Blessurebeleid Eerstejaars Zwaar 2003 Algemeen •
• • •
• •
• • • • • • •
• •
•
Wanneer een roeier pijn heeft, anders dan spierpijn, en deze ofwel drie dagen achtereen aanhoudt, ofwel driemaal (steeds gedurende korter dan drie dagen) op dezelfde plaats en wijze terugkomt, spreken we van een blessure. Spierpijn kan een blessure zijn, wanneer de spierpijn langer dan 48 uur aanhoudt. Bij constatering van een blessure beslist de coach of consult van een sportarts of fysiotherapeut nodig is. Als coach en roeier van mening verschillen over de ernst van de blessure wordt de ernstigste inschatting nagevolgd. Tot het bezoek aan fysio of sportarts neemt de roeier algehele rust dan wel roei- en ergometervrij in acht. Het advies tot rust van fysio of sportarts wordt in zijn geheel opgevolgd. Blessures die geen consult behoeven leiden tot een door de coach te bepalen periode van rust. In deze rustperiode moet de roeier actief worden begeleid, is er dagelijks contact tussen coach en roeier en moet er worden gezorgd voor een sociaal vangnet. Afhankelijk van de aard en ernst van de blessure wordt voor een periode van twee tot zes weken beginnende met de eerste training na rust een herstelschema opgesteld door de coach, in overleg met de roeier. Dit schema bevat een oplopend aantal trainingen per week en begint met trainingen van lage omvang en intensiteit. Het aantal rustdagen en actief-hersteltrainingen per week wordt geleidelijk aan afgebouwd. Een actief-hersteltraining is een zeer extensieve training (HF<140) gericht op conditiebehoud op fitnessniveau. Het schema bevat tenminste één evaluatiemoment per week. Op dit evaluatiemoment wordt aan de hand van vooraf vastgestelde criteria het herstel van de blessure opgenomen. De criteria voor evaluatie worden opgenomen in het herstelschema en liggen vast. Als de evaluatie positief uitvalt, wordt het herstelschema vervolgd. Als de evaluatie negatief uitvalt, wordt een nieuw herstelschema opgesteld met minder trainingen, minder omvang en minder intensiteit. De wekelijkse evaluaties gaan nog drie weken na het einde van het speciale herstelschema door. Als deze drie opeenvolgende evaluaties positief uitvallen achten we de blessure hersteld. Het al dan niet starten van wedstrijden, het al dan niet meegaan op trainingsweekends en het al dan niet vinden van invallers moet zo min mogelijk een rol spelen bij een blessure-evaluatie. Consumptief blessurebeleid, waarin de gezondheid van een roeier wordt opgeofferd om het seizoen te kunnen afmaken, is alleen toegestaan bij uitdrukkelijke instemming van de roeier, alleen binnen een maand van het einde van het seizoen en alleen na overleg met de fysio. Geblesseerde roeiers worden geacht mee te gaan op wedstrijd- en trainingsweekends. De geschatte minimale uitschakeling is de tijdsduur dat een roeier in elk geval niet inzetbaar is voor wedstrijdbelasting, vanaf het moment van constateren van de blessure. Deze tijdsduur is indicatief voor de coach en dient om motivationele redenen niet aan de roeier te worden medegedeeld. Het gaat hier bovendien om een minimumwaarde, die gebaseerd is op een zeer ruwe schatting. In het belang van blessuremonitoring worden roeiers verzocht elke morgen hun rusthartslag op te nemen.
