Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Vaststelling bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg
Openbare 18 december 2007 Programma /besluitenlijst Programmanummer Collegevergadering no 47 Ruimte & Cultuurhistorie / 1031
BW-nummer
Portefeuillehouder
H. Kunst
Aanwezig: Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. Th. de Graaf Voorzitter Het ontwerp van het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud SO10, Lucienne Hoenselaar, 2804 P. Depla, Hooft2012 sr., L. Wethouders Kwakkenberg heeft in de periode vanH. 13 van december totScholten, en met 23 H. Kunst, Datum ambtelijk voorstel P. Lucassen, van der Meer januari 2013 ter inzage gelegen. Er zijn 18J.zienswijzen 21 januari 2013 P. Eringa Gemeentesecretaris binnengekomen. De zienswijzen zijn in de zienswijzennota samengevat Registratienummer A. Kuil Een aantal zienswijzen heeft geleid Communicatie en van een beoordeling voorzien. 13.0002979 M. Sofovic Verslag tot aanpassing van het bestemmingsplan. Daarnaast zijn er een aantal ambtshalve wijzigingen aangebracht. Een volledig overzicht van de wijzigingen is opgenomen onder punt 4 van het raadsvoorstel (argumenten)
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Paraaf
Ter besluitvorming door het college
Datum
akkoord Aan de Raad voor te stellen
1. vast te stellen de zienswijzennota bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg; 2. het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg De voorzitter,de geometrisch bepaalde De secretaris, Leidinggevende gewijzigd vast te stellen overeenkomstig M.A. Versleijen, SO10 planobjecten als vervat in het bestand NL.IMRO.0268.BP9000VG01.gml met bijbehorende bestanden; 3. geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 Wet Programmamanager ruimtelijke ordening (Wro); P. Oomens Programmadirecteur P. Steijn
Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 5 maart 2013 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Paraaf
nummer: 3.11
Datum
akkoord
1 Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
collegevoorstel
Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007
Collegevergadering noraadsvoorstel 47 Datum raadsvergadering / Nummer 20 maart 2013
/ 38/2013
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Aanwezig: Voorzitter Onderwerp Wethouders N.v.t.
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, (Gewijzigde) vaststelling bestemmingsplan Groenewoud-Kwakkenberg P. Lucassen, Nijmegen J. van der Meer Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer P. Eringa A. Kuil Communicatie Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder
H. Kunst Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
5 maart 2013 Samenvatting
Het ontwerp van het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg heeft in de periode vergadering van 13 december 2012 tot enAldus met 23vastgesteld januari 2013interde inzage gelegen.van: Er zijn 18 zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn in de zienswijzennota samengevat en van een beoordeling voorzien. Een aantal zienswijzen heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Daarnaast zijn er een aantal ambtshalve wijzigingen aangebracht. Een volledig overzicht van de wijzigingen is opgenomen onder punt 4 (argumenten)
De voorzitter,
De secretaris,
Voorstel om te besluiten
1. vast te stellen de zienswijzennota bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg; 2. het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg gewijzigd vast te stellen overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het bestand NL.IMRO.0268.BP9000-VG01.gml met bijbehorende bestanden; 3. geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening (Wro);
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Lucienne Hoenselaar, 2804,
[email protected] raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
In eerste instantie is ervoor gekozen om voor dit plangebied een beheersverordening op te stellen in plaats van een bestemmingsplan. Omdat in het gebied Nijmegen Groenewoud-Kwakkenberg geen ontwikkelingen zijn voorzien en het gebied relatief is "uit-ontwikkeld" leek de beheersverordening een geschikt instrument om de geldende bestemmingsplannen in het gebied te actualiseren. Bij de vaststelling van de beheersverordening ontstond in de gemeenteraad echter een discussie over de toepassing van het instrument beheersverordening. Met name in de Kwakkenberg werd de discussie gevoerd of de verruiming van de woonfunctie binnen de bestemming “Wonen” op grond van dit instrument wel is toegestaan. Het instrument beheersverordening is immers bedoeld om de “bestaande situatie” vast te leggen. Omdat in de wetgeving en literatuur geen eenduidig antwoord is te vinden op de vraag wat nu precies de reikwijdte is van het instrument beheersverordening, is besloten om voor dit gebied alsnog een bestemmingsplan te maken. Dit betekent dat de beheersverordening is “omgezet” naar een bestemmingsplan. Inhoudelijk zijn er geen wezenlijke verschillen, alleen de vorm verschilt. De vooroverlegpartners (o.a. provincie Gelderland, Waterschap en omliggende gemeenten) zijn in de gelegenheid gesteld om op het ontwerpplan te reageren. De eerder ingediende reacties in het kader van de beheersverordening zijn opgenomen in de inspraaknota en zijn meegenomen als inspraakreacties in het kader van het (ontwerp)bestemmingsplan. Het ontwerp van het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg heeft in de periode van 13 december 2012 tot en met 23 januari 2013 ter inzage gelegen. Er zijn 18 zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn in de zienswijzennota samengevat en van een beoordeling voorzien. Naar aanleiding van de zienswijzen zijn een aantal wijzigingen aangebracht in het bestemmingsplan. Daarnaast zijn een aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Het bestemmingsplan ligt nu klaar voor vaststelling. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
De vaststellingsprocedure is geregeld in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Daarbij wordt verwezen naar de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van artikel 9.1.4 lid 4 van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening moeten alle bestemmingsplannen van de gemeente voor 1 juli as zijn geactualiseerd. Het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg maakt deel uit van deze actualisatieronde. 2
Relatie met programma
De kosten voor het opstellen en begeleiden van dit bestemmingsplan worden voldaan uit de post “actualisatie bestemmingsplannen” uit de productgroep Planologie en Ruimtelijke Ordening binnen het programma Ruimte en Cultuurhistorie.
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
3
Doelstelling
Gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg. 4
Argumenten
4.1 Aandachtspunten/belangrijke onderwerpen in het plangebied In het plangebied speelt een aantal aandachtspunten/belangrijke onderwerpen waarmee bij de totstandkoming van het plan rekening is gehouden. Deze onderwerpen worden hieronder nader toegelicht: Eversweg 6 Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan (Broersveld-Kwakkenberg 1971) rust op de gronden gelegen rondom de woning, de bestemming Natuurgebied. De gronden met deze bestemming zijn bedoeld voor natuur-en landschapsbehoud en passieve recreatie, met daartoe nodige kleine gebouwen, bouwwerken en werken. In de (ontwerp)beheersverordening was de planologische situatie uit het geldende bestemmingsplan overgenomen met dien verstande dat de omliggende gronden van de woning waren bestemd als Bos omdat in de beheersverordening de bestemming Natuur niet meer voorkwam. De beplanting op de Kwakkenberg is deels een overblijfsel van het oorspronkelijke bos. Om deze bosrestanten zo goed mogelijk te behouden, herstellen en/of ontwikkelen is gekozen voor de bestemming Bos. Het beschermingsregime van de bestemmingen Natuur en Bos zijn nagenoeg gelijk. Daarnaast verschaft de combinatie van bos(restanten) en geaccidenteerd terrein het gebied een hoog te waarderen visueel-landschappelijke verschijningsvorm. De natuur-en landschapswaarden (waaronder de stedenbouwkundige, visueel landschappelijke, geomorfologische en de ecologische waarden) worden beschermd door de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap. In het kader van de beheersverordening is door eigenaren verzocht om de bestemming van de gronden rondom hun woning te wijzigen naar tuin/erf. Aangezien het perceel is gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en het ruimtelijk beleid binnen de EHS is gericht op behoud en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden, is dit verzoek in de (inspraaknota van de) beheersverordening niet gehonoreerd. De EHS is vastgelegd in de Provinciale verordening Gelderland (RvG). Binnen de EHS moet zorgvuldig met het groen en de aanwezige natuurwaarden worden omgegaan. Gelet op de behandeling van de beheersverordening in de Raad en na overleg met de Provincie, is het verzoek van de eigenaren/bewoners in het ontwerpbestemmingsplan alsnog, gedeeltelijk gehonoreerd. In het ontwerpbestemmingsplan zijn de bestemmingen uit de beheersverordening overgenomen waarbij een gedeelte van het perceel (direct gelegen aan de woning) zijn bestemd als tuin/erf. Volgens de Provincie is er geen sprake van een significante aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied. De bestemming in het geldende bestemmingsplan kwam bovendien niet overeen met de feitelijke situatie die, naar opgaaf van de eigenaren, al ruim 60 jaar bestaat. Omdat de feitelijke situatie al gedurende een lange, aaneengesloten periode bestaat, stuit het wijzigen van de bestemming niet op bezwaren. Het wijzigen van de bestemming leidt niet tot een vermindering van het areaal en de kwaliteit van de bestaande natuur-bos en landschapselementen (zoals bomen, heggen, houtwallen e.d.). De inbreuk op de EHS is slechts (zeer) gering.
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
De situatie in het ontwerpbestemmingsplan deed echter nog geen recht aan de feitelijke situatie ter plaatse. Gedurende de tervisielegging van het ontwerpplan heeft de portefeuillehouder samen met een ambtenaar de situatie ter plaatse bekeken. Tijdens dit bezoek is geconstateerd dat de feitelijke tuin/erf groter is dan aangegeven op de plankaart van het ontwerpbestemmingsplan. Bovendien hebben de eigenaren foto’s overlegd waaruit blijkt dat de tuin/erf inderdaad reeds geruime tijd aanwezig is, in ieder geval al voordat de huidige eigenaren het perceel aankochten. Voorgesteld wordt om de bestemming in het vast te stellen bestemmingsplan opnieuw aan te passen zodat de gedeelten van het perceel die nu feitelijk in gebruik zijn als tuin, bestemd worden als “erf”. Door deze aanpassing ontstaat tevens de mogelijkheid van (vergunningvrij) bouwen. Anderzijds blijft voor het perceel de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap gelden waardoor de aanwezige (natuur)waarden beschermd blijven. Het risico op precedentwerking is gering omdat er sprake is van een unieke situatie waarbij een zorgvuldige afweging van belangen heeft plaatsgevonden. Bovendien is de gemeente niet zelfstandig bevoegd om een oordeel te geven over wijzigingen in de EHS maar zal in soortgelijke gevallen, steeds in overleg met de Provincie gekeken moeten worden of, en onder welke voorwaarden, medewerking kan worden verleend. Marienbosch (Groesbeekseweg 351) Bij besluit d.d. 23 mei 2012 is aan de eigenaar/beheerder van dit perceel (Bouwbedrijf Hazenberg BV) een omgevingsvergunning verleend voor het herbestemmen van het voormalige klooster, inclusief de bouw van een nieuwe vleugel tbv studentenhuisvesting (in opdracht van SSHN). In totaal gaat het om de realisatie van 350 studenteenheden.Om deze eenheden te kunnen realiseren is een omgevingsvergunning verleend voor de volgende activiteiten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
bouwen van een bouwwerk; slopen van een bouwwerk; veranderen van een Rijksmonument; kappen van een boom of vellen van een houtopstand; uitvoeren van een werk (aanlegvergunning); oprichten van een milieu-inrichting (houtpalletinstallatie); handelen in afwijking van de regels van een bestemmingsplan (tbv de aanleg van een extra in-uitrit aan de Sophiaweg).
Aangezien de vergunning (ruim) voor de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan is verleend en de vereiste belangenafweging al heeft plaatsgevonden in het kader van deze vergunningverlening, is de vergunning, hoewel nog niet onherroepelijk, meegenomen in het (ontwerp)bestemmingsplan. Een aantal omwonenden aan de Sophiaweg (Heilig Landstichting/gem. Groesbeek) heeft bij de rechtbank Arnhem beroep ingesteld tegen de vergunning. Daarnaast hebben zij bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van het verzoek om handhaving in verband met de ontsluiting van het bouwterrein via de bestaande achteruitgang. Om te voorkomen dat de in de vergunning verleende rechten in het bestemmingsplan zouden worden opgenomen, hebben zij in het kader van de bestemmingsplanprocedure tevens zienswijzen ingediend.
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
Om langdurige (en kostbare) gerechtelijke procedures te vermijden zijn partijen, met tussenkomst van de gemeente, met elkaar in gesprek gegaan. In dit gesprek is onderzocht of er een situatie kan worden bereikt die voor alle partijen acceptabel is. Het uitgangspunt van het gesprek was dat de vigerende bestemmingsplanmogelijkheden plus de verleende ontheffingen van het bestemmingsplan in het vergunde bouwplan worden overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. De (vergunde) nieuwe inrit wordt weer uit het nieuwe bestemmingsplan gehaald. Naar aanleiding van het gesprek zijn de volgende voorstellen gedaan om tot een oplossing te komen: 1. Het gebied tussen het bouwvlak en de parkeerplaats krijgt weer een bosbestemming. Daarbij komt er een aanduiding voor een keerpunt/lospunt voor vrachtwagens en de opmerking in het bosgebied dat hier ondergeschikte paden ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen zijn toegestaan. 2. Het gedeelte van het perceel waarop de bebouwing, inclusief ondergrondse bebouwing (zie onder 6), wordt gerealiseerd krijgt de bestemming ‘Gemengd’. Deze bestemming wordt uitgebreid met een kleine strook rondom de bebouwing alsmede ter plaatse van de parkeerplaatsen. Binnen de bestemming Gemengd zijn de functies wonen en kantoren toegestaan. De functie dienstverlening komt voor deze locatie te vervallen. Uitsluitend in de kapel zijn maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Op grond van de algemene regels is bepaald dat binnen deze voorziening ondersteunende horeca is toegestaan. Voor zover er verschillen bestaan met de begripsbepalingen (Bijzondere doeleinden) uit het vigerende bestemmingsplan, wordt de doeleindenomschrijving van de functie maatschappelijke voorzieningen (voor deze locatie) in het nieuwe bestemmingsplan aangepast; 3. Het bebouwingspercentage in het bouwvlak wordt afgestemd op het vergunde bouwplan. In de vergunning is ontheffing verleend voor een bebouwingspercentage van 68,04%; 4. De goot- en bouwhoogte van de bebouwing wordt afgestemd op het vergunde bouwplan. In de vergunning is ontheffing verleend voor een goot- en bouwhoogte van 12,41 meter. De bestaande toren krijgt een aanduiding met daarin een goot- bouwhoogte die is afgestemd op de feitelijke situatie. De schoorsteen wordt aangemerkt als een ondergeschikt bouwdeel dat niet behoeft te worden meegeteld bij de bouw- goothoogte van het gebouw; 5. Omdat de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst, wordt voor het bepalen van de hoogten van de bouwwerken (het peil) uitgegaan van de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang. Dit is conform het vigerende bestemmingsplan; 6. Ondergronds bouwen is op deze locatie alleen mogelijk binnen het bouwvlak. In de regels wordt bepaald dat de ondergrondse bebouwing wel mag worden gebruikt voor de hoofdbestemming (studentenbewoning) en dus niet alleen voor ondersteunende “gebruiksfuncties”; Ten behoeve van de (vergunde) ondergrondse bebouwing buiten het bouwvlak (de keermuur en afvalcontainers) wordt een aanduiding opgenomen; 7. De tweede in-/uitrit aan de Sophiaweg wordt niet worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Over het (tijdelijke) gebruik van de verleende vergunning ten behoeve van het bouwverkeer maken partijen onderling privaatrechtelijke afspraken; 8. In het nieuwe bestemmingsplan wordt, conform de bestaande situatie, een breedte van 6m opgenomen ten behoeve van de bestaande in-uitrit aan de Sophiaweg;
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
9.
In het nieuwe bestemmingsplan wordt opgenomen dat op deze locatie, binnen de bestemming Gemengd, maximaal 100 parkeerplaatsen mogen worden aangelegd. Dit aantal sluit aan op de ongeveer 80 parkeerplaatsen die zijn vergund, inclusief de eventuele benodigde parkeerplaatsen ten behoeve van de (toekomstige functie van) de kapel;
10.
Indien blijkt dat er geen ecologische- en/of andere bezwaren bestaan tegen het aanbrengen van een aarden wal (talud) in het bosgebied, wordt er ten behoeve van deze ophoging een aanduiding opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Hazenberg levert een landschappelijke onderbouwing (natuurwaardenonderzoek) aan met een onderbouwing en exacte situering van deze aarden wal.
De voorgestelde oplossingen zijn door de wethouder bevestigd in een brief (d.d.20 februari jl.) en verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Daarnaast is tussen de omwonenden en de eigenaren/gebruikers een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over het verloop (intrekken van) de rechtszaken en het (tijdelijke) gebruik van de tweede in-uitrit aan de Sophiaweg. 4.2 Aandachtspunten uit de zienswijzennota Daarnaast is er een aantal aandachtspunten, die terugkomen in de zienswijzen, die bijzondere aandacht behoeven. Deze onderwerpen zijn nader toegelicht in de zienswijzennota. Het betreft de volgende onderwerpen (de tekst is overgenomen uit de zienswijzennota): Verruimde woonfunctie Kwakkenberg Zoals al blijkt uit de inleiding is het verruimen van de woonfunctie een punt van discussie op de Kwakkenberg. Naar aanleiding van de raadsbehandeling van de beheersverordening is met de bewoners van de Kwakkenberg overlegd op welke wijze de specifieke karakteristiek van het gebied ‘wonen in het bos’ in het bestemmingsplan kan worden beschermd zonder daarmee rechtsongelijkheid te creeren ten opzichte van de rest van de stad. Daarnaast moeten de bestaande bouwmogelijkheden (ruime bouwpercelen) uit het geldende bestemmingsplan zoveel mogelijk worden overgenomen in het nieuwe plan om planschade te voorkomen. Aangezien er sprake is van bijzondere omstandigheden, namelijk het specifieke karakter van de Kwakkenberg (“wonen in het bos”) en de nog niet gerealiseerde (ruime) bouwmogelijkheden op de percelen, is het mogelijk om af te wijken van de (standaard)bepalingen uit het bestemmingsplan. Hierdoor wordt de woonfunctie voor de Kwakkenberg niet verruimd. Dit betekent dat het bestemmingsplan nog steeds uitgaat van eengezinswoningen, behoudens daar waar reeds bestemmingsplantechnisch een andere woonvorm is toegestaan. Hierdoor kunnen geen appartementengebouwen, meergezins-woningen en/of rijtjeswoningen en 2-onder-1kappers worden gerealiseerd. Deze beperking van de woonfunctie geldt ook voor de Marienboom, dus voor het gehele gebied waarop de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap van toepassing is. Om duidelijk te maken dat het echt een andere woonfunctie betreft, is voor dit gebied de bestemming Wonen-1 toegevoegd. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend eengezinswoningen toegestaan tenzij er op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan al een andere woonfunctie (meergezinswoning/appartementengebouw, twee-onder 1 kapwoning) toegestaan is. De definitie van een eengezinswoning is opgenomen in de begripsbepaling van het
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
bestemmingsplan. Binnen de bestemming wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het verruimen van het gebruik (woonfunctie) mits er geen toename van het bouwvolume plaatsvindt. Getoetst wordt aan het bouwvolume dat aanwezig is op het moment van inwerkingtreden van het bestemmingsplan. Het verruimen van de woonfunctie mag geen nadelige invloed hebben op het uitgangspunt “wonen in het bos”. Indien er in een bepaald geval, zowel een verruiming van de woonfunctie als een verruiming van de bouwmogelijkheden gewenst is, moet hieraan worden meegewerkt door middel van een (buitenplanse) afwijkingsporcedure (postzegelbestemmingsplan of projectafwijkingsbesluit). Uiteraard moet in een dergelijk geval eerst worden beoordeeld of een afwijking (ruimtelijk gezien) wenselijk en haalbaar is. Naast de bestemming Wonen is het ook mogelijk om binnen de bestemming Gemengd een woonfunctie te realiseren. Om te voorkomen dat de woonfunctie binnen deze bestemming, zonder nadere afweging, kan worden verruimd, wordt binnen de bestemmingen Gemengd in het gebied Kwakkenberg/Marienboom de functie-aanduiding “specifieke vorm van wonen-wonen in het bos” opgenomen. Binnen deze functieaanduiding worden vervolgens dezelfde regels opgenomen als binnen de bestemming Wonen-1. Kavelsplitsing (verruiming bouwmogelijkheden) Specifiek voor het gebied, met name de Kwakkenberg, is dat er geen medewerking wordt verleend aan kavelsplitsing. Een van de (meest) waardevolle karakteristieken van het gebied is het “wonen in het bos” (zie hiervoor). Om te voorkomen dat de bouwmassa toeneemt en deze waardevolle karakteristiek verdwijnt, dient kavelsplitsing te worden voorkomen. Voorbeelden waarbij is verzocht om kavelsplitsing zijn: Sophiaweg 1/3 (nr. 7 uit de zienswijzennota) en Theresiaweg 9/9a (nr. 10 uit de zienswijzennota). Bestaande planologische rechten zijn overgenomen (maar niet verruimd) Het nieuwe bestemmingsplan is conserverend van aard en heeft als voornaamste doel om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied zoveel mogelijk te waarborgen. In het nieuwe bestemmingsplan wordt dan ook met name de bestaande situatie vastgelegd en worden er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Uitgangspunt is dat bestaande (planologische) rechten zijn overgenomen in het bestemmingsplan. Door de vaststelling van het bestemmingsplan mogen burgers en gebruikers van het gebied niet in hun bestaande gebruiks- en bouwmogelijkheden worden beperkt. Door dit als uitgangspunt te hanteren wordt tevens het risico op planschade beperkt. De bestaande rechten zijn echter niet verruimd. Voorbeelden waarbij geen medewerking is verleend aan het verruimen van deze rechten zijn: Bosweg 36 (nr 8 uit de zienswijzennota), Bergweg 7 (nr 6 uit de zienswijzennota), Gerrit van Durenstraat 10 (nr. 4 uit de zienswijzennota), en Postweg 42 (nr. 13 uit de zienswijzennota). Kloostertuin Albertinum Gelet op de monumentale waarden van de tuin, is in de planregels, naar aanleiding van de zienswijze, de aanduiding kloostertuin opgenomen. Aan deze aanduiding is een zogenaamd aanlegvergunningenstelsel gekoppeld op grond waarvan het verboden is om zonder vergunning
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
7
van burgemeester en wethouders verhardingen aan te brengen in de tuin dan wel beplantingselementen te verwijderen. De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien de monumentale waarden van de tuin hierdoor niet onevenredig worden aangetast. Er moet voordat de vergunning kan worden verleend altijd een advies worden ingewonnen bij de landschapsarchitect. Daarnaast kunnen er voorwaarden aan de vergunning worden verbonden. De gronden binnen de aanduiding kloostertuin mogen bovendien maar voor maximaal 50% worden gebruikt voor parkeren (tbv de aangrenzende bestemming); Gebruiks-en bouwmogelijkheden (voormalige) Pabo (Groenewoudseweg 1-3) Diverse omwonenden van de Pabo hebben in hun zienswijzen aangegeven zich zorgen te maken over de verruimde gebruiks-en bouwmogelijkheden op het perceel. Ten aanzien van het geldende bestemmingsplan lijkt er inderdaad sprake van een verruiming van de bouwmogelijkheden. Deze verruiming heeft niet zozeer betrekking op de hoofdbebouwing als wel op de mogelijkheid om aan-uit en bijgebouwen te realiseren. In het geldende bestemmingsplan mocht slechts een oppervlakte van 30m2 worden bebouwd. In het ontwerpbestemmingsplan mag 50% van het bouwperceel (buiten het bouwvlak) worden gebruikt voor aan-uit- en bijgebouwen. De eigenaar/gebruiker van het perceel heeft te kennen gegeven de bebouwing op het perceel te willen vernieuwen zodat de sportopleiding van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) hier kan worden gevestigd. Om deze nieuwbouw te faciliteren is het bouwvlak in het (ontwerp)plan enigszins aangepast zodat de contouren van de nieuwbouw (hoofdgebouw) in het bouwvlak vallen. Dit betekent slechts een zeer marginale verruiming van het bouwvlak en kan dus niet worden aangemerkt als een ruimtelijke ontwikkeling. Omdat de sportopleiding met de mogelijke nieuwbouw voldoende wordt gefaciliteerd en er niet zoveel behoefte is aan aan-uit en bijgebouwen op het perceel, is in het ontwerpbestemmingsplan de mogelijkheid om deze gebouwen te realiseren beperkt. In het (ontwerp)bestemmingsplan is een bebouwingsvrije zone opgenomen waarbij een afstand van 10m in acht wordt genomen ten aanzien van de bestaande woningen. Binnen deze bebouwingsvrije zone mogen geen aan-uit en bijgebouwen worden opgericht. Daarnaast is in het ontwerpbestemmingsplan de mogelijkheid om aan-uit en bijgebouwen te realiseren, buiten de bebouwingsvrije zone maar binnen het bestemmingsvlak, beperkt tot 100m2. Ten opzichte van het nu geldende plan zijn binnen de bestemming Maatschappelijk een aantal functies toegevoegd: sportzaal, kinderdagverblijf, uitvaartcentrum en bibliotheek. Daarnaast zijn de bijzondere woongebouwen uit het vigerend plan toegevoegd (verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen) alsmede (deels) de praktijkruimten voor bijzondere beroepen, nl. huisarts en apotheek. In het ontwerpbestemmingsplan is met betrekking tot de definitie van maatschappelijke voorzieningen gekozen voor de terminologie uit het Standaardplan Nijmegen. Hiermee is niet beoogd om het bestaande gebruik te verruimen maar wel om het (eventuele toekomstige) gebruik te laten passen in de huidige (moderne) tijd. Dit is immers ook een belangrijk doel van de actualisatie van de bestemmingsplannen. 4.3 Gewijzigde vaststelling Op basis van de ingebrachte zienswijzen en een aantal ambtelijke wijzigingen, wordt voorgesteld om de volgende wijzigingen mee te nemen bij de vaststelling van het (ontwerp)bestemmingsplan:
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
8
Wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen: Adres: Groenewoudseweg 1-3 (Pabo): aanpassen bouwvlak conform nieuwbouwplannen. De bouwmogelijkheid voor bijgebouwen is ingeperkt door middel van een bebouwingsvrije zone op de plankaart en in de regels; Groesbeekseweg 310 (308): bestemming van de garagebox is gewijzigd van Verkeer naar Wonen; Groesbeekseweg 327 (De Waalboog): terugvallen op bouwmogelijkheden uit vigerend plan; Groesbeekseweg 351 (Marienbosch): 1. het gebied tussen het bouwvlak en de parkeerplaats is weer bestemd als Bos. Daarbij is een aanduiding opgenomen voor een keerpunt/lospunt voor vrachtwagens en de opmerking in het bosgebied dat hier ondergeschikte paden ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen zijn toegestaan; 2. het gehele perceel is, gelet op de beperking in de gebruiksfuncties, bestemd als Gemengd-1; 3. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak is afgerond naar 70%; 4. de bouw-en goothoogte zijn afgerond naar 12,5m. De goot-en bouwhoogte van de toren is opgenomen op de plankaart; 5. geen gevolgen voor het bestemmingsplan (definitie); 6. in de bestemming Gemengd-1 is opgenomen dat de ondergrondse bebouwing (binnen bouwvlak) mag worden gebruikt voor de hoofdfuncties en dus niet alleen ondersteunend behoeft te zijn daaraan. Daarnaast is een bepaling opgenomen dat bouwwerken,geen gebouwen zijnde, tevens ondergronds mogen worden gerealiseerd; 7. de (vergunde) tweede inrit aan de Sophiaweg is vervallen; 8. geen aanpassing: de breedte van de bestaande in-uitrit aan de Sophiaweg bedraagt al 6m; 9. binnen de bestemming Gemengd-1 is een aanduiding opgenomen op grond waarvan maximaal 100 parkeerplaatsen mogen worden aangelegd ten behoeve van de bestemming; 10. de aanleg van de aarden wal is middels een aanduiding opgenomen op de plankaart van het ontwerpbestemmingplan. Daarnaast is in de toelichting, met verwijzing naar het uitgebrachte advies, een onderbouwing opgenomen voor het aanbrengen van de aarden wal.
Heyendaalseweg 94-96: terminologie benzineservicestation (met lpg) in de planregels wordt aangepast naar verkooppunt motorbrandstoffen (met lpg). De bouw- en goothoogte van het benzinestation is verhoogd naar 5,5m; Heijendaalseweg 113-117 (huize Nijevelt): aanpassen kadastrale grens + aanpassen bestemming van Maatschappelijk naar Tuin; Prof. Bromstraat (Albertinum): opnemen speciale bouwaanduiding tbv de (hoogte van) bestaande erfafscheiding. Ten behoeve van het behoud en de bescherming van de kloostertuin is een aanduiding opgenomen; Twaalf Apostelenweg 15: het bouwvlak is verplaatst;
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
9
Algemeen: Voor het gebied met de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap is de bestemming Wonen-1 opgenomen. Voor de bestemming Gemengd in dit gebied is een functieaanduiding opgenomen: specifieke vorm van gemengd-wonen in het bos. Ambtelijke wijzigingen: Adres: Eversweg 6: het bestemmingsvlak van de bestemming Wonen (erf) is verruimd; Eversweg 4: de situering van het bestemmingsvlak Gemengd (erf) in het ontwerpplan is aangepast conform luchtfoto; Wijntgensstraat 1 en 38: de bestemming Tuin is gewijzigd naar Wonen (erf); Algemeen: De parkeerregels en bijlage (3) zijn verwijderd uit het bestemmingsplan (conform standaardplan Nijmegen); De mogelijkheid om een jongerenontmoetingsplek (JOP) te vestigen is verwijderd uit de doeleindenomschrijving van de bestemmingen Verkeer en Maatschappelijk; 5
Klimaat
Uit voorbereidende studies ten behoeve van het Europese project Future Cities, waarbij informatie wordt verzameld van de huidige sterke en zwakke punten van wijken in de stad op klimaatgebied, valt af te leiden dat wijken met voldoende groenstructuren, weinig aaneengesloten onbeschaduwde verharding en een watersysteem met oppervlakkige afwatering beter op klimaatveranderingen en klimaatextremen zijn voorbereid dan wijken waar dit niet het geval is. Gelet op de in de Kwakkenberg aanwezige groenstructuren valt te verwachten dat deze wijk hoog scoort op klimaatgebied. Ook Groenewoud zal het, gelet op het in de wijk aanwezige groen, zeker niet slecht doen op dit gebied. Het (ontwerp) bestemmingsplan is getoetst aan de Kadernotitie Klimaat en de duurzaamheidsagenda 2011-2015. Aangezien er in het plangebied geen (grootschalige) ontwikkelingen plaatsvinden, is er geen aanleiding tot het treffen van concrete maatregelen op klimaatgebied.
6
Risico’s
Bij de actualisatie van het bestemmingsplan ontstaat het risico op planschade. Dit risico is echter beperkt omdat er bij het opstellen van het bestemmingsplan zoveel mogelijk rekening is gehouden met bestaande rechten (bouw-en gebruiksmogelijkheden uit de (voorheen) geldende bestemmingsplannen). Op het gebied van rechtsbescherming bestaat de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij de bestuursrechter (Raad van State). Ook kan om schorsing van het besluit worden verzocht door middel van een voorlopige voorziening. De inwerkingtreding van het besluit kan daarom niet worden gegarandeerd. De Provincie en het Rijk beschikken voorts over een wettelijk instrument (reactieve aanwijzing) om de inwerkingtreding van het bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk te beletten. Omdat zij in
raadsvoorstel
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
10
de voorgaande procedure geen zienswijzen hebben ingebracht en zij het plan in het vooroverleg akkoord hebben bevonden, is de kans hierop zeer gering. 7
Financiën
De kosten voor het opstellen en begeleiden van dit bestemmingsplan worden voldaan uit de post “actualisatie bestemmingsplannen” uit de productgroep Planologie en Ruimtelijke Ordening binnen het programma Ruimte en Cultuurhistorie. Omdat er in het plangebied geen concrete (grootschalige) ontwikkelingen plaatsvinden, is het kostenverhaal niet aan de orde en behoeft er geen exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.12 Wro te worden vastgesteld. 8
Communicatie
Degenen die zienswijzen hebben ingediend, worden schriftelijk van het besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan op de hoogte gebracht onder toezending van een afschrift van het raadsbesluit. Het raadsvoorstel en de zienswijzennota hebben zij voorafgaand aan behandeling in de Raad reeds toegezonden gekregen. Het besluit tot gewijzigde vaststelling wordt digitaal gepubliceerd. Daarnaast wordt een kennisgeving van het besluit geplaatst in de Staatscourant. In de bekendmaking wordt gewezen op de mogelijkheid om beroep in te stellen bij de Raad van State. 9
Uitvoering en evaluatie
Na het besluit van de gemeenteraad tot vaststelling van het bestemmingsplan wordt het plan gedurende 6 weken ter visie gelegd. Daarnaast wordt het bestemmingsplan aan de landelijke site ruimtelijkeplannen.nl aangeboden. Gedurende de beroepstermijn (6 weken) kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Dit beroep kan worden gecombineerd met het verzoek om een voorlopige voorziening. Als er geen verzoek tot voorlopige voorziening wordt gedaan, krijgt het bestemmingsplan na de beroepstermijn rechtskracht. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n): Ter inzage:
Zienswijzennota bestemmingsplan + plankaarten, bijlagen bij toelichting (stedenbouwkundig matrix, overzicht rijks-en gemeentelijke monumenten en inspraaknota)
raadsvoorstel
Zienswijzennota in het kader van de ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg
Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling Februari 2013
Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Groenewoud - Kwakkenberg heeft in de periode van 13 december 2012 tot en met 23 januari 2013 zes weken ter inzage gelegen. Er zijn 18 zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn verwerkt in deze nota en van een reactie voorzien. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Als onderdelen van de zienswijzen niet expliciet worden genoemd, wil dit niet zeggen dat deze niet bij de beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen zijn in hun geheel beoordeeld.
2
Overzicht ingediende zienswijzen Indiener zienswijze
Zienswijze gericht tegen
Postadres (gemachtige)
1. (diverse) eigenaren/bewoners Sophiaweg
Marienbosch (Groesbeekseweg 351)
2. eigenaar/beheerder
3. eigenaar/bewoner Groesbeekseweg 328
Albertinum (Prof. Bromstraat) en Huize Nijevelt (Heyendaalseweg 113-117) heg aan de Groesbeekseweg (Villandry-terrein)
Arends advies (de heer mr. H.I.B.M. Arends), De Hoekakker 29, 5561 CG Riethoven Walburg bv (de heer B. Bluyssen), Heyendaalseweg 121-05, 6525 AJ Nijmegen Groesbeekseweg 328, 6523 PL Nijmegen
4. eigenaar/bewoner
Gerrit van Durenstraat 10
Gerrit van Durenstraat 10, 6525 DT Nijmegen
5. (diverse) eigenaren/bewoners verzetsheldenbuurt
Postweg 50(a)
(drs. J.W. (Hans) van der Burght), Bart Hendriksstraat 15, 6523 RE Nijmegen en (mr. C.P.M. (Carl) Smit), Wim Beermanstraat 2, 6523 RD Nijmegen
6. eigenaren/bewoners
Berg en Dalseweg 458/Bergweg 7
Mevrouw A. Viegers, Hoofdweg 15, 1058 AV Amsterdam
7. eigenaren/bewoners
Sophiaweg 1c en 3
RDM Architecten (de heer J.B van der Meer), Van Woerkum, Van Trieststraat 1e, 6512 CW Nijmegen
8. eigenaren/bewoners
Bosweg 36
SRK Rechtsbijstand, mr. J.M. Smits, Postbus 3020, 2700 LA Zoetermeer
9. eigenaar/beheerder
Groesbeekseweg 327 (De Waalboog)
Postbus 31071, 6503 CB Nijmegen
10. eigenaren/bewoners
Theresiaweg 9
A. Kwaaitaal, Tiberiusplein 15, 6522 LC Nijmegen
11. (diverse) eigenaren/bewoners Kwakkenberg
verruimde woonfunctie Kwakkenberg
12. eigenaren/beheerders
Groesbeekseweg 351 (Marienbosch)
Poelmann van den Broek Advocaten (de heer mr. D.H. Nas) Postbus 1126, 6501 BC Nijmegen Poelmann van den Broek Advocaten, (de heer mr. R.J.H. Minkhorst), Postbus 1126, 6501 BC Nijmegen
13. eigenaren/bewoners
Postweg 42
RDM Architecten, (de heer J.B van der Meer), Van Trieststraat 1e, 6512 CW Nijmegen
14. (toekomstige) eigenaren/bewoners
Twaalf Apostelenweg 15
Erwin Kleinsman Architect, Albert Cuypstraat 8, 6814 LD Arnhem
3
15. eigenaren/bewoners Sophiaweg 133
Marienbosch Groesbeekseweg 351
DAS Rechtsbijstand, (dhr. mr. M.M.H. van Kuijk), Postbus 338, 5201 AH ’s-Hertogenbosch
16. (diverse) omwonenden
Groenewoudseweg 1-3
Brunet Advocaten, de heer Poels, Postbus 1106, 6501 BC Nijmegen
17. (diverse) eigenaren/bewoners Willem Schiffstraat 18. eigenaar/beheerder
Albertinum (Prof. Bromstraat)
Willem Schiffstraat 55, 6525 BS Nijmegen
Heyendaalseweg 94-96
Oomen Advocatuur, (de heer E. Oomen), Van Oldenbarneveltstraat 16c, 6512 AW Nijmegen
4
1. (diverse) eigenaren/bewoners Sophiaweg inzake Marienbosch (Groesbeekseweg 351) Samenvatting zienswijzen Vergunningen ten behoeve van nieuwbouw en ontsluiting De omgevingsvergunningen d.d. 23 mei en 5 juli 2012 m.b.t. de herbestemming van Mariënbosch met nieuwbouw t.b.v. studenten-huisvesting en de ontsluiting van dit perceel zijn nog niet onherroepelijk. Tegen deze vergunningen is beroep ingesteld bij de rechtbank te Arnhem. De gemeente had voor de inpassing van de vergunningen in het bestemmingsplan de uitkomst van dit beroep en mogelijk het hoger beroep moeten afwachten. Handhavings(verzoeken) Daarnaast is op 27 juni 2012 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van een handhavingsverzoek (d.d. 20 juni 2012) in verband met illegale activiteiten van de aannemer t.b.v. een ontsluiting van het bouwterrein via de bestaande achteruitgang. Ook op dit verzoek is nog geen beslissing genomen. De bestaande achteruitgang is door initiatiefnemer zonder vergunning en illegaal veranderd en verbreed met als doel de hoofdontsluiting aan de zuidzijde van het perceel mogelijk te maken. Met deze verruiming beoogt de gemeente d.m.v. deze voorgenomen bestemmingsherziening kennelijk een nieuw gewijzigd juridisch kader te scheppen om de actief gedoogde illegale activiteiten in de ecologische hoofdstructuur achteraf en alsnog te legaliseren. Ook van belang is een handhavingsprocedure op grond van de Flora & faunawet i.v.m. werkzaamheden t.b.v. dit project. De initiatiefnemer heeft hangende de uitkomsten van het ingestelde onderzoek alle werkzaamheden opgeschort. Huidig (feitelijk) gebruik Marienbosch De plantoelichting (par. 4.1.2, blz. 26) vermeldt ten onrechte dat het voormalige klooster de functie van studentenhuisvesting vervult. Het pand staat al jaren leeg en voor zover dit wordt bewoond betreft het antikraakbewoning. Verschil(len) met geldend bestemmingsplan Op grond van het geldende bestemmingsplan Broersveld-Kwakkenberg 1971-64 is het perceel bestemd als BD/K/WO (bijzondere doeleinden, kantoren, wonen). Deze bestemming wordt in het ontwerpplan (artikel 7) gewijzigd in de bestemming Gemengd (wonen, kantoren, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen), waarbij de gebruiksmogelijkheden verder worden uitgebreid. Ook de maximale bebouwingsmogelijkheden voor aan- en bijgebouwen is uitgebreid tot 50% van het totale bouwperceel en hetzelfde geldt voor de mogelijkheid voor ondergronds bouwen buiten het bouwvlak. Ook wordt de mogelijkheid van ondersteunende horeca tot max. 10% van de totaal bebouwde oppervlakte mogelijk gemaakt. De maximale omvang van de parkeervoorzieningen binnen de bestemming ‘Gemengd’ worden evenmin beperkt tot de huidige locatie van de parkeervoorziening. Parkeren wordt ten onrechte binnen het gehele bestemmingsvlak ‘Gemengd’ mogelijk gemaakt. Op de planverbeelding is binnen het bestemmingsvlak ‘Gemengd’ direct ten oosten van het bouwvlak een aanzienlijke zone met de bestemming BG-1 komen te vervallen. De nieuwe bestemming ‘Bos’ staat ook zonder enige beperking parkeervoorzieningen toe. De bestemming Bos kent t.b.v. het perceel Mariënbosch de aanduiding ‘os’ (ontsluiting) op de plankaart maar regelt in de planregels niet de betekenis van deze aanduiding namelijk dat het aangrenzend perceel met de bestemming ‘Gemengd’ via deze aanduiding ontsloten dient te worden. Uit een oogpunt van verkeersveiligheid en bescherming van natuurwaarden en ecologische belangen (EHS) dient de bestaande noordelijke ontsluiting de enige hoofdontsluiting voor het complex Mariënbosch te blijven. Toekomstig gebruik Marienbosch/ruimtelijke ontwikkeling In strijd met de doelstelling van de herziening van het bestemmingsplan, namelijk actualisatie van het plan en het conserveren van de bestaande situatie, bestemt de gemeente het terrein Mariënbosch niet conform het geldende bestemmingsplan. Anders dan in de plantoelichting gesteld maakt deze voorgenomen planherziening wel nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Mogelijke schadelijke effecten daarvan op de natuurwaarden in de EHS en op de soort- en gebieds-bescherming in dit
5
gebied zijn echter ten onrechte in het geheel niet onderzocht. Hetzelfde geldt voor schadelijke gezondheidseffecten in verband met de luchtkwaliteit. Natuur-en ecologische waarden Reclamanten stellen zich op het standpunt dat de planverbeelding en de planregels verdergaande planologische ontwikkelingen mogelijk maken dan de bestaande situatie en dat de nieuwe inrichtingsmogelijkheden van het terrein onvoldoende beperkingen kent t.b.v. het behoud van de huidige kwaliteiten (landschappelijk en ecologisch). Gelet op de ligging in de EHS is dit in strijd met rijks- en provinciaal beleid. De bouw en exploitatie van studentenhuisvesting in deze omvang zal leiden tot een aantasting van de ecologische, natuur- en landschappelijke waarden, waarvan de noodzaak niet is aangetoond. Dit geldt niet alleen voor de voorgenomen bestemmingsplanherziening maar ook voor de al verleende omgevingsvergunningen en de daaraan ten grondslag liggende motivering. Deze nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt in een strook van de EHS, die bovendien het leefgebied van zwaar beschermde diersoorten vormt zoals de hazelworm, vleermuizen en roofvogels. De zonnige zuidhelling langs de Sophiaweg vormt ook het leefgebied van het vliegend hert zoals blijkt uit het provinciale rapport ‘Vliegend hert in het Rijk van Nijmegen’ (Balans Divergens EIS2008-06). Bovendien wordt thans een strook ten noorden langs de Sophiaweg, die deel uitmaakt van de EHS bestemd tot openbaar groen, waarbinnen fiets en voetgangerspaden kunnen worden aangelegd. Bovengenoemde bezwaren klemmen des te meer aangezien de plantoelichting geen enkele motivering bevat voor het verruimen van de bestemmingen, welke haaks staan op de planologische uitgangspunten in het vigerende bestemmingsplan. Ter voorkoming van verdere aantasting van de waarden van de EHS is uitgangspunt in het huidige bestemmingsplan zorgvuldig ruimtegebruik, compacte ontwikkeling – voor zover noodzakelijk voor het behoud van het monument -, het voorkomen van verdere aantasting van de grootschalige groenstructuur van Mariënboom en Mariënbosch. Belangrijk element daarin is in ieder geval het veilig stellen van de bestaande cultuurhistorische en ecologische waarden o.a. door behoud van de karakteristieke boshelling aan de Sophiaweg en de aanwezige begroeiing en structuren op het perceel. De plantoelichting van het ontwerpbestemmingsplan vermeldt weliswaar terecht dat de relatief ongeschonden randzones op dit moment beschikken over de als hoogst te waarderen visueellandschappelijke kwaliteiten. Voorts dat gelet op de ligging in de EHS het van belang is de natuur en landschapswaarden van het complex Mariënbosch zo goed mogelijk te beschermen. In de concrete vertaling van de planologische uitgangspunten in de juridische regeling vindt men echter daarvan niet meer terug. Cultuurhistorische waarden De geldende planologische regeling beperkt voor het voormalige klooster Mariënbosch ook in het kader van de herbestemmingsmogelijkheden de toekomstige ontsluiting- en parkeervoorzieningen expliciet tot de bestaande voorzieningen en structuren rekening houdend met de ligging van het complex in een ecologisch kwetsbaar gebied. Desondanks worden de bebouwing- en gebruiksmogelijkheden nu aanzienlijk verruimd, zonder de noodzaak daartoe aan te tonen en de schadelijke effecten te onderzoeken. Reclamanten zijn van oordeel dat herbestemming van het rijksmonument (niet) mogelijk is binnen de bestaande planologische randvoorwaarden van het geldende bestemmingsplan. Handhaving van de bestaande huidige structuur van Mariënbosch waaronder de cultuurhistorische wal langs de Sophiaweg is toereikend i.v.m. de herbestemming van het klooster en voorkomt onnodige schade aan natuur en ecologie. Bovendien is de hoofdontsluiting op de Groesbeekseweg verkeersveilig i.t.t. de nieuwe geprojecteerde hoofdontsluiting op de Sophiaweg, die de voorgenomen herziening mogelijk maakt. Waarde-archeologie Het perceel in Mariënbosch wordt aangeduid op de verbeelding als waarde ‘archeologie 3’, maar krijgt volgens de plantoelichting geen dubbelbestemming ter bescherming van de archeologische waarde.
6
Het zou voldoende zijn dat de bescherming van het monument wordt geregeld door de Monumentenwet 1988. Cliënten wijzen erop dat niet alleen het klooster maar het gehele terrein incl. de wegen archeologisch waardevol is en voor zover er al illegaal zonder vergunning graafwerkzaamheden zijn uitgevoerd niet uitgesloten is dat archeologische waarden zijn aangetast. Luchtkwaliteit In dit bestemmingsplan worden nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Ook gelet op de looptijd van het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met de Europese richtlijn (2008/50/EG) voor luchtkwaliteit en de invoering van grenswaarden voor de jaargemiddelde concentratie en gemiddelde stedelijke achtergrondconcentratie van PM2,5. De fractie PM2,5 bevat vooral kleinere deeltjes die ontstaan door condensatie van verbrandingsproducten of door reactie van gasvormige luchtverontreiniging. Ook stof dat bijvoorbeeld in de vorm van roet en rook rechtstreeks vrijkomt bij verbrandingsprocessen zoals houtpallet-installaties. Uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening is onderzoek naar de bestaande achtergrondconcentratie en de lokale bijdragen noodzakelijk. Vaststaat dat PM2,5 nog schadelijker is voor de gezondheid dan PM10 omdat het meer en dieper de longen indringt. Reclamanten achten het niet uitgesloten dat uitstoot door de (nog niet onherroepelijk) vergunde grootschalige houtpallet-installatie op het terrein van Mariënbosch als lokale bron zoveel PM2,5 uitstoot dat niet aan de wettelijke waarden wordt voldaan. Financieel-economische uitvoerbaarheid Uit recente publicaties blijkt dat de voorgenomen studentenhuisvesting niet rendabel kan worden geëxploiteerd als gevolg van het rijksbeleid, laat staan dat daarmee het behoud van het rijksmonument kan worden veiliggesteld. De al verleende en door cliënten in rechte bestreden omgevingsvergunningen blijken niet noodzakelijk te zijn om in studentenhuisvesting te voorzien omdat deze functie economisch niet uitvoerbaar blijkt te zijn. Hetzelfde geldt voor de thans voorgenomen planologische verruimingen in de voorgenomen herziening van het bestemmingsplan en voor de voorgenomen legalisering van de illegale veranderingen van de achteruitgang. Aanvulling zienswijzen Voor zover de gemeente het nog niet onherroepelijke projectbesluit (van 5 juli 2012) bij de vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan Groenewoud-Kwakkenberg inpast, wordt hierbij door reclamanten de zienswijzen i.v.m. het hiervoor genoemde besluit herhaald. Het betreft de zienswijzen ingediend door Heijltjes advocaten ingediend per fax en per brief d.d. 1 februari 2012 en de door een van de reclamanten ingezonden brief d.d. 31 januari 2012.De inhoud van deze zienswijzen wordt geacht deel uit te maken van de in het kader van dit bestemmingsplan ingediende zienswijze. Verzocht wordt om deze zienswijze bij de vaststelling van het bestemmingsplan te betrekken. Beantwoording zienswijzen Op 18 februari 2013 heeft er een gesprek plaatsgevonden over het perceel Marienbosch in relatie tot de lopende rechtszaken en het in procedure zijnde bestemmingsplan Nijmegen GroenewoudKwakkenberg. Het doel van dit gesprek was om de mogelijkheid te onderzoeken of er een situatie kan worden bereikt die voor alle partijen acceptabel is. Bij dit gesprek waren aanwezig: Dhr. Arends (juridisch adviseur van de omwonenden). Dhr. Van der Doelen (bouwbedrijf Hazenberg) Dhr. Stunnenberg (SSHN) Dhr. Minkhorst (advocaat van Hazenberg) Mevr. Hoenselaar (gemeente) Dhr. Van Hal (gemeente) Dhr. Muselaers (gemeente) Dhr. Pennekamp (gemeente). Als uitgangspunt van dit gesprek is gehanteerd dat de vigerende bestemmingsplanmogelijkheden worden overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan plus de verleende ontheffingen van het bestemmingsplan in het vergunde bouwplan. De (vergunde) nieuwe inrit wordt weer uit het nieuwe bestemmingsplan gehaald. Hieronder volgt een weergave van de voorgestelde oplossingen:
7
1.
2.
3. 4.
5.
6.
7.
8. 9.
10.
Het gebied tussen het bouwvlak en de parkeerplaats krijgt weer een bosbestemming. Daarbij komt er een aanduiding voor een keerpunt/lospunt voor vrachtwagens en de opmerking in het bosgebied dat hier ondergeschikte paden ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen zijn toegestaan. Het gedeelte van het perceel waarop de bebouwing, inclusief ondergrondse bebouwing (zie onder 6), wordt gerealiseerd krijgt de bestemming ‘Gemengd’. Deze bestemming wordt uitgebreid met een kleine strook rondom de bebouwing alsmede ter plaatse van de parkeerplaatsen. Binnen de bestemming Gemengd zijn de functies wonen en kantoren toegestaan. De functie dienstverlening komt voor deze locatie te vervallen. Uitsluitend in de kapel zijn maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Op grond van de algemene regels is bepaald dat binnen deze voorziening ondersteunende horeca is toegestaan. Voor zover er verschillen bestaan met de begripsbepalingen (Bijzondere doeleinden) uit het vigerende bestemmingsplan, wordt de doeleindenomschrijving van de functie maatschappelijke voorzieningen (voor deze locatie) in het nieuwe bestemmingsplan aangepast; Het bebouwingspercentage in het bouwvlak wordt afgestemd op het vergunde bouwplan. In de vergunning is ontheffing verleend voor een bebouwingspercentage van 68,04%; De goot- en bouwhoogte van de bebouwing wordt afgestemd op het vergunde bouwplan. In de vergunning is ontheffing verleend voor een goot- en bouwhoogte van 12,41 meter. De bestaande toren krijgt een aanduiding met daarin een goot- bouwhoogte die is afgestemd op de feitelijke situatie. De schoorsteen wordt aangemerkt als een ondergeschikt bouwdeel dat niet behoeft te worden meegeteld bij de bouw- goothoogte van het gebouw; Omdat de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst, wordt voor het bepalen van de hoogten van de bouwwerken (het peil) uitgegaan van de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang. Dit is conform het vigerende bestemmingsplan; Ondergronds bouwen is op deze locatie alleen mogelijk binnen het bouwvlak. In de regels wordt bepaald dat de ondergrondse bebouwing wel mag worden gebruikt voor de hoofdbestemming (studentenbewoning) en dus niet alleen voor ondersteunende “gebruiksfuncties”; Ten behoeve van de (vergunde) ondergrondse bebouwing buiten het bouwvlak (de keermuur en afvalcontainers) wordt een aanduiding opgenomen; De tweede in-/uitrit aan de Sophiaweg wordt niet worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Over het (tijdelijke) gebruik van de verleende vergunning ten behoeve van het bouwverkeer maken partijen onderling privaatrechtelijke afspraken; In het nieuwe bestemmingsplan wordt, conform de bestaande situatie, een breedte van 6m opgenomen ten behoeve van de bestaande in-uitrit aan de Sophiaweg; In het nieuwe bestemmingsplan wordt opgenomen dat op deze locatie, binnen de bestemming Gemengd, maximaal 100 parkeerplaatsen mogen worden aangelegd. Dit aantal sluit aan op de ongeveer 80 parkeerplaatsen die zijn vergund, inclusief de eventuele benodigde parkeerplaatsen ten behoeve van de (toekomstige functie van) de kapel; Indien blijkt dat er geen ecologische- en/of andere bezwaren bestaan tegen het aanbrengen van een aarden wal (talud) in het bosgebied, wordt er ten behoeve van deze ophoging een aanduiding opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Hazenberg levert een landschappelijke onderbouwing (natuurwaardenonderzoek) aan met een onderbouwing en exacte situering van deze aarden wal.
De voorgestelde oplossingen zijn door de wethouder bevestigd in een brief (d.d.20 februari jl.) en als volgt verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan: 1. Conform voorstel; 2. Het gehele perceel is, gelet op de beperking in de gebruiksfuncties, bestemd als Gemengd-1. Binnen deze bestemming zijn de functies wonen en kantoor toegestaan. Alleen binnen de bestaande kapel is tevens de functie maatschappelijke voorziening toegestaan. Binnen deze voorziening is ook ondersteunende horeca toegestaan. Ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan zijn binnen de bestemming Maatschappelijk de volgende functies toegevoegd: sportzaal, kinderdagverblijf, uitvaartcentrum en bibliotheek. Daarnaast zijn de bijzondere woongebouwen uit het vigerend plan toegevoegd (verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen) alsmede (deels) de praktijkruimten voor bijzondere beroepen, nl. huisarts en apotheek, Gelet op de geringe toename van de gebruiksmogelijkheden en het laten vervallen van de functie dienstverlening (die binnen de overige bestemmingen Gemengd
8
3. 4. 5.
6.
7. 8. 9.
10.
Het bebouwings% binnen bouwvlak is afgerond naar 70%; De bouw-en goothoogte zijn afgerond naar 12,5m. De goot-en bouwhoogte van de toren is opgenomen op de plankaart; Het geldende bestemmingsplan gaat voor het bepalen van de peilhoogte uit van het gemiddeld aansluitend terrein en niet, zoals in het voorstel staat, van de hoogte van het maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang. Het maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang is hoger gelegen dan het gemiddeld aansluitend terrein. Omdat er wordt gemeten vanaf een hoger punt (peil), komt de uiteindelijke goot-en bouw)hoogte hoger uit. Nu de goot-en bouwhoogten zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan (incl. vrijstellingsmogelijkheid van 5%) en zijn vastgelegd op de plankaart van het ontwerpbestemmingsplan is dit in beginsel niet meer relevant. Er ontstaan niet meer rechten dan onder het geldende plan en het ontwerpbestemmingsplan kent geen afwijkingsmogelijkheid (meer); In de bestemming Gemengd-1 is opgenomen dat de ondergrondse bebouwing (binnen bouwvlak) mag worden gebruikt voor de hoofdfuncties en dus niet alleen ondersteunend behoeft te zijn daaraan. Daarnaast is een bepaling opgenomen dat bouwwerken,geen gebouwen zijnde, tevens ondergronds mogen worden gerealiseerd; De (vergunde) tweede inrit aan de Sophiaweg is vervallen; De breedte van de bestaande in-uitrit aan de Sophiaweg bedraagt 6m; Binnen de bestemming Gemengd-1 is een aanduiding opgenomen op grond waarvan maximaal 100 parkeerplaatsen mogen worden aangelegd ten behoeve van de bestemming. De parkeerplaatsen mogen alleen worden aangelegd binnen de bestemming Gemengd-1 en dus niet in de bosbestemming; Uit het advies van Natuurbalans-Limes Divergens BV, adviesbureau voor natuur en landschap blijkt dat er geen bezwaren bestaan tegen de aanleg van een aarden wal in de bosbestemming. De aanleg van de aarden wal is middels een aanduiding opgenomen op de plankaart van het ontwerpbestemmingplan. Daarnaast is in de toelichting, met verwijzing naar het uitgebrachte advies, een onderbouwing opgenomen voor het aanbrengen van de aarden wal.
Daarnaast is tussen de omwonenden en de eigenaren/gebruikers een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over het verloop (intrekken van) de rechtszaken en het (tijdelijke) gebruik van de tweede in-uitrit aan de Sophiaweg. Conclusie Naar aanleiding van de zienswijzen is het ontwerpbestemmingsplan aangepast conform de punten 1 t/m 10.
2. Eigenaar/beheerder Albertinum (Prof. Bromstraat) en Huize Nijevelt (Heyendaalseweg 113-117) Samenvatting zienswijzen De bestemmingsvlakken van het Albertinum (Prof. Bromstraat) en Huize Nijevelt (Heyendaalseweg 113-117) klopt niet met de werkelijke perceelsgrens. Als bewijsstukken zijn de kadastrale kaart en situatietekening van de verleende omgevingsvergunning meegestuurd (zie bijlagen). De percelen in sectie B, met de nummers 5068 en 5067 zijn in eigendom van Walburg bv. Artikel 14.2.2 c: ‘de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1m bedragen en de …..’. De bestaande erfafscheiding van het perceel is 2,1m hoog. Graag de bestaande hoogte 2,1m handhaven, om het misbruik van de grote monumentale tuin (vernielingen, zwerfafval, barbecuefeestjes) zoveel mogelijk te voorkomen. Beantwoording zienswijzen Eigendomsverhoudingen/grenzen worden in beginsel niet vastgelegd in het bestemmingsplan. Het lijkt echter niet logisch om de gronden in eigendom van Walburg bv (behorend bij het Albertinum) te bestemmen als Maatschappelijk. Het veranderen van de eigendomsgrenzen leidt tot het wijzigen van het bestemmingsvlak op de plankaart. De gronden behorend bij het Albertinum worden bestemd als Tuin.
9
Alleen aan de achterkant van het perceel (aan de zijde van de Willem Schiffstraat) is momenteel een hekwerk geplaatst. Het is niet wenselijk om aan de voorzijde van het gebouw (aan de zijde van de Prof. Korsstraat en de Prof. Bromstraat) een hekwerk te plaatsen. Mocht er aan de voorzijde alsnog een hekwerk worden geplaatst dan mag dit niet hoger zijn dan 1m zodat het zicht op (de voorgevel van) het gebouw intact blijft. Aan de achterzijde is er geen bezwaar om (de hoogte van) het bestaande hekwerk te handhaven. Ten behoeve van dit hekwerk is de bouwaanduiding sba-ea opgenomen. Binnen deze bouwaanduiding is een hekwerk van 2m hoog toegestaan. Gekozen is voor een hoogte van max 2m omdat deze hoogte aansluit bij de hoogten die in het bestemmingsplan worden gehanteerd ten aanzien van erfafscheidingen van bijvoorbeeld woningen. Een klein gedeelte van het bestaande hekwerk wordt hiermee onder het overgangsrecht gebracht. Zodra het hekwerk wordt vervangen/vernieuwd geldt de maximale hoogte van 2m. Conclusie Naar aanleiding van de zienwijze wordt het bestemmingsplan als volgt aangepast: - voor de gronden in eigendom van reclamant wordt de bestemming gewijzigd van Maatschappelijk naar Tuin; - ten behoeve van het bestaande hekwerk aan de achterzijde van het perceel wordt de bouwaanduiding sba-ea opgenomen.
3. Eigenaar/bewoner Groesbeekseweg 328 (heg aan de Groesbeekseweg/Villandryterrein) Samenvatting zienswijze Reclamant wil haar eerder ingediende inspraak-reactie laten aanmerken als zienswijze. Dit omdat er sinds haar vorige schrijven niets is gebeurd met de meer dan 2 meter hoge heg aan de Groesbeekseweg, die iedereen het uitzicht op het visueel-landschappelijke, ecologische en geomorfologische gebied onthoudt. Beantwoording zienswijzen Deze zienswijze is ook aan de orde geweest bij de inspraakronde van de beheersverordening Groenewoud-Kwakkenberg (vgl. nr 3 inspraaknota). In aanvulling op de beoordeling van deze inspraakreactie, wordt de zienswijze als volgt beoordeeld. In het nu nog geldende bestemmingsplan (Broersveld-Kwakkenberg 1971-67) is het perceel bestemd als: “Weide met landschappelijke waarde”. Deze bestemming maakt hier een weide, met daarop boomgroepen en houtwallen, overige groenvoorzieningen en verhardingen voor verkeersontsluitingen mogelijk. Het plaatsen van een heg past binnen deze bestemming. In het bestemmingsplan is bovendien een zogenaamd aanlegvergunningstelsel opgenomen. Op grond van dit stelsel is er een aanlegvergunning nodig voor het beplanten van gronden, die in januari 2002, toen dit plan in werking trad, nog niet beplant waren. Er is geen aanlegvergunning nodig als het gaat om werken of werkzaamheden die van geringe betekenis moeten worden geacht. In de toelichting bij dit bestemmingsplan staat, dat “het terrein deel uitmaakt van de groene lob Marienboom. Het grootste deel van dit gebied heeft een bosachtig karakter met uitzondering van het weiland bij Villandry, waar vanaf de Groesbeekseweg een uitzicht aanwezig is op de oplopende helling van het plateau. In dit open gebied zijn twee landhuizen gesitueerd. Het overige gedeelte van het terrein is in gebruik als weiland, naar boven glooiend vanaf de Groesbeekseweg. Het hoogteverschil is groot, bijna 20 meter over een lengte van 300 meter. Solitair staan enkele bomen en boomgroepen in het weiland. De randen van het open gebied worden gevormd door laan-, heester-, en haagbeplanting waardoor het weiland het karakter van een grote landschappelijke kamer uitstraalt”. Uit deze toelichting blijkt dat aan de randen van het open gebied laan-, heester-, en haagbeplanting is toegestaan. Daarvoor is dus geen aanlegvergunning nodig. Het geldende bestemmingsplan biedt dan ook geen handvat om tegen de aanwezige heg actie te ondernemen. Ook in het nieuwe (ontwerp)bestemmingsplan zijn geen regels opgenomen waarmee de heg kan worden verwijderd of gesnoeid tot een lagere hoogte. Juridisch gezien kan de gemeente dan ook niets doen tegen de aanwezige heg. Op dit moment is de heg bovendien niet (te) hoog en kan, door het glooiend landschap, over de heg worden heen gekeken. Dit is zeker het geval vanaf de overzijde van
10
de Groesbeekseweg. Het planten van een heg is, nu hiervoor geen gemeentelijke of andere overheidsregels gelden, een particuliere aangelegenheid. Deze beoordeling is al aan reclamant gecommuniceerd door middel van een brief van de burgemeester. In deze brief is tevens aan reclamant geadviseerd dat zij, indien zij de heg verwijderd wil hebben, hiervoor contact moet opnemen met de eigenaar van het terrein. Conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan
4. Eigenaar/bewoner Gerrit van Durenstraat 10 Samenvatting zienswijze Reclamant wil zijn eerder ingediende inspraakreactie inzake de locatie Gerrit van Durenstraat 10, laten aanmerken als zienswijze. Beantwoording zienswijzen Deze zienswijze is ook aan de orde geweest bij de inspraakronde van de beheersverordening Groenewoud-Kwakkenberg (vgl. nr 6 inspraaknota). Uit de beoordeling van de inspraakreactie blijkt dat de op het perceel aanwezige aan-en uitbouw niet zijn vergund en bovendien groter zijn dan op grond van het bestemmingsplan is toegestaan (meer dan 50m2). Wellicht kan (een deel van) de gebouwen vergunningvrij worden opgericht maar, vanwege het overschrijden van de maximale bouwoppervlakte, is het niet wenselijk om in het bestemmingsplan de gebouwen positief te bestemmen. Conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan
5. (diverse) eigenaren/bewoners verzetsheldenbuurt (Postweg 50a) Samenvatting zienswijzen In het schrijven van 4 juni 2012 in het kader van de inspraak terzake van de beheersverordening hebben reclamanten hun zienswijze kenbaar gemaakt. Onder meer in par. 5.3 van het ontwerpbestemmingsplan zien reclamanten de tekst van de beheersverordening terug die overeenkomt met hun observaties en visie. Reclamanten onderschrijven het ontwerpbestemmingsplan. Van belang is dat er in de milieuparagraaf geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt. Reclamanten verzoeken hun visie over te nemen hetgeen op 4 juni 2012 is geschreven in het kader van de beheersverordening Groenewoud Kwakkenberg (mutatis mutandis). De integrale tekst van de inspraakreactie is overgenomen in de zienswijze. Beantwoording zienswijzen Deze zienswijze is ook aan de orde geweest bij de inspraakronde van de beheersverordening Groenewoud-Kwakkenberg (vgl. nr 10 inspraaknota). Geconcludeerd wordt dat (het merendeel van) de huidige activiteiten op het perceel zijn toegestaan binnen de nieuwe bestemming (Bedrijf). Binnen deze bestemming zijn bedrijven toegelaten voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Het verzagen van hout is binnen deze bestemming niet toegestaan. Voor zover de activiteiten (geluids)overlast veroorzaken is handhaving, gericht op de beeindiging van deze activiteiten, geboden. Op het naastgelegen perceel (met de bestemming “recreatie-paardenwei”) zijn in het geheel geen bedrijfsactiviteiten toegestaan. Conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. De activiteiten waartegen reclamanten bezwaar (houtzagen) maken waren onder de beheersverordening ook niet toegestaan.
