OPENBARE W E R K E N
E
EN tijd van hoogconjunctuur, zoals wij deze thans beleven, schept allerwegen behoeften aan vernieuwing of uitbreiding van de bestaande outillage. Een en ander is met name in het bijzonder van toepassing op het overheidsapparaat van een stad als Rotterdam, waar de realiteit verre de verwachtingen heeft overtroffen. Deswege wordt op de technische diensten van de Gemeente, die geroepen zijn om aan deze vermeerderde behoeften gestalte te geven, in dergelijke omstandigheden wel een bijzonder zware wissel getrokken. Echter heeft de van hogerhand toegepaste beperking in de uitvoering van overheidswerken, zoals deze zich in het afgelopen jaar heeft gemanifesteerd, een remmende invloed gehad op de vervulling van de opgelegde taken. Niettemin vertonen de omzetcijfers van de Dienst van Gemeentewerken in 1955 ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar wederom een belangrijke stijging n.l. van ƒ 66.000.000,— tot ƒ 83.000.000,—. Hierbij valt op te merken, dat de kosten van havenaanleg met een bedrag van ƒ 10.000.000,— zijn gestegen. De activiteiten van de diensten van openbare werken in het afgelopen jaar worden hieronder beknopt weergegeven. STADSONTWIKKELING EN WEDEROPBOUW
Aan het Gemeentebestuur werden de navolgende uitbreidingsplannen aangeboden: a. het uitbreidingsplan Hoek van Holland n.w. (capaciteit 105 woningen); 6. het plan in hoofdzaak Kralingen. Hierin zullen 750 woningen worden gerealiseerd; c. wijziging van het basisplan Blaak-Hoogstraat (scholen, kerk, kantoren); J. autohof te IJsselmonde; e. uitbreidingsplan Zekkenweg te Hoek van Holland (12 ha industrieterrein); ƒ. uitbreidingsplan Centrum Blijdorp (bijzondere voorzieningen); 67
#. veemarkt; A. uitbreidingsplan Blijdorpsepolder (recreatieve voorzieningen); /. uitbreidingsplan Hoek van Holland-Dorp (omvattende 450 woningen); y. uitbreidingsplan Lombardijen (capaciteit 6300 woningen); &. uitbreidingsplan 's-Gravenwetering (omvattende 238 woningen); /. uitbreidingsplan Louise de Colignylaan (omvattende 186 woningen). De volgende uitbreidingsplannen werden door de Gemeenteraad vastgesteld: 7 april 1955: Wolphaertsbocht-Katendrechtse Lagedijk (winkels en paviljoens), 23 juni 1955: plan in hoofdzaak Hoogvliet (omvattende ± 15000 woningen), 7 juli 1955: Digna Johannapolder te Hoogvliet (capaciteit 585 woningen), 27 oktober 1955: Burgemeester Bosstraat te Overschie (schoolterrein), 10 november 1955: Walenburgerweg (schoolterrein), 24 november 1955: Hoek van Holland noord-west (omvattende 105 woningen). Door Gedeputeerde Staten werden goedgekeurd de volgende uitbreidingsplannen: 19 april 1955: Hillegersberg ten noorden van de plassen (omvattende 1100 woningen), 5 juli 1955: Honderd en Tien morgen (1160 woningen), 25 oktober 1955: Digna Johannapolder (585 woningen).
