VAATCHIRURGIE
Een verwijde of vernauwde buikslagader buis-/broekprothese of bypass
BEHANDELING
Een verwijde of vernauwde buikslagader Uw vaatchirurg heeft ontdekt dat u een ernstige verwijding of vernauwing hebt van uw buikslagader. Binnenkort wordt u aan deze verwijding of vernauwing geopereerd. Uw arts heeft u verteld hoe de gang van zaken rond de operatie is. De operatie wordt verricht in het St. Antonius Ziekenhuis. Om u voor te bereiden, leggen wij u in deze folder uit hoe uw opname en operatie globaal zullen verlopen en krijgt u instructies voor als u weer thuis bent. Door verschillende factoren kan uw operatie anders verlopen dan in deze folder staat beschreven. Als dat het geval is, dan stellen de medewerkers van ons ziekenhuis u daarvan vanzelfsprekend op de hoogte. Wilt u dit boekje bewaren en meenemen als u wordt opgenomen? Er staat namelijk in hoe uw verblijf in het ziekenhuis globaal zal verlopen. Mocht u na het lezen nog vragen hebben, stel deze dan gerust. Wij wensen u een voorspoedig herstel toe.
1
Een verwijding in het bloedvat: een aneurysma
Symptomen van een aneurysma in de buikslagader
Een aneurysma is een uitstulping of zwelling in de wand van een bloedvat. Meestal ontstaat een aneurysma doordat zich vet ophoopt in de wand van het bloedvat. Maar ook erfelijke aanleg, een verwonding of een andere ziekte die de wand van het bloedvat verzwakt, kunnen een rol spelen.
Als de patiënt iets voelt van een aneurysma in de buikslagader, dan gaat het vaak om een “vervelend, pijnlijk” gevoel in de rug. Maar meestal zijn er geen symptomen die wijzen op een aneurysma in de buikslagader. Het kan gebeuren dat uw arts tijdens een routineonderzoek een kloppende, gevoelige zwelling ziet of voelt in het midden of het onderste deel van de buik. Maar de meeste aneurysma’s worden bij toeval gevonden wanneer er een echo wordt gemaakt van de buik. Een echo is een onderzoek waarbij met behulp van geluidsgolven een orgaan zichtbaar wordt gemaakt op een beeldscherm.
Een aneurysma in de buikslagader (AAA) Naarmate u ouder wordt, wordt de vaatwand minder elastisch. Daardoor kan het bloedvat verwijden: er ontstaat een aneurysma. Door de kracht van de normale bloeddruk in het aneurysma kan de vaatwand bovendien gaan lekken. Het aneurysma dat u hebt, zit in het deel van de aorta van uw buik. Daarom heet het een aneurysma aortae abdominalis (AAA); ‘ abdominalis’ is Latijn voor ‘met betrekking tot de buik’.
Een vernauwing in de buikslagader Een vernauwing van de buikslagader ontstaat door vetafzetting en verkalking in die slagader. Verschillende factoren kunnen bij het ontstaan hiervan een rol spelen, zoals roken, een hoge bloeddruk, suikerziekte, overgewicht en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Door vernauwing of verstopping stroomt er minder bloed in het been. Dat kan pijn veroorzaken, zowel bij het lopen als in rust. Bij mannen bestaat ook de kans op erectiestoornissen. Een operatie kan dit echter niet oplossen. In de meeste gevallen zal de chirurg u voor verdere behandeling doorverwijzen naar de uroloog.
Figuur 1, In het kader ziet u de buikslagader. Afbeelding 1 geeft een gezonde buikslagader weer. Op afbeelding 2 is een aneurysma zichtbaar. 2
Een prothese of bypass uit uw been
Uw arts zal de ingreep die u krijgt, vooraf aan u uitleggen.
Hebt u een verwijding (aneurysma) in de buikslagader? Dan krijgt u een zogenaamde ‘buis’- of ‘broekprothese’. Daarbij wordt de slagader bij het aneurysma opengemaakt en wordt er een prothese geplaatst, waar het bloed doorheen gaat stromen. Tot slot hecht de chirurg de slagader rondom de prothese. Als het aneurysma is beperkt tot de buikslagader, dan wordt een ‘buisprothese’ ingehecht; loopt het aneurysma door tot in de slagaders naar het bekken of de benen, dan zal een ‘broekprothese’ (een buis met 2 poten) worden gebruikt (zie afbeelding).