6. Eigenaren/bewoners Berg en Dalseweg 458/Bergweg 7 Samenvatting zienswijzen De moeder van reclamant is overleden en heeft haar aangewezen als executeur van de nalatenschap. In deze hoedanigheid heeft reclamant de opdracht het huis en de grond (ruim 1800 m2) te verkopen.
11
Omdat het perceel 2 adressen heeft en het atelier met garage aan de Bergweg 7 altijd bewoond is geweest, probeert reclamant inzicht te krijgen in de huidige bestemming van de woning aan de Bergweg. De gronden zijn door de familie in eigendom verkregen op grond van een regeling van het rijk, ter compensatie van de verwoestingen in de tweede wereldoorlog. Eén van die stukken grond was het kavel waar de moeder van reclamant tot haar dood heeft gewoond: aan de Berg en Dalseweg 456458 / Bergweg 7 (oorspronkelijk had het adres Bergweg 1, het was het eerste stuk bouwgrond dat daar werd uitgegeven). Het kavel van ruim 24 are bestond uit vier percelen met elk een bouwbestemming. Drie van deze bouwmogelijkheden zijn benut: - Berg en Dalseweg 456, woonhuis (1949) - Berg en Dalseweg 458, woonhuis met atelier (1949) - Bergweg 7, oorspronkelijk gebouwd als atelier met garage (1952). Het gebouw aan de Bergweg 7 is vanaf de oprichting bewoond geweest en later, in 1965 tot zelfstandig woonhuis verbouwd en in gebruik genomen. Hiervoor zijn de nodige voorzieningen aangebracht zoals een keuken en een badkamer met toilet. Het perceel beschikt daarnaast over een eigen ingang/oprit, bestrating, gazon en terras. O.a. de broer van reclamant heeft (tussen 1980 en 1990) officieel op dit adres ingeschreven gestaan. Bestemmingsplan 1994 In 1994 is het bestemmingsplan Kwakkenberg ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad. Het uitgangspunt van de gemeente was toen om de bestaande situatie te conserveren en de ruimte en de groene structuur te behouden. Bij uitvoering van dit voorstel zou elke kavel slechts uit één perceel met één bouwmogelijkheid mogen bestaan. Om het bebouwingsvlak en de woonbestemming van de Bergweg 7 te behouden heeft de moeder van reclamant (op 2 februari 1995) bezwaar gemaakt tegen dit bestemmingsplan tijdens de vergadering van de commissie Stedelijke Instandhouding en Volkshuisvesting. De moeder van reclamant heeft nooit een definitieve uitspraak op dit bezwaar mogen ontvangen. Het verzoek van reclamant is om de oorspronkelijke situatie in het nieuwe bestemmingsplan in ere te herstellen. Het kavel bestaat inmiddels uit 2 percelen zodat Bergweg 7 een zelfstandig (kadastraal) perceel is, waarop het bebouwingsvlak weer aangegeven kan worden conform de oorspronkelijke en huidige bebouwing. De groene structuur van de Kwakkenberg In het bestemmingsplan van 1994 wordt gesproken van ‘behoud van de ruimte en groene structuur van het gebied en het conserveren van de bestaande situatie’. Van die oorspronkelijke groene structuur is op de Kwakkenberg helaas weinig over. De enige echt oude dennen staan nog in de tuin van haar moeder (zie foto’s). Ook gaat het reclamant persoonlijk zeer aan het hart om te zien dat op dit moment bijna alle dennen op ooghoogte worden afgezaagd. Het lijkt reclamant noodzakelijk dat er een kap- en snoeivergunning in het nieuwe bestemmingsplan wordt opgenomen. De gemeente wordt uitgenodigd om, zoals reeds is voorgesteld met een landschapsarchitect, ter plaatse te komen kijken en de gemeente er van te overtuigen dat de ruimte/groen verhouding op Bergweg 7 nog is zoals het is bedoeld. Beantwoording zienswijzen Volgens het gemeentelijk bouwarchief is er (op 2 september 1949) op kadastraal perceel gemeente Hartert sectie I, nr 109 een bouwvergunning verleend voor de bouw van 2 woningen (Berg en Dalseweg 456 en 458) met atelier en toonkamer. Deze bouwwerken zijn in 1950 gerealiseerd. Vervolgens is er op 15 september 1953 een vergunning verleend voor de bouw van een garage met berging. Het gebouw aan de Bergweg 7 staat in het archief geregistreerd als atelier (geen CBS woonobject) en het gebouw aan de Berg en Dalseweg staat geregistreerd als een woning met een normale
12
bestemming (CBS-woning/eengezinswoning). Dit betekent dat het gebouw aan de Bergweg 7 niet en het gebouw aan de Berg en Dalseweg 458 wel meetelt voor de woningvoorraad in de gemeente. De percelen met de huisnrs 7, 458 en 456 zijn kadastraal gesplitst. De percelen met de nummers 7 en 458 zijn in eigendom van (de moeder van) reclamant. Het perceel met huisnummer 456 heeft een andere eigenaar. In het bestemmingsplan Broersveld-Kwakkenberg 1971 (geldend voor Kwakkenberg 1994) was het perceel bestemd voor eengezinshuizen in halfopen bouwwijze (E2HO) waarbij het aantal aaneengebouwde woningen niet meer dan twee mag bedragen en de bebouwde oppervlakte niet meer mag bedragen dan 30% van het bouwperceel. Op de plankaart zijn alleen de contouren van de aangebouwde woningen aangegeven. Het atelier (Bergweg 7) staat niet op de kaart. Uit het verslag van de raadsvergadering (d.d. 2 februari 1995) waarin het voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 is behandeld, blijkt dat er bezwaar is gemaakt tegen het niet toekennen van een bouwvlak aan het perceel Bergweg 7. Als reactie op het bezwaar wordt in het verslag gemeld dat inschrijving bij het bevolkingsregister op een bepaald adres niet per definitie betekent dat dat adres een woning is. Daarnaast wordt opgemerkt dat het overgangsrecht een oplossing moet bieden. Op grond van het overgangsrecht van het bestemmingsplan mag met het bestemmingsplan strijdig gebruik worden voortgezet zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht dan wel het met het bestemmingsplan strijdige gebruik wordt verminderd. Op grond van de gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) was de laatste officiele bewoonster van het pand Bergweg 7 mevrouw Elisabeth Antonia Maria Rijssenbeek, geboren op 13 juni 1922 en overleden op 31 juli 2012. Zij heeft in het pand gewoond van 31 januari 1995 tot 22 juni 1995. Daarna heeft zij gewoond aan de Berg en Dalseweg 458. Aangezien er vanaf 1995 geen bewoners meer zijn geregistreerd op het adres Bergweg 7 kan er geen beroep worden gedaan op het overgangsrecht. Bovendien bevat het overgangsrecht van het nieuwe bestemmingsplan de bepaling dat het overgangsrecht niet kan worden gebruikt voor gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Om de stedenbouwkundige, visueel-landschappelijke, geomorfologosche en ecologische waarde van de gebieden de Kwakkenberg en de Marienboom zo goed mogelijk te beschermen is voor deze gebieden de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap opgenomen. Op grond van deze dubbelbestemming mag er niet worden gebouwd, gesloopt en/of andere werken en werkzaamheden (waaronder het kappen van bomen) worden verricht die de te beschermen waarden kunnen aantasten. Voordat deze activiteiten kunnen worden uitgeoefend moet een (omgevings)vergunning worden aangevraagd waarbij de landschapsarchitect wordt gevraagd om advies. Het snoeien van bomen (of struiken) is niet opgenomen als een van de activiteiten waarvoor een vergunning vereist is maar het kappen van bomen wel. Conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
7. Eigenaren/bewoners Sophiaweg 1c en 3 Samenvatting zienswijzen Op het perceel Sophiaweg 1c en 3 (kadastraal perceel gemeente Hatert, sectie I nr. 782) zijn twee bouwwerken aanwezig. Laatstgenoemde opstal betreft de woning van reclamanten en Sophiaweg 1c is een recreatiewoning. In het verleden zijn in deze omgeving verschillende percelen verkaveld van minimaal 1000m2. De perceelsgrootte is nu iets minder dan 2200m2. Onderzocht wordt om het perceel te splitsen in twee kavels van elk minimaal 1000m2. Sophiaweg 1c zou dan een reguliere woning worden met erf en tuin en Sophiaweg 3 het huidige woonhuis met erf en tuin. Een alternatief is om het bouwvlak (voor huisnr 1c) iets verder van de bestaande woning af te leggen en zo tot een meer evenwichtere verdeling te komen. Voor dit tweede perceel is al een inrit aanwezig. Beide opties zijn weergegeven op blad V0201.
13
Beantwoording zienswijzen Deze zienswijze is ook aan de orde geweest bij de inspraakronde van de beheersverordening Groenewoud-Kwakkenberg (vgl. nr 8 inspraaknota). In het verleden is door kavelsplitsing veel groen verloren gegaan op de Kwakkenberg zodat ook op grond van dit bestemmingsplan, kavelsplitsing met als doel om extra bouwmogelijkheden te creeren, niet is toegestaan. Als tegemoetkoming is in het bestemmingsplan een functienaanduiding opgenomen voor de bestaande recreatiewoning ((rw). Hierdoor wordt de recreatiewoning niet aangemerkt als bijgebouw en kunnen de aan-uit-en bijgebouwen uit het bestemmingsplan worden benut ten behoeve van de hoofdbebouwing. Voor de recreatiewoning gelden geen zelfstandige uitbreidingsmogelijkheden. Conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
8. Eigenaren/bewoners Bosweg 36 Samenvatting zienswijzen Voor het perceel Bosweg 36 zijn in het verleden, deels zelfs recentelijk, bouwvergunningen verleend. Ook is uit uitspraken van de rechtbank en de Raad van State gebleken dat het college van B&W niet bevoegd is handhavend op te treden ter zake van aanwezige bebouwing op dit perceel. Verwacht mocht dus worden dat alle op het moment van terinzage-legging van dit ontwerpbestemmingsplan aanwezige bebouwing op het perceel positief bestemd zou worden. Ten onrechte worden de bouwwerken niet positief bestemd. Dit komt onder meer door artikel 21.2 van de planregels, die alle aanwezige bebouwing niet alleen op het perceel van cliënten maar ook op de percelen van anderen, ten onrechte onder de werking van het overgangsrecht plaatst. Ook legt de bestemming ‘Tuin’ te veel beperkingen aan de bouwmogelijkheden op. Verzocht wordt om alsnog het bouwvlak voor de woning zodanig aan te passen dat het bouwplan waar de uitspraak van de Afdeling van 31 maart 2010 (zaaknr. 200906041/1/H) betrekking op had, een positieve bestemming krijgt in het bestemmingsplan. Het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan is te klein. Beantwoording zienswijzen Deze zienswijze is ook aan de orde geweest bij de inspraakronde van de beheersverordening Groenewoud-Kwakkenberg (vgl. nr 7 inspraaknota). Gelet op het aanwezige groen en de natuurwaarden is in het nu geldende bestemmingsplan aangegeven dat de hoofdbebouwing slechts binnen de bestaande bebouwingscontouren mag worden vervangen. Om de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden zoveel mogelijk te behouden en beschermen heeft het perceel in het bestemmingsplan bovendien de dubbelbestemming Waarde-natuur en landschap gekregen. Het vergroten van het bouwvlak is dan ook niet aan de orde. Conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
9. Eigenaar/beheerder Groesbeekseweg 327 (De Waalboog) Samenvatting zienswijzen Reclamanten dienen in reactie op het ontwerpbestemmingsplan Groenewoud Kwakkenberg een nieuwe zienswijze in die de inspraakreactie die op 1 juni 2012 (kenmerk D12.145/EJS/wb) aan de gemeente is gestuurd, vervangt. Constatering Reclamanten constateren dat het nu voorliggende ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg een conserverend bestemmingsplan is, waarbij de bebouwingslijnen strak om de bestaande bebouwing zijn gelegd. Het voorliggende Ontwerpbestemmingsplan kent o.a. de volgende bouwregels: - De bestemming is omgezet naar de bestemming ‘Maatschappelijk’; - Bebouwingsgrenzen worden geïntroduceerd rondom de bestaande bebouwing;
14
-
Het bebouwingspercentage wordt verhoogd van max. 30% naar max. 100% binnen het aangegeven bebouwingsvlak; De bebouwingshoogte van 12 meter blijft gehandhaafd; Buiten het bebouwingsvlak mag tot 50% worden bebouwd uitsluitend met aanbouwen en in een beperkte hoogte (art. 10.2.2. sub c).
Gezien de bouwplannen van De Waalboog vormt het ontwerp-bestemmingsplan, t.o.v. het bestaande bestemmingsplan (Broersveld-Kwakkenberg 1971-A, vastgesteld 24-10-1974), een probleem. De Waalboog wordt beperkt in de noodzakelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Geschiedenis Sinds de realisatie van het huidige verpleeghuis Joachim en Anna medio jaren ’60 van de vorige eeuw hebben er op het terrein van Joachim en Anna aan de Groesbeekseweg 327 veel veranderingen plaatsgevonden. De laatste aanvulling op het terrein, de nieuwe voorziening voor Jong Dementerenden (Bosweg 250), is in april 2012 in gebruik genomen. Maar daarmee stoppen de verdere ontwikkelingen van deze locatie niet. Verpleeghuis Joachim en Anna wil zich verder ontwikkelen tot een specialistisch zorg- en behandelcentrum voor doelgroepen die deze zorg en behandeling behoeven. Gezien de vergrijzing van de bevolking en toename van ziekten als dementie bestaat er de komende decennia een toenemende vraag hiernaar. Weliswaar is de tendens dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen (scheiden van wonen en zorg), dit neemt niet weg dat voor een grote groep cliënten de zorg niet meer in de eigen omgeving geboden kan worden en opname in een verpleeghuissetting de enige oplossing is. Nieuwe ontwikkelingen Om aan deze specialistische doelgroepen zorg, welzijn en wonen conform de eisen van deze tijd te bieden is vernieuwing van een groot deel van de gebouwen op de locatie Joachim en Anna de komende jaren aan de orde. De paviljoens die dateren uit 1976 en in 1996 zijn gerenoveerd met deels nog tweepersoonskamers en geen eigen sanitair, zijn dringend aan vervanging toe. Zowel kwantitatief als kwalitatief stellen genoemde ontwikkelingen eisen aan de nieuwbouw. Wil dit tevens vanuit een aantrekkelijk stedenbouwkundig concept plaatsvinden dan stelt dit tevens eisen aan de inrichting van het terrein en het te bebouwen grondoppervlak. Ruimte vragen Graag zien reclamanten de toekomstige mogelijkheden die het nieuwe bestemmingsplan moet bieden op een andere wijze ingevuld, zodat er geen beperkingen zijn voor toekomstige ontwikkelingen en die recht doen aan de mogelijkheden die het huidige bestemmingsplan wel bieden: - omdat reclamanten de huidige geluidscontour aan de zijde van de Groesbeekseweg niet willen aantasten is de bebouwingsgrens aan deze zijde conform de huidige bebouwing akkoord; - de bebouwingsgrens aan de zijde van de Bosweg, conform de nieuwe bebouwing, is eveneens akkoord; - graag zien reclamanten, aan de zijde van Villandry een bebouwingsgrens op 10 meter t.o.v. de kavelgrens, gelijkwaardig met de zijde van de Bosweg; - de bebouwingsgrens aan de achterzijde (noordwestzijde) willen reclamanten tot aan de kavelgrens zien, zodat zij meer ruimte hebben om te bouwen en ook de bestaande bebouwing op de achterzijde van het terrein (tuinhuis en kapelletje) hierin kunnen betrekken. Deze gebouwtjes zullen in de nieuwe plannen gehandhaafd blijven en mogelijk uitgebreid worden (ideëen bestaan om het tuinhuis om te bouwen tot een logeerhuis voor familie van jong dementerenden). Immers in het huidige bestemmingsplan is die ruimte ook aanwezig; - het maximale bebouwingspercentage binnen dit bouwvlak kan worden teruggebracht naar max. 85% (i.p.v. 100% in het voorliggende ontwerp-bestemmingsplan); - de max. bebouwingshoogte handhaven op 12 meter zoals al is opgenomen in het huidige en het voorliggende ontwerpbestemmingsplan. In de bijlage zijn de gewenste bebouwingsgrenzen in beeld gebracht. Verzocht wordt om in samenspraak een visie op het terrein (masterplan) op te stellen die het kader gaat vormen voor de toekomstige ontwikkelingen op het terrein van Joachim en Anna. In deze visie worden de kwaliteiten van het terrein vastgelegd en de vorm en verschijning van de gebouwde omgeving, terreininrichting en gebruik nader gekwantificeerd. Het opstellen van een visie sluit tevens aan bij een eerdere reactie van de commissie Beeldkwaliteit op de nieuwbouwplannen.
15
Beantwoording zienswijzen Op grond van het vigerende bestemmingsplan Broersveld-Kwakkenberg 1971-A (vastgesteld op 24 september 1974) is het perceel bestemd voor Bijzondere bebouwing en/of bijzondere woongebouwen (BD-A). Het bouwperceel mag voor maximaal 30% worden bebouwd en de bouwhoogte mag maximaal 12m bedragen. In de inspraaknota (onder nr. 11) in het kader van de beheersverordening Groenewoud-Kwakkenberg is, als reactie op de ingediende inspraakreactie, de volgende tekst opgenomen: “In de beheersverordening is het perceel bestemd voor “Maatschappelijk”. Om de bestaande bebouwing op het perceel is een bouwvlak gelegd. Het gehele bouwvlak mag worden gebruikt voor het oprichten van (hoofd)gebouwen. Het te bebouwen oppervlak in het bouwvlak in de beheersverordening is ruimer dan de bebouwde oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan kon worden gerealiseerd. Het bebouwingspercentage van 30% is komen te vervallen. In de beheersverordening is de maximale bouwhoogte van 12m gehandhaafd.” In de inspraaknota van de beheersverordening wordt dus uitgegaan van een ruimere bouwmogelijkheid. Deze bouwmogelijkheid is vervolgens overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Naar aanleiding van de zienswijze is deze verruiming van de bouwmogelijkheid nog eens nader beoordeeld. Bedoeld is om de bestaande bebouwing positief te bestemmen door deze op te nemen in een bouwvlak. Bij nader inzien blijkt de omvang van het bouwvlak een (te)forse verruiming van de bouwmogelijkheden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Op grond van het ontwerpbestemmingsplan mag ongeveer 10.000m2 meer gebouwd worden dan in het vigerend plan is toegestaan. Bij een zodanige verruiming van de bouwmogelijkheden is er sprake van een ruimtelijke ontwikkeling waarbij, alvorens de bouwmogelijkheden positief kunnen worden bestemd in het bestemmingsplan, een integrale afweging moet plaatsvinden naar de wenselijkheid en aanvaardbaarheid van een dergelijke ontwikkeling. Deze integrale afweging kan plaatsvinden in een separate (postzegel)bestemmingsplanprocedure. Conclusie De zienswijze leidt tot aanpassing van het bouwvlak/de bouwmogelijkheden in het bestemmingsplan. De bouwmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan worden overgenomen. De bouwmogelijkheden worden vooralsnog niet verruimd.
10. Eigenaren/bewoners Theresiaweg 9a Samenvatting zienswijzen In aanvulling op de eerder ingediende inspraakreactie in het kader van de beheersverordening wordt het volgende opgemerkt: 1. Het perceel Theresiaweg 9a bestaat uit een kadastraal stuk grond Hatert sectie I nr. 942 groot ca. 1230m2 en kadastraal stuk Groesbeek 1565 groot ca. 660m2. 2. In het koopcontract van 2 mei 1933 staat vermeld dat bebouwing is toegestaan voor eigen gebruik bestemde garages tuinkoepels en voor eigen dienstpersoneel bestemde woningen. 3. De aanwezige woonbebouwing dateert uit 1933 en is voorzien van eigen aansluitingen op de nutsvoorzieningen. 4. In het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 is deze locatie niet meer aangegeven als bouwvlak zonder medeweten van de eigenaar. 5. Eigenaar verzoekt de bouwmogelijkheid te herstellen, zodat er mogelijkheden voor verzorging volgens WMO (rapportage d.d. 14-2-2011) zijn. Beantwoording zienswijzen Deze zienswijze is ook aan de orde geweest bij de inspraakronde van de beheersverordening Groenewoud-Kwakkenberg (vgl. nr 14 inspraaknota). Het bestaande bijgebouw is in 1933 vergund als tuinhuis. De bestaande hoofdbebouwing (bungalow) is pas vergund in 1957. Het is wenselijk om de bijzondere karakteristiek van de Kwakkenberg, namelijk “wonen in het bos”, te behouden. Vanuit deze gedachte is het niet wenselijk om mee te werken aan een planologische spliting van het perceel zodat er twee zelfstandige woningen kunnen worden gerealiseerd. Om uitvoering te kunnen geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bevat het bestemmingsplan de mogelijkheid om een grotere oppervlakte aan aan-uit en/of bijgebouw te realiseren (maximaal 75m2 en 60% van het erf in plaats van 50m2 en 50% van het erf). Conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
16
11. (diverse) eigenaren/bewoners Kwakkenberg (Driekoningenweg en omgeving) Samenvatting zienswijzen Het staat buiten kijf dat het huidige karakter van de Kwakkenberg ‘wonen in het bos’ bescherming behoeft en dat dit thans onvoldoende in de planregels is vastgelegd. Kennelijk wenst de gemeente ook vast te houden aan de op grond van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) te hanteren ruime bestemming van ‘wonen’. Al staat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen niet aan een differentiatie in de weg, wanneer daarbij de subbestemmingen eengezinsbewoning, vrijstaande woningen of andere aanduidingen worden aangebracht. Desalniettemin is er een oplossing waarmee beide uitgangspunten (bescherming van ‘wonen in het bos’ en hanteren van de ruime bestemming ‘wonen’) verenigbaar zijn, te weten het opnemen van een aanvullende dubbelbestemming: ‘Waarde-Wonen in het bos’. Daarmee kan worden vastgelegd dat een bouwplan niet mag leiden tot een andere vorm van wonen dan eengezinsbewoning in een vrijstaande woning – behoudens daar waar reeds een andere woonvorm wordt gebezigd -, zodat geen appartementsgebouwen, meergezins-woningen en/of rijtjeswoningen en 2-onder-1-kappers kunnen worden gerealiseerd. Een nadere afweging van burgemeester en wethouders kan eventueel leiden tot toestemming voor een andere woonvorm, mits het ten tijde van het ontwerp bestemmingsplan bestaande bouwvolume niet wordt vergroot. Bij de te maken afweging moet verder worden betrokken wat het voor de Kwakkenberg zou betekenen indien overal op de Kwakkenberg de met het bouwplan voorgestane intensivering van gebruik zou plaatsvinden. Het voordeel van zo’n oplossing is dat alle bestaande bouw- en uitbreidingsmogelijkheden worden gehandhaafd, zodat geen risico op planschade bestaat, terwijl toch een ruime definitie van wonen wordt gehanteerd, zij het dat daar waar een intensievere woonvorm wordt gekozen dit niet met uitbreiding van het bouwvolume gepaard gaat en daarnaast eerst de afweging plaatsvindt of zulks ter plaatse passend is, maar ook of – vanwege de precedentwerking – zulks voor de hele Kwakkenberg aanvaardbaar zou zijn. Verzocht wordt om het ontwerpbestemmingsplan Groenewoud-Kwakkenberg gewijzigd vast te stellen overeenkomstig de vorenstaande oplossing en derhalve op de Kwakkenberg geen andere bebouwing toe te staan dan t.b.v. een eengezins- bewoning in vrijstaande woningen, behoudens waar daarvan reeds thans wordt afgeweken. En behoudens daar waar op grond van een nadere afweging in het kader van een dubbel-bestemming ‘Waarde-wonen in het bos’ zulks alsnog toelaatbaar is te achten, mits geen uitbreiding van het thans bestaande bouwvolume plaatsvindt. Beantwoording zienswijzen Bouwmogelijkheden (ontwerpbestemmingsplan) Het vigerende bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 kende een differentiatie in vrijstaande woningen, meergezinswoningen en halfvrijstaande woningen. Deze differentiatie is, net als in alle andere actualisatieplannen van de gemeente Nijmegen, niet opgenomen in het (ontwerp)bestemmingsplan dat ter visie heeft gelegen. In de actualisatieplannen wordt op de plankaart per bouwperceel door middel van de (bouw)aanduidingen bouwvlak, maximale goot-en bouwhoogte en (eventueel) maximaal bebouwingspercentage aangegeven, wat er aan bebouwing mag worden gerealiseerd. De bouwaanduidingen op de plankaarten geven de kaders waarbinnen de bebouwing mag worden opgericht. Deze kaders geven duidelijkheid en daarmee rechtszekerheid voor de eigenaren en de omwonenden van de bouwpercelen. Op de Kwakkenberg zijn de bouwpercelen en daarmee ook de bouwvlakken over het algemeen groter dan in andere delen van de stad. Hierdoor zou het mogelijk worden om meerdere hoofdgebouwen binnen het bouwvlak op te richten. Dit zou leiden tot een toename van de bouwmassa op de Kwakkenberg wat planologisch gezien niet wenselijk is. Om te voorkomen dat de bouwmassa op de bouwpercelen toeneemt is in de regels van het (ontwerp)bestemmingsplan opgenomen dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal 1 hoofdgebouw mag worden opgericht (artikel 16 onder a). De aanuit-en bijgebouwenregeling (voor het bouwen buiten het bouwvlak) is hetzelfde als in andere delen van de stad met dien verstande dat het op de Kwakkenberg ook mogelijk is om aan-uit en bijgebouwen op te richten voor de voorgevellijn.
17
Gebruik (ontwerpbestemmingsplan) In de (ontwerp)bestemmingsplan is “wonen” net als in alle andere actualisatieplannen van de gemeente Nijmegen, gedefinieerd als: “de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip”. In de bestemmingsplannen wordt derhalve geen onderscheid gemaakt in de vorm van de bewoning: eengezinswoningen, meergezinswoningen, kamerbewoning: alle mogelijke woonvormen zijn in beginsel toegestaan. Wat niet is toegestaan zijn woonvormen waarbij 24-uurs zorg en/of toezicht nodig is. Volgens vaste jurisprudentie van de Raad van State moeten dergelijke (onzelfstandige) woonvormen worden ondergebracht binnen de bestemming Maatschappelijk. Op grond van deze definitie van “wonen” is het mogelijk om een bestaande woning te splitsen in appartementen (bijvoorbeeld een boven-en benedenwoning) en/of kamerbewoning. Ook mag een nieuwe woning, die bij de bouw al is gesplitst in appartementen, worden opgericht. Het gebruik van de woning door een of meerdere personen is op grond van het bestemmingsplan immers toegestaan. Specifiek karakter van het gebied Op de Kwakkenberg wordt voorzien in woningen voor het hogere segment en wordt tegemoet gekomen aan de behoefte aan woningen binnen het groen-stedelijk woonmilieu. Een van de belangrijke beleidsuitgangspunten voor het gebied is “wonen in het bos”. Deze karakteristiek wordt als volgt beschreven (zie toelichting bestemmingsplan): De Kwakkenberg is een glooiend bosrijk woongebied dat ligt op de overgang tussen de stedelijke bebouwing van Nijmegen Oost en de stuwwalbossen. Het bosachtige karakter is intact gebleven door de bosrelicten, de laanbeplantingen en de grote tuinen met oude bomen. De bosstructuur van de omgeving loopt als het ware van het openbaar gebied over in het privégebied. De Kwakkenberg kent een open verkaveling met villa's op grote percelen in het bos. De villa's zijn op zichzelf staande objecten met een eigen karakteristiek waarbij het parkeren plaats vindt op eigen terrein. De woningen liggen onderling relatief ver van elkaar af. De rooilijn verspringt en de voortuin is van een royale omvang. Door de langzame ontwikkeling is er een grote diversiteit aan bouwstijlen en bouwperioden te vinden. Om de natuur-en landschapswaarden van de Kwakkenberg (en de Marienboom) zo goed mogelijk te beschermen, is voor dit gebied in het ontwerpbestemmingsplan de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap opgenomen. Reliëfrijke terreindelen, terreindelen met een waardevolle bosvegetatie en bebouwingsarme terreindelen die onderdeel vormen van een samenhangende vegetatiestructuur, hebben een zodanige regeling gekregen dat zij zoveel mogelijk gevrijwaard blijven van nieuwe (woon)bebouwing en het groene en natuurlijke karakter behouden. Dit betekent dat er een nadere stedenbouwkundige afweging gemaakt moet worden voordat er mag worden gebouwd, gesloopt en/of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd (waaronder het kappen van bomen en het aanleggen van parkeerplaatsen). Alvorens er voor deze activiteiten een omgevingsvergunning kan worden verleend, dient er advies te worden ingewonnen bij de landschapsarchitect. Belangenafweging De bestaande bouwmogelijkheden (ruime bouwpercelen) uit het geldende bestemmingsplan moeten zoveel mogelijk worden overgenomen in het nieuwe plan om planschade te voorkomen. Daarnaast is het wenselijk om in de bestemmingsplannen voor de gehele stad zoveel mogelijk dezelfde regels en uitgangspunten te hanteren. Deze wens komt niet zozeer voort uit het hanteren van de SVBP als wel uit het principe dat voor alle inwoners van de gemeente Nijmegen dezelfde rechten en plichten zouden moeten gelden (gelijkheidsbeginsel). Alleen indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, is het mogelijk om af te wijken van dit principe. Het specifieke karakter van de Kwakkenberg (“wonen in het bos”) en de nog niet gerealiseerde (ruime) bouwmogelijkheden op de percelen zijn bijzondere omstandigheden die aanleiding geven om af te wijken van de (standaard)bepalingen uit het bestemmingsplan. Definitie van Wonen voor de Kwakkenberg en Marienboom Gelet op het vorenstaande wordt de woonfunctie voor de Kwakkenberg niet verruimd. Dat wil zeggen dat het bestemmingsplan nog steeds uitgaat van eengezinswoningen, behoudens daar waar reeds bestemmingsplantechnisch een andere woonvorm is toegestaan. Hierdoor kunnen geen appartementengebouwen, meergezins-woningen en/of rijtjeswoningen en 2-onder-1-kappers worden gerealiseerd. Deze beperking van de woonfunctie geldt ook voor de Marienboom, dus voor het gehele gebied waarop de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap van toepassing is.
18
Systematiek Om duidelijk te maken dat het echt een andere woonfunctie betreft, wordt voor dit gebied de bestemming Wonen-1 toegevoegd. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend eengezinswoningen toegestaan tenzij er op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan al een andere woonfunctie (meergezinswoning/appartementengebouw, twee-onder 1 kapwoning) toegestaan is. De definitie van een eengezinswoning is opgenomen in de begripsbepaling van het bestemmingsplan. Binnen de bestemming wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het verruimen van het gebruik (woonfunctie) mits er geen toename van het bouwvolume plaatsvindt. Getoetst wordt aan het bouwvolume dat aanwezig is op het moment van inwerkingtreden van het bestemmingsplan. Het verruimen van de woonfunctie mag geen nadelige invloed hebben op het uitgangspunt “wonen in het bos”. Indien er in een bepaald geval, zowel een verruiming van de woonfunctie als een verruiming van de bouwmogelijkheden gewenst is, moet hieraan worden meegewerkt door middel van een (buitenplanse) afwijkingsporcedure (postzegelbestemmingsplan of projectafwijkingsbesluit). Uiteraard moet in een dergelijk geval eerst worden beoordeeld of een afwijking (ruimtelijk gezien) wenselijk en haalbaar is. In een afwijkingsprocedure worden omwonenden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen zodat er echt een afweging per geval kan worden gemaakt. Naast de bestemming Wonen is het ook mogelijk om binnen de bestemming Gemengd een woonfunctie te realiseren. Om te voorkomen dat de woonfunctie binnen deze bestemming, zonder nadere afweging, kan worden verruimd, wordt binnen de bestemmingen Gemengd in het gebied Kwakkenberg/Marienboom de functie-aanduiding “specifieke vorm van wonen-wonen in het bos” opgenomen. Binnen deze functieaanduiding worden vervolgens dezelfde regels opgenomen als binnen de bestemming Wonen-1. Handhaafbaarheid De bestemmingsplanregel moet zowel praktisch uitvoerbaar als handhaafbaar zijn. In het geval er eerst een bouwvergunning wordt aangevraagd voor het verruimen van het bouwvolume (wat past in het bestemmingsplan) en pas daarna wordt verzocht om een verruiming van de woonfunctie, vindt er, op basis van de bestemming Wonen-1, alsnog een nadere toetsing plaats of het verruimen van de woonfunctie geen nadelige invloed heeft op het uitgangspunt “wonen in het bos”. Indien na het verruimen van het bouwvolume de woonfunctie (illegaal) wordt verruimd kan er handhavend worden opgetreden vanwege met het bestemmingsplan strijdig gebruik. Daarnaast kan eventueel de eerder verleende bouwvergunning worden ingetrokken indien in de vergunningaanvraag (tekeningen) niet is vermeld dat het verruimde bouwvolume wordt gebruikt ten behoeve van het verruimen van de woonfunctie. Conclusie Naar aanleiding van de zienswijze wordt het bestemmingsplan als volgt aangepast: voor het gebied waarop de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap van toepassing is wordt, in plaats van de bestemming Wonen, de bestemming Wonen-1 gehanteerd. Daarnaast wordt voor dit gebied binnen de bestemming Gemengd de functie-aanduiding “specifieke vorm van gemengd-wonen in het bos” toegevoegd.
12. eigenaren/beheerders Marienbosch (Groesbeekseweg 351) Samenvatting zienswijzen Het perceel Groesbeekseweg 351 heeft de bestemmingen ‘bos’, ‘gemengd’, ‘waarde archeologie 3’ en ‘waarde natuur en landschap’. Reclamanten zijn het niet eens met deze bestemmingen en daarbij behorende regels. Bij besluit d.d. 23 mei 2012 is aan Bouwbedrijf Hazenberg B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het herbestemmen van het voormalig klooster incl. de bouw van een nieuwe vleugel t.b.v. studentenhuisvesting op het perceel, kadastraal bekend sectie I, nr. 827, plaatselijk bekend Groesbeekseweg 351 te Nijmegen, voor de volgende activiteiten:
19
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bouwen van een bouwwerk; Slopen van een bouwwerk; Veranderen van een Rijksmonument; Kappen van een boom of vellen van een houtopstand; Uitvoeren van een werk (aanlegvergunning); Oprichten van een milieu-inrichting; Handelen in afwijking van de regels van een bestemmingsplan.
Deze omgevingsvergunning is verleend voor realisatie van circa 350 studenteneenheden. Uit jurisprudentie, o.a. de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State d.d. 9 januari 2013, LJN BY 7991 blijkt dat, hetgeen middels een bouwvergunning en vrijstelling vergund is positief bestemd dient te worden. Voor een omgevingsvergunning geldt hetzelfde. Het ontwerpbestemmingsplan bestemt hetgeen vergund is niet positief. In de bestemming ‘gemengd’ komen de opgenomen bouw- en goothoogten niet overeen met hetgeen vergund is. In de bestemming ‘bos’ zijn geen containers toegestaan, die wel vergund zijn. Ook is op grond van de bestemmingen ‘waarde archeologie 3’ en ‘waarde natuur en landschap’ het bouwplan dat vergund is ook niet toegestaan. Een specifieke omgevingsvergunning is hiervoor nodig. Verzocht wordt het plan waarvoor vergunningen zijn verleend positief te bestemmen. Reclamanten verzoeken een constructie van max. 2,5 meter breedte buiten het bouwvlak, in een strook om het gebouw, om het souterrain te bereiken, welke constructie niet boven het maaiveld uitkomt, mogelijk te maken. Dit is ook ambtelijk besproken. Deze constructie is wenselijk voor vluchtmogelijkheden en is niet in strijd met goede ruimtelijke ordening. Beantwoording zienswijzen Voor de beantwoording van deze zienswijze wordt verwezen naar de zienswijze onder 1. Conclusie Het ontwerpbestemmingsplan is aangepast conform de voorgestelde oplossingen.
13. Eigenaren/bewoners Postweg 42 Samenvatting zienswijzen De woningen Postweg 40 en 42 zijn in 1999 gerealiseerd conform het bestemmingsplan BroersveldKwakkenberg 1971: In kort bestek 15m. diep, 2 lagen hoog, minimaal 6m. breed en er diende een onbebouwde tuin van min. 10m diep over te blijven. De goot- en nokhoogte zijn niet omschreven. Eigenaar van Postweg 42 wil de woning aan de linkerzijde (van straatzijde uit gezien) uitbreiden binnen de contour van de goot- en nokhoogten van het rechtergedeelte. Dit is niet meer mogelijk binnen de bouwregels van het ontwerp-bestemmingsplan. Dit plan gaat uit van een hoofdgebouw (met goot op max. 6m. en nok op max. 10m.) met daarbuiten mogelijkheden voor aan-, uit- en bijgebouwen. De goot mag dan max. 3m. en de nokhoogte mag max. 5m. bedragen. Deze aanbouw dient minimaal 3m. achter de voorgevel gesitueerd te zijn. De eigenaar wordt dus op twee manieren gedupeerd. Enerzijds past de huidige woning (rechtergedeelte nok op 11,14m. en linkergedeelte nok op 7,20m.) niet binnen de maatvoering van het nieuwe bestemmingsplan (resp. 10 en 5m.). Ook de footprint van het linkergedeelte is ruimer dan dat het nieuwe bestemmingsplan toelaat. Dit betekent dat er voor vergunningplichtige bouwwerkzaamheden al heel gauw een bestemmingsplanwijziging moet worden aangevraagd. Dit is een onwenselijke situatie en zal ook niet de bedoeling geweest zijn van de opsteller van dit bestemmingsplan. De mogelijkheid die de eigenaar heeft zijn woning naar de zijdelingse perceelsgrens uit te breiden wordt hem ontnomen. Omdat deze uitbreiding wenselijk is, verzoekt eigenaar de mogelijkheden die het geldende bestemmings-plan biedt over te nemen in het nieuwe plan. Rood omkaderd is de contour van de voorgenomen uitbreiding (rekening houdend met bestaande gootlijn van het rechtergedeelte).
20
Beantwoording zienswijzen In het vigerende bestemmingsplan (Broersveld-Kwakkenberg 1971) is het perceel bestemd voor eengezinshuizen in gesloten bouwwijze (E2GA). De als zodanig in het plan aangegeven gronden zijn bestemd voor de bouw van aaneengesloten eengezinshuizen in twee woonlagen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken met dien verstande dat de breedte van de woning minstens 6m bedraagt. In 1999 is een bouwvergunning verleend voor de bouw van 2 woonhuizen (incl. aanbouwen) op het perceel. In het ontwerpbestemmingsplan is het bouwvlak strak rond de gerealiseerde bebouwing gelegd (excl. aanbouw). De breedte van het bouwvlak (per woning) bedraagt 7m en voldoet dus aan de bouwvoorschriften uit het vigerende bestemmingsplan (minimaal 6m). Op grond van het ontwerpbestemmingsplan mogen buiten het bouwvlak, aangrenzend aan de hoofdbebouwing, aan-en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3m achter de achtergevellijn (de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan). Aangezien de vergunde aanbouw ook op grond van het nieuwe bestemmingsplan ter plaatse kan worden gerealiseerd is er geen noodzaak om de aanbouw in het bouwvlak op te nemen. De bedoeling van de eigenaar is om de bestaande aanbouw (in oppervlak) te vergroten en er een bouwlaag aan toe te voegen zodat het bouwperceel tot aan de perceelsgrens wordt bebouwd met bebouwing in 2 woonlagen. Dit is stedenbouwkundig niet wenselijk omdat dit leidt tot een ongewenste verdichting van de bebouwing en er onvoldoende ruimte overblijft in relatie tot de bebouwing (incl. uiten aanbouwen) op het naastgelegen perceel. De regeling in het ontwerpbestemmingsplan betekent bovendien geen inperking van rechten op grond van het vigerende plan. Conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
14. (toekomstige) eigenaren/bewoners Twaalf Apostelenweg 15 Samenvatting zienswijzen Reclamanten willen een bungalow met souterrain bouwen op de kavel Twaalf Apostelenweg 15 te Nijmegen. Verzocht wordt om het aanwezige bouwvlak te verplaatsen, de vorm van het bouwvlak te wijzigen en de toegestane bouwhoogte aan te passen. Dit verzoek is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. het vrijwel geheel handhaven van het bestaande bomenbestand en met name de stevige bosrand aan de straatzijde van het bouwkavel; 2. een betere bezonning en lichttoetreding voor de woning op de nieuwe positie; e.e.a. gerelateerd aan de zeer hoge bomen op en naast het bouwkavel; 3. de wens van reclamanten om in een bungalow te wonen met alle primaire woonfuncties gelijkvloers; 4. het mooie beeld dat een lage ‘bosbungalow’ kan geven samen met de hoge bomen eromheen (vgl referentiebeelden). Beantwoording zienswijzen Huidige (planologische)situatie Het kavel 12 Apostelenweg 15 wordt gekenmerkt door een dichte, groene omzoming met centraal op het kavel een open ruimte. Binnen deze open ruimte, is direct grenzend aan de zuidwestelijke kavelgrens, op grond van het vigerende bestemmingsplan (Kwakkenberg 1994) een hoofdgebouw mogelijk. Het maximale gebouwvolume heeft een vierkant grondvlak en kan bestaan uit 2 lagen met een riante kap (max. goot-en bouwhoogte 6 respectievelijk 10m). De bouwmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan zijn niet benut. Toekomstige situatie In de nieuwe situatie wordt met de hoofdvorm niet meer gerefereerd aan een landhuis, maar aan een bungalow/paviljoen. Het hoofdgebouw heeft hierbij een groter, L-vormig grondvlak en bestaat uit één (bovengrondse) laag met een maximale bouwhoogte van 4 meter. De beperking in bouwhoogte zorgt ervoor dat het volume van het hoofdgebouw binnen de afmetingen van de Kwakkenberg blijft passen. Om de lichtinval te optimaliseren is het bouwvlak binnen de open ruimte in noordoostelijke richting verschoven tot 3 meter uit de perceelsgrens. Het bouwvlak blijft op ruime afstand van de dichtstbijzijnde woning en aan de zijde van de 12 Apostelenweg blijft er een royale voortuin bestaan.
21
Hoewel de bouwmassa en positionering gewijzigd zijn, past de mogelijke bebouwing nog steeds goed in de ruimtelijke karakteristiek van de Kwakkenberg: een open verkaveling met bouwmassa’s op ruime percelen in het bos. Net als in de huidige situatie zullen bij het benutten van de geboden bouwmogelijkheid enkele bomen moeten verdwijnen. De impact op het Groen/aanwezige bomen is niet groter dan bij de realisatie van de bouwmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan. Op grond van het nieuwe bestemmingsplan geldt voor het perceel bovendien de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap. Op basis van deze dubbelbestemming kan voor de uitvoering van het bouwplan gevraagd worden om een bomeneffectanalyse (BEA). Een BEA is een gestandaardiseerde beoordeling die alle mogelijke effecten van de bouw of aanleg op het duurzaam voorbestaan van de aanwezige bomen in beeld brengt. Hierin wordt ook omschreven hoe de effecten tot een minimum kunnen worden beperkt. Daarnaast wordt onderzocht wat het meest boomvriendelijke alternatief is. Op grond van de dubbelbestemming Waarde-archeologie 3 dient bij de uitvoering van het bouwplan tevens rekening te worden gehouden met de zeer hoge archeologische waarden van de gronden. Bij het verlenen van de omgevingsvergunning kunnen nadere voorwaarden worden gesteld gericht op het behoud en de bescherming van deze waarden. Conclusie Het verplaatsen van het bouwvlak is (planologisch) mogelijk. In het bestemmingsplan wordt het bouwvlak opgenomen zoals voorgesteld in de zienswijze.
14. Eigenaren/bewoners Sophiaweg 133 (Marienbosch/Groesbeekseweg 351) Samenvatting zienswijzen Het college heeft het nog niet onherroepelijke projectbesluit dat ziet op de aanleg van de in- en uitrit in strijd met het bestemmingsplan bij besluit van 5 juli 2012, nog niet integraal onderdeel gemaakt van dit ontwerpbestemmingsplan. Tegen dit besluit is beroep ingesteld, zodat dit besluit nog niet onherroepelijk is. Reclamanten zijn van mening dat de gemeente voor de inpassing de uitkomst van dit beroep en mogelijk het hoger beroep had moeten afwachten. Verzocht wordt om de door reclamant ingebrachte zienswijze tegen het besluit van 5 juli 2012 hier als herhaald en ingelast te beschouwen en onderdeel te maken van de besluitvorming omtrent het bestemmingsplan. Daarnaast kan reclamant zich niet verenigen met het feit dat in het ontwerpbestemmingsplan andere bebouwing wordt toegestaan dan t.b.v. eengezinsbewoning en vrijstaande woningen. Andere woningen en woonvormen dan vrijstaande woningen bestemd voor eengezinsbewoning is niet passend in deze omgeving en detoneert met de uitgangspunten van het bestemmingsplan. Beantwoording zienswijzen Voor zover de zienswijze betrekking heeft op het Marienbosch (Groesbeekseweg 351) wordt verwezen naar de beoordeling van de zienswijze onder 1. Voor de beoordeling van het tweede gedeelte van de zienswijze wordt verwezen naar de beoordeling van de zienswijze onder 11 (bewoners Kwakkenberg). Conclusie Naar aanleiding van de zienswijze is het bestemmingsplan aangepast (zie onder 1).
22
16. (diverse) eigenaren/bewoners Willem Schiffstraat en de Groesbeekseweg (omwonenden Pabo) Samenvatting zienswijzen Reclamanten maken met name bezwaar tegen de voorgestane bestemmingsregeling ter plaatse van de gronden en opstallen van PABO Groenewoud, onderdeel van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gelegen aan de Groenewoudseweg 1-3 te Nijmegen. Reclamanten zijn van mening dat de voorgestane bestemmingsregeling t.o.v. de bestemmingsregeling in het vigerende bestemmingsplan (aanmerkelijk) ruimere gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden kent en dat de thans voorgestane bestemmingsregeling (dus) niet strookt met het uitgangspunt dat dit bestemmingsplan “voorziet in het vastleggen van de bestaande planologische situatie in het stedelijke gebied” en dat “binnen het plangebied geen (grootschalige) veranderingen dan wel nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien” (zie onder 3.1.3 van de plantoelichting). Volgens reclamanten staat de vigerende nadere bestemming ‘B.D. Bijzondere bebouwing’, voor gebouwen ten dienste van een sociale of openbare instelling, aan commerciële voorzieningen (zoals kinderopvang, uitvaartcentrum of ondersteunende horeca) – in de weg. Reclamanten maken ook bezwaar tegen de bestemming ‘Maatschappelijk’ voor zover die ter plaatse drugsopvang of soortgelijke voorzieningen mogelijk maakt. Reclamanten verzoeken om meer maatwerk te leveren bij het opnemen van de bestemming. Het toepassen van de SVBP behoeft aan het leveren van maatwerk niet in de weg staan. Bepaalde gebruiksmogelijkheden genoemd in art. 1.55 (Maatschappelijk) van de planvoorschriften behoren volgens de SVBP overigens tot een andere hoofdgroep van bestemmingen. Reclamanten zijn voorts van mening dat het woon- en leefklimaat ter plaatse van hun woningen als gevolg van de ruimere gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden in het ontwerp van het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg onvoldoende is gewaarborgd. Reclamanten Cliënten beroepen zich dienaangaande op de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (hierna: de VNG-brochure). Volgens reclamanten moet de bestemmingsregeling op gronden gelegen aan de Groenewoudseweg 1-3, vanwege de ruimere bebouwings- en gebruiksmogelijkheden, als een nieuwe situatie worden aangemerkt. Zelfs indien er sprake zou zijn van een bestaande situatie (hetgeen reclamanten betwisten), kan het laten voortbestaan van een bestaande situatie onder omstandigheden in strijd kan zijn met een goede ruimtelijke ordening, indien blijkt dat de nadelige gevolgen hiervan in redelijkheid niet aanvaardbaar kunnen worden geacht. De VNG-brochure kan (ook) in zoverre bij bestaande conflictsituaties een indicatie geven van de (mogelijke) hinder, zo volgt uit jurisprudentie. In ieder geval dient de gemeenteraad bij de vraag of sprake kan zijn van een aanvaardbare ruimtelijke indicatie, alle aspecten in ogenschouw te nemen. In verband met de ruimere gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden tot (direct) nabij hun woonpercelen stellen reclamanten zich ook nog op het standpunt dat het voorliggende bestemmingsplan onaanvaardbare gevolgen zal (kunnen) hebben voor hun uitzicht en privacy en dat ten onrechte ook niet is onderzocht in hoeverre maximale invulling van de bouwmogelijkheden in het plan gevolgen kan hebben voor de lichtinval op hun woonpercelen. Verder stellen reclamanten dat niet voldoende is onderzocht en aangetoond dat met de ruimere gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden op het hier bedoelde, naastgelegen perceel – met inachtneming van de Nota Parkeernormen Gemeente Nijmegen – voldoende parkeerplaatsen aanwezig zullen zijn. Relamanten (op één na) concluderen ook nog dat aan een gedeelte van hun gronden, overeenkomstig het feitelijke gebruik daarvan, ten onrechte niet ook de bestemming ‘Wonen’ is toegekend. Reclamanten doelen daarbij op een strook grond welke al decennialang exclusief (en afgeschermd) door de betreffende bewoners van de Willem Schiffstraat en Groesbeekseweg wordt gebruikt als onderdeel van hun tuin en als zondanig onderhouden. Over de exacte situering van deze strook grond zal de gemeente nog nader worden geïnformeerd. Zo nodig zullen reclamanten dienaangaande nog de noodzakelijke civielrechtelijke acties nemen. Reclamanten stellen zich op het standpunt dat het niet toekennen van de bestemming ‘Wonen’ aan de betreffende strook grond in zoverre in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het plan.
23
Als voorlaatste menen reclamanten (na via www.ruimtelijkeplannen.nl de luchtfoto’s met de plankaart/verbeelding te hebben vergeleken) te constateren dat de situering van de bouwvlakken ter plaatse van hun woningen niet volledig overeenstemmen met de feitelijke situering daarvan. Ten slotte wil de eigenaar/bewoner van de Groesbeekseweg 310 graag dat ook aan haar garagebox op haar woonperceel – ter linkerzijde van haar woning – de bestemming ‘Wonen’ en niet de bestemming ‘Verkeer’ wordt toegekend. Zulks overeenkomstig de ter plaatse vigerende bestemming. Beantwoording zienswijzen Bouwmogelijkheden Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan (Groenewoud 1971-A) is het perceel bestemd voor ‘bijzondere doeleinden. De gronden met deze bestemming mogen worden gebruikt voor de oprichting van gebouwen voor bijzondere doeleinden met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande dat: A. de max. hoogte per bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven (hier 10 meter); B. de bebouwde oppervlakte ten hoogste het op de kaart aangegeven percentage van het bouwperceel mag bedragen (hier 30%). Voor wat betreft de bouwmogelijkheden is er inderdaad sprake van een verruiming. In het vigerende bestemmingsplan mocht 30% van het perceel worden bebouwd. De omvang van het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan is afgestemd op de feitelijk aanwezige (bestaande) bebouwing. Ten tijde van de vaststelling van het vigerend plan was alleen nog de oorspronkelijke hoofdbebouwing gerealiseerd (vergund in 1958). Met name in de periode 1985-1995 is het oorspronkelijke gebouw uitgebreid. Voor wat betreft de bijgebouwen mocht in het oude bestemmingsplan een oppervlakte van 30m2 worden bebouwd. In het ontwerpbestemmingsplan mag 50% van het bouwperceel (buiten het bouwvlak) worden gebruikt voor aan-uit- en bijgebouwen. Dit betekent een (aanzienlijke) verruiming. De eigenaar/gebruiker van het perceel heeft te kennen gegeven de bebouwing op het perceel mogelijk te willen vernieuwen. Om deze mogelijke nieuwbouw te faciliteren is het bouwvlak in het (ontwerp)plan enigszins aangepast zodat de contouren van de nieuwbouw in het bouwvlak vallen. Dit betekent slechts een zeer marginale verruiming van het bouwvlak en kan dus niet worden aangemerkt als een ruimtelijke ontwikkeling. Beperken bouwmogelijkheid De eigenaar heeft aangegeven dat er niet zoveel behoefte is aan aan-uit en bijgebouwen op het perceel, is in het ontwerpbestemmingsplan de mogelijkheid om deze gebouwen te realiseren beperkt. In het (ontwerp)bestemmingsplan is een bebouwingsvrije zone opgenomen waarbij een afstand van 10m in acht wordt genomen ten aanzien van de bestaande woningen. Binnen deze bebouwingsvrije zone mogen geen aan-uit en bijgebouwen worden opgericht. Daarnaast is in het ontwerpbestemmingsplan de mogelijkheid om aan-uit en bijgebouwen te realiseren, buiten de bebouwingsvrije zone maar binnen het bestemmingsvlak, beperkt tot 100m2. Gebruiksmogelijkheden Op grond van artikel 1 van de voorschriften van het bestemmingsplan Groenewoud 1971-A wordt verstaan onder een ‘bijzonder gebouw’: een gebouw ten dienste van een sociale of openbare instelling, alsmede een gebouw met een bijzondere bestemming als kerk, wijkgebouw, school en andere hiermede gelijk te stellen gebouwen, geen woning of bedrijfsgebouw zijnde in de zin van deze voorschriften. In het ontwerpbestemmingsplan wordt het perceel bestemd als ‘Maatschappelijk’. De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: maatschappelijke voorzieningen, ondersteunende horeca, bestaande bedrijfswoningen en bijbehorende voorzieningen (zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen). Ingevolge artikel 1 (onder 1.55) van de regels van het ontwerpbestemmingsplan wordt onder ‘maatschappelijke voorzieningen’ verstaan: het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek.
24
Ten opzichte van het nu geldende plan zijn binnen de bestemming Maatschappelijk de volgende functies toegevoegd: sportzaal, kinderdagverblijf, uitvaartcentrum en bibliotheek. Daarnaast zijn de bijzondere woongebouwen uit het vigerend plan toegevoegd (verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen) alsmede (deels) de praktijkruimten voor bijzondere beroepen, nl. huisarts en apotheek. Toepassing SVBP Al deze functies vallen volgens de Standaardvoorschriften Bestemmingsplannen (SVBP) onder de (hoofd)bestemming Maatschappelijk. Alleen de sportzaal wordt niet letterlijk genoemd maar kan eventueel worden ondergebracht bij de functies “verenigingsleven” en/of ‘onderwijs”. De SVBP zijn in Nijmegen ‘vertaald naar een Standaardplan Nijmegen. Dit standaardplan is de basis voor de actualisatie van de bestemmingsplannen. Dit betekent o.a. dat voor alle, geactualiseerde bestemmingsplannen van de gemeente Nijmegen, dezelfde terminologie wordt gehanteerd ten aanzien van de bestemmingen en de daarbij behorende gebruiksfuncties. Omdat het vigerende plan dateert uit 1971 zijn er in de loop der tijd ook functies toegevoegd die toen nog niet bekend waren dan wel niet als zodanig werden benoemd. De toelichting van het geldende plan geeft geen uitsluitsel over de mogelijkheid om al dan niet commerciele functies toe te staan binnen de bestemming. In het ontwerpbestemmingsplan is gekozen voor de terminologie uit het Standaardplan Nijmegen. Hiermee is niet beoogd om het bestaande gebruik te verruimen maar wel om het (eventuele toekomstige) gebruik te laten passen in de huidige (moderne) tijd. Dit is immers ook een belangrijk doel van de actualisatie van de bestemmingsplannen. VNG brochure De VNG brochure is alleen van toepassing op nieuwe ontwikkelingen. De brochure is niet bedoeld om bestaande situaties te beoordelen. Als op een bepaalde locatie bestaande woningen in de nabijheid van bestaande bedrijven liggen dan is het niet de bedoeling om met deze brochure de aanvaardbaarheid te toetsen. In dit geval is sprake van een bestaande situatie: op grond van het geldende bestemmingsplan was op deze locatie immers ook een maatschappelijke functie toegestaan. Het feit dat er op grond van het (ontwerp)bestemmingsplan meer functies binnen de hoofdbestemming zijn toegelaten betekent niet dat er sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling en dus van een nieuwe situatie. Naar aanleiding van de zienswijzen zijn de bebouwingsmogelijkheden in het ontwerpbestemmingsplan aangepast om deze zoveel mogelijk te laten aansluiten op de bestaande situatie. Uitzicht en privacy/voldoende lichtinval Gelet op de inperking van de bouwmogelijkheden in het ontwerpbestemmingsplan valt niet te vrezen voor verlies en uitzicht en privacy en lichtinval. De mogelijke nieuwbouw kan slechts op een zodanige afstand van de bestaande woningen worden gerealiseerd dat de gebouwen geen invloed zullen hebben op het woon-en leefklimaat van de bewoners. Bovendien is de bouwhoogte van de mogelijke bebouwing (aan-uit en bijgebouwen) beperkt tot 1 bouwlaag (met een kap). Voldoende parkeerplaatsen Voor het bestemmingsplan is het voldoende dat er voldoende ruimte is op het eigen terrein om in de parkeernorm van het (voorgenomen) gebruik te voorzien. Zodra het gebruik wordt gewijzigd is er veelal een omgevingsvergunning nodig (o.a. ten behoeve van de activiteit bouwen). In het kader van de omgevingsvergunning wordt vervolgens getoetst of er daadwerkelijk voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd ten behoeve van het (nieuwe) gebruik. Gronden aan de Willem Schiffstraat en Groesbeekseweg Gedoeld wordt waarschijnlijk op de strook grond van 10m breed gelegen tussen de Willem Schiffstraat en de Groesbeekseweg. Bij de totstandkoming van het geldende bestemmingsplan was het de bedoeling om op deze grond, vanwege een toezegging aan een bewoner van een pand aan de Groesbeekseweg, een bouwverbod te leggen. Gedeputeerde staten van Gelderland (GS) hebben aan dit bouwverbod echter goedkeuring onthouden omdat dit verbod niet planologisch/stedenbouwkundig was gemotiveerd. In het (ontwerp)bestemmingsplan zijn de gronden bestemd voor Wonen. Binnen deze bestemming zijn de normale bouwmogelijkheden voor aan-uit en bijgebouwen opgenomen. Situering van de bouwvlakken
25
De situering van de bouwvlakken komt overeen met de feitelijke situatie. Er zijn geen verschillen geconstateerd. Bestemming garagebox (Groesbeekseweg 310) De garagebox gelegen naast huisnr 310 (nr. 308) wordt bestemd als Wonen (zonder bouwvlak). Conclusie Mede naar aanleiding van de zienswijze wordt het bestemmingsplan als volgt aangepast: er is een bebouwingsvrije zone opgenomen in de nabijheid van de bestaande woningen; binnen het bestemmingsvlak (buiten het bouwvlak) mag maximaal 100m2 aan aan-, uit- en bijgebouwen worden gerealiseerd; aanpassing bouwvlak conform de plannen van het HAN; de garagebox gelegen naast huisnr 310 (nr. 308) wordt bestemd als Wonen (zonder bouwvlak).
17. Eigenaren/bewoners Willem Schiffstraat 3 Samenvatting zienswijzen De zienswijze heeft betrekking op een specifiek deel van het ontwerpbestemmingsplan, namelijk de kloostertuin Albertinum en behelst enerzijds enkele vragen, en anderzijds het voorstel om de in het ontwerpbestemmingsplan erkende functie van de tuin te vrijwaren van negatieve ontwikkelingen door de te ruime interpretatie van de planregels. Het is reclamanten niet volstrekt duidelijk welk soort gebruik binnen de bestemming Tuin nu precies is toegestaan. Indien de betreffende bestemmingsregeling zo wordt uitgelegd dat de gronden met deze bestemming ook mogen worden gebruikt t.b.v. activiteiten die zijn toegestaan in het hoofdgebouw, bijvoorbeeld als speeltuin voor de kinderen indien er in het hoofdgebouw een instelling voor kinderopvang is gevestigd, maken reclamanten bezwaar tegen deze bestemmingsregeling i.v.m. de mogelijke aantasting van hun woongenot. Is het de bedoeling dat de gehele tuin mag worden gebruikt voor parkeren? Dat lijkt niet in overeenstemming met de elders in het ontwerp-bestemmingsplan erkende groenfunctie van de voormalige kloostertuin. De voorgestelde regeling m.b.t. de bestemming Tuin strookt ook niet met de volgens reclamanten nog steeds geldende (beleids)uitgangspunten zoals die m.b.t. het terrein van het Albertinum aan het geldende bestemmingsplan Albertinum ten grondslag zijn gelegd. Opheldering over het toegestane gebruik van de tuin is dus geboden, wellicht ook het aangeven van een nadere beperking via een aanvulling op de planregels. Daarnaast wordt gevreesd voor het ophogen van het bebouwingspercentage van 30% naar 50% waardoor areaal waardevolle natuur zal verdwijnen. Deze natuur heeft een zeer lange ontwikkeltijd en is daarom uniek, zeker in de stedelijke omgeving. Hiertegen moet dan ook bezwaar gemaakt worden. Beantwoording zienswijzen Cultuurhistorische en natuurlijke waarden Albertinumklooster Het Albertinum is aangewezen als Rijksmonument. Het betreft een voor de Paters Dominicanen gebouwd klooster (1930-1932) met binnentuin en omringende buitentuin. Tuin en klooster vormen door vormgeving, symboliek en functie een eenheid. Het klooster past in de Dominicaanse traditie van een klooster met gebedsruimte, gebouwd om een binnenhof. Rijksmonumenten worden niet beschermd via het bestemmingsplan (vandaar dat het klooster ook niet wordt genoemd in het overzicht met waardevolle elementen) maar kennen een eigen beschermingsregime op grond van de Monumentenwet. De tuin maakt onderdeel uit van de te beschermen monumentale waarden. Beschrijving Tuin De tuin bestaat uit een binnentuin en een buitentuin. De binnentuin fungeert als kloosterhof en bestaat uit een open ruimte met heesterbeplanting rondom en wordt centraal doorsneden door een pad in kruismotief. De buitentuin is niet naar het oorspronkelijke ontwerp, dat een sterke relatie aangaf tussen gebouw en tuinaanleg, uitgevoerd. Er is gekozen voor een meer landschappelijke aanleg zodat een tuin in de Gemengde Stijl is ontworpen. Aanleg, padenloop, afwisseling van open en gesloten ruimten en een zodanige enscenering dat het gebouw vanuit diverse hoeken goed zichtbaar is, vormen de bepalende elementen van de tuin. In het zuidelijk gedeelte ligt een begraafplaats. Rondom
26
de tuin loopt een slingerlaan die naar de buitenzijde met heesterbeplanting en naaldhout is dichtgezet zodat een besloten en naar binnen gekeerd karakter ontstaat. Binnen de tuin vormt het klooster het hoofdmotief dat tijdens een contemplatieve wandeling steeds in beeld komt of zichtbaar is vanaf rustplekken. In het noordelijk gedeelte bevindt zich een rechthoekige ruimte omzoomd door een beukenhaag. Aan de westzijde is ten behoeve van nieuwbouw een deel van de tuin prijsgegeven. Ook is de aanleg aan de achterzijde van de linkervleugel gewijzigd t.b.v. parkeerruimte. Behoud en bescherming van de tuin Om de monumentale waarden van de tuin zo goed mogelijk te behouden en te beschermen is in de planregels, naar aanleiding van de zienswijze, de aanduiding kloostertuin opgenomen. Aan deze aanduiding is een zogenaamd aanlegvergunningenstelsel gekoppeld op grond waarvan het verboden is om zonder vergunning van burgemeester en wethouders verhardingen aan te brengen in de tuin dan wel beplantingselementen te verwijderen. De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien de monumentale waarden van de tuin hierdoor niet onevenredig worden aangetast. Er moet voordat de vergunning kan worden verleend altijd een advies worden ingewonnen bij de landschapsarchitect. Daarnaast kunnen er voorwaarden aan de vergunning worden verbonden. Toegestaan gebruik van de tuin/aantasting woongenot De bestemming Tuin kent beperkte gebruiksmogelijkheden. De gronden met deze bestemming mogen slechts worden gebruikt als tuin en groenvoorziening en parkeren (tbv de aangrenzende bestemming). Overige (bijbehorende) voorzieningen zijn niet toegestaan. Om andere bijbehorende voorzieningen mogelijk te maken, zou de tuin dezelfde bestemming moeten krijgen als het hoofdgebouw. In dat geval is er sprake van een “erf” waarop bijbehorende voorzieningen zijn toegestaan. Gelet op de beperkte gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming Tuin, behoeft er in beginsel niet te worden gevreesd voor aantasting van het woongenot. De gronden binnen de aanduiding kloostertuin mogen bovendien maar voor maximaal 50% worden gebruikt voor parkeren (tbv de aangrenzende bestemming); Bouwmogelijkheden bestemming Gemengd/tuin Het Albertinumklooster is bestemd als Gemengd. Binnen deze bestemming is het oprichten van aanuit- en bijgebouwen (buiten het bouwvlak) beperkt tot een maximum van 50% van de oppervlakte van het erf met een maximum van 50m2. De gronden rondom het klooster zijn bestemd als tuin zodat er niet gesproken kan worden van een erf. De bestemming tuin kent slechts zeer beperkte bouwmogelijkheden. Op grond van het nieuwe bestemmingsplan behoeft dus ook niet te worden gevreesd voor een toename van de bebouwing. Bovendien moet voor de realisatie van de bebouwing, voor zover daarvoor beplantingselementen worden verwijderd dan wel verhardingen worden aangebracht, eveneens een aanlegvergunning worden verleend (zie hierboven onder behoud en bescherming van de tuin). Conclusie Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de zienswijze als volgt aangepast: ten behoeve van het behoud en de bescherming van de tuin is in de planregels de aanduiding kloostertuin opgenomen.