Gedurende 1955 is aan grond in eigendom verworven ca. 102 ha tegen een bedrag van rond ƒ 3.000.000,—. In dit bedrag zijn enkele opstallen begrepen, waarvan de waarde procentueel van geringe betekenis is. Voor de uitvoering van bouwplannen werden door toewijzing, verkoop en uitgifte in erfpacht terreinen afgestoten met een totale oppervlakte van 35,7 ha en een opbrengst van ca. ƒ 12.000.000,—. 68
In verband met de spanning op de arbeidsmarkt en ter bevordering van de produktie in de woningbouw, werden in de loop van het jaar door het Rijk maatregelen getroffen voor een verdere beperking van de bouwactiviteit. Sinds 1 augustus 1955 is wederom een Rijksgoedkeuring vereist voor alle werken aan gebouwen met een bouwsom hoger dan ƒ10.000,— met uitzondering van bedrijfsgebouwen voor de nijverheid, waarvan de grens op ƒ 50.000,— is gesteld; voor de bouw van woningen is geen Rijksgoedkeuring nodig. Het gevolg van deze afremming is, dat per 1 december 1955 bij het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting, aanvragen tot een totaal van ƒ 51.000.000,— op afdoening wachten, waarvan voor ƒ 24.000.000,— in de sector bedrijfsgebouwen voor handel en verkeer. Ondanks de hiervorengenoemde beperkingen kon met de bouw van verschillende grote objecten in de binnenstad een aanvang worden gemaakt. Als het meest spectaculaire werk in dit verband kan worden genoemd de bouw van een aantal flatgebouwen ten westen van de Lijnbaan, terwijl voorts de bouw van Slavenburg's Bank aan de Coolsingel, het winkelpand Galeries Modernes aan de Hoogstraat en het Graanhuis aan de Wijnhaven dienen te worden gememoreerd. De uitvoering van „De Bijenkorf" aan de Coolsingel maakt snelle vorderingen. In het wederopbouwgebied werden voltooid De Nederlandse Bank aan de Boompjes, het verzamelwinkelgebouw „DeTwaalf Provinciën" aan de Hoogstraat en een tweetal bioscooptheaters bij de Lijnbaan. Ter illustratie volgt hieronder een vergelijkend overzicht van het aantal winkels in de „City" per oktober 1954 en oktober 1955. Onder „City" is te verstaan het gebied dat begrensd wordt door Weena-Conradstraat-Stationsplein-Schiestraat-Hofplein-Pompenburg-Goudsesingel-Oostplein-Oost Molenwerf-SpoorwegstraatOosterkade-Bolwerk-Boompjes-Eenhoornstraat-Zalmhaven-Eendrachtsweg-Mauritsweg. Aantal winkels in oktober 1954 568 Opgeheven/verplaatst — 46 Nieuw gevestigd ±210 +174 Aantal winkels in oktober 1955
732 69
In dit laatste cijfer zijn begrepen alle vestigingen in het gebouw „Twaalf Provinciën", t.w. 48 winkels en 33 standhouders. Het overgrote deel van de nieuwe winkels (bijna 80 %) is gevestigd in de Hoogstraat, de Pannekoekstraat, de Meent, de Botersloot en de Lijnbaan. Teneinde een beeld te geven van de bouwactiviteit zij vermeld, dat in 1955 aan gebouwen voor een bedrag groot ƒ 135.000.000,— (waarvan ƒ 37.000.000,— in de verwoeste binnenstad) werd verwerkt, hetgeen een vermindering t.a.v. 1954 van ƒ 11.000.000,— betekent. Op 31 december 1955 waren 478 werken met een bouwsom boven ƒ 2.000,— in uitvoering met een totale bouwsom van ƒ 306.000.000,—. In laatst genoemd bedrag zijn weg- en waterbouwkundige werken begrepen. /fer^o w vv/z wawc/m>/^. In het afgelopen jaar werd, evenals in vorige jaren, voor de bouw van vele en belangrijke panden een beroep gedaan op de mogelijkheden, die de Wet op de Materiële Oorlogsschaden biedt. In dit verband moet in de eerste plaats de aandacht worden gevestigd op het hoogbouwproject ten westen van de Lijnbaan, omvattende 619 woningen en een aantal bedrijfsruimten. De uitvoering van dit project, waarvoor van Rijkswege financiële faciliteiten boven de bijdragen in de oorlogsschade tot een totaalbedrag van bijna ƒ 9.000.000,— zijn verstrekt en dat van eminent belang is voor het uiterlijk aanzien van de herrijzende stadskern, betekent een belangrijke stap in de richting van de voltooiing van de herbouw der stad. In 1955 werden in het kader van de Rotterdamse herbouw, boven de bijdragen in de oorlogsschade, voor de herbouw van woningen en bedrijfsruimten financiële faciliteiten verleend tot een totaalbedrag van ƒ 25.798.643,—, waarin begrepen ƒ 1.644.365,— aan premiën op basis van de Beschikking Financiering Kernplanbebouwing. Op het eind van het jaar waren in het kader van de herbouwfinanciering in uitvoering 2256 woningen, alsmede 397 winkels en andere bedrijfsruimten met gezamenlijke inhoud van 719.052 m'. De verwerking van de nog aanwezige voorraad bestedingsplich70
ten vond gestadige voortgang; op 31 december 1954 was nog beschikbaar een bedrag van ƒ 37.837.564,—, betrekking hebbende op 6642 woningen en 1.651.404 m^ bedrijfsruimte, tegen op 31 december 1955 ƒ 26.515.531,—, betrekking hebbende op 4206 woningen en 1.292.164 m' bedrijfsruimte. Per 1 januari 1956 bestond het bezit van het Rotterdams Wederopbouwfonds uit ƒ 5.875.380,50 aan bijdragen en ƒ 2.156.912,— aan schadeloosstellingen tegen resp. ƒ 6.926.955,— en ƒ 2.379.294,op 1 januari 1955. In tegenstelling met voorgaande jaren is het gehele bezit aan Grootboekinschrijvingen van het Fonds momenteel gereserveerd voor in voorbereiding zijnde bouwplannen. VOLKSHUISVESTING.