Mogelijke complicaties na de operatie Iedere operatie brengt bepaalde risico’s met zich mee. Om deze te verkleinen, wordt u vóór de operatie uitvoerig onderzocht en worden er zo nodig voorzorgsmaatregelen getroffen. Daarbij kunt u denken aan een bezoek aan de cardioloog of longarts over medicatie of een bezoek aan de fysiotherapeut voor ademhalingsoefeningen. Complicaties die het meeste voorkomen, zijn: wondinfectie, trombose (stolling van het bloed), longembolie (een bloedstolsel in de longvaten), bloedingen en beschadigingen van de zenuwen. Een longontsteking komt na een operatie wat vaker voor dan normaal. Wij doen er echter alles aan om risico’s zoveel mogelijk te voorkomen. Bovenstaande complicaties kunnen bij alle operaties optreden. Er zijn ook complicaties die speciaal bij deze operatie kunnen voorkomen. Uw vaatchirurg heeft dit met u besproken. Een van de complicaties is een hartinfarct. Tijdens de ingreep wordt uw lichaamsslagader (aorta) tijdelijk afgeklemd en dit kan een zware belasting vormen voor uw hart.
De broekprothese (met de twee ‘poten’) met daaronder de buisprothese.
Als u een vernauwing hebt in uw buikslagader, dan maakt de chirurg een bypass, ook omleiding genoemd. Bij deze operatie implanteert de chirurg een nieuw bloedvat als een omleiding om de vernauwing heen. Hierdoor kan het bloed om de geblokkeerde plaats heen stromen. Het nieuwe bloedvat kan een kunststof bloedvat zijn of een eigen bloedvat.
Een ander probleem dat soms ontstaat, is een verstoring van de functie van de nieren. De chirurg moet tijdens de operatie een klem plaatsen boven de vaatverwijding in uw buik; vaak vlak onder of net boven de
3
Gesprek met de vaatchirurg
nierslagaders. Dit kan ertoe leiden dat de nieren onvoldoende bloed krijgen, waardoor de nierfunctie tijdelijk (enkele weken) of in zelden voorkomende gevallen blijvend beschadigd zijn. U krijgt dan nierdialyse (spoelen met een kunstnier). Maar deze ernstige complicaties komen zelden voor.
Tijdens het eerste polikliniekbezoek geeft de vaatchirurg u informatie die toegespitst is op uw individuele situatie. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: • de behandeling • de operatie • het verwachte resultaat • mogelijke complicaties • eventueel stoppen/doorgebruiken medicatie • uw toestemming voor de operatie • eventueel noodzakelijke bloedonderzoeken
Een broekprothese in het geval van een verwijding van de aorta, kan bij mannen ten slotte gevolgen hebben voor de manier waarop de zaadlozing plaatsvindt. Tijdens de operatie kan de zenuw die de zaadlozing regelt, namelijk licht beschadigd raken. Daardoor stroomt het sperma niet naar buiten toe, maar de blaas in. Pas later wordt het sperma uitgeplast via de urine. Deze inwendige zaadlozing is geheel onschadelijk. Er verandert ook niets aan het gevoel.
Gesprek met de apotheek Een aantal dagen voor uw opname belt de apotheek van het ziekenhuis u op. Dit is de St. Antonius Apotheek. De medewerker vraagt u welke medicijnen u gebruikt. Zo heeft de arts een actueel overzicht.
Na een bypassoperatie kunnen bloedingen optreden door een lekkage van de geopereerde slagader. Ook is er een kans dat de bypass na de operatie verstopt raakt.
Gesprek met de anesthesioloog of anesthesiemedewerker In uw gesprek met de anesthesioloog krijgt u informatie over: • de verdoving (anesthesie) tijdens de operatie • de wijze van anesthesie • voor- en nadelen • bijwerkingen • risico’s en complicaties • pijnbestrijding • de inname van uw huidige medicatie op de dag van de operatie • eventuele doorverwijzing naar een andere specialist (cardioloog of longarts)
Voorbereidende gesprekken Voorafgaand aan uw opname krijgt u voorbereidende gesprekken met de vaatchirurg, de anesthesioloog of anesthesiemedewerker en de intakeverpleegkundige. Hieronder leest u wat tijdens deze gesprekken zoal aan de orde komt.
4
Gesprek met de intakeverpleegkundige
ziekenhuis ligt. Bovendien geeft het een zekere rust, als u weet dat alles straks goed geregeld is.