18. Eigenaar/beheerder Heyendaalseweg 94-96 Samenvatting zienswijzen Het perceel Heyendaalseweg 94 wordt door reclamant al vele jaren verhuurd (thans aan Gulf) voor de exploitatie van een publiek verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief LPG. Onderdeel van dit verkooppunt is een shop met detailhandel, alsmede een wasbox voor personenauto’s. Deze laatste activiteit is gehuisvest in het pand Heyendaalseweg 96. Het perceel Heyendaalseweg 96 is jarenlang in gebruik geweest voor de exploitatie van een publiek verkooppunt voor personenauto’s en auto-onderdelen, het leasen en verhuren van personenauto’s alsmede het onderhoud en de reparatie van personenauto’s. In het verlengde daarvan heeft de bovenverdieping van het pand op het perceel altijd een kantoorbestemming gehad. Tot voor enkele jaren is in het pand op het perceel de plaatselijke Audi- en VW-dealer gevestigd geweest. Na diens verhuizing naar een andere locatie binnen de gemeente wordt het pand thans deels verhuurd aan
27
Profile Tyrecenter, terwijl de verwachting is op korte termijn het resterende deel van het pand te kunnen verhuren voor de exploitatie van een autowasstraat. Het publiek verkooppunt voor motorbrandstoffen is blijkens de legenda bestemd voor ‘verkooppunt motorbrandstoffen met LPG’. In artikel 3 wordt het echter aangeduid als ‘specifieke vorm van bedrijfbenzineservice-station met LPG’. In artikel 3 wordt het echter aangeduid als ‘specifieke vorm van bedrijf-benzineservicestation met LPG’. Dit zou verwarrend kunnen werken. Gevraagd wordt consequent de term ‘verkooppunt motorbrandstoffen met LPG’ te hanteren. Een ‘verkooppunt motorbrandstoffen met LPG’ is in de voorschriften niet nader gedefinieerd. Onduidelijkheid zou kunnen gaan bestaan of het verkooppunt (on)bemand kan worden geëxploiteerd. Omdat beide exploitatievormen op dit moment niet zijn uitgesloten, wil reclamant t.b.v. de rechtszekerheid in het bestemmingsplan vastgelegd hebben, dat beide vormen ook in de toekomst mogelijk zijn. Dit zou kunnen geschieden door het opnemen van een daarop gerichte definitie. Van het huidige publieke verkooppunt voor motorbrandstoffen maakt een shop deel uit. Daarin vindt onder meer ondergeschikte detailhandel plaats. Ook deze bestaande activiteit dient te worden toegevoegd. Het perceel Heyendaalseweg 96 is bestemd als ‘garage’. Het perceel wordt ten onrechte niet genoemd in het overzichtje, dat deel uitmaakt van hoofdstuk 4.5.2 van de toelichting bij het bestemmingsplan. Verzocht wordt om deze bestemming aan dit hoofdstuk van de toelichting toe te voegen. Onder dat overzichtje staat geschreven: ‘de meeste van deze bedrijven hebben milieucategorie 2 volgens de Staat van Bedrijfs-activiteiten.’ Dat geldt inderdaad voor onder meer bandenservice bedrijven, autoonderdelenservice bedrijven en auto-onderhoudsbedrijven (nr. 50 van de bedrijvenstaat). Ook vallen autowasserijen binnen milieucategorie 2. In zoverre vallen autowasserijen voor consumenten niet onder reiniging van transportmiddelen in het kader van de zakelijke dienstverlening (nr. 74 van de bedrijvenstaat). In de bedrijvenstaat van de VNG vallen ook handelsbedrijven in auto’s en autoverhuurbedrijven in categorie 2. Al deze activiteiten hebben decennialang plaatsgevonden op het perceel Heyendaalseweg 96. Aangezien in de toelichting wordt gesteld, dat het plan een conserverend karakter heeft, dienen al deze bestemmingen mogelijk te zijn. Daarom wordt verzocht om het begrip ‘garage’ zoals opgenomen in artikel 1.39 van de definities, ruimer te omschrijven, met benoeming van alle hiervoor genoemde activiteiten. Met een duidelijkere omschrijving van het begrip ‘garage’ is de rechtszekerheid gediend. De bouw- en goothoogte voor de luifel van het benzinestation is 5,5m. De bouw- en goothoogte van het bedrijfspand is slechts 5m. Verzocht wordt om ook de hoogte van het bedrijfspand op 5,5m. te stellen. Voor een uniform ruimtelijk beeld is het niet gewenst, dat het bedrijfspand niet dezelfde hoogte kan hebben als de luifel van het verkooppunt motor-brandstoffen. Beantwoording zienswijzen Heyendaalsweg 94 Het perceel wordt nu feitelijk gebruikt als verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG) en een shop met detailhandel. De (hoofd)bestemming van het perceel is bedrijf. Door de nadere aanduiding “benzineservicestation met lpg” mag het perceel tevens worden gebruikt voor een benzineservicestation met lpg. Dit begrip is niet nader omschreven in de begripsbepalingen en/of planregels. Uit de beschrijving valt echter voldoende op te maken wat hieronder moet worden verstaan: een verkooppunt voor motorbrandstoffen (met lpg). Om de (legenda van de) plankaarten te laten overeenstemmen met de planregels wordt de terminologie in de planregels aangepast naar “verkooppunt motorbrandstoffen (met lpg)”. Verkoop van motorbrandstoffen is een vorm van detailhandel (vgl de begripsbepaling in artikel 1.33 van de planregels). De vraag of het verkooppunt al dan niet onbemand kan worden geëxploiteerd is niet ruimtelijk relevant en behoeft dan ook niet te worden geregeld in het bestemmingsplan. Daarnaast is op het perceel op grond van de planregels ondergeschikte detailhandel toegestaan. Deze detailhandel is bedoeld voor de “tankshop’: aan de hoofdactiviteit gerelateerde detailhandel. Heyendaalseweg 96
28
Dit perceel is binnen de hoofdbestemming bedrijf tevens bestemd voor een garagebedrijf. Op grond van de begripsbepalingen van het bestemmingsplan moet onder een garagebedrijf worden verstaan: een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, excl. verkoop van motorbrandstoffen (vgl. artikel 1.39). Het bedrijf is opgenomen in de tabel op p. 35 en 36 van de toelichting (par.4.5.1). Op grond van deze tabel is het bedrijf ingedeeld in milieucategorie 2. De bedrijven binnen deze milieucategorie zijn onderling uitwisselbaar met dien verstande dat de bedrijven wel moeten zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten (Model Nijmegen), bijlage 1 van de planregels. Verkooppunten voor motorbrandstoffen en garagebedrijven zijn niet opgenomen in dit overzicht. Deze bedrijven zijn slechts toegestaan voor zover deze zijn aangeduid op de plankaart en in de regels. De begripsomschrijving van een garagebedrijf is met opzet ruim gedefinieerd zodat veel van de activiteiten die normaal gesproken in een garagebedrijf worden uitgeoefend hieronder kunnen vallen. Ook een autowasstraat (particulier) is toegestaan in een garagebedrijf, mits ondergeschikt aan de hoofdactiviteiten. Er bestaan stedenbouwkundig geen bezwaren tegen het verhogen van de bouw-en goothoogte van het bedrijfspand naar 5,5m. Conclusie Het bestemmingsplan wordt naar aanleiding van de zienswijze als volgt aangepast: in de planregels wordt, conform de aanduiding op de plankaart, de benaming verkooppunt motorbrandstoffen (met LPG) opgenomen; de bouw-en goothoogte van het bedrijfspand is verhoogd naar 5,5m.
29
Bestemmingsplan
Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg
Gemeente Nijmegen Afdeling stadsontwikkeling
Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg
Toelichting Regels
Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Actualisatie Keuze voor een bestemmingsplan Plangebied Vigerend planologisch regime Leeswijzer
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4
Plansystematiek Algemeen Regels Flexibiliteit Aanvullende ruimtelijke instrumenten
11 11 11 12 12
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4
Ruimtelijk beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid
15 15 16 17 18
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Sectoraal beleid en omgevingsaspecten Stedenbouw Economie Wonen Maatschappelijke voorzieningen Milieu en klimaat Mobiliteit Groen en Water Archeologie en cultuurhistorie
23 23 27 31 33 36 42 46 52
Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3
Uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Retrospectieve toets
57 57 57 57
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
stedenbouwkundige matrix overzicht rijks-en gemeentelijke monumenten Inspraaknota beheersverordening
59 60 67 69
Regels
7 7 7 7 8 9
91
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
93 93 102
Hoofdstuk 2 Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
Bestemmingsregels Bedrijf Bedrijf - Nutsvoorziening Bos Cultuur en Ontspanning Gemengd Gemengd - 1
105 105 107 109 111 113 116
2
3 4 5 6 7 8
Inhoudsopgave bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
Groen Horeca Maatschappelijk Maatschappelijk - Begraafplaats Recreatie Sport Tuin Verkeer Wonen Wonen-1 Woongebied Leiding - Riool Waarde - Archeologie 2 Waarde - Archeologie 3 Waarde - Natuur en Landschap
118 119 121 123 125 127 129 131 133 135 138 139 141 143 145
Hoofdstuk 3 Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
24 25 26 27 28 29
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Overige regels
147 147 148 149 151 152 153
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 30 Overgangsrecht Artikel 31 Slotregel
155 155 156
Bijlagen bij de regels Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) 1.1 Staat van bedrijfsactiviteiten
157 158 158
1.2
Toelichting op Staat van bedrijfsactiviteiten
167
2.1
Bijlage 2 Staat van horeca-activiteiten (model Nijmegen) Staat van horeca-activiteiten
170 170
2.2
Toelichting op Staat van horeca-activiteiten
171
Inhoudsopgave bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
3
4
bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
T oelichting
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
5
6
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Actualisatie
Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Op grond van deze wet moeten "verouderde" bestemmingsplannen (dat wil zeggen plannen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet - 1 juli 2008- ouder waren dan 5 jaar) binnen 5 jaar na inwerkingtreding van de wet worden geactualiseerd. De wet legt een sanctie op het niet tijdig actualiseren: in gebieden waarvoor na 1 juli 2013 een verouderd plan geldt, mogen geen leges worden geheven voor omgevingsvergunningen. Inmiddels zijn voor een groot deel van de stad al actualisatie bestemmingsplannen opgesteld. Dit ontwerp-bestemmingsplan ziet op het plangebied Nijmegen Groenewoud-Kwakkenberg.
1.2
Keuze voor een bestemmingsplan
Eerder is ervoor gekozen om voor dit plangebied een beheersverordening op te stellen in plaats van een bestemmingsplan. Een beheersverordening is een beheerregeling en heeft betrekking op een gebied waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Een beheersverordening legt de bestaande situatie vast. Bij de vaststelling van de beheersverordening ontstond in de gemeenteraad echter een discussie over de toepassing van het instrument beheersverordening. Met name in de Kwakkenberg werd de discussie gevoerd of de verruiming van de woonfunctie binnen de bestemming “Wonen” op grond van dit instrument wel is toegestaan. Het instrument beheersverordening is immers bedoeld om de “bestaande situatie” vast te leggen. Het begrip “bestaande situatie” kan echter op meerdere manieren worden uitgelegd. In de beheersverordening is gekozen voor een ruimere uitleg van de bestemming "Wonen" zodat de bestemming aansluit bij alle (eerdere) vastgestelde actualisatieplannen. In de wetgeving en literatuur is geen eenduidig antwoord te vinden op de vraag wat de reikwijdte is van het instrument beheersverordening omdat het instrument relatief nieuw is en nog weinig is gebruikt. Om aan deze juridische onduidelijkheid een einde te maken, is besloten voor dit gebied alsnog een bestemmingsplan op te stellen. Dit betekent dat de beheersverordening is “omgezet” naar een bestemmingsplan.
1.3
Plangebied
Om te voorkomen dat er vanuit actualisatieoogpunt onwenselijke “witte vlekken” ontstaan is het belangrijk dat alle plangebieden in Nijmegen naadloos op elkaar aansluiten. Het plangebied van het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg sluit aan op de plangebieden Brakkenstein, Heyendaal, Bottendaal/Galgenveld en Nijmegen Oost. Het gebied wordt in het westen begrensd door het spoor Nijmegen-Venlo, in het zuiden en oosten door de gemeentegrens met Groesbeek en in het noorden door de Postweg en de Groenewoudseweg.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
7
1.4
Vigerend planologisch regime
De belangrijkste vigerende bestemmingsplannen voor het Kwakkenberg zijn:
plangebied Groenewoud-
Broersveld Kwakkenberg (1971) Groenewoud (1971) en Kwakkenberg (1994). Daarnaast zijn alle postzegelplannen bestemmingsplannen geinventariseerd.
sinds
de
inwerkingtreding
De volgende plannen zijn onherroepelijk: Broersveld-Kwakkenberg 1971 Broersveld-Kwakkenberg 1971-A Broersveld-Kwakkenberg 1971-B Broersveld-Kwakkenberg 1971-C Broersveld-Kwakkenberg 1971-W Broersveld-Kwakkenberg 1971-Y Broersveld-Kwakkenberg 1971-52 Broersveld-Kwakkenberg 1971-74 (Montessori college) Groenewoud 1971-A Groenewoud 1971-A, 1e wijziging bestemmingsplanvoorschriften Groenewoud 1971-A, 2e wijziging bestemmingsplanvoorschriften Groenewoud 1971-B Groenewoud 1971-C Groenewoud 1971-D Groenewoud 1971-E Groenewoud 1971-F Groenewoud 1971-G Groenewoud 1971-H Groesbeekseweg Broersveld-Kwakkenberg 1971-60 Broersveld-Kwakkenberg 1971-57 Broersveld-Kwakkenberg 1971-58 Groenewoud 1971-L Broersveld-Kwakkenberg 1971-59 Groenewoud 1971-M Kwakkenberg 1994
8
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
van
deze
Groenewoud 1971-P Broersveld-Kwakkenberg 1971-63 Broersveld-Kwakkenberg 1971-64 (Albertinum) Broersveld-Kwakkenberg 1971-65 Broersveld-Kwakkenberg 1971-66 Groenewoud 1971-A, 3e wijziging bestemmingsplanvoorschriften Kwakkenberg 1994-1 Kwakkenberg 1994-2 (Bejaardencentrum Kwakkenberg) Broersveld-Kwakkenberg 1971-69 Broersveld-Kwakkenberg 1971-70 Groenewoud 1971 -1 Broersveld-Kwakkenberg 1971-68 Broersveld-Kwakkenberg 1971 - 73 Kwakkenberg 1994 - 4 (Kwakkenbergweg 62) Broersveld-Kwakkenberg 1971 - 72 (Eversweg 4) Broersveld-Kwakkenberg 1971-67 Galgenveld II 1974_B Galgenveld II 1974_G Galgenveld II 1974_C Galgenveld II 1974 Tegen deze onherroepelijke bestemmingsplannen staan geen rechtbeschermingsmogelijkheden meer open, zodat deze kunnen worden opgenomen in het bestemmingsplan. Het volgende (postzegel)plan is nog in procedure: Kwakkenberg 1994-5 (woning aan de Bergweg) Tegen de vaststelling van dit bestemmingsplan is beroep ingesteld bij de Raad van State. Indien de Raad van State, tijdens deze bestemmingplanprocedure, nog uitspraak doet in dit beroep kan de postzegel wellicht alsnog kan worden meegenomen in het bestemmingsplan.
1.5
Leeswijzer
De opbouw van deze toelichting bij het ontwerpbestemmingsplan is als volgt: hoofdstuk 2 gaat in op de systematiek van het bestemmingsplan, hoofdstuk 3 beschrijft het ruimtelijke beleid, hoofdstuk 4 geeft het sectorale beleid weer op relevante aspecten en ten slotte beschrijft hoofdstuk 5 de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
9
10
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 2 2.1
Plansystematiek
Algemeen
Het gebied Nijmegen Groenewoud-Kwakkenberg betreft bestaand stedelijk gebied. In het gebied wordt voornamelijk gewoond. Daarnaast is er een aantal voorzieningen gevestigd (zoals maatschappelijk/sport). In het gebied Nijmegen Groenewoud-Kwakkenberg zijn geen ontwikkelingen voorzien. Het gebied is relatief "uit-ontwikkeld". De gemeente wenst de bestaande kwaliteit van het woongebied met de daarin aanwezige voorzieningen, te handhaven. Omdat de beheersverordening als basis is gebruikt voor het bestemmingsplan, is het bestemmingsplan conserverend van aard. In het bestemmingsplan wordt de bestaande situatie vastgelegd en er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Voor de actualisatie van bestemmingsplannen wordt gebruik gemaakt van het Standaard bestemmingsplan van de gemeente Nijmegen. Het Standaard bestemmingsplan is gebaseerd op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008) waarin landelijke standaarden voor planregels en verbeelding zijn geformuleerd. De standaardisatie maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op een vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. Het bestemmingsplan wordt zowel in analoge als digitale vorm opgesteld.
2.2
Regels
De regels van het bestemmingsplan zijn opgebouwd uit inleidende regels (waar wordt ingegaan op de begrippen en wijze van meten), de bouw-en gebruiksregels (waar de bebouwings-en gebruiksmogelijkheden worden beschreven), de algemene regels (waar de algemeen geldende regels staan), de overgangs- en slotregels (met het overgangsrecht) en de bijlagen (met de Staat van bedrijfsactiviteiten en de Staat van horeca-activiteiten) . Inleidende regels Bij de inleidende regels wordt ingegaan op de begrippen en de wijze van meten. Bouw-en gebruiksregels In de bouw-en gebruiksregels wordt aangegeven op welke wijze een perceel of pand mag worden gebruikt en wat er mag worden gebouwd. In het bestemmingsplan Groenewoud-Kwakkenberg komen de volgende bestemmingen voor: Agrarisch, Bedrijf, Bedrijf-Nutsvoorziening, Bos, Gemengd, Groen, Horeca, Maatschappelijk (begraafplaats), Recreatie, Sport, Tuin, Verkeer, Wonen en Woongebied. Binnen de genoemde bestemmingen kunnen te beschermen waarden, zoals archeologische waarden, voorkomen. Om deze waarden te beschermen is een dubbelbestemming opgenomen waarbij de te beschermen waarde voorrang krijgt op de reguliere gebruiksfunctie. In het bestemmingsplan Groenewoud-Kwakkenberg komen de archeologische waarden (Waarde-Archeologie 2 en Waarde-Archeologie 3) alsmede de Waarde-natuur en landschap als te beschermen waarden voor. Om deze waarden zo goed mogelijk te beschermen zijn de bouwmogelijkheden in de regels beperkt en is er een verbod om bepaalde werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning. Daarnaast is er een sloopverbod opgenomen. Ook de bestemming Leiding-Riool is een dubbelbestemming met als doel om de in het gebied aanwezige hoofdriolen te beschermen. Behalve bestemmingen en dubbelbestemmingen zijn in het bestemmingsplan aanduidingen opgenomen. Deze aanduidingen bevatten specificaties van de gebruiks-en dubbelfuncties met betrekking tot het gebruik of het bouwen. Aanduidingen komen zowel voor op de verbeelding als in de regels. Er worden in de SVBP 2008 zes soorten aanduidingen onderscheiden: gebiedsaanduidingen, functieaanduidingen, bouwvlakken, bouwaanduidingen,
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
11
maatvoeringsaanduidingen en figuren. In dit bestemmingsplan komen gebiedsaanduidingen (milieu-grondwaterbeschermingsgebied), functie-aanduidingen (zoals detailhandel, horeca), bouwvlakken, bouwaanduidingen (zoals onderdoorgang, bijgebouwen), maatvoeringsaanduidingen (maximale goot- en bouwhoogte) en figuren (hartlijn leiding-riool) voor. Algemene regels De algemene regels in dit bestemmingsplan bestaan uit een anti-dubbeltelregel, algemene bouwregels (beeldende kunst, (bouw)werken ten algemenen nutte, dakvormen, ondergronds bouwen, radarbescherming), algemene gebruiksregels (aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten, bed en breakfast, evenementen, ondersteunende horeca, seksinrichting of escortbedrijf), algemene afwijkingsregels en overige regels (uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening, voorrangsregeling gebruiksfuncties).
Overgangs- en slotregels Hierin wordt ingegaan op het overgangsrecht en de slotregel (naam bestemmingsplan).
2.3
Flexibiliteit
In het bestemmingsplan zijn mogelijkheden opgenomen om een omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bestemmingsplan. Het kan hierbij gaan om afwijking van de bouwregels of afwijking van de gebruiksregels. Bij de dubbelfunctie Waarde-archeologie bijvoorbeeld geldt een bouwverbod voor de overige voor deze gronden geldende gebruiksfuncties. Van dit bouwverbod kan door middel van een omgevingsvergunning worden afgeweken. Het aantal afwijkingsbevoegheden in dit bestemmingsplan is beperkt. Uitgangspunt is zoveel mogelijk rechtstreekse flexibiliteit (bouw- en gebruiksmogelijkheden) te bieden ter voorkoming van extra procedures. Het door middel van een afwijking toestaan van overschrijdingen van bouwbepalingen is immers nogal omslachtig als dergelijke overschrijdingen al bij voorbaat stedenbouwkundig aanvaardbaar en/of wenselijk zijn.
2.4
Aanvullende ruimtelijke instrumenten
Op het moment dat zich een geval voordoet dat niet past binnen de bestaande situatie en waarvoor op grond van het bestemmingsplan ook geen omgevingsvergunning kan worden verleend, kan gebruik worden gemaakt van een aantal (wettelijke) instrumenten om af te wijken van het bestemmingsplan. Deze instrumenten worden hieronder nader beschreven. 2.4.1
Het vergunningvrij bouwen
In bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht (BOR) zijn bouwactiviteiten opgenomen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen twee categorieen van vergunningvrije activiteiten: de geheel vergunningvije activiteiten uit artikel 2 van Bijlage II, die niet binnen een bestemmingsplan of beheersverordening hoeven te passen, zoals bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen, overkappingen, aanbouwen, zonnepanelen, vlaggenmasten, erfafscheidingen, nutsgebouwtjes, dakkapellen, antenneinstallaties, straatmeubilair, containers voor huisvuil en installaties voor het regelen van verkeer; de activiteiten uit artikel 3 van Bijlage II, die alleen vergunningvrij zijn als ze passen binnen een bestemmingsplan of beheersverordening, zoals bouwwerken op het achtererf die niet hoger zijn dan 5 meter, zwembaden bij woningen, openbare speeltoestellen en onder omstandigheden veranderingen aan bouwwerken. Voor beide categorieen gelden de volgende uitzonderingen:
12
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
vergunningvrij bouwen is niet toegestaan in beschermde stads-en dorpsgezichten en bij een monument dat beschermd is op grond van de Monumentenwet of een provinciale of gemeentelijke verordening; vergunningvrij bouwen is niet toegestaan in een gebied dat wegens explosiegevaar of op grond van veiligheidsrisico's onbebouwd moet blijven; het aantal woningen mag niet worden veranderd door vergunningvrij bouwen; wanneer een gebied archeologische resten bevat is verguningvrij bouwen over een oppervlakte van meer dan 50m2 (waarde-archeologie 3) tot 100m2 (waarde-archeologie 2) niet toegestaan. Voor de vergunningvrije activiteiten is geen procedure van toepassing. Deze activiteiten kunnen zonder meer worden uitgevoerd. 2.4.2
Planologische kruimelgevallen
In bijlage II van het BOR zijn ook de zogenaamde planologische kruimelgevallen opgenomen. Het gaat om zogenaamde bijbehorende bouwwerken die groter zijn dan de vergunningvrije bouwwerken, infrastructurele en nutsvoorzieningen, antennes tot 40m, duurzame energie-installaties, evenementen en gebruiksveranderingen (van bouwwerken) tot maximaal 1500m2 binnen de bebouwde kom (inclusief inpandige bouwactiviteiten). Voor de activiteiten die via de kruimelgevallenregeling mogelijk kunnen worden gemaakt geldt de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekent dat er een beslistermijn geldt van 8 weken na ontvangst van de aanvraag. Nadat de vergunning is verleend staat tegen de vergunning bezwaar en beroep open. 2.4.3
Projectafwijkingsbesluit
Voor de - op dit moment- onvoorziene omstandigheden, die niet met de voorgaande instrumenten zijn in te passen, biedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de mogelijkheid van het bestemmingsplan af te wijken indien wordt aangetoond dat de beoogde ontwikkeling in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Voor het afwijken van het bestemmingsplan via dit instrument geldt de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Deze procedure omvat een termijn waarin de ontwerpvergunning ter inzage wordt gelegd en eenieder zijn of haar zienswijze kan indienen. De wettelijke proceduretijd bedraagt 6 maanden (exclusief voorbereidingstijd, opstellen ruimtelijke onderbouwing etc.). Nadat de vergunning is verleend staat hiertegen direct beroep open. 2.4.4
Postzegelbestemmingsplan
Behalve de mogelijkheden uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), kent ook de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) nog een mogelijkheid om af te wijken van het bestemmingsplan. Indien zich, na de vaststelling van het bestemmingsplan, op een bepaald perceel een ontwikkeling voordoet die niet past binnen het bestemmingsplan, kan hiervoor een zogenaamd postzegel-bestemmingsplan worden vastgesteld. Voor dat perceel komt dit bestemmingsplan dan te vervallen. In een beheersverordening kan niet, zoals in een bestemmingsplan, worden gewerkt met uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegheden.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
13
14
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 3
Ruimtelijk beleid
3.1
Rijksbeleid
3.1.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (voorheen Nota Ruimte)
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is vastgesteld. In de Structuurvisie wordt het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid geactualiseerd en geïntegreerd. In deze structuurvisie schetst het Rijk de ambities tot 2040 en de doelen, belangen en opgaven tot 2028. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Daarbij worden scherpe keuzes gemaakt, die gevolgen hebben voor Nijmegen en de regio. De ontwerp SVIR laat een sterke focus zien op het herstel van de economie met prioriteit bij de ontwikkeling van de mainports, greenports en brainport met bijbehorende achterlandverbindingen. Voorheen benoemde nationale belangen, zoals verstedelijking en de bescherming van nationale landschappen, worden losgelaten. Dat geldt ook voor onderdelen van het natuurbeleid, zoals de rijksbufferzones en groen in en om de stad. 3.1.2
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte)
De ruimtelijke ordening krijgt gestalte door de inzet van uiteenlopende bevoegdheden en middelen: juridisch, financieel, bestuurlijk en communicatief. Met de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft de wetgever ter waarborging van de nationale en provinciale belangen, de begrenzing aan van de besluitmogelijkheden van lagere overheden in de 'juridische kolom'. Als nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (AMvB) regels worden gesteld aan de inhoud van bestemmingsplannen. In 2009 is de AMvB Ruimte aan de Tweede Kamer aangeboden. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch moeten doorwerken in provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen. Inmiddels wordt er op basis van de hierboven beschreven Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) gewerkt aan een nieuwe AMvB Ruimte, die in juridische termen wordt aangeduid als het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro is deels gebaseerd op eerdere planologische kernbeslissingen en beleidsnota's, die in de SVIR worden herbevestigd (o.a. voor grote rivieren, defensie en erfgoederen van uitzonderlijke waarden) en is op 30 december 2011 in werking getreden. Op 1 oktober 2012 is het besluit aangevuld met voorschriften voor de andere beleidskaders uit de SVIR (onder andere voor rijksvaarwegen, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, ecologische hoofdstructuur). 3.1.3
Conclusie
Het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg voorziet in het vastleggen van de bestaande planologische situatie in het stedelijk gebied. Binnen het plangebied zijn geen (grootschalige) veranderingen dan wel nieuwe ontwikkelingen voorzien. Er wordt niet afgeweken van het hierboven beschreven rijksbeleid.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
15
3.2
Provinciaal beleid
3.2.1
Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Gelderland
Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat beschreven in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het Streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. Het streekplan verdeelt Gelderland in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem Nijmegen moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. Binnen het groenblauwe raamwerk geeft de provincie alle ruimte aan natuur. Verstedelijking is hier niet toegestaan, tenzij er een groot belang in het geding is. In het multifunctionele gebied staat het de gemeenten vrij zelf het ruimtelijk beleid te bepalen, rekening houdend met de waardevolle landschappen in deze gebieden. 3.2.2
Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG)
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft de Provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de Provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De Provincie richt zich daarbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de hierboven beschreven Provinciale Structuurvisie . De Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) is d.d. 15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden. Hieronder volgen de voor dit bestemmingsplan relevante hoofdlijnen van de Provinciale Structuurvisie en Provinciale Verordening: Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen gaat de Structuurvisie uit van “bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur” en het “organiseren in stedelijke netwerken”. De Verordening legt het bundelingsbeleid voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen vast: nieuwbouw voor wonen en werken moet voor het overgrote deel plaatsvinden binnen bepaalde contouren en zoekzones. Slechts een beperkt deel van verstedelijking kan plaatsvinden buiten deze gebieden. Met het ruimtelijk-infrastructureel beleid streeft de Provincie naar een goede bereikbaarheid: de stedelijke ontwikkeling moet worden afgestemd op de vervoerscapaciteit en milieubelasting van bestaande en geplande infrastructuur. In de tweede plaats moet gezocht worden naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de infrastructuur. Kan hieraan niet worden voldaan, dan moet bij ontwikkelingen ook de bijbehorende infrastructuur worden gerealiseerd of de capaciteit worden uitgebreid. Doel van het provinciaal beleid voor detailhandel en grootschalige voorzieningen is het behoud van een duurzame, fijnmazige detailhandelstructuur. De bestaande winkelgebieden hebben prioriteit: nieuwe locaties voor detailhandel mogen niet ten koste gaan van bestaande detailhandelstructuur. Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is dat gemeenten voorzien in een aanbod van woningen dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen moeten passen in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP) voor de betreffende regio en het daarin opgenomen regiototaal aan woningen. Zowel in nieuw als in bestaand bebouwd gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. In de Verordening is een beschermingsbeleid vastgelegd, dat onderscheid maakt in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. Voor waterwingebieden geldt dat het bestemmingsplan alleen bestemmingen toestaat die geen negatieve effecten hebben op de kwaliteit van het grondwater. Grondwaterbeschermingsgebieden krijgen een bestemming die hetzelfde of een lager risico voor het grondwater met zich meebrengt dan
16
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
de vigerende bestemming. Een deel van Groenewoud valt in het grondwaterbeschermingsgebied. In beide gebieden (Groenewoud en Kwakkenberg) bevindt zich geen waterwingebied) Bij stedelijke ontwikkeling is het belangrijk om te voorzien in de behoefte aan 'groen in en om de stad'. Hiervoor zijn in de Structuurvisie zgn. GIOS-zones aangegeven De provincie streeft daarnaast naar het veiligstellen van de Gelderse natuur door het realiseren en beschermen van een samenhangend netwerk van hoogwaardige natuurgebieden, cultuurlandschappen en verbindingszones: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Binnen de EHS zijn in principe geen bestemmingen toegestaan, waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast. 3.2.3
Conclusie
Het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg voorziet in het vastleggen van de bestaande situatie in het stedelijk gebied. Binnen het plangebied zijn geen (grootschalige) veranderingen dan wel nieuwe ontwikkelingen voorzien. Er wordt niet afgeweken van het hierboven beschreven provinciaal beleid.
3.3
Regionaal beleid
3.3.1
Regionaal Plan Stadsregio Arnhem - Nijmegen
De Stadsregio Arnhem Nijmegen legt in het Regionaal Plan de gemeenschappelijke ambities vast voor de ontwikkeling van de regio Arnhem-Nijmegen. Het Regionaal Plan laat zien hoe de betrokken gemeenten binnen de Stadsregio streven naar hoogwaardige regionale ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen als geheel. Met dit Regionaal Plan ontwikkelt de stadsregio ruimtelijk beleid en ruimtelijk relevant beleid voor de lange termijn tot 2020. Het Regionaal Plan wordt de Provincie beschouwd als uitwerking van het Streekplan en daarmee als toetsingskader voor lokale plannen. De beleidsregels in het Regionaal Plan zijn uitgewerkt aan de hand van de thema's water, natuur, cultuurhistorie, landschap, land- en tuinbouw, recreatie, mobiliteit, wonen, werken, detailhandel en milieu. De hoofdlijnen: Wonen: centraal in de ruimtelijke structuur van de stadsregio staat de ontwikkeling van het stedelijk kerngebied: een min of meer verstedelijkte, samenhangende zone die zich uitstrekt van Zevenaar via Arnhem en Nijmegen tot aan Wijchen. Taakstelling is om in de regio in de periode 2005-2015 tenminste 34.000 woningen toe te voegen aan de woningvoorraad. Binnen de 'Contour woningbouw' bepalen de gemeenten zelf de te ontwikkelen locaties en de aantallen nieuw te bouwen woningen. De programmering van de woningbouw dient plaats te vinden met in achtneming van de in de per gemeenten vastgestelde kwalitatieve afspraken en inspanningsverplichtingen in de Concessies Wonen. Werken: doelstelling van het beleid is het op zorgvuldige wijze ruimte geven en inpassen voor het scheppen van voldoende werkgelegenheid voor de inwoners van de stadsregio, die aansluit bij het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Hiervoor zijn enkele beleidsregels opgenomen: er moeten zoekgebieden worden aangewezen voor de bedrijventerreinen, hierbinnen moeten instrumenten voor zorgvuldig ruimtegebruik worden toegepast, uitbreiding en aanleg van nieuwe bedrijventerreinen gebeurt met een zorgvuldige ruimtelijke inpassing plaats, kantoren voor bedrijven met een (boven)regionale functie worden tenslotte alleen ontwikkeld rond centrale stations, netwerkstations en langs hoogfrequente buslijnen. 3.3.2
Verstedelijkingsvisie
In navolging van het Regionaal Plan Stadsregio Arnhem – Nijmegen heeft de Stadsregio in juni 2011 de Verstedelijkingsvisie 'Van Koers naar Keuze' vastgesteld. De Verstedelijkingsvisie is een integrale visie waarin de hoofdlijnen uit het Regionaal Plan worden bevestigd. De visie vormt een uitwerking van de Verstedelijkingsopgave voor de periode 2010-2020, waarbij de ambities voor wonen, werken en mobiliteit worden gekoppeld:
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
17
Wonen: De Stadsregio zal tot 2040 een groeiend bevolkingsaantal hebben. Binnen de regio ontstaan er echter wel grote verschillen in het tempo van de bevolkingsgroei. Daarnaast zullen sommige gebieen te maken krijgen met een dalend bevolkingsaantal. Voor de periode 2010-2020 is in samenwerking met het Rijk besloten om circa 26.000 woningen te bouwen, ook vormt dit het uitgangspunt voor afspraken met de Provincie in het kader van het Kwalitatief WoonProgramma 3. In het licht van de economische crisis is tevens sprake van een omslag van aanbodgericht naar vraaggericht bouwen. Mobiliteit en economie: Interne en externe bereikbaarheid is, naast het woonklimaat, van belang voor een goed vestigingsklimaat. De interne en externe bereikbaarheid van de regio staat echter onder druk. In dit verband vormt de koppeling tussen ruimtelijke ontwikkelingen en bereikbaarheid een belangrijk aandachtspunt in de visie. De S-as, de centrale spooras die loopt van Didam/Zevenaar naar Wijchen via de stedelijke kerngebieden Arnhem en Nijmegen, wordt daarbij aangemerkt als integrale ontwikkelingszone. Er wordt dus ingezet op bundeling en verknoping van verstedelijking in de regio. In het kader van de uiteenlopende ontwikkelingen verspreid over de regio wordt er ingezet op een subregionale aanpak, waarbij per subregio is vastgelegd wat de gewenste kwantitatieve woningbouwopgave is tot 2020. De bouwopgave wordt afgestemd op de behoefte. Het afronden van de ontwikkeling van de Vinex-locaties is een belangrijke schakel in het woningbouwprogramma. Voor Nijmegen betekent dit dat afronding van de Waalsprong prioriteit heeft. Daar staat tegenover dat Nijmegen (tijdelijk) 1500 woningen uit de programmering heeft gehaald in verband met de (beperkte) vraag vanuit de markt. Op het gebied van economie wordt ingezet op de vijf kansrijke clusters in de regio: Health, halfgeleiders, Energie- en Milieutechnologie, Mode/Vormgeving en Toerisme. Daarnaast is de A73-zone aangemerkt als een van de locaties waar verdere afstemming plaats dient te vinden met betrekking tot ruimte voor bedrijven. Het bundelen van vervoersstromen en verknopen op de S-as is het uitgangspunt bij de mobiliteitsopgave. De verschillende modaliteiten dienen toekomstige groei op te kunnen vangen en goed op elkaar aan te sluiten. Het OV en de fiets hebben daarbij een voorname rol. Ruimtelijke ontwikkelingen rondom (OV) knooppunten worden dan ook gestimuleerd. 3.3.3
Conclusie
Het bestemmingplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg voorziet in het vastleggen van de bestaande situatie in het stedelijk gebied. Binnen het plangebied zijn geen (grootschalige) veranderingen dan wel nieuwe ontwikkelingen voorzien. Er wordt niet afgeweken van het hierboven beschreven regionaal beleid.
3.4
Gemeentelijk beleid
3.4.1
Structuurvisie Nijmegen 2010, kansen voor ontwikkeling tot 2030
De gemeenteraad van Nijmegen heeft op 2 juni 2010 de 'Structuurvisie Nijmegen 2010, kansen voor ontwikkeling tot 2030' vastgesteld. De Structuurvisie schetst de ruimtelijke ambities tot 2030 en maakt duidelijk waar de stad op aan koerst. Het is een toetsingskader voor ruimtelijke plannen en een ontwikkelingskader voor investeringen. Het werkingsgebied van de Structuurvisie is het grondgebied van Nijmegen in relatie tot ontwikkelingen in de regio of in (inter)nationaal verband. De Structuurvisie geeft een concrete invulling aan de ambities van de gemeente Nijmegen. Voor de Structuurvisie is geen nieuw beleid ontwikkeld. De ruimtelijke gevolgen van vaststaand beleid zijn er in samengebracht. De Structuurvisie wordt in de loop van 2012 geactualiseerd. De Structuurvisie gaat gepaard met een wettelijk verplicht uitvoeringsprogramma, gekoppeld aan de Stadsbegroting. Er is gekozen om iedere vier jaar een nieuw uitvoeringsprogramma op te stellen, zodat per coalitie accenten gelegd kunnen worden en om indien nodig de
18
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
ruimtelijke ambities bij te stellen. De Structuurvisie is de opvolger van het Kansenboek. In beide documenten staan drie kwaliteitsuitgangspunten voor ruimtelijke ontwikkelingen centraal: nieuwe ontwikkelingen met respect inpassen, typisch Nijmeegse kenmerken versterken en de huidige woon- en verblijfskwaliteiten ontzien door enerzijds bundeling op locaties waar nu al dynamiek heerst en anderzijds ontwikkeling van extensieve gebieden. Daarnaast zijn in de Structuurvisie drie nieuwe accenten genoemd die een rol spelen bij alle ruimtelijke ontwikkelingen en ambities: Bruisende Stad, Verleden Verbeeld en Stad in Balans. In de Structuurvisie worden de ambities van Nijmegen uitgewerkt voor de beleidsvelden wonen, economie, maatschappelijk beleid, bereikbaarheid en parkeren, groen en water, milieu, beeldkwaliteit, cultuurhistorie en archeologie. Dit zijn de ambities waaraan de komende jaren wordt gewerkt: Nijmegen omarmt de Waal. Goede bereikbaarheid met duurzame vervoerswijzen. Multifunctionele Knopen met een eigen identiteit. Meer ruimte voor groen en water. Wonen in sterke en ongedeelde wijken. Vitale werkgebieden, kansen voor bedrijvigheid.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
19
In de Structuurvisie staan geen mogelijke ontwikkelingen in het plangebied Groenewoud-Kwakkenberg vermeld. In het gebied zijn dus geen ontwikkelingen voorzien. 3.4.2
Coalitieakkoord 2010-2014: Werken aan een duurzame toekomst
De economische crisis dwingt tot nadenken over de rolverdeling van overheid en burgers. Noodzakelijke keuzes worden niet uit de weg gegaan, bezuinigingen zijn onvermijdelijk. Per programma is gekeken of de doelen efficiënter bereikt kunnen worden. Het College hecht waarde aan meer zicht op de afweging van de verschillende belangen in de besluitvorming. De gemeente wil op een transparante, efficiënte en zakelijke manier samen met de stad de nieuwe uitdagingen aangaan. In april 2010 presenteerden GroenLinks, PvdA en D66 het coalitieakkoord 2010-2014 "Werken aan een duurzame toekomst". Het akkoord zet in op een duurzame en sociale stad met een sterke economie. We gaan op weg een duurzame stad. Bewoners, instellingen en bedrijven worden gestimuleerd om duurzaam te wonen, werken en leven. Nijmegen draagt bij aan het tegengaan van klimaatsverandering door o.a. het beheersen van de waterafvoer van de Waal en in te zetten op klimaatneutraliteit en het hybride warmtenet. Nijmegen wil
20
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
duurzaam vervoer: een transitie naar schonere brandstoffen en gebruik van HOV en fiets. Tenslotte wordt geïnvesteerd in de groengebieden in en om de stad. We blijven een sociale stad. De eigen verantwoordelijkheid en participatie van burgers voorop. Nijmegen ondersteunt de zelfredzaamheid van burgers en geeft extra aandacht aan mensen met minder kansen. De integrale wijkaanpak wordt voorgezet met een focus op veiligheid en leefbaarheid. Nijmegen heeft tenslotte een sportief imago. Dat moet zo blijven door het sportcollege Quick in Heseveld mogelijk te maken en onderzoek naar het Topsport en Innovatiepark We werken aan een sterke stad met een duurzame en innovatieve economie van kennisintensieve en creatieve bedrijvigheid. Een goede bereikbaarheid is hiervoor een belangrijke vestigingsvoorwaarde, net als een goede woonomgeving, groen en het aanbod van culturele activiteiten. De dynamiek in de stedelijke ontwikkeling wordt gestimuleerd door te werken aan grote strategische projecten: o.a. Waalsprong, Waalfront, Novio Tech Campus, Station Goffert en herontwikkeling van de Spoorzone. Ook wordt doorgegaan met herstructurering van wijken. Hiermee zijn er voldoende mogelijkheden om de noodzakelijke groei de komende jaren te realiseren.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
21
22
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 4 Sectoraal omgevingsaspecten 4.1
Stedenbouw
4.1.1
Algemeen
beleid
en
De beheersverordening is gericht op de wijken Groenewoud en Kwakkenberg die in het zuidoosten van Nijmegen zijn gesitueerd. Tussen de wijk Groenewoud (zuidelijk) en wijk Kwakkenberg (oostelijk) is de groenzone Mariënboom gesitueerd. De groenzone loopt via de gemeente Heilig Landstichting de stad in tot aan het terrein van de Limoskazerne waardoor Groenewoud en Kwakkenberg fysiek van elkaar gescheiden zijn en een geheel eigen karakter hebben.
4.1.2
Beschrijving bestaande situatie
Groenewoud Groenewoud is een wijk die gesitueerd is aan de zuidoostzijde van Nijmegen. De wijk wordt aan de westzijde begrensd door het spoor Nijmegen-Venlo, aan de noordzijde door de Groenewoudseweg, aan de zuidzijde door de d'Almarasweg en aan de oostzijde door de Groesbeekseweg. De Groenewoudseweg loopt in oostelijke richting over in de Postweg. De Postweg vormt de noordelijke begrenzing van de Mariënboom en de Kwakkenberg. Binnen Groenewoud is er sprake van een grote diversiteit aan functies en bebouwing. Er is een duidelijke tweedeling zichtbaar die gecreëerd wordt door de Heyendaalseweg. Ten westen van de Heyendaalseweg bevindt zich het Station Nijmegen Heyendaal. Ten oosten van de Heyendaalseweg is een stevige randbebouwing waarneembaar waarin o.a. een hele woonwijk en een groot voormalig klooster schuilgaan. De woonwijk en het klooster vormen beide een geheel eigen wereld die niet waarneembaar is vanaf de randen. Over het geheel gezien is er een vijftal kenmerkende gebieden binnen Groenewoud waar te nemen: 1. Oude Linten De Groenewoudseweg en de Groesbeekseweg zijn oude linten waarlangs zich een variatie aan vooroorlogse woonbebouwing bevindt (jaren dertig en incidenteel van vroegere en/ of latere
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
23
datum). De bebouwing bestaat uit zowel rijenwoningen, tweekappers als vrijstaande woningen. Kenmerkend zijn de laanbeplantingen die tezamen met de voortuinen de straatbeelden een groene uitstraling geven. Ook de Heyendaalseweg vormt een oud lint. Dit liep oorspronkelijk vanuit voormalig dorp Brakkenstein naar de stad. Echter daar waar de Heyendaalseweg het plangebied kruist is het oude lint niet meer als zodanig herkenbaar omdat hier, rondom het station, stedelijk functies zoals de HAN, ROC, Radboud Universiteit en UMC St Radboud zijn gevestigd. 2. Heyendaalsweg westzijde - Station en omgeving Station Nijmegen Heyendaal vormt een onderdeel van een stedelijk gebied met diverse onderwijsinstellingen en het Radboud Universitair Ziekenhuis. Direct ten noorden van het station bevindt zich het recentelijk gerealiseerde ROC en “De Gouverneur” (toren van Studentenhuisvesting). Tussen deze bebouwing en het station is de busbaan en een halteplaats gesitueerd. Deze gebundelde openbaar vervoervoorziening van bus en trein faciliteert de hierboven genoemde functies en tevens de HAN, Radboud Universiteit en Radboud Universitair Ziekenhuis. Iets verder van het station bevinden zich nog andere stedelijke functies. Zo bevindt zich aan de Heyendaalseweg nog een bowlingcentrum en aan de Groenewoudseweg het complex van de GGD. Achter de GGD en nagenoeg tegen het spoor ligt de Brandweerkazerne (Brandweerpost-centrum). Deze laatst genoemde bebouwing sluit, in tegenstelling tot het ROC en de Gouverneur, qua bouwhoogte aan op de woonbebouwing die georiënteerd is op de oude linten. 3. Heyendaalseweg oostzijde – diverse gestapelde wooncomplexen De oostzijde van de Heyendaalseweg wordt gekenmerkt door twee grote gebouwen complexen. Het betreft een verzameling langgerekte gebouwen van Studentenhuisvesting “Het Hoogveldt” met een organisch grondplan, georiënteerd op zowel de Heyendaalsweg, op het spoor en op bijbehorende binnenterreinen. Ten noorden ervan, eveneens georiënteerd op de Heyendaalseweg, ligt het zorgcomplex Nijeveldt. Dit gebouw bestaat uit een tweetal achter elkaar gesitueerde schijven die via de beganegrond laag aan elkaar gekoppeld zijn . Achter het complex van studentenhuisvesting en het zorgcomplex ligt, volledig in de luwte, een voormalig Klooster. In dit pand zijn appartementen gesitueerd. Het Klooster wordt omgeven door een zeer royale kloostertuin die met zijn rug richting woonwijk Groenwoud ligt. 4. Pabo Groenewoud – Kruising Groenewoudseweg/ Groesbeekseweg Op de kruising Groenewoudseweg/ Groesbeekseweg ligt het pand van de Pabo Groenewoud. Direct ten westen van dit perceel ligt een ontsluiting van de woonwijk Groenewoud.
5. Woonwijk Groenewoud Groenewoud is een naoorlogse wijk die eind 50/ begin 60 tegen de oostzijde van het spoor en achter de linten Groesbeekseweg en Groenewoudseweg, gerealiseerd is. Het wordt ontsloten op de diverse omliggende wegen namelijk de Groenewoudseweg, de Groesbeekseweg en de d'Almarasweg. Aan de spoorzijde is, aansluitend op het complex van studentenhuisvesting, sprake van een serie gebouwen die voorzien in gestapelde woningen. Meer ten zuiden van het spoor bevinden zich vrijstaande bungalows. Aan de noordelijke ontsluitingsweg richting Groenewoudseweg bevinden zich diverse vrijstaande woningen voorzien van twee lagen en een plat dak. Voor het overige is er voornamelijk sprake van rijenwoningen in twee lagen waarbij er sprake is van een mix van woningen die oorspronkelijk voorzien waren van platte daken en van woningen met een langskap. De verkaveling van de woonwijk heeft een overwegend orthogonale opzet met uitzondering van de randen. Binnen deze structuur is sprake van enkele informele hofjes en achterterreinen. Centraal in de wijk ligt een groene recreatieve ruimte, waarin zich tevens een school voor voortgezet onderwijs (NSG) bevindt. Temidden van de bungalows en aan het spoor zijn tennisvelden gesitueerd.
24
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
De Mariënboom Het gebied Mariënboom is een groenzone ten oosten van woonwijk Groenewoud. De wijk Kwakkenberg maakt onderdeel uit van deze groenzone. De zone wordt aan de westzijde begrensd door de Groesbeekseweg/ Nijmeegsebaan; aan de noordzijde door de Postweg en aan de oostzijde door de Berg en Dalseweg/ Oude Kleefsebaan. Het gebied heeft een glooiend karakter en bestaat hoofdzakelijk uit bospercelen en enkele open gebieden en komt voort uit het bosrijke gebied ten zuidoosten van Heilige Land Stichting. Het hoogste punt, een plateau, bevindt zich te midden van de Kwakkenberg. Direct aan de oostzijde van de Groesbeekseweg is er sprake van woonbebouwing en bevinden zich een Verpleegtehuis (Joachim en Anna) en een voormalig klooster (Marienbosch). In de oksel van de Groesbeekseweg en de Postweg ligt direct achter de lintbebouwing een kleine woningbouwuitbreiding die grotendeels in de jaren 80 aangelegd is. Het betreft een serie rijenwoningen en een reeks van tweekappers en geschakelde woningen. Daar waar de Kwakkenbergweg begint en een afsplitsing vormt van de Postweg is een begraafplaats gesitueerd. Ten oosten van de begraafplaats en aan de Kwakkenbergweg liggen voetbalvelden. Het glooiende bosrijke gebied van de Mariënboom voorziet in diverse oude villa's, kloosters en landgoederen die nog als zodanig herkenbaar zijn. De verschillende bebouwingen hebben veelal functiewijzigingen ondergaan maar de gebouwen zelf zijn grotendeels intact. Villawijk De Kwakkenberg is een glooiend bosrijk woongebied dat wordt gekarakteriseerd door de aanwezigheid van luxe villa's rond het 70 meter hoog plateau. Het gebied wordt aan de noordkant begrensd door de Postweg (Hengstdal), aan de oostkant door de gemeente Ubbergen (Jan Dommer van Polderveldtweg/ Prinses Christinalaan), aan de zuidkant door de Sophiaweg en de gemeentegrens met Heilig Landstichting en aan de oostkant door de groenzone Mariënboom. De villa's komen uit verschillende stijlperiodes omdat de kavels mondjesmaat zijn uitgegeven en/of ontwikkeld. Er zijn een aantal karakteristieke elementen te onderscheiden: 1.
De Postweg De Postweg vormt de noordelijke grens van de Kwakkenberg en vormt de scheiding tussen Hengstdal en de Kwakkenberg. De Postweg beschikt over een ander karakter dan de villawijk. Aan de noordzijde van de Postweg wordt voorzien in rijenwoningen die dateren uit de jaren 50 evenals de wijk Hengstdal. De zuidzijde van de Postweg voorziet in een groene helling met een kleine uitzondering ter hoogte van de kruising met de Dommer van Polderveldtweg. Daar is sprake van een incidentele andere invulling met bebouwing in de vorm van geschakelde woningen en een bejaardenwooncomplex.
2.
Oude lint Aan de noordoostzijde van de Kwakkenberg loopt de Berg en Dalseweg, een oud lint dat Nijmegen en Berg en Dal met elkaar verbind. De Berg en Dalseweg loopt op vanaf het centrum van Nijmegen. Ter hoogte van de Postweg verschiet het karakter van de lintbebouwing aan de Berg en Dalseweg van overwegend gevarieerde jaren dertig woonbebouwing (rijen, tweekappers, vrijstaand) naar overwegend vrijstaande villa's uit verschillende stijlperiodes. De villa's bevinden zich op ruime en groene (bos)percelen.
3.
Villawijk Kwakkenberg De villawijk Kwakkenberg is gesitueerd rondom het assenkruis van de Kwakkenbergweg en de Sohiaweg die de hoofdontsluitingen vormen van de villawijk Kwakkenberg. Het assenkruis ontsluit op de Postweg, Groesbeekseweg en de Berg en Dalseweg. Binnen het kruis zijn diverse kleinere ontsluitingsweggetjes te vinden. De wijk vormt de overgang tussen de stedelijke bebouwing van Nijmegen Oost en de stuwwalbossen. Door de langzame ontwikkeling is er een grote diversiteit aan
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
25
bouwstijlen en bouwperioden te vinden. De villa's zijn op zich zelf staande objecten met een eigen karakteristiek waarbij het parkeren plaats vindt op eigen terrein. De Kwakkenberg kent een open verkaveling met villa's op grote percelen in het bos. De woningen liggen onderling ver van elkaar af. De rooilijn verspringt en de voortuin is van een royale omvang. De privé-kavels zijn over het algemeen fysiek afgescheiden van de openbare weg. De erfscheiding is groen, wel of niet gecombineerd met een hekwerk en of poort. Het bosachtige karakter is intact gebleven door laanbeplantingen, bosrelicten en grote tuinen met oude bomen. De bosstructuur van de omgeving loopt als het ware van het openbaar gebied over in het privé-gebied. Op de plek van de woning en direct rondom de woning zijn de bomen gekapt. Het profiel van de wegen bestaat uit een asfaltverharding met afstrooilaag en een brede groen/bruine bosberm, er zijn geen stoepen. In de berm wordt sporadisch geparkeerd. 4.
Sportfaciliteiten In het zuidwestelijke kwadrant van de Kwakkenberg zijn gebundelde sport- en spelfaciliteiten te vinden. Het betreft hier voetbalvelden, een scouting en een bosspeeltuin. Ook hier geldt dat de functies in een bosrijke omgeving zijn ingebed. De voetbalvelden zijn gesitueerd tussen de Kwakkenberg en de Luciaweg. De Speeltuin en de Scouting liggen in de oksel van de Luciaweg/ Sophiaweg.
5.
School en voormalige klooster Aan de noordzijde van Kwakkenbergweg bevindt zich een voormalig klooster met een bijbehorende school. De school is nu in gebruik van het Montessoricollege en het voormalige klooster fungeert als studentenhuisvesting.
4.1.3
Natuur-en landschapswaarden
Kwak k enberg Het gebied de Kwakkenberg kan worden gekarakteriseerd als "wonen in het bos". Om de te beschermen waarden van deze karakteristiek inzichtelijk te maken, kunnen een aantal deelaspecten worden onderscheiden: a. Stedenbouwkundige waarde De stedenbouwkundige structuur van de oostelijke en zuidelijke delen van Nijmegen bestaat uit de combinatie van stedelijke woongebieden met een relatief hoge bebouwingsdichtheid afgewisseld met extensief bebouwde, groene lobben die vanuit het buitengebied tot diep in de stad doordringen. Deze lobben bieden aantrekkelijke (recreatieve) routemogelijkheden binnen de stad en spelen een rol als verbinding tussen de stad en het buitengebied. Het gebied Kwakkenberg is onderdeel van zo'n lob (de groene lob Mariënboom). Aantasting van het groene karakter van de Kwakkenberg betekent een aantasting van de stedenbouwkundige structuur voor de ruime omgeving van de Kwakkenberg. Een bijzondere kwaliteit van het de Kwakkenberg is de aanwezigheid van relatief gave groene randen. Hierdoor kan het gebied als herkenbare groene lob, in sterk contrast met het aangrenzende verstedelijkte woongebied van Hengstdal, worden ervaren. Een fraai voorbeeld van de gave begrenzing is de messcherpe overgang tussen het stenige Hengstdal en het monumentale groen van de Kwakkenberg. b. Visueel-landschappelijke waarde Het gebied Kwakkenberg ligt in de groene lob Mariënboom en vormt de overgang van het stenige stedelijke gebied naar het bosrijke buitengebied. Het gehele plateau van de stuwwal waarover de groene lob Mariënboom zich uitstrekt wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van veel hoogteverschillen. Binnen dit reliëf zijn oude dalstructuren, die zijn gevormd door smeltwater van het gletserijs, nog herkenbaar. De Kwakkenberg ligt op de rand van zo'n dalstructuur (nu de wijk Hengstdal). De beplanting is deels een overblijfsel van het oorspronkelijke bos op de Kwakkenberg. De combinatie tussen bos(restanten) en geaccidenteerd terrein verschaffen het gebied een hoog te waarderen visueel-landschappelijke verschijningsvorm. Door een te sterke toename van de bebouwing zal de samenhang tusen
26
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
relief en vegetatie worden verstoord en daarmee ook de visueel-landschappelijke waarde. De negatieve effecten van een sterke bebouwingstoename zijn reeds zichtbaar: kavels zijn vrijwel boomloos gemaakt om voldoende lichttoetreding in de woningen te verkrijgen en in de tuinen terrassen en borders aan te kunnen leggen. Ook is op een aantal plaatsen het kenmerkende reliëf aangetast door het afgraven en nivelleren van de hellingen. Het resultaat van dit vaak sluipende "uithollingsproces" is met name zichtbaar op een aantal blokken in het middengebied van deze villawijk. De relatief ongeschonden randzones beschikken op dit moment over de als hoogst te waarderen visueel-landschappelijke kwaliteiten. c. Ecologische waarde In haar huidige vorm biedt het Kwakkenberggebied bos(rand)biotopen en betrekkelijk ongestoorde verspreidingsmogelijkheden voor organismen. Grote aaneengesloten bebouwde en/of verharde oppervlakten en drukke verkeerswegen ontbreken terwijl ruime natuurlijke schuil-en dekkingsmogelijkheden aanwezig zijn. Het gebied vervult daardoor een rol als ecologische verbindingszone tussen Marienbosch/Meerwijk/De Vier Perken in het zuiden en Maartenskliniek/stuwwal en uiteindelijk het natuurgebied van de Ooypolder in het noorden. Een verdere verdichting waarbij de bebouwde en verharde oppervlakte zal toenemen en waarbij biotopen verdwijnen, zal tot gevolg hebben dat het functioneren als ecologosche verbindingszone wordt aangetast. De bestaande vegetatie en het onverstoorde relief en bodemprofiel vertegenwoordigen een zekere natuurwetenschappelijke waarde die als gevolg van een verdere verdichting met bebouwing, welke gepaard zal gaan met verstoring van bodem en relief en het verwijderen van bomen, struiken en kruidetage, onherstelbaar zal worden aangetast. Marienboom Ook het gebied Marienboom is een bosrijk gebied dat grotendeels is gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen. Het gebied bestaat deels uit EHS-natuur en EHS-verweving. De grond die is gelegen in de EHS-natuur bestaat uit natuur-en bosgebieden en voor een klein deel ook uit agrarische cultuurgrond die omgezet zal worden in natuur (natuurontwikkelingsgebieden). De grond die is gelegen in de EHS-verweving omvatten landgoederen, landbouwgebieden met natuurwaarden en landbouwgebieden met een hog dichtheid aan natuur-en boselementen. Door natuurontwikkeling en agrarisch natuurbeheer wordt de natuurwaarde van de EHS-verweving als geheel versterkt. Gelet op de ligging in de EHS is het van belang de natuur en landschapswaarden van het gebied de Marienboom zo goed mogelijk te beschermen. 4.1.4
Juridische vormgeving
Om de bovenomschreven waarden in de Kwakkenberg en de Marienboom zo goed mogelijk te beschermen is de dubbelbestemming Waarde natuur-en landschap opgenomen. Reliefrijke terreindelen, terreindelen met een waardevolle bosvegetatie en bebouwingsarme terreindelen die onderdeel vormen van een samenhangende vegetatiestructuur, hebben een zodanige regeling gekregen dat zij zoveel mogelijk gevrijwaard blijven van nieuwe woonbebouwing en het groene en natuurlijke karakter behouden. Dit betekent dat er een nadere stedenbouwkundige afweging gemaakt moet worden alvorens er mag worden gebouwd, gesloopt en/of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd (waaronder het kappen van bomen). Alvorens er een (omgevings)vergunning kan worden verleend voor deze activiteiten, dient er advies te worden ingewonnen bij de landschapsarchitect.
