable,” says Esther Keymolen, PhD-student at the faculty of Philosophy. She sometimes isn’t able to carry conversations or make phone calls, and frequently escapes to the Erasmus Pavilion or her home to work. Just like her colleague Rolf Viervant and scientists in the L-building, her body is constantly tensed, anxiously awaiting the racket that could start any moment. Viervant deals with concentration problems and tries to cope by using ear plugs, but working in a relaxed manner is impossible. “Just a slight indication of drilling causes my body to reach high stress levels.”
Viervant is aware of the discomfort inherent to renovations, but has noticed that the inconvenience planning they have been handed is not always correct. The planning states when different renovation projects are to be carried out, and whether the expected inconvenience is moderate, medium or high. Koos van Kalsbeek from Campus in Ontwikkeling admits that it’s hard to estimate how much noise will be caused by certain renovations, even for contractors, because multiple factors are involved. Also, contractors can encounter unexpected issues, causing renovations to be postponed, or to require different execution. Thus, it could be true that the planning doesn’t correspond with reality. Van Kalsbeek advises Viervant and others who excessively suffer from the renovations to arrange a different working space through the executive. LJ
oktober 2013 | 30 33 september 2009 | 02
EM INTERNATIONAL
RSRC: An international outlook The Rotterdamse Studenten Rugby Club (RSRC) is one of the few sports associations at the EUR which entices international students to engage with local Dutch student life. In addition to the unique sporting aspect of the club, the RSRC also creates a vibrant social life for its members. text Leon Jansen photography Levien Willemse
“In rugby mentality is everything,” Dirk de Raaff, Secretary of the Rotterdam Student Rugby Club (RSRC), tells us. It is a cold, dark, and rainy Thursday evening, and autumn is clearly setting in. The RSRC rugby players do not seem to be bothered by nature’s antics though, seeing as how they continue their training untroubled by the weather conditions. As the training continues, the rugby players are instructed, in English, to finish the last few sit-ups before finishing their workout for the day. Further emphasizing the tough mentality of the RSRC players, De Raaff later adds that “unless the weather conditions are extremely bad, we never cancel a training session.”
An international outlook
Scottish graduate student Archie Pollock recounts how RSRC had only five international members when he first joined his rugby team back in 2008. At the moment the
club has no less than 20 internationals strengthening its ranks. One of the reasons for this international outlook is the fact that playing rugby is generally more popular abroad then it is in the Netherlands, although the sport has seen an increase in its popularity over the past years. Additionally, a so-called snowball effect has contributed to the rise in the amount of international RSRC members. De Raaff explains: “It is easier for internationals to blend in and join the club once they notice that RSRC is already quite international.” With a strong presence during the Eurekaweek, RSRC has welcomed many new members this year, among which a number of internationals – like first-year IBA student Julian Pickartz from Germany.
Sports and social
When asked about his reasons for joining the club, Pickartz tells us: “Apart from playing rugby I also joined because of the social atmosphere at RSRC.” To Pickartz, the RSRC substitutes the need for a fraternity membership. Pollock agrees: “After class we go the gym together, and after training many stay over at the clubhouse, The Bears Cave, to have dinner together.” In addition, the plaques on the wall are evidence of the clubs long-standing tradition of member trips, the most recent one being an excursion to Belgrade, Serbia, last spring.
3 oktober 2013 | 31
EM INTERNATIONAL
THINGS TO DO IN ROTTERDAM
text Leon Jansen
THE SOUL OF MOTOWN Almost everyone has at least some memories of classic MoTown songs – either because of personal musical preferences or simply because our parents’ tastes tend to trickle down to us as we grow up. Luckily for us, the Soul of MoTown is serving those tastes as it brings our memories back to life during their classic performance in the Oude Luxor theatre on October 17. Their four previous performances in Rotterdam were sure-fire guarantees for a festive evening full of swing;
ARCHITECTUUR FILM FESTIVAL ROTTERDAM The Architectuur Film Festival Rotterdam (AFFR) features a range of movies centred around a single topic: architecture. The theme of this year’s festival is Time Machine, focusing on the past and future of cities. The venue featuring as the scene of the crime is Rotterdam’s LantarenVenster theatre, located at the Wilhelminapier on the Kop van Zuid; where architecture lovers can enjoy a myriad of different activities, ranging from movies to TV shows, and from talk shows to debates. The festival dates for all this architectural goodness are October 10 until October 13. Enjoy! www.affr.nl
WORLD FOOD FESTIVAL The multicultural nature of Rotterdam is written all over the city’s many faces and is possibly best seen when looking at the myriad of restaurants and bars featuring cuisines from all across the globe. Until October 27, the World Food Festival is celebrating the existence of world cuisine in Rotterdam. The festival physically revolves around the Future Food House at Museumpark, which offers us a look into the future of food, as well as outlining current culinary trends and developments.