De woningbouw bleef ook in het afgelopen jaar ernstige zorgen baren. Ten aanzien van de bouw van een complex van 599 woningwetwoningen dat op 11 november j.l. ter goedkeuring aan de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting werd aangeboden, is nog geen beslissing ontvangen. De behandeling van een in november j.l. bij het College van Burgemeester en Wethouders ingediend ontwerp voor een complex van 758 woningwetwoningen werd door de Raad aangehouden Het aantal gereedgekomen woningen, dat in het „topjaar" 1954 4654 bedroeg, was in 1955 4566. Het aantal in uitvoering zijnde woningen daalde van 5297 op 1 januari 1955 tot 4846 op 31 december 1955. Het is te verwachten dat dit aantal een verdere daling zal vertonen, zolang niet met nieuwe woningbouwplannen kan worden aangevangen, hetgeen ten dele weer afhangt van het door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te bepalen goedkeuringsbeleid. Anderzijds moet echter worden geconstateerd, dat de dezerzijds uitgeoefende aandrang op genoemde Minister om te komen tot een woningbouwcontingentering welke is afgestemd op de beschikbare arbeidscapaciteit, weerklank begint te vinden. Dit valt o.a. op te maken uit de rede van de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting bij de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer ter verdediging van zijn beleid. Gestreefd wordt 71
naar een gunningsniveau van 6000 woningen per jaar, op te voeren tot 6500 per jaar. Teneinde dit aantal met het beschikbare arbeidspotentieel in een zo kort mogelijke termijn te kunnen realiseren, dient te worden gestreefd naar een opvoering van de productiviteit in de woningbouw. Het ligt in het voornemen hiertoe productie-teams in het leven te roepen waarin zijn vertegenwoordigd: a. het woontechnische en het bouwtechnische element, door een ontwerper, een constructeur en de aannemer en 6. het efficiency-aspect, door een bureau voor organisatie en efficiency en door de dienst van Volkshuisvesting. Er wordt voorts naar gestreefd ook het stedebouwkundig aspect hierin te betrekken. Deze teams zullen reeds bij de voorbereiding van de plannen worden ingeschakeld. Mede als gevolg van de migratie-regeling, welke aan van elders aangetrokken arbeiders voorrang verleent bij de woningtoewijzing, was er van enige verlichting op de woningmarkt in het afgelopen jaar nauwelijks sprake. Deze regeling behoeft dan ook dringend herziening. Aan het einde van 1955 bedroeg het aantal aanvragen voor een zelfstandige woning 22.154 (vorig jaar 20.348); de woningvoorraad 187.379 (vorig jaar 183.209); 31681 huurmachtigingen waren in omloop (vorig jaar 25.286) waarvan 19.305 houders in het bezit waren van een zelfstandige woning (vorig jaar 15.162). GEMEENTEWERKEN
De brug over de Oude Maas kwam in 1955 gereed, waardoor het omvangrijke Botlekgebied voor de verdere ontwikkeling en exploitatie van zware industrieën werd ontsloten. Ook het viaduct Rozenlaan, de Zaagmolenbrug en het viaduct over de Rijksweg 13 (Rotterdam-Den Haag) werden voltooid, terwijl de laatste hand wordt gelegd aan de brug over de Rotte. Door deze Rottebrug zal - naast de in 1954 voltooide Crooswijkse brug - een belangrijke verbetering worden verkregen voor het verkeer in het noordoostelijk stadskwartier. De rioolzuiveringsinstallatie aan de Hoge Limiet in v.m. Schie72