4.2
Economie
4.2.1
Algemeen
Buurteconomie Een van de speerpunten van het Nijmeegse economische beleid is het terugbrengen van
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
27
economische activiteiten naar de stad én de wijken. Hierbij gaat het met name om de vestiging van kleinschalige (ambachtelijke) ondernemingen en het stimuleren van starters. Ruimtelijk kan dit zich uiten in: ondernemen in / aan huis (met een maximum van 50 m2 oppervlakte); behoefte aan woon-werkpanden; economische herontwikkeling van kleinschalige bedrijvigheid. In de wijken kan ook gedacht worden aan het ontwikkelen en stimuleren van bedrijfspanden voor starters, huiskamerondernemingen en woon-werkcombinaties. De aard en omvang van de activiteiten moet uiteraard aansluiten bij de functie van de directe omgeving (wonen) en de behoefte. Gedacht moet worden aan ambacht, nijverheid, financiële en zakelijke dienstverlening. Detailhandel In de jaren '70 en '80 is binnen de Nederlandse distributieplanologie een fijnmazig netwerk van detailhandelsvoorzieningen gerealiseerd. Vanuit een theoretische benadering werd het distributielandschap verdeeld in winkelcentra van verschillende niveaus, logisch gespreid over de ruimte. Landelijk gezien heeft de detailhandel zich in de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Schaalvergroting, branchevervaging en toenemende mobiliteit hebben geleid tot meer concurrentie op de markt. De supermarktoorlog heeft deze ontwikkeling nog verder versterkt. De detailhandelsvoorzieningen op buurtniveau komen hierdoor onder druk te staan. Met name de buurtwinkelcentra verliezen hun functie. Ook branches als de groenteboer en slagers hebben het bijzonder moeilijk om het hoofd boven water te houden. De verwachting is dat het proces van schaalvergroting nog niet ten einde is. Dit betekent toenemende leegstand in buurtwinkelcentra. Horeca Het horecabeleid bepaalt dat er in Nijmegen met name ruimte is voor horeca in het stadscentrum. Daarbuiten wordt alleen horeca toegestaan die bestemd is voor eigen bewoners en dus een wijkfunctie vervult. Uitbreiding van het bestaande aanbod ligt niet voor de hand. Nijmegen heeft een aanzienlijk aanbod aan horeca buiten het stadscentrum. De aanwezigheid van voldoende parkeermogelijkheden, sfeer, persoonlijke aandacht en veiligheid zijn factoren die hieraan hebben bijgedragen. De horeca in de Nijmeegse wijken is aanvullend op de horeca in het stadscentrum. De horeca buiten het centrum richt zich op een ander publiek (25+ publiek) dan de horeca in het centrum (jongeren, studenten, toeristen en winkelend publiek). In de woonwijken heeft horeca in de eerste plaats een verzorgende functie. Horeca speelt een rol in de kwaliteit van de dagelijkse leefomgevingen in de wijken en buurten van de stad, soms als een risicofactor maar veel vaker als een pluspunt. Horeca in woonwijken is voor veel bewoners een aantrekkelijk verrijking van hun wijk. In de wijk geldt dat nieuwe horeca kansen worden geboden, mits deze aanvullend op het aanbod en kleinschalig van omvang is (bijvoorbeeld restaurant of café). Of de komende jaren ook nieuw horeca-aanbod zal ontstaan, hangt af van initiatieven vanuit de markt. Naast reguliere horeca is er in Nijmegen ook ondersteunende horeca. Er is sprake van ondersteunende horeca wanneer men in een zaak die geen (planologische) hoofdbestemming horeca heeft iets kan consumeren en daarvoor moet betalen. Het gaat dan om detailhandel, maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning, recreatieve- en sportvoorzieningen waar een beperkt deel van het oppervlak gebruikt wordt voor het plaatsen van tafels en stoeltjes. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een boekenwinkel met een koffiecorner of om een museum met een restaurant. Voor deze ondersteunende horeca gelden de volgende beperkingen:
28
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Ondersteunende horeca bij: food-detailhand non-food el detailhandel oppervlak 20m2 / max. 50m2 / max te 25% vvo 25%
maatschappelijkeen sportvoorzieningen e.d. max. 10% (maatschappelijke voorzieningen e.d.) max. 12% (sporthallen) sportveld** 150 m2 plus per extra veld, 75m2, met max. van 375 m2. nvt
per max. 1 bedrijf max. 1 bedrijf bouwblok per max. 1 bedrijf nvt nvt straatzijd e * bron: Beleidsnotitie Ondersteunende horeca, najaar 2001 ** zie beleidsnotitie pp.11 Kantoren
Gelet op de ontwikkeling van de vraag naar kantoorruimte in Nijmegen en de aanbodgegevens uit de gemeentelijke planexploitaties is de huidige planvoorraad in Nijmegen tot 2020 toereikend. Hoofddoelstelling van de kantorenmarktstrategie is het streven naar een dusdanig aanbod van kantoorlocaties zodanig dat kantoorgebruikers zo goed mogelijk worden gefaciliteerd en de werkgelegenheid zo goed mogelijk tot ontwikkeling kan komen. De kantorenmarktstratie is gericht op een optimale ontwikkeling van de grotere kantorenlocaties in Nijmegen-Noord en de omgeving van het centraal station. Tegelijk worden er randvoorwaarden aangereikt aan marktpartijen die kantoren willen ontwikkelen op andere potentiële locaties. Flexibiliteit op de kantorenmarkt is het leidende principe. Indien een ontwikkelaar een mooi pand wil neerzetten op een locatie waar dat zou kunnen en de eindgebruiker is bekend dan wil de gemeente daarvoor de randvoorwaarden aanreiken. Voor het plangebied spreken we voornamelijk over kleinschalige kantoren, waarvoor vanuit de economische doelstellingen ruimte moet zijn. Voor de vraag tot 500 m2 kan worden voorzien in woonwijken. Hierbij moet een afweging worden gemaakt of de nieuwe kantoorfunctie bijdraagt aan een evenwichtige ontwikkeling van de wijk gelet op verkeersdruk, parkeerdruk, milieuwetgeving, etc. Vertrekpunt is het beperken van de overlast voor de buurt. Het is niet toegestaan om woningen volledig als kantoor te gebruiken, maar een kantoor aan huis is (onder beperkte voorwaarden) mogelijk. 4.2.2
Situatie Groenewoud-Kwakkenberg
In het totale gebied zijn 169 bedrijven en instellingen gevestigd. In de tabel zijn de 10 meest voorkomende sectoren weergegeven. Het grootste deel van de bedrijvigheid bevindt zich in woonhuizen in het gebied. Hierbij gaat het vaak om (zakelijke) dienstverlening, (para)medische praktijken, bedrijven in de IT en automatisering, bouwbedrijven en (groot)handel. Een beroep/bedrijf aan huis is toegestaan tot een maximum oppervlakte van 50 m2 en indien het geen overlast veroorzaakt. Veel van de genoemde bedrijven hebben echter alleen een postadres ter plaatse en vinden er op het adres geen bedrijfsmatige activiteiten plaats. Tabel: Aantal bedrijven en instellingen naar sector (Groenewoud en Kwakkenberg) Nr. 01 02 03 04 05 06
SBI code 74 85 92 93 70 80
Categorie Overige zakelijke dienstverlening Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur, sport en recreatie Overige dienstverlening Verhuur van en handel in onroerend goed Onderwijs
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
aantal 61 30 11 10 9 8
29
07 08 09
72 45
Computerservice en informatietechnologie Bouwnijverheid Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) Overige categorieën Totaal
51 10 52
7 6 4 4 19 169
Detailhandel In Groenewoud / Kwakkenberg zelf zijn geen buurt- of wijkwinkelcentra. In het verleden heeft aan de Jan Willem Passtraat wel een kleine buurtwinkelcentrum gezeten. Door schaalvergroting en toenemende mobiliteit hebben bijna alle winkels plaatsgemaakt voor andere (economische) functies. Nog slechts één winkel met niet dagelijkse artikelen is hier overgebleven. De bewoners van het gebied Groenewoud/Kwakkenberg maken voor de dagelijkse boodschappen gebruik van de omliggende winkelcentra in Oost (de winkelconcentraties Daalseweg / Tooropstraat, Van 't Sandstraat en het nieuwe winkelcentrum op de locatie van de Mensa (als vervanging voor de winkelstrips aan de Archipelstraat en prof. Molkenboerstraat) en Brakkenstein (winkelconcentratie Heijendaalseweg en winkelcentrum De Fest). Bij de studentenhuisvesting is een kleinschalige supermarkt, een zogenaamde mandjeswinkel, gevestigd. Hiervan wordt niet alleen gebruik gemaakt door de studenten, maar ook door scholieren en bewoners uit de buurt voor vergeten boodschappen.
Sector Naam Adres Detailhandel dagelijks - Sema Levensmiddelen Prof. Bromstraat 52 niet-dage - Profijtvloer lijks
- Jan Willem Passtraat 5
Horeca In Groenewoud/Kwakkenberg zijn twee horecagelegenheden en een aantal zaken met ondersteunende horeca. Deze zijn in onderstaande overzichten weergegeven.Café Groeneweg ligt aan een van de uitvalswegen van Nijmegen en is breder georiënteerd dan alleen op de wijk Groenewoud/Kwakkenberg. In het studentencomplex ligt Café Piecken en dit café is voornamelijk gericht op de studenten die in de omgeving gehuisvest zijn. Lijst met horeca Straat Groesbeekseweg Prof. Bromstraat
Nummer Naam 227 Café Groenewoud 54 Café Piecken
Lijst met ondersteunende horeca Straat Luciaweg Heijendaalseweg Van Haapstraat Van Haapstraat
30
Nummer 2 90 78 80
Naam Speeltuin de Leemkuil Ol Round B.V. Tennisvereniging Avanti 55 Tennisvereniging The Insiders
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Kantoren In de woonwijk Groenewoud/Kwakkenberg komen geen specifieke kantoorlocaties voor. Het voormalige dominicanenklooster Albertinum is een bedrijfsverzamelgebouw waarin een aantal kleinschalige kantoren en bedrijven zijn gevestigd. Daarnaast wordt een gedeelte van het klooster aangeboden voor kamerverhuur voor 1 en 2 persoonshuishoudens. 4.2.3
Juridische vormgeving
De bestaande economische functies (dienstverlening, detailhandel, horeca en kantoren) zijn overgenomen in de beheersverordening Groenewoud- Kwakkenberg. De beheersverordening geeft dezelfde vestigingsmogelijkheden (voor de bestaande situatie) als de voorheen geldende bestemmingsplannen. Een aantal van de economische functies is voorzien van de bestemming Gemengd. Met deze bestemming worden meerdere functies per locatie mogelijk gemaakt. De bestaande horeca-en detailhandellocaties binnen de bestemming Gemengd zijn voorzien van een aanduiding 'dh' detailhandel en 'h' horeca omdat deze functies alleen op de bestaande locaties zijn toegestaan. Op deze locaties is ook een andere, binnen de bestemming Gemengd opgenomen functie, toegestaan. Binnen de bestemming Gemengd is aangegeven dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover wordt voldaan aan de Wet geluidhinder. Zonder deze bepaling zou het namelijk mogelijk zijn om een nieuwe geluidsgevoelige functie toe te voegen, bijvoorbeeld een woning, zonder dat er akoestisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Voorzover een locatie in een geluidszone van een weg valt, dient, wanneer zich hier een nieuwe geluidsgevoelige functie wil vestigen, eerst akoestisch onderzoek plaats te vinden. Indien de voorkeurswaarde wordt overschreden, moet worden nagegaan of een hogere waarde kan worden verleend. De procedure hogere waarde moet gelijk oplopen met een herziening van het bestemmingsplan, zodat in een dergelijk geval een postzegelbestemmingsplan (dan wel een omgevingsvergunning in combinatie met een 'projectafwijkingsbesluit) moet worden opgesteld. Tot slot is voor het bowlingcentrum aan de Heyendaalseweg de bestemming Cultuur en Ontspanning opgenomen. Deze bestemming is bedoeld voor het verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals: atelier, bioscopen, bowlingbaan, casino, congrescentrum, kinderboerderij, museum, muziek- en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra, speeltuin, schouwburg en een theater. Binnen deze bestemming is tevens de functie-aanduiding "horeca" (h) opgenomen. Op grond van deze aanduiding mag 40% van het totale vloeroppervlak worden gebruikt voor (ondergeschikte) horeca. Op grond van de Staat van horeca-activiteiten (bijlage II van de regels) zijn de volgende horeca-activiteiten toegestaan: categorie 1 (lichte horeca), 2 (middelzware horeca) en 3 (zware horeca) met uitzondering van een dancing, discotheek en nachtclub. Binnen de bestemming Cultuur en Ontspanning is tevens de functie-aanduiding bedrijfswoning (bw) opgenomen ten behoeve van de vestiging van een bedrijfswoning. De vestiging van een bedrijfswoning is alleen mogelijk indien de huisvesting van (het huishouden van) een persoon daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk moet worden geacht.
4.3
Wonen
4.3.1
Algemeen
Het gemeentelijk beleid op het gebied van wonen is vastgelegd in de Woonvisie 2009 -2010 "Nijmegen leeft". In deze nota is het woonbeleid uiteengezet tot 2020. In de Woonvisie worden de volgende strategische keuzes gemaakt voor Nijmegen: Ongedeelde stad: voorkomen van een tweedeling tussen de bestaande stad en de Waalsprong en binnen de wijken en stadsdelen. Het doel is om woonmilieus te realiseren waarin mensen graag wonen met een positief gewaardeerd woonklimaat. Leefbaar, schoon, heel en veilig en met variatie in het aanbod, zodat mensen niet noodgedwongen
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
31
hun wijk uitmoeten als ze aan een nieuwe stap in hun wooncarrière toe zijn. Het behoud van doorstromers en stijgers komt de leefbaarheid en sociale structuur ten goede. We richten ons op binnenwijkse wooncarrières en meer treden op de woonladder. Daarvoor is het ook nodig dat het aanbod, de spreiding en de kwaliteit van voorzieningen in orde is. Een ongedeelde stad vraagt om meer dan alleen een gedifferentieerde woningvoorraad. Bewoners binden is het tweede centrale uitgangspunt. We willen zorgen dat mensen een positieve keuze kunnen maken. Dat kan alleen als we rekening houden met de individuele wensen en financiële mogelijkheden. Dat kan met een adequaat nieuwbouwbeleid, waarbij we ook de kansen benutten om nieuwe bewoners aan te trekken. Dat betekent: sterke wijken waar mensen een wooncarrière kunnen maken, die levensloopbestendig zijn en waarin voldoende variatie is in huur en koop, woningtype en prijsklassen. Door een hoge kwaliteit van woningen en woonomgeving en de nodige keuzevrijheid binden we bewoners aan Nijmegen. Hierbij spelen ook voorzieningen, de economische structuur en het cultureel klimaat een rol. 4.3.2
Situatie Groenewoud-Kwakkenberg
Groenewoud en Kwakkenberg zijn rustige woongebieden in een groenstedelijk woonmilieu. De wijken liggen in Nijmegen Oost. Qua bevolkingssamenstelling is Nijmegen Oost in totaliteit een vrij gemiddeld stadsdeel. Wel zijn er grote verschillen tussen de wijken. Zo ligt het aandeel ouderen in Groenewoud 19% hoger dan het stedelijk gemiddelde. De komende 10 jaar zal daarmee vooral de leeftijdsklasse tussen 60 en tot 74 jaar toenemen. Het aandeel allochtone huishoudens is laag (6% tegen 12% voor heel Nijmegen). De sociaal-economische scores zijn gunstig en gemiddeld tot bovengemiddeld. De scores in de Stads- en Wijkmonitor zijn op vrijwel alle punten gunstig. Groenewoud en Kwakkenberg kennen amper problemen. Woningmarktverkenningen Nijmegen 2010-2020 Behoud van het groenstedelijke karakter van deze wijken is belangrijk. Er moet niet teveel verdicht worden. Mochten er zich in de toekomst nieuwe locaties voordoen dan zal met name ingezet moeten worden op laagbouwhuur in de goedkope categorie. Op het gebied van wonen en zorg wordt er op dit moment in voldoende geschikt aanbod voorzien: De Vijverhof en Joachim en Anna zorgen hiervoor. 4.3.3
Specifiek karakter van het gebied
Op de Kwakkenberg wordt voorzien in woningen voor het hogere segment en wordt tegemoet gekomen aan de behoefte aan woningen binnen het groen-stedelijk woonmilieu. Een van de belangrijke beleidsuitgangspunten voor het gebied is “wonen in het bos”. Deze karakteristiek wordt als volgt beschreven: De Kwakkenberg is een glooiend bosrijk woongebied dat ligt op de overgang tussen de stedelijke bebouwing van Nijmegen Oost en de stuwwalbossen. Het bosachtige karakter is intact gebleven door de bosrelicten, de laanbeplantingen en de grote tuinen met oude bomen. De bosstructuur van de omgeving loopt als het ware van het openbaar gebied over in het privégebied. De Kwakkenberg kent een open verkaveling met villa's op grote percelen in het bos. De villa's zijn op zichzelf staande objecten met een eigen karakteristiek waarbij het parkeren plaats vindt op eigen terrein. De woningen liggen onderling relatief ver van elkaar af. De rooilijn verspringt en de voortuin is van een royale omvang. Door de langzame ontwikkeling is er een grote diversiteit aan bouwstijlen en bouwperioden te vinden. Gelet op het specifieke karakter van de Kwakkenberg wordt de woonfunctie voor dit gebied niet verruimd. Dat wil zeggen dat het bestemmingsplan nog steeds uitgaat van eengezinswoningen, behoudens daar waar bestemmingsplantechnisch reeds een andere woonvorm is toegestaan. Hierdoor kunnen geen appartementengebouwen, meergezins-woningen en/of rijtjeswoningen en 2-onder-1-kappers worden gerealiseerd. Deze beperking van de woonfunctie geldt ook voor de Marienboom, dus voor het gehele gebied waarop de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap van toepassing is.
32
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
4.3.4
Juridische vormgeving
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de bestemmingen Wonen en Tuin. Het (achter) erf valt onder de bestemming Wonen. Wonen en Tuin De woongebieden hebben de bestemmingen Wonen en Tuin gekregen. Binnen de bestemming Wonen is een aanduiding ' bouwvlak' opgenomen waarbinnen het hoofdgebouw (woning) mag worden opgericht. In ieder geval is de bestaande legale situatie bestemd. Binnen de aanduiding 'bouwvlak' mogen ook aan- en uitbouwen worden gerealiseerd. Op het erf zijn bouwmogelijkheden voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen. De totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van het erf bedragen, met een maximum van 50 m2. Aanen uitbouwen binnen de aanduiding 'bouwvlak' tellen daarbij niet mee. De begrenzing tussen de bestemmingen Wonen en Tuin is aan de hand van de stedenbouwkundige matrix bepaald. De bestemming Tuin ligt veelal aan de voorzijde van de woning. Binnen de bestemming Tuin zijn slechts beperkte bebouwingsmogelijkheden opgenomen. Overigens kan de bestemming Tuin ook in combinatie met andere bestemmingen voorkomen, zoals de bestemming Gemengd. Indien de aangrenzende gronden binnen het bouwperceel bestemd zijn tot Wonen, mag maximaal 50% van de tuin voor parkeren gebruikt worden. In overige gevallen mag de tuin geheel gebruikt worden ten behoeve van parkeren. Wonen -1 Binnen deze bestemming zijn uitsluitend eengezinswoningen toegestaan tenzij er op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan al een andere woonfunctie (meergezinswoning/appartementengebouw, twee-onder 1 kapwoning) toegestaan is. De definitie van een eengezinswoning is opgenomen in de begripsbepaling van het bestemmingsplan. Binnen de bestemming wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het verruimen van het gebruik (woonfunctie) mits er geen toename van het bouwvolume plaatsvindt. Getoetst wordt aan het bouwvolume dat aanwezig is op het moment van inwerkingtreden van het bestemmingsplan. Het verruimen van de woonfunctie mag geen nadelige invloed hebben op het uitgangspunt “wonen in het bos”. Naast de bestemming Wonen is het ook mogelijk om binnen de bestemming Gemengd een woonfunctie te realiseren. Om te voorkomen dat de woonfunctie binnen deze bestemming, zonder nadere afweging, kan worden verruimd, wordt binnen de bestemmingen Gemengd in het gebied Kwakkenberg/Marienboom de functie-aanduiding “specifieke vorm van wonen-wonen in het bos” opgenomen. Binnen deze functieaanduiding worden vervolgens dezelfde regels opgenomen als binnen de bestemming Wonen-1. Woongebied Deze bestemming is opgenomen voor de percelen waarop een woonbestemming mogelijk is op grond van het voorgaande bestemmingsplan maar deze woonbestemming (nog) niet is gerealiseerd. Een dergelijk geval doet zich voor aan de Bergweg 2.
4.4
Maatschappelijke voorzieningen
4.4.1
Algemeen
De gemeente Nijmegen zorgt voor sociale en maatschappelijke voorzieningen voor haar inwoners. Maatschappelijke voorzieningen, zoals sportvelden, zijn in principe voor iedereen. Voor bijzondere doelgroepen zoals gehandicapten, ouderen maar ook jeugd zijn er sociale voorzieningen die maatschappelijke participatie bevorderen. Soms is er ook maatwerk voor individuele inwoners, bijvoorbeeld ondersteuning bij de opvoeding. Het terrein sociale- en maatschappelijke voorzieningen is breed en bestaat uit:
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
33
sport-, recreatie-, cultuur-, en welzijnsvoorzieningen; voorzieningen voor ouderen en gehandicapten; algemeen maatschappelijk werk; jeugd- en jongerenwerk; openbare gezondheidszorg; dierenwelzijn. Het werk op dit beleidsterrein wordt meestal uitgevoerd door zelfstandige instellingen die de gemeente financiert op basis van prestatieafspraken. Soms zijn dit vrijwilligersorganisaties, soms ook professionele (welzijns)stichtingen. 4.4.2
Situatie Groenewoud-Kwakkenberg
In het verordeningengebied komen de volgende voorzieningen voor: Adres
Activiteit
ROC Technovium
Heyendaalseweg 98
School voor techniek onderwijs
Pabo
Groenewoudseweg 3
onderwijs
NSG
Van Cranenborchstraat 7
Middelbare school
Naam Onderwijs
Peter Scheersstraat 10 Montessori-college
Kwakkenbergweg 31-33
Middelbare school
Kinderopvang BSO Kameleon
Elzenstraat Limoslaan
KDV Poespas
Dommer Polderveldtweg
van
Wijk/zorgvoorzieningen Nijevelt
Heyendaalseweg 117
Seniorencomplex/zorgwoningen
Vijverhof
Kwakkenbergweg 122-154
Zorgwoningen
De Waalboog
Groesbeekseweg 327
Zorg, welzijn en wonen
De Driesprong
Peter Scheersstraat 17-25
Zorgwoningen
Joachim en Anna
Groesbeekseweg 327
verpleeghuis
De Waalboog
Bosweg 160
verpleeghuis
Sport-en speelvoorzieningen Zwembad- Oost
Kwakkenbergweg 25-27
Zwembad
34
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Leemkuil
Luciaweg-Marienboomsewe speeltuin g
Scouting Paul Kruger
Sophiaweg
scouting
Kwakkenbergweg 10
scouting
Trekvogels
Luciaweg
Voetbal-en tafeltennisvereniging
Scouting Keizer Karel
Sophiaweg
scouting
Brandweer
Prof. Bellefroidstraat 11
Brandbestrijding en preventie
Klopper& Kramer
Groesbeekseweg 424
uitvaartcentrum
Rustoord
Postweg 60-62
begraafplaats
Joodse begraafplaats
Kwakkenbergweg
begraafplaats
Overig/dienstverlening
4.4.3
Juridische vormgeving
De bestemming Maatschappelijk is opgenomen voor maatschappelijke voorzieningen van enige omvang, zoals kerken en scholen, waarbij geen combinatie met andere functies voorkomt. Het gehele pand mag ten behoeve van de maatschappelijke voorziening worden gebruikt. De overige maatschappelijke voorzieningen zijn opgenomen binnen de bestemming Gemengd. Binnen de bestemming Gemengd en Maatschappelijk is aangegeven dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover wordt voldaan aan de Wet geluidhinder. Zonder deze bepaling zou het namelijk mogelijk zijn om een nieuwe geluidsgevoelige functie toe te voegen, bijvoorbeeld een kinderdagverblijf, zonder dat er akoestisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Voorzover een locatie in een geluidszone van een weg valt, dient, wanneer zich een nieuwe geluidsgevoelige functie wil vestigen, eerst akoestisch onderzoek plaats te vinden. Indien de voorkeurswaarde wordt overschreden, moet worden nagegaan of een hogere waarde kan worden verleend. De procedure hogere waarde moet gelijk oplopen met een herziening van het bestemmingsplan, zodat in een dergelijk geval een postzegelbestemmingsplan (dan wel een omgevingsvergunning in combinatie met een 'projectafwijkingsbesluit) moet worden opgesteld. Daarnaast zijn maatschappelijke voorzieningen opgenomen binnen de bestemmingen Maatschappelijk-Begraafplaats, Recreatie en Sport. Voor een klein gedeelte van de tuin gelegen achter de studentenhuisvesting aan de Professor Bromstraat (aan de Van Cranenborchstraat) is de aanduiding 'bp' (begraafplaats) opgenomen. Deze aanduiding is ook opgenomen voor de Joodse begraafplaats (aan de Kwakkenbergweg). Op de begraafplaats Rustoord (aan de Postweg) is tevens een functie-aanduiding opgenomen voor het scoutingterrein (met de ingang aan de Kwakkenbergweg). Dit gedeelte van de begraafplaats is bestemd als begraafplaats maar wordt feitelijk gebruikt als scoutingterrein. Om beide gebruiksvormen mogelijk te maken (dus zowel begraafplaats als scoutingterrein) is het terrein in het bestemmingsplan bestemd als Maatschappelijk-Begraafplaats en is binnen deze bestemming een functie-aanduiding (specifieke vorm van maatschappelijkscoutingterrein) opgenomen. De funtieaanduiding "specifieke vorm van recreatie-(paarden)wei" is opgenomen voor de
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
35
gronden gelegen achter en rondom de Groesbeekseweg 263-269, 271, 293 en Villandry 1. Voor zover de gronden zijn gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), is tevens de dubbelbestemming Waarde-Natuur en landschap van toepassing. Het gebruik van de gronden is met name gericht op het voortzetten van het huidige gebruik als (paarden)wei.
4.5
Milieu en klimaat
4.5.1
Milieu-aspecten
Algemeen: Bedrijven en milieuzonering Bedrijvigheid, in de zin van de Wet milieubeheer, is de bedrijvigheid die vermeld staat in Bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht en als zodanig als inrichting aangemerkt kan worden. Bij het opstellen van het bestemmingsplan zal de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld worden aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten in Nijmegen, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen wordt gebruikt voor de milieuzonering in bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten, zoals geluid, geur, stof, gevaar (vooral brand- en explosiegevaar), verkeer en visuele aspecten van belang. Uitgangspunt is dat vooral de bedrijvigheid, die is ingedeeld in de categorieën SBI 1 en 2, passend is binnen woongebieden. Uitgangspunt is echter ook dat bestaande bedrijvigheid, die qua milieubelasting in principe niet thuishoort in een woongebied en waarvoor verplaatsing op korte termijn niet haalbaar is, op basis van verworven rechten moet worden geaccepteerd. Deze bedrijvigheid zal als een verbijzondering op de toegelaten categorieën worden toegestaan. Bij deze acceptatie dient er uiteraard wel van te worden uitgegaan dat deze bedrijvigheid dan ook aan de criteria moet voldoen die de Wet milieubeheer (Wm) hierbij oplegt, zodat niet van een onaanvaardbare hinder naar de omgeving sprake is. Groenewoud-Kwakkenberg In onderstaand overzicht zijn de bedrijven binnen het plangebied Groenewoud- Kwakkenberg aangegeven die niet vallen onder de categorieën horeca, sportvoorzieningen, kantoren, woongebouwen, opleidingsinstituten, detailhandel en medische praktijken.
Adres Groesbeekseweg Groesbeekseweg Heyendaalseweg Korte Torenweg
Huisnr 297 297 94 1
Prof. Bellefroidstraat 22 Sophiaweg
1B
Heyendaalseweg
96
Naam Tinq tankstation garage Groenewoud Gulf Heyendaal Vitens RWK Kwakkenberg Nijmeegs Tandtechnisch Lab Vitens RWK Kwakkenberg Garagebedrijf Autocenter
SBI 5050 5010.4 5050 4100
Omschrijving Benzineservicestation Garagebedrijf benzineservicestation Winning en distr. van water 3310.1 Tandtechnisch laboratorium 4100 Winning en distr. van water 5010.4 garagebedrijf
cat 2 2 2 3.1 2 2 2
Buiten het gebied zijn een tweetal inrichtingen aanwezig waarvan de hindercirkels tot binnen het gebied reiken:
Adres Berg en Dalseweg Berg en Dalseweg
36
Huisnr Naam 432 Ting tankstation 432 garage Hengstdal
SBI Omschrijving 5050 benzineservicestation 5010.4 Garagebedrijf
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
cat 2 2
Gezien de lichte hinder categorie en de daarbij behorende hindercirkels van 30 meter zal van deze inrichtingen slechts een marginale invloed naar het plangebied toe sprake kunnen zijn. Externe veiligheid Met betrekking tot externe veiligheid onderscheiden we twee typen risico's: a) externe veiligheid door inrichtingen c.q. bedrijven en b) externe veiligheid door vervoer gevaarlijke stoffen over transportassen. De risico's worden nader verdeeld naar plaatsgebonden risico's en groepsrisico's: Onder het plaatsgebonden risico (PR) verstaat men de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden (ijkpunten) aangegeven. Het groepsrisico geeft aan wat de kans is op een ongeval met ten minste 10, 100 of 1000 dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde bron. Het groepsrisico wordt getoetst aan de hand van oriënterende waarden. Van deze oriënterende waarde kan in voorkomende gevallen worden afgeweken. Hieraan dient een Collegebesluit ten grondslag te liggen, waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen (verantwoordingsplicht groepsrisico). Voorafgaand aan het besluit stelt het bevoegd gezag het bestuur van de Regionale Brandweer in de gelegenheid advies uit te brengen over het groepsrisico. Ad a) De externe veiligheid door inrichtingen c.q. bedrijven wordt geregeld in het BEVI (Besluit externe veiligheid inrichtingen). Dit besluit kent een verdeling naar plaatsgebonden risico's en groepsgebonden risico's, zoals hierboven aangegeven. Een inrichting waarop het besluit van toepassing zou zijn, is binnen het gebied niet aanwezig. Er zijn bovendien geen inrichtingen buiten het gebied gelegen waarvan de invloedssfeer tot in het gebied reikt. Ad b) Voor de externe veiligheid door vervoer van gevaarlijke stoffen over transportwegen is voor wegen, vaarwegen en buisleidingen het rapport van Arcadis "Bouwstenen voor een inhaalslag" (16 januari 2003) maatgevend. Voor vervoer over het spoor is dit rapport echter achterhaald en geldt het rapport Externe veiligheid spooromgeving Nijmegen en Wijchen (3 april 2009). In de nabijheid van het gebied zijn, behoudens de spoorlijn Nijmegen - Venlo, geen modaliteiten aanwezig waarover vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk is. Ook zijn er geen hogedruk aardgasleidingen aanwezig. Vervoer over het spoor Binnen het plangebied ligt het spoortraject van Nijmegen naar Venlo. Over dit traject kan weliswaar transport van gevaarlijke stoffen plaatsvinden, momenteel vindt hier echter geen of slechts zeer incidenteel vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. In de nabije toekomst zal er, rekening houdend met de ingebruikname van de Betuweroute, over dit spoortraject in Nijmegen eveneens weinig of geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Luchtkwaliteit Als een ruimtelijk plan getoetst wordt op luchtkwaliteit, moet worden gelet op de volgende twee zaken: het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit. Ad a) het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit. Op 15 november 2007 is de Wet Milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in Algemene Maatregelen van Bestuur (Besluit niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen, Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen) en Ministeriële regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen, Regeling
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
37
beoordeling luchtkwaliteit 2007, Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007). Grenswaarden voor luchtkwaliteit gelden o.a. voor de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In Nijmegen worden alleen voor NO2 en PM10 mogelijke overschrijdingen verwacht. De grenswaarden betreffen bestuurlijke normen, ook beneden de grenswaarden zijn in studies gezondheidseffecten waargenomen. De normering voor NO2 en PM10 is als volgt: Luchtkwaliteit Grenswaarde NO2 Jaargemiddelde grenswaarde PM10 Daggemiddelde grenswaarde PM10
Norm 40 ìg/m3 40 ìg/m3 max. 35 dagen/jaar > 50 ìg/m3
Ingangsdatum 1 januari 2015 1 januari 2011 1 januari 2011
Omdat er in het bestemmingsplan geen ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt, is de normering voor dit bestemmingsplan niet relevant. Voor de luchtkwaliteit in het plangebied Groenwoud Kwakkenberg zijn naast de heersende achtergrondconcentraties, de volgende wegen in het plangebied van belang: Groesbeekseweg, Heijendaalseweg en St. Annastraat. In 2010 was er op de kruising Heijendaalseweg/Groesbeekseweg een overschrijding van de grenswaarde NO2. Deze overschrijding valt binnen het wegvak en heeft daardoor geen directe gevolgen voor ontwikkellocaties die aan de weg liggen. Overigens zijn de bestaande verkeersstromen opgenomen in het rekenmodel in de heersende achtergrondconcentratie. Alleen bij ontwikkellocaties die extra verkeersbewegingen opleveren is een nadere toets nodig. Als er sprake is van gevoelige bestemmingen zal daar ook een nadere toets voor nodig zijn. Ook hier geldt dat er geen ontwikkelingen worden opgenomen in het bestemmingsplan zodat een nadere toets aan de normen voor luchkwaliteit niet aan de orde is. Ad b) het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit. Op 16 januari 2009 is het Besluit “gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)” in werking getreden. Met deze AMvB wordt de bouw van zogenaamde gevoelige bestemmingen in de nabijheid van (snel)wegen beperkt. Het besluit heeft als doel: het beschermen van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2 ), met name kinderen, ouderen en zieken. Scholen, kinderdagverblijven en verzorgingstehuizen, verpleeghuizen en bejaardentehuizen zijn gevoelige bestemmingen. Plannen voor gevoelige objecten zijn niet toegestaan binnen 300 meter vanaf de rand van een rijksweg of binnen 50 meter vanaf de rand van een provinciale weg, tenzij ter plaatse geen grenswaarde overschreden wordt. Voor drukke stadswegen worden geen afstanden genoemd, maar kunnen door lokaal beleid aangewezen worden. De landelijke GGD heeft in de “GGD-Richtlijn medische milieukunde: luchtkwaliteit en gezondheid” het volgende geadviseerd ten aanzien van het bouwen van gevoelige bestemmingen langs snelwegen en drukke gemeentelijke wegen (meer dan 10.000 mvt/etm): liever niet binnen 300 meter van een snelweg, op minder dan 100 meter van een snelweg wordt sterk afgeraden, niet bouwen direct langs een drukke weg, dus niet in 1e lijnsbebouwing, aangevuld met dat dit minimaal moet gelden binnen 50 meter van de rand van de drukke gemeentelijke weg. De gemeente Nijmegen conformeert zich aan deze landelijke GGD-richtlijn. Aangeraden wordt daarom om een afstand van 50 meter aan te houden tussen gevoelige bestemmingen en de Groesbeekseweg, Heijendaalseweg en nabijgelegen St. Annastraat. In het bestemmingsplan wordt niet voorzien in de bouw van (nieuwe) gevoelige bestemmingen. Geluid In het bestemmingsplan worden de bestaande functies in het plangebied Groenewoud Kwakkenberg vastgelegd. Er worden geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen toegestaan. Daarom hoeft er geen akoestisch onderzoek te worden verricht en ook geen hogere waarde procedure te worden doorlopen. In onderstaande paragraaf wordt ingegaan op
38
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
de werking van de Wet geluidhinder en de geluidsbronnen die vallen onder de werking van de Wet geluidhinder. Bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, zoals wonen en onderwijs moet worden onderzocht of de geluidsbelasting niet te hoog is. De Wet geluidhinder stelt eisen aan de geluidhinder veroorzaakt door verkeer over weg, water en spoor en van gezoneerde industrieterreinen met als doel de geluidhinder te beperken. Aanvullend hierop wordt het Nijmeegs Geluidsbeleid gehanteerd. In de Wet geluidhinder zijn voorkeurswaarden opgenomen (zie onderstaande tabel). Bij geluidsbelastingen t/m deze voorkeurswaarden is er over het algemeen sprake van een prettig akoestisch klimaat. Om uiteenlopende redenen kan het toch wenselijk zijn om een hogere geluidsbelasting toe te staan. De wet geeft deze mogelijkheid, maar kent ook maximale waarden die niet mogen worden overschreden. Hogere geluidsbelastingen dan de voorkeurswaarde mogen pas worden toegestaan als hiervoor een aparte procedure is doorlopen: de hogere waarde procedure. Geluidsbron Wegverkeerslawaai Railverkeerslawaai Industrielawaai
Voorkeurswaarde (voor woningen) 48 dB (Lden) 55 dB (Lden) 50 dB (A) (LAeg)
De voorkeurswaarden gelden alleen binnen wettelijk vastgelegde zones langs verkeerswegen, waterwegen, spoorwegen en langs gezoneerde industrieterreinen. Deze zones zijn zgn. aandachtsgebieden waarbinnen de geluidsbelasting op geluidsgevoelige bestemmingen bekeken moet worden. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen deze zones is altijd een akoestisch onderzoek vereist als het gaat om geluidsgevoelige bestemmingen. Wegen waarop een 30 km/uur regime van toepassing is kennen geen wettelijke zone. Er is dan ook geen wettelijke plicht deze wegen in een akoestisch onderzoek te betrekken. In en rond het gebied Groenewoud Kwakkenberg liggen gezoneerde geluidsbronnen die het gebied belasten, zowel van wegverkeer als van railverkeer. Voor wegverkeer gaat het om: Groenewoudseweg Heijendaalseweg Verlengde Groenestraat Postweg Kwakkenberg Berg en Dalseweg Groesbeekseweg Sophiaweg d'Almarasweg Voor railverkeer gaat het om: Spoorlijn Nijmegen-Venlo Conclusie Het bestemmingsplan Groenewoud-Kwakkenberg maakt geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen of nieuwe gezoneerde wegen mogelijk. Het plan hoeft daarom niet te worden getoetst aan de Wet Geluidhinder. Bodem In het gebied zijn niet veel bodembedreigende activiteiten geweest en/of ernstige gevallen van bodemverontreinig aanwezig. Ook zijn een groot aantal gebieden al onderzocht op de bodemkwaliteit. De meeste onderzoeken zijn inmiddels al ouder dan 5 jaar. Bijgaand is een kaart afkomstig van de Milieuatlas van 16 januari 2012 met een overzicht van de gebieden die al zijn onderzocht.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
39
Gevallen en voormalige gevallen van ernstige bodemverontreining betreft: Groesbeekseweg/Hoek Sionsweg; hier wordt begin 2012 gestart met de bouw; inmiddels is dit geen geval van ernstige bodemverontreiniging omdat bij een nader onderzoek het volume van de sterk verontreinigde grond veel minder bleek dan voorheen; Groesbeekseweg 251 en achter de Postweg; nieuwbouwlocatie van enkele jaren geleden; hier heeft een sanering plaatsgevonden van en niet ernstig geval van bodeverontreinigingen; het ging om voormalige kassen/parkeerplaatsen; Kwakkenberg 62; hier heeft recent een asbestsanering plaatsgevonden; tankstation Groesbeekseweg; in het verleden zijn hier tanks gesaneerd; in 2003 heeft ook een bodemsanering plaatsgevonden; Conclusie Er zijn geen gevallen van ernstige bodemverontreiniging bekend in dit plangebied. De bodem is geschikt voor de functies die in het gebied aanwezig zijn. 4.5.2
Juridische vormgeving
Bedrijf De bestemming Bedrijf is opgenomen voor de bedrijven: Groesbeekseweg Groesbeekseweg Heyendaalseweg Prof. Bellefroidstraat
40
297 297 94 22
Tinq tankstation Garage Groenewoud Gulf Heyendaal Nijmeegs Tandtechnisch Lab
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Postweg
50
Aannemersbedrijf
De meeste van deze bedrijven hebben een milieucategorie 2 volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten. Het aannemersbedrijf aan de Postweg 50 heeft een milieucategorie 3.1. Binnen de bestemming Bedrijven zijn bedrijven in milieucategorie 1 en 2 toegestaan. De bedrijvigheid moet uiteraard voldoen aan de criteria die de Wet milieubeheer oplegt, zodat er geen sprake is van onaanvaardbare hinder naar de omgeving. Bedrijven bij woningen zijn toegestaan voorzover deze vallen onder aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Bestaande bedrijven in zwaardere milieucategorieën worden apart bestemd of aangeduid. Dit houdt in dat deze zwaardere milieucategorie niet algemeen toelaatbaar is en alleen het bestaande bedrijf op die locatie is toegestaan. Voor de garagebedrijven aan de Groesbeekseweg (garage Groenewoud) en aan de Heyendaalseweg, beiden milieucategorie 2, is een aanduiding opgenomen. Garagebedrijven zijn namelijk niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen en daarmee niet algemeen toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Ook voor de benzineservicestations (met en zonder lpg) is een aanduiding opgenomen omdat deze niet algemeen zijn toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Alleen door een aanduiding of een specifieke bestemming op te nemen kunnen deze bedrijven alsnog worden toegestaan. Dergelijke bedrijven hebben namelijk veelal een dermate ruimtelijke uitstraling dat deze bedrijven alleen op specifieke locaties worden toegestaan. Ook voor het aannemersbedrijf aan de Postweg 50 is een functieaanduiding opgenomen. Dit bedrijf heeft een hogere milieucategorie (3.1) dan normaal gesproken binnen een (gemengd) woongebied is toegestaan. Omdat het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de maatgevende milieuaspecten), geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieen van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, is deze hogere milieucategorie, alleen voor dit bedrijf, toegestaan. Bedrijf-Nutsvoorziening Het waterwin-en distributiebedrijf van Vitens aan de Korte Torenweg 1 is bestemd als Bedrijf-Nutsvoorziening. Dit bedrijf heeft een milieucategorie 3.1. De nutsbedrijven met een omvang van meer dan 50 m3 zijn opgenomen in de bestemming Bedrijf-Nuts. Binnen deze bestemming zijn alleen nutsvoorzieningen mogelijk. Ook de nutsvoorziening van Vitens aan de Sophiaweg 1b is voorzien van de bestemming Bedrijf-Nuts. Deze voorziening past in milieucategorie 2. De (overige) nutsbedrijven (zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations) met een inhoud van minder dan 50 m3 zijn niet opgenomen op de plankaart. Deze nutsbedrijven zijn op grond van de algemene regels binnen alle bestemmingen toegestaan. 4.5.3
Klimaat
Op klimaatgebied heeft de gemeente nog geen volledig overzicht van de huidige sterke en zwakke punten van de wijken in de stad. Deze informatie wordt wel verzameld in het kader van het Europese project Future Cities. Uit voorbereidende studies valt af te leiden dat wijken met voldoende groenstructuren, weinig aaneengesloten onbeschaduwde verharding en een watersysteem met oppervlakkige afwatering beter op klimaatveranderingen en klimaatextremen zijn voorbereid dan wijken waar dit niet het geval is. De klimaatverandering noopt tot aanpassingen in de ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeenteraad van Nijmegen heeft haar visie hierop vastgelegd in de Kadernotitie Klimaat en de duurzaamheidsagenda 2011-2015. Kernbegrippen hierbij zijn compensatie en adaptatie: Compensatie is het tegengaan en verminderen van negatieve effecten op het klimaat. Dit kan door energiegebruik te beperken, duurzame energiebronnen te gebruiken en door gebruik te maken materialen uit vernieuwbare bronnen. Nijmegen streeft er naar om als
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
41
stad energieneutraal te worden. Adaptatie is het aanpassen aan de wijzigende omstandigheden, zoals extremere weersomstandigheden en een stijgende energieprijs. Voorbeelden hiervan zijn: het voorkomen van oververhitting, aandacht voor windklimaat en het realiseren van grotere piekbergingen voor neerslag. Zeker in de relatief stenige omgeving van de Brabantse Poort kan het microklimaat extremer zijn en tot hinder leiden. In de gebouwde omgeving zijn voor energiegebruik en oververhitting de oriëntatie van de bebouwing en de manier waarop met de bezonning is omgegaan bepalende factoren. Het microklimaat wordt bepaald door de verhouding tussen bebouwd en begroend oppervlak en de relatie tussen de bebouwde en groene structuren. Een goed groenontwerp helpt oververhitting tegen te gaan en vangt neerslag en luchtverontreiniging op. Ook kunnen verantwoord materiaalgebruik, beperking van de energievraag en een verstandige positionering van functies bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. Voor de utiliteitsbouw en woningbouw liggen kernpunten bij het terugdringen van de CO2 uitstoot en aanpassing aan veranderde weersomstandigheden. Bijkomend voordeel is dat dit leidt tot lagere exploitatielasten en gezondere, comfortabelere bedrijven. Om de mogelijkheden per gebouw in beeld te brengen kan een energiescan worden uitgevoerd. Daarmee kunnen zowel de warmtevraag als de koelingsbehoefte en de inzet van collectieve systemen onderzocht worden. Op die manier kan de bijdrage van de gebouwen aan de hierboven genoemde doelstellingen in beeld woorden gebracht. Het gebied is onder voorwaarden geschikt voor Koude-Warmte opslag. Voor het bepalen van deze voorwaarden zal afstemming gezocht moeten worden met eventuele andere grondwatergebruikers in de omgeving en zal de milieuhygiënische situatie van de bodem en het grondwater mee moeten worden gewogen. Omdat er in het plangebied geen ontwikkelingen zijn voorzien, zijn dit soort concrete maatregelen niet aan de orde.
4.6
Mobiliteit
4.6.1
Algemeen
In oktober 2011 heeft de gemeenteraad de nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar vastgesteld. Deze nota beschrijft het verkeersbeleid van de gemeente Nijmegen en vervangt de Nota Mobiliteit in Balans uit 2001. Hieronder volgt een beknopte beschrijving. De gemeente Nijmegen stelt zich ten doel de bereikbaarheid van de stad te garanderen en te verbeteren. Hierbij staat een multimodale aanpak centraal, waarbij de reiziger een keuze wordt aangeboden uit een aantal aantrekkelijke alternatieven: soms is de auto de beste keuze, soms de fiets, soms het openbaar vervoer en soms een combinatie van vervoerswijzen. Daarnaast neemt de gemeente maatregelen om het verkeerssysteem als totaal duurzamer te maken. Hierbij is de samenhang tussen het mobiliteitsbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid van groot belang. Het verstedelijkingsbeleid van de gemeente gaat uit van een concentratie van ruimtelijke ontwikkelingen op een aantal knopen die goed bereikbaar zijn met de fiets en met het openbaar vervoer. Ook nieuwe grootschalige woningbouwontwikkelingen zoals de Waalsprong moeten goed ontsloten worden voor fiets, openbaar vervoer en auto. Voor bedrijventerreinen geldt dat deze zoveel mogelijk aan de rand van de stad worden gesitueerd met goede verbindingen naar de rijkswegen. Transferia worden op strategische plekken aan de rand van de stad gerealiseerd waar overstappen op het Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) mogelijk is. Bij elke geplande nieuwe ontwikkeling wordt onderzocht wat de effecten zijn op de bereikbaarheid. Dat kan leiden tot extra maatregelen, de keuze voor een andere locatie of in het meest extreme geval tot het niet doorgaan van de ontwikkeling. Tenslotte richt het beleid zich op maatregelen die leiden tot een betere benutting van de bestaande infrastructuur en het stimuleren van duurzame vervoerswijzen. Waar al deze maatregelen onvoldoende soulaas bieden, komt het vergroten van de capaciteit als optie in beeld.
42
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Na de realisatie van de tweede stadsbrug (De Oversteek) eind 2013 zal de verkeersstructuur in de stad ingrijpend veranderen. Hierdoor en door de maatregelen op het rijkswegennet (verbreding A50) zal de doorstromingsproblematiek verschuiven van het gebied ten noorden van de Waal naar de zuid- en westflank van de stad. In het gebied ten zuiden van de Waal en ten oosten van het Maas-Waalkanaal is nu al sprake van hoge verkeersdruk. De ruimtelijke mogelijkheden om nieuwe infrastructuur te bouwen zijn hier beperkt. De aanleg van De Oversteek wordt door de gemeente Nijmegen aangegrepen om door dynamisch verkeersmanagement het verkeer beter te beheersen en de doorstroming te verbeteren.Omdat Nijmegen dan twee rivierovergangen heeft, wordt het verkeerssysteem flexibeler. Autoverk eer Een goede bereikbaarheid van Nijmegen per auto is in de eerste plaats gediend met een goede en betrouwbare afwikkeling van het verkeer op de autosnelwegen rondom de stad. Het is van groot belang dat deze autowegen goed functioneren. Er is dan namelijk geen noodzaak om dóór Nijmegen te rijden als je niet ín Nijmegen moet zijn. Al het doorgaande verkeer gaat buiten de stad om, terwijl het bestemmingsverkeer de stad vanuit de beste windrichting kan benaderen. Binnen de stad hanteren we 3 beleidslijnen: doorstromen, doseren, overstappen. Doorstromen: met de bouw van De Oversteek ontstaan meer mogelijkheden om het verkeer te spreiden en kunnen we beter bijsturen in geval van calamiteiten. Het is een goed alternatief voor een deel van de verplaatsingen, die nu nog door het centrum gaan. De gemeente zet in op een goede doorstroming van het verkeer in de stad en ontwikkelt daarvoor de "Groene Route" (zie afbeelding): dit is een aaneengesloten route waarop de doorstroming optimaal is.
Doseren: als de doorstroming op deze route op piekmomenten onder druk staat, wordt het verkeer op de invalswegen naar de route toe “gebufferd”. De gemeente zet zwaar in op dynamisch verkeersmanagement: we monitoren het verkeer en waar nodig sturen we bij. Zo krijgen we steeds meer grip op verkeer. Overstappen: ten noorden, zuiden en westen van Nijmegen bieden we transferia aan waar automobilisten kunnen overstappen op het openbaar vervoer of de (elektrische) fiets. Tot in 2013 De Oversteek gereed is, zal de bereikbaarheid van de (binnen)stad onder toenemende druk staan. Ook omdat de aanpak van de wegen in de Waalsprong tijdelijk de doorstroming kan beperken. Ook na 2013 zijn er nog werkzaamheden die de bereikbaarheid
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
43
beïnvloeden, zoals de Dijkteruglegging en het groot onderhoud aan de Waalbrug. Daarom zal voor het autoverkeer in sterke mate worden aangestuurd op het zo goed mogelijk managen van de verkeersstromen en het stimuleren van het spitsmijden. 4.6.2
Groenewoud-Kwakkenberg
Groenewoud Kwakkenberg ligt aan de oostzijde van Nijmegen, waar niet de grootste knelpunten op het gebied van bereikbaarheid liggen. Het gebied ligt niet aan de Groene Route. De Berg en Dalseweg is een belangrijke toegangsweg naar Nijmegen, maar is in de nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar niet aangemerkt als invalsweg of verdeelweg. Openbaar vervoer Het OV moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het verbeteren van de bereikbaarheid van Nijmegen en haar knooppunten. Het streven is een toename van het gebruik van het OV. De kracht van het OV ligt vooral bij zoveel mogelijk gebundelde vervoersstromen. De bestaande spoorwegen vormen de ruggengraat van het OV. Om regionale verplaatsingen beter te kunnen bedienen, wordt StadsregioRail ontwikkeld. StadsregioRail voorziet in meer regionale treinen per uur en extra stations op de verbinding tussen Duiven, Arnhem, Nijmegen en Wijchen. In aanvulling hierop wordt een netwerk van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) ontwikkeld. Het HOV bedient de belangrijkste knooppunten en bestemmingen in Nijmegen en omgeving en is vooral geschikt voor afstanden tussen de 3 en 10 kilometer. De stadsregio heeft zes te ontwikkelen regionale HOV-lijnen vastgelegd, waarvan er vier liggen op Nijmeegs grondgebied. Als eerste zal de lijn Heijendaal - Nijmegen Centraal - Centrum - Waalsprong (Bemmel-Elst) worden ontwikkeld. Voor deze verbinding wordt op langere termijn gestreefd naar een tramverbinding, die wordt doorgetrokken naar Bemmel en aansluit op de verbinding Arnhem - Huissen - Bemmel - Nijmegen. De andere twee HOV-lijnen lopen van Nijmegen Centraal Station, via Plein '44 naar Beuningen en van de Waalsprong naar Nijmegen-Dukenburg. Het HOV-lijnennet gaat de knooppunten, transferia en omliggende woongebieden met elkaar verbinden. Hiervoor is ook het normale, onderliggende lijnennet van belang voor de verbinding van de knopen met de wijken en de wijken onderling. De fijnmazigheid van een openbaar vervoer netwerk is van belang voor de bereikbaarheid, maar zorgt er ook voor dat het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief is voor de auto. Groenewoud Kwakkenberg wordt bediend via lijn 8, die rijdt via de Oude Kleefsebaan – Kwakkenbergweg – Sophiaweg – Hengstdalseweg. Er zijn geen plannen om deze buslijn aan te passen omdat deze lijn op de beste manier dit deel van Nijmegen Oost bedient. Langzaam verk eer In Nijmegen liggen veel bestemmingen op korte afstand van elkaar. De fiets is hier vaak een goed alternatief voor de auto. Van alle korte ritten (tot 7,5 kilometer) wordt 37% per fiets afgelegd. Dit percentage willen we laten toenemen, ook vanwege de toenemende populariteit van elektrische fietsen. De gemeente gaat daarom de komende jaren door met het opwaarderen van het fietsroutenetwerk en het realiseren van snelfietsroutes op de belangrijkste verbindingen. Snelfietsroutes zijn doorlopende en aantrekkelijke fietsroutes dwars door de stad, die woonlocaties verbinden met belangrijke stedelijke bestemmingen, ook vanuit de regio. Snelfietsroutes zijn zo direct mogelijk en bieden de fietser extra kwaliteit in de vorm van doorstroming (voorrang, minder oponthoud, groen bij verkeerslichten), vlakke verharding en aantrekkelijkheid (autoluw, schone lucht, sociale veiligheid, omgeving). Door de snelfietsroutes willen wij meer forenzen op de (elektrische) fiets krijgen. Ook werken wij de komende jaren aan de rest van het fietsnetwerk. Naast de hoofdfietsroutes moet het fietsverkeer aantrekkelijker worden door de inrichting van parallelle (schone lucht) routes en fijnmazige verbindingen door de verblijfsgebieden. Een fijnmazig fietsnetwerk is belangrijk, omdat de fiets een belangrijk onderdeel moet gaan uitmaken van de vervoersketen, het verwisselen van vervoerssysteem, bijvoorbeeld van fiets op trein. Minstens zo belangrijk als goede fietsverbindingen zijn tenslotte goede en veilige stallingen. Door Groenewoud Kwakkenberg lopen geen snelfietsroutes, maar de Sophiaweg en Kwakkenbergweg zijn wel belangrijke fietsroutes. Op deze wegen zijn fietsstroken aanwezig.
44
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Park eren De gemeenteraad heeft recent een Parkeernota en een (nieuwe) Nota Parkeernormen vastgesteld. De nota Parkeernormen is gebaseerd op de CROW-kencijfers. In deze nota staat ook het beleid beschreven ten aanzien van dubbelgebruik, afwijkingen en ontheffingsmogelijkheden. In Groenewoud- Kwakkenberg zijn geen parkeerproblemen bekend. Verk eersveiligheid We willen een duurzaam veilig verkeerssysteem. We streven naar grote verblijfsgebieden waar een maximum snelheid geldt van 30 km/h. Op een aantal gebiedsontsluitingswegen geldt een snelheid van 50 km/h om daar het verkeer vanuit de wijk snel te kunnen afwikkelen. In Groenewoud-Kwakkenberg zijn de Sophiaweg en de Kwakkenbergweg gebiedsontsluitingsweg met een maximum snelheid van 50 km/h. In het nieuwe mobiliteitsbeleid blijft deze status gehandhaafd. De overige wegen in het gebied zijn en blijven 30 km/h. Expeditieverk eer Op het gebied van (beroeps)goederenvervoer streeft Nijmegen naar een marktconform beleid, waarbij de overheid de randvoorwaarden schept om de markt tot kwalitatieve oplossingen te verleiden. Het streven is om tot een reductie van het aantal verkeersbewegingen te komen en daarbij zowel CO2-reductie als een gezonde businesscase te realiseren. Dit wordt bereikt door transportbedrijven die voorop durven lopen extra te belonen in de vorm van specifieke privileges. Daarnaast is ook afstemming op regionaal niveau van belang. Dit gebeurt door continue afstemming met de markt en omliggende gemeenten (vooral Arnhem). De gemeente Nijmegen werkt mee aan het stimuleringsprogramma Lean & Green en kent tenslotte ook nog de Groene Hub. Dit is een project voor het verduurzamen van het goederen- en busvervoer. In dit project zorgen deelnemers uit de regio Arnhem-Nijmegen ervoor dat lokaal opgewekt groen gas gebruikt wordt voor het openbaar vervoer. Brandweerbereik baarheid Het is van groot belang dat de brandweer snel en betrouwbaar bij alle panden kan komen. Er zijn ons geen huidige knelpunten bekend. Als die er wel zijn of zich ontwikkelen, dan wordt dit in een apart traject opgepakt. 4.6.3
Juridische vormgeving
Verkeer De bestemming Verkeer is opgenomen in de beheersverordening voor wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing (waaronder terrassen), verkeerswegen (waaronder busbanen, fietsen voetpaden), openbaar vervoer, kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. De spoorlijn Nijmegen - Venlo en de bijbehorende gronden zijn voorzien van de bestemming Verkeer-railverkeer. Aanduiding Brug Voor de brug over de spoorlijn Venlo-Nijmegen (station Heyendaal, Heyendaalseweg) is binnen de bestemming Verkeer de aanduiding brug opgenomen. Ter plaatse van de aanduiding 'brug' is een brug met bijbehorende toe- en afritten toegestaan; Aanduidingen park eergarage, park eerterrein en ontsluiting Binnen de bestemming Gemengd is parkeren ten behoeve van de binnen de bestemming toegestane functies toegestaan. De aanduiding 'p' is opgenomen voor terreinen die specifiek zijn bestemd voor parkeren. Dit is bijvoorbeeld het geval aan de Kwakkenbergweg 62 (hoek Sophiaweg). Voor deze locatie is ook een aanduiding 'os' (ontsluiting) opgenomen. De aanduiding 'pg' is opgenomen voor een (ondergrondse) parkeergarage aan de Groenewoudseweg 313-317 (tandartsenpraktijk).
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
45
4.7
Groen en Water
4.7.1
Groen
Algemeen Op het gebied van groen gelden verschillende beleidslijnen en wettelijke regels. Deze worden hieronder kort beschreven. Flora- en Faunawet De Flora- en Faunawet beschermt een groot aantal soorten dieren en planten. Deze mogen onder meer niet worden gedood, verjaagd, gevangen of verontrust. In de Flora- en Faunawet is een zogenaamde “algemene zorgplicht” opgenomen, die van toepassing is op alle planten en dieren of ze wettelijk beschermd zijn of niet. Schadelijke activiteiten voor planten en dieren moeten in alle gevallen zoveel mogelijk worden voorkomen. De zorgplicht is met name van toepassing op ruimtelijke ingrepen en is derhalve niet aan de orde in het bestemmingsplan omdat er geen ontwikkelingen plaatsvinden. Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Een groot deel van het gebied ligt binnen de Ecologische Hoofdstructuur waardoor er zorgvuldig met het groen en de natuurwaarden omgegaan dient te worden. Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden. Er zijn in een EHS-gebied in beginsel dus geen ruimtelijke ontwikkelingen toegestaan. Het gebied leent zich goed voor een regeling in een conserverend bestemmingsplan. Zie voor de ligging van de EHS onderstaande globale weergave op de kaart.
De Groene Draad Het groenplan De Groene Draad (2007) heeft in Nijmegen de status van een groenstructuurplan. Dit beleidsplan maakt het mogelijk om actief te sturen op ontwikkelingen op het gebied van groen in de stad. Daarnaast biedt het handvatten om groen een sterke positie te geven binnen de dynamiek van de stedelijke ontwikkelingen. In het groenplan is beschreven hoe we omgaan met het bestaande groen en welke randvoorwaarden belangrijk zijn. Voor alle wijken zijn de karakteristieke kenmerken van het wijkgroen beschreven, die als toetsingskader dienen voor plannen en ontwikkelingen in de stad. Ook is gekeken naar de behoefte of kansen voor het groen in de wijk. Handboek Stadsbomen Het Handboek Stadsbomen vormt een nadere uitwerking van De Groene Draad voor de
46
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
instandhouding en ontwikkeling van ons bomenbestand. Dit Handboek vormt tevens een toelichting op de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV), waarin de regels ten aanzien van bomen en groen zijn vastgelegd. Het Handboek is daarmee het kader voor inrichtingsplannen en beheerplannen voor de openbare ruimte waar het bomen betreft. Het Handboek Stadsbomen heeft betrekking op alle bomen binnen de gemeentegrenzen, inclusief bomen op particulier terreinen. Voor een beperkt aantal gebieden binnen de gemeentegrens is de Boswet van kracht, omdat ten aanzien van deze houtopstanden de beschermingskaders (meldingsplicht, herplantplicht en kapverboden) beter aansluiten bij de aard van het gebied (bos) en de functie (natuur/recreatie). In het Marienbosch is dit het geval. Als de plek waar nu een bos-of natuurgebied ligt nodig is voor andere functies, dan dient dat wat verdwijnt weer moet worden hersteld volgens de richtlijn compensatie natuur en bos (1998) van de provincie Gelderland. In de rest van de Kwakkenberg en Groenewoud is de APV van toepassing Natuurwaardenk aart De wijze waarop in Nijmegen omgegaan wordt met de natuurwetgeving is uitgewerkt in de Richtlijn Natuur, die doorvertaald is naar de Natuurwaardenkaart (2005). Op basis van deze kaart kan een inschatting gemaakt worden in hoeverre binnen een gebied beschermde en bedreigde planten- en diersoorten voorkomen. Groenewoud-Kwak k enberg Kwak k enberg De Kwakkenberg ligt op de bosrijke overgang met het buitengebied waarvan delen behoren tot de Ecologische Hoofdstructuur. De Kwakkenberg is een villawijk met een open verkaveling op grote percelen, gelegen rond een 70 meter hoog plateau. Het is het dunst bevolkte gebied van Nijmegen. Gedurende een lange periode zijn er mondjesmaat woningen gebouwd in het bos. Door deze geleidelijke ontwikkeling is in de wijk een grote diversiteit aan bouwstijlen en bouwperioden te vinden. De villa's zijn op zichzelf staande objecten met een eigen karakteristiek, het bos vormt de binding van de wijk. Mariënboom Het groen van Mariënboom strekt zich uit vanaf het bosgebied de Vier Perken tot aan het nieuwe woongebied de Limos. Binnen dit gebied ligt de begraafplaats Rustoord, een sportcomplex, de speeltuin de Leemkuil, landgoed de Villandry en het landgoed Mariënbosch. Het bosrijke karakter overheerst in dit gebied. De bosgebieden worden hoog gewaardeerd in Nijmegen en moeten zo min mogelijk verder verdicht worden omdat dit het boskarakter teveel aantast. Een deel van het gebied valt onder het regime van de Boswet waardoor het totale areaal aan bos behouden moet blijven. Groenewoud Groenewoud is een ruime, uitgesproken groene wijk. Dit komt vooral door de aanwezigheid van de groene, open ruimte ten zuiden van de d'Almarasweg, het tennispark in de Van Haapstraat, de kloostertuin van het Albertinum en de vele particuliere tuinen in de wijk. Het gemeentelijk openbare groen binnen de wijk is beperkt tot enkele plantsoenstroken en typerende kleine plantsoenvakken. De inrichting is functioneel en helder en kent over het algemeen weinig problemen. Op initiatief van een aantal bewoners is een braakliggend terrein omgetoverd tot een speel- en ontmoetingsplek voor de hele wijk. Er is geen duidelijk herkenbare bomenstructuur. Aan de randen van de wijk liggen twee grote groengebieden die slecht benut kunnen worden; Albertinum en Park Brakkenstein. Het Albertinum is particulier eigendom en op dit moment niet toegankelijk voor de buurtbewoners. Tussen de wijk en het park Brakkenstein is de spoorlijn een barrière. Het parkje Groene Perron parallel aan de spoorlijn, lopend vanaf de St. Annastraat tot aan de Heyendaalseweg, is aangelegd als compensatie voor het groen dat moest verdwijnen voor de busbaan in de spoorkuil. Dit parkje is een welkome aanvulling op het openbare groen in de wijk. Mariënboom en Kwakkenberg behoren tot de hoofdgroenstructuur bos/natuur, zie voor de
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
47
ligging van deze gebieden (weergegeven met donkergroen) onderstaande kaart. Tot het vlakgroen van stedelijk niveau (lichtgroen) behoort de begraafplaats, het groen aan de Postweg en het Groen Perron. Albertinum is onderdeel van groen op wijkniveau (blauw).
Tot de primaire hoofdbomenstructuur behoren de bomen aan de Groesbeekseweg, Groenewoudsweg, Postweg (tussen Groesbeekseweg en Gelderselaan), Heijendaalseweg, Sophiaweg, Berg en Dalsweg. Tot de secundaire hoofdbomenstructuur behoren de bomen aan de Postweg, Kwakkenbergweg, Luciaweg en Eleonoraweg, Marienboomsweg, Bosweg, D'Almarasweg. Tot de bomenstructuur op wijkniveau behoren de bomen aan de Willem Schiffstraat, van Haapsstraat, Valkenburgseweg, Adrianaweg, Catharinaweg, Paijensweg. De kwaliteit van de standplaats en het beheer van de bomen van de primaire hoofdbomenstructuur moet zodanig zijn dat deze tenminste 80 jaar in goede conditie blijven. Voor bomen van de secundaire hoofdbomenstructuur en de wijkstructuur is dat 50 jaar. Zie voor de ligging van deze structuren onderstaande kaart.