including evergreens from hit-producing musical wonders such as The Supremes, Marvin Gaye, The Temptations, and The Jackson Five. One thing is clear: soul is swinging and more alive than ever in 2013! www.soulofmotown.nl
In addition, various other events, such as markets and exhibitions, workshops and excursions are held during these days, which revolve around a passion shared by many of Rotterdam’s residents: a love for food. www.worldfoodfestival.nl
GOING OUT Passed the enchantment Brasserie Dudok Meent 88 Atmosphere 6 Flirt factor 1 Student-style 7 Beer € 2,50 Dudok, Meent 88
Brasserie Dudok in Rotterdam is taking over the country. But what’s actually going on at the place where it all began? We aren’t sure how it happened, but some way or other Dudok became famous for its apple pie. Perhaps it was the good logistics. Maybe it was the persistent marketing. Or, it could be the fact that Rotterdam in 1991 (the year they opened on the Meent) wasn’t quite developed when it comes to confectioneries and gastronomy. Maybe we’re spoiled, since every bistro in town nowadays showcases freshly baked cakes. Dudok hasn’t provided an uplifting culinary experience for quite some time. The cake’s crust and crumb are sticky due to having been frozen; the whipped cream is buttery, because it is whisked for too long. We are strict indeed, but it is only fitting when discussing an institute that has been a household name in Rotterdam for twenty years. Dudok (named after the architect who designed the building on the Meent in 1945) is in the same vein as Hotel New York and the Westerpaviljoen. People go
there for meetings, tourists are consistently sent there, and it’s a likely place to go to every now and then when you’re in the neighborhood. The ambiance is wonderful. High ceilings, a classic glass façade, large plants, minimalist design lighting, and an open kitchen. The floor consists of loose bricks, which adds a Rotterdam flavour to the stateliness. Still, Dudok is not the place for abundant dining. The personnel is too indifferent and the quality of the food and drinks simply isn’t good enough. Additionally, the lousy acoustics make it hard to carry a conversation. In the last couple of years, Dudok branches were opened in Arnhem, The Hague and – most recently – in Tilburg. Obviously, we’d applaud a good Rotterdam concept spreading over the country. It is, however, a pity that this national expansion evidently makes it hard to maintain the quality. GM (photo: MB)
Daniël Lambrichts
SCHAAMTE
De afgelopen weken heb ik me stiekem een beetje geschaamd. Niet dat er iets gênants aan de hand is (mijn gulp stond niet open tijdens een belangrijke presentatie, en godzijdank zat er ook niet de hele dag wokgroente tussen mijn voortanden). Nee, ik schaamde me een beetje over mijn eigen zwakte. Een aantal zeer pientere marketingmedewerkers van een landelijke fitnessketen hebben mijn tere studentenzieltje namelijk geknakt met een grote landelijke campagne. Plots zag ik overal hun posters, flitsende reclamespotjes en folders. Zelfs mijn zadel werd van een mooi anti-regenhoesje voorzien. Ik kwam er niet onderuit: overal om me heen was de campagne present. ‘Misschien is het toch een goed idee’, begon ik bij mezelf te denken. En: ‘Als ik het nú doe, hoef ik geen inschrijvingsgeld te betalen.’ Kortom, in no time stond het 2-0 voor de marketingmeneren. En zit ik nu dus aan een jaarabonnement fitness vast. Oeps. De hele som geld werd in één klap van mijn rekening afgeschreven. Slik. Daar had ik even niet op gerekend. Ietwat treurig besloot ik er toch maar het beste van te maken en de sportschool in kwestie te bezoeken. Sportoutfit aan, handdoekje over m’n schouder, muziekje in de oren en bidon gevuld – ik paste helemaal in de aanwezige scene. Onwennig begon ik te stoeien met allerhande toestellen. Ik plaatste me door mijn klunzigheid automatisch onderaan in de sportschoolhiërarchie. Inmiddels ben ik twee weken verder, maar nog niet echt geklommen in die rangorde van spierbonken en afgetrainde fitness-chicks. Maar schamen doe ik me gelukkig niet meer. In plaats daarvan train ik me een ongeluk op de veredelde martelwerktuigen. Het zou mooi zijn als ik daardoor bij een volgende confrontatie met excessief reclamegeweld wél weerstand kan bieden – al vrees ik dat ik beter mijn zwakke geest kan trainen. Daniël Lambrichts is geneeskundestudent
DIT BEN IK De stijl van Sabina Gulieva (21) Student Psychologie Stijl? “Ik trek geen kleding aan om op te vallen, of opdat andere mensen dan denken: ‘Wow, wat ziet zij er tof uit.’ Ik vind het belangrijk dat ik iets positiefs uitstraal. Uitstraling is belangrijker dan kleding. Ik denk dan ook niet dat mensen echt lelijk kunnen zijn. Iedereen heeft iets moois en je moet altijd proberen vertrouwen uit te stralen. Maar ik vind winkelen natuurlijk wel leuk hoor. Naast mijn studiefinanciering leen ik maximaal en ik heb een bijbaan. Ik werk in een apotheek waar ik medicijnen sorteer en bestellingen gereedmaak. Ik betaal alles zelf: mijn zorgverzekering, studie en kleding.” Vluchteling “Ik ben geboren in Azerbeidzjan, maar ik ben gevlucht met mijn ouders toen ik zes jaar was. We waren politieke vluchtelingen, want mijn vader zat in de politiek en had opvattingen die niet werden getolereerd door de dictatuur. Ik heb er weleens naar gevraagd, maar hij wil er niet over praten. In Nederland heb ik met mijn familie elf jaar in vluchtelingencentra gewoond. Het was moeilijk; ik sprak helemaal geen Nederlands, maar je wordt op een normale school geplaatst. Door televisie te kijken en te praten met vriendinnetjes heb ik de taal snel aangeleerd. We moesten steeds
verhuizen; daarom ben ik ook acht keer van school veranderd. Ik heb in die elf jaar overal in Nederland gewoond, van Drenthe tot Eindhoven.” Rijtjeshuis “In een vluchtelingencentrum deel je een kamer met je familie, dus je hebt geen privacy. Het is ook lastig om geconcentreerd huiswerk te maken als er altijd mensen om je heen zijn. Toen ik zeventien jaar was, =kregen we te horen dat we onder de pardonregeling vielen en dat we officieel in Nederland mochten blijven. Toen kwam er eindelijk een einde aan het leven in onzekerheid. Nu woon ik eindelijk in een normaal rijtjeshuis in Berkel en Rodenrijs. Dat is geweldig, het is hartstikke groot!” Weldoener “Ik heb altijd hard gestudeerd en ik heb mijn gymnasium afgemaakt. Mijn droom is om dokter te worden, alleen ben ik nu al drie keer uitgeloot voor geneeskunde. In de tussentijd ben ik psychologie gaan studeren. Maar volgend jaar ga ik het nog een keer proberen in Antwerpen. Ik wil namelijk heel graag voor Artsen zonder Grenzen werken in oorlogsgebieden of in vluchtelingenkampen. Ik wil zelf iets doen tegen het leed in de wereld. Dat is me veel meer waard dan een dik salaris.” CM (fotografie: RvdH) T-shirt: River Island Broek: Barcelona Tas: Barcelona Horloge: Guess Schoenen: River Island
DE INSPIRATOR VAN Luuk van Rij (22), masterstudent International & European Public Law “James Gandolfini, vooral bekend als Tony in The Sopranos, inspireert me niet om acteur of gangster te worden. Toch vind ik hem geweldig: hij is onuitstaanbaar en sympathiek tegelijk. Ik kreeg tranen in mijn ogen toen hij onlangs overleed. Prachtig is dat The Sopranos daarna werd verkozen tot beste televisieserie ooit: there’s life before and after Tony Soprano.”
“‘The Pursuit of
“Dit boekje met
Happiness’ is mijn
Latijnse spreuken
lievelingsfilm. In deze
“Dit horloge heb ik
kreeg ik van een
film zegt hoofdper-
van mijn vader
leraar toen ik afscheid
soon Will Smith tegen
“Ik spaar schoenen en
gekregen voor mijn
nam omdat ik weer
zijn zoontje dat hij
tassen en allemaal in
verjaardag. Ik werd
moest verhuizen. Mijn
nooit op mag geven
een andere kleur. Dit is
achttien jaar en ik
favoriete spreuk is:
en altijd moet blijven
mijn nieuwe aanwinst.
ging naar de
‘Het leven is een
vechten voor wat hij
Deze laarsjes heb ik
universiteit. Hij was
farce. Wie het meest
wil. Dat is voor mij
gekocht bij River
toen heel erg trots
gelachen heeft, heeft
heel herkenbaar.”
Island.”
op mij.”
het best geleefd.’”