broek nadert haar voltooiing en kon gedeeltelijk in bedrijf worden gesteld. Het verwerken van de afvalstoffen in dit stadsdeel werd hierdoor reeds aanzienlijk verbeterd. De bouw van de nieuwe Energiehal op Dijkzigt, alsmede de overige werken hadden een zodanig verloop, dat de opening van de tentoonstelling E 55 op de vastgestelde datum kon plaats hebben. De bouw van de Centrale Waalhaven had regelmatig voortgang en zal ook in het komende jaar met kracht worden bevorderd. In verband met enkele bezwaren van derden, kon nog niet worden begonnen met de bouw van een tweetal vaste bruggen over het Schie-Schiekanaal, waardoor de verkeersmoeilijkheden bij de beweegbare Blijdorpse brug bestendigd bleven. Er bestaat thans uitzicht dat de voor de bouw van de bruggen benodigde vergunning van Gedeputeerde Staten zal worden verkregen. In 1956 zal een aanvang worden gemaakt met de Leuvekeersluis en de keersluis Boerengat, als onderdeel van de Maasboulevard. De werken voor de Diergaardetunnel - welke in verband met de uitvoering van de Spoorwegwerken in 1955 geen voortgang konden hebben - zullen in het begin van 1956 worden hervat. Voorts staan op het programma een aantal bruggen in de Zuiderparkgordel, alsmede een nieuw gemaal ca. aan de Carnissehaven te Barendrecht voor het waterschap „Koedood". Door dit nieuwe gemaal zal het bestaande gemaal nabij de Waalhaven kunnen vervallen en zal het industriegebied ten zuiden van de Waalhaven tot verdere ontwikkeling kunnen worden gebracht. De Bruggencommissie voor het bestuderen van een nieuwe oeververbinding heeft eind december 1955 haar werkzaamheden beëindigd; aan haar uitvoerig rapport is in verschillende dagbladen een dermate ruime publicatie gegeven, dat op deze materie hier niet behoeft te worden ingegaan. Aan de raad zal een voorstel tot het bouwen van een tramtunnel worden voorgelegd. De plannen voor het oplossen van de verkeersmoeilijkheden rondom de Mathenesserbrug naderen het eindstadium. Vele werken zijn verder in studie om de verkeersproblemen die in de naaste toekomst zouden kunnen ontstaan, tijdig op te vangen en tot oplossing te brengen.
73
ï ca.
Omvangrijke straat- en rioleringswerken werden gemaakt in de nieuwe woongebieden Kleinpolder west en oost, Hoogvliet, Schiebroek, Zuidwijk I, Zuidwijk II, Zuidwijk V en Pendrecht, terwijl werd voortgegaan met het aanleggen van hulpstraten in 110 Morgen. In de binnenstad werd voortgegaan met de aanleg van de definitieve straataanleg. De aanleg van het middengedeelte van het Hofplein met fontein, van het nieuwe Stationsplein en van het Oostplein werd voltooid, evenals de doortrekking van het Weena. Om zo min mogelijk hinder te veroorzaken aan het te verwachten verkeer tijdens de E 55 zijn in 1955 geen hoofdverkeerswegen geasfalteerd, doch alleen hoofdwijkstraten, waarvan modernisering van het wegdek nodig was, o.a. de Putselaan, Paul Krugerstraat, Pretorialaan, Polderlaan, Hilledijk, Martinus Steijnstraat, Goede Hoopstraat en Bloemfonteinstraat. In 1956 zullen de Schiedamseweg en Claes de Vrieselaan geasfalteerd worden, terwijl de Nieuwe Binnenweg van een nieuw asfaltwegdek zal worden voorzien. In 1956 zal de uitvoering van de verbetering van de invalsweg uit het noorden, namelijk de verbinding Rijksweg 13-Stadhoudersweg worden voortgezet. Met de aanleg van de verbindingsweg tussen Dorpsweg en Groene Kruisweg is een aanvang gemaakt. Met de aanleg van de Zuiderparkgordel is het afgelopen jaar voortgegaan.