Aanleg aarden wal ten behoeve van Marienbosch (Groesbeek seweg 351) Een aantal bewoners van Sophiaweg (tegenover Marienbosch) willen graag een aarden wal opgenomen zien in de bosbestemming teneinde het verkeer van en naar de parkeerplaats zoveel mogelijk af te schermen (qua geluid en licht) van de woningen. Ten behoeve van de aanleg van deze aarden wal is door Natuurbalans/Limes divergens, adviesbureau voor natuur en landschap, een ecologisch advies uitgebracht. Uit het advies
48
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
blijkt dat de aanleg van een aarden wal mogelijk is. De bosstrook tussen Marienbosch en de Sophiaweg wordt vooral gedomineerd door soorten als: tamme kastanje, zomereik, wintereik, Amerikaanse eik, beuk, esdoorn en acacia met enige ondergroei van onder andere kardinaalsmuts, vuilboom, vlier, rodondendron, braam en klimop. Met de aanleg van de aarden wal wordt het bestaande relief extra geaccentueerd. Door op de aarden wal bovendien jonge bomen en struiken in te planten, wordt de structuurvariatie in de bosstrook vergroot. De aanleg van de aarden wal met inplant van jonge bomen en struiken is gunstig voor de horizontale gelaagdheid van het bos, voor bosverjonging en voor soorten die gebaat zijn bij dekking, zoals bijvoorbeeld bosvogels en vleermuissoorten. De bestaande bomen blijven gehandhaafd. Sterfte van bomen die in de aarden wal komen te liggen is onwaarschijnlijk. 4.7.2
Juridische vormgeving
Bos De bestemming Bos is toegewezen aan gebieden met: een boskarakter; (beperkte) natuurlijke en landschappelijke waarden; een combinatie met andere functies, waarbij het boskarakter en het landschap stedenbouwkundige waarden zijn. Binnen de bestemming Bos is slechts beperkt bebouwing mogelijk. Daarnaast moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd om bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, te kunnen uitvoeren (waaronder het kappen van bomen). Ten behoeve van de aanleg van de aarden wal is binnen de bestemming Bos de aanduiding (specifieke vorm van bos-aarden wal) opgenomen. Groen De in het gebied voorkomende grotere groenvoorzieningen (niet zijnde bermen en/of andere ondergeschikte groenelementen binnen de weginrichting of groen met landschappelijke en/of natuurlijke waarden) zijn voorzien van de bestemming Groen. Binnen de bestemming Groen zijn groenvoorzieningen, waterpartijen, fiets- en voetpaden toegestaan. Daarnaast zijn op basis van de aanvullende bepaling "(Bouw)werken ten algemene nutte" tevens straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, transformatorhuisjes e.d. toegestaan. Op grond van de begripsbepaling van straatmeubilair behoren dan ook bijvoorbeeld beeldende kunst, speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, afvalinzamelsystemen en reclameobjecten tot de mogelijkheden. In de bestemming Groen zijn wegen en parkeervoorzieningen niet toegestaan. Nationaal landschap Voor het Nationaal Landschap is een gebiedsaanduiding Waarde-Nationaal Landschap opgenomen in het bestemmingsplan. De gebiedsaanduiding nationaal landschap heeft het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van het gebied, zoals vastgelegd in de streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten waardevolle landschappen", ten doel. 4.7.3
Water
Algemeen Voor het totale waterbeleid wordt de term Integraal Waterbeheer gebruikt, met een onderscheid in het watersysteem en de waterketen. Het watersysteem omvat grofweg de cyclus van het regenwater, oppervlaktewater, grondwater en de bijbehorende leefgemeenschappen. De waterketen omvat het menselijk ingrijpen hierin: grondwateronttrekking, de bewerking tot drinkwater, distributie en gebruik, inzameling afvalwater via het riool, waterzuivering en uiteindelijk de lozing op het oppervlaktewater.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
49
Voor zowel onderdelen van het watersysteem als onderdelen van de waterketen kan het van belang zijn dat deze een bestemming of dubbelbestemming krijgen in het bestemmingsplan. Dat geldt bijvoorbeeld voor oppervlaktewater, overstortvijvers, infiltratievoorzieningen (wadi's), waterkeringen en grondwaterbeschermingsgebieden. Ook moet in het bestemmingsplan rekening worden gehouden met zaken die geen eigen bestemming hebben, maar wel van belang zijn voor de voorschriften. Bijvoorbeeld als er een rioolpersleiding ligt, waarboven niet gebouwd mag worden of als er een belangrijk transportriool ligt. Hieronder volgt een korte beschrijving van de geldende wettelijke regelingen en beleidslijnen. Waterwet De Waterwet uit 2009 integreert en moderniseert een achttal bestaande wetten en regelt het beheer van het oppervlaktewater en grondwater en verbetert ook de samenhang tussen het waterbeleid en de ruimtelijke ordening. De Waterwet maakt de taken en bevoegdheden van de verschillende overheden (Waterschap, Rijkswaterstaat, provincie en gemeente) duidelijk. Door de Waterwet hoeven er geen afzonderlijke vergunningen meer te worden aangevraagd op basis van verschillende wetten, maar nog slechts één watervergunning. Waterbeheerplan 2010-2015 Het Waterbeheerplan beschrijft op hoofdlijnen de watertaken van het Waterschap Rivierenland op het gebied van waterkering, waterkwantiteit, waterkwaliteit en de zuivering afvalwater. Ook wordt een doorkijk gegeven naar het jaar 2027 in verband met de doelstellingen voor de waterkwaliteit (Europese Kader Richtlijn Water). Voor de waterketen voert het waterschap specifieke optimalisatietrajecten uit samen met de gemeente en Rijkswaterstaat. Ook is een afvalwaterakkoord tussen de partijen afgesloten. Doel van het waterschap is het zoveel mogelijk weren van schoon regenwater en gebiedsvreemd (grond)water uit de riolering. Hierdoor wordt overbelasting van de rioolwaterzuiveringsinstallaties en overstorten naar het oppervlaktewater worden voorkomen. In het stedelijke gebied lopen gezamenlijke acties voor de vergroting van de waterberging en de aanleg van natuurvriendelijke oevers in het kader van het waterplan Nijmegen 2001. De belangrijkste beleidswijziging hierin is een andere waterbergingsnorm voor bestaand en nieuw stedelijk gebied. Dit moet in de watertoets worden meegenomen. Doelstelling van het waterschap is om haar beheersgebied in 2015 klimaatbestendig te hebben op basis van de huidige klimaatscenario's. Waterplan 2001 Het Waterplan van de gemeente Nijmegen vormt voor de waterpartners de inhoudelijke en procesmatige basis voor de samenwerking aan een duurzame waterketen, een gezond veerkrachtig watersysteem en een aantrekkelijke leefomgeving tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Belangrijke doelstellingen zijn: Optimalisatie van de waterbeheerketen samen met de waterpartners. Gezond maken van de stadswateren Afkoppelen van regenwater op een liefst zichtbare wijze Bevordering van het waterbewustzijn bij de Nijmegenaren. Groenewoud Kwakkenberg Nijmegen is gelegen op de overgang van de stuwwal naar het lager gelegen poldergebied. Boven op de stuwwal ligt de grondwaterstand 10 tot 50 meter onder het oppervlak. Regenwater dat hier op het onverhard oppervlak valt, zakt na verloop van tijd weg in de ondergrond. Het zand van de stuwwal 'filtert' het water, waardoor in de diepere lagen schoon grondwater voor de drinkwatervoorziening beschikbaar komt (Heumensoord). Op de stuwwalhelling is geen oppervlaktewater aanwezig. Het gebied direct ten oosten van het Maas-Waalkanaal kan worden gezien als het overgangsgebied van hoog naar laag en kent sterk wisselende grondwaterstanden. Ondoordringbare kleilagen in de bodem belemmeren plaatselijk het wegzakken van regenwater, waardoor het water in de tuinen kan blijven staan. Het lage deel van Nijmegen is gelegen in Dukenburg en Lindenholt en in de Waalsprong. In deze voormalige
50
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
poldergebieden zijn de grondwaterstanden hoger en is veel oppervlaktewater in de vorm van vijvers aanwezig. In het gebied Groenewoud-Kwakkenberg ligt één regenwater-/rioleringssysteem, dat voornamelijk ondergronds ligt. Het afvalwatersysteem is een gemengd rioolsysteem, dat op de meeste plaatsen ook het regenwater afvoert. Op sommige plaatsen verdwijnt het regenwater ook rechtstreeks de omliggende natuur in. Van enkele wegen wordt het regenwater via goten afgevoerd naar verticale infiltratievoorzieningen (Kwakkenbergweg) of naar horizontale infiltratievoorzieningen (Broerdijk en Sophiaweg naast het benzinestation aan de Berg en Dalseweg). Een aantal straten is dus afgekoppeld, maar deze voorzieningen worden niet bestemd. Onder de Eversweg ligt een persrioolleiding die bestemd moet worden. Verder laten de afvoermodellen zien dat er veel regenwater wordt vervoerd in een groot transportriool onder de van Haapsstraat. Dit is regenwater dat van de helling van de Groesbeekseweg afstroomt naar het westen de wijk Groenewoud in. Dit riool transporteert het verder naar het westen en komt uiteindelijk uit in de overstortvijver Houtlaan. Ook dit riool in de van Haapsstraat moet bestemd worden. Grondwaterbeschermingsgebied Een klein gedeelte van het gebied, ten zuiden van de Groesbeekseweg ligt in het grondwaterbeschermingsgebied. Dit betekent dat voorgenomen activiteiten getoetst moeten worden aan de criteria volgens het stand-still/step forward beginsel. In de Provinciale Milieuverordening (PMV) is voor grondwaterbeschermingsgebieden het beleid "Stand still/step forward" voor stedenbouwkundige ontwikkelingen opgenomen. Daarmee wordt bedoeld dat er geen verslechtering mag plaatsvinden van de huidige grond-waterkwaliteit/kwantiteit rondom het grondwaterbeschermingsgebied door bouwplannen. 4.7.4
Juridische vormgeving
Grondwaterbeschermingsgebied Het grondwaterbeschermingsgebied behoeft een specifieke juridische bescherming ook al worden er in het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. In het bestemmingsplan is de aanduiding met regels Milieuzone-Grondwaterbescherming opgenomen. Deze aanduiding met regels doet geen afbreuk aan de in de andere geldende bestemmingen geboden bouwmogelijkheden, maar er is wel een verbod opgenomen om bepaalde werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning . De aanduiding is bedoeld om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan of een verbetering te bewerkstelligen. Leiding- Riool Met deze dubbelbestemming zijn de hoofdriolen aangegeven. Rondom de riolen is een strook van 4 meter aangehouden. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van het riool hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. De gemeente is de beheerder van deze riolen.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
51
4.8
Archeologie en cultuurhistorie
4.8.1
Archeologisch beleid
Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: "Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen". Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007). Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is hiermee in overeenstemming en gericht op het zoveel mogelijk ontzien van het bodemarchief. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die mede als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen. Een goede bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Hiervoor is door de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld, waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en gebieden met hun archeologische waardering zijn aangegeven. Tenslotte geldt dat een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht dit binnen drie dagen te melden (artikel 53 Monumentenwet 1988)bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. 4.8.2
Groenewoud-Kwakkenberg
Enkele jaren geleden is het tracé van een Romeinse waterleiding ontdekt. Dit aquaduct dat liep van Groesbeek naar Nijmegen voorzag het legerkamp op de Hunerberg van drinkwater. Het ca. 5 kilometer lange tracé is in het huidig landschap nog herkenbaar als een stelsel van dijkjes, dalen en geulen. De minister van OCW heeft in totaal vijf delen van het tracé aangewezen als monument (vier van de vijf liggen op het grondgebied van Groesbeek). Eén daarvan is de geul of greppel die door Marienbosch loopt. De droge greppel was hier ooit drie meter diep; op de bodem lag waarschijnlijk een houten goot waardoor het water werd getransporteerd. Het perceel in Marienbosch wordt aangeduid op de plankaart, maar krijgt geen dubbelbestemming ter bescherming van de archeologische waarde. De bescherming van het monument wordt geregeld door de Monumentenwet 1988. Voor een wijziging van het monument dient altijd een vergunning te worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Het verdere verloop van het tracé van het aquaduct gaat via de Broerdijk en Broerweg. Een groot deel van het plangebied ligt in een zone van zeer hoge archeologische waarde (waarde 3) vanwege waardevolle archeologische resten uit de Romeinse tijd. Hier zijn sporen te verwachten van de militaire aanwezigheid van de Romeinen in de 1e en 2e eeuw na Chr. Terreinen en percelen die in deze zone liggen krijgen een dubbelbestemming. Uitgangspunt is behoud in situ via planaanpassing of inpassing van de archeologische resten. Indien behoud niet mogelijk is, dienen alle werkzaamheden in de bodem die dieper gaan dan 30cm -
52
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
maaiveld te worden voorafgegaan door archeologisch onderzoek. Er gelden specifieke bouwen aanlegvoorschriften. Het perceel ligt tevens in het in 1988 door de gemeenteraad aangewezen archeologisch aandachtsgebied. Conform het raadsbesluit d.d. 6 juli 1988 (voorstel 201/1988) zijn particulieren en partijen gehouden medewerking te verlenen aan het (laten) verrichten van archeologisch onderzoek. Een deel van het plangebied ligt in een zone met van archeologisch belang (waarde 2). Hier kan het tracé van de romeinse weg naar Cuijk worden aangetroffen. In verband hiermee worden terreinen of percelen in deze zone voorzien van een dubbelbestemming. Aan werkzaamheden in de bodem die dieper gaan dan 30cm - maaiveld kunnen voorwaarden worden verbonden voor de uitvoering van archeologisch onderzoek. Er gelden specifieke bouwen aanlegvoorschriften. Een deel van het plangebied ligt in een zone met een nader te onderzoeken archeologisch belang. Voor deze archeologische waarde wordt in het bestemmingsplan niets geregeld, maar mogelijk zullen aan deze waarde in de nabije toekomst via een erfgoedverordening archeologische maatregelen kunnen worden gekoppeld. 4.8.3
Juridische vormgeving
Het plangebied Groenewoud-Kwakkenberg kent 4 archeologische waarden: de waarde 1 waarvoor in de beheersverordening niets wordt geregeld, en de waarden 2 en 3, waarvoor een dubbelbestemming wordt opgenomen. Daarnaast heeft de minster van OCW onlangs in Marienbosch een deel van het tracé van het Romeinse aquaduct als een archeologisch rijksmonument aangewezen op basis van de Monumentenwet 1988. 4.8.4
Cultuurhistorie
Rijksbeleid Cultuurhistorie speelt een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van ons land. Het geeft identiteit en kwaliteit aan een gebied. Om deze redenen heeft het rijk de beleidslijn ingezet om cultuurhistorie onderdeel te laten zijn van het afwegingskader bij het opstellen van bestemmingsplannen. Deze beleidslijn is verwoord in de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg uit 2009 en heeft geleid tot wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) sinds 1 januari 2012. Met het gewijzigde Bro zijn gemeenten wettelijk verplicht cultuurhistorie deel uit te laten maken van het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het rijk vraagt hiermee aan gemeenten om bij het opstellen van bestemmingsplannen, projectafwijkingsbesluiten en beheersverordeningen cultuurhistorische gebouwen, objecten en structuren te inventariseren en daaraan conclusies te verbinden en in het bestemmingsplan te verankeren. De Monumentenwet 1988 vormt de basis voor de monumentenzorg. Rijksmonumenten worden op basis van deze wet aangewezen. Gemeentelijk beleid Het gedachtengoed uit de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg, dat cultuurhistorie een belangrijke drager is voor ruimtelijke ontwikkelingen en als inspiratiebron gebruikt kan worden, komt voort uit het landelijke Belvedere-beleid, verwoord in de Nota Belvedere uit 1999. Het Belvedere gedachtengoed is de basis geweest voor de gemeentelijke Kadernota Beeldkwaliteit (2003). Deze nota beschrijft wat de ingrediënten zijn voor de typisch Nijmeegse beeldkwaliteit en hoe de gemeente deze wil stimuleren. De bijzondere historische gelaagdheid van de Nijmeegse identiteit is daarbij van uitzonderlijk belang. Door de cultuurhistorie ontwikkelingsgericht in te zetten als ontwerpinstrument kunnen specifieke kwaliteiten en waarden van een plek worden aangegrepen om een nieuw plan te verankeren binnen het 'verhaal van de stad'. De gemeentelijke monumentenverordening is de basis voor de gemeentelijke monumentenzorg. Hierin staat aan welke criteria een object moet voldoen om voor
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
53
bescherming in aanmerking te komen. 4.8.5
Groenewoud-Kwakkenberg
Het gebied van Groenewoud en de Kwakkenberg heeft een rijke geschiedenis, die nog op veel plekken zichtbaar is. De Groesbeekseweg en Berg en Dalseweg waren oude uitvalswegen vanaf de stad Nijmegen. De Postweg-Groenewoudseweg, die grotendeels samenviel met de landweer, was lange tijd de grens van het Nijmeegse Schependom. Ten zuiden van deze weg lag het Nederrijkswald. Voor de zeventiende eeuw waren er al delen van het Nederrijkswald ten zuiden van de Postweg-Groenewoudseweg ontgonnen, zoals vermoedelijk de ontginning bij de Valenbaart (naam voor het eerst vermeld in 1561). Vroeg zestiende-eeuwse ontginningen betreffen hoeve Mariënboom, gelegen iets ten zuiden van Valenbaart, De Driehuizen en de Averdens Camp, gelegen in de hoek Nijmeegsebaan-Sionsweg. Het gebied ten westen van de Groesbeekseweg, waarin De Driehuizen en Mariënboom zijn gelegen, behoorde reeds in de zestiende eeuw tot het Schependom Nijmegen. Het gebied ten oosten van de Groesbeekseweg was in deze tijd nog eigendom van de waldgraaf. De eerste grootschalige ontginningen van het Nederrijkswald ten zuiden van de Postweg-Groenewoudseweg dateren van 1645-1665, waaronder een groot gebied ten oosten van de Groesbeekseweg, aansluitend op Mariënboom, en het gebied tussen de Postweg en huidige Kwakkenbergweg. De betreffende percelen werden afgesplitst van het domein Nederrijkswald. Het gebied ten oosten van de Groesbeekseweg kwam binnen het Nijmeegse Schependom te liggen. Het gebied tussen de Postweg en de Kwakkenbergweg was eigendom van de heer van Ubbergen. Op de percelen werden boerderijen gesticht. Een aantal van deze boerderijen diende ook als buitenplaats of landgoed van de eigenaar. De meeste grondbezitters waren gegoede burgers en militairen uit Nijmegen. Mariënboom, Ketelenberg, Valenbaart, Groenewoud en Gelders Hof zijn buitenplaatsen die in het Schependom Nijmegen lagen. In de achttiende eeuw werd een aantal langoederen uitgebreid of verfraaid met onder andere beuken- en dennenlanen, vruchtenboomgaarden, exotische aanplantingen, vijvers en tuinen. Het landgoed Mariënboom is ontstaan als middeleeuwse ontginningshoeve, gesticht vanuit het Nijmeegse Broerenklooster. In de zestiende eeuw stond bij de hoeve een kapel, die in 1605 is afgebroken. Het buitenhuis, vermoedelijk vanaf het midden van de zeventiende eeuw aanwezig, lag op de plaats van het huidige monumentale huis Oud-Mariënboom. In de zeventiende eeuw was het huis eigendom van de burggraaf van Nijmegen. Het huidige Oud-Mariënboom is in 1822 gebouwd in opdracht van Frederik Willem van Nyvenheim. Begin zestiende eeuw was er ten noorden van de Postweg huis Hackfort gesticht, waarschijnlijk door de Nijmeegse burgemeester Hendrick Hackfort (1517-1523). Begin achttiende eeuw is ongeveer ter plaatse van dit huis de buitenplaats Berglust gesticht. In 1799 werd Berglust met omgeving gekocht door de familie Quack. De Kwakkenberg is naar deze familie genoemd. Het huis 'Gelders Hof' wordt voor het eerst begin achttiende eeuw genoemd. Het betrof destijds een klein buitenhuis. De huidige villa is in 1850 gebouwd door de Kleefse architect Fritsen, in opdracht van de Amsterdamse koopman Bernhard Bahlmann. De villa werd destijds omgeven door sier- en fruitbomen en groentekassen.Tegenover Mariënboom, ten zuiden van de huidige Bosweg, lag sinds zeventiende eeuw de boerenhoeve De Ketelenberg. De hoeve De Groenewoud, thans café Groenewoud, is in 1763 is in opdracht van de waldforster Frans Stevens gebouwd. Later deed deze hoeve dienst als buitenherberg en was een geliefde pleisterplaats voor Nijmeegse notabelen. Vlakbij Groenewoud en naast Villandry stond de Valenbaart, op een al oudere ontginning is deze boerderij in het midden van de zeventiende eeuw gesticht. Later bestond de Valenbaart bekend als een beruchte herberg, waar nogal eens geweldsmisdrijven plaatsvonden. Een buitenverblijf dat niet als ontginningshoeve is ontstaan is Villandry, gebouwd in 1902-1903 en vernoemd naar de schoonmoeder van de opdrachtgever. Het huis was omgeven door een in franse classicistische stijl ingerichte tuin. Tussen 1909 en 1988 was de buitenplaats in gebruik als herstellingsoord. Vanaf 1926 verrees hiervoor een nieuw gebouw op het terrein van de buitenplaats.
54
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Een aantal van deze landgoederen is aangewezen als beschermd monument. Van een aantal is alleen de naam nog bewaard gebleven. De Kwakkenbergweg was van oudsher een oud pad door het Nederrijkswald. Op een kaart uit 1758 wordt deze weg aangeduid als 'Weg van 't walt'. Op 1 januari 1915 werd een deel van het Groesbeekse grondgebied, waaronder de huidige Kwakkenberg, overgedragen aan de Gemeente Nijmegen. Het was voor de gemeente Nijmegen van belang om in bezit te komen van dit grondgebied, vanwege de fraaie ligging en de mogelijkheid percelen aan welgestelden te verkopen. Dit nieuwe stadsgedeelte zou kapitaalkrachtige mensen moeten aantrekken voor het bouwen van villa's. Om te voorkomen dat er andere gebouwen dan villa's werden gebouwd, legde de gemeente Nijmegen op de terreinen de erfdienstbaarheid op “om op het verkochte geen fabrieken, arbeiderswoningen, danslocalen of herbergen” te bouwen. Ook werd een aantal publiekrechtelijke beperkingen in het bestemmingsplan opgenomen, zoals het feit dat het gebied bijna geheel werd aangewezen voor de bestemming 'eensgezinshuizen'. Het landgoed Berglust was in 1902 verkocht aan Joachimus van Houwinge. Ook had hij andere delen van de huidige Kwakkenberg in bezit. De door hem aangelegde wegen, waaronder de Bergweg, Twaalf Apostelenweg, Eversweg, Kwakkenbergweg, Lindenlaan, Torenweg en Korde Torenweg, deed hij kostenloos aan de gemeente Nijmegen over om de percelen voor villabouw te kunnen verkopen. Vanaf 1915 zijn aan deze wegen een groot aantal vrijstaande villa's op ruime, groene percelen gebouwd. Een aantal villa's is aangewezen als gemeentelijk- en rijksmonument. Een aantal villa's is niet beschermd, maar heeft wel cultuurhistorische waarde. In 1870 kocht het Rijk op de Kwakkenberg grond van Jhr. Dommer van Poldersveldt ten behoeve van het aanleggen van een schans. Het Rijk kocht slechts delen van de beschikbare percelen en niet meer dan strikt noodzakelijk was. Hierdoor kreeg de schans een grillige vorm, die nu nog in het huidige terrein zichtbaar is. De schans, ook wel Fort Kwakkenberg genoemd, bestond uit een walgang, borstwering en gracht. Op het binnenterrein stond een blokhuis, waterput en pomp. De schans geschiedde als extra beveiliging voor het fort Sterrenschans en het fort Verbrande Molen. Aangezien de vestigingstatus van Nijmegen in 1874 werd opgeheven, heeft de schans maar vier jaar bestaan. Op 6 april 1878 kocht de gemeenteraad de grond van fort Kwakkenberg aan ten behoeve van de aanleg van een hoog waterreservoir voor de nieuw aan te leggen gemeentelijke waterleiding. Een watertoren was op deze hoogte, circa 70 meter boven NAP, niet nodig, waardoor met een hoog reservoir volstaan kon worden. Toch zijn de Torenweg en de Korte Torenweg die langs het terrein lopen naar dit gebouwtje genoemd. Vandaag de dag zijn, aan de noord-oostzijde van de Kwakkenbergweg achter de huizen nr. 43 en nr. 45, nog de contouren van het vroegere verdedigingswerk zichtbaar. Het terrein is toegankelijk via een hekwerk met Art Nouveau ornamenten. De huidige Lindenlaan vormt met bomen aan weerszijden een statige toegangsweg tot het terrein. Ook een ongeplaveide weg omzoomd door bomen leidt direct vanaf de hoek Sophiaweg- Torenweg- Berg en Dalseweg naar het terrein. Het voormalige fortterrein en het hoogreservoir zijn niet beschermd, maar wel van waarde voor de geschiedenis van Nijmegen. De Lindenlaan en de ongeplaveide weg zijn waardevolle groene structuren. Toen vanaf het midden van de negentiende eeuw de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland was hersteld kwam de katholieke emancipatie in een stroomversnelling. De grote Nijmeegse katholieke bevolking stichten onder andere eigen scholen, arbeidersverenigingen en een ziekenhuis. Ook werden er veel nieuwe kerken en kloosters gesticht. Het katholicisme werd steeds beter in het openbare leven zichtbaar. Het voormalige klooster en pensionaat Mariënbosch (1923-1924) en het Albertinumklooster (1930-1932), evenals het voormalige Rooms-katholieke internaat voor U.L.O. aan de Sophiaweg/ Kwakkenbergweg (1954-1955) behoren bij deze katholieke 'revival'. Vanaf het einde van de negentiende eeuw breidde Nijmegen steeds verder naar het zuiden en westen uit. Uitbreidingsplannen gaven aan waar nieuwe wijken tot stand kwamen. De wijk Groenewoud is in de jaren '60 van de twintigste eeuw gebouwd.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
55
4.8.6
Juridische vormgeving
De bijgevoegde kaart (bijlage 2) geeft de beschermde gemeentelijke- en rijksmonumenten weer. Naast de beschermde monumenten zijn er ook niet-beschermde cultuurhistorische waarden aanwezig, namelijk: De historische structuren: Postweg, Groesbeekseweg, Kwakkenbergweg en Berg- en Dalseweg. Restanten van fort Kwakkenberg Het hekwerk dat toegang geeft tot het waterleidingterrein. De zichtlijnen naar fort Kwakkenberg: de Lindenlaan en de ongeplaveide weg omzoomd met bomen. De Kwakkenberg als villawijk in een bosrijke omgeving. Meerdere villa's hebben architectonische en cultuurhistorische waarde. Het voormalige Rooms-katholieke internaat voor U.L.O. aan de Sophiaweg/ Kwakkenbergweg. De bovengenoemde beschermde en niet-beschermde cultuurhistorische waarden in het plangebied worden met het vastleggen van de bestaande situatie in het bestemmingsplan gerespecteerd.
56
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 5 5.1
Uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Op 24 april 2012 is een informatie-avond gehouden over de ontwerp-beheersverordening Groenewoud Kwakkenberg. Vervolgens is de ontwerp-verordening 6 weken ter visie gelegd in de periode 26 april tot en met 6 juni 2012. Tijdens de inspraakperiode zijn er 15 inspraakreacties ingediend. Deze inspraakreacties zijn verwerkt en opgenomen in een inspraaknota. De eerder ingediende reacties in het kader van de beheersverordening worden meegenomen als inspraakreacties in het kader van het (ontwerp)bestemmingsplan. Het (ontwerp)-bestemmingsplan wordt opnieuw zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen er zienswijzen worden ingediend tegen het plan. Degene die in het kader van de (ontwerp)-beheersverordening een reactie hebben ingediend, behoeven niet opnieuw te reageren in het kader van het ontwerpbestemmingsplan. Uiteraard kunnen zij alsnog gebruik maken om een zienswijze in te dienen in het kader van het ontwerpbestemmingsplan.
5.2
Economische uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan kan een grond opleveren voor planschade (art. 6.1 lid 2 onder a Wet ruimtelijke ordening). Omdat er bij het opstellen van het bestemmingsplan al zoveel mogelijk rekening is gehouden met bestaande rechten, is het planschaderisico tot een minimum beperkt. De kosten van het opstellen van het bestemmingsplan worden gedekt uit de gemeentelijke begroting. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen meegenomen in het bestemmingsplan. Een exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 1 van de Wro is derhalve niet noodzakelijk (artikel 6.12 lid 2 sub a Wro).
5.3
Retrospectieve toets
In het gebied zijn de volgende strijdigheden met het geldende bestemmingsplan bekend. Deze strijdigheden kunnen niet worden gelegaliseerd.
Adres
overtreding
actie
Postweg 50
verzagen van De activiteiten zijn in strijd met de boomstronken en/of open beheersverordening. De activiteiten passen haardhout niet binnen de bestemming Recreatie met functieaanduiding paardenwei. Ook voor zover de activiteiten plaatsvinden binnen de bestemming Bedrijf zijn deze in strijd met de beheersverordening omdat binnen deze bestemming slechts bedrijven met een milieucategorie 1 en 2 zijn toegestaan. Een houtzagerij/bosbouwbedrijf valt onder milieucategorie 3.2 respectievelijk 3.1. Omdat de activiteiten (geluids)overlast veroorzaken voor de omwonenden, is handhaving gewenst.
Postweg 22
kapsalon in bijgebouw
dwangsombeschikking met begunstigingstermijn zodat kan worden gezocht naar een andere oplossing voor de huisvesting van de kapsalon.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
57
In de ontwerp-beheersverordening werden tevens de adressen Kwakkenbergweg 31-33 en Bosweg 36 genoemd. Aangezien op de adressen de illegale situatie inmiddels is opgeheven, zijn deze adressen niet meer opgenomen in het vast te stellen bestemmingsplan. Daarnaast heeft de eigenaar van Bosweg 36 gereageerd op de ontwerp-beheersverordening. De gemeentelijke reactie is opgenomen in de inspraaknota.
58
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Bijlagen
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
59
Bijlage 1 stedenbouwkundige matrix
60
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Gebied 1: Historische gesloten bebouwing, Gebied 2: Historische open bebouwing, Gebied 3: Tuinstad, Gebied 4: Jaren 70 en 80 wijken, Gebied 5: Overig (bepaald volgens de gebiedstypenindeling) GEBIEDEN CRITERIA 1 2 3 4 bouwvlak, tuin, erf 1. Het deel van het bouwperceel dat geldt als bouwvlak, is geen tuin noch erf in de zin van deze beleidsregels. X X X X 2. Grond waarop een uitbreiding plaatsvindt op grond van nummer 8 van deze matrix, is geen tuin noch erf in de zin van X X X X deze beleidsregels. 3. De tuin ligt vóór de voorgevellijn en het erf ligt achter de achtergevellijn. X X X X Als er op het bouwperceel naast de zijgevellijn grond aanwezig is, wordt die grond aangemerkt als tuin en/of erf waarbij de grens tussen tuin en erf wordt bepaald aan de hand van de nrs. 4 t/m 7 van deze matrix. 4. De grens tussen tuin en erf ligt op de voorgevellijn. X Ten aanzien van bouwpercelen op hoeken van straten en voorzover het betreft de gronden gelegen achter de voorgevellijn geldt daarnaast als grens tussen tuin en erf de naar de weg gekeerde zijgevel, en het verlengde daarvan, van het hoofdgebouw. De tuin ligt aan de straatzijde van deze grens. 5. De grens tussen tuin en erf ligt bij rijtjeswoningen (drie of meer aaneengeschakelde woningen) op 1,00 meter achter de X X voorgevellijn. Bij vrijstaande of halfvrijstaande woningen en op hoeken van straten ligt deze grens op 3,00 meter achter de voorgevellijn. 6. De grens tussen tuin en erf ligt op 6,00 meter achter de voorgevellijn X 7. De grens tussen tuin en erf is afhankelijk van de ter plaatse aanwezige situatie en wordt per situatie apart beoordeeld. Uitbreiding hoofdbebouwing bij woningen (niet zijnde woonwagens) 8. De hoofdbebouwing mag naar achteren worden uitgebreid (tussen het verlengde van de zijgevels van de X X X X hoofdbebouwing): tot een bouwdiepte van maximaal 15 meter bij achtererven met een diepte van 40 meter of meer, tot een bouwdiepte van maximaal 12 meter bij achtererven met een diepte van 20 tot 40 meter, tot een bouwdiepte van maximaal 10 meter bij achtererven met een diepte van 10 tot 20 meter, mits na realisatie van vorenbedoelde uitbreidingen: de lengte van de loodrechte lijn vanaf het midden van de achtergevel van vorenbedoelde uitbreiding tot de kruising met de achterste perceelsgrens minimaal 8,00 meter is, de bouwhoogte van de uitbreiding niet hoger is dan de hoogte van de hoofdbebouwing ter plaatse van de uitbreiding.
Stedenbouwkundige matrix
X
X
X
X X
5
Gebouwen mogen worden voorzien van ondergeschikte bouwonderdelen cq bouwwerken zoals schoorstenen, lucht- en liftkokers, andere technische ruimten en/of technische constructies, (brand)trappen en antennes. bouwen beneden peil bij woningen (niet zijnde woonwagens) 12. Uitbreiding van de woning beneden peil, ten behoeve van de bestemming, is toegestaan indien en voorzover op grond van deze beleidsregels, bovengrondse, op de grond staande hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen zijn toegestaan.
Gebouwen mogen worden voorzien van ondergeschikte bouwonderdelen cq bouwwerken, zoals schoorstenen, lucht- en liftkokers, airco’s, andere technische ruimten en/of technische constructies, (brand)trappen en antennes. 11. Een plat afgedekt hoofdgebouw van twee bouwlagen (ondergrondse bouwlagen niet meegeteld) mag worden voorzien van een dakopbouw, of een gelijksoortige uitbreiding van het hoofdgebouw, mits de uitbreiding hetzij plat afgedekt hetzij in de vorm van een kap wordt uitgevoerd. De goothoogte van een plat afgedekte uitbreiding mag, gemeten vanaf de bovenkant van de tweede bouwlaag, niet hoger zijn dan 4,00 meter. De bouwhoogte van een kap mag, gemeten vanaf de bovenkant van de tweede bouwlaag, niet hoger zijn dan 5,00 meter.
NB 2): Als de uitbreiding tot gevolg heeft dat aangebouwd wordt tegen een bestaand vrijstaand bijgebouw, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie (in deze beleidsregels) van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- of uitbouw. 9. Het is toegestaan, indien en voorzover er in de tuin recht vóór de voorgevel van het hoofdgebouw een legaal bijgebouw aanwezig is, de ruimte tussen het hoofdgebouw en dat bestaande bijgebouw te bebouwen met een aan- of uitbouw mits: - aangesloten wordt bij de bouwhoogte van het bijgebouw tot maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; - het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie (in deze beleidsregels) van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen. 10. Een plat afgedekt hoofdgebouw van twee bouwlagen (ondergrondse bouwlagen niet meegeteld) mag worden voorzien van een dakopbouw, of gelijksoortige uitbreiding van het hoofdgebouw, mits de uitbreiding hetzij plat afgedekt hetzij in de vorm van een kap wordt uitgevoerd. De goothoogte van een plat afgedekte uitbreiding mag, gemeten vanaf de bovenkant van de tweede bouwlaag, niet hoger zijn dan 3,00 m. De bouwhoogte van een kap mag gemeten vanaf de bovenkant van de tweede bouwlaag, niet hoger zijn dan 4,00 meter.
NB 1)In aanvulling op de uitbreidingen die mogelijk zijn op grond van deze bepaling, zijn de uitbreidingen mogelijk als genoemd in nr. 15 van de matrix.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
NB: Als de uitbreiding met een aan- of uitbouw tot gevolg heeft dat aangebouwd wordt tegen een bestaand vrijstaand bijgebouw, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie (in deze beleidsregels) van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- of uitbouw.
Overkappingen hebben een maximale bouwhoogte van 3,00 meter.
Bijgebouwen hebben een maximale goothoogte van 3,00 meter en een maximale bouwhoogte van 5,00 meter.
De aan- of uitbouw op het erf moet aansluiten bij de bouwhoogte van de (uitgebreide) hoofdbebouwing, maar de goothoogte mag niet hoger zijn dan de hoogte van de eerste bouwlaag en de bouwhoogte mag niet hoger zijn dan de hoogte van de tweede bouwlaag van de (uitgebreide) hoofdbebouwing ter plaatse van de geplande aan- of uitbouw.
Aan- en uitbouwen mogen de achtergevellijn met niet meer dan 3,00 meter overschrijden met dien verstande dat: - als toepassing is gegeven aan nr. 8 van de matrix, de overschrijding maximaal 3,00 meter mag zijn, gemeten loodrecht op de achtergevel van de uitbreiding; - de lengte van de loodrechte lijn vanaf het midden van de achtergevel van de aan- of uitbouw tot de kruising met de achterste perceelsgrens minimaal 5,00 meter is.
De aan- of uitbouw moet geheel binnen de betreffende gevelbreedte (voor- of zijgevel) van het hoofdgebouw worden opgericht. Als uitzondering hierop geldt dat een “hoekovergang” is toegestaan. 15. Op het erf zijn aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toegestaan mits: - het totaal aan bebouwde oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op het erf ten hoogste 50% van het oppervlakte van het erf bedraagt, met een maximum van 50 m² en; - indien toepassing is gegeven aan punt 19 van deze matrix, het totaal aan bebouwde oppervlakte van bouwwerken 2 op het erf ten hoogste 75% van het oppervlakte van het erf bedraagt, met een maximum van 75 m .
Voor zover deze vóór de voorgevellijn worden gerealiseerd, geldt een maximale breedte van 60% van de betreffende gevelbreedte (voorgevel) van het hoofdgebouw.
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen (niet zijnde woonwagens) in en buiten de bebouwde kom 13. Binnen het bouwvlak zijn overkappingen toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 meter. 14. In de tuin zijn aan- en uitbouwen met een maximale diepte van 1,50 meter toegestaan met een maximale goothoogte van de eerste bouwlaag en een maximale bouwhoogte van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw.
X
X X
X
X X
X
X X
X
X X
X
X X
Het totaal aan bebouwde oppervlak van bouwwerken op de standplaats bedraagt ten hoogste 50% van het oppervlakte van de standplaats. De bebouwde oppervlakte van het bijgebouw telt in dit kader niet mee.
Aan- en uitbouwen hebben een maximale bouwhoogte van de bestaande goothoogte van de woonwagen. Het bijgebouw en de overkappingen hebben een maximale bouwhoogte van 3,00 meter.
Deze bouwwerken cq bouwonderdelen tellen niet mee in het totaal bebouwd oppervlak, bouwhoogte of andere in deze matrix genoemde maten. Zwembaden, jacuzzi’s en gebouwde vijvers bij woningen (niet zijnde woonwagens) 19. Op het erf zijn zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken, toegestaan mits het totaal aan bebouwde oppervlakte van bouwwerken op het erf ten hoogste 75% van het oppervlakte van het erf 2 bedraagt, met een maximum van 75 m . Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woonwagens 20. Per standplaats zijn aan- en uitbouwen en overkappingen toegestaan met een gezamenlijk bebouwde oppervlak van 2 2 maximaal 10 m alsmede één bijgebouw met een bebouwd oppervlak van maximaal 12 m .
Horizontale uitbreiding van de woning in de tuin in de vorm van een keldertoegang (met afscheiding) hangt af van de ter plaatse aanwezige situatie en wordt ad hoc beoordeeld.
Deze bouwwerken cq bouwonderdelen tellen niet mee in het totaal bebouwd oppervlak, bouwhoogte of andere in deze matrix genoemde maten. 18. Horizontale uitbreiding van de woning boven of in de tuin in de vorm van ondergeschikte bouwwerken cq bouwonderdelen zoals balkons en luifels (mits niet dieper dan 1,50 meter) zijn toegestaan.
Deze bouwwerken cq bouwonderdelen tellen niet mee in het totaal bebouwd oppervlak, bouwhoogte of andere in deze matrix genoemde maten. 17. Horizontale uitbreiding van de woning boven of op het erf in de vorm van ondergeschikte bouwwerken cq bouwonderdelen zoals balkons en luifels (mits niet dieper dan 2,00 meter), (brand)trappen, afscheidingen en keldertoegangen zijn toegestaan.
Uitbreidingen op het dak en aan de gevel van woningen (niet zijnde woonwagens) 16. Verticale uitbreidingen van de woning met een dakterras, doorvalbeveiliging, (erf)afscheiding, schoorsteen, (schotel)antenne, “esthetische verfraaiingen”, vlaggemast, liftschacht, technische ruimte, (brand)trap, lichtkoepel, ventilatievoorziening, airco, (overige) installaties en voorzieningen op het dak, of qua aard en omvang daarmee vergelijkbare uitbreidingen, hangen af van de ter plaatse aanwezige situatie en worden ad hoc beoordeeld.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Bijlage 1
Kaart gebiedstypen
Gebied 1: Historische gesloten bebouwing, Gebied 2: Historische open bebouwing, Gebied 3: Tuinstad, Gebied 4: Jaren 70 en 80 wijken, Gebied 5: Overig
Bijlage 2
Toelichting gebiedstypen
Een gebiedstype vertegenwoordigt een stadsdeel van Nijmegen met een eigen stedenbouwkundige- en architectonische uitstraling en met een eigen identiteit. In bijlage 1 is een kaart opgenomen van de stad, ingedeeld in gebiedstypen. In de stedenbouwkundige matrix zijn 5 gebiedstypen opgenomen: - historisch gesloten bebouwing; - historisch open bebouwing; - tuinstad; - jaren ’70 en ’80 wijken; - overig. Historisch gesloten bebouwing Een bonte verzameling van dichtopeengepakte en spontaan gevormd straten die reeds in de laat-middeleeuwen hun definitieve vorm gekregen hebben (historisch stadscentrum binnen de eerste en tweede omwalling). Na de ontmanteling in 1876 is in een ring rond het stadscentrum een samenhangend stedenbouwkundig plan gerealiseerd met gesloten stroken van statige herenhuizen en villa’s, voortuinen met hekwerken, singels en parken (de 19e eeuwse schil). Het wederopbouwplan in het stadscentrum van na de Tweede Wereldoorlog is ruimer van opzet en qua structuur meer rechttoe rechtaan. Kenmerkend voor het historisch stadscentrum, de 19e eeuwse schil en het wederopbouwplan is dat het om gesloten of nagenoeg gesloten bouwblokken gaat waardoor een duidelijke scheiding van privé en openbaar aanwezig is. Historisch open bebouwing Van oudsher lag een aantal dorpskernen op kilometers afstand van het stadscentrum. Voorbeelden zijn: Hees, Hatert en Brakkenstein. Langs de verbindingswegen (linten) richting centrum was in een losse setting bebouwing gesitueerd, de zogenaamde lintbebouwing. St. Annastraat, Hatertseweg, Heijendaalseweg en Tweede Oude Heselaan/Schependomlaan zijn duidelijke voorbeelden. Tuinstad Nadat de 19e eeuwse schil was voltooid werden tussen de uitvalswegen, vaak in opdracht van corporaties, complexmatige buurten gerealiseerd; de traditionele tuinstad. Kenmerkend is de ruime vaak lineaire opzet, veel groen, laagbouw, traditionele architectuur, voortuinen met muurtjes. De buurten vertonen een samenhangend zelfstandig karakter dat versterkt wordt door het centrale tuinstadplein, vaak met poortwoningen. Voorbeelden van de traditionele tuinstad zijn Willemskwartier en Waterkwartier. De modernere tuinstad kenmerkt zich door scheiding van functies, woningbouwstroken in het groen, licht, lucht en ruimte. Omdat de wijken verder van het centrum liggen zijn ze als een autonome enclave ontworpen, inclusief voorzieningen. Vaak herhaalt zich een bepaald woningbouwpatroon, de zogenaamde stempels. Hoogbouw wordt geïntroduceerd, vaak als repeterend element. Brede groenzones scheiden de ene buurt van de andere. In deze groenzones is de bijzondere bebouwing geplaatst zoals scholen, sportzalen, kerken, winkels en wijkcentra. Voorbeelden zijn Hatertse Hei, Grootstal, Hatert en Neerbosch-Oost. Jaren ’70 en ’80 wijken In de jaren ’70 en ’80 zijn de grote stadsuitbreidingswijken gerealiseerd. Het was een tijd van experimenteren, nieuwe stedenbouwkundige structuren werden bedacht als reactie op de lineaire tuinstadstructuur. Introverte buurtjes worden verstopt achter groenzones. Het woonerf deed zijn intrede. De grens openbaar-privé vervaagde. Voorbeelden zijn Weezenhof, Tolhuis en een aantal wijken in Lindenholt.
Overig Alle woonbebouwing die niet is te vatten onder de hierboven beschreven gebiedstypen vallen onder ‘overig’. In de jaren ’90 komt een reactie op de stedenbouw van de jaren ’70 en ’80. Er komt weer hiërarchie in de structuur. Onderscheid tussen openbaar en privé is weer belangrijk. Ontwerpen en reageren op de plek, de bestaande situatie en haar omgeving is uitgangspunt. Er is veel aandacht voor de architectuur en de inrichting van de openbare ruimte. Binnen een wijk zijn diverse complexen met een eigen uitstraling te ontdekken. Vossendijk, het nieuwe Grootstal en fragment Driehuizen zijn duidelijke voorbeelden.
Bijlage 2 overzicht monumenten
rijks-en
gemeentelijke
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
67
Bijlage 3 Inspraaknota beheersverordening
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
69
Inspraaknota in het kader van de beheersverordening Nijmegen Groenewoud-Kwakkenberg
Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling september 2012
I. Inleiding Voor u ligt de inspraaknota behorende bij de beheersverordening Nijmegen GroenewoudKwakkenberg. Het ontwerp van de beheersverordening heeft van 26 april tot en met 6 juni 2012 ter inzage gelegen. In deze periode kon een ieder schriftelijk reageren op het plan. De schriftelijk ingediende inspraakreacties zijn opgenomen in deze nota. In deel II is een overzicht gemaakt van de ingediende inspraakreacties. In deel III zijn de inspraakreacties samengevat en worden alle reacties beoordeeld. Hierbij wordt tevens aangegeven of de ontwerpbeheersverordening door de inspraakreactie is aangepast. Tijdens de inspraakperiode zijn er 15 inspraakreacties ingediend. Bij de samenvatting en beoordeling van de reacties wordt steeds aangegeven om welke reacties het gaat (vgl. de nummering uit deel II).
-2-
II. Overzicht ingediende inspraakreacties 1.
Eigenaar/bewoner
NIJMEGEN
Eigenaar/bewoner
kavels Torenweg (tussen huisnrs 2 en 10) p/a Oranjesingel 65 Gerrit van Durenstraat 15
2. 3.
Eigenaar/bewoner
Groesbeekseweg 328
NIJMEGEN
4.
Eigenaar/bewoner
Berg en Dalseweg 367
NIJMEGEN
5.
Eigenaar/bewoner
NIJMEGEN
6.
Eigenaar/bewoner
Villandry/Groesbeekseweg p/a Mr. Van Coothstraat 18 Gerrit van Durenstraat 10
7.
Eigenaar/bewoner
8.
Eigenaar/bewoner
9.
NIJMEGEN
NIJMEGEN
Bosweg 36 p/a Postbus 3020 Sophiaweg 1c-3 p/a Van Trieststraat 1e
NIJMEGEN
Eigenaar/bewoner Scouting Paul Kruger
Groenewoud-en Kwakkenbergterrein p/a Postbus 423
NIJMEGEN
10.
Eigenaren/bewoners
NIJMEGEN
11.
Stichting de Waalboog
12.
Eigenaar/bewoner
13.
Eigenaar/bewoner
Bart Hendriksstraat 15 Wim Beermanstraat 2 diverse locaties p/a postbus 31071 Heyendaalseweg 90-92 p/a postbus 1126 Eversweg 6
14.
Eigenaar/bewoner
NIJMEGEN
15.
Eigenaar/bewoner
Theresiaweg 9a p/a Tiberiusplein 15 Bergweg 2 p/a Muldersweg 16a
-3-
NIJMEGEN
NIJMEGEN NIJMEGEN NIJMEGEN
NIJMEGEN
III. Inhoud en beoordeling inspraakreacties 1. Eigenaar/bewoner
kavels Torenweg (tussen huisnrs 2 en 10) p/a Oranjesingel 65
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Jeton BV heeft recent de percelen Hatert l-891 en l-920 aan de Torenweg aangekocht. In de plankaart zijn met dunne lijnen de kadastrale erfgrenzen weergegeven. Deze komen niet overeen met de kadastrale kaart. De eigenaar verzoekt de gemeente om dit onderdeel aan te passen in de plankaart. Gemeentelijke reactie: De erfgrenzen van perceel Hatert I-891 zijn in de ontwerp beheersverordening inderdaad anders weergegeven dan in de kadastrale kaart. De noordelijke perceelgrens ontbreekt en wordt ingetekend in de plankaart van de beheersverordening. De inspraakreactie leidt tot aanpassing van de (ontwerp) beheersverordening. De kadastrale begrenzing van de percelen heeft overigens geen juridische betekenis voor de beheersverordening. 2. Eigenaar/bewoner
Gerrit van Durenstraat 15
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: In de tekeningen van de beheersverordening is de omtrek van het huis van Gerrit van Durenstraat 15 niet correct weergegeven. Op de tekening ontbreekt de aanbouw achter waarmee het huis in verbinding staat met de garage. Deze aanbouw bestond al toen het huis werd aangekocht in 1997. Het buurhuis (nummer 17) heeft een soortgelijke aanbouw die wel correct op de tekening staat aangegeven. Gemeentelijke reactie: Uit het bouwarchief van Gerrit van Durenstraat 15 blijkt dat in 1974 de bovengenoemde aanbouw is vergund. Op de plankaart van de beheersverordening staat deze uitbouw inderdaad niet weergegeven. De aanbouw wordt in de plankaart van de beheersverordening weergegeven. De inspraakreactie leidt tot aanpassing van de (ontwerp) beheersverordening.
3. Eigenaar/bewoner
Groesbeekseweg 328
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: De bewoner vraagt zich af waarom aan het gebied met agrarische bestemming aan de Groesbeekseweg een laurierheg van 2 meter hoog is geplaatst. De heg zou een belemmering zijn voor het uitzicht vanaf de Groesbeekseweg, ‘’een doorn in het oog voor velen’’. De bewoner zou graag de heg zien verdwijnen. Gemeentelijke reactie: Dit zijn geen aspecten die in de beheersverordening worden geregeld. Met klachten op dit terrein kunt u zich richten tot de eigenaar van het perceel waarop de heg is geplant. De beheersverordening laat niet meer zien dan bouwmogelijkheden middels bouwvlakken, bouwhoogten, aan- en bijgebouwenregeling en de toegestane functies. De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van de (ontwerp) beheersverordening.
-4-
4. Eigenaar/bewoner
Berg en Dalseweg 367
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Het uitgangspunt om het perceel van Bergweg 4 buiten de beheersverordening Nijmegen Groenewoud-Kwakkenberg te houden wordt niet consequent gehanteerd. Het perceel van Bergweg 4 wordt in de feitelijke situatie aangegeven als ‘woonfunctie’. Dit is volgens de indiener van de inspraakreactie feitelijk een bosperceel waardoor de aanduiding op de kaart ‘groen/park’ zou moeten zijn, net zoals het perceel ten oosten van de Berg en Dalseweg 369. De indiener van de inspraakreactie verzoekt de kaart met de feitelijke situatie aan te passen dan wel het perceel Bergweg 4 buiten de contouren plangebied te laten. Daarnaast geeft de bewoner aan dat het momenteel in procedure zijnde bestemmingsplan van Kwakkenberg 1994-5 als planologische situatie staat ingetekend. Dat is onjuist (eerste kaart pagina 77). Zolang het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994-5 niet onherroepelijk is, is het vigerende bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 van kracht. De inhoud van het vigerende plan dient volgens de bewoner dus voor dit perceel weergegeven te worden. Verzocht wordt de kaart aan te passen zodat de bestemming (ic. bos) die momenteel van kracht is, wordt weergegeven als planologische situatie. Het is ook mogelijk om het perceel Bergweg 4 buiten de contouren plangebied te laten. Gemeentelijke reactie: Het perceel Bergweg 4 maakt geen deel uit van de beheersverordening. De gemeenteraad heeft op 27 juni 2012 het (post)zegelbestemmingsplan voor dit perceel (gewijzigd) vastgesteld. Dit besluit is op 11 juli 2012 gepubliceerd in het Gemeenteblad en de Staatscourant. Tegen de gewijzigde vaststelling van het (post)zegelbestemmingsplan staat beroep open bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Omdat het postzegelbestemmingsplan nog niet onherroepelijk is, kan het niet worden opgenomen in de beheersverordening. Na vaststelling van de beheersverordening blijft voor het perceel het postzegelbestemmingplan gelden. In de beheersverordening is het perceel wel opgenomen op de inventarisatiekaarten bijlage I bij de Toelichting) en de kaarten waarop de planologische situatie is aangegeven (bijlage II bij de Toelichting). Dit is op zichzelf juist aangezien het perceel deel uitmaakt van het gebied waarop de beheersverordening betrekking heeft. Voor de totstandkoming van de ontwerpbeheersverordening is het gehele gebied geïnventariseerd en is ook voor het gehele gebied de planologische situatie in kaart gebracht. Vervolgens is op basis van de informatie uit de inventarisatie en planologische situatie een keuze gemaakt op welke wijze de diverse percelen bestemd zouden moeten worden in de beheersverordening. Een van de uitgangspunten bij deze keuze is dat bestaande (planologische rechten) zoveel mogelijk worden overgenomen in de beheersverordening. Burgers en gebruikers van het gebied mogen door de vaststelling van de beheersverordening niet in hun bestaande gebruiks-en bouwmogelijkheden worden beperkt. Omdat op het moment dat de ontwerp-beheersverordening werd gemaakt, het ontwerp-bestemmingsplan voor het perceel Bergweg 4 al ter visie had gelegen, is deze situatie meegenomen op de kaarten van de planologische situatie. Zowel de inventarisatiekaarten als de kaarten met de planologische situatie zijn opgenomen als bijlagen bij de Toelichting bij de beheersverordening en hebben slechts als doel om de in de beheersverordening gemaakte keuzes inzichtelijk en transparant te maken. De kaarten hebben op zichzelf echter geen juridische betekenis. De enige kaarten met juridische betekenis zijn de plankaarten die horen bij de (ontwerp)beheersverordening. Op plankaart 1 is te zien dat het perceel Bergweg 4 uit de beheersverordening is gelaten. Het perceel maakt derhalve geen deel uit van de beheersverordening. Overigens bestaat het perceel Bergweg 4 uit vier verschillende kadastrale percelen: gemeente Hatert, sectie I, nrs 548, 895, 894 en 545. Het recent gewijzigd vastgestelde postzegelbestemmingsplan heeft slechts betrekking op de kadastrale percelen met de nrs 894 en 545 (beiden in eigendom van S.W. Properties II B.V.). De kadastrale percelen waarop het postzegelbestemmingsplan geen betrekking heeft, zijn in eigendom van andere eigenaren en zijn wel opgenomen in de beheersverordening. Deze percelen worden ook wel aangeduid als Bergweg 2, hoewel dit geen officieel bestaand adres is. Voor deze percelen is de bestaande planologische situatie overgenomen in de beheersverordening. Omdat Gedeputeerde Staten voor het gehele vlak met de bestemming Wonen uit te werken (WO-U) alsnog goedkeuring heeft onthouden aan het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 (besluit van GS van 9 mei 2000) en het beroep tegen dit besluit door de Raad van State ongegrond is verklaard (uitspraak van
-5-
19 september 2001) moet voor dit vlak worden teruggegrepen op het bestemmingsplan Broersveld Kwakkenberg 1971. In dit bestemmingsplan heeft het betreffende bestemmingsvlak (inclusief de percelen 895 en 548) de bestemming (E2V). De als zodanig in het plan aangegeven gronden zijn bestemd voor de bouw van vrijstaande eengezinshuizen in maximaal twee woonlagen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken. Deze bestemming met bijbehorende bouwvoorschriften is opgenomen in de beheersverordening met de bestemming Woongebied (WG). Zie ook de inspraakreactie onder 15. 5. Eigenaar/bewoner
Villandryterrein Groesbeekseweg p/a Mr. Van Coothstraat 18
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Gevraagd wordt om een gedeelte van het Villandryterrein aan de Groesbeekseweg (zoals aangegeven in de bijlage) buiten de beheersverordening te laten omdat de beheersverordening de komende 10 jaar geen nieuwe ontwikkelingen toelaat in het gebied. De hotelmaatschappij heeft namelijk ontwikkelingen gepland langs de Groesbeekseweg en uitstel over een periode van 10 jaar zou zeer slecht uitkomen. Daarnaast wordt gevraagd om een ‘principe uitspraak’ te doen over het doortrekken van de bebouwingslint langs de Groesbeekseweg tussen nummer 269 en 293. Gemeentelijke reactie: Gelet op het doel van de beheersverordening (beheer van de bestaande toestand), is het inderdaad niet mogelijk om ruimtelijke ontwikkelingen mee te nemen in de beheersverordening. Het is echter niet nodig om een gebied waarop gedurende de looptijd van de verordening wellicht een ontwikkeling wordt voorzien, buiten de beheersverordening te laten. Het is immers, net als bij een bestemmingsplan, mogelijk om van een beheersverordening (dmv van een postzegelbestemmingsplan of een projectbesluit) af te wijken. Voor het gebied waar mogelijk een ontwikkeling plaatsvindt, wordt in de beheersverordening de bestemming uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. Op dit gebied is van toepassing het bestemmingsplan Broersveld-Kwakkenberg 1971-67 (vastgesteld in 2000). Dit bestemmingsplan is vastgesteld als herziening van het daarvoor geldende plan Broersveld-Kwakkenberg 1971-56 (vastgesteld op 21 november 1990). In dit laatstgenoemde plan werd de bouw van een hotel met alle daarbij behorende voorzieningen mogelijk gemaakt. Dit hotel is er niet gekomen. Bovendien was het de vraag of de bouw van een (grootschalig)hotel op deze plek, gelet op het inmiddels vastgestelde Groenstructuurplan uit 1995 nog wel gewenst was. De eigenaars van de gronden hebben vervolgens verzocht om een herziening van het bestemmingsplan om de bestaande woning met opstallen te vervangen door een nieuw landhuis en de bouw van een nieuw landhuis mogelijk te maken. Deze ontwikkeling is mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan uit 2000 waarbij, gelet op de landschappelijke-stedenbouwkundige kwaliteiten van het terrein, veel aandacht is besteed aan de ruimtelijke inpassing van de landhuizen. Nu deze landhuizen zijn gerealiseerd, ligt het niet voor de hand om aan het doortrekken van het bebouwingslint langs de Groesbeekseweg medewerking te verlenen. Bovendien zou een nieuwe ontwikkeling op het terrein niet samengaan met het behoud van de landschappelijk-stedenbouwkundige kwaliteiten. 6. Eigenaar/bewoner
Gerrit van Durenstraat 10
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Op het adres Gerrit van Durenstraat 10 zijn enkele afmetingen van hoofd- en bijgebouwen incorrect aangegeven op de kadastrale situatie, Hatert sectie B, nummer 3080. Twee wijzigingen; 1. Het bijgebouw is op de plantekening onjuist aangegeven. Afmeting is 9,58 x 8,00 m 2. Aan het hoofdgebouw is aan de achterzijde een uitbouw aanwezig. Afmeting 2,50 x 3,52 m Gemeentelijke reactie: Volgens deze opgave zou de oppervlakte van het bijgebouw +/- 80m2 bedragen. De maximale oppervlakte van aan-uit en bijgebouwen mag echter slechts 50m2 bedragen. Bovendien is in het bouwarchief niets terug te vinden van het vergroten van het bijgebouw. In de beheersverordening wordt dan ook uitgegaan van de maximale oppervlakte van 50m2 en wordt alles wat groter is onder het (bouw)overgangsrecht gebracht.
-6-
De uitbouw aan de achterzijde is niet zichtbaar op de luchtfoto’s. Voor deze uitbouw is ook geen vergunning verleend. Het is toegestaan om vergunningvrij een aanbouw te realiseren aan het hoofdgebouw mits dit gebouw: niet dieper is dan 2,5m, niet hoger dan 4m, bestaat uit 1 bouwlaag, is gerealiseerd op een afstand van meer dan 1m vanaf openbaar toegankelijk gebied, niet voorzien van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte en het bij het oorspronkelijke hoofdgebouw behorende achtererfgebied als gevolg van het bijbehorende bouwwerk voor niet meer dan 50% is bebouwd. Voor zover de aanbouw voldoet aan deze voorwaarden is deze dus vergunningvrij en behoeft de aanbouw ook niet te worden opgenomen in de beheersverordening. Op grond van de beheersverordening is het overigens mogelijk om een aan-uitbouw (tot max. 3m) buiten het bouwvlak te realiseren. Hierbij geldt wel weer de voorwaarde dat er maximaal 50m2 aan aan-uiten bijgebouwen mag worden gerealiseerd. Vergunningvrije bouwwerken tellen hierbij niet mee. De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van de (ontwerp) beheersverordening. 7. Eigenaar/bewoner
Bosweg 36 p/a/ Postbus 3020
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: In hoofdstuk 7 van de toelichting, bij het ontwerp van de beheersverordening, wordt op pagina 63 aangegeven dat voor het perceel Bosweg 36 een bouwstop is opgelegd. Daar dient aan te worden toegevoegd dat de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in de uitspraak van 31 maart 2010 in zaak nr. 200906041/1/H1 heeft geoordeeld dat het college van B&W van Nijmegen had af moeten zien van het opleggen van een bouwstop en het oplegen van een last onder dwangsom wegens schending van het vertrouwensbeginsel. De afdeling heeft zelf in de zaak voorzien door te bepalen dat de uitspraak in de plaats komt van het vernietigde besluit op bezwaar. Gevraagd wordt het bovenstaande aan te vullen. Daarnaast wordt gevraagd of het bouwvlak van Bosweg 36 zodanig aangepast kan worden dat het bouwplan waar de uitspraak van de Afdeling van 31 maart 2010 betrekking op had een positieve bestemming krijgt in de beheersverordening. Het bouwvlak in het ontwerp is daarvoor te klein. Gemeentelijke reactie: Op het perceel is van toepassing het bestemmingsplan “Broersveld Kwakkenberg 1971-68” (Omgeving Luciaweg/Bosweg/Kwakkenbergweg). Op grond van dit bestemmingsplan is het perceel bestemd voor Woondoeleinden (W), Tuin (T) en Erf (E). Op 16 november 2011 is bouwvergunning verleend voor het oprichten van een carport met berging en het oprichten van een houten berging bij de woning. De houten berging lijkt deels gerealiseerd op gemeentegrond (Bosweg 38/gemeente Hatert sectie I, nr 374). Daarnaast lijkt het of aan de woning een aanbouw is gerealiseerd (luchtfoto) maar daarover is niets terug te vinden in het bouwarchief. In de ontwerpbeheersverordening is de planologische situatie uit het geldende bestemmingsplan overgenomen met dien verstande dat de bestemming Erf is vervallen en de gronden nu zijn bestemd als Wonen (voorheen: Woondoeleinden). De bouwmogelijkheden in beide plannen zijn gelijk. De oppervlakte van de berging, inclusief veranda bedraagt 42,5 m2. De oppervlakte van de carport bedraagt 21m2. De totale bebouwde oppervlakte op het perceel aan aan-uit-bijgebouwen en overkappingen bedraagt derhalve 63,5m2. Aangezien zowel in de beheersverordening als in het geldende bestemmingsplan slechts een maximale bebouwde oppervlakte van 50m2 voor deze bebouwing buiten het bouwvlak is toegelaten, zijn er geen bouwmogelijkheden meer. Ook het vergroten van het bouwvlak is geen optie. Gelet op het aanwezige groen en de natuurwaarden, is in het vigerende bestemmingsplan aangegeven dat de hoofdbebouwing slechts binnen de bestaande bebouwingscontouren mag worden vervangen. Om de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, heeft het perceel in de beheersverordening bovendien de dubbelbestemming ”Waarde -natuur en landschap” gekregen. De vergunde berging is opgenomen op de ondergrond van de plankaart. De carport en de aanbouw (nog) niet. Het is wenselijk om de carport alsnog op te nemen op de ondergrond omdat deze (deels) in de bestemming Tuin is gerealiseerd en herbouw binnen deze bestemming niet (meer) mogelijk is. De carport valt derhalve onder het (bouw)overgangsrecht. De gerealiseerde aanbouw is vergunningvrij indien deze voldoet aan de volgende voorwaarden: niet dieper is dan 2,5m, niet hoger dan 4m,
-7-
bestaat uit 1 bouwlaag, is gerealiseerd op een afstand van meer dan 1m vanaf openbaar toegankelijk gebied, niet voorzien van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte en het bij het oorspronkelijke hoofdgebouw behorende achtererfgebied als gevolg van het bijbehorende bouwwerk voor niet meer dan 50% is bebouwd. Voor zover de aanbouw voldoet aan deze voorwaarden is deze dus vergunningvrij en behoeft de aanbouw ook niet te worden opgenomen in de beheersverordening. 8.