Tijdens de verpleegkundige intake komen de volgende zaken aan de orde: • het verpleegkundige opnamegesprek • inventarisatie van uw thuissituatie, benodigde hulpmiddelen en/of aanpassingen thuis • de globale gang van zaken gedurende uw opname.
Hulpverlenende instanties Als u na uw ontslag uit het ziekenhuis tijdelijk professionele hulp nodig hebt, schakelt de verpleegkundige de indicatieadviseur voor u in. Deze komt vervolgens in het ziekenhuis bij u langs om te bespreken welke zorg u precies nodig hebt. Het is ook mogelijk dat de indicatieadviseur dit telefonisch met u bespreekt. Het kan mogelijk zijn om tegen een kleine vergoeding te herstellen op de logeerafdeling van een verzorgingstehuis. Mocht dat voor u een uitkomst zijn, neem dan vast telefonisch contact op met uw huisarts.
Vóór uw opname Wat u vóór uw opname al kunt regelen
Hebt u na de operatie voldoende hulp thuis? Denkt u daar vóór de operatie alvast over na.
In het ziekenhuis Opname op de verpleegafdeling U wordt waarschijnlijk één dag voor de operatie in het St. Antonius Ziekenhuis opgenomen. Op het afgesproken tijdstip meldt u zich op de afgesproken afdeling. Daar worden u en uw familie ontvangen door een verpleegkundige.
Want hoewel u eenmaal thuis veel zelf kunt doen, hebt u de eerste zes weken na de operatie bij een aantal zaken hulp nodig. Wie kan er boodschappen voor u doen? Wie doet het (zware) huishoudelijke werk?
De verpleegkundige zal u een aantal vragen stellen om er achter te komen hoe wij u het beste kunnen begeleiden tijdens de opname. Ook zal hij of zij aan u vragen of alles thuis goed geregeld is. Tijdens dit gesprek kunt u uw verwachtingen en wensen ten aanzien van de opname uitspreken. Tip: zet deze vooraf vast op papier.
U kunt hier het beste al vóór uw opname in het ziekenhuis over nadenken en deze zaken regelen met familie en vrienden. Als u denkt huishoudelijke hulp nodig te hebben na uw opname, dan kunt u het beste nu al informatie inwinnen bij het WMO-loket van uw gemeente. Het is namelijk veel moeilijker om oplossingen voor dergelijke problemen te vinden als u eenmaal in het
Het komt helaas een enkele keer voor dat de operatie op het laatste moment moet 5
Voorbereidingen op de operatie
worden uitgesteld vanwege een spoedgeval. Wij zijn ons ervan bewust dat dit heel vervelend is en geven u dan zo snel mogelijk een nieuwe opnamedatum door.
Op de dag dat u wordt opgenomen, vinden nog enkele onderzoeken plaats. Er wordt bloed bij u afgenomen voor laboratoriumonderzoek. Daarnaast zal de co-assistent (dat is iemand die in opleiding is om arts te worden) u lichamelijk onderzoeken en een aantal vragen aan u stellen. Mogelijk wordt er nog een aantal andere onderzoeken bij u verricht. De arts zal deze dan met u doorspreken.
Wat neemt u mee? Neemt u in elk geval de volgende zaken mee naar het ziekenhuis: • nachtkleding (pyjama of nachtjapon) • ruime boxershorts • kamerjas • pantoffels • toiletartikelen (tandenborstel, tandpasta, kam) • gebittenbakje • medicijnen Laat waardevolle spullen liever thuis. Het ziekenhuis kan namelijk niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal of verlies.
De tijd van de ingreep is vaak de middag ervoor bekend. De verpleegkundige houdt een voorbereidend gesprek met u. Dat is waarschijnlijk de ochtend of de middag voor de operatie. De volgende onderwerpen komen aan de orde: • het is nodig om de darmen voor de operatie te reinigen (laxeren) als u geen ontlasting hebt gehad. De verpleegkundige legt u uit hoe dit gebeurt; • u krijgt een infuus om u extra vocht toe te dienen. Zo bent u optimaal voorbereid op de operatie.
Neem ook de medicijnen die u gebruikt in de originele verpakking mee. Als u een brief van de Trombosedienst hebt, neem deze ook mee. De afdelingsarts kan dan met u afspreken welke medicijnen u kunt blijven gebruiken en welke niet. Als u bloedverdunners gebruikt zoals Sintrommitis® of Marcoumar®, vertelt u dit dan ruim voor de operatie aan uw arts. Mogelijk moet u daar tijdelijk mee stoppen voor de ingreep. Dat hangt af van de ingreep die u ondergaat.