In het jaar 1955 werden de werkzaamheden tot vernieuwing van ± 500 m kademuur langs de Spoorweghaven voltooid. Tevens werd voltooid de vernieuwing van de kademuur langs de Parkkade over een lengte van 240 m en langs de Haringvliet over een lengte van 220 m. Langs de Waalhaven noordzijde werd een kademuur over 155 m lengte gebouwd, waarachter het Nederlands Transport Bureau N.V. loodsen oprichtte. De werkzaamheden tot vernieuwing van de kademuur aan de Maaskade oostzijde over ongeveer 195 m en aan de Binnenkade zuidwestzijde over ongeveer 186 m zijn in uitvoering. De nieuwe kademuur aan de Zalmhaven noordoostzijde zal over 74
enige maanden voltooid zijn. In de Waalhaven zullen in de loop van het komende jaar de werken voor het maken van 822 m kademuur langs Pier I gereedkomen. De werken van de 2e verlenging van Pier 6 en van Pier 3 zijn in volle uitvoering. Een aanvang is gemaakt met de bouw van een pier van gewapende betoncaissons in de Waalhaven ten behoeve van de nieuwe elektriciteitscentrale aan de Waalhaven. Deze werken zullen in de loop van het komende jaar gereed komen. Spoedig zal in de Waalhaven begonnen worden met de bouw van een kade langs Pier 2 over ongeveer 300 m. Meerdere werken tot verkrijgen van meer kadelengte langs Pier 5 en langs Pier 7 worden voorbereid. De werken van het Botlekplan worden krachtig voortgezet. In het jaar 1955 werden een zinker voor de Drinkwaterleiding en G.E.B, en P.T.T.-kabels, alsmede 6 olie-transportleidingen door de Oude Maas ten noorden van de Botlekbrug gelegd, als eerste aanzet voor de levering van elektriciteit en water c a . aan de eerste vestigingen in het Botlekgebied. In de zomermaanden kwam het opspuiten van het terrein voor de Nederlandse Dow Mij aan de noordoostzijde van de Welplaat gereed; de weg van de nieuwe Botlekbrug naar dit terrein werd inmiddels voltooid. De toekomstige 3de Petroleumhaven werd volledig uitgekaad, zodat binnenkort met het baggeren van het havenbassin kan worden begonnen. Inmiddels zijn met voortvarendheid rond het aan de „Verolme" uitgegeven terrein op de oostpunt van Rozenburg perskaden opgeworpen ; met de opspuiting van deze terreinen wordt binnenkort aangevangen. De bouw van het waterloopkundig model van de Rotterdamse Waterweg en de 3e Petroleumhaven is voltooid. In het najaar zijn de eerste waarnemingen ten aanzien van de juiste vormgeving van de mond van deze haven begonnen. In de plannen, die een oplossing zouden kunnen brengen voor het urgente probleem tot berging van baggerspecie in de Aalkeetbuiten-en-Broekpolder, tussen Vlaardingen en Maassluis, kon slechts geringe voortgang worden geconstateerd. De situatie waarin Rotterdam thans te dien aanzien verkeert, is zeer kritiek. Het is niet denkbeeldig, dat verdere havenaanleg zal moeten worden 75
opgeschort uit overweging dat geen bergplaats voor de vrijkomende baggerspecie kan worden gevonden.
Het scholenarsenaal werd in het afgelopen jaar uitgebreid met 80 lokalen t.w.: 4 semi permanente scholen met totaal 26 lokalen, 4 verdiepingschoolgebouwen met totaal 50 lokalen en 1 voorlopig voor G.L.O. ingerichte, kleuterschool op het Noordereiland met 4 lokalen. Ook de Reconvalescentenschool, een drietal gymnastiekscholen en een kleuterschool kwamen gereed. Andere in 1955 voltooide werken zijn o.a.: de verbouwing tot politiebureau van het pand Boezemsingel 13, het transformatorstation in Zuidwijk, het clubgebouw op het kampeerterrein te Hoek van Holland en een oproep- en uitbetalingsgebouwtje voor de Dienst voor Sociale Zaken aan de Heer Vrankestraat. 8 verdiepingschoolgebouwen met nog 108 lokalen, zijn in diverse stadia van uitvoering en zullen in de loop van 1956 in gebruik kunnen worden genomen. Tengevolge van een vorstperiode van circa twee maanden ondervonden deze, en vele der hierna te noemen werken een vrij langdurige stagnatie. De restauratie van de Sint Laurenstoren en de uitvoering van de werken voor het Ziekenhuis Dijkzigt vinden regelmatig voortgang, terwijl o.m. de navolgende werken dit jaar in uitvoering werden genomen: a. de transformatorstations Spaanse-polder en Vondelweg; 6. het rioolgemaal Zuidwijk-Pendrecht; c. de uitbreiding van het onderstation voor de stadsverwarming aan de Delftsevaart;
werken wordt momenteel gestagneerd door de inmiddels ingetreden bouwstop. Slechts voor de navolgende werken werden Rijksgoedkeuringen verkregen, zodat zij binnenkort in uitvoering zullen komen. Hulpsecretarie Hoogvliet, Politiebureau aan de Schiedamseweg, Politieposthuis met vier dienstwoningen aan de Rotterdamse Rijweg. 1 Kleuterschool aan de Wielewaalstraat. De plannen voor het kantoorgebouw van de P.T.T. aan de Hoogstraat, in aansluiting met het bestaande telefoongebouw van de P.T.D. aan de Botersloot, worden in regelmatig overleg met de betrokken instanties van de P.T.T. uitgewerkt. Ook de plannen voor de Rijksluchtvaartschool en andere gebouwen op het vliegveld Zestienhoven worden voor uitvoering uitgewerkt.