Eigenaar/bewoner
Sophiaweg 1c-3 e p/a Van Trieststraat 1
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Op het perceel Hatert, sectie l Nr. 782 zijn twee bouwwerken aanwezig, te weten Sophiaweg 1c en Sophiaweg 3. Sophiaweg 1c is een recreatiewoning. In het verleden zijn in deze omgeving verschillende percelen verkaveld waarbij het uitgangspunt is geweest; een minimale kavelgrootte van 1000m2. Het betreffende perceel bedraagt iets minder dan 2200m2. Onderzocht wordt of de kavel opgesplitst kan worden in twee kavels, elk minimaal 1000m2 groot. Sophiaweg 1c zou dan een reguliere woning worden met eigen erf en tuin. Een alternatief zou zijn het bouwvlak iets verder van de woning af te leggen en tot een meer evenwichtigere verdeling te komen. Voor het tweede perceel is overigens al een inrit aanwezig. Gemeentelijke reactie: Op het perceel is van toepassing het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 (vastgesteld op 14-021995). De aanleiding van de herziening van dit bestemmingsplan was destijds de voortschrijdende kavelsplitsing ten behoeve van woningbouw, waardoor veel groen verloren ging, een halt toe te roepen. Het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 wordt thans geactualiseerd in de beheersverordening. De uitgangspunten van het bestemmingsplan blijven echter onverminderd in tact. Kavelsplitsing met als doel om extra bouwmogelijkheden te creëren, is ook onder de beheersverordening niet toegestaan. Bovendien moet het creëren van een extra bouwmogelijkheid worden aangemerkt als een ruimtelijke ontwikkeling die niet is toegestaan in een beheersverordening. De beheersverordening is er immers op gericht om de bestaande toestand vast te leggen. Onder de bestaande toestand kan worden verstaan de bestaande feitelijke toestand (de gerealiseerde bebouwing) of de planologische/vergunde toestand (ook indien deze nog niet is gerealiseerd). Voor het perceel Sophiaweg 1c-3 is de bestaande planologische toestand overgenomen in de beheersverordening. Omdat het bouwvlak niet strak om de bestaande hoofdbebouwing is gelegd (de planologische ruimte is groter dan dat feitelijk aan bebouwing is gerealiseerd) zijn er nog redelijke uitbreidingsmogelijkheden ten aanzien van de hoofdbebouwing. De hoofdbebouwing (landhuis) is vergund in 1959. Ten tijde van de bouw van de hoofdbebouwing was de recreatiewoning (zomerhuisje) reeds op het perceel aanwezig. Uit het bouwarchief is niet te achterhalen wanneer dit gebouwtje precies is vergund/gerealiseerd. In de ontwerpbeheersverordening is het zomerhuisje bestemd als bijgebouw bij het hoofdgebouw. In het vigerende bestemmingsplan is het perceel bestemd voor Woondoeleinden (WO) waarbij de recreatiewoning op de ondergrond is aangegeven als bestaande bebouwing (niet binnen het bouwvlak) maar geen aparte bestemming heeft. Deze situatie is overgenomen in de beheersverordening. De bouwmogelijkheden in de beheersverordening en het bestemmingsplan zijn gelijk. In de beheersverordening is een functieaanduiding (rw) opgenomen voor de recreatiewoning zodat de bouwmogelijkheden voor aan-uit-en bijgebouwen kunnen worden benut ten behoeve van de hoofdbebouwing.
9.
Eigenaar/gebruiker
Kwakkenbergweg 10/Sophiaweg 448 p/a Postbus 423
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Op het Kwakkenbergterrein en het Groenewoudterrein is sinds 1926 de ‘’Groenewoudgroep’’ actief (deze groep is voorheen ook actief geweest op het Kwakkenbergterrein). Beide scoutinggroepen zijn op 23 april 1982 gefuseerd tot scouting Paul Kruger en kennen een ledenverband van 110 jeugdleden totaal. Beide groepen zijn opgenomen bij de inventarisatieparagraaf op blad 42 van de ontwerpbeheersverordening.
-8-
Op de verbeelding, behorende bij de beheersverordening is het terrein niet duidelijk gemarkeerd. Het terrein heeft de bestemming Maatschappelijk+begraafplaats en is niet op de naam van Paul Kruger gesteld. Uit de akte van levering, waarbij de begraafplaats aan Monuta is geleverd, volgt indirect dat het scoutingterrein niet is meegeleverd. Deze bestemming komt weliswaar overeen met de bestemming die in 1971 aan het perceel is toegekend, maar niet met het feitelijke gebruik zoals dat al sinds 1945 aanwezig is. Paul Kruger stelt zich op het standpunt dat in de beheersverordening de feitelijke situatie positief moet worden bestemd. Immers, de feitelijke situatie is de bestaande situatie sinds 1945 en zal ook in de toekomst worden gehandhaafd, gezien de eigendomssituatie van het terrein. Dat betekent dat er op de gronden geen begraafplaats kan en zal worden gerealiseerd. Voorts spant Paul Kruger zich in om gelden bij elkaar te krijgen, ten einde de clubhuizen te moderniseren, zodat het gebruikscomfort wordt verhoogd, het energieverbruik wordt verminderd en de kans op inbraken worden verkleind. De twee scouting groepen verzoeken dan ook voor het betreffende perceelgedeelte (zoals te zien in de bijlage van de inspraakreactie) de bestemming ofwel te beperken tot ‘’maatschappelijk’’ (dus zonder bestemming begraafplaats) en voor de bebouwing een bouwvlak op te nemen. De bestemming Maatschappelijk (zoals nu verwoord in de beheersverordening) sluit meer aan bij het sinds jaar en dag bestaande feitelijke gebruik van het terrein en wijkt het minst af van de bestemming zoals in de beheersverordening. Alternatief is om enkel de bouwvlakken de bestemming ‘’Maatschappelijk’’ te geven, waarbij aan het overige terrein bijvoorbeeld de bestemming ‘’Bos’’ wordt toegekend (artikel 6) of de bestemming “Recreatie”. Gemeentelijke reactie: Kwakkenbergterrein (Kwakkenbergweg 10) Feitelijke situatie Aan de oostzijde van het perceel (aan de kant van de Bosweg) zijn inderdaad een aantal gebouwtjes gerealiseerd. Uit de inventarisatie is dit niet duidelijk naar voren gekomen maar ook op de luchtfoto’s zijn de gebouwtjes, vanwege het aanwezige groen, lastig te ontdekken. In het bouwarchief zijn geen documenten/beschikkingen terug te vinden over de gebouwtjes. Het terrein is al jaren feitelijk in gebruik door de scoutinggroep. De scoutinggroep maakt gebruik van een eigen ingang en het terrein is fysiek afgescheiden van de begraafplaats (dmv prikkeldraad en natuurlijke begroeiing). Op 7 december 1999 zijn door het college geld en materialen beschikbaar gesteld om het terrein aan te sluiten op het gemeenteriool alsmede gas, water en elektra. Privaatrechtelijke situatie Volgens de kadastrale gegevens is de gehele begraafplaats, inclusief het scoutingterrein, in eigendom van Monuta vastgoedbeheer bv (hierna te noemen: Monuta). Het college heeft nader onderzocht of er aanknopingspunten zijn om aan de privaatrechtelijke claim van de scoutinggroep op (het gebruik van) de gronden tegemoet te komen. De Diaconie der hervormde Gemeente Nijmegen heeft de gronden op 7 december 1977 overgedragen aan de Stichting Rouwcentrum en Begraafplaats “Rustoord”. Vervolgens is Monuta (op 22 december 1998) eigenaar geworden van de gronden. In beide akten van levering zijn geen eigendoms-en/of gebruiksrechten beschreven van de scoutinggroep. Daarnaast heeft de scoutinggroep, door middel van verklaringen van diversen oud-leden, aangetoond dat de gronden al vanaf 1945 door de scoutinggroep in gebruik zijn. Volgens zeggen van deze oudleden zou de Diaconie de scoutinggroep toestemming hebben gegeven om deze gronden te gebruiken. Bovendien zouden er met de Diaconie mondelinge afspraken zijn gemaakt over de situering en de bouw van de (club)gebouwen. Dit “gebruiks”recht is echter nooit vastgelegd in het Kadaster.Op grond van het jarenlange, feitelijke gebruik van de gronden zou de scoutinggroep zich kunnen beroepen op “bevrijdende verjaring” (artikel 3:105 BW). Bij deze vorm van verjaring gaat het om de verjaring van de rechtsvordering tot beëindiging van het bezit. Op het moment dat de verjaringstermijn is voltooid, verkrijgt de bezitter de eigendom van de onroerende zaak van rechtswege, ongeacht diens goede of kwade trouw, ongeacht de duur van zijn bezit en ongeacht de vraag of dit bezit al dan niet onafgebroken is geweest. De verjaringstermijn voor het instellen van de rechtsvordering is twintig jaar. Planologische situatie Op het terrein is van toepassing het bestemmingsplan Broersveld Kwakkenberg 1971-Y (vastgesteld in 1985). Dit bestemmingsplan is een uitwerking van het bestemmingsplan Broersveld-Kwakkenberg
-9-
1971. Het bestemmingsplan is uitgewerkt om de uitbreiding van het bestaande poortgebouw op de begraafplaats mogelijk te maken. De begraafplaats vormt een onderdeel van de groenzone tussen de Postweg, Kwakkenbergweg en Groesbeekseweg. Deze homogene, nagenoeg onbebouwde zone vervult een visueel-recreatieve functie in Nijmegen-Oost. In het uitgewerkte plan wordt het onbebouwde karakter van dit gebied benadrukt: alleen ten behoeve van het bestaande poortgebouw, inclusief de uitbreiding, zijn bebouwingsgrenzen opgenomen. Op grond van het vigerende bestemmingsplan is het perceel bestemd voor begraafplaats. Er mag alleen bebouwing worden opgericht binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen, ten dienste van de gegeven bestemming. Het gebruik van het terrein door de scoutinggroep valt onder het overgangsrecht van het nu geldende bestemmingsplan. Op grond van het overgangsrecht mag het strijdige gebruik onder het geldende bestemmingsplan worden voortgezet. Beheersverordening Het is in beginsel niet mogelijk om een afwijkende situatie, in elkaar opvolgende bestemmingsplannen, meerdere keren onder het overgangsrecht te brengen. In dit geval is de afwijkende situatie waarschijnlijk al twee keer onder het overgangsrecht gebracht: in het bestemmingsplan uit 1971 (vastgesteld in 1972) en in het uitwerkingsplan (vastgesteld in 1985). In plaats van de afwijkende situatie nogmaals onder het overgangsrecht te brengen, dient de afwijkende situatie positief te worden bestemd tenzij er vanuit de ruimtelijke ordening sprake is van een onaanvaardbare situatie. Vanuit de ruimtelijke ordening bestaan er in beginsel geen bezwaren tegen het gebruik van het terrein als scoutingterrein. Het gebruik past goed in de bosachtige omgeving. De ruimtelijke impact van het gebruik is beperkt omdat er geen grootschalige activiteiten (met verkeersaantrekkende werking) plaatsvinden. Er zijn geen knelpunten bekend en/of te verwachten ten aanzien van parkeren, milieuaspecten (zoals geluid, lucht, externe veiligheid en bodem), groen en water en/of archeologie en cultuurhistorie. Bovendien zijn er, voor zover bekend, geen klachten uit de buurt ten aanzien van het huidige feitelijke gebruik. Ruimtelijk gezien zou het scoutingterrein dus positief kunnen worden bestemd. Aan de andere kant mag een overgangsbepaling, op grond van het rechtszekerheidsbeginsel, niet leiden tot een onaanvaardbare aantasting van bestaande rechten en belangen zoals in dit geval de eigendomsrechten van Monuta. In alle gevallen moet er een deugdelijke belangenafweging worden gemaakt. In dit geval stuit het positief bestemmen van het scoutingterrein op ernstige privaatrechtelijke bezwaren. Daarnaast is in de ontwerp-beheersverordening, die ter visie heeft gelegen, de overgangssituatie uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. De eigenaar van de gronden heeft hier niet op gereageerd en hoefde niet te verwachten dat de bestemming in de vast te stellen verordening (alsnog) zou worden aangepast. Bovendien staat tegen de vaststelling van de verordening voor de eigenaar geen direct rechtsmiddel open. Gelet op het rechtszekerheidsbeginsel moeten de eigendomsrechten van Monuta in elk geval te worden gerespecteerd. Om beide gebruiksvormen mogelijk te maken (dus zowel de begraafplaats als scoutingterrein) is het terrein in de beheersverordening bestemd als Maatschappelijk-Begraafplaats en is binnen deze bestemming een functie-aanduiding opgenomen ten behoeve van de scouting. Daarnaast zijn er (specifieke) bouwregels opgenomen om de bestaande gebouwen van de scouting te kunnen vergunnen en aan het gebruik van de gebouwen en het terrein voorschriften te kunnen verbinden in het kader van brandveiligheid e.d. Groenewoudterrein (Sophiaweg 448) Op dit perceel is het bestemmingsplan Broersveld Kwakkenberg 1971-C van toepassing (vastgesteld op 1 april 1976). Op grond van dit bestemmingsplan zijn de bestaande gebouwen bestemd als groepsgebouwen (G) en het omliggende terrein is bestemd voor passieve recreatieve doeleinden (PR). De gronden die zijn aangewezen voor groepsgebouwen zijn bestemd voor de oprichting van groepsgebouwen ten behoeve van de jeugdbeweging met dien verstande dat: a. het op de kaart aangegeven perceel geheel mag worden bebouwd; b. de hoogte van het gebouw niet meer mag bedragen dan 4m. De gronden die zijn aangewezen voor passieve recreatieve doeleinden zijn bestemd voor de aanleg en het onderhoud van bos met wandelpaden. Deze gronden mogen niet worden bebouwd.
- 10 -
In de ontwerpbeheersverordening is het Groenewoudterrein bestemd voor Recreatie. Dit heeft te maken met de inventarisatie waarbij het terrein is geïnventariseerd als onderdeel van de nabijgelegen speeltuin De Leemkuil. Omdat het scoutinggebouw geen onderdeel uitmaakt van de speeltuin, moet het gebouw echter als zelfstandig object worden bestemd in de beheersverordening. Zowel de speeltuin als het scoutinggebouw zijn gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zoals vastgesteld in de Ruimtelijke Verordening Gelderland. Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en (natuur)waarden. Hiermee moet bij de vaststelling van de beheersverordening uiteraard rekening worden gehouden. In de vast te stellen verordening wordt het gebied dan ook niet langer bestemd voor Recreatie maar krijgt het gebied, net als de naastgelegen terreinen, de bestemming Bos. De bestemming Bos is, meer dan de bestemming Recreatie, gericht op het behoud, herstel en/of ontwikkeling van ecologische-en natuurwaarden. Dit sluit ook beter aan op de bestemming passieve recreatieve doeleinden uit het vigerende bestemmingsplan. Om de bestaande functies te handhaven wordt ten behoeve van de speeltuin de functieaanduiding (spt) opgenomen. Ten behoeve van de activiteiten van de scouting wordt, net zoals in het vigerende bestemmingsplan, voor het bouwvlak van het scoutinggebouw, een functieaanduiding specifieke vorm van recreatie-scouting (sr-scouting) opgenomen. Deze aanduiding wordt eveneens opgenomen voor het nabij gelegen scoutinggebouw van scouting Keizer Karel (in plaats van de bestemming Recreatie). De omliggende gronden van dit gebouw waren in de ontwerp-verordening al bestemd als Bos. Er wordt dus geen medewerking verleend aan het verzoek om de bestemming Maatschappelijk op te nemen teneinde de gebruiksmogelijkheden voor het scoutinggebouw te verruimen. In de ontwerpbeheersverordening waren de gebruiksmogelijkheden iets ruimer omdat het terrein, op grond van de inventarisatie, als behorend bij de speeltuin, was bestemd voor Recreatie. Dit is echter aangepast in de vast te stellen beheersverordening. Dat dit is toegestaan blijkt o.a uit de uitspraak van de Afdeling van 27 juni 2012 (zaaknr. 201008988/1/R3)waarin de Afdeling overweegt (rechtsoverweging 2.25.3): “ Het betoog dat in strijd met het verbod op reformatio in peius is gehandeld, faalt. Nog daargelaten dat dit verbod op het nemen van een nadeliger besluit naar aanleiding van een bezwaar of beroep niet van toepassing is in procedures, zoals de bestemmingsplanprocedure, waarbij de uniforme voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb wordt gevolgd, zijn er geen beletselen om bij het ontwerpbestemmingsplan op grond van een inspraakreactie op een voor belanghebbende nadelige wijze af te wijken van het voorontwerp”. Deze jurisprudentie is tevens van toepassing op de beheersverordening, temeer omdat er geen wettelijke verplichting bestaat om op de beheersverordening de inspraakprocedure toe te passen. Bovendien bestaat er, net als bij het bestemmingsplan altijd de mogelijkheid om ambtelijk wijzigingen aan te brengen in het ontwerp en is ook de Raad bevoegd om de verordening uiteindelijk gewijzigd vast te stellen. In het kader van het vooroverleg is door de scouting een bouwplan ingediend voor nieuwbouw van de bestaande blokhut. Hierbij is tevens verzocht om de te realiseren nieuwbouw te mogen gebruiken voor Buitenschoolse opvang (BSO). Op dit verzoek heeft het college, o.a. vanwege de ligging in de EHS en de te verwachten parkeerproblematiek, negatief besloten. Over dit collegebesluit is de scoutinggroep (eind mei/begin juni 2012) schriftelijk geïnformeerd. Overigens is met de scoutinggroep daarna nog gesproken over een mogelijke alternatieve locatie voor de activiteiten. Door het vertrek van de zeeverkenners (de Batavieren) van het terrein Bosweg 38 is dit terrein vrij gekomen. Het terrein is in eigendom van de gemeente en, evenals in het geldende bestemmingsplan, in de beheersverordening bestemd als Recreatie. Binnen deze bestemming is de vestiging van een BSO, onder voorwaarden, wel mogelijk. 10.
Eigenaren/bewoners
Bart Hendriksstraat 15 Wim Beermanstraat 2
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Bewoners ondervinden al minimaal 6 jaar last van de activiteiten die zich op het terrein van Postweg 50 afspelen; - Stoken van grote vuren met als gevolg regelmatig een stinkende smogdeken over de verzetsheldenbuurt. Fijn stof en roet vervuilen de buurt met de bijbehorende smogoverlast
- 11 -
-
Op industriële schaal verzagen van 10-tallen m3’s aan boomstammen waardoor de verzetsheldenbuurt tot 6 dagen per week wordt geteisterd door het doordringende geluid van cirkelzagen. - Het houden van enorme (boeren)hanen die vanaf 2 uur ’s nachts (zomer) de buurt wakkerkrijsen. Overleg met de eigenaar/gebruiken en via mediation van gemeenteambtenaren is overleg over het algemeen vruchteloos. Vanuit de gemeente Nijmegen zijn verschillende aanschrijvingen geweest waar de eigenaar/gebruiker slechts bereid was sterk overlastgevende activiteiten aan te passen. Omdat bovengenoemde punten nog steeds voor overlast zorgen is deze inspraakreactie opgesteld. In deze reactie wordt verzocht de beheersverordening op 4 punten aan te passen: 1. Begrenzing van het agrarisch- versus het bedrijfsareaal: de op de inspraakavond in café Groenewoud en de tekeningen in de vast te stellen beheersverordening lijken elkaar tegen te spreken. Op de inspraakavond getoonde – en met gemeente ambtenaren besproken tekeningen geven aan dat het bedrijfsareaal volgens de nieuwe beheersverordening bijna direct na de bedrijfsloodsen eindigt. Dit zou betekenen dat de eigenaar/gebruiker de overlastgevende activiteiten alleen nabij zijn eigen opstallen kan uitvoeren en niet langer nabij de woningen van de verzetsheldenbuurt. Tevens wordt aandacht gevraagd voor de in de situatieschets opgenomen speeltuin. Zaagactiviteiten (vermoedelijk >100dB) teisteren deze plek waar voornamelijk kinderen tussen 2 en 6 spelen. ‘’Een onverantwoorde situatie’’. De in de beheersverordening opgenomen tekeningen zijn echter voor meerdere uitleg vatbaar (ze zijn niet eenduidig) en lijken de grens van Agrarisch- bedrijfsareaal verder naar het westen te leggen richting Groesbeekseweg. Vanzelfsprekend willen de bewoners graag vasthouden aan de situatie zoals besproken op de inspraakavond (en de schets zoals in de originele brief) 2. In paragraaf 7.3 is een tabel opgenomen waarin wordt aangegeven dat de houtzaag activiteiten vergelijkbaar zijn met andere bedrijfsactiviteiten op het bedrijfsterrein. Bewoners zijn van mening dat de houtzaag activiteiten van een geheel andere aard zijn dan de overige activiteiten. Van de overige activiteiten (opslag, groothandel e.d.) hebben de bewoners bijna geen overlast. De houtzaag activiteiten zijn echter sterk overlastgevend. Deze activiteiten horen dan ook thuis in categorie 3 c.f. de VNG-publicatie ‘’Bedrijven en Milieuzonering’’ uit 2009. Houtzagerijen zouden volgens de normering minimaal een afstand van 100 meter tot woonhuizen moeten aanhouden. De huidige zaagactiviteiten vinden binnen deze afstandnorm plaats en zijn mede daardoor sterk overlastgevend. Er zijn geen verzachtende omstandigheden omdat de activiteiten 6 dagen per week aanhouden waarbij ook de verbranding van afvalhout plaatsvindt (7 dagen per week, voornamelijk in de avonduren) 3. Met betrekking tot geluid (blz 45/46 van de beheersverordening) zijn bewoners van mening dat de houtzaagactiviteiten een nieuwe geluidsgevoelige bestemming is (voorheen kwam deze activiteit niet voor op het terrein met een militaire bestemming). Toestaan van de houtzaagactiviteit zou dus cf uw verordening moeten leiden tot nieuw akoestisch onderzoek en het doorlopen van een hogere waarde procedure. Hierbij wordt tevens aandacht gevraagd voor de eerdere meetresultaten van gemeente Nijmegen; voorgevel Hendriksstraat 9, op ca 61 m van de geluidsbron: 58,6 dB(A) – 3 gevelcorrectie = 55,6 dB(A). Op 26-4-2010 en de reeds eerder geschetste ligging van het speeltuintje. Tevens wordt er op geattendeerd dat het geluidsniveau in (!) de slaapkamers van de woningen aan de Bart Hendriksstraat ruim boven de 30dB(a) norm liggen. 4. Opname relevante correspondentie als addendum bij de beheersverordening. Daar de beheersverordening vooral een ‘’conserverende werking’’ heeft, verzoeken de bewoners/eigenaren relevante briefwisseling c.q. passages uit deze briefwisseling met betrekking tot het gebruik van het voormalige militaire terrein Postweg 50 toe te voegen aan de beheersverordening. Een niet uitputtende bloemlezing; a. Brief kenmerk G230/10.0033625 d.d. 29-11-2010 waarin gesteld wordt dat de al in ‘’1996 is aan eigenaar verteld dat in de loodsen op het terrein na een vrijstelling van de gebruiksbepaling een gebruik als stalling van caravans, personenauto’s en bestelauto’s (geen reparatie), als huisvesting van een installatiebedrijf….. en nog een aantal vergelijkbare bestemmingen mogelijk zou zijn. Dit zijn allemaal weinig tot geen overlastgevende activiteiten. Een houtzagerij hoort duidelijk niet in dit rijtje thuis. En behoort duidelijk niet tot de ‘’normale bedrijfsvoering’’ zoals nu in de voorgenomen beheersverordening wordt gesteld. Een ontheffing voor het zagen, kloven en verbranden van hout mag dan ook niet gegeven worden.
- 12 -
b. Brief kenmerk G230/06.0027410 d.d. 21-09-2006 ‘’Het opslaan van materialen zoals openhaardhout, tegels en dergelijke op het achterterrein en het verkopen hiervan is strijdig met het bestemmingsplan’’. Tevens wordt verderop gesteld dat ‘’dit betekent dat het opgeslagen hout, de bouwmaterialen op dat moment verwijderd moeten zijn en blijven. Dit geldt ook voor zaagmachines’’. c. Brief kenmerk G230/1.0004161 d.d. 15-2-2011 waarin staat ‘’voor het achterterrein een semi recreatieve invulling de meeste kans maakt. d. Diverse brieven waarin gebruikers/eigenaren worden opgeroepen om bouwmaterialen etc. te verwijderen. Indien eigenaar/gebruiker zaken niet verwijdert overweegt u een dwangsom of een ontzegging van bestuursdwangsom. Bewoners hebben niet de indruk dat hierna ooit een stuk van de al jaren liggende stalen constructies is verwijderd. ‘’Bouwmaterialen komen en gaan’’. De bewoners willen dus voorkomen dat de sterk overlast gevende activiteiten continueren. Gevraagd wordt om deze activiteiten in de beheersverordening te beperken. Gemeentelijke reactie: Vigerend bestemmingsplan Op het perceel is van toepassing het bestemmingsplan Broersveld Kwakkenberg 1971 (vastgesteld 12 oktober 1972). Op grond van dit bestemmingsplan is het perceel bestemd voor Militaire doeleinden (MD). Gronden met deze bestemming zijn bestemd voor de oprichting van gebouwen voor militaire doeleinden met bijgebouwen, bouwwerken en werken met een maximum hoogte van 12m. De bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 30% van het bouwperceel bedragen. Het bouwperceel is inmiddels gesplitst in een aantal kadastrale percelen: gemeente Hatert, sectie I, nrs 733, 734, 735, 776 en 777. Alleen het perceel met kadastraal nr 777 wordt nog aangemerkt als “het terrein” (bouwperceel). De overige percelen zijn inmiddels afgesplitst en in gebruik voor woon-dan wel gemengde doeleinden (kantoor en bedrijf/Postweg 50a). Feitelijk gebruik De op het terrein aanwezige bebouwing is vergund en opgericht in de jaren ‘60. Het perceel is al geruime tijd feitelijk niet meer in gebruik voor militaire doeleinden. Het terrein en de bestaande bebouwing (loodsen) worden door de huidige eigenaar verhuurd aan diverse bedrijven. In de loodsen zijn units gemaakt die worden verhuurd aan diverse bedrijven zodat er gesproken kan worden van bedrijfsverzamelgebouwen. De in de gebouwen gevestigde bedrijven zijn kleinschalig en de activiteiten beperken zich hoofdzakelijk tot opslag van (voor de bedrijvigheid benodigde) materialen. Op het moment van inventarisatie waren op het terrein de volgende bedrijven aanwezig: 2 bouwbedrijven, een stucadoorsbedrijf, een sociale werkplaats, een re-integratiebedrijf, een reisburo, een internetbedrijf en een muziekpraktijk. Daarnaast ondervinden omwonenden al geruime tijd (vanaf 2009) (geluids)overlast vanwege het met kettingzagen verzagen van boomstobben en delen van boomstammen tot openhaardhout. Voorheen werden restanten hout ook verbrand maar daar is op dit moment geen sprake meer van. De overlast is een tijdlang minder geweest maar sinds kort (6-8-2012) zijn de zaagactiviteiten weer gestart. Er wordt op doordeweekse dagen, overdag gezaagd (van 8:00 tot 17:00 uur). Beheersverordening Aangezien het niet aannemelijk is dat het terrein in de toekomst nog voor militaire doeleinden wordt gebruikt, is het (verharde) gedeelte van terrein waarop de bebouwing staat en de bouwmaterialen worden opgeslagen, in de beheersverordening bestemd als Bedrijf (B). Binnen deze bestemming zijn bedrijven toegelaten voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Daarnaast zijn binnen deze bestemming ondergeschikte kantoren en opslag en uitstalling toegestaan. Beoordeling activiteiten: De bouwbedrijven en het stucadoorsbedrijf worden op grond van de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) aangemerkt als een bedrijf met milieucategorie 3.1. In beginsel passen deze activiteiten, gelet op de milieucategorie dus niet in de beheersverordening. De bedrijven behoeven echter niet in de beheersverordening opgenomen te worden omdat de bedrijven inmiddels hebben
- 13 -
aangegeven binnenkort weer van deze locatie te vertrekken. In de toekomst zullen zich op het terrein waarschijnlijk steeds wisselende bedrijven vestigen. Dit past in het karakter van bedrijfsverzamelgebouwen. Een sociale werkvoorziening (waartoe het reintegratiebedrijf ook kan worden gerekend), valt volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 2. Deze activiteiten zijn op grond van de beheersverordening dus toegestaan. Het reisburo en het internetbedrijf gebruiken de units voornamelijk voor opslag van materialen. Er vindt vanuit de untits geen detailhandel plaats. Een muziekpraktijk komt niet voor in de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) en zou op grond hiervan niet zijn toegestaan op het terrein. Op grond van de regels van de beheersverordening is het ook mogelijk om een bedrijf toe te laten dat niet is genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, onder dezelfde voorwaarden waaronder een bedrijf in een hogere milieucategorie is toegelaten. Op grond van de VNG Brochure Bedrijven en milieuzonering wordt een muziekschool aangemerkt als een bedrijf met milieucategorie 2 zodat mag worden aangenomen dat het gebruik binnen de bestemming past. Zekerheidshalve is geluidonderzoek verricht. Hieruit volgt dat de muziekschool geen geluidsoverlast oplevert voor de omgeving. De zaagactiviteiten staan los van de overige bedrijfsactiviteiten op het terrein omdat het niet gaat om hout dat voor de bouw wordt gebruikt of om sloophout. Als bedrijfsmatige activiteit kunnen de zaagactiviteiten worden aangemerkt als houtzagerij of als een bosbouwbedrijf. Deze bedrijven worden niet genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen). Volgens de VNG-brochure valt een houtzagerij onder milieucategorie 3.2. De grootste afstand die in acht moet worden genomen is 100m vanwege het aspect geluid. Een bosbouwbedrijf valt onder milieucategorie 3.1. De grootste afstand die in acht moet worden genomen vanwege het aspect geluid is 50m. Voor zover de zaagactiviteiten plaatsvinden in de bestemming Recreatie met functieaanduiding “(paarden)wei” zijn deze in strijd met de beheersverordening. Ook binnen de bestemming Bedrijf zijn de activiteiten niet toegestaan omdat de milieucategorie niet past in de ter plaatse toegestane milieucategorie. Omdat de activiteit naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de maatgevende milieuaspecten) niet geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieen van de Staat van bedrijfsactiviteiten, is de activiteit niet toegelaten binnen de beheersverordening. Conclusie Op grond van het vorenstaande, wordt (kort) gereageerd op de genoemde 4 punten: 1. De begrenzing van het agrarisch- versus het bedrijfsareaal blijft ongewijzigd. Binnen de bestemming Bedrijf zijn bedrijven tot en met milieucategorie 2 toegestaan. Het (ver)zagen van hout is binnen deze bestemming niet toegestaan. Binnen de bestemming Recreatie met functieaanduiding “specifieke vorm van recreatie-paardenwei” zijn helemaal geen bedrijfsactiviteiten toegestaan (dus ook niet de opslag van (bouw)materialen). 2. De tabel in par. 7.3 (Retrospectieve toets) is aangepast. Alleen de houtzaagactiviteiten worden nog genoemd als te handhaven activiteiten binnen beide bestemmingen (Recreatie met functieaanduiding paardenwei en Bedrijf). 3. Geluidsgevoelige functies zijn gedefinieerd in de beheersverordening (art. 1.42). Aangezien de houtzaagactiviteiten niet worden gelegaliseerd in de verordening is geen (nieuw) akoestisch onderzoek noodzakelijk. Voor zover de activiteiten geluidsoverlast veroorzaken is handhaving, gericht op de beeindiging van de activiteiten, geboden. 4. Het toevoegen van correspondentie aan de beheersverordening is niet gebruikelijk en voegt juridisch ook niets toe. De regels en de plankaart van de beheersverordening zijn het (nieuwe) juridische kader waaraan de activiteiten aan de Postweg 50 worden getoetst.
11.
Eigenaar/bewoner
diverse (zorg)locaties p/a Postbus 31071
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Binnen het plangebied heeft Stichting de Waalboog drie locaties waarop zij willen reageren:
- 14 -
-
-
-
Locatie Joachim en Anna, Groesbeekseweg 327, plankaart 3. t.o.v. het vigerende plan wordt geconstateerd door de Waalboog dat het toegestane percentage van 30% maximale bebouwing niet is overgenomen. De toegestane bebouwing op plankaart 3 is nu aangegeven met een lijn langs de huidige bebouwing. Bovendien is de grenslijn strakker langs de voorzijde van de gebouwen aan de Groesbeekseweg getrokken. Het voornemen is om de huidige laagbouw (4 paviljoens) in de komende jaren te vervangen met nieuwbouw. De interpretatie van bouwregel c1 en c2 is dat er een of meerdere gebouwen gebouwd mogen worden en de bebouwingslijnen daarmee overschreden mogen worden. Locatie Villa Villandry, Bosweg 160 Plankaart 3. In het overzicht maatschappelijke voorzieningen blz. 42 en op plankaart 3 staat onjuist vermeld dat dit om een locatie van Driestroom gaat. Dit is een locatie van Stichting de Waalboog. Locatie Nijevelt, Heyendaalseweg 117, plankaart 4. In het overzicht maatschappelijke voorzieningen blz. 41 staat ‘Nijeveld’. Er wordt op gewezen dat de juiste schrijfwijze ‘Nijevelt’ is.
Gemeentelijke reactie: - Op het perceel is van toepassing het bestemmingsplan Broersveld-Kwakkenberg 1971-A, vastgesteld op 24 september 1974. Op grond van het bestemmingsplan is het perceel bestemd voor Bijzondere bebouwing en/of bijzondere woongebouwen (BD-A). Het bouwperceel mag voor maximaal 30% worden bebouwd en de bouwhoogte mag maximaal 12m bedragen. In de beheersverordening is het perceel bestemd voor “Maatschappelijk”. Om de bestaande bebouwing op het perceel is een bouwvlak gelegd. Het gehele bouwvlak mag worden gebruikt voor het oprichten van (hoofd)gebouwen. Het te bebouwen oppervlak in het bouwvlak in de beheersverordening is ruimer dan de bebouwde oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan kon worden gerealiseerd. Het bebouwingspercentage van 30% is komen te vervallen. In de beheersverordening is de maximale bouwhoogte van 12m gehandhaafd. Indien de huidige laagbouw de komende jaren wordt vervangen door nieuwbouw zal dat in eerste instantie waarschijnlijk plaatsvinden in het bouwvlak. Daarnaast zijn er mogelijkheden om buiten het bouwvlak bebouwing op te richten (vgl. artikel 11.2.2 sub c). Voor zover de bebouwing buiten het bouwvlak wordt opgericht, mag de totale bebouwde oppervlakte niet meer dan 50% van het bestemmingsvlak bedragen. Dit is het totale vlak dat is bestemd als Maatschappelijk. Daarnaast mag de goothoogte van de bebouwing buiten het bouwvlak niet meer bedragen dan de begane grondlaag van het hoofdgebouw en mag de bouwhoogte niet hoger zijn dan de direct daarboven gelegen bouwlaag. Op grond van deze regels is het mogelijk om buiten het bouwvlak een aanbouw te realiseren van een bouwlaag met een kap. - Locatie Villa Villandry, Bosweg 160 is een locatie van Stichting de Waalboog en niet van de Driestroom. De naamgeving is aangepast in de toelichting van de beheersverordening (p. 40). - Locatie Nijevelt, Heyendaaldeweg 117: In het overzicht ‘’maatschappelijke voorzieningen” in de toelichting van de beheersverordening (p.39 en 40)’’ is de aanduiding ‘Nijeveld’ aangepast tot ‘Nijevelt’. De inspraakreactie leidt tot aanpassing van de (ontwerp) beheersverordening. 12.
Eigenaar/bewoner
Heyendaalseweg 90-92 p/a Postbus 1126
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: In het deel van bowlingcentrum Nijmegen waar kegelactiviteiten plaatsvinden zijn op termijn ontwikkelingen te verwachten en gewenst. Deze inspraakreactie is erop gericht bestaande ruimte met betrekking tot heerontwikkelingsmogelijkheden zoveel mogelijk te behouden. Verder is deze reactie erop gericht enkele onvolkomenheden in de beheersverordening te verbeteren. De planologische mogelijkheden, zoals beschreven in bestemmingsplan Galgenveld II 1974B, zijn breder dan de mogelijkheden die nu in de beheersverordening zijn opgenomen. Voor de Heyendaalseweg 90-92 geldt thans bovengenoemd bestemmingsplan. Daarin is de bestemming ‘’actieve recreatieve doeleinden’’ toegekend. Hierin is het mogelijk gebouwen op te richten ten behoeve van deze doeleinden. Het geheel mag volgens dit bestemmingsplan binnen de bebouwingsgrenzen worden bebouwd met als maximum hoogte 8 meter. Daarbij mogen per bouwperceel twee dienstwoningen met een maximale inhoud van 550 m3 worden gebouwd. Deze
- 15 -
planologische mogelijkheden zijn ruimer dan de mogelijkheden die thans met de beheersverordening worden gegeven. Niet alleen ontstaat door de –wellicht onbedoelde- beperking in de beheersverordening planschade, de beperking is ook niet nodig. Voor wat betreft het bouwvolume sluit de beheersverordening wel aan bij het huidige bestemmingsplan. Verzocht wordt: - artikel 7.1 sub b te schrappen - de mogelijkheid van de realisatie van twee dienstwoningen te handhaven - de ‘’te beperkte’’ regeling voor ondersteunende horeca te wijzigen (in Artikel 25.4 sub h wordt aangegeven dat dit maximaal 10% mag zijn van het vloeroppervlak. Momenteel en in het verleden is altijd 40% van het vloeroppervlak benut voor ondersteunende horeca. Van ondergeschiktheid van de horeca-activiteiten (artikel 25 lid 4 sub a) lijkt echter geen sprake te zijn). Gemeentelijke reactie Op het perceel is van toepassing het bestemmingsplan Galgenveld II 1974-B. Op grond van dit bestemmingsplan is het perceel bestemd voor “aktieve rekreatieve doeleinden” (Ar-C). Het bestemmingsplan is vastgesteld op 18 mei 1978 en voorzag in de uitbreiding van de bestaande accommodatie met 6 squashbanen en bijbehorende ruimten. Daarnaast zou op de verdieping van de uitbreiding een tweede dienstwoning worden gerealiseerd. Uit het bouwarchief van de gemeente blijkt dat op 26 september 1973 een bouwvergunning is verleend voor de bouw van een bowling-en kegelcentrum met een woning. Op 19 september 1979 is vervolgens een vergunning verleend voor de uitbreiding van het bowling-en kegelcentrum en woning. Op 13 december 2004 is een vergunning verleend voor het veranderen en vergroten van het horecagedeelte van het bowling-en kegelcentrum en in december 2009 is er een eigen ingang naar het kegelcentrum vergund en is de vluchtdeur naar de voordeur veranderd. Het perceel bestaat uit twee kadastrale percelen: Hatert 02, sectie B nrs 4158 en 4159. De op grond van het vigerende bestemmingplan toegestane “aktieve rekreatieve doeleinden”’ zijn niet gedefinieerd in het plan. Aangezien het vigerende plan, blijkens de Toelichting, is opgesteld ten behoeve van de uitbreiding van de bestaande accommodatie (Bowling-en kegelbaan) ligt het voor de hand deze activiteiten over te nemen in de beheersverordening. De 6 squashbanen met bijbehorende voorzieningen zijn, net zoals de tweede dienstwoning, hoewel planologisch toegestaan, blijkbaar niet gerealiseerd. Ook in de bouwvergunning uit 1979 komen de squashbanen met bijbehorende voorzieningen en de tweede dienstwoning niet voor op de tekeningen. In de beheersverordening is gekozen voor de bestemming Cultuur en ontspanning omdat deze bestemming het beste aansluit bij de bestaande bestemming “aktieve rekreatieve doeleinden”. De bestemming Cultuur en ontspanning bevat alle activiteiten op het gebied van cultuur en ontspanning zoals atelier, bioscopen, bowlingbaan, casino, congrescentrum, kinderboerderij, museum, muziek-en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra, speeltuin, schouwburg en een theater. Voor wat betreft de tweede dienstwoning wordt opgemerkt dat deze weliswaar is toegestaan onder het vigerende bestemmingsplan maar blijkbaar niet is gerealiseerd. Op grond van het vigerende plan is een dienstwoning slechts toegestaan indien de huisvesting van een persoon daar, gelet op de bestemming of het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. Aangezien de tweede dienstwoning niet is gerealiseerd gaan wij ervan uit dat de behoefte/noodzaak van deze dienstwoning niet kan worden aangetoond. De bestaande dienstwoning wordt overgenomen in de beheersverordening. Onder bestaand (gebruik) wordt verstaan: het legale gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening. Ook in de beheersverordening is een dienstwoning (in de verordening: bedrijfswoning) slechts toegestaan indien de huisvesting van een persoon gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht. Gelet op het mogelijke toekomstige gebruik van het gebouw kan een dienstwoning in de toekomst wellicht noodzakelijk zijn. Tot slot de horeca-activiteiten: in de beheersverordening wordt uitgegaan van de activiteiten zoals vergund op 13 december 2004. De horeca-activiteiten passen hiermee inderdaad niet in de
- 16 -
voorwaarden voor ondersteunende horeca (art. 25.4 beheersverordening) omdat dan slechts 10% van het totale vloeroppervlak aan ondersteunende horeca mag worden besteed. In de huidige situatie wordt (ruim) 40% van het totale vloeroppervlak van de begane grond gebruikt voor horeca-activiteiten (o.a. grand cafe en bbq-ruimte) waarbij een deel van de bebouwing buiten het bouwvlak is gerealiseerd. Bovendien wordt de locatie gebruikt als trouwlocatie en worden er regelmatig feesten en partijen gehouden. In de horeca-nota Gastvrij Nijmegen is een "Beleidslijn Horeca langs radialen" opgenomen. Langs deze verkeersradialen (zoals de Heijendaalseweg) komt vaak horeca voor met een stedelijke functie. Hier zijn, naast kleinschalige horeca, ook grote horeca-bedrijven toegestaan die een bovenwijkse functie hebben. Locaties langs de bovenwijkse stedelijke infrastructuur zijn immers geschikt om ruimte te geven aan autonome ontwikkelingen van enige schaal, die elders moeilijk ruimtelijk inpasbaar zijn. Een bowlingcentrum past binnen deze beleidslijn. Daarnaast trekt het gebied door de verdere uitbreiding van onderwijsinstellingen, universiteit en ziekenhuis en nieuwe studentenhuisvesting steeds meer bezoekers. Daartegenover staat dat er relatief weinig horeca (en detailhandel) is in het gebied. Gelet op de directe omgeving (verzorgingstehuis, veel studentenhuisvesting) is een uitbreiding en verandering van functie op deze locatie, niet gewenst. Het toestaan van lichte horeca-activiteiten met een beperkte omvang zoals een lunchroom, restaurant etc. (categorie 1 en 2) is geen probleem. Zwaardere horeca-activiteiten zijn op deze locatie niet gewenst, ivm verkeersaantrekkende werking en mogelijke overlast voor de omgeving. In de beheersverordening zijn de bestaande mogelijkheden met betrekking tot horeca overgenomen. Dit betekent dat 40% van het totale vloeroppervlak mag worden besteed aan horeca. De horeca is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit (passend binnen de bestemming Cultuur en Ontspanning). Op grond van de Staat van horeca-activiteiten (bijlage II regels) zijn toegestaan: horeca-activiteiten in categorie 1 (lichte horeca), 2 (middelzware horeca) en 3 (zware horeca) met uitzondering van een dancing, discotheek en nachtclub. 13.
Eigenaar/bewoner
Eversweg 6
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: De reactie gaat over het perceel Eversweg 6 (Hatert sectie I, nummers 759, 746, 901 en 925). Bestaande woning: Bij het in kaart brengen van de feitelijke situatie is uitgegaan van de woning zoals deze bestond tot 2006. Inmiddels is de omtrek ervan gewijzigd. Hoewel deze woning met het postzegelplan Broersveld-Kwakkenberg 1971-1970 al in 2005 is gerealiseerd, lijkt ze op bijlage 2 zelfs nog te zijn wegbestemd. Opmerkelijk is dat wel in deze kaart is opgenomen het pas in 2010 vastgestelde postzegelplan Broersveld-Lwakkenberg 1971-72, voor Eversweg 4. Op de planologische kaart (bijlage 3a en 3b) is onze woning in zoverre beter ingetekend dat de buitenlijnen, met uitzondering van de half ronde keuken, precies het huidig bebouwde oppervlak aangegeven. De binnenlijnen suggereren dat de oude woning nog niet is verbouwd en dat er nog ruimte voor uitbreiding aanwezig is. Er wordt verzocht toe te zien dat de feitelijke situatie op deze kaart correct wordt ingetekend. Tuinhuis: Op de hierboven genoemde kaarten ontbreekt het tuinhuis dat in 1997 is gebouwd nadat het toenmalige college van B&W daartoe op 15 september 1997 vergunning heeft verleend (zie bijlage 4). Verzocht wordt dit tuinhuis als ‘’bestaand’’ op te nemen in de beheersverordening. Woonbestemming: D.m.v. het postzegelplan Broersveld-Kwakkenberg 1971-70 is in 2005 voorzien in legalisatie en mogelijkheid tot uitbreiding van de woning, waarbij de woonbestemming strak op het te realiseren, en inmiddels gerealiseerde, plan is gelegd. Dat betekent dat er nu officieel geen sprake is van tuin en/of erf. Onderliggende reden hiervan is dat op dit perceel, samen met delen van enkele buurpercelen, tot nog toe de bijzondere bestemming ‘’natuur’’ heeft gelegen. In de beheersverordening zal deze bestemming hier echter komen te vervallen en worden vervangen door bestemming ‘’bos’’
- 17 -
Het hele gebied de Kwakkenberg wordt in de verordening gekarakteriseerd als ‘’wonen in het bos’’. Mede daarom is over het totale plan de dubbelbestemming waarde ‘’natuur en landschap’’ opgenomen, evenals de waarde ‘’Archeologie 3’’ Binnen dit gebied, dat volgens de provinciale landschapsvisie uitdrukkelijk net valt buiten de kwalificering ‘’waardevol landschap’’, beschikken vrijwel alle woningen over maximale woonbestemming (bijlage 3a) Met het oog op het bovenstaande wordt verzocht de woonbestemming van het perceel in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie, waarin al sinds 1959 sprake is van gebruik als leef- en siertuin. De natuur- en boswaarden van het perceel zijn beperkt en er zijn geen voornemens om hier ‘’bos’’ te realiseren. Aangezien op alle provinciale kaarten een ruime woonbestemming op het perceel is aangegeven, is de provincie Gelderland benaderd en gevraagd of er bezwaar bestaat tegen het in overeenstemming brengen van de feitelijke situatie met de kaarten. De heer W. van den Broek stelt namens de provincie: ‘’In de kaarten van de provincie waarop de EHS aangegeven is, wordt voor het gebied waar u woont, geen onderscheid gemaakt tussen de werkelijke natuur en de bebouwing en tuinen in die EHS’’. Van provinciewegen bestaat dan ook geen bezwaar voor uitbreiding van onze woonbestemming. Verzocht wordt de woonbestemming zoals bij vrijwel alle andere woningen in het gebied, recht doend aan de al tientallen jaren bestaande feitelijke gebruikssituatie, uit te breiden met tuin en erf, bijvoorbeeld conform de lichte vlek om onze woning zoals op de provinciale kaarten wordt gehanteerd. Gemeentelijke reactie Op het perceel Eversweg is van toepassing het bestemmingsplan Broersveld Kwakkenberg 1971 (vastgesteld 12 oktober 1972) en het postzegelplan Broersveld Kwakkenberg 1971-70 (vastgesteld 6 juli 2005). Het postzegelplan is alleen van toepassing op (de uitbreiding van) het hoofdgebouw. Voor de omliggende gronden geldt het (oorspronkelijke) bestemmingsplan dat is vastgesteld in 1972. Op grond van dit bestemmingsplan is het perceel bestemd als Natuurgebied. De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor natuur-en landschapsbehoud en passieve recreatie, met daartoe nodige kleine gebouwen, bouwwerken en werken. Het postzegelplan ziet op de uitbreiding van de hoofdbebouwing en bestemd het hoofdgebouw voor Woondoeleinden (W). Dit postzegelplan is dus niet van toepassing op de rondom het hoofdgebouw gelegen gronden. De bouw van het woonhuis is vergund in 1958. Oorspronkelijk is het gebouw opgericht als een dienstwoning voor de rector van de kloosterorde, gevestigd in het gebouw op Eversweg 4 (huize Marie-Louise). Later is dit een zelfstandig gebouw/woning geworden met het adres Eversweg 6. Het woonhuis is een aantal keren veranderd/uitgebreid: in 1988 (gevelwijziging + interne verbouwingen), in 1992 (bouwen van een koepel aan de noord-oostgevel) en in 2005 (uitbreiding/aanbouw aan de zuid-westgevel). In 1997 is de bouw van een tuinhuisje vergund. De oppervlakte van het tuinhuis (incl. luifel) bedraagt 20m2. Het perceel bestaat uit 4 kadastrale percelen: gemeente Hatert sectie I, nrs. 901, 925, 746 en 759. Het hoofdgebouw is gelegen op het kadastrale perceel 746 en het bijgebouw op kadastraal perceel 759. De percelen worden gezamenlijk aangeduid als Eversweg 6 of als “het perceel”. In de (ontwerp)beheersverordening is de planologische situatie uit het bestemmingsplan van 1972 en het postzegelplan van 2005 overgenomen. Het hoofdgebouw is bestemd voor Wonen (W) en de omliggende gronden zijn bestemd als Bos. De omtrek van het hoofdgebouw in de beheersverordening is gelijk aan de omtrek van het hoofdgebouw uit het postzegelplan. In de beheersverordening komt de bestemming Natuur niet (meer) voor. In plaats daarvan is gekozen voor de bestemming Bos. Daarnaast kent de beheersverordening de dubbelbestemming Waarde- Natuur en landschap. Het perceel is gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) waardoor er zorgvuldig met het groen en de natuurwaarden dient te worden omgegaan. Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden. Het gehele gebied de Kwakkenberg wordt in de beheersverordening gekarakteriseerd als “wonen in het bos”. De beplanting op de Kwakkenberg is deels een overblijfsel van het oorspronkelijke bos. Om deze bosrestanten zo
- 18 -
goed mogelijk te behouden, herstellen en/of ontwikkelen is gekozen voor de bestemming Bos. Daarnaast verschaft de combinatie van bos(restanten) en geaccidenteerd terrein het gebied een hoog te waarderen visueel-landschappelijke verschijningsvorm. De natuur-en landschapswaarden (waaronder de stedenbouwkundige, visueel-landschappelijke, de geormoforlogische en de ecologische waarden) worden beschermd door de dubbelbestemming Waarde-Natuur en landschap. Gelet op het belang van het behoud en de bescherming van de aanwezige natuurwaarden kan er geen medewerking worden verleend met de uitbreiding van de Woonbestemming in die zin dat er een erf en tuin aan de bestemming wordt toegevoegd. Door het toevoegen van deze functies ontstaan er immers nieuwe (onwenselijke) bouwmogelijkheden. Bovendien heeft de Raad van State recent (uitspraak 20 april 2012, zaaknr. 201202897/1/A1) bepaald dat vaststaat dat het op het perceel gerealiseerde zwembad in strijd is met het bestemmingsplan en dat het college gerechtigd is om hiertegen handhavend op te treden. Door een erfbestemming op te nemen in de beheersverordening zou dit zwembad alsnog (ongewild) worden gelegaliseerd.
14.
Eigenaar/bewoner
Theresiaweg 9a p/a Tiberiusplein 15
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: Enkele punten aangaande het woonperceel Theresiaweg 9a, kadastrale situatie, Hatert sectie I, nummer 942. Het woongebouw is op de plantekening niet aangegeven als woonbestemming. De bestaande bebouwing is in 1933 als tuinhuis voor het tuinpersoneel gebouwd. In 2001 is een vergunning verleend voor verdere uitbreiding hiervan. De woning wordt momenteel verhuurd op basis van een tijdelijke huurovereenkomst. De medische situatie van de eigenaar is aanleiding de woning zodanig aan te passen dat de situatie acceptabel is voor eigenaar en medisch personeel. Hiervoor is een bouwaanvraag ingediend in mei 2011 welke door de commissie beeldkwaliteit negatief is beoordeeld. Momenteel is een nieuw uitbreidingsplan in behandeling (14 feb 2012). Verzocht wordt dit nieuwe plan op te nemen in de beheersverordening Groenewoud-Kwakkenberg. Gemeentelijke reactie: Op het perceel is van toepassing het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 (vastgesteld 14 februari 1995). In dit bestemmingsplan is het perceel bestemd voor Woondoeleinden (WO). Alleen voor de hoofdbebouwing is een bebouwingsvlak opgenomen en niet voor het, toen al bestaande, bijgebouw. Deze situatie is overgenomen in de (ontwerp)-beheersverordening. In de ontwerpbeheersverordening is het perceel bestemd als Wonen en is, net als in het geldende bestemmingsplan, alleen een bouwvlak opgenomen voor het hoofdgebouw. Het bestaande bijgebouw is in 1933 vergund als tuinhuis. De bestaande hoofdbebouwing (bungalow) is pas in 1957 vergund. Het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 is hoofdzakelijk opgesteld om de bijzondere karakteristiek van de woonwijk, namelijk “wonen in het bos”, te behouden en kavelsplitsing zoveel mogelijk tegen te gaan. Kavelsplitsing met als doel extra bouwmogelijkheden te creëren, is ook onder de beheersverordening niet toegestaan. Bovendien moet het creëren van een extra bouwmogelijkheid worden aangemerkt als een ruimtelijke ontwikkeling die niet is toegestaan in een beheersverordening. De beheersverordening is er immers op gericht om de bestaande toestand vast te leggen. Onder de bestaande toestand kan worden verstaan de bestaande feitelijke toestand (de gerealiseerde bebouwing) of de planologische/vergunde toestand (ook indien deze nog niet is gerealiseerd). Het perceel wordt planologisch gezien als 1 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. Twee zelfstandige woningen op het perceel zijn niet toegestaan, er is dan immers sprake van twee hoofdgebouwen. Ook het laten gebruiken (door middel van een tijdelijke huurovereenkomst) van de woning door een derde is niet toegestaan en in strijd met de regels van het (nu nog geldende) bestemmingsplan en de beheersverordening. Privaatrechtelijk bestaat het perceel uit 2 kadastrale percelen: gemeente Hatert, sectie I, nrs 941 en 942. Beide kadastrale percelen zijn in eigendom bij dezelfde eigenaar. Ook de privaatrechtelijke situatie rechtvaardigt dus niet dat er planologisch 2 bouwpercelen (met een eigen bouwvlak) worden opgenomen in de beheersverordening.
- 19 -
Onder de beheersververordening is het mogelijk om, binnen de bestemming Wonen, een vergunning te verlenen voor de bouw van aan-uit-bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 60% van de oppervlakte van het erf met een maximum van 75m2 mits de bebouwing wordt opgericht om uitvoering te kunnen geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Uitgaande van de bouwtekeningen bedraagt de bebouwde oppervlakte van het tuinhuis (incl. kelder) ongeveer 71m2. De voorgestelde verdere uitbreiding (conform de vergunningaanvraag van 14 februari 2012) leidt tot een overschrijding van de maximaal toegestane oppervlakte voor de bouw van aan-uit- bijgebouwen en overkappingen. Hierdoor kan bouwkundig geen medewerking worden verleend aan een (verdere) uitbreiding van het tuinhuis.
15.
Eigenaar/bewoner
Bergweg 2 p/a Muldersweg 16a
NIJMEGEN
Samenvatting inspraakreactie: In tegenstelling tot de omliggende percelen (‘’wonen’’) is het perceel Bergweg 2 aangemerkt als ‘’woongebied’’ en deels als ‘’bos’’. De ontwerp beheersverordening lijkt in een aantal opzichten onvolledig, te weten: - Woonlaag is niet gedefinieerd; - Maximale toegestane nok- en goothoogte; - Bouwvlak/rooilijn. Betekent dit dat de te bouwen eengezinswoningen op een willekeurige plek – rekening houdend met de voorgeschreven afstanden tot de zijdelingse perceelgrens – op het perceel geplaatst mag worden? Zijn de maximaal te bouwen nok- en goothoogte weergegeven? Samen met de opdrachtgevers wordt bekeken wat de meest ideale plek is voor de woning, met zoveel mogelijk behoud van bomen. Toch moet er voor voldoende woonkwaliteit enkele bomen wijken. In de beheersverordening staat bij bestemming ‘’bos’’ dat er geen bomen gekapt/gerooid mogen worden (art. 6.3.1. lid c). Betekent dit dat voor alle beplanting/bomen die gekapt moeten worden een vergunning dient te worden aangevraagd? Ook als deze op 1,30m een stamdoorsnede hebben van minder dan 30cm? Gemeentelijke reactie Het perceel Bergweg 2 is geen bestaand adres. Aangenomen wordt dat met deze perceelsaanduiding de kadastrale percelen gemeente Hatert, sectie I nrs. 895 en 548) wordt bedoeld. Op het perceel is van toepassing het bestemmingsplan Broersveld-Kwakkenberg 1971 (vastgesteld 12 oktober 1972). Aan de bestemming WO-U in het bestemmingsplan Kwakkenberg 1994 is goedkeuring onthouden door Gedeputeerde Staten (GS). Het tegen het heroverwegingsbesluit van GS ingestelde beroep tegen het heroverwegingsbesluit van GS (waarbij opnieuw goedkeuring is onthouden aan de bestemming WO-U) is door de Raad van State ongegrond verklaard waardoor moet worden teruggevallen op het bestemmingsplan uit 1971. Op grond van dit bestemmingsplan is het perceel bestemd als E2V (Vrijstaande eengezinshuizen in twee woonlagen). De als zodanig in het plan aangegeven gronden zijn bestemd voor de bouw van vrijstaande eengezinshuizen in maximaal twee woonlagen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken met dien verstande dat: a. de breedte van de woning minstens 7,5m bedraagt; b. de breedte van het bouwperceel tenminste 30m bedraagt; c. de afstand van de zijgevel tot de zijdelingse perceelsgrens aan de ene zijde minstens 8m en aan de andere zijde minstens 14,5m bedraagt; d. de bebouwde oppervlakte niet meer mag bedragen dan 30% van het perceelsgedeelte gelegen achter de bebouwingsgrens; e. ten behoeve van de vrije beroepen praktijkruimten mogen worden gebouwd; f. in een van de stroken genoemd in lid c, bijgebouwen mogen worden opgericht met een maximum vloeroppervlakte van 50m2 en met geen grotere hoogte dan 2,5m.
- 20 -
Het toegestane gebruik met bijbehorende bouwvoorschriften is overgenomen in de beheersverordening door middel van de bestemming Woongebied (WG). In de beheersverordening is geen definitie opgenomen van het begrip woonlaag. Indien het begrip "woonlaag" in de voorschriften niet is gedefinieerd maar wel een definitie is opgenomen voor het begrip "bouwlaag" mag volgens de Raad van State de definitie van het begrip "bouwlaag" worden toegepast op het begrip "woonlaag" (vgl uitspraak Raad van State 10 mei 2001, zaaknr. 200002275/1). In de beheersverordening wordt onder een “bouwlaag” (art. 1.25) verstaan: “een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder”. In de beheersverordening wordt met 2 woonlagen derhalve bedoeld de begane grondlaag met een verdieping. Daarnaast is het voorstelbaar dat op het gebouw een kap wordt geplaatst voor zover dit geen zelfstandige woonlaag betreft. Ondergrondse bebouwing wordt niet meegerekend met het aantal bouwlagen (art. 24.3). De gebruikelijke bouw(nok)hoogte voor nieuwbouwwoningen in 2 bouwlagen met een kap is 10m. De goothoogte wordt begrensd op (max) 6m. Daarnaast is er binnen de bestemming WG in de beheersverordening geen bouwvlak en of rooilijnen opgenomen omdat dit in het geldende bestemmingsplan ook niet het geval was. Rekening houdend met de voorgeschreven afstanden tot de zijdelingse perceelgrens, betekent dit dat er maximaal 2 woningen, georienteerd op de Bergweg, op het perceel geplaatst kunnen worden. Voor wat betreft het kappen van bomen: binnen de bestemming Bos is een vergunningplicht opgenomen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden (waaronder het kappen van bomen en andere beplanting). Dit is een vergunningplicht op grond van de beheersverordening en staat los van de dikte van de stamdoorsnede e.d. Dergelijke criteria spelen wel een rol bij de vraag of er ook een rooivergunning nodig is voor het kappen van de bomen. Dit is een vergunning op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Het is dus heel goed mogelijk dat voor het kappen van de bomen, twee vergunningen nodig zijn: een vergunning (voorheen: aanlegvergunning) op grond van de beheersverordening en een rooivergunning op grond van de APV. Beide vergunningen zijn opgenomen in de omgevingsvergunning waarbij voor alle activiteiten die met de toekomstige woningbouw te maken hebben tegelijkertijd een vergunning wordt aangevraagd. Aan de hand van de aanvraag voor de omgevingsvergunning wordt beoordeeld of er ook een rooivergunning nodig is voor het kappen van de bomen. U kunt ook een vooroverleg aanvragen om te vernemen welke vergunningen er nodig zijn voor de woningbouw. Bovendien kan er in het vooroverleg een welstands- en stedenbouwkundig advies worden gegeven. Overigens geldt voor het perceel met de bestemming Woongebied (WG) ook de dubbelbestemming Waarde- Natuur en Landschap. Ook op grond van deze dubbelbestemming is een (aanleg)vergunning nodig op basis van de beheersverordening voor het kappen van bomen. Dit geldt dus niet alleen voor de bestemming Bos.
- 21 -
Regels
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
91
92
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan
de geometrisch bepaalde objecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0268.BP9000-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). 1.2
bestemmingsplan
de beheersverordening Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg van de gemeente Nijmegen. 1.3
aanbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is. 1.4
aan huis verbonden beroepsactiviteiten
een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. 1.5
aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten
het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van de administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend, het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend. 1.6
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.7
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.8
achtergevellijn
de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan; 1.9
archeologisch deskundige
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
93
1.10
archeologisch onderzoek
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie. 1.11
agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren. 1.12
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.13
bed and breakfast
een activiteit waarbij het verstrekken van logies en ontbijt plaatsvindt in de woning en ondergeschikt is aan de woonfunctie. 1.14
bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel plaatsvindt uitsluitend als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen. 1.15
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht. 1.16
bedrijvigheid
het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren. 1.17
bestaand
a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning; b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 1.18
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak. 1.19
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.20
bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
94
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
1.21
bijgebouw
een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen bedoeld en ingericht ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte. 1.22
bouwen
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.23
bouwhistorisch onderzoek
in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek”. 1.24
bouwgrens
de grens van een bouwvlak. 1.25
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. 1.26
bouwmarkt
een geheel of gedeeltelijk overdekt detailhandelsbedrijf met een overdekt verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m2, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden. 1.27
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.28
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel. 1.29
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.30
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.31
cultuur en ontspanning
voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, zoals een atelier, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, theater en wellness. Prostitutie, raamprostitutie/raamexploitatie of seksinrichting is uitgesloten. Een casino is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'casino'.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
95
1.32
cultuurhistorische waarden
waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed. 1.33
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen. Onder detailhandel wordt niet verstaan detailhandel in volumineuze goederen. 1.34
detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair. 1.35
dienstverlenend bedrijf
een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken, autorijscholen en dergelijke. 1.36
erf
de gronden met een woonbestemming gelegen binnen het bouwperceel maar buiten het bouwvlak. 1.37
escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige). 1.38
evenement
evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV). 1.39
eengezinswoning
Een eengezinswoning is een woning die bedoeld is voor bewoning door één persoon en zijn/haar gezin. 1.40
garagebedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd. 1.41
garagebox
overdekte berg- en bewaarplaats, stalling voor auto's en (motor)fietsen.
96
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
1.42
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.43
geluidsgevoelige functies
geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten: geluidsgevoelige gebouwen a. b. 1. 2. 3. 4.
woningen; andere geluidsgevoelige gebouwen: onderwijsgebouwen; ziekenhuizen; verpleeghuizen; de volgende 'andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen': verzorgingstehuizen; psychiatrische inrichtingen; medische centra; poliklinieken; medische kleuterdagverblijven.
geluidsgevoelige terreinen I.
II.
terreinen die behoren bij de hiervoor lid b onder 4 bedoelde 'andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen', voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg; woonwagenstandplaatsen.
1.44
gevelbreedte
de breedte van de gevel waar tegenaan wordt gebouwd. 1.45
groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit. 1.46
historisch stedenbouwkundig erfgoed
fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van de gebouwde omgeving. 1.47
historisch landschappelijk erfgoed
fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie. 1.48
hoekovergang
een aan- of uitbouw die buiten de gevelbreedten van het hoofdgebouw wordt gerealiseerd en die een verbinding vormt tussen een aan- of uitbouw aan de voorgevel en een aan- en of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw. 1.49
hoofdbebouwing
hoofdgebouw(en) inclusief aan- en of uitbouwen binnen het bouwvlak.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
97
1.50
hoofdgebouw(en)
gebouw of gebouwen, die op een bouwperceel door zijn/hun aard, constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk(en) is/zijn aan te merken. 1.51
horecabedrijf
een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast. 1.52
hotel
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse. 1.53
kantoor
een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie. 1.54
landschappelijke waarden
waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang. 1.55
kiosk
een gebouw, al dan niet met een (gebouwd) terras, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d. 1.56
maatschappelijke voorzieningen
het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek. 1.57
natuurlijke waarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied. 1.58
omgevingsvergunning
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.59
ondergronds bouwwerk
a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer nergens hoger ligt dan 0,25 meter boven het aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant nergens hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk.