Blessurespecifiek De aangegeven tijdsduur is steeds een minimum. Als evaluatie uitwijst dat langere hersteltijd nodig is, hieraan altijd gevolg geven! Verkoudheid, keel- en oorontsteking zonder koorts • Bezoek arts in eerste instantie niet noodzakelijk. • Tenminste drie dagen volledige rust. Tijdens rust, ook andere activiteiten stopzetten en ook niet meefietsen met trainingen. • In principe geen bijzonder herstelschema; wanneer de roeier koortsvrij is en zichzelf tot roeien in staat acht, kan hij instappen. • In de evaluatie wordt gelet op keel-, neus en oorklachten, rusthartslag, volledig herstel van de laatste training en algemeen welbevinden. • Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: een week. Echte (bacteriele) keel en oorontsteking zonder koorts bestaat niet. Oorpijn en keelpijn bij een virusinfectie die meestal zonder koorts gepaard gaan behoeven niet zo'n lange herstelperiode • De basisbehandeling voor een bovenste luchtweginfectie (verkoudheid) is stomen (heet water, handdoek over je hoofd) en neusdruppels met xylometazoline of oxymetazoline (bv nasivin, otrivin enz). Hiermee zouden de klachten in een week wel ongeveer moeten verdwijnen. Aanhoudende of verergerende klachten (koorts, benauwdheid, aanhoudende hoofdpijn en toenemend hoesten) verdienen een bezoek aan de huisarts. Griep en koorts • Bezoek arts in eerste instantie niet noodzakelijk. • Tenminste een week, en minimaal tot drie dagen na einde koorts, en minimaal tot drie dagen na einde antibioticakuur volledige rust houden. Per dag koorts (= temperatuur boven 38.0 graden) een dag koortsvrij zonder training; dus 3 dagen koorts, daarna min drie dagen rust. Na die periode weer roeien op basis van het welbevinden (hoe de roeier zich voelt). Aanhoudende of verergerende klachten (koorts, benauwdheid, aanhoudende hoofdpijn en toenemend hoesten) verdienen een bezoek aan de huisarts. • Tijdens rust, ook andere activiteiten stopzetten en ook niet meefietsen met trainingen. Rustpols bijhouden. • Herstelschema van twee weken. • In de evaluatie wordt gelet op keel-, neus en oorklachten, rusthartslag, volledig herstel van de laatste training en algemeen welbevinden. Als de rustpols goed is kan er gewoon weer getraind worden. • Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: 2 weken. Peesschede-ontsteking aan de pols (“roeipols”) • Symptomen: zwelling aan de bovenzijde van de onderarm, enkele centimeters boven het polsgewricht; warm, rood, voelbaar en soms hoorbaar crepiterend ('krakend'). Typisch in het begin is pijn bij bepaalde bewegingen: bv een kopje dragen. • Bezoek fysio. • Rust en herstelschema in overleg met fysio. In elk geval twee weken volledig roei- en ergometervrij. Fietsen mag, indoor niet. • Tijdens rust, meefietsen met trainingen toegestaan, als dit zonder pijn kan. • Herstelschema van drie weken. Dit kan beginnen wanneer de pols zonder pijn zijn volledige bewegingsvrijheid terug heeft. De pols hoeft dan nog niet volledig
• • • •
belastbaar te zijn maar mag voor de training niet meer pijn doen bij onbelaste bewegingen. De peesschede mag bij aanvang van de training niet meer kraken. Tijdens het herstelschema geldt “pijn = stoppen”. In de evaluatie moet worden gelet op pijn, verdikking en kraak. De evaluatie moet niet alleen een verbetering van de situatie onthullen, maar ook een voldoende verbetering om aan het eind van het herstelschema pijnvrij te kunnen roeien. Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: 5 weken. Is te voorkomen met goede afstelling (niet te hoog) en goede techniek: vlakke pols, ontspannen hangen.
Knieblessures als gevolg van roeien • Bezoek fysio. • Rust en herstelschema in overleg met fysio. In elk geval drie dagen rust en een herstelschema van 2 weken. • Tijdens rust, ook niet meefietsen met trainingen. • Tijdens het herstelschema geldt “pijn = stoppen”. • In de evaluatie moet worden gelet op trainingspijn en rustpijn. De evaluatie moet niet alleen een verbetering van de situatie onthullen, maar ook een voldoende verbetering om aan het eind van het herstelschema pijnvrij te kunnen roeien. Kijk echter wel uit: het typische van blessures is dat ze tijdens de training grotendeels verdwijnen door de vergrote bloedtoevoer in de spier en daardoor afvoer van afvalstoffen en daardoor verminderen van pijn; in principe is een vergrote bloedtoevoer prima, bij belastende training bestaat echter het gevaar dat het alarmsignaal pijn wegvalt en er daardoor extra schade ontstaat. • Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: ruim 2 weken. • Is te voorkomen met aandacht voor goede houding op catch, rekken en strekken voor trainingen, warme kleding in de winter en voorkomen van te zware afstelling. Knieën zijn relatief slecht doorbloed en dus extra gevoelig voor blessures bij koud weer. Het algemene advies bij fietsers (en dus ook voor roeiers) is pas te gaan fietsen met blote benen bij een buitentemperatuur van 16 graden of meer. Bij koude temperaturen zeker in de winter is alleen een roeilegging geen voldoende bescherming. Een warme maillot onder de legging of een winter fietsbroek is eigenlijk verplicht. Rugklachten • Bezoek fysio. • Rust en herstelschema in overleg met fysio. In elk geval drie dagen rust en een herstelschema van 2 weken. • Tijdens rust, meefietsen met trainingen toegestaan, als dit zonder pijn kan. Als de rugklachten zich ook in het dagelijks leven voordoen, ook andere activiteiten minderen of stopzetten. • Tijdens het herstelschema geldt “pijn = stoppen”. • In de evaluatie moet worden gelet op trainingspijn en rustpijn. De evaluatie moet niet alleen een verbetering van de situatie onthullen, maar ook een voldoende verbetering om aan het eind van het herstelschema pijnvrij te kunnen roeien. • Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: ruim 2 weken. • Is te voorkomen met aandacht voor goede houding in derde stop, rompversterkende oefeningen (o.a. rechte en schuine crunches), rekken en strekken voor trainingen (op spanning brengen spiercorset voor het instappen door korte series buik en rugspier-
oefeningen), aandacht voor balans van de boot, voorkomen van te zware afstelling, en door bij het tillen van de boot de voorschriften in acht te nemen.