De uitvoering van de spoorwegplannen had regelmatige voortgang. De werkzaamheden concentreerden zich in het afgelopen jaar in hoofdzaak op het nieuwe stationsgebouw C.S., waarvan de ruwbouw gereed kwam; de verwachting is gewettigd, dat in het voorjaar 1957 het stationsgebouw in gebruik zal kunnen worden genomen. Intussen vordert het omhoogbrengen van de perrons gestadig, terwijl de bouw van het Schiekadeviaduct zeer snelle vorderingen heeft gemaakt.
Het oorspronkelijk aan te leggen kleine veld van 800 x 800 m kwam in de loop van dit jaar gereed. In verband met de wens van een tweetal Engelse Luchtvaartmaatschappijen om diensten op Rotterdam te openen en mede door het feit, dat het vliegveld Ypenburg voor alle burgerluchtvaart werd gesloten, kwam de noodzakelijkheid naar voren om op het vliegveld Zestienhoven een verharde startbaan aan te leggen, hetgeen uitbreiding van het veld tot gevolg zou hebben. In een onderhoud met de Minister van Verkeer en Waterstaat 77
op 1 augustus 1955 deelde deze mede in principe geen bezwaar te hebben tegen de aanleg van zulk een baan. Hierop werden de werkzaamheden voor de uitbreiding van het veld terstond ter hand genomen, zodat verwacht mag worden, dat tegen het einde van 1956 de startbaan gereed zal zijn, terwijl er een redelijke kans bestaat, dat het instructieveld reeds omstreeks de maanden april/mei in gebruik zal kunnen worden genomen. De ontwerpen der t.z.t. op te richten stationsgebouwen zijn nagenoeg voltooid. Het laat zich dus aanzien, dat in het komende jaar Rotterdam behalve via de heliport ook weer met gewone vliegtuigen bereikbaar zal zijn en aldus in het Europese luchtnet zal worden opgenomen.
De Sabena heeft ook in het achter ons liggende jaar haar helikopterdiensten op Rotterdam onverminderd voortgezet. De betekenis van deze dienst op Rotterdam moge blijken uit het feit, dat het op het traject Brussel/Antwerpen-Rotterdam v.v. vervoerde aantal passagiers bijna 27 % heeft bedragen van het op het gehele helikopternet van de Sabena vervoerde aantal passagiers. De tijdens de tentoonstelling E 55, in samenwerking met het Rotterdams Helicopter Syndicaat, ingelegde helikopterdienst tussen Vlissingen/Zierikzee en Rotterdam bleek een groot succes en bewees eens te meer, dat een luchtverbinding tussen Zeeland en het achterland in Zeeland zeer op prijs wordt gesteld. Het succes met deze dienst heeft ertoe geleid, dat na afloop van de tentoonstelling een 1 x wekelijkse dienst werd geopend tussen Zeeuws-Vlaanderen (Axel) en Rotterdam. Uit het feit, dat de Sabena in het komende voorjaar met helikopters van het grotere type S 58 zal gaan vliegen blijkt, dat deze maatschappij een groot vertrouwen heeft in de toekomst van het helikopter-luchtverkeer.
78
79
80