98
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
1.60
ondergeschikte detailhandel
detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.61
ondergeschikte kantoren
kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.62
ondergrond
voor de ondergrond van het plan is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), als vervat in het bestand BV9000_GBKN_20120322.dxf. 1.63
ondersteunende horeca
horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.64
overkapping
een op de grond staand, plat afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw. 1.65
pension
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse. 1.66
perceelsgrens
de grens van een bouwperceel. 1.67
permanente bewoning
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door dezelfde persoon. 1.68
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waar de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie. 1.69
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding. 1.70
raamprostitutie
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen. 1.71
recreatieve voorzieningen
op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
99
1.72
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar. 1.73
sportvoorzieningen
gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan en zwembad. 1.74
straatmeubilair
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, openbare toiletvoorzieningen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, abri's en dergelijke. 1.75
straatprostitutie
het op straat door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot seksuele handelingen te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken. 1.76
stacaravan
een caravan, die, ook als deze niet omgevingvergunningplichtig is, toch als bouwwerk valt aan te merken. 1.77
standplaats
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten. 1.78
supermarkt
een (grootschalig) detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen. 1.79
terreinen met een archeologisch belang
terreinen met een hoge verwachtingswaarde op het aantreffen van archeologische resten in de bodem of waarvan bekend is dat er in beperkte mate waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn. 1.80
terreinen van zeer hoge archeologische waarde
terreinen waarvan bekend is dat er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn. 1.81
uitbouw
een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte.
100
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
1.82
voorgevellijn
de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde ervan. 1.83
wadi
voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren. 1.84
werk
een werk, geen bouwwerk zijnde. 1.85
winkelcentrum
een cluster van winkels, al dan niet in combinatie met andere functies, die in ruimtelijk-economisch opzicht als eenheid beschouwd moet worden. 1.86
wonen
de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip. 1.87
woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen. 1.88
woonwagen
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. 1.89
woonschip
elk vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te beoordelen naar zijn constructie en/of inrichting in hoofdzaak bestemd is tot, hoofdbewoning geldend dagen/of nachtverblijf van één of meer personen. 1.90
zaalverhuur
een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
101
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens
de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens. 2.2
de afstanden tussen lijnen
afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn. 2.3
de bedrijfsvloeroppervlakte
de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie. 2.4
de diepte van een bouwwerk, niet zijnde een hoofdgebouw
de afstand gemeten vanaf het verste punt van het bouwwerk loodrecht op de gevel waartegen het bouwwerk wordt aangebouwd. 2.5
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken en antennes. 2.6
de bouwhoogte van een dakopbouw
vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw. 2.7
de bouwhoogte van een kap
vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap. 2.8
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.9
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken en antennes. Voor de meest voorkomende dakvormen bij woningen is in onderstaande schetsjes aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald. Daarbij geldt dat voorzover het gaat om een bestaand zadeldak deze niet mag worden uitgebouwd tot een afgetopte dakvorm.
102
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
2.10
de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine. 2.11
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
103
2.12
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.13
het bebouwde oppervlakte
de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons. 2.14
het bebouwingspercentage
het percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel. 2.15
het peil
de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald: a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw; d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn; e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. 2.16
het (bruto) verkoopvloeroppervlak
de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken. 2.17
het vloeroppervlak
de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.
104
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten; b. ter plaatse van de aanduiding ''garage" tevens voor een garagebedrijf; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' tevens voor een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' tevens voor een verkooppunt motorbrandstoffen metlpg; e. ondergeschikte detailhandel; f. ondergeschikte kantoren; g. opslag en uitstalling; h. ontsluitingswegen; i. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; j. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
3.2.2
Specifiek e bouwregels
De in artikel 3.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. op het bouwperceel buiten de aanduiding 'bouwvlak' mogen, doch uitsluitend aan de voorzijde van en aangrenzend aan het hoofdgebouw, worden gebouwd: aan- en uitbouwen, zoals erkers en ingangspartijen, tot een maximale breedte van 60% van de gevelbreedte van het hoofdgebouw en een maximale diepte van 2 meter; de goothoogte mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, met een maximale diepte van 2 meter; 4. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
105
dat: 4. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2,5 meter mag bedragen; 5. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter mag bedragen. 3.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren; b. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen; c. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter. De opslag van goederen dient vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken te zijn. 3.4
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten; b. lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
106
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 4 4.1
Bedrijf - Nutsvoorziening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f.
bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten; ondergeschikte kantoren; opslag en uitstalling; ontsluitingswegen; bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.
4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
4.2.2
Specifiek e bouwregels
De in artikel 4.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan met een maximale inhoud van [inhoud] m³; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van een bedrijfswoning mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen : 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50 m²; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. op het bouwperceel buiten de aanduiding 'bouwvlak' mogen, doch uitsluitend aan de voorzijde van en aangrenzend aan het hoofdgebouw, worden gebouwd: 1. aan- en uitbouwen, zoals erkers en ingangspartijen, tot een maximale breedte van 60% van de gevelbreedte van het hoofdgebouw en een maximale diepte van 2 meter; de goothoogte mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
107
2. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, met een maximale diepte van 2 meter; e. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2,5 meter mag bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter mag bedragen. 4.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren; b. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen; c. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter. De opslag van goederen dient vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken te zijn. 4.4
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 4.1 onder teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten; b. lid 4.1 onder teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
108
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 5 5.1
Bos
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bos; b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van ecologische- en natuurwaarden; c. bijbehorende voorzieningen zoals: schuilgelegenheden, bergingen, sport- en speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen en fiets- en voetpaden (tevens ten behoeve van de aan het bos grenzende bestemming); d. indien de aangrenzende gronden zijn bestemd als Gemengd-1, is tevens een laad-en losplaats toegestaan voor vrachtwagens; e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bos-aarden wal", tevens voor een aarden wal van maximaal 1,5m hoog; f. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; g. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting (os)' voor een in- en uitrit. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van schuilgelegenheden en/of berging; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde. 5.2.2
Specifiek e bouwregels
De in artikel 5.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. de oppervlakte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van schuilgelegenheden en/of berging mag per locatie niet meer bedragen dan 20 m2. De bouwhoogte mag maximaal 5 meter en de goothoogte maximaal 3 meter bedragen; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen. 5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 5.3.1
Omgevingsvergunningsplicht
Het is verboden op of in de lid 5.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het aanleggen van wegen, paden, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen met gezamenlijke oppervlakte van meer dan 25 m2; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; d. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodem verlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; e. het kappen van bomen en andere beplanting; f. het aanleggen van waterpartijen of vergraven, verruimen of dempen van waterpartijen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
109
5.3.2
Uitzonderingen
Het in lid 5.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. 5.3.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.3.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover het bos hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
110
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 6 6.1
Cultuur en Ontspanning
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals: atelier, bioscopen, bowlingbaan, casino, congrescentrum, kinderboerderij, museum, muziek- en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra, speeltuin, schouwburg, theater en andere hiermee gelijk te stellen activiteiten; b. ter plaatse van de functie-aanduiding "bedrijfswoning" (bw) tevens voor een (bestaande) bedrijfswoning; c. ter plaatse van de functie-aanduiding "horeca" (h) tevens voor (ondergeschikte) horeca-activiteiten; d. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 25.4 Ondersteunende horeca; e. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; f. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 6.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: 6.2.1
Algemene bouwregels
a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
6.2.2
Specifiek e bouwregels
De in artikel 6.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het de aanduiding 'bouwvlak' mag ten hoogste 50 m2 bedragen; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de hoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 meter mag bedragen;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
111
2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter mag bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter. 6.3
Specifieke gebruiksregels
6.3.1
Horeca
Ter plaatse van de aanduiding "horeca" (h) mag maximaal 40% van het totale vloeroppervlak van de voorziening gericht op cultuur en ontspanning worden gebruikt ten behoeve van (ondergeschikte) horeca-activiteiten, behorende tot de in bijlage II opgenomen categorieen 1, 2 en 3 met uitzondering van een dancing, discotheek en nachtclub. 6.3.2
Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in het voorgaande lid alsmede artikel 25.4 ondersteunende horeca.
112
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 7 7.1
Gemengd
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, kantoren, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel, met uitzondering van een supermarkt; c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten met bijbehorende terrassen; d. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 7.2
Bouwregels
7.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde. 7.2.2
Specifiek e bouwregels
De in artikel 7.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen aan- en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3 meter achter de achtergevellijn. Bestaande legale aan- en uitbouwen dieper dan 3 meter achter de achtergevellijn mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; 2. indien de aan- en uitbouw tot gevolg heeft dat tegen een bestaand bijgebouw wordt aangebouwd, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen. Ten aanzien van het aangebouwde bijgebouw blijven de bouwregels voor bijgebouwen van toepassing; 3. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van begane grondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 4. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
113
bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 5. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; 6. de totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 50 m². Openlucht zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn toegestaan. De totaal bebouwde oppervlakte mag in dat geval ten hoogste 75% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 75 m2; 7. voor appartementengebouwen geldt, in afwijking van het bepaalde in lid 6, dat de totaal bebouwde oppervlakte van ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf mag bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter; 2. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen; e. bij de realisering van de in deze bestemming toegelaten geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies moet worden voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder. Als de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde mogen geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies alleen worden gerealiseerd als voldaan wordt aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere waarde en de daarin opgenomen voorwaarden; 7.3
Specifieke gebruiksregels
7.3.1
Wonen
Ten aanzien van de in lid 7.1 onder a genoemde functie 'wonen' gelden de volgende bepalingen: a. wonen is uitsluitend toegestaan in hoofdbebouwing aan de straatzijde en in bestaande woningen op achterterreinen; b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-wonen in het bos (sgd-wib)" is uitsluitend een eengezinswoning (vrijstaand) toegestaan tenzij er op deze locatie, ten tijde van het inwerkingtreden van dit bestemmingsplan, (legaal) een halfvrijstaande (twee onder een kap) woning is opgericht dan wel de woning (legaal) in gebruik is als meergezinswoning. In deze gevallen mag het bestaande gebruik worden voortgezet. 7.3.2
Dienstverlening, k antoren en maatschappelijk e voorzieningen
Ten aanzien van de in lid 7.1 onder a genoemde functies 'dienstverlening' , 'kantoren' en 'maatschappelijke voorzieningen' geldt de volgende bepaling: dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen zijn zowel op de begane grond als op de verdieping(en) toegestaan, met uitzondering van appartementengebouwen, waarin maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en kantoren uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan. Bestaand gebruik ten behoeve van deze functies is op verdiepingen in appartementengebouwen is toegestaan. 7.3.3
Detailhandel
Ten aanzien van de in lid 7.1 onder b genoemde functie 'detailhandel' gelden de volgende bepalingen: a. detailhandel, inclusief een supermarkt, is uitsluitend toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat bestaand gebruik ten behoeve van detailhandel op verdiepingen is toegestaan; b. gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 25.4 ondersteunende horeca is niet toegestaan.
114
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
7.3.4
Horeca
Ten aanzien van de in lid 7.1 onder c genoemde functie 'horeca' gelden de volgende bepalingen: a. het vloeroppervlak per horecabedrijf mag niet meer bedragen dan 100 m²; b. horeca, met uitzondering van logiesverstrekkende horeca, is uitsluitend toegestaan op de begane grond; in appartementengebouwen is ook logiesverstrekkende horeca uitsluitend toegestaan op de begane grond. Bestaand gebruik ten behoeve van horeca op verdiepingen is toegestaan. 7.4
Afwijken van de gebruiksregels
1. Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.1 onder b en een verruiming van de woonfunctie toestaan voor het gebruik van een twee onder een kap woning dan wel een meergezinswoning mits er geen toename plaatsvindt van het bouwvolume zoals vergund op het moment van het inwerkingtreding van dit bestemmingsplan. 2. Een omgevingsvergunning voor het verruimen van de woonfunctie kan worden verleend indien: a. de karakteristieke waarde van het gebied "wonen in het bos" hierdoor niet onevenredig wordt aangetast; b. de verruiming van de woonfunctie qua aard, omvang en uitstraling past in het bestaande woon-en leefklimaat en c. de verruiming van de woonfunctie geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
115
Artikel 8 8.1
Gemengd - 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen en kantoren met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; b. in de bestaande kapel zijn tevens maatschappelijke voorzieningen toegestaan; c. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 26.5; d. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen met dien verstande dat binnen de aanduiding parkeerterrein (p) maximaal 100 parkeerplaatsen zijn toegestaan; e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 8.2
Bouwregels
8.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde. 8.2.2
Specifiek e bouwregels
De in artikel 8.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen aan- en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3 meter achter de achtergevellijn. Bestaande legale aan- en uitbouwen dieper dan 3 meter achter de achtergevellijn mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; 2. indien de aan- en uitbouw tot gevolg heeft dat tegen een bestaand bijgebouw wordt aangebouwd, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen. Ten aanzien van het aangebouwde bijgebouw blijven de bouwregels voor bijgebouwen van toepassing; 3. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van begane grondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 4. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 5. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
116
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
6. de totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 50 m². Openlucht zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn toegestaan. De totaal bebouwde oppervlakte mag in dat geval ten hoogste 75% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 75 m2; 7. voor appartementengebouwen geldt, in afwijking van het bepaalde in lid 6, dat de totaal bebouwde oppervlakte van ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf mag bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht, met dien verstande dat: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keermuren, afvalcontainers, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd. Deze bouwwerken mogen tevens ondergronds worden gerealiseerd; 2. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen; e. bij de realisering van de in deze bestemming toegelaten geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies moet worden voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder. Als de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde mogen geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies alleen worden gerealiseerd als voldaan wordt aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere waarde en de daarin opgenomen voorwaarden. 8.3
Specifieke gebruiksregels
8.3.1
Wonen en k antoren
Ten aanzien van de in lid 8.1 onder a genoemde functies 'wonen en kantoren' gelden de volgende bepalingen: a. wonen is uitsluitend toegestaan in hoofdbebouwing aan de straatzijde en in bestaande woningen op achterterreinen; b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-wonen in het bos (sgd-wib)" is uitsluitend een eengezinswoning (vrijstaand) toegestaan tenzij er op deze locatie, ten tijde van het inwerkingtreden van dit bestemmingsplan, (legaal) een halfvrijstaande (twee onder een kap) woning is opgericht dan wel de woning (legaal) in gebruik is als meergezinswoning. In deze gevallen mag het bestaande gebruik worden voortgezet. c. het hoofdgebouw mag, voor zover ondergronds (onder peil) gebouwd, ook worden gebruikt ten behoeve van de ingevolge deze bestemming toegestane (hoofd)functies. De ondergrondse bebouwing (bebouwing onder peil) behoeft, in tegenstelling tot hetgeen is bepaald in de algemene regels, dus niet uitsluitend te worden gebruikt ter ondersteuning van de ingevolge deze regels op de begane grond toegestane functies.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
117
Artikel 9 9.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. fiets- en voetpaden; c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, overstortvijvers, rioolbuffers, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; d. bijbehorende voorzieningen zoals: sport- en speelvoorzieningen, hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten; e. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; f. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 25.2. 9.2
Bouwregels
9.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen; b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 25.2; c. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde. 9.2.2
Specifiek e bouwregels
De in artikel 9.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. de oppervlakte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats mag per locatie niet meer bedragen dan 20 m2. De bouwhoogte mag maximaal 5 meter en de goothoogte maximaal 3 meter bedragen; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, de bouwhoogte van palen, (licht)masten en ballenvangers en geluidwerende voorzieningen niet meer dan 15 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen. 9.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: het gebruik van gronden ten behoeve van parkeren, met uitzondering van ondergrondse parkeervoorzieningen.
118
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 10 10.1
Horeca
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b, 2a van de Staat van horeca-activiteiten ; b. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, terrassen, parkeeren groenvoorzieningen; c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
10.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 10.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' mag ten hoogste 50 m2 bedragen; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten mag niet meer dan 10 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
119
10.3
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: lid 10.1 onder a teneinde horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van horeca-activiteiten.
120
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 11 11.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - voortgezet onderwijs (sm-vo)' uitsluitend voor voortgezet onderwijs; c. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 26.5; d. bestaande bedrijfswoningen; e. bijbehorende voorzieningen zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen, en sporten speelvoorzieningen; f. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Algemeen bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
11.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 11.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. uitsluitend een bestaande bedrijfswoning is toegestaan en mag worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. binnen de aanduiding "bijgebouwen niet toegestaan (-bg)" zijn geen bijgebouwen toegestaan; 2. binnen de aanduiding"erf (e)" is maximaal 100m2 aan aan-uit en bijgebouwen toegestaan; 3. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' mag maximaal 50% van het bestemmingsvlak buiten de aanduiding 'bouwvlak' bedragen; 4. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen 5. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 6. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
121
7. de goothoogte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten mag niet meer dan 10 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter. e. bij de realisering van de in deze bestemming toegelaten geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies moet worden voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder. Als de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde mogen geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies alleen worden gerealiseerd als voldaan wordt aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere waarde en de daarin opgenomen voorwaarden.
122
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 12 12.1
Maatschappelijk - Begraafplaats
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
een begraafplaats; ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 26.5; bestaande bedrijfswoning; ter plaatse van de functie-aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk-scoutingterrein" is tevens een scoutingterrein toegestaan; e. bijbehorende voorzieningen zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; f. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 12.2
Bouwregels
12.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
12.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 12.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. uitsluitend een bestaande legale bedrijfswoning is toegestaan en mag worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' mag maximaal 50% van het bestemmingsvlak buiten de aanduiding 'bouwvlak' bedragen ; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten mag niet meer dan 10 meter bedragen en
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
123
de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter; e. ter plaatse van de functieaanduiding specifieke vorm van maatschappelijk-scoutingterrein, zijn tevens gebouwen en overkappingen ten behoeve van de scouting toegestaan; voor deze gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen: 1. het totaal bebouwd oppervlak van gebouwen en overkappingen mag maximaal 75m2 bedragen; een vuurkuil, met de daarbij benodigde bouwwerken, is/zijn toegestaan; 2. de goothoogte van de gebouwen mag ten hoogste 3 meter en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 3. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen.
124
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 13 13.1
Recreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. recreatieve voorzieningen; b. ter plaatse van de functie-aanduiding "sr-(paarden)wei": uitsluitend ten behoeve van het gebruik als (paarden)wei; c. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 26.5; d. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen, fiets- en voetpaden; e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 13.2
Bouwregels
13.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
13.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 13.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' mag ten hoogste 50 m2 bedragen; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten en ballenvangers mag niet meer dan 10 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
125
13.3
Specifieke gebruiksregels
13.3.1 gebruik als (paarden)wei Het gebruik als (paarden) wei is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat milieubedreigende activiteiten, zoals mestopslag, worden uitgevoerd met inachtname van de daarvoor geldende milieuregels. 13.3.2 strijdig gebruik Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan: gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 26.5.
126
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 14 14.1
Sport
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. sportvoorzieningen; b. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 26.5; c. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen, fiets- en voetpaden; d. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 14.2
Bouwregels
14.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
14.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 14.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' mag ten hoogste 50 m2 bedragen; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten en ballenvangers mag niet meer dan 20 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter. 14.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
127
gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 26.5.
128
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 15 15.1
Tuin
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen en groenvoorzieningen; b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van tuin-kloostertuin (st-kt)" voor kloostertuin; c. gebouwen en overkappingen behorend bij het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw(en); d. verhardingen en parkeervoorzieningen behorend bij het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw(en); e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 15.2
Bouwregels
15.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. aan- en uitbouwen; b. bijgebouwen; c. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde. 15.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 15.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. aangrenzend aan het hoofdgebouw mogen worden gebouwd: 1. aan- en uitbouwen met een maximale diepte van 1,5 meter gemeten vanaf de gevel van het hoofdgebouw. De goothoogte mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen. Voor zover de aan- of uitbouw vóór de voorgevellijn wordt gerealiseerd, geldt een maximale breedte van 60% van de betreffende gevelbreedte (voorgevel) van het hoofdgebouw. De aan- of uitbouw moet geheel binnen de betreffende gevelbreedte (voor- of zijgevel) van het hoofdgebouw worden opgericht. Als uitzondering hierop geldt dat een hoekovergang is toegestaan; 2. uitsluitend bestaande legale aan- en uitbouwen en overkappingen met een diepte van meer dan 1,5 meter gemeten vanaf de gevel van het hoofdgebouw zijn toegestaan en mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; 3. het is toegestaan, indien en voor zover er in de tuin recht vóór de voorgevel van het hoofdgebouw een legaal bijgebouw aanwezig is, de ruimte tussen het hoofdgebouw en dat bestaande bijgebouw te bebouwen met aan- en uitbouwen mits: - aangesloten wordt bij de bouwhoogte van het bijgebouw tot maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; - het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen; 4. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, met een maximale diepte van 1,5 meter gemeten vanaf de gevel van het hoofdgebouw; b. uitsluitend bestaande legale bijgebouwen zijn toegestaan en mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen en de
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
129
bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen; d. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding erfafscheiding (sba-ea) is een erfafscheiding toegestaan met een maximale bouwhoogte van 2m; e. zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn niet toegestaan; 15.3
Specifieke gebruiksregels
Het totale oppervlak van ongebouwde parkeervoorzieningen mag: a. indien de aangrenzende gronden binnen het bouwperceel bestemd zijn tot Wonen, niet meer dan 50% van de tot “Tuin” bestemde gronden bedragen; b. in overige gevallen mag de tot "Tuin" bestemde gronden geheel gebruikt worden ten behoeve van parkeren; c. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van tuin-kloostertuin mogen de tot Tuin bestemde gronden voor maximaal 50% worden gebruikt ten behoeve van parkeren. 15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 15.4.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 14.1 onder b bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. het aanbrengen van verhardingen; b. het verwijderen van beplantingselementen. 15.4.2 Uitzonderingen Het in lid 15.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien deze: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 15.4.3 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werk zaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de landschapsarchitect omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning de kloostertuin kan worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de kloostertuin, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
130
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 16 16.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing (waaronder terrassen), verkeerswegen (waaronder busbanen, fiets- en voetpaden), openbaar vervoer, kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), parkeervoorzieningen en fietsenstallingen; b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' voor een brug met bijbehorende toe- en afritten; c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' voor een parkeergarage met bijbehorende inen uitritten, e.d.; d. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting (os)' is de weg uitsluitend bestemd voor een ontsluitingsweg; e. bijbehorende voorzieningen zoals: groen-, sport- en speelvoorzieningen en taluds; f. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; g. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; h. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 25.2. 16.2
Bouwregels
16.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van garageboxen; a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van parkeergarages; b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen en fietsenstallingen; c. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 25.2 ; d. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
16.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 16.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een parkeergarage toegestaan. Een parkeergarage mag uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak', met dien verstande dat: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; b. de oppervlakte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen en fietsenstallingen mag per locatie niet meer bedragen dan 20 m2. De goothoogte van jongerenontmoetingsplaatsen mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 5 meter bedragen. De bouwhoogte van fietsenstallingen mag niet meer dan 3 meter bedragen; c. ter plaatse van de aanduiding 'brug' zijn bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 25 meter;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
131
d. de bouwhoogte van palen, (licht)masten en ballenvangers mag niet meer dan 15 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen. Ter plaatse van de aanduiding 'brug' mogen bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, hoger zijn. 16.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 voor de bouw van een kiosk met dien verstande dat: a. de bebouwde oppervlakte van een kiosk maximaal 50 m² mag bedragen; b. de maximale bouwhoogte 5 meter en de maximale goothoogte 3 meter mag bedragen; c. de activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. 16.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van garageboxen voor enige vorm van detailhandel en/of horeca.
132
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 17 17.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
wonen; ter plaatse van de aanduiding ' onderdoorgang' voor een onderdoorgang; bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.
17.2
Bouwregels
17.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
17.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 17.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. binnen de aanduiding 'bouwvlak' mag (maximaal) 1 hoofdgebouw worden opgericht; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de onderdoorgang vrij te blijven van bebouwing; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen aan- en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3 meter achter de achtergevellijn. Bestaande legale aan- en uitbouwen dieper dan 3 meter achter de achtergevellijn mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; 2. de aan-en uitbouw mag ook tot maximaal 3 meter voor de voorgevellijn worden gesitueerd, indien dit, mede gelet op de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap (artikel 22), leidt tot een betere stedenbouwkundige inpassing van de aan-en uitbouw; 3. indien de aan- en uitbouw tot gevolg heeft dat tegen een bestaand bijgebouw wordt aangebouwd, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen. Ten aanzien van het aangebouwde bijgebouw blijven de bouwregels voor bijgebouwen van toepassing; 4. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van begane grondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
133
hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 5. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 6. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; 7. de totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 50 m². Openlucht zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn toegestaan. De totaal bebouwde oppervlakte mag in dat geval ten hoogste 75% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 75 m2; 8. voor appartementengebouwen geldt, in afwijking van het bepaalde in lid 6, dat de totaal bebouwde oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf mag bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. aangrenzend aan de woning mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter; 2. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 1 meter, de bouwhoogte van erfafscheidingen op het erf mag niet meer bedragen dan 2 meter en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen; e. voor zover van toepassing dient voldaan te worden aan de vastgestelde hogere waarde Wet geluidhinder en de daarin opgenomen voorwaarden. 17.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.2 om uitvoering te kunnen geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning, met dien verstande dat: a. het totaal bebouwd oppervlakte ten hoogste 60% van de oppervlakte van het erf mag bedragen, met een maximum van 75 m²; b. deze afwijkingsmogelijkheid enkel geldt ten aanzien van bouw en/of uitbreiding van aanen uitbouwen. 17.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. bewoning van bijgebouwen; b. uitoefening van (aan huis verbonden) beroeps- of bedrijfsactiviteiten in bijgebouwen.
134
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 18 18.1
Wonen-1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. eengezinswoningen (vrijstaand); b. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 18.2
Bouwregels
18.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde. 18.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 18.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de onderdoorgang vrij te blijven van bebouwing; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen aan- en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3 meter achter de achtergevellijn. Bestaande legale aan- en uitbouwen dieper dan 3 meter achter de achtergevellijn mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; 2. de aan-en uitbouw mag ook tot maximaal 3 meter voor de voorgevellijn worden gesitueerd, indien dit, mede gelet op de dubbelbestemming Waarde Natuur en Landschap (artikel 22), leidt tot een betere stedenbouwkundige inpassing van de aan-en uitbouw; 3. indien de aan- en uitbouw tot gevolg heeft dat tegen een bestaand bijgebouw wordt aangebouwd, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen. Ten aanzien van het aangebouwde bijgebouw blijven de bouwregels voor bijgebouwen van toepassing; 4. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van begane grondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 5. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
135
6. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; 7. de totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 50 m². Openlucht zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn toegestaan. De totaal bebouwde oppervlakte mag in dat geval ten hoogste 75% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 75 m2; 8. voor appartementengebouwen geldt, in afwijking van het bepaalde in lid 6, dat de totaal bebouwde oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf mag bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht, met dien verstande dat: 1. aangrenzend aan de woning mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter; 2. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 1 meter, de bouwhoogte van erfafscheidingen op het erf mag niet meer bedragen dan 2 meter en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen; e. bij de realisering van de in deze bestemming toegelaten geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies moet worden voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder. Als de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde mogen geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies alleen worden gerealiseerd als voldaan wordt aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere waarde en de daarin opgenomen voorwaarden. 18.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.2 om uitvoering te kunnen geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning, met dien verstande dat: a. het totaal bebouwd oppervlakte ten hoogste 60% van de oppervlakte van het erf mag bedragen, met een maximum van 75 m²; b. deze afwijkingsmogelijkheid enkel geldt ten aanzien van bouw en/of uitbreiding van aanen uitbouwen. 18.4
Specifieke gebruiksregels
1. Indien, ten tijde van het inwerkingtreden van dit bestemmingsplan de woning (legaal) is opgericht als halfvrijstaand (twee onder een kap) dan wel (legaal) in gebruik is als meergezinswoning, mag dit gebruik worden voortgezet; 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. bewoning van bijgebouwen; b. uitoefening van (aan huis verbonden) beroeps- of bedrijfsactiviteiten in bijgebouwen. 18.5
Afwijken van de gebruiksregels
1. Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 onder a en een verruiming van de woonfunctie toestaan voor het gebruik van een twee onder een kap woning dan wel een meergezinswoning mits er geen toename plaatsvindt van het bouwvolume zoals vergund op het moment van het inwerkingtreding van dit bestemmingsplan. 2. Een omgevingsvergunning voor het verruimen van de woonfunctie kan worden verleend indien: a. de karakteristieke waarde van het gebied "wonen in het bos" hierdoor niet onevenredig wordt aangetast; b. de verruiming van de woonfunctie qua aard, omvang en uitstraling past in het bestaande woon-en leefklimaat en c. de verruiming van de woonfunctie geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling
136
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
137
Artikel 19 19.1
Woongebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: vrijstaande eengezinshuizen in maximaal twee woonlagen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken. 19.2
Bouwregels
19.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
19.2.2 Specifiek e bouwregels De in artikel 19.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: algemene bouwregels a. de breedte van de woning bedraagt minstens 7.50m; b. de breedte van het bouwperceel bedraagt minstens 30m; c. de afstand van de zijgevel tot de zijdelingse perceelsgrens aan de ene zijde minstens8 m en aan de andere zijde minstens 14.50m bedraagt; d. de beboude oppervlakte niet meer mag bedragen dan 30% van het perceelsgedeelte gelegen achter de bebouwingsgrens; e. in een van de stroken genoemd in lid c, bijgebouwen mogen worden opgericht, met een maximum vloeroppervlakte van 50m2 en met geen grotere hoogte dan 2.50m. f. [voor zover van toepassing dient voldaan te worden aan de vastgestelde hogere waarde Wet geluidhinder en de daarin opgenomen voorwaarden.] 19.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. bewoning van bijgebouwen; b. uitoefening van (aan huis verbonden) beroeps- of bedrijfsactiviteiten in bijgebouwen.
138
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 20 20.1
Leiding - Riool
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een rioolwatertransportleiding. 20.2
Bouwregels
20.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 25.2 ; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
20.2.2 Specifiek e bouwregels a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn. b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. 20.3
Afwijken van de bouwregels
20.3.1 Afwijk ingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: lid 20.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. 20.3.2 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de belangen van de leiding(en) hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 20.3.3 Adviesprocedure voor afwijkingen Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. 20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 20.4.1 Omgevingsvergunningsplicht Het is verboden op of in de in lid 20.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen, het bebossen van gronden of het indrijven van voorwerpen in de grond;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
139
c. het aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen; d. het aanleggen van rioleringen, leidingen of kabels anders dan ten behoeve van de bestemming; e. het opslaan van zaken (waaronder begrepen afvalstoffen).
20.4.2 Uitzonderingen Het in lid 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
20.4.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de belangen van de leiding(en) hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 20.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werk zaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
140
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 21 21.1
Waarde - Archeologie 2
Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebied van archeologisch belang). 21.2
Bouwregels
21.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd. 21.2.2 Specifiek e bouwregels a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 2. het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering; 3. het bouwplan is gesitueerd tot maximaal 3 meter uit de fundering van een bestaand gebouw; 4. geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 meter onder maaiveld; 5. de bebouwde oppervlakte van het bouwplan maximaal 50 m2 bedraagt. 21.3
Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Afwijk ingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. 21.3.2 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. 21.3.3 Adviesprocedure voor afwijk ingen Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
141
b. het doen van archeologisch onderzoek; c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige. 21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 21.4.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 21.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor-en pompputten; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen, e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; f. het verlagen van het waterpeil; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie-,of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. 21.4.2 Uitzonderingen Het in lid 21.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast; b. de werkzaamheden in de bodem niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld en de eventueel aan te leggen verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen niet groter zijn dan 50 m2; c. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, met inbegrip van onderhouds-en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande traces van kabels en leidingen; d. de werken en werkzaamheden: 1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 4. het archeologisch onderzoek betreffen. 21.4.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 21.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 21.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werk zaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
142
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 22 22.1
Waarde - Archeologie 3
bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (zeer hoge archeologische waarde). 22.2
bouwregels
22.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd. 22.2.2 Specifiek e bouwregels a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 2. het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering; 3. geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 meter onder maaiveld. 22.3
Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Afwijk ingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. 22.3.2 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. 22.3.3 Adviesprocedure voor afwijk ingen Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. het doen van archeologisch onderzoek; c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor omgevingsvergunning is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
143
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 22.4.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 22.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen, e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; f. het verlagen van het waterpeil; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. 22.4.2 Uitzonderingen Het in lid 22.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast; b. de werkzaamheden in de bodem niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld; c. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, met inbegrip van onderhouds-en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; d. de werken en werkzaamheden: 1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 4. het archeologisch onderzoek betreffen. 22.4.3 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werk zaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
144
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 23 23.1
Waarde - Natuur en Landschap
bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Natuur en Landschap aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden, in het bijzonder de stedenbouwkundige-, visueel-landschappelijke-, de geormofologische-en de ecologische waarden. 23.2
bouwregels
Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. 23.3
Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Afwijk ingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2 voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. 23.3.2 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de natuur-en landschappelijke waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. 23.3.3 Adviesprocedure voor afwijk ingen Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de landschapsarchitect omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning de natuur en landschappelijke waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de natuur en landschappelijke waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 23.4.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 23.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodem verlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; b. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; c. het kappen van bomen en andere beplanting; d. het aanleggen van waterpartijen of vergraven, verruimen of dempen van waterpartijen. 23.4.2 Uitzonderingen Het in lid 23.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien deze: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
145
23.4.3 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werk zaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de landschapsarchitect omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning natuur en landschapswaarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de natuur-en landschapswaarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 23.5
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
23.5.1 Sloopverbod Het is verboden op of in de in lid 23.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag bestaande bouwwerken te slopen, tenzij: het slopen van een bestaand bouwwerk binnen het verordeningengebied op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan niet omgevingsvergunningplichtig was en waarvan de sloop reeds in uitvoering was ten tijde van de inwerkingtreding van het plan. 23.5.2 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het slopen van een bouwwerk Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.5.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de landschapsarchitect omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning natuur-en landschapswaarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de natuur-en landschapswaarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
146
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 3 Artikel 24
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
147
Artikel 25 25.1
Algemene bouwregels
Beeldende kunst
Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven. 25.2
(Bouw)werken ten algemenen nutte
Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, is binnen alle bestemmingen toegestaan, met dien verstande dat: a. de inhoud van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m³; b. de oppervlakte van elke overkapping niet meer mag bedragen dan 20 m²; c. de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5 meter mag bedragen; d. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen; e. voor de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, de bouwregels van de geldende bestemming van toepassing zijn; f. de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven. 25.3
Ondergronds bouwen
Bouwen onder peil ten behoeve van de bestemming is toegestaan, met dien verstande dat: a. bouwen onder peil is toegestaan ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen; b. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak'. Bebouwing onder peil mag uitsluitend worden gebruikt ter ondersteuning van ingevolge deze regels op de begane grond toegestane functies; c. bouwen onder peil binnen de bestemming Wonen is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, voor zover bovengronds aan- en uitbouwen zijn toegestaan dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; d. bouwen onder peil binnen de bestemming Tuin is toegestaan, mits grenzend aan het hoofdgebouw met een maximale diepte van 1,5 meter dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; e. bouwen onder peil binnen de bestemming Gemengd is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan het hoofdgebouw met een maximale diepte van 3 meter achter de achtergevelrooilijn dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; f. bouwen onder peil binnen de bestemming Gemengd is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan het hoofdgebouw met een maximale diepte van 1,5 meter voor de voorgevellijn danwel tot zover als de bestaande aan- of uitbouw reikt; g. bouwen onder peil ten behoeve van bouwwerken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 25.2 is toegestaan.
148
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 26 26.1
Algemene gebruiksregels
Jongerenontmoetingsplaatsen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen binnen de bestemmingen Groen, Verkeer of Maatschappelijk onder de voorwaarden dat: a. b. c. d.
het gaat om een visueel goed zichtbare locatie; de locatie voldoende (verkeers)veilig is; de locatie gelegen is nabij een speelvoorziening; de afstand tot omliggende woonbebouwing dusdanig is dat er geen hinder voor omwonenden is te verwachten; e. de oppervlakte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats per locatie niet meer dan 20 m2 bedraagt. De goothoogte mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 5 meter bedragen. 26.2
Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten
26.2.1 Bouwregels Ten behoeve van het onder lid 2 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven. 26.2.2 Specifiek e gebruik sregels In gebouwen die ingevolgde deze regels gebruikt mogen worden als woning (inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen) is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten toegestaan, onder de volgende voorwaarden: a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, mag tot ten hoogste 50 m² worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn; c. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving; d. er mag geen horeca of detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in relatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. In bijgebouwen is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten niet toegestaan. 26.3
Buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven
26.3.1 Specifiek e gebruik sregels In hoofdgebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor kantoor, recreatie en/of sport is het gebruik als buitenschoolse opvang en/of kinderdagverblijf onder de volgende voorwaarden toegestaan: a. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in de omgeving; b. de activiteiten moeten voldoen aan de door de GGD en de brandweer gestelde eisen; c. de activiteiten vinden naast of in combinatie met het volgens de betreffende bestemming toegestane gebruik plaats en mogen daarvoor geen belemmering vormen; d. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
149
verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. 26.3.2 Bouwregels Ten behoeve van het onder artikel 26.3.1 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven. 26.4
Evenementen
Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening. 26.5
Ondersteunende horeca
In gebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor detailhandel, cultuur en ontspanning, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, recreatie en/of sport, en niet voor horeca, is ondersteunende horeca onder de volgende voorwaarden toegestaan: a. de horeca-activiteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit; b. de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit; c. de toegang tot de horeca-activiteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit, er is dus geen aparte ingang; d. er is in het pand vrij toegankelijke sanitaire ruimte; e. voor de horeca-activiteit mag geen aparte reclame worden gemaakt; f. van het totale vloeroppervlak van een food-detailhandelsbedrijf mag maximaal 20 m2 en niet meer dan 25% van het totale verkoopvloeroppervlak aan ondersteunende horeca worden besteed, mits binnen een afstand van 50 meter aan weerszijden van het pand zich geen andere zaak bevindt met ondersteunende of reguliere horeca; g. van het totale vloeroppervlak van een non-food detailhandelsbedrijf mag maximaal 50 m2 en niet meer dan 25% van het totale verkoopvloeroppervlak aan ondersteunende horeca worden besteed, mits binnen een afstand van 50 meter aan weerszijden van het pand zich geen andere zaak bevindt met ondersteunende of reguliere horeca; h. van het totale vloeroppervlak van een maatschappelijke voorziening, een voorziening gericht op cultuur en ontspanning en een recreatieve- en sportvoorziening (met uitzondering van een sporthal en sportveld) mag maximaal 10% aan ondersteunende horeca worden besteed; i. van het totale vloeroppervlak van een sporthal mag maximaal 12% aan ondersteunende horeca worden besteed; j. voor 1 sportveld mag maximaal 150 m2 aan ondersteunende horeca worden besteed en bij meerdere velden mag voor ieder extra sportveld maximaal 75 m2 worden opgeteld, met dien verstande dat de maximale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 375 m2. De gehanteerde oppervlaktematen betreffen de totale oppervlakte ten dienste van de ondersteunende horecafunctie, niet inbegrepen de daarbij behorende ruimten als opslag, keuken- en toiletruimten. 26.6
Seksinrichting of esortbedrijf
26.6.1 Specifiek e gebruik sregels Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van: a. een seksinrichting of een escortbedrijf voorzover binnen de geldende bestemming geen aanduiding 'seksinrichting' is opgenomen; b. raam- en straatprostitutie.
150
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 27 27.1
Algemene aanduidingsregels
Nationaal landschap
De gebiedsaanduiding nationaal landschap heeft het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van het gebied, zoals vastgelegd in de streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten waardevolle landschappen", ten doel. 27.2
Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
27.2.1 Bouwregels Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied' mogen, naast hetgeen overeenkomstig de geldende bestemmingen mag worden gebouwd, tevens bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van het grondwaterbeschermingsgebied worden gebouwd, met dien verstande dat dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven. 27.2.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werk zaamheden Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied' op of in de grond de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. werken, waaronder begrepen leidingen en installaties, met tot doel door middel daarvan het vervoeren door en/of het opslaan en/of storten van schadelijke stoffen op de bodem mogelijk te maken; b. kadavers op of in de bodem te brengen of te hebben, onverminderd het bepaalde in de Destructiewet; c. natuurlijke meststoffen of kunstmeststoffen, anders dan ten behoeve van de normale bodemstructuur, op te slaan; d. slib, afkomstig van rioolwaterzuiveringsinstallaties of rioolstelsels, al dan niet vermengd met andere stoffen, te verspreiden; e. diep infiltreren, niet zijnde oppervlakkige infiltratie. 27.2.3 Uitzonderingen Het in lid 27.2.2 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. 27.2.4 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 27.2.2 zijn slechts toelaatbaar voor zover de kwaliteit van het grondwater hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. 27.2.5 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werk zaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.2.2 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder(s) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de kwaliteit van het grondwater niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
151
Artikel 28
Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan, voor zover het een in beperkte mate afwijking van de maatvoering betreft, noodzakelijk om het bouwwerk zodanig te laten aansluiten op een bestaande, legale situatie dat dit vanuit architectonisch en/of bouwkundig opzicht een verbetering is.
152
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Artikel 29 29.1
Overige regels
Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de parkeergelegenheid en laad-en losmogelijkheden; b. de ruimte tussen bouwwerken. 29.2
Voorrangsregeling bestemmingen
Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming. Indien twee of meer dubbelbestemmingen samenvallen, dient de volgende prioriteitenvolgorde te worden aangehouden: a. b. c. d.
in de eerste plaats de planregels in artikel 18 (Leiding-Riool) in de tweede plaats de planregels van artikel 21(Waarde-Natuur en Landschap) in de derde plaats de planregels van artikel 20 (Waarde-archeologie 3) in de vierde plaats de planregels van artikel 19 (Waarde-archeologie 2)
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
153
154
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Hoofdstuk 4 Artikel 30 30.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
30.1.1 Algemeen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 30.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 30.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 30.1.1 met maximaal 10%. 30.1.3 Uitzonderingen Artikel 30.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 30.2
Overgangsrecht gebruik
30.2.1 Algemeen Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 30.2.2 Strijdig gebruik a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 30.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. b. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 30.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 30.2.3 Uitzonderingen Artikel 30.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
155
Artikel 31
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg.
156
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Bijlagen bij de regels
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
157
Bijlage 1 Staat Nijmegen) 1.1 01
van
bedrijfsactiviteiten
(model
Staat van bedrijfsactiviteiten Landbouw, jacht en bosbouw
0141.1 Hoveniersbedrijven 0142 Dienstverlening voor veterinaire diensten)
het
fokken/houden
Cat.
van
dieren
2 (geen 2
05
Visserij, kweken van vis en schaaldieren
Cat
0502
Kweken van vis en schaaldieren
3.1
15
Industrie Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 1511 Slachterijen (geen pluimveeslachterijen) 1513.1 Vervaardiging van snacks en kant-en-klaar-maaltijden 1513.2 Vervaardiging van vleeswaren (geen snacks) en overige vleesverwerking 1551 Melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j Melkproductenfabrieken v.c. > 55.000 t/j 1552 Bereiding van consumptie-ijs p.o. = 200 m2 Bereiding van consumptie-ijs p.o. > 200 m2 1561 Vervaardiging van meel (geen zetmeel)< 500 t/u Vervaardiging van meel (geen zetmeel)= 500 t/u 1562 Vervaardiging van zetmeel < 10 t/u Vervaardiging van zetmeel = 10 t/u 1571 Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) < 100 t/u Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) = 100 t/u 1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2.500 kg meel/week Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. = 2.500 kg meel/week 1582 Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit 1584.2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. = 200 m2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. < 2.000 m2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. > 2.000 m2 1585 Vervaardiging van deegwaren 1589 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. 1591 Distilleerderijen en likeurstokerijen 1596 Bierbrouwerijen
Cat
17
Vervaardiging van textiel en textielproducten
1771 1772
Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken 3.1 Vervaardiging van gebreide en gehaakte truien, vesten en pullovers 3.1
18
Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
1822
Vervaardiging van bovenkleding (geen werkkleding en kleding van 2 leer)
158
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Milieuaspect G30 G-GE30
Milieuaspect G-GE30
3.2 3.1 3.1
Milieuaspect G-GE100 G-GE50 G-GE50
3.2 4.2 2 3.2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.1 2
G100 G100 G30 G100 G200 G300 G-GE200 G-GE300 G-GE200 G-GE300 G-GE200 G-GE30
3.2
G-GE100
3.2 2 3.2 5.1 3.1 4.1 4.2 4.2
G-GE100 G-GE30 GE100 GE500 GE50 GE200 GE300 GE300
Cat
Milieuaspect G50 G50
Cat
Milieuaspect G30
1823 1824
Vervaardiging van onder- en nachtkleding Vervaardiging van overige kleding en -toebehoren n.e.g.
2 2
20
G30 G30
Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, Cat riet e.d. 2020 Vervaardiging van fineer en plaatmaterialen 3.2 2030.2 Vervaardiging van overig timmerwerk 3.2
Milieuaspect G-GE100 G100
21
Milieuaspect G-GE-S5 0 G200 G300 G100 G100 G100
Vervaardiging van papier, karton en kartonwaren; uitgeverijen en drukkerijen e.d. 2112.1 Vervaardiging van grafisch papier en karton < 3 t/u
papier-
en Cat 3.1
Vervaardiging van grafisch papier en karton 3 - 15 t/u Vervaardiging van grafisch papier en karton > 15 t/u 2121.1 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton 2123 Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier 2125 Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren 22
4.1 4.2 3.2 3.2 3.2
2222.1 2222.2 2222.3 2222.5 2222.6 2223 2224 2225 2231
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen Cat media Drukkerijen van boeken e.d. 3.2 Drukkerijen van tijdschriften 3.2 Drukkerijen van reclame 3.2 Drukkerijen van formulieren 3.2 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 2 Grafische afwerking en binderijen 1 Grafische reproductie en zetten 2 Overige activiteiten verwant aan de drukkerij 2 Reproductie van geluidsopnamen 1
Milieuaspect G100 G100 G100 G100 G30 G10 GE30 G-GE30 G10
24
Vervaardiging van chemische producten
Cat
2416 2430 2442 2466
Vervaardiging van kunststof in primaire vorm Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek Formulering en afvullen geneesmiddelen Chemische kantoorbenodigdheden fabrieken Vervaardiging van overige chemische producten n.e.g.
5.2 4.2 3.1 3.1 4.1
Milieuaspect GE700 GE300 G-GE50 G-GE50 G-GE200
25
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof
Cat
2522
Productie van verpakkingsmateriaal en kunststofbouwmaterialen Kunststofverwerkende bedrijven zonder fenolharsen Kunststofverwerkende bedrijven met fenolharsen Vervaardiging van overige producten van kunststof
4.1 4.2 4.1
GE200 GE300 GE200
Cat 3.1 3.2 2
Milieuaspect G50 G100 G30
3.2
G100
5.2 3.2
G700 G100
2524
assemblage 3.1
26
Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten 2612 Vormen en bewerken van vlakglas 2613 Vervaardiging van holglas 2621 Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens < 40 kW Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens = 40 kW 2661.1 Vervaardiging van producten van beton voor de bouw 2663 Vervaardiging van stortklare beton p.c. < 100 t/d
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Milieuaspect G-GE50
159
Vervaardiging van stortklare beton p.c. > 100 t/d 4.2 Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. = 3.1 2.000 m2 Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. > 3.2 2.000 m2
G300 G50
Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten van metaal Vervaardiging van ijzer, staal en ferro-legeringen(EGKS) p.c. < 1.000t/j Gieten van ijzer p.c. < 4.000 t/j Gieten van overige non-ferrometalen
Cat 5.2
Milieuaspect G-GE700
4.2 4.2
G300 G300
Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen) Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.= 200 m2 Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.> 200 m2 Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.= 200 m2 Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.> 200 m2 Oppervlaktebehandeling, Algemeen Oppervlaktebehandeling, Lakken, moffelen en emailleren Overige metaalbewerking, p.o.= 200 m2 Overige metaalbewerking, p.o.> 200 m2 Vervaardiging van hang- en sluitwerk Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.= 200 m2 Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.> 200 m2
Cat 3.1
Milieuaspect G50
3.2
G100
3.1
G50
3.2
G100
3.2 3.2 3.1 3.2 3.2 3.1 3.2
G100 G-GE100 G50 G100 G100 G50 G100
29
Vervaardiging van machines en apparaten
Cat
2911
Vervaardiging en revisie van motoren en turbines (geen motoren voor vliegtuigen, motorvoertuigen en -fietsen) p.o. > 2.000 m2 Vervaardiging van industriële ovens en branders, p.o. > 2.000 m2 Vervaardiging van hijs-, hef- en andere transportwerktuigen, p.o. > 2.000 m2 Vervaardiging van landbouwmachines en -werktuigen (geen tractoren), p.o. > 2.000 m2 Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van papier, karton en papier- en kartonwaren, p.o. 2.000 m2 Vervaardiging van overige machines en apparaten n.e.g. voor specifieke industriële activiteiten, p.o. > 2.000 m2
4.1
Milieuaspect G200
4.1 4.1
G200 G200
4.1
G200
4.1
G200
4.1
G200
2670
27 2710 2751 2754 28 2811
2812
2851 2852 2863 2875
2921 2922 2932
2955 2956
30 3002 31 3110 3130 3162
160
G100
Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en Cat instrumenten Vervaardiging van computers 2
Milieuaspect G-GE30
Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden Vervaardiging van elektromotoren en elektrische generatoren en transformatoren Vervaardiging van geïsoleerde kabel en draad Vervaardiging van koolelektroden
4.1
Milieuaspect G-GE200
4.1 6
G200 GE1500
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Cat
32 3210 3220
Vervaardiging van audio-, videoen Cat telecommunicatieapparaten en benodigdheden Vervaardiging van elektronische componenten 3.1 Vervaardiging van zendapparaten voor televisie en radio en van 3.1 apparaten voor lijntelefonie en -telegrafie
33
Milieuaspect G50 G50
Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken 3310.1 Tandtechnische bedrijven 3310.2 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten en overige orthopedische en protheseartikelen 3320 Vervaardiging van meet-, regel- en controleapparaten (niet voor de bewaking van industriële processen) 3350 Vervaardiging van uurwerken
Cat
Milieuaspect
2 2
G-GE30 G-GE30
2
G30
2
G30
34
Cat
Milieuaspect G200 G200
Vervaardiging van transportmiddelen
3420.1 Carrosseriebouw 3420.2 Vervaardiging van aanhangwagens en opleggers
4 4
35
Cat
3511 3512 3542 3543 3550 36
Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, aanhangwagens en opleggers) Nieuwbouw en reparatie van metalen schepen > 25 m1, baggermaterieel, booreilanden e.d. Nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen, metaal < 25 m1 Vervaardiging van fietsen Vervaardiging van invalidenwagens Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g.
5.1
Milieuaspect G500
4.1
G200
3.2 3.2 3.2
G100 G100 G100
3611 3612.1 3612.2 3615 3622 3630 3663.1 3663.2
Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige Cat goederen n.e.g. Vervaardiging van zitmeubels 3.2 Interieurbouw 3.2 Vervaardiging van bedrijfsmeubels 3.2 Vervaardiging van matrassen 3.2 Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden) 2 Vervaardiging van muziekinstrumenten 2 Sociale werkvoorziening 2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3.1
37
Voorbereiding tot recycling
3720
Voorbereiding tot recycling van afval (geen metaalafval)
40
Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water
4000.1 Centrale productie van elektriciteit (olie/gas) > 75 MW 4000.2 Decentrale productie van elektriciteit, stoom en warm water 4000.3 Distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water 41
Winning en distributie van water
4100
Winning en distributie van water
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Milieuaspect G100 G100 G100 G100 GE30 G-GE30 G-GE30 G50
Cat Milieuaspect 4.2 G300 Cat Milieuaspect 5.1 G500 5.1 G500 4.2 G300 Cat Milieuaspect 3.1 G50
161
45 4511.1 4511.2 4521.1 4521.3 4522 4523.1
4523.2 4525.1 4525.2 4525.4
4531 4532 4533.1 4533.2
4534 4541 4542 4544 4545
Bouwnijverheid
Cat Milieuaspect Slopen van bouwwerken b.o. < 2000 m2 3.1 G50 Slopen van bouwwerken b.o. > 2000 m2 3.2 G100 Grondverzet b.o. < 2000 m2 3.1 G50 Grondverzet b.o. > 2000 m2 3.2 G100 2 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw < 2000 m 3.1 G50 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw > 2000 m2 3.2 G100 Leggen van kabels en buizen < 2000 m2 3.1 G50 Leggen van kabels en buizen > 2000 m2 3.2 G100 Dakdekken en bouwen van dakconstructies < 2000 m2 3.1 G50 Dakdekken en bouwen van dakconstructies > 2000 m2 3.2 G100 Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen 3.1 G50 < 2000 m2 Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen 3.1 G50 > 2000 m2 Stratenmaken < 2000 m2 3.1 G50 Stratenmaken > 2000 m2 3.2 G100 Heien en andere funderingswerkzaamheden < 2000 m2 3.1 G50 Heien en andere funderingswerkzaamheden > 2000 m2 3.2 G100 2 Vlechten van betonstaal < 2000 m 3.1 G50 Vlechten van betonstaal > 2000 m2 3.2 G100 Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. < 3.1 G50 2000 m2 Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. > 3.2 G100 2000 m2 Elektrotechnische bouwinstallatie < 2000 m2 3.1 G50 Elektrotechnische bouwinstallatie > 2000 m2 3.2 G100 Isolatiewerkzaamheden < 2000 m2 3.1 G50 Isolatiewerkzaamheden > 2000 m2 3.2 G100 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair < 2000 m2 3.1 G50 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair > 2000 m2 3.2 G100 Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten < 3.1 G50 2000 m2 Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten > 3.2 G100 2000 m2 Overige bouwinstallatie < 2000 m2 3.1 G50 Overige bouwinstallatie > 2000 m2 3.2 G100 Stukadoren < 2000 m2 3.1 G50 Stukadoren > 2000 m2 3.2 G100 Timmeren < 2000 m2 3.1 G50 Timmeren > 2000 m2 3.2 G100 Schilderen en glaszetten < 2000 m2 3.1 G50 Schilderen en glaszetten > 2000 m2 3.2 G100 Overige afwerking van gebouwen < 2000 m2 3.1 G50 Overige afwerking van gebouwen > 2000 m2 3.2 G100
50
Reparatie van consumentenartikelen en handel
5020.1 5020.2 5020.3 5020.4 5020.5
Auto-onderdelenservicebedrijven Bandenservicebedrijven Reparatie van specifieke auto-onderdelen Carrosserieherstel Overig onderhoud en slepen van auto's
162
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Cat Milieuaspect 2 G30 2 G30 2 G30 3.2 G100 2 G30
5030.1 Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en 2 -accessoires 5030.2 Groothandel en handelsbemiddeling in banden 2 5040.1 Groothandel en handelsbemiddeling in motorfietsen en onderdelen 2 en accessoires daarvan
G30
51
Milieu-as pect G50
5121.5
5121.8 5122 5123.1 5123.2 5124.1 5131.1 5132 5133.1 5134 5136 5137 5138.1 5138.3 5139 5142.1 5142.3 5142.6 5143.2 5143.3 5143.4 5143.5 5146.2 5147.1 5147.4 5147.5 5147.8 5147.9 5148.1 5148.3 5148.4 5148.5 5148.6 5148.7 5151.2
5151.3
Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en Cat motorfietsen) Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) < 3.1 500 t/u Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) > 4.2 500 t/u Groothandel in overige akkerbouwproducten < 500 t/u 3.1 Groothandel in overige akkerbouwproducten > 500 t/u 4.2 Groothandel in bloemen en planten 2 Groothandel in levend vee 3.2 Groothandel in huisdieren, siervissen, siervogels en wilde dieren 3.2 Groothandel in huiden en vellen 3.1 Groothandel in groenten en fruit 3.1 Groothandel in vlees/vleeswaren, pluimvee, wild/gevogelte (niet 3.1 levend) Groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en -vetten 3.1 Groothandel in dranken 2 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk 2 Groothandel in koffie/thee/cacao/specerijen (geen ruwe tropische 2 producten) Groothandel in snacks 2 Gespecialiseerde groothandel in overige voedings-/genotmiddelen 2 n.e.g. Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment 2 Groothandel in bovenkleding 2 Groothandel in onderkleding 2 Groothandel in textielwaren algemeen assortiment 2 Groothandel in audio- en videoapparaten 2 Groothandel in beeld- en geluidsdragers 2 Groothandel in verlichtingsartikelen 2 Groothandel in overige elektrische huishoudelijke apparaten 2 Groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, 2 verpleeg- en orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden Groothandel in sportartikelen (geen watersportartikelen) 2 Groothandel in speelgoed 2 Groothandel in optische artikelen 2 Groothandel in muziekinstrumenten 2 Groothandel in huismeubilair 2 Groothandel in woningtextiel en vloerbedekking 2 Groothandel in papier- en kartonwaren (geen verpakkingsmateriaal) 2 Groothandel in boeken, tijdschriften en ander drukwerk 2 Groothandel in kantoor- en schoolbenodigdheden (geen 2 schoolboeken, kantoormeubels en -machines) Groothandel in fietsen en bromfietsen 2 Groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. 2 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. < 4.1 100.000 m3 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. > 5.1 100.000 m3 Groothandel in minerale olieproducten (geen brandstoffen) 3.2
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
G30 G30
G300 G50 G300 G30 G100 G100 GE50 GV50 GV50 GV50 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 GV200 GV500 GE100
163
5152.2 5152.3 5153.1 5153.2 5153.3 5153.4 5153.5 5153.6
5153.7
5153.8
5154.1 5154.2 5155.1 5155.2 5156.2 5157.1 5157.2
5157.3
5161 5164.1 5164.3 5165.2 5165.3 5165.4 5165.5 5165.6 5165.7
164
Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten Groothandel in non-ferrometalen en -halffabrikaten Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. < 2000 m2 Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. > 2000 m2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. < 2000 m2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. > 2000 m2 Groothandel in vlakglas b.o. < 2000 m2 Groothandel in vlakglas b.o. > 2000 m2 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m2 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m2 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. < 2000 m2 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. > 2000 m2 Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. < 2000 m2 Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. > 2000 m2 Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. < 2000 m2 Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. > 2000 m2 Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. < 2000 m2 Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. > 2000 m2 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m2 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m2 Groothandel in chemische grondstoffen en chemicaliën voor industriële toepassing Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen
3.2 3.2 2 3.1 2 3.1 2 3.1 2 3.2 2 3.1 2
G100 G100 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G100 G30 G50 G30
3.1
G50
2
G30
3.1
G50
2
G30
3.1
G50
2 3.1 2 3.1 3.2
G30 G50 G30 G50 GV100
2
Groothandel in papier en karton Groothandel in autosloopmateriaal b.o. < 1000 m2 Groothandel in autosloopmateriaal b.o. > 1000 m2 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. < 1000 m2 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. > 1000 m2 Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2 Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2 Groothandel in gereedschapswerktuigen Groothandel in computers en -randapparaten e.d. Groothandel in kantoormeubels Groothandel in machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen (geen verpakkingsmachines) Groothandel in intern transportmaterieel Groothandel in machines en apparaten warmte-,koel- en vriestechniek Groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren Groothandel in appendages, technische toebehoren e.d. Groothandel in elektromotoren, elektrotechnische en elektronische instrumenten, schakelkasten en ander installatiemateriaal
2 3.1 3.2 3.1
GR-S-G-G V100 G30 G50 G100 G50
3.2
G100
3.1
G50
3.2
G100
3 3.1 3.1 3.1
G50 G50 G50 G50
3.1 3.1
G50 G50
3.1 3.1 3.1
G50 G50 G50
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
5165.8 5165.9 5166 5171.2 5171.3 5171.4 5171.5 5172.2 52
Groothandel in meet- en regelapparaten Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie/ handel Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserijartikelen Groothandel in emballage Groothandel in vakbenodigdheden n.e.g. Overige gespecialiseerde groothandel n.e.g. Niet-gespecialiseerde groothandel in overige goederen
3.1 3.1
G50 G50
3.1 2 2 2 2 2
G50 G30 G30 G30 G30 G30
5261 5263.1 5263.2 5271 5272 5273 5274
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen Cat auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) Postorderbedrijven 3.1 Colportage 3.1 Straathandel 3.1 Reparatie van schoeisel en lederwaren 1 Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten 1 Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen 1 Reparatie van consumentenartikelen n.e.g. 1
Milieu-as pect G50 G50 G50 G10 G10 G10 G10
60
Vervoer, opslag en communicatie
6010 6021.1 6021.2 6022 6023 6024.1
Vervoer per spoor 4.2 Openbaar personenvervoer over de weg 3.2 Geregeld besloten personenvervoer over de weg 3.2 Ongeregeld personenvervoer per taxi 2 Ongeregeld personenvervoer per autobus 3.2 Verhuisvervoer b.o, < 1000 m2 3.1 Verhuisvervoer b.o, > 1000 m2 3.2 Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, < 1000 3.1 m2 Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, > 1000 3.2 m2
Milieuaspect G-GV300 G100 G100 G30 G100 G50 G100 G50
6024.2
Cat
G100
63
Dienstverlening voor het vervoer
Cat
6311.2
Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag < 2000 m2 Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag > 2000 m2 Opslag in tanks Opslag in koelhuizen e.d. Opslag (geen opslag in tanks, koelhuizen e.d.) Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Autoparkeerterreinen parkeergarages Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
4.2
Milieuaspect G300
5.2
G700
3.1 3.1 3.1 2
G50 G50 G50 G30
3.2
G100
64
Post en telecommunicatie
Cat
6411 6412.1 6412.2
Nationale postdiensten Lokale postdiensten Koeriersdiensten
2 2 2
Milieuaspect G30 G30 G30
71
Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van Cat roerende goederen en zakelijke dienstverlening
6312.1 6312.2 6312.3 6321
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Milieuaspect
165
7110.1 7110.2 7121 7122 7123 7132 7133 7134.2 7140.3 7140.4 7140.5
Verhuur van personenauto's (geen operational lease) Operational lease van personenauto's Verhuur van transportmiddelen vervoer over land personenauto's) Verhuur van schepen Verhuur van vliegtuigen Verhuur van bouwmachines en -werktuigen Verhuur van computers en kantoormachines Verhuur van machines en werktuigen n.e.g. Verhuur van leesportefeuilles Verhuur van kleding, huisraad e.d. Verhuur van overige roerende goederen n.e.g.
72
2 2 (geen 2
G30 G30 G30
3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 2 2 2
G50 G50 G50 G50 G50 G30 G30 G30
Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
Cat
7250
Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines
1
Milieuaspect G10
73
Speur- en ontwikkelingswerk
Cat
7310.1 7310.3 7310.4
Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw en 2 visserij Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk 2 Overig natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 2
74
Overige zakelijke dienstverlening
Cat
7470.1 7470.2 7481.1 7481.3
Reiniging van gebouwen Reiniging van transportmiddelen en overige reiniging n.e.g. Fotografie Ontwikkelcentrales
3.1 3.1 2 2
90
Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening Afvalwaterinzameling en –behandeling <1000.000 i.e. Afvalwaterinzameling en –behandeling 1000.000 – 3000.000 i.e. Afvalwaterinzameling en –behandeling >3000.000 i.e. Afvalinzameling Afvalverwerking - kabelbranderijen - Vuilstorten - Vuiloverslagstations - Composteerbedrijven: - niet belucht v.c < 5.000 ton/jr. v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr. v.c. > 20.000 ton/jr.
Cat
92
Milieuaspect G-GE30 G-GE30 G-GE30 Milieuaspect GE50 GE50 G30 G30
4.1 4.2 5.1 3.1
Milieuaspect GE200 GE300 GE500 G-GE50
3.2 4.2 4.2 4.2 5.2 4.1
GE100 G-GE300 G-GE300 GE300 GE700 GE-S200
Cultuur, sport en recreatie
Cat
9211.1 9220.1
Productie van (video)films (geen televisiefilms) Omroeporganisaties
2 2
Milieuaspect G30 G30
93
Overige dienstverlening
Cat
9301.1 9301.2 9301.3 9301.3
Wasserijen en linnenverhuur Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wassalons, wasserettes
3.1 2 2 1
9000.1
9000.2 9000.3
166
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
Milieuaspect G50 G-GE30 G30 G10
1.2
Toelichting op Staat van bedrijfsactiviteiten
Inleiding In dit bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan een "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen". Dit is een lijst waarin de binnen de gemeente Nijmegen voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" wordt gebruikt voor de milieuzonering in het kader van bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang: geluid; geur; stof; gevaar (vooral brand en explosiegevaar); verkeer; visuele aspecten. Gebruikte bronnen Als belangrijkste bron bij het opstellen van de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is gebruik gemaakt van de lijst van bedrijfstypen uit de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten editie 2009 (het "Groene Boekje"). In deze uitgave worden voor een groot aantal bedrijfstypen en activiteiten richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk gegeven, uitgaande van functiescheiding. Uitgangspunt hierbij is de hoofdactiviteit van het desbetreffende bedrijf. Daarbij is ervan uitgegaan dat de bedrijven ter voorkoming van hinder en/of gevaar die technieken toepassen, die tenminste thans als het meest gebruikelijk worden beschouwd. In de praktijk blijkt dat vaak de wat zwaardere bedrijfscategorieën al gebruik maken van de Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de meest milieubelastende activiteiten. In de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is voor de indeling van de bedrijven naar activiteiten, evenals in de VNG-publicatie, uitgegaan van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) uit 1993, waarvan in de VNG-publicatie overigens op enkele punten is afgeweken. Model Nijmegen De lijst Model Nijmegen gaat net zoals voorgenoemde uitgave van de VNG uit van een rustige woonwijk. In de lijst Model Nijmegen is principieel niet afgeweken van de hindercirkels per bedrijfsactiviteit (gevaar, geur, geluid, stof, verkeer en visueel) zoals vermeld in de VNG-publicatie.