Scheenbeenvliesontsteking en knie- en enkelklachten na hardlopen • Bezoek fysio niet noodzakelijk, maar wel aan te bevelen • Alle hardloop- en springbelasting verwijderen. • Week rust. Tijdens rust, meefietsen met trainingen toegestaan, als dit zonder pijn kan. • Herstelschema van twee weken. Tijdens het herstelschema geldt “pijn = stoppen”. • In de evaluatie wordt gelet op trainingspijn en rustpijn. De evaluatie moet niet alleen een verbetering van de situatie onthullen, maar ook een voldoende verbetering om aan het eind van het herstelschema pijnvrij te kunnen roeien. • Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: 3 weken. • Is te voorkomen door goed schoeisel bij outdoor en indoor, en in het algemeen voorzichtige loopbelasting voor onervaren lopers. Eerstejaars roeiers mogen in principe alleen lopen met een ervaren loper die let op de looptechniek Tussenribspier • Bezoek fysio • Twee weken indoor-, roei- en ergometervrij. Fietsen toegestaan, indien dit zonder pijn mogelijk is. • Tijdens rust, meefietsen met trainingen toegestaan, als dit zonder pijn kan. • Na twee weken, eerste evaluatie. Wanneer de roeier tijdens rust pijnvrij is, aanvang herstelschema van drie weken. Tijdens het herstelschema geldt “pijn = stoppen”. • In de evaluatie moet worden gelet op trainingspijn en rustpijn. De evaluatie moet niet alleen een verbetering van de situatie onthullen, maar ook een voldoende verbetering om aan het eind van het herstelschema pijnvrij te kunnen roeien. • Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: 5 weken.. • Is te voorkomen met voldoende rompversterkende oefeningen en aandacht voor balans van de boot. Fysiologisch overtrainingssyndroom • Symptomen: verhoogde rustpols, geen goede kleur: bleek, geel, grijs, slecht slapen (slecht inslapen en/of vroeg wakker en/of 's nachts wakker worden), verminderde eetlust, afvallen, herhaaldelijke blessures, geagiteerd, geëmotioneerd, somber, teruglopende prestaties op de ergometer. • Bezoek sportarts en bloedprik bij huisarts om te testen op ziekte van Pfeiffer en andere vermoeidheidssyndromen (soortgelijke symptomen) • Twee weken volledige rust. Tijdens rust, ook andere activiteiten stopzetten en ook niet meefietsen met trainingen. • Twee weken om de dag actief herstel op HF<140. Hervatten andere activiteiten en meefietsen met trainingen toegestaan. • Twee weken om de dag rustige roeispecifieke training op HF<175 • Hierna, herstelschema van drie tot vier weken. • In de evaluatie moet worden gelet op rusthartslag, volledig herstel van de laatste training en algemeen welbevinden. • Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: 2 maanden, sterk afhankelijk van de ernst van de overtraining. • Is te voorkomen met voldoende rustdagen in het trainingsschema
Mechanische overtraining / langdurige overbelasting • Symptomen: roeier ervaart belastbaarheid als afnemend, aanhoudende spierpijn en – vermoeidheid, herstel duurt steeds langer, teruglopende prestaties op de ergometer, bij roeispecifieke trainingen treedt steeds sneller verzuring op. • Bezoek sportarts en bloedprik bij huisarts om te testen op ziekte van Pfeiffer en andere vermoeidheidssyndromen (soortgelijke symptomen) • Twee weken volledige rust. Tijdens rust, andere activiteiten sterk minderen. Meefietsen met trainingen toegestaan. • Hierna, eerste evaluatie. Bij voorspoedig herstel, herstelschema van drie weken; anders meer rust. • In de evaluatie moet worden gelet op spiervermoeidheid, volledig herstel van de laatste training en algemeen welbevinden. • Geschatte minimale uitschakeling voor wedstrijden: 2 maanden. • Is te voorkomen met een gezond trainingsschema en een schappelijke afstelling.