Eten en drinken De dag vóór u geopereerd wordt, mag u vanaf 24.00 uur (‘s nachts) niet meer eten en alleen nog maar heldere dranken hebben met of zonder suiker, zoals zwarte koffie met of zonder suiker, thee met of zonder suiker, bouillon, appelsap, druivensap en limonadesiroop. Op de dag van de operatie mag u vanaf 06.00 uur ’s ochtends niets meer eten en drinken. Ook roken raden wij af.
6
De dag van de operatie
Op de Intensive Care bent u aangesloten op een ECG-apparaat dat uw hartritme registreert. Daarnaast is het mogelijk dat u ook op andere bewakings-apparatuur wordt aangesloten.
Voorbereidingen op de dag van de ingreep Enige tijd voordat u naar de operatiekamer gaat, wordt u klaargemaakt voor de ingreep. ‘s Ochtends kunt u zich eerst nog douchen of wassen. Van de verpleging krijgt u speciale operatiekleding. Sieraden, prothesen en make-up neemt u af. Hierna blijft u in bed liggen.
Na één nacht op de Intensive Care (of uitslaapkamer) te hebben gelegen, gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundigen helpen u in het begin met wat u zelf nog niet kunt. Langzaam maar zeker kunt u steeds meer zelf doen, zoals wassen en aankleden. De verpleegkundigen zullen u hierin ook stimuleren. Zo wordt de overgang van het ziekenhuis naar huis zo klein mogelijk.
De operatie De mensen van de vervoersdienst brengen u in uw bed naar de operatieruimte. Daar brengt de anesthesioloog (de verdovingsarts) u in slaap. De vaatchirurg opereert u. De operatie duurt één tot meerdere uren.
De fysiotherapeut komt een dag voor en enkele dagen na de operatie bij u langs voor ademhalingsoefeningen. Deze oefeningen doet u om een longontsteking te voorkomen.
Na de operatie Na de ingreep gaat u naar de afdeling Intensive Care of blijft u op de uitslaapkamer. In eerste instantie bent u daar wat slaperig en misschien misselijk van de narcose. U merkt dat u een aantal slangetjes in uw lichaam hebt: • u hebt een infuus in uw arm. Dit is een dun slangetje, dat in een bloedvat is geschoven. Hierdoor worden vocht en voedingsstoffen in uw bloed gebracht, omdat u kort na de ingreep nog niet mag eten of drinken; • ook hebt u een blaaskatheter in, waardoor de urine wordt afgevoerd; • een slangetje door uw neus in de maag voert maagsap af; • mogelijk krijgt u pijnstilling toegediend door een slangetje in uw rug; • een zuurstofslangetje in de neus.
Elke dag komt de zaalarts informeren hoe het met u gaat; in het weekend is dat de dienstdoende arts.
Weer naar huis Als u zover hersteld bent dat u weer grotendeels voor uzelf kunt zorgen, zullen de verpleegkundigen en de arts in overleg met u bepalen wanneer u weer naar huis gaat. Dat is waarschijnlijk 5 tot 7 dagen na de operatie. Na ongeveer 3 maanden komt u op de poli. Als u op- of aanmerkingen hebt over uw opname, zegt u het ons dan alstublieft. U krijgt een aantal zaken mee naar huis, 7
Na ongeveer zes weken zijn de in- en uitwendige littekens genezen. Tillen moet u zes weken beperken in verband met (inwendige) littekens. Ook hier geldt: luister naar uw lichaam. Wanneer u weer kunt gaan werken, bepaalt u in overleg met uw (bedrijfs)arts.
namelijk: • een afspraak voor controle op de poli; • van de St. Antonius Apotheek krijgt u medicatie mee. De apotheek stuurt een actueel overzicht naar uw eigen apotheek. De arts stuurt een overzicht naar uw huisarts; • de arts-assistent stuurt digitaal een brief naar uw huisarts; • de datum waarop u uw hechtingen kunt laten verwijderen bij uw huisarts; • eventueel krijgt u afspraken voor controle-onderzoeken mee.
Seksueel contact U kunt na de operatie gewoon weer seksueel contact hebben. Dit is absoluut ongevaarlijk. Uw behoefte aan seks zal hetzelfde zijn als vóór de operatie. Met vragen over seks en seksualiteit na uw operatie, kunt u altijd bij uw vaatchirurg terecht. Door de vaatvernauwing kan het zijn dat mannen erectieproblemen hebben.