De lijst die hier is opgesteld als "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" deelt de bedrijven in een vijftal categorieën en een zevental subcategorieën in. Categorie 1 heeft betrekking op bedrijven die geen hinder van belang veroorzaken en categorie 4 en 5 op de potentieel milieuhinder veroorzakende zware bedrijven, meestal fabrieken. In het uitgangspunt voor deze lijst (zie bronnen) heeft men in de lijst van VNG ook nog categorie 6 bedrijven opgenomen. Deze komen echter binnen Nijmegen niet voor en zijn ook niet te verwachten. Deze zijn daarom in de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" niet opgenomen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
167
Het verschil van deze lijst Model Nijmegen ten opzichte van de lijst van bedrijfsactiviteiten als in de VNG-publicatie zijn: bedrijven die niet in Nijmegen voorkomen, zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen, indien deze zich in de toekomst wel binnen Nijmegen willen vestigen zal dit van geval tot geval worden afgewogen; dienstverlenende bedrijven, begraafplaatsen, kantoren, detailhandel, horecabedrijven, maatschappelijke voorzieningen, agrarische bedrijven en culturele functies zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen. Deze functies krijgen een eigen bestemming en vallen in het bestemmingsplan niet onder de bedrijven; activiteiten die niet plaatsgebonden zijn, zijn wel vermeld in de lijst maar krijgen niet vanzelfsprekend een bedrijfsbestemming; garagebedrijven en benzineservicestations (met en zonder lpg) zijn niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen en daarmee niet algemeen toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Alleen door een aanduiding of een specifieke bestemming op te nemen kunnen deze bedrijven alsnog worden toegestaan. Dergelijke bedrijven hebben namelijk veelal een dermate ruimtelijke uitstraling dat deze bedrijven alleen op specifieke locaties worden toegestaan. Categorie-indeling en criteria voor de toelaatbaarheid van bedrijven In de VNG-publicatie zijn de 10 richtafstanden van de lijst van bedrijfstypen teruggebracht tot zes hoofdcategorieën welke hieronder vermeld staan:
categorie 1 categorie 2
categorie 3
categorie 4 categorie 5
categorie 6
bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd en/of verzamelwegen. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op grote afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. De aan te houden afstanden dienen per geval te worden bepaald. komen in Nijmegen niet voor.
In tegenstelling echter tot de eerdere VNG uitgave zijn thans deze hoofdcategorieën 3, 4 een 5 verdeeld in de subcategorieën 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2 en 5.3 ieder met hun eigen richtafstanden ten opzichte van gevoelige objecten in een rustige woonwijk en gemengd gebied als hieronder aangegeven:
milieucategorie 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1
168
rustige wijk 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m 500 m
richtafstanden gemengd gebied 0m 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
5.2 5.3
700 m 1000 m
500 m 700 m
De richtafstanden die gelden ten opzichte van een rustige woonwijk, kunnen zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is omgevingstype gemengd gebied. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend.
Opgemerkt over het bovenstaande dient wel te worden dat indien er sprake is van bedrijvigheid die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen vallen, dan wel voor met name genoemde A-inrichtingen (gezoneerd) als opgenomen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van geval tot geval moet worden bepaald hoe groot de hinder-/gevarencontour is. Er kan dan niet alleen maar rekening worden gehouden met de in de voorgaande staten vermelde afstanden.
Opzet van de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen
In de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is de categorie-indeling weergegeven op grond van bedrijfsactiviteiten. Hiervoor is gebruikgemaakt van de SBI codes 1999. Deze indeling wordt hier gebruikt om bedrijfsactiviteiten in te kunnen delen. Het kan dus voorkomen dat de activiteiten binnen een bedrijf in twee of meer verschillende groepen volgens de SBI-indeling vallen. In die gevallen geldt dan de hoogste categorie van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten. Indien de bedrijfsonderdelen duidelijk ruimtelijk van elkaar kunnen worden gescheiden, kunnen de bedrijfsonderdelen echter ook apart worden ingedeeld.
In de staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is zoals eerder vermeld eveneens uitgegaan van zonering (afstandscriteria/hindercirkels) ten opzichte van een rustige woonwijk als vermeld in de VNG-publicatie.
Flexibiliteit
De Staat van Bedrijfsactiviteiten blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. Het is bovendien tijdgebonden. In de praktijk komt het dan ook voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is verondersteld. Tevens kunnen de richtafstanden wanneer sprake is van een gemengd gebied met één afstandsstap worden verlaagd. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning kan afwijken om bedrijven in een naastgelegen hogere categorie dan wel een bedrijf wat niet voorkomt op de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen toe te staan. De voorwaarde(n) daarbij is dat de bedrijfsactiviteiten naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven als bedoeld in de betreffende categorie.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
169
Bijlage 2 Staat Nijmegen) 2.1
van
horeca-activiteiten
(model
Staat van horeca-activiteiten
Categorie 1: lichte horeca Bedrijven die beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Deze bedrijven zijn in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden). Onder lichte horeca wordt geen detailhandel en/of ondersteunende horeca verstaan. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a. Lichte horeca automatiek; broodjeszaak; cafetaria; croissanterie; koffiebar; lunchroom; ijssalon; snackbar; tearoom; traiteur. 1b. Overige lichte horeca bistro; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); hotel of pension. Categorie 2: middelzware horeca Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere bestaan uit openingstijden 's nachts en/of verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 2a. Middelzware horeca bar; bierhuis; biljartcentrum; café; proeflokaal; shoarma/grillroom; zalenverhuur (zonder regulier muziek-/dansevenementen).
gebruik
ten
behoeve
van
feesten
en
2b. Bedrijven met een relatief grote verk eersaantrek k ende werk ing bedrijven genoemd onder categorie 1a, 1b en 2a met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²; restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizzeria, chinees, McDrive). Categorie 3: zware horeca Bedrijven die grote hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder bestaat onder andere uit een combinatie van openingstijden 's nachts èn verkeersaantrekkende werking: dancing;
170
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
discotheek; nachtclub; partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).
2.2
Toelichting op Staat van horeca-activiteiten
Milieuzonering van horeca-activiteiten De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich als zodanig nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door "gewone" (niet agrarische) bedrijven. Bij het opstellen van de in de regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom nauw aangesloten bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten die al veel langer in bestemmingsplannen wordt toegepast. Het vestigen van horecabedrijven middels een bestemmingsplan is ruimtelijk relevant om vormen van hinder te voorkomen. Verdere regulering van individuele bedrijven vindt plaats middels de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) welke mogelijkheden biedt om vormen van hinder te voorkomen. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich in aanvulling op de beide genoemde instrumenten met name op de volgende vormen van hinder: geluid; geur; verkeer. Analoog aan de regeling voor "gewone" bedrijven worden bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden: a. indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën; b. onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid; c. uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar. De onderstaande toelichting gaat nader in op de gehanteerde hindercategorieën en het algemene toelatingsbeleid voor deze categorieën. In het Bestemmingsplan vindt de verdere ruimtelijke afweging per locatie plaats.
Gehanteerde criteria Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de basiszoneringslijst uit de VNG-publicatie "bedrijven en milieuzonering" een goed vertrekpunt. De daar gehanteerde, nogal grove benadering behoeft echter voor een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering. In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante criteria: a. de voor verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden. Het Besluit horecabedrijven en de circulaire industrielawaai hanteren voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende milieunormen; b. de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt. Categorieën van horeca-activiteiten Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van horeca-activiteiten de volgende drie categorieën onderscheiden (onderverdeeld in subcategorieën):
Categorie 1: lichte horeca Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
171
van etenswaren en maaltijden) en slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria's, ijssalons en dergelijke. Het gaat om bedrijven die uit het oogpunt van hinder vooral in woongebieden niet wenselijk zijn. In gemengde gebieden en weinig gevoelige gebieden dient mede in relatie tot de verkeersontsluiting een nadere afweging plaats te vinden. In deze categorie zijn de volgende subcategorieën onderscheiden: a. horeca die qua ruimtelijke uitstraling vergelijkbaar is met detailhandel, zoals: ijssalons, cafetaria's, snackbars en dergelijke. Met name in centrumgebieden kan het in verband met ruimtelijk-functionele aspecten gewenst zijn deze groep als afzonderlijke categorie te beschouwen; b. overige lichte horeca, zoals restaurants (zonder bezorg en/of afhaalservice). Categorie 2: middelzware horeca Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden door enerzijds de openingstijden (ook 's nachts) en/of de grote verkeersaantrekkende werking: a. cafés, bars, biljartcentra, zalenverhuur e.d. Deze bedrijven zijn over het algemeen alleen toelaatbaar in weinig gevoelige gebieden, zoals centrumgebieden met primair een functie voor detailhandel en voorzieningen; b. bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking: grotere restaurants, grotere hotels, McDrives e.d. (bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²). Deze bedrijven zijn vooral toelaatbaar langs grotere verkeerswegen. Categorie 3: zware horeca Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts zijn geopend en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en hetgeen grote hinder voor de omgeving met zich mee kan brengen, zoals: dancings, discotheken en partycentra. Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen gebieden.
172
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groenew oud Kw akkenberg
13 329
331
11
Legenda 333
Plangebied
354-356
7
335
358
337
360-362
Bestemmingen
339 341 366
5
343
368
B
Bedrijf
B-NV
Bedrijf - Nutsvoorziening
BO
Bos
CO
Cultuur en ontspanning
GD
Gemengd
GD-1
Gemengd - 1
G
Groen
H
Horeca
M
Maatschappelijk
M-BP
Maatschappelijk - Begraafplaats
R
Recreatie
S
Sport
T
Tuin
V
Verkeer
W
Wonen
W-1
Wonen - 1
WG
Woongebied
345
372
347
349 374
351 weg Holle
378 380-382
353 1 384-386 355 388 390-392
357-359 Be rg
400
261-271
en
Da ls ew eg
404 406
408
273-283
410 412
414-416 283a
285-295
166 420 297-307
418
He ng st da ls ew eg
168 170 172
307a
174
309-319
19 321-331
176 96
178
94 90
88
335-379
92 180
333a-333h
6 361
333j-333k
10
182
W-1 6 184
T
36310
186
BO
He ng st da ls ew eg
188
6 365
10
190
119-125
111-117
103-109
367
(sgd-wib)
GD
369 6
Dubbelbestemmingen
10
Be rg
192 432 194
100 78
80
14
98
82 84
90
88
86
92
94
96
196
6 1b
en
Da ls ew eg
6
L-R
Leiding - Riool
WR-A2
Waarde - Archeologie 2
WR-A3
Waarde - Archeologie 3
WR-NL
Waarde - Natuur en landschap
371 10
198
B-NV 6 259
373 10
g we ia ph So
257 253
233
235
241
239
237
245
243
W-1
Aanduidingen
251
249
247
255
milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
6 6
10
(rw)
7,5
375
7.5
nationaal landschap
9 1c
12
V
4406
3
Tor enw eg
10
(bw)
bedrijfswoning
(bp)
begraafplaats
(br)
brug
(dh)
detailhandel
(ga)
garage
(h)
horeca
[bg] 6
[bg] W-1
10 377
BO
377a
1
9
6
W-1
3
10
6 g we rg Be
10
3
2
(p)
12
6
W-1
6
V
eg sw er Ev
W-1
2
10
10
W-1 2
R L-
(sgd-wib)
7 So ph ia we g
6
6 1
10
eg nw le te s o Ap
8 6 446
lf aa Tw
13
10
BO
6 6
15
ontsluiting
(pg)
parkeergarage
(p)
parkeerterrein
(rv)
railverkeer
(rw)
recreatiewoning
1
7
GD
(os)
4
3
10
10 10
W-1
6
GD
379
WG
6
10
4
10
WR-A3
9 6 4
450 3
12
10
6
11
10
3
6 6
6
381
(sgd-wib) 25
10
10
10 6
71
6
(sgd-wib)
4
specifieke vorm van gemengd - wonen in het bos
10
10
G 5
9
10
6
10 1
12
17
6
WR-NL
6
8 10
383
15
6
10
12
10
1
456
6 10
10
specifieke vorm van recreatie - scouting
(sr-we)
specifieke vorm van recreatie - weide
(st-kt)
specifieke vorm van tuin - kloostertuin
10
10 7
WR-NL
10
(sr-sc)
6
6 19
specifieke vorm van maatschappelijk - voortgezet onderwijs
12
7
W-1
6
Linde nlaan
(sm-vo)
12
6 10
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting
7
9
10
12
Tor enw eg
43
6
(sm-sc) 6
W-1
11
Ev er sw eg
6
14
10
10
3 6
10
Tw aa lf
6
Ap os te le nw eg
458
W-1
10
65 2
rg Be
7 45
6
4
6
6
11 462
10 10
10
WR-A3
7
11
6
12 9
Sophi aweg
6
6
10
464
13 397
10 18
62
bijgebouwen uitgesloten
[ond]
onderdoorgang deelplangrens
10
399
11
466
6 11
6 6 11 6
3
10 41
6
[sba-ea]
10
4
6
6 24
6
6
2
10
11
[-bg]
6 7
7
10
6
bijgebouwen
10
10
W-1
[bg]
V
6
6
1
37
bouwvlak
4
6
10
W-1
B-NV
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
Dr ie ko ni ng en we g
10 9
16
(vm)
4
6 395
6
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
4
g Bergwe
6
(vml)
10
10
eg ew ls Da
7
10
speeltuin
6
en
460
(spt)
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding
7 20
10
10
6
8 renweg Korte To
39
V
9
401
10 6a
WR-A3
10
maximale goot- en bouwhoogte (m)
9
15
7
12 12 12
eg ensw Paij
maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)
25
8
6 9
hartlijn leiding - riool
10 12
30 5 3
Algemeen
W-1
6 17
10
6 6
6
GD
6
Ondergrond bestaande bebouwing BV9000_GBKN20120322.dxf
10
10
10 12
7
43
Kwa kke nbe rgw eg
66
W.I.U.
413
10 64
W.I.U.
53
6
1
3
6
8
W-1
6
BO
6
3,5
10
3,5 6
12
6 470
10
45
10
10
[bg] (sgd-wib)
6
23
BO
68
9
. Pr
10
n aa al in st ri h C
19 6
6 10 25
10
WR-A3
eg sw en ij Pa
72 73 70
6
W-1
10
411
6
6
6 407
10
WR-NL
6 11
V
10
6 10
10 6 474
76
55 6
6 49
73a
Joh ann awe g
10 78
6
10
10
10 6
51
6
8
6
409
10
10
53 10
80
W-1 6
1
Adr ian awe g
75
Be rg
7 480
2
11
Kwa kke nbe rgw eg
1057
59
6 10
3
6 482
10
82
V
86 3
Ca th ar in aw eg
7
4
2
4
2
10 415
Da ls ew eg
6 61
10
90
6
Kwakkenb ergweg
92
1
6 en
77 94
5
3b 96 3a
5
9a
138
140 142
7
17
9
144
146
160
148
162
164
3 11 130
Eleonoraweg
15
128 132
Eleonoraweg
134
136
152
154
6a
17
8
10
10
Jo ha nn aw eg
126
124
122
Ele ono raw eg
eg rinaw Catha
4
Adrianaweg
2a
6
12
0
10
20
30
40
50
19
14
Gemeente 4 12
Nijmegen
21
ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd:
bestemmingsplan
16
nr: Raad van State
dd:
datum:
25-02-2013
Nijmegen Groenewoud -
gewijzigd:
nr:
23 18
schaal:
1:1000_A0
get. / gez.:
MS
6 6
3
Kwakkenberg
nummer:
322621
cadnr.:
NL.IMRO.0268.BP9000-VG01
verbeelding -1
29
50 54
83
100-102
235m
149 149a
52
3
372
211-217
151
347
153
56
155 157
5
159
58
85
104-106
32
60
7
349
Hen gst dal sew eg
62 64
374
87
66
136
9
68
380-382
70 11
91
138
76
384-386
227-233
78
355
80
Bestemmingen
233a
93
140
388
237-247
91
15
390-392
249-259
40
95
142
357-359
Be rg
116 35
400
99
95
97 148
99
124
1
150
3
5
25
7
30
48
43
9
103
31c 31b 33 33b
32
50
11n 11o 11p 11q 11r 11s 11t 11u
31d 11m
35 105
45
128
134
36
54
111
Corduw enerst raat
136
113
60
105 138
115
62
107
154
Bedrijf - Nutsvoorziening
BO
Bos
CO
Cultuur en ontspanning
GD
Gemengd
GD-1
Gemengd - 1
G
Groen
H
Horeca
M
Maatschappelijk
M-BP
Maatschappelijk - Begraafplaats
R
Recreatie
S
Sport
T
Tuin
V
Verkeer
W
Wonen
W-1
Wonen - 1
WG
Woongebied
408
273-283
410 412
156 414-416
158 160 162
285-295
164
297-307 11g 11f 11e 11d 11c 11b 11a 16-26
15-25 16-26
41
1-11
15-25
26a
170
16-26
25a
418
He ng st da ls ew eg
168
1a
172 307a
174
43
42
309-319 28-38
45
3
1
5
7
27-37
28-38
11
9
45b
55
13-23 27-37
44
57
117
19
17
15
13
28-38
321-331
46
64
140
152
35a
39b
40
53
150
2-14
25a
58
103
148
1-13
51
134
B-NV
420
132 33
Bedrijf
166
11h
101
146
1-13
39 38
56
404
B
406
144
11i
37b
49
109
Da ls ew eg
2-14
37
47
261-271 142
en
283a
11k
107 Krulwi lgstra at
4-14
11l
34
52
29
11
132
31
152
7
130
41
27
130
128
28
46
101
126
31
126
112-116
146 Cipres straat
23
124
39
Zilverdenstraat
Broe rdij k
122
122
106-110
26
44
120 21
120
100-104
37 19
118
94-98
144
Moerb eistr aat
88-92
42
93 118
82-86
Vogelkers straat
97
17
Plangebied
1 74
112
13 114
353
72
89
9
weg Holle
378
108-110
Aman delb ooms traa t
Legenda
351
219-225
109 59
119
Olijfwilgstraat
48
66
176
157
70
161 28
30
123
142
32
54 163
125
12
14
16
178
94
18
32 20-30
51 51b
34
36
38
40
42
44
44a
58
60
62
64
66
80a
68
46-56
86
84
82
80b
335-379
92
90
88
333a-333h
180
333j-333k 182
70-80 25-31 184
53 53b
186
56
67
74
55 55b
146 167
60
71 78
154
23
62
73
131
55-61
47-53
39-45
31-37
29
27
25
79-85
71-77
63-69
171
He ng st da ls ew eg
188
58
69
76
129 169
148
10
65
72
127
8
6
49
144 165
4
2
aat eistr Moerb
26
52
Ahorn straa t
24
96
47b
63
152a
47
50
Zilverdenpad
61 68
121 159
87
89
190 33-39
95-101
119-125
111-117
103-109
93
91
23 25 27
80
150
29
173
1
133
152
82
31
3
1b
75
5
7
5b
7b
9
11 11b
11a
13 13b
17 17b
15
21 21b
19
Lijsterbesstraat
64
135
192 77
175 84
50
52
54
56
58
60
62
64
10
12 12b
10b 83
4
2
6
14 14b
16
18
20 20b
22
28 28b
26
24
30 30b
8
32 32b
156 187
117
119
123
121
151
153
155
157
159
161
163 85
133
165
167
169
129
127
125
191
203
1
149
137
115
207
205 143
135
113
78
98
82
80
92
90
88
86
94
96
196
259
189
131
76
84
158
160
74
34
185
141
72
66
171
173
175
177
57
74
179 181
183
185
187
189
191
193
197
195
199
201
211
209
223
221
219
217
215
213
g we ia ph So
en Moerbeiplantso
70
90
139
70
68
46
81
72
154
44
198 88
32 38
42
48
141
36
40
139
183
34
38
36 68
Zilverdenplantsoen
181
79
86
194
100
137
Cipresstraat
179
66
Dubbelbestemmingen
257 253
227
225
229
233
231
241
239
237
235
245
243
251
249
247
255
L-R
Leiding - Riool
WR-A2
Waarde - Archeologie 2
WR-A3
Waarde - Archeologie 3
WR-NL
Waarde - Natuur en landschap
2
V Postweg
Postweg
Aanduidingen
T 80
milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
5 80a
6
6
6
3
10
10
10
10
3
80b
10 4 T(sgd-wib)
82a
82
6
152
86a-86f
193
154
nationaal landschap
BO
W-1
GD
162
6 9
7
W-1
66j 66h 66g
193d 193e 193c 193a 193b
T 164
Broerdijk
166
bedrijfswoning
(bp)
begraafplaats
(br)
brug
(dh)
detailhandel
(ga)
garage
(h)
horeca
2
GD M
66e 66f
(bw)
6
T
84-140
6
(sgd-wib) 193f 9
W-1
168
3
7
7,5
6
7,5
6
9
195 25
3
GD
15
G
170
20
4 29
197
W-1
8 7
5
(sgd-wib) 4
W-1
10
(sgd-wib)
199
7
7
GD
9
7a
7b
10
7
9 13
11
BO
(os)
11 13
6
25
7
6
15
11
17
7
V
19
11
BO 21
T
7
(os)
ontsluiting
(pg)
parkeergarage
(p)
parkeerterrein
(rv)
railverkeer
(rw)
recreatiewoning
3
T (os)
23
18.5 11 18.5
(sm-vo)
Tor enw eg
10
43
27
WR-A3
12 1
12
M
10
5 5
G
13
(sm-vo)
(sgd-wib)
14
Kwak kenb ergw eg
M
(os)
G
14
specifieke vorm van gemengd - wonen in het bos
Linde nlaan
WR-A3
WR-NL
13
31-33
(sm-sc)
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting
(sm-vo)
specifieke vorm van maatschappelijk - voortgezet onderwijs
12 25
14 12
17
12
T
8-400
45
290k1
BO
12
324k1 4
12
398k1-398k7
400k1-400k7
WR-NL
(sr-sc)
specifieke vorm van recreatie - scouting
(sr-we)
specifieke vorm van recreatie - weide
(st-kt)
specifieke vorm van tuin - kloostertuin
6
T
398k2-398k8
10
400k2-400k6
BO
Sophi aweg
12
14
15
W-1
2
37
(spt)
speeltuin
(vml)
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
(vm)
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
g Boswe
Kwakk enber gweg
44
bouwvlak
46 41
6 10
48
7
39
S
10
(os)
6 10
T
52
6
50
bijgebouwen
[-bg]
bijgebouwen uitgesloten
[ond]
onderdoorgang deelplangrens
V
6 10
[bg]
54
10 6 10
22
(p) [sba-ea]
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding
7 62 62a-62b 12
24
GD
V
Marienbo omseweg
3 3
9
6
64
6
1a
maximale goot- en bouwhoogte (m)
9
10 12 12
Kwa kke nbe rgw eg
66
maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)
25
3 26
6 3
1 17
hartlijn leiding - riool
10
26
(sgd-wib) 6 28
Algemeen
68
3 10 25
G
Ondergrond bestaande bebouwing BV9000_GBKN20120322.dxf
53
3 3
W-1 Luc iaw eg
6
73 70
10 408
6 10 5 30
32
39
6
73a
6
10
6
6 41
10
10 410
10
31
6 33
10 34
6
37
36
10
75
So ph ia we g
6
10 412
Lu ci aw eg
77
3
6 414 3b
10 3a
5
38 Scouting
1
2
43 6
10
7
4 3
Bos weg
6
Eleonoraweg
Eleonoraweg
5
Speeltuin de "Leemkuil"
6a 40
4 2 2a
Adrianaweg
72
82b
6
8
78
76
So ph ia we g
70
74
6
g we se om bo n e ri Ma
0
81
32
10
20
30
40
50
6
weg ise Lou
Gemeente Nijmegen 3
ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd:
bestemmingsplan
2
nr: 1 83
Raad van State
dd:
datum:
25-02-2013
Nijmegen Groenewoud -
gewijzigd:
nr: 6
eg iaw ret Luc
4 6 2
schaal:
1:1000_A0
get. / gez.:
MS
Kwakkenberg
nummer:
322621
cadnr.:
NL.IMRO.0268.BP9000-VG01
verbeelding -2
16 64
158 23
18
4
66
201
25
20 68
339
189 139
22
70 203
75
345
89
79
77
79a
47a
76
85-87 81
95-97 91
93
99
101
160
109
107
26
74
143
Legenda
135
343
205
141
137
24 72
111
113 115
103
117
119
121
133
131
123
127
125
191
129
Plangebied
83
347 78 207
349
80
Bestemmingen
351
82
73 61
84 209
86
74f 211
2 355 90
74d
47
74a
65
67
69
49
51
55
53
T
80
g Postwe
96
6 68
70
74
72
78
76
BO
Bos
CO
Cultuur en ontspanning
GD
Gemengd
GD-1
Gemengd - 1
G
Groen
H
Horeca
M
Maatschappelijk
M-BP
Maatschappelijk - Begraafplaats
R
Recreatie
S
Sport
T
Tuin
V
Verkeer
W
Wonen
W-1
Wonen - 1
WG
Woongebied
82a
82
80a 80b
10
10 62 62a
98
217d
Bedrijf - Nutsvoorziening
82b
6
217c 215
B-NV
Postweg
94
74b
Bedrijf
57
92
213
B
59
88
74e
217e 217f
63
353
74g
71
60a
V
193
6 215a
41
G
39 217
162
6
37
Postweg
35
3
1
3
66k 66j 66n 66m 66l
M
66h 66g
6
3
193d 193e 193c 193a 193b
10
6
164
33 31
G T
27 25 219
52
G
23 21
5
54
W-1 3 66f 66c 66d 66e 66 66a 66b
9,5
166
3
6
19 17
4
15
221
9
g twe Pos
T 34
6 197
10
T
5
10 4
32
10
199
6 26
3 7
6 12
12 11
13
(sgd-wib)
15
GD
W
14
11 29
G
27
3
3
25
2
23
H
10
21
9
BO
19
7
6
3
10
6
227
11 7b
4
4
256
9
7a
8 50
24
T
7
4
28
22
T 170
10
38
6 36
2
Kwa kke nbe rgw eg
6
40
6
8
46
42
225
30
195
9
44
193f
168
5
W-1 6
7 5
223
84-140
10
G
60
4
13
11
Broerdijk
29
17
G
2
6
1
94
3
9
15
3
t raa nst rma Bee Wim 3
T
6
227a
3
T
5 5a
38
M-BP
36
T
7
34 9
6
6
3
9
13
3
6
3
32
WR-A3
7
11
12
9
9
9
13
8
6
30
15
10
3 17
229
He rm an
T
6
4 2
10
8
6 10 233
10
W 6 14
6 237
17
13
15
11
W
169
6
11
9
9
14 9
T 6
T
10
t raa nst rma Bee Wim
95 20
3
9
245
1
6 6 247
22
9
WR-NL
Waarde - Natuur en landschap
Aanduidingen
milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied 1 6
4
nationaal landschap
9
ert Alb
at tra ses cus Mar
(bw)
bedrijfswoning
(bp)
begraafplaats
(br)
brug
(dh)
detailhandel
(ga)
garage
(h)
horeca
11 9
6
9
308
Waarde - Archeologie 3
8
249
251
WR-A3
3
3 2
6
Waarde - Archeologie 2
G
T
9 5
6 3
6
g Boswe
6
WR-A2 14
7
12
7
18
9
Leiding - Riool
6
6
16
306
6
13
[ond]
20
L-R
B
T
9
18
18
243
WR-A3
6
19
9
239
Dubbelbestemmingen
WR-NL 21 19
9 16
10
T
24
14
at ra st ng Jo
9 235
W
22
9
de
6 12
6
9
V
3 12
es Ce
9
26
Oo lb ek ki nk st ra at
He nd ri ks st ra at
eg ew ks ee sb oe Gr
T 6 231
6
6
Ba rt
1
28
6
T
T
7 5
253
9
2
3 1 310
22
255
312
257
at tra ses cus Mar rt e b Al
6
11
W-1
3,5 4
6
(sm-sc)
259
9
24
12 1
W-1
G
314
V
9
7 316
T
318
T
11 263
5
26
6
320
26
9
3,5
(os)
ontsluiting
(pg)
parkeergarage
(p)
parkeerterrein
(rv)
railverkeer
(rw)
recreatiewoning
4 28 13
W
T
265
6 15
T
322
9 267
W-1
271
R
17
6
324
WR-A3
12
30 29
326
3,5 4
V
328
32
(sgd-wib)
specifieke vorm van gemengd - wonen in het bos
6
27 269
25
9
330
(sm-sc)
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting
(sm-vo)
specifieke vorm van maatschappelijk - voortgezet onderwijs
31 332
334
23
(sr-we) 336
34
(sr-sc)
specifieke vorm van recreatie - scouting
(sr-we)
specifieke vorm van recreatie - weide
(st-kt)
specifieke vorm van tuin - kloostertuin
3,5 33
4 338
37
35
WR-A3
36
340
W-1 342 39 61 344 eg ew ks ee sb oe Gr
41 346
11
T
speeltuin
(vml)
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
(vm)
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
5
50-60
14
15
59
(spt) 3
2-26
3,5
15 348
4
63 57 38 Scouting
55
R
28-48
bouwvlak
350
M W-1
352
65
Bos weg
53
T
67
[bg]
bijgebouwen
[-bg]
bijgebouwen uitgesloten
[ond]
onderdoorgang deelplangrens
69
4
71 354
y dr an ll Vi
293
8
88-108 356
73
15 75
T
160
6
[sba-ea]
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding
16
15 4
B-NV
4
T
2
6
maximale goot- en bouwhoogte (m)
9
BO 4 6
WR-NL 12 12
62-86
maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)
25
8
aat str iff Sch lem Wil
(ga)
10
hartlijn leiding - riool
12
T
297
B
4
14
Algemeen
4 16
WR-A3
(vm)
Ondergrond bestaande bebouwing BV9000_GBKN20120322.dxf
53
t raa hst orc enb ran C van
362
364
1
2
3
5 1
eg sw Bo
327
at tra ens Deg lem Wil
t raa hst orc enb n a Cr van
366
3
12 5
12 368
7
9 4
M 11
370
6
W.I.U.
3
327a 8
5
7
372
10 2 9 12
7
4
374
14
9
6
8
3
376 11 23
18
20
378 25 22
2
28
7
4
13
26
1
2
T
16
1
6
380
15 24
30 17
29 eg ew ks ee sb oe Gr
382 32
26 at tra ffs nho Boe den van
34
36
38
19
28
21
31
5
30
384 32
eg ew ms oo b en ri Ma
V
35
23
at ra st ck in ev Gr
34
25 at tra pss Haa van
40
42
at tra ens Deg lem Wil
2
36
37
386 39
38 eg sw Bo
27 41 40
1 44
3
2
29
250
5 7 43
4
46 42 45
31
48
0 44
10
20
30
40
50
404 1
33
50
Gemeente
46 1a 2
52
4
48
408
Nijmegen
6 8 10
1 6
12 8 10
ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd: nr:
3 g we se rg bu en lk Va
Jan
dd:
datum:
25-02-2013
Nijmegen Groenewoud -
gewijzigd:
nr:
5 7
aat str Pas lem Wil
schaal:
1:1000_A0
get. / gez.:
MS
9
13-19 11
13
21-27 15
5
17 29-35
Raad van State
bestemmingsplan
19
2a 2
Kwakkenberg
nummer:
322621
cadnr.:
NL.IMRO.0268.BP9000-VG01
414
verbeelding -3
eg aalsew Heyend
Profe ssor Regou tstra at
25
138k2-138k12 154k2-154k14 156k1-156k13 158k2-158k14 160k1-160k13 308
162k2-162k14 164k1-164k13
21
19
17
15
1b-1c 14
1a
13
11
9
7
5
3
1 16 16a
18 18a
39d
166k2-166k14 168k1-168k13
20 20a
39c
39b
5 7 9
76
Bestemmingen
15
4 61 14 12
52 63
256
60
4
19
56
54
5
10
1
38
weg udse newo Groe
18
227a
109
36
28
28 229
1
T
Groen ewoud seweg
7 305
303
301
299
7
T
297
10
5
293
7 291
8
3
289 6
T
6
287
10
10
6 285
10
3
283
10
19
L-R
6
23
GAS
L-R T e gd en rl Ve
61
6
57
6
55
53
6
31
13
6
11
5
9
9
235
6 9
9
29
27
6
25
49
51
at ra st ne oe Gr
10
6
47
10
6
14
43
41
6
Albert Sc hweitzerl aan
T
9
(e) 20
1
Professo r Bellef roidstra at
5
3
Recreatie
S
Sport
T
Tuin
V
Verkeer
W
Wonen
W-1
Wonen - 1
WG
Woongebied
1 6
4 at tra ses cus Mar rt e b Al
9 5
253
2
3
Professor Korsstraat
5 3
9
T
Heyenda alseweg
(h)
90
8
G
310
[-bg]
9
V
259
6
Dubbelbestemmingen 314
6 6
6
316
10
3
6
W
T
24
4
(vml)
9
4 8
263
6
6
6
WR-NL
Waarde - Natuur en landschap
t n Scheu Laan va
265
6
17
271
milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
12
6
[ond]
Aanduidingen
3226
15
G
267
V
6
324
6
5,5
22
6
5
6
247
Waarde - Archeologie 3
6
6
6
WR-A3
13 6
10
94-96
Waarde - Archeologie 2
10
9
10
WR-A2
320 12
6
aat str iff Sch lem Wil
9
2a
Leiding - Riool
11
6
6
2
L-R 318
6
T
6
24
B
257
7
(bw)
(rv)
312
t raa est uss arc t M r e Alb
6
92
14
255
6 9
5
5,5 7
5
(ga)
Minervaplaats 201-245
6
29
19
3
Pr of es so r
14
3 1-9
7 4 Ko rs st ra at
328
6 6
25
T
330
e gd en rl Ve
6
at ra st ne oe Gr
(bp)
begraafplaats
(br)
brug
(dh)
detailhandel
(ga)
garage
(h)
horeca
31
6
332
6
8 6 23
8
M
10 334
6
8
102-158
bedrijfswoning
269
6
6
8
(bw)
W
27
T Professor Bellefroi dstraat
nationaal landschap
326
10
4 14
336
15 51
T
15 17
4
49
33
17
407
39
27
127a101-127a119 127a102-127a120 127b201-127b209 127b202-127b210 127c301-127c311 127c302-127c310 127d101-127d109 127d102-127d110 127e201-127e213 127e202-127e214 127f301-127f313 127f302-127f314 127g
8 113-117
47 15-405
8
45
8
M u z e n p l a a t
37
6
635
6
6
340
6 342 10
6 39
6
6
61
6
344
6 6 41
s
8
4
8
4
346
T
33 6
6
33
6
98
N i j m e g e n
202-206
35
123-125
22 -
2 6-10 2k1-2k11 2k2-2k12 6k1-6k15
V e n l o
33 23
6k2-6k16 8k1-8k15 8k2-8k16 10k1-10k15 10k2-10k16
31 21 29
GD
6
10
12 14
(st-kt)
n
t a a r t s
Laan van Scheu t
19
V
17
11
specifieke vorm van maatschappelijk - voortgezet onderwijs
(sr-sc)
specifieke vorm van recreatie - scouting
(sr-we)
specifieke vorm van recreatie - weide
(st-kt)
specifieke vorm van tuin - kloostertuin
4
8
G
7 8
8
133b201-133b207 133b202-133b206 133c301-133c309 133c302-133c308 121
31k1-31k7 31k2-31k8 33k1-33k5 33k2-33k6 35k1-35k15 35k2-35k16 37k1-37k15 37k2-37k16 39k1-39k15 39k2-39k16
7 12
7 16
G
10
8
297
T
14
(spt)
speeltuin
(vml)
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
(vm)
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
8 at tra chs bor nen a r C van
(bp)
G 362
6 10 364 14
34-54
7
56 51k1-51k7
5
58-66 58k1-58k5 58k2-58k6 60k1-60k7 60k2-60k6 62k1-62k15 62k2-62k14 64k1-64k15 64k2-64k14 66k1-66k15 66k2-66k14
3
1
51k2-51k6 53k1-53k5 53k2-53k6 55k1-55k15 55k2-55k14
51-59 57k1-57k15 57k2-57k14 59k1-59k15 59k2-59k14
41-49 41k1-41k7 41k2-41k8 43k1-43k5 43k2-43k4 45k1-45k15 45k2-45k14 47k1-47k15 47k2-47k14 49k1-49k15 49k2-49k14
bouwvlak 1
G van
at tra chs bor nen Cra
6
T 1
2
3
9
5
6
6
at tra ens Deg lem Wil
5
29
2
8
131d101-131d107 131d102-131d108 131e201-131e207 131e202-131e208 131f301-131f313 131f302-131f314 133a101-133a107 133a102-133a108
W
T
(h) 50k2-50k8 (br)
(sm-vo)
12
50k1-50k7 9
6
6
(dh)
29
42k1-42k15 42k2-42k14
7
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting
356 7
7
T
44k1-44k15 44k2-44k14 46k1-46k15 46k2-46k14 48k1-48k15 48k2-48k14
(sm-sc)
7
21-29 21k1-21k7 21k2-21k8 23k1-23k5 23k2-23k6 25k1-25k15 25k2-25k16 27k1-27k15 27k2-27k16 29k1-29k15 29k2-29k16
38k1-38k15 38k2-38k14
27
y dr an ll Vi
293
73
131c302-131c316
13k1-13k5 13k2-13k4 15k1-15k15 15k2-15k14 17k1-17k15 19k1-19k15 17k2-17k14 19k2-19k14
1k1-1k5 1k2-1k6 3k1-3k7 3k2-3k8 5k1-5k15 5k2-5k16 7k1-7k15 7k2-7k16
40k1-40k15 40k2-40k14
6 75
131c301-131c315
11k2-11k8
20
34k2-34k6 36k1-36k15 36k2-36k14
354
11k1-11k7
31-39
34k1-34k5
specifieke vorm van gemengd - wonen in het bos
131b201-131b215 131b202-131b214
11-19
15
13
(sgd-wib)
71
131a101-131a107 131a102-131a108
18
W.I.U.
9
6
22-32
33
recreatiewoning
6 352
6
6 12
aat str iff Sch lem Wil
o r G
e
21
(rw)
6
6
1-9
22k1-22k7 22k2-22k8 24k1-24k15 24k2-24k14 26k1-26k15 26k2-26k14 28k1-28k15 28k2-28k14 30k1-30k9 30k2-30k8
He ye nd aa ls ew eg
e d g n e l r e V e
[sba-ea]
19
9k1-9k15 9k2-9k16
20k2-20k14
02
railverkeer
69
G
12
23
(rv)
6 53
6 67
16k1-16k15 16k2-16k14 18k1-18k15 18k2-18k14 20k1-20k15
25
Adelbertusplein
parkeerterrein
6 350 9
6
16-20
17
(p)
455
6 65
19 27
6
12
Br om st ra at
102-124
parkeergarage
63
6
4
129d101-129d109 129d102-129d108 129e201-129e213 129e202-129e214 129f301-129f307 129f302-129f308
Pr of es so r
201-207
(pg)
6
57
129c301-129c311 129c302-129c310 1
1-33
ontsluiting
10 348
6
S p o o r l i j n
(os)
59
129a101-129a109 129a102-129a110 129b201-129b209 129b202-129b210
101-123
eg ew ks ee sb oe Gr
17 17
338
4
WR-A2
127
8
39
9
R
8
7
T
8
92a
11
Maatschappelijk - Begraafplaats
11
251
3 308
5
14
13
22
M
5
15
3
245
11
G
8
2-34
M-BP
1
8
4
Maatschappelijk
10
5 243
7
W
11
3
7
12
3 306
8
327 366
3
9
[bg]
bijgebouwen
[-bg]
bijgebouwen uitgesloten
[ond]
onderdoorgang deelplangrens
6
5
368 10
9 7
T
6 9
9
4
100
[sba-ea]
68-76 68k1-68k5 68k2-68k4 70k1-70k7 70k2-70k8 72k1-72k15 72k2-72k14 74k1-74k15 74k2-74k14 76k1-76k15 76k2-76k14 78-86 78k1-78k5 78k2-78k6 80k1-80k7 80k2-80k8 82k1-82k15 82k2-82k16 84k1-84k15 84k2-84k16 86k1-86k15 86k2-86k16
11
9 5
7
9
25 29 31
T
9 99
8
16
5
39
WR-A2
43
6
6
3
20
M
28
9
1
9 22
110k2-110k8
30
24
9
17
T
6
W
29
T
9
9 6
382
44
32
12
26
T
T
28
10
34
116k1-116k15 116k2-116k14
6 42
8
G
Zernikeplaats
9 36 6
6 40
6 9
9 123
38
38
4
9
26
19
6
28
6
31
6
9
9
930
21
384
T
32
6
23
n e g e m j i N
27
21
6
-
at ra st ck in ev Gr
9
36
17
n a J
2
13 13
85
3 83
300-318
6
9
9
41
40
2
11
9
6
W
31
6
6
9
9 33
50
87-101
45
44
404
6
1
1a 52
2 4
T
G
9
10
6
47
3
45
T
6
8 9 10
9
16
343
6
1
6
12
18
13
408
8
13 103-117
48
6
6
20
7
4
946 22
3a
T
Petrus Camperlaan
3
135b
g we se rg bu en lk Va
14
49-63
Geert Grooteplein Noord
3
42
9
Heyen daals eweg
3
4
6
48
9 24
2
6 43 46
4a
T
250
T
9
9
26
1
6
29
T
6 7
9
6
938
9
5
28
6 386 39
6 44
3 30
9 37
27
9
13
3 81
135e
42 6
36
1
t a a r t s s a P
141-155
G
9
9 32 m le l i W
V
40
15
6
T
29
T
6
34
34
25 at tra pss Haa van
o l n e V
19
125-139
6
23
2
25
at tra ens Deg lem Wil
n j i l r o o p S
8
at ra st ck in ev Gr
3 119
V
35
3
121
27a
Geert Grooteplein Noord
8
6
24
112k1-112k15 112k2-112k14 114k1-114k15 114k2-114k14 3
5 380
15
24a
20
46
110k1-110k7
922
2
eg ew ks ee sb oe Gr
Eduar d Noy onsla an
24 18
25
12 12
16
6
8
6
18
6
378
26
3
W
48
5
9 20
16
50
108k2-108k4
200-222
13
14
49
T
W
6
47
108-116
23
18
9
12
108k1-108k5
W
8
6
10
41
9
45
Ondergrond bestaande bebouwing BV9000_GBKN20120322.dxf
376 11
22
4
Algemeen
8
9
35
98-106 98k1-98k5 14 98k2-98k6 100k1-100k7 100k2-100k8 102k1-102k15 102k2-102k16 104k1-104k15 104k2-104k16 106k1-106k15 106k2-106k16
135a
374 5
14
33
37
12
25-27
hartlijn leiding - riool
6 6
6 9
27
6
T
6
23
12
7
4
t raa hst orc enb n a Cr van
at tra ffs nho Boe den van
2
maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)
25
T
8
2
14
58a
12 12
10
1 44
maximale goot- en bouwhoogte (m)
53
He ye nd aa ls ew eg
G
372 5
Kap itt elw eg
58
6 9
8
6
88-96 88k1-88k5 88k2-88k6 90k1-90k7 90k2-90k8 92k1-92k15 92k2-92k16 94k1-94k15 94k2-94k16 96k1-96k15 96k2-96k16
He ye nd aa ls ew eg 56
8
9 3
t a a r t s m o r B
54
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding
3705
66
r o s s e f o r P
35-37
Eduar d Noy onsla an
5
M
7
18
2
77
101-159
9
249
W.I.U.
2-8
11
247
10
G
202-246
16
14
T
275a
1
201-235
11
5
CO
2-58
Horeca
13 20
16
G
9
7
33
102-104 202-234
H 15
18
7
1-59
Groen
18
80
W
P e g a s u s p l a a t s
G
17
19 16
239
10
45
14
10
80
75
12
10
6 21
W
10
12 12
WR-A2
21 19 22
237
3
9
G
6 45
10
M
24
10
12
9
6
10
W
Gemengd - 1
26
Oo lb ek ki nk st ra at
9 59
10
275
6
6
10 233
6
9
281
10
15 17
8
at ra st ng Jo
GD (pg)
7
295
6
4 2
de
10
231
t raa nst rma Bee Wim
307
He rm an
es Ce
309
10
GD-1
17
32
eg ew ks ee sb oe Gr
6 311
8
Gemengd
30
15
weg udse newo Groe
GD
GD 13
8
(pg) 8
Cultuur en ontspanning
32 11
30
7
10
101-103
9
6
34
313-317
CO
34
26
(pg) 10
38 36 7
20
-
V
Bos
13
5 5a
22
34
V e n l o
3
24 9
G
BO
56
32 40
15
4
107 42
t raa nst rma Bee Wim
2
105
50 46
Bedrijf - Nutsvoorziening
17 227
30a 52
B-NV
8
30
58
Bedrijf
25 21
6
B
23
2
54
28 28a
44
N i j m e g e n
29 27
68
48
4
22 59
17
26 70
Groen ewoud seweg
4
50
26 24
103
72
62
S p o o r l i j n
Plangebied
28
57
14
74
64
100
30
50
11
Legenda
32
2
12
66
B-NV
34
13
24 24a
150
36
252
254
3
22 22a
39a
80-86 80k1-80k4 82k1-82k9 86k1-86k8
48
3 Professor Molkenboerstraat
Professor C ornelissens traat
306
38
225 1
23
He nd ri ks st ra at
27
55
Ba rt
29
138-168
V
eg enw ill Ant
Professor Re goutstraat
31
44 42 40
an la se rg bu en ts Wi
33
g twe Pos
37
lem Wil Jan
135f
T
7
V
9
G
13-19
25
28
5
5 7
aat str Pas
11
W
13
21-27 15
7
13
2a
19
13
2
337
41
14a
15
21
39
3
15
7 4
3 27
3
30
t raa sst eer Sch er Pet
Toern ooive ld
23
54-76 25
GD1-11
6
29 31 33
T
32-46
28
24
8
13 135 135c
26
W
4
10
9
11 15
5
26
414
5
17
29-35
65-79
24
13
135g
32 16-30
13
41
17 12
35 34 weg gse bur ken Val
Geert Grooteplein Zuid
19
39
(rv) 32
41 43
40
50
Gemeente 17-25
18
Nijmegen
25 16
27
33 37 135d
2 4 6 8 10 14
ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd: nr:
Raad van State
dd:
12
bestemmingsplan datum:
25-02-2013
Nijmegen Groenewoud -
gewijzigd:
nr:
27
23
29 8 25 31 25s 25r 33
21
25a 25b
18 19
t raa sst eer Sch er Pet
Wenck ebach hof
39 41
eg eeksew Groesb
aat str ens ntg Wij
29
35
22
30
16
23
31
135h
20
20 38
7c
2-4
10
14 424
21 37
18
0
22 36
Geert Groot eplei n Zui d
schaal:
1:1000_A0
get. / gez.:
MS
Kwakkenberg
nummer:
322621
cadnr.:
NL.IMRO.0268.BP9000-VG01
verbeelding -4
29
31
8
16
33 35
376
37
Legenda
11
39
10
23
18
41 12
43 45
13
Plangebied
14
47
20 16
49
378
26
25
18 20
1
22
Bestemmingen
22
2
28
380
15
14 24
24
30
16 24a
18
17
20
B
Bedrijf
B-NV
Bedrijf - Nutsvoorziening
BO
Bos
CO
Cultuur en ontspanning
GD
Gemengd
GD-1
Gemengd - 1
G
Groen
H
Horeca
M
Maatschappelijk
M-BP
Maatschappelijk - Begraafplaats
R
Recreatie
S
Sport
T
Tuin
V
Verkeer
W
Wonen
W-1
Wonen - 1
WG
Woongebied
29
22 24
eg ew ks ee sb oe Gr
382
26
44
32
12
26
28
34
8
40
at tra ffs nho Boe den van
10
42
36
6
38 38
4
23 27
384 32 35
23
at ra st ck in ev Gr
34
25 at tra pss Haa van
17 40
34
31
30
2
36
15
42
36
37
386 39
38
n a J
eg sw Bo
27 41
32
13
m le l i W
40
1 44
3 t a a r t s s a P
83
21
21
25
19
85
28
at tra ens Deg lem Wil
at ra st ck in ev Gr
19
30
2
29
250
5 7
43
9 28
81
4
46
11
42
26
45
31
48
7
44
404
1 24 87-101
9
33
50
4
46
1a 22
7
52
2 4
48
408
9
6
20
8
6
10 103-117
1
6
6
12
18
12
47
8 10
45 16
3
43
3 g we se rg bu en lk Va
14
49-63
Jan
lem Wil
7 5
6
aat str Pas
3
7
3
9
13-19
9
11
T
21-27
6
3
T
13
W
15
6
10 414
5 6
17 29-35
2a
9
19
65-79
12 9 2
41
39
37
21 236
54-76
7 6 4
25
9
9
27
6
30
6
29 31 33
6
9
9
32-46
t raa sst eer Sch er Pet
1-11
28
8
6 13
T
W
9 26
10
9 6
9
Dubbelbestemmingen
T 6 11
15
G
32 16-30
L-R
Leiding - Riool
WR-A2
Waarde - Archeologie 2
WR-A3
Waarde - Archeologie 3
WR-NL
Waarde - Natuur en landschap
9
24
17 12
35 weg gse bur ken l a V
34
3
6
19
6
T
T
6
T
T
9
12 22
6 14 424 12
36
9
9
21
eg ew ms oo nb e ri Ma
20 38
37
16
6
3
41
8
GD
3
9
25 16
T
27
29 31
G
33 356
W
37
9
39
M
6
4
Aanduidingen
7 eg eeksew Groesb
6 9
aat str ens ntg Wij
4
17-25
18
6
6 43
9
23
39
2 4 6
6 8
9
10
41
T
12
14
milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
nationaal landschap
T
27
t raa sst eer Sch er Pet
23
29
W 25
21
31 25b
25r at tra pss Haa van
33
6
T
35
W
3 25d
25p
9
3
20 6 17
325e
V
25o
18
9 19
25c
25q
T
6
25a
25s
bedrijfswoning
(bp)
begraafplaats
(br)
brug
(dh)
detailhandel
(ga)
garage
(h)
horeca
4
6
4
6 10
428
9
9
1 22
25f
(bw)
15
25n
3
25g
3
25m
37
25h 25l
3,5 78
T
15
25k
39
3,5
6
at tra yns Bru de k i dr Hen
13
4
24
G
25i 41
4
T
9 5
T
aat rstr ecke atma Schl
7
6
26
6
9 11 9 28
S
9 12
6 43
436
3
9
16
6
11
30
14
3 945
18
T
6
W
22
20
ontsluiting
(pg)
parkeergarage
(p)
parkeerterrein
(rv)
railverkeer
(rw)
recreatiewoning
6
5
9
10
7
24
47
(os) 438
440
10
1
26
6 28
T
30
9
32
6
T
3,5 n ij rl oo Sp
80 3,5
B-NV
7
34
6 36
11
en eg jm Ni
3 11a
38
9
-
40
6
2
4 442
9
3
9
9
T
3
o nl Ve
t raa rst cke mae lat h c S
10 6
10
5
W
3 444
13
6
11
6 9
3
1
7
6
(sgd-wib)
3 82
specifieke vorm van gemengd - wonen in het bos
9
9
6
9
4
7 446
6
4
9
2
10
7
(sm-sc)
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting
(sm-vo)
specifieke vorm van maatschappelijk - voortgezet onderwijs
6
3
6 9
15
5
3 3
11
6
V
7
R L-
84
6
7
9
7
10
6
7
7
9
10
13
9 9
3
49
W 15
6
452
6 12
W
6
3
454
9 14
W
9
6
3
13
at tra ens Dur van rit Ger
3 51
6
8
6
9
T
T
T
specifieke vorm van recreatie - scouting
(sr-we)
specifieke vorm van recreatie - weide
(st-kt)
specifieke vorm van tuin - kloostertuin
(vml)
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
(vm)
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
456
6
9
21
6
speeltuin
351
9
16
(spt)
6
19
15
9
6
18
W
9 17
bouwvlak
3
458
53 88
eg eeksew Groesb
11
6
86
6
9 17
6
6
3
W
(sr-sc)
450
at ystra Grame
5
8
3 4
448
6
6
6
3
23
9
6
6
4 7
6
9
22
9
[-bg]
bijgebouwen uitgesloten
[ond]
onderdoorgang deelplangrens
462
T
6
bijgebouwen
W
21
3 55
[bg]
25
6
19
460
9
20
10
6 27
90
6
3
[sba-ea]
29
6
6
464
9
24
23
6
9
26
25
W
W
g we ia ph So
6
466
6
maximale goot- en bouwhoogte (m)
9
at tra pss Haa van
10
7
27
6
31 33
29
6 9
6
35 6
7
9
9
470
4
T
hartlijn leiding - riool
468
59
3
7
Algemeen
16
7
37 6
2
3
3
41
6 9
6
7
Ondergrond bestaande bebouwing BV9000_GBKN20120322.dxf
53
9
T 61
maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)
25
9
3
12 12
T
at ra st ey am Gr
314 6
92
94
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding
9
57
3
7
6
312
39
9
3 4
7
8
18
3 7 66
3 9
63
7 4
4 96
20
8
9
4 it rr Ge
8
6 10
n va t aa tr ns re Du
65
22a
3
4 12
7
7
3
20-22
G
6 7
8
9
4
98
7
eg sw ra ma Al d’
7 14
147
G 67
4 7 145
100
3
3 7
7
4
3 7 16
1
2 6
5 22c
22b
143a
283
0
10
20
30
40
50
143
Gemeente Nijmegen 141
eg sw ra ma l A d’
ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd: nr:
31
Raad van State
dd:
bestemmingsplan datum:
25-02-2013
Nijmegen Groenewoud -
gewijzigd:
nr:
schaal:
1:1000_A0
get. / gez.:
MS
33
26
Kwakkenberg
nummer:
322621
cadnr.:
NL.IMRO.0268.BP9000-VG01
verbeelding -5
36 6 7
6
Kw ak ke nb er gw eg
9
8
36 8
7
226 Bo sw eg
11 9
28 -4 8
10
Legenda
Plangebied
Bestemmingen
12 11
2
37 0
14 13
32 7
16
B
Bedrijf
B-NV
Bedrijf - Nutsvoorziening
BO
Bos
CO
Cultuur en ontspanning
GD
Gemengd
GD-1
Gemengd - 1
G
Groen
H
Horeca
M
Maatschappelijk
M-BP
Maatschappelijk - Begraafplaats
R
Recreatie
S
Sport
T
Tuin
V
Verkeer
W
Wonen
W-1
Wonen - 1
WG
Woongebied
29
50 -6 0 22
15
37 2
18
24 20
17
van d en Bo enhof fstra at
22
27
23
V
37 4
24
19
26
25
25
26
21 88 -1 08
26
28
37 6 62 -8 6
28 29
23
9
30 37 8
25
G 31 -3 3
32 31 38 0
30 27 Wille m Deg enstr aat
34 29 36
38
32
35
38 2 37
31 40
39
33
41
42
17
kseweg Groesbee
38 4
44
W. I. U.
34
32 7a 36
43
46 10 8
44
6 45
48
4
38 6
2
16 0
Sc 38 ou ti ng
Valken burgse weg
25 46
g e w a i c u L
23 21
Dubbelbestemmingen
15
13 1
11
9
1a
7
1
5 2a
L-R
Leiding - Riool
WR-A2
Waarde - Archeologie 2
WR-A3
Waarde - Archeologie 3
WR-NL
Waarde - Natuur en landschap
48 1a
Bo sw eg
17
Ma ri en bo om se we g
G
19
40 4
3 30
2
28
40 8 50 4
26
Aanduidingen
3 Bosweg
6
24
5
milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
22
Pete r Sc heer sstr aat
8
10
20
7
nationaal landschap
1
25 0 5
(bw)
bedrijfswoning
(bp)
begraafplaats
(br)
brug
(dh)
detailhandel
(ga)
garage
(h)
horeca
9 12
Wijn tgen sstr aat
18
41 4
16
W
Bosweg
14 11
RNL
16
31 14 12
10
8 6 4
2
17 -2 5
33
39
(os)
ontsluiting
(pg)
parkeergarage
(p)
parkeerterrein
(rv)
railverkeer
(rw)
recreatiewoning
1
Peter Schee rsstr aat
3
18
20 7 22
42 4
eg aw ci Lu
5
g oomsewe Marienb
41 37
24
16
14
41 0
12
26
(sgd-wib)
10
28
Gr oe sb ee ks ew eg
30
Sp ee lt ui n
de
11 a
(sm-sc)
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting
(sm-vo)
specifieke vorm van maatschappelijk - voortgezet onderwijs
43 41 2
"L ee mk ui l"
42 8
(sr-sc)
specifieke vorm van recreatie - scouting
(sr-we)
specifieke vorm van recreatie - weide
(st-kt)
specifieke vorm van tuin - kloostertuin
g we ia ph So
g oomsewe Marienb 11
specifieke vorm van gemengd - wonen in het bos
g oomsewe Marienb
41 4
9
7
Sch lat mae cke rst raa t
5
2
1
W ( sp t )
43 6
3
RA3
(spt)
speeltuin
(vml)
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
(vm)
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
G 43 8
5
3
4
40 44 0
6
BN V
6
bouwvlak
7
44 2
9
W
8 44 4 10
Gra mey str aat
12
11
[bg]
bijgebouwen
[-bg]
bijgebouwen uitgesloten
[ond]
onderdoorgang deelplangrens
32
3
RA3
6
44 6
( os )
13 14
W
[sba-ea]
RNL
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding
2
BO
6
81
maximale goot- en bouwhoogte (m)
9
44 8
12 12
15
maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)
3 45 0
16 17 18
W
hartlijn leiding - riool
RNL
83
g we ia ph So
19 45 4
20
Loui sewe g
45 2
25
2a
5 ( sr 448 sc )
2
Algemeen Ondergrond bestaande bebouwing BV9000_GBKN20120322.dxf
53
21 22 Gr oe sb ee ks ew eg
45 6 23 24
W
45 0
RA3
( sr sc )
85
4
5
25
1 87 6
26 45 8
87 a
Lucr etia weg 3
46 0 27
G D 1
rameystraat 29
89
46 2
2 2
33
46 4
31
4
2235 1
6
26
46 6
12 . 5 12 . 5 70
V
4
( sg dw i b)
Loui sewe g
93 8
46 8 4a
47 0
2
4b
4
G
bo s
3
6
10
95
10
7
4
7
8
Sophiaweg
1
2
5
6
Theresiaweg Sophiaweg
911
V
5
Sophiaweg 5 97
9 9a
5a
3 12
99 10 1
14 7
15
14 5
0
10
20
30
40
50
Gemeente Nijmegen ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd: nr:
Raad van State
dd:
bestemmingsplan datum:
25-02-2013
Nijmegen Groenewoud -
gewijzigd:
nr:
schaal:
1:1000_A0
get. / gez.:
MS
Kwakkenberg
nummer:
322621
cadnr.:
NL.IMRO.0268.BP9000-VG01
verbeelding -6
g Bergwe
400k2-400k6
9
16
9
464 Sophi aweg
4
Legenda
397
Plangebied
1
18
2
37
Bestemmingen
399
Kwakk enber gweg
466
B
Bedrijf
B-NV
Bedrijf - Nutsvoorziening
BO
Bos
CO
Cultuur en ontspanning
GD
Gemengd
GD-1
Gemengd - 1
G
Groen
H
Horeca
M
Maatschappelijk
M-BP
Maatschappelijk - Begraafplaats
R
Recreatie
S
Sport
T
Tuin
V
Verkeer
W
Wonen
W-1
Wonen - 1
WG
Woongebied
2 44
4 6
24
46
20
41 48 15
V 52 50
401
renweg Korte To
39
6a
eg ensw Paij
54
30 5 3 W.I.U.
Marienbo omseweg
62 62a-62b
17
W.I.U.
413
6
64
1a
15 7
43
Kwa kke nbe rgw eg
66
7
1 8
13 1 17 470 10
45
23
687 9
3
12
25
19
25
eg sw en ij Pa
6
72
6
Luc iaw eg
73
7
11 70 10
411 6
11 408
407
11
5
474
6
78
Joh ann awe g
6 76 10
55
39 49
6
73a 10
10
8
51
41
409
410 53 31
6 80
W-1
10
6
75
So ph ia we g
37
1
Adr ian awe g
10
Be rg
480
2 33
6
Kwa kke nbe rgw eg
10
57 59
en
Da ls ew eg
415
Dubbelbestemmingen 61
6 6
482
82
10
6 2
10
412
W-1 Ca th ar in aw eg
10 6 4
10
6
WR-A3
Kwakkenb ergweg
6
94 6
10
11 6
6
6
96 5
6
11
9a
6
138
7
7
10 17
WR-NL
Waarde - Natuur en landschap
T
3b
11
Waarde - Archeologie 3
G
10
10
10 3a
WR-A3
10 92 6
414
Waarde - Archeologie 2
90
43 77
WR-A2
10
6
6
Leiding - Riool
10
3
Lu ci aw eg
L-R 686
10
10
Aanduidingen
140 142
W-1
6
9
144
10
146
160
148
162
milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
164
6 3
10
6 11
8
10
nationaal landschap
8
130
25
WR-NL
Eleonoraweg
6 15
128 132
10
Eleonoraweg
6 Speeltuin de "Leemkuil"
6
6a
10 17
8
6
7
10
WR-A3
40
6 10
10
10
10
12
eg rinaw Catha
2a
6
10
10
Adrianaweg
10 6
6
7
12
152
154
(bw)
bedrijfswoning
(bp)
begraafplaats
(br)
brug
(dh)
detailhandel
(ga)
garage
(h)
horeca
M
124
122
Ele ono raw eg
6
6
136
12 12
4 2
Jo ha nn aw eg
126
134
25
12
6
10
10
19
12 12
14
6
25 10
4
21
6
6
6
10
11
12
10
(os)
ontsluiting
(pg)
parkeergarage
(p)
parkeerterrein
(rv)
railverkeer
(rw)
recreatiewoning
6
eg ew ms oo b en ri Ma
16
10
W-1
6
23
81
32
7
6
10
11 6
6
6
10
weg ise Lou
10
6
3
10
65
6
6
W-1
10
2
(sgd-wib) eg aw in ar th Ca
10
6
eg iaw ret Luc
29
10
6
4
6
6
6 2
6
10
8
10 So ph ia we g
(sm-vo)
specifieke vorm van maatschappelijk - voortgezet onderwijs
8
(sr-sc)
specifieke vorm van recreatie - scouting
(sr-we)
specifieke vorm van recreatie - weide
(st-kt)
specifieke vorm van tuin - kloostertuin
6
10
448
10
V
6
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting
10
W-1
10
7
(sm-sc)
6
6 10
85
specifieke vorm van gemengd - wonen in het bos
10 1
10
83
10
6
10
3
6
6
18
10
6
6a
6
6
10
10 2 weg ise Lou
87
6 87a
10
Adrianaweg
10
speeltuin
(vml)
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
(vm)
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
BO
6 10 5
10
(spt)
4
6
6
10
10
6
8
bouwvlak 12
10 6 7
6
W-1
89
10
450
[bg]
bijgebouwen
[-bg]
bijgebouwen uitgesloten
[ond]
onderdoorgang deelplangrens
10
6 6
10
14
6 6
4a
10
10 9-11
10
10
[sba-ea]
W-1
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding
6
maximale goot- en bouwhoogte (m)
9
6
6
4b
10
12 12
10
maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)
25
hartlijn leiding - riool 6
T
13
6
Algemeen
6
10
Ondergrond bestaande bebouwing BV9000_GBKN20120322.dxf
53
T
6 10
R L-
93
15
GD 12 g we ia es er Th
6 10
12 12
8
3
6
6
10 10
10
5 95
6
6
(sgd-wib)
10
10
5a
6 10
6
10
W-1
3
7
4
97
1
2
9 9a
bos
7 g we ia ph So
6
11
799 11
5 101
6 10
0
10
20
30
40
50
Gemeente Nijmegen ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd: nr:
Raad van State
dd:
bestemmingsplan datum:
25-02-2013
Nijmegen Groenewoud -
gewijzigd:
nr:
schaal:
1:1000_A0
get. / gez.:
MS
Kwakkenberg
nummer:
322621
cadnr.:
NL.IMRO.0268.BP9000-VG01
verbeelding -7