Antistolling Als u in het ziekenhuis bent begonnen met Sintrommitis®-tabletten (bloedverdunners), gaat u hiermee thuis door zolang de vaatchirurg dat nodig vindt. Eenmaal thuis regelt de Trombosedienst het bloedprikken en de dosering van tabletten. De Trombosedienst komt de eerste keer bij u thuis. U krijgt bij uw ontslag een afsprakenkaartje daarvoor mee. Drink niet meer dan twee borrels per dag en gebruik een zachte tandenborstel: uw tandvlees bloedt nu sneller door de bloedverdunners. Meer informatie krijgt u zo nodig via de Trombosedienst.
Een operatie helpt dan niet. In overleg met u stuurt uw chirurg u dan door naar de uroloog.
Lichamelijke verzorging Wij adviseren u geen strak ondergoed te dragen, maar liever een boxershort. U mag douchen. Om te voorkomen dat uw wond ‘week’ wordt, kunt u de eerste 2 á 3 weken beter niet in bad gaan. Richtlijnen voor verzorging van uw benen en voeten: • een keer per dag wassen met lauwwarm water en grondig afdrogen. Gebruik hierbij een zachte handdoek; • inspecteer regelmatig op blaren, wondjes, ingegroeide nagels en huidverkleuring, vooral op uw hiel en tussen uw tenen;
Lichamelijke inspanning Uw lichaam geeft aan waar uw grenzen liggen bij activiteiten als lopen, fietsen en dergelijke. U kunt deze activiteiten zelf langzaam opbouwen. Luister naar uw lichaam. Het duurt meestal drie tot zes maanden voordat u zich weer helemaal fit voelt.
8
Patiëntenverenigingen
• alleen bij een droge huid: dagelijks dun insmeren met vette crème, lanoline of vaseline. Gebruik weinig crème: teveel crème verstikt de huid; • gebruik voetpoeder bij voetschimmel (herkenbaar aan schilfers, blaasjes en jeuk) of bij sterk transpirerende voeten; • uw teennagels moeten recht afgeknipt of gevijld worden (liefst door een pedicure). Knip de hoekjes nooit rond af: dit veroorzaakt ingegroeide nagels.
Vereniging van Vaatpatiënten (VVVP) Postbus 132 3720 AC Bilthoven tel: 030 - 659 46 51 www.vaatpatient.nl
De Hart- & Vaatgroep Postbus 300 2501 CH Den Haag Bezoekadres: Prinses Catharina-Amaliastraat 10 Den Haag
Wonden De eerste weken na de operatie zullen uw operatiewonden nog pijn doen. Dit kan onder andere het lopen bemoeilijken. Dit is een heel normaal verschijnsel. Houd de wonden in uw lies goed schoon en droog; draag geen knellend ondergoed. Indien nodig: verzorg/verbind uw wonden zoals uw arts u heeft voorgeschreven. Na ongeveer zes weken is de wond volledig genezen.
tel: 088 - 111 16 00
[email protected] www.hartenvaatgroep.nl
Saltro Utrecht Postbus 9300 3506 GH Utrecht
Voeding
Bezoekadres: Mississippidreef 83 3565 CE Utrecht
U mag alles eten. Wij adviseren u om niet alleen gezónd, maar ook cholesterol-arm, zoutarm en vetarm te eten. Daarmee voorkomt u aandoeningen aan uw hart- en bloedvaten. Daarnaast is het van belang dat u ‘op gewicht’ blijft. Hebt u behoefte aan advies, dan kan de verpleegkundige u in contact brengen met de diëtist van het ziekenhuis.
tel: 030 - 236 11 36
[email protected] www.saltro.nl
Federatie van Nederlandse Trombosediensten Tel: 071 - 561 77 66 (maandag t/m vrijdag van 08.30 - 16.30 uur) www.fnt.nl
Algemene tips Deze tips gelden voor iedereen, maar zeker voor u als vaatpatiënt: • stop met roken • beweeg veel • voorkom stress 9
Trombosestichting Nederland Tel: 071 - 561 77 17 (maandag t/m vrijdag van 08.30 - 16.30 uur) www.trombosestichting.nl
Tot slot Als u nog vragen hebt, neem dan gerust contact met op met de artsen of verpleegkundigen. Eenmaal thuis kunt u met vragen of bij problemen terecht bij uw huisarts. Buiten kantoortijden kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp. Zie voor het telefoonnummer het grijze adreskader in deze folder.
10
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Vaatchirurgie 088 - 320 26 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
11
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
VCH 10/04-’13
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis