DE WEYDE VAN DE WEESKINDEREN
Een stukje familiegeschiedenis Drs. L. J. van Loon
Opgedragen aan Jacoba van Loon, ter gelegenheid van haar 70e verjaardag. 6 oktober 2012
De Dijk
Kadasterkaart 1832 Weeskinderendijk e.o.
Voorwoord 200 jaar vlak bij elkaar. Dat had ook de titel kunnen zijn van dit kijk- en leesboekje. Nu in 2012 zijn we in verschillende werelddelen woonachtig. Lange tijd is dat niet het geval geweest. Als we de Oude Maas bij Dordrecht denkbeeldig even laten leeglopen had betovergrootvader Lambertus, de Oude Lam, na een korte wandeling zo bij zijn kinderen en kleinkinderen kunnen binnenstappen. Hij zal zijn voeten hebben moeten vegen, want zo’n rivierbedding is best modderig. Maar goed, dat terzijde. De Loontjes hebben eigenlijk lange tijd vlak bij elkaar gewoond….. Dit boekje vertelt twee verhalen, één van de bedrijvigheid aan het water en één over een ontdekkingstocht aan de hand van een serie foto’s. Ik duikelde die op, op de site van het archief. Voor mij zijn het nieuwe foto’s uit een tijd dat ik nog niet geboren was. Over een plek waar ik, net als mijn vader, veel gespeeld heb. Zonder dat mijn vader er veel over verteld heeft, zie ik nu met zijn ogen. Voor het eerste verhaal geldt eigenlijk hetzelfde. Het toont de situatie van mijn voorvaderen, tot die van de Oude Lam toe. Ik zie een stukje van de wereld zoals zij die waarnamen en beleefden. Ik heb kunnen concluderen dat de Van Loonen eigenlijk als families allemaal vroeg of laat wat te maken hadden met het plekje dat Herbert van Houwelingen in 1866 heeft vereeuwigd. Daarover gaat dus het eerste verhaal. Over de plek waar mijn vader opgroeide gaat het tweede. Ik wens de lezer veel aha’s en oh ja’s toe! Enschede, Oktober 2012
Een foto uit 1866 geeft naast een kijkje in de bouwput van het bruggenhoofd van de spoorbrug over de Oude Maas een impressie van de Weeskinderendijk te Dordrecht. De plek waar vele leden van de familie Van Loon hebben gewoond: een ontdekkingsreis met een genealogisch tintje…….. Recent heb ik op internet een foto aangetroffen die bij nadere beschouwing heel veel leuke informatie bevat. Doordat de foto groot is (origineel 25,5 x 30 cm) en eigenlijk net niet past op een A4 moest ik de foto digitaal in stukken knippen om alle details goed te zien. De foto wordt besproken aan de hand van deelvergrotingen. De foto heeft ook veel te maken met de familie van de schrijver (Van Loon). En ook daarover geef ik hier mijn verhaal weer1). Allereerst is het en bijzonder tijdsdocument. De activiteiten van de mannen in de bouwput, zullen uiteindelijk ertoe leiden dat Dordrecht uit zijn isolement zal raken: via een spoorbrug zal er een vaste verbinding komen met de andere oever: Dordrecht wordt een belangrijke schakel tussen de spoorlijn vanuit België naar het Hol-
1)
S. van Bladel van DIEP heeft een commentaar geschreven bij dit collectors item. Daarnaast stuitte ik bij het schrijven van dit artikel op een beschrijving van dezelfde foto in het boekje “Dordrecht, vroeger en nu”, van Jaap Bouman. Ik moet constateren dat er enkele onjuistheden in die laatste beschrijving staan. (gegevens van molens). De foto is zeer donker afgedrukt en er is een stuk afgesneden, waardoor enkele molens niet goed zichtbaar zijn. Dit artikel gaat wat dieper in op de wetenswaardigheden van de molens.
lands Diep en de steden in het westen van Nederland. Daarnaast geeft de foto een beeld van een voorbije periode. De wind maakt plaats voor stoom. De molens zullen langzamerhand verdwijnen. De industrialisatie doet zijn intrede. Handkracht wordt machinekracht (zie de heiers in de bouwput!). Die brug is er niet zomaar gekomen. Er werd politiek eerst een robbertje gevochten. Het kabinet (Rochussen) valt over het al dan niet private karakter van de spoorwegen (1859). Men moet het over heel veel zaken eens worden. In 1860 is er weer een nieuw kabinet, dat besluit de bouw van het spoor niet in particuliere handen te geven, maar door de staat te laten regelen. De liberalen halen bakzeil. Nu, 150 jaar is die privatiseringsdrang bij de liberalen nog steeds aanwezig en zijn andere partijen juist hier tegen….. De geschiedenis herhaalt zich niet, hij staat gewoon soms stil! Maar dat ter zijde. De aanleg van een spoorlijn van Rotterdam naar Willemstad is rond 1860 ter hand genomen en met de toen bekende technieken is men begonnen een brug te bouwen over het Hollands Diep.2) Ook tussen Zwijndrecht en Dordrecht moet men over het water: wederom moet een brug worden gebouwd. van worden natuurlijk afbeeldingen gemaakt met een nieuwe techniek: een grote fotocamera. En het resultaat? Een prent om trots op te zijn. En wie mocht dan trots zijn? Dat was de fotograaf Herbert van Houwelingen. (Vader Jan, moeder Catharina van Wijnen. Deel van een tweeling). Hij is 49 jaar en heeft een atelier in Dordrecht. Hij is met het veer naar de overkant gevaren om deze foto te nemen. En waar stond hij? Hoe toepasselijk: in de database van verdwenen molens in Nederland vind ik het antwoord. Er staan enkele foto’s van de bouw van de brug. Waarom daar?, zult u vragen. Het antwoord is dat op die foto’s een molen staat, die ook verdwenen is. De foto kijkt als het ware achterom. Hij is later genomen. Het werk is al een stuk gevorderd. Het is duidelijk dat de bruine foto “van boven af” is genomen. Ik denk dat Herbert op de stelling van de molen of zelfs hoog in de molen de lensdop er even afgehaald heeft om de plaat te belichten. Met als resultaat een prachtige foto! Het zou wel heel bijzonder zijn als hij vanuit de molen gewerkt heeft. Want deze foto draait natuurlijk om molens. Ik heb de bruine prent sterk uitvergroot: Een foto van meer dan een meter bij 30 cm foto staat op mijn schermen. De foto blijft redelijk scherp en geeft vele details weer. De ingetogen sepiakleur doet de rest.3)
2)
Caspar Blauw gaat in het tweede nummer 2012 van het tijdschrift Oud-Dordrecht (ISSN 1570-1-1506) uitgebreid in op het tracé van de spoorlijn en de buitenplaatsen.
3)
De camera had een lens met een “tele- karakter”, waardoor de molens op een kluitje lijken te staan.
Ik schreef dat de Herbert van Houwelingen waarschijnlijk op de molen die we op beide zwart-wit foto’s zien, heeft gestaan. Die molen is al lang verdwenen (1874). Ook deze moest wijken voor de spoorlijn. De Zwijndrechtse molen heette de Rietvink, een stellingmolen. Het was een houtzager. We kijken nu verder aan de hand van deelvergrotingen van het origineel. Over het water zien we daar van links naar rechts de volgende 14 molens: 1. De eerste set. Vaag in de verte slaat links een wip-watermolen. Op de achtergrond zijn er bomen. Dat is de plek van Weizicht. De molen stond in de Watermolenwei…… Hij werd ook wel de Oudlandse (boven) molen genoemd en had een functie in het drooghouden van de polder OudDubbeldam. Origine: 1618. De database van de verdwenen molens situeerde de molen op de hoek van de Heinsiusstraat en de Marnixstraat. In de buurt waar de schrijver dezes opgroeide! En nog vroeger waar zijn vader speelde. Maar daarover spreek ik nog. Pikant detail: de molen stond dus heel lang op Dubbeldams grondgebied. Op het fotootje rechts is de molen beter te zien: 2. De tweede molen is De Hoop, een stellingmolen. Oliemolen. Gebouwd in 1680. Hij staat daar zijn laatste dagen uit te staan, want de activiteiten op de voorgrond zullen hem “de kap kosten”: Hij zal worden gesloopt om ruimte te maken voor de spoorlijn en de Dokhaven. Zijn geschiedenis gaat meer dan 300 jaar terug. In de Latere jaren was het een oliemolen, eerder werd er run gemalen. In 1866 komen ook zijn wieken tot stilstand en wordt hij voor vijftienduizend zeshonderd gulden en een kwartje verkocht aan de staat.
3. Nummer drie, de dikkerd rechts is de Grote Noordsche Boer4), ook een stellingmolen. Hieraan zijn de namen Rees en Van der Linden verbonden (Floris en Adriaan). De laatste voerde een rechtszaak bij de onteigening. De molen was gesticht in 1680 en was bijna een eeuw lang in de handen van de familie Rees. Hij wordt gesloopt in 1867. 4. Voordat we verder gaan met bespreken van de molens moet ik de lezer eerst even duidelijk maken hoe de foto bekeken moet worden, Daarom kijken we eerst eens naar de bouwput. Op zich al een fraai “tijdsbeeld”. We zien houten keten en twee heistellingen. Het lijkt er op dat de achterste nog met de hand wordt aangedreven: trekken aan een touw om het heiblok op te hijsen. Dat het ook anders kan laat de eerste heistelling zien. Een heuse stoommachine verricht daar de arbeid. Het is alsof het sissen van de stoom aan alle molens de boodschap geeft: Jullie tijd is voorbij! Ik ga het overnemen! En hoe wrang, de schepen zullen er ook aan gaan geloven: De zeilen zullen plaats maken voor de stoommachine en het hout voor de schepen zal vervangen worden door ijzer….. Waardoor houtzaagmolens niet meer nodig zijn…. De foto toont waarlijk een formidabel contrast……… De overkant van de bouwput laat een vrij groot huis zien. Ook dat zal tegen de vlakte gaan. Later zal de ingang van de dokhaven, ook wel spoorhaven, er liggen. De rode pijl op het kaartje geeft de kijkrichting van de fotograaf aan. Kruis en ring de plaats van de fotograaf en het kruisje rechts de wip watermolen. Het kaartje is getekend in 1868. De brug was nog niet af, maar in de Atlas van Kuijper 5) was het een en ander al in kaart gebracht. De molens hebben gestaan op de plek van de spoorweghaven. Alle molens stonden in feite op Dubbeldams grondgebied. Nu kunnen we ook de volgende vier molens een plekje geven:
4)
Genoemd naar een huis Noordschen Boer in de Houttuinen
5)
Jacob Kuyper (1821-1908) maakte een hele serie gemeentekaarten in de jaren ’60-’70. Ze zijn op internet te vinden en bieden een schat van gegevens en details.
5. De meest linkse molen. Ook dit is een houtzager. Een zeskantige bovenkruier. Hij droeg de naam: De Zwaan. Hij stond op de Weeskinderendijk, Op het kaartje net onder de H van Spoorweg Haven. Hij was ooit in eigendom bij Jacob Vriesendorp en later van Dirk Boest Gips. Nee hij is nooit opgeslokt door de Staatsspoorwegen. “De Zwaan” stierf een gevreesde molendood: 21 sept 1889 sloeg de bliksem in. As bleef er over. In tegenstelling tot Zwaan 1 (1679) en Zwaan 2 (1783), werd hij niet meer opgebouwd. Ook die waren ooit door brand verwoest. 6. Het molencluster rechts: midden op de totale foto. Een paltrok (houtzaag) molen en twee stellingmolens. Ze hadden de volgende namen: De Paltrokmolen heette de Kleine Noordsche Boer. Hij was gebouwd in 1700. Oorspronkelijk eigendom van een schepen uit Klundert (van Sprangh). In 1895 is de molen gesloopt. 7. De middelste molen van het drietal rechts, de brede stellingmolen, heette De Zeelt. Hij stond aan het water, later naast de ingang van de spoorhaven. Hij heeft het lang uitgehouden, maar kon het uiteindelijk niet bolwerken. In 1922 wordt hij gesloopt. De laatste eigenaar van deze oliemolen was A. J. Lebret, een oomzegger van de kunstschilder Frans. Van Stigchel was de molenbaas. Het is niet verwonderlijk dat het molenterrein veelvuldig is overstroomd. Opmerkelijk is het kleine witte theekoepeltje, dat al te zien is op een schilderij (ja, ja, van Frans Lebret!6). Dat koepeltje is verdwenen bij het graven van de ingang van de spoorweghaven. [rechts bij de buren is eenzelfde theekoepeltje te zien] 8. De derde molen is de Willem I. Hij stond halverwege de Weeskinderendijk7). Het was een molen die in de plaats was gekomen van De witte Arend (ooit in eigendom bij de beroemde familie de Witt). Willem de Jongh heeft in 1832 die molen gekocht en verplaatst/vernieuwd. De nieuwe naam werd Willem de Eerste. Het was een oliemolen en is reeds in 1889 gesloopt. In de plaats van deze molen kwam een hof met woningen: Hof Willem I. Het adres bleef Weeskinderendijk, maar daarover later meer. Laten we het volgende cluster gaan bekijken.
6
Frans Lebret heeft dit getekend naar een schilderij van M. Schouman ca 1795.
7)
De naam Weeskinderendijk is waarschijnlijk ontstaan doordat hij lag bij de “wei van de weeskinderen”. Mogelijk was dit stuk land op een of andere manier verbonden met het weeshuis. De dijk is ook wel aangeduid als de Dijck vant Oudelandt van Dubbeldam tegens het Papengat ende de Steenplaets. Zie ook bij de eerste molen die besproken is. Zie ook het citaat onder 13, waaruit zou kunnen blijken dat het Papengat een uitgraving is van de weesweide.
9. We pakken er in één klap vier. En als we goed kijken zijn het twee stellingmolens en twee paltrokmolens. De meest linkse molen had de naam De Anker en stond op de hoek van de Brouwersdijk en de Weeskinderendijk. Dat behoeft wat toelichting: de Brouwersdijk liep door tot bovenop de Weeskinderendijk. De Anker liet zijn wieken al in 1691 draaien om olie te persen. Het was bijna een vreemde eend in de bijt omdat de omringende molens bijna allemaal houtzagers zijn. In 1887 is hij gesloopt. 10. De grote molen op de voorgrond is de Pelikaan. In 1784 opgericht. Hij werd primair gebruikt om gerst te pellen, waardoor gort ontstond. Het is de molen die het langst dienst heeft gedaan op de dijk en menig Dordtenaar kende hem. Niet in volle glorie, want hij had het pellen met windkracht in 1923 al gestaakt 8). Dan vervalt hij snel. Kap en wieken gaan er af en de zwartige romp zal pas in 1959 verdwijnen….. 11. De twee molens die tussen de ra’s van het zeilschip te zien zijn, waren beide houtzaagmolens van het paltrok type. De molen, op de foto tegen de Pelikaan aan heette Het Kapraven. De molen is gebouwd in 1652. Andere bronnen spreken van 1699. Tien jaar na het maken van de foto is de molen overgegaan op stoom en is nog tien jaar later gesloopt. De firma Van der Linden was de laatste eigenaar. Een foto van dichtbij (rechts) toont het hele rijtje: De Anker, Kapraven, Leeuw, Oude Manhuis en Vlasbloem. Later was hier het bedrijf van Berger gevestigd en natuurlijk de Ozon. 12. De molen rechts op de bruine foto was de Leeuw. Op het fotootje hiernaast in het midden. Ook de Leeuw was een paltrokmolen. Hij was gesticht in 1652 en verstoomd in 1868. Adriaen Adriaensz ’t Hooft had hem gesticht om wagenschot9) te zagen. Dat was in die tijd niet te krijgen in Dordrecht. Uiteindelijk wordt de molen eigendom van C. Berger. Waarom de molen de Leeuw heette? Omdat Adriaan de Leeuw de molen kocht in 1741 en hij de molen deze naam gaf. 13. We verplaatsen ons. Weg van de dijk van de Weeskinderenwei. Verder op het land van Dubbeldam treffen we een wittige molen aan (links op onderstaande foto).Een grondzeiler. Eén die het klassieke werk deed van een molen in het westen van Holland: de zaak drooghouden. Hij stond precies aan het eind van de Viottakade-vijver, net voor de 8)
De maalderij ging verder op basis van motorische kracht (gasmotor). Het omschakelen naar stoomkracht heet het verstomen van de molen. De behuizing en werkplaatsen bleven in gebruik. De aandrijving veranderde. 9) Wagenschot is eiken van een hoge kwaliteit. Kwartiersgezaagd, waardoor de zo kenmerkende spiegels zichtbaar worden.
Frans Lebretlaan. Hij stond in relatie met de eerste molen die we beschreven: in 1738 werd deze molen gesticht om te helpen het gebied van de Vierpolders (samenwerkingsverband van vier polders van Dubbeldam) droog te houden. In het bijzonder de Zuidpolder. De poldermolen die we hier zien is in 1865 gerezen (omhoog gebracht) en van een nieuwe kap voorzien. De molen werd wel aangeduid met Vierpolders bovenmolen. Met bovenmolen werd bedoeld een molen die het water vanuit de boezem (in casu een vliet bij de Glazenstraat) in de rivier sloeg. De molen in de watermolenwei werd benedenmolen en sloeg uit op een boezem en niet meer direct op water dat met de rivier in verbinding stond. In 1870 is de Vierpolders bovenmolen verdwenen. Stoom nam het over. 14. Rest ons nog twee molens. Tussen de ra’s van de twee schepen rechts op de foto zien we een paltrokmolen staan met de naam De oude manhuis10). Uiteraard een zaagmolen. Gesticht in 1662 door Maarten Gillis van der Pijpen. Hij mocht ‘inde uytgegraven weesweyde11 tegen den dijck aen ter lengte van 20 roeden beginnende vande binnenberm vande Zeedijck (Wees-kinderendijk) ende reedende opte brugge aen ende dat tottet stellen van eenen wintsachmolen’. Het is niet duidelijk waaraan de molen zijn naam dankt. Hij is gesloopt in 1885. 15. De laatste molen is weer een stellingmolen. Een houtzager met de naam de Vlasbloem. Hij heeft de plaats ingenomen van een paltrokmolen die daar gestaan heeft en die de naam Het Spinnewiel droeg. Deze laatste molen is na een verblijf te Numansdorp terecht gekomen in het Openluchtmuseum in Arnhem. De Vlasbloem werd gebouwd door Christoffel van der Linden in 1854. In 1918 is ie verstoomd. Onze wandeltocht langs de molens is bijna ten einde. Rest mij om nog één molen te noemen. Een molen die stond tussen de Zwaan en De Anker: De Ruiter, genoemd naar de stichter Wessel de Ruijter (1684). Ook deze molen was een houtzager. In 1900 is hij door de bliksem getroffen en afgebrand. Op de foto is hij niet te zien. Hij gaat schuil achter de Willem I. Alle molens zijn verdwenen. De indrukwekkende foto die door Herbert van Houwelingen op die zomerdag in 1866 genomen is rest ons…. En de schepen? Is daar ook iets over bekend? Het antwoord is ja en nee. Nee, omdat de namen niet te lezen zijn en we niet precies weten wanneer in augustus de foto is gemaakt. Via scheepslijsten kunnen we nagaan dat er in augustus 45 zeeschepen in Dordrecht hebben aangelegd. Niet allemaal hier bij de brug in aanbouw, maar ook in de andere havens en langs de kaden. Uit die lijsten kunnen we opmaken er 17 een Nederlandse vlag voerde (inschatting op basis van namen) en 28 van buitenlandse afkomst waren. 10)
Het is bekend dat de namen van molens vaak betrekking hebben op de naam van de eigenaar, de functie of de naam van bloem of dier of een wens. Zo verwijst de Willem I naar de voornaam van de stichter en niet naar de koning. De nummering werd gehanteerd bij herbouw. Lidwoorden als De en Het worden wisselend gebruikt. De Anker, maar ook Het Anker. Zo ook Het oude Manhuis. 11) Een interessante mededeling! Op de kaart van Mattheus van Nispen uit 1673 is de uytgraving van de weesweyde al te zien met enkele molens. Er was dus eerst grasland: de Weesweyde. Was die eigendom van het weeshuis? De andere haven is waarschijnlijk de Spieringhaven. Nu anno 2012 is er van de uitgraving niets meer over. Evenmin van de Spieringhaven en van de spoorhaven/Dokhaven.
Genealogisch gezien geeft de foto ook een beeld van de geschiedenis van de familie Van Loon. Als ik in het heden begin, dat langzamerhand natuurlijk overgaat in het verleden, merkt ik op dat de plek waar ik groot ben geworden (Erasmuslaan) op de foto te zien is, althans traceerbaar: tussen de wip-watermolen en de molen de Zwaan. Daar ergens moet de wijk later gebouwd zijn. Het gebied van de Weeskinderendijk was bekend terrein. Een wandeling naar het water, samen met mijn vader, werd vaak ondernomen. Mijn vader is geboren in een huis(je) van het hof dat in de plaats is gekomen van de grote molen de Willem I.12 Hij speelde in de watermolenwei…. Mijn grootouders (Lambertus en eega) hebben daar dus ook een tijd gewoond. Op verschillende adressen. Uiteindelijk woonden ze aan de ’s-Gravendeelsche dijk. Die huisjes zijn net niet op de foto zichtbaar. Ze zijn gesloopt toen de tunnel er werd aangelegd. Mijn overgrootvader Arie heeft hier ook op een aantal plekken gewoond, waardoor geconstateerd moet worden dat de familie Van Loon weinig behoefte had zich te verplaatsen. Dat is na de eerste Wereldoorlog wel anders geworden. Maar die verhalen vallen buiten het kader van dit artikel. Tot slot wil ik nog één voorvader noemen. Ik zal nooit kunnen nagaan of mijn veronderstelling juist is, maar het is wel passend om de lezer deelgenoot te maken van die veronderstelling: Mijn betovergrootvader, Lambertus van Loon was geboren in 1790. Foto rechts. Hij was molenaar te Zwijndrecht. Enige keren is hij de rivier overgestoken om op molens te werken aan de andere kant. Niet die van de foto, ik heb dat niet gevonden, Ze stonden verderop de ’s-Gravendeelsche Dijk. In 1866 woont hij in Zwijndrecht, waarschijnlijk op de Ringdijk. Daarom is het niet zo gek te veronderstellen dat de oude Lam, zoals hij genoemd werd, een wandeling maakte naar de Rietvink en met de molenaar aldaar een praatje maakte en beide keken ze naar de bouw van de spoorbrug…. Enschede, 1-10-2012 LJvL Bronnen: Website archief Dordrecht, collectors Item Oud Dordrecht, artikel van Caspar Blauw tweede nummer 2012 (ISSN 1570-1-1506) Website Bomenmetbert.nl Scheepslijsten Dordrecht via Erica van Doormalen. Website Verdwenen molens in Nederland Draaiende wieken en stappende paarden, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2008 Geschiedenis van Dordrecht, van 1813 tot 2000 deel 3, Kostverloren Hilversum 2000 12)
zie verder het tweede verhaal
De Weide
Foto 1: De kinderen Van Loon voor Erasmuslaan 52 1952
Dit deel van het boekje bevat foto’s die o.a. uit de beeldbank van het archief uit Dordrecht komen. Velen ervan zijn elders op internet te vinden. Hoe langer hoe meer worden documenten, foto’s en films gedigitaliseerd. Het is dan niet meer noodzakelijk de vaak kwetsbare objecten voor studiedoeleinden uit hun archiefbed te halen. Daardoor komen die objecten ook gemakkelijker onder de aandacht van de mensen die anders die dingen mogelijk nooit zouden zien. Dit ter inleiding. Wat op de hier na volgende pagina’s getoond wordt sluit aan bij het verhaal van De Dijk. Al mijn speurwerk heeft ertoe geleid dat ik over de plek, waar ik mijn jeugd heb doorgebracht, meer te weten ben gekomen. Zoals uit het artikel is gebleken, zijn, en nu spreek ik over 90 jaar later, alle molens verdwenen (zoals overal in Nederland molens verdwenen zijn). Dat wist ik 60 jaar geleden al. Alleen de stomp van de Pelikaan was ons bekend. Omdat de Erasmuslaan voor het grootste gedeelte nog aangelegd moest worden, wisten we wat er vroeger was geweest. Of eigenlijk, we wisten het niet precies. Er was wat weidegrond en er waren hier en daar volkstuintjes. Maar hoe het er vroeger uitgezien had was mij nooit duidelijk. We wisten dat vader Lambertus van Loon (1902) ergens op de Weeskinderendijk geboren was, maar hij kon niet precies meer aangeven waar. Bij de overgang van de Zwijndrechtse Verkeersbrug over de Weeskinderendijk, aan de kant van de Dokhaven, maakte hij een wat vaag gebaar…. Hier ergens.. Foto’s van zijn geboortehuis waren er (natuurlijk) niet en ook alle latere boekjes van Oud Dordt lieten niks zien van die omgeving. Daarentegen wees hij wel precies het huis aan waar hij vanaf 1919 gewoond had tot aan zijn huwelijk in 1931: ’s-Gravendeelsche Dijk 29. En ook dat stukje arbeidershuisvesting is niet meer. Ook de plek van de Erasmuslaan werd vaag geduid als een wei, de Watermolenwei. Omdat er vroeger een watermolen in had gestaan. In die wei werden houten palen de grond ingeslagen. De lange stammen werden gekopt met een trekzaag door twee wat ruw uitziende kerels. Ze hakten wat aan de kop, zodat er een ijzeren ring op paste. Die moest voorkomen dat de paal aan flarden werd geslagen door het heiblok. En met behulp van een stoommachine werd de paal tot China geslagen. Uiteindelijk kwam er later een betonnen korte paal op. In feite waren het handelingen die 90 jaar daarvoor op de zelfde manier werden gedaan (zie bruine foto….) Op een deel van het weiland heb ik later gevoetbald en fikkie gestookt en vaak keek je naar die hoge dijk, die het water van het Papegat moest tegenhouden. Het is hier niet de plaatst om mijn jeugdherinneringen uit te schrijven. Toch wil ik nog enkele zaken memoreren die van belang zijn voor het begrijpen van de emotionele waarde die de foto’s hebben. Allereerst waren er een drietal winkels op de dijk, waar we wel eens boodschappen deden: Markesteijn (levensmiddelen) op de plaats van De Anker , Wulfse (GF), in de buurt van de Zwaan en nog een kruidenierszaakje dat stond waar eerst de molen De Kleine Noordsche Boer had gestaan. En niet te vergeten de Ozon (op de plaats van de Oude Manhuis), waar de witte was weer wit werd. Die konden we dan gecentrifugeerd en al, lopend, achter op je fiets, ophalen. Natuurlijk kwamen we langs de zijkant van de westelijke oprit, als we naar het zwembad gingen. En ten slotte was de Weeskinderendijk een mogelijkheid om in de stad te komen als je niet via de tunnel kon of wilde. Het hoeft ook geen betoog dat die dijk in februari 1953 een cruciale rol heeft gespeeld. Voordat we de oudere foto’s gaan bekijken nog even een terugblik naar dat moment (foto 2):
De spoordijk werd deels weggeslagen en tot ons huis (voorin de Erasmuslaan) liep de hele “wei” onder. Een ravage van zand en sintels die we jarenlang in de achtertuin aangetroffen hebben, werd meegesleurd. Het was tenslotte een spoordijk. Op de foto is ook de stomp van de Pelikaan nog te zien. Toen merkte je pas dat de Hugo de Grootlaan hoger lag, evenals de verkeersrotonde. En dat de Erasmuslaan richting vlietweg afliep. Een deel van de wei, de plek waar later het ijkkantoor zou verrijzen, heeft nog lange tijd onder water gestaan. Voor ons een nieuwe ervaring: vlotjevaren….. Maar genoeg over 1953. Natuurlijk moeten we, denkend aan de Weeskinderendijk, ook de wintersportactiviteiten noemen: het met een slee van de immens hoge dijk af, als er voldoende sneeuw was. Een superervaring… Een stoeltjeslift was er niet, maar wel een trap naar boven! In dit verhaal gaan we terug naar de jaren voor de oorlog en proberen er achter te komen hoe dit stukje Dordrecht er toen uitzag. Heden ten dage is dit gebied weer heel anders dan in de vijftiger jaren. Maar als je goed zoekt zijn er nog steeds aanknopingspunten te vinden. Laten de foto’s hun verhaal maar vertellen! We beginnen met de huisjes waar vader Lambertus in 1902 werd geboren.
In één van dit soort huisjes (foto3) woonden Lambertus van Loon senior en Jacoba van Gent, met hun kinderen Mien, Arie Henk en Lena. Er waren ongeveer 23 huisjes. Waarschijnlijk niet allemaal even groot. We weten alleen dat men vanaf 1897 in huisje F. woonde en later in huisje C (1904). De ingang van het hofje dat gebouwd is na 1889, lag aan de Weeskinderendijk. De foto is gedateerd op 17 augustus 1936. In 1937 worden ze gesloopt t.b.v. de verkeersbrug naar Zwijndrecht. Het is moeilijk te zeggen hoe die huisjes precies lagen, als je op deze foto af moet gaan. Het lijkt een donkere bedoening. Toen mijn vader er woonde zal het nog wel wat beter geoogd hebben. Toen waren ze zo’n 15 jaar oud. Later in dit artikel wordt de precieze ligging duidelijk!
Een foto (nr 4) vlak voor de afbraak. 1937. In 1934 telt Dordrecht maar liefst 68 hofjes, grotere en kleinere, vieze en nog iets viezere. Meestal gelegen achter huizenrijen.13) Voordat we kijken wat er met dit soort hofjes dient te gebeuren, nog een opmerking over de huisvesting van de familie Van Loon. Waarschijnlijk zijn Lambertus en Jacoba na hun huwelijk op de Willem I terecht gekomen. Andere vermeldingen tref ik niet aan in de adreslijsten uit die tijd. Het met enige onregelmaat verhuizen werd ingegeven door de huurprijzen en de noodzaak voor nieuw behang, zo wist mijn vader te vertellen. Pas in 1919 treffen we ze definitief aan op de ’s-Gravendeelsche Dijk nr. 29.
13)
Gunstige uitzondering b.v. de Arend Maartenshof
En nu de sloopkloot er maar in!
Op foto 5 het uitzicht op de fabrieken aan de Parallelweg…… Toch nog maar even zoeken. Waren er niet meer afbeeldingen van dit hof? En ja, er zijn er nog twee (foto 6 en 7) die duidelijk laten zien dat het hofje uit vier rijtjes woningen bestonden. De foto hieronder: Het is even oriënteren. De molen op de achtergrond is de Pelikaan. De pijpen zijn van fabrieken in Zwijndrecht. Zo gesloten als het hof er van binnen uitziet, des te open is het vanaf buiten. Licht en Lucht. Dat gold eigenlijk voor het gehele Papegat. De ring van huizen op de dijk onttrok alles aan het gezicht. Alleen bij Berger de houthandel kreeg je een impressie van het water (en van de lucht als het laagwater was…). Ik wilde altijd wel achter die huizen kijken….
Zo, dat raadsel is opgelost. We weten nu waar de wieg van Lambertus jr. stond. Lambertus senior was baas bij de Maatschappij voor Hulpmeststoffen (van Asperen?). De loods stond aan de ’s-Gravendeelschedijk bij molen de Kalkoor. Dat was makkelijk lopend te bereiken. Je liep de dijk af en bij de shipchandler Kuyl (foto 8) ging je links af. Als je omkeek, kon je achter het witte huis van de Staatsspoorwegen het Hof Willem I nog net zien. De foto is uit 1934. Let op de staat van het wegdek: ’sGravendeelsche dijk kinderkopjes en grint op de Weeskinderendijk. Zoals ik al schreef heeft het gezin in 1919 een huisje betrokken aan de ’s-Gravendeelschedijk. Lambertus sr. kwam daar langs als hij naar zijn werk ging. En waarschijnlijk woonden zijn baas er. Toen die er uit moest kon hij er in.
Links: dezelfde plek (1907, F. Lebret) Vgl. het huisje op de twee afbeeldingen. (foto 9) Rechts: De loodsen met opslag van kunstmest aan de Handelskade(foto 10)
Links (foto 11) staan de huisjes. Waarschijnlijk het meest linkse huisje werd vanaf 1919 bewoond door de familie. De foto is genomen vanaf de straatweg. De weg die naar Willemsdorp liep en jarenlang de doorgangsweg is geweest vanaf het Zwijndrechts veer naar het veer over het Hollands Diep. Op de onderste foto (12) zijn de huisjes ook te zien, maar nu van de andere kant.
Uiteindelijk wordt heel dit gebied gerenoveerd. Nu gaat de verkeerstunnel daar de diepte in en staan er wat kantoorgebouwen. De school (links onder) bestond nog in de 50-er jaren. Zij het in herbouwde vorm. De (openbare)school was in 1940 totaal verwoest. Lambertus jr en zijn broers en zussen hebben daar geen onderwijs genoten. We weten evenwel niet waar dan wel.
Genoeg over de grootvader. Dit verhaal zou over de wei gaan en niet alleen om de dijk. Via de Weeskinderendijk langs het Papegat, langs de houthandel, gaan we terug naar de plek waar ooit De Anker stond. De bovenste twee foto’s zijn van tegengestelde kanten genomen. De derde foto is genomen in de meidagen van 1940. Het was het huis dat op de plaats van de molen was gekomen. Het werd verwoest, zoals molens vaak ook aan vuur ten onder gingen. Maar dit maal was het oorlogsvuur. (foto 13, 14 en 15) Laten ons maar omdraaien en speuren naar huisjes die er ooit gestaan hebben. .
Wat ik nu ga beschrijven heeft een behoorlijk “misschien”gehalte. Ik ga op zoek naar een huis waar mijn vader ook nog gewoond heeft. De kaarten waarover ik op dit moment beschik geven geen uitsluitsel. De adresboeken evenmin. In die boekjes staan wel braaf de bewoners op een adres en dat is tenminste iets. Maar hoe precies een nummering verliep blijft een gok. Men was overgegaan van het nummeren van een huis per wijk, naar een straatnummering. Compleet met rood en zwart etc. Als er weer een rijtje huizen werd gesloopt, dan veranderden de nummers. Daarnaast is dit gebied tot 1863 Dubbeldams geweest. Van Dubbeldam heb ik geen adresboeken uit die tijd. Kortom lastig zoeken. Gelukkig speelt het in de eerste decennia van de twintigste eeuw en hebben we iets meer vastigheid door de adresboeken van Dordrecht. Op de Weeskinderendijk stonden woningen. Ook tegen de dijk aan, zeg maar waar nu de Vlietweg loopt stond een aantal huizen. Die hadden even nummers. Ik zoek nummer 6! Eerst maar eens de situatie overzien. Kijk maar mee. We komen van de OZON- kant en passeren de Brouwersdijk(!) (foto 14) Die liep door tot bovenaan de dijk. Op foto 16 midden (uit 1928) is tussen de huizen door een weg te zien. De onderste (foto 17; ongeveer zelfde tijd) toont die weg, maar nu dijkopwaarts.
Hieronder nog een afbeelding (foto 18). Eigenlijk de oude en de nieuwe situatie. De nieuwe opgang naar de dijk is klaar. Hij is deels aangelegd over de oude (niet van een weg voorziene) Brouwersdijk. De oude opgang door de Watermolenwei, richting de winkel van Markesteijn is er nog. Later zal die weg helemaal afgegraven worden. Waar het om gaat zijn woningen rechts. Het zijn er namelijk meer. Achter de witte paaltjes. Volgens mijn berekeningen heeft het gezin van Lambertus sr. Hier ook enige tijd gewoond! Van 1911-1913, Ik heb uiteindelijk gevonden dat de familie aan de Weeskinderendijk gewoond heeft op de nummers 13f en 13c (het hof Willem I). Daarnaast op de nummers 49d (dat was ongeveer bij de molen bij de Vlasbloem) en op nummer 6 en nummer 20 (raadsel). Op nummer 6 heeft ook de familie de Klerk- van Loon gewoond (tuinders). De vrouw heette Cornelia en was een zuster van overgrootvader Arie. Gelet op de wijzigingen van nummering kunnen dat dus ook meerdere percelen geweest zijn … Daarnaast hebben ze in de Huijgenstraat gewoond en in de Rhijnvis Feithstraat. Dat is evenwel niet in de adresboeken na te zien, maar komt uit mondelinge overlevering.
Over nr 6 het volgende. Mijn vermoeden is gebaseerd op het gegeven dat er verder op de Weeskinderendijk nog een opgang was met twee huizen. (foto 19). Die twee huizen lagen ongeveer bij de Groentewinkel van Wulfse. Beginnen we daar te tellen dan komen we op nummer 6 voor het genoemd pand. Er zijn nog meer foto’s van dit stukje Dordrecht die de moeite waard zijn om te bekijken.
De foto (foto 20 en 21))van de huisjes nr 6(?) in de winter en de aanleg van het Hugo de Groot plein.
De Brouwersdijk.(foto 22) De familie van Loon van Lambertus (1902) hebben hier ook vlakbij gewoond. Na het vertrek uit de Hoekenessestraat werd een huis betrokken in de Erasmuslaan. Laten we nu maar kijken waar precies. Wederom als vertrekpunt de huisjes nr 6. Kijk er rechts van (foto 23):
Dat is de achterkant van de huizen die al voor de oorlog in de Erasmuslaan stonden! De dubbele woning erbij stond in de Spieghelstraat! En als we weer even boven op de dijk klimmen, zien we de plek waar we vanaf 1952 hebben gewoond………
Staande op de Weeskinderendijk kijken we op foto 24 tegen de huizen van de Heinsiusstraat. De rij hoge huizen zijn de huizen van de Hugo de Grootlaan, rechts zien we nog een stukje van de gebouwde huizen van de Erasmuslaan. Alles moet verder nog worden aangelegd. De bouw ligt stil. De foto is gemaakt in het begin van de tweede wereldoorlog ong. 1942. Kort na de oorlog begon men te bouwen en men ging door totdat de hele wei vol stond. De restanten die nog niet bebouwd waren, werden onveilig gemaakt door een nieuwe generatie van Loon en hun buurtgenoten. En daar is nog veel over te vertellen……..
Het Muisje heeft een staart! Als ik dit allemaal heb neergeschreven, vind ik nieuwe foto’s in de beeldbank. Foto’s en afbeeldingen die als een grote puzzel in elkaar beginnen te schuiven. Laten we beginnen met een detailkaart, die in 1939 is verschenen. Het archief meldt er bij dat de kaart voor een deel pas ingetekend is en dat klopt. Het lijkt of hij voor dit verhaal is gemaakt. Alle foto’s die in deze aflevering getoond zijn, zijn nu te situeren. Eerst kijken we naar de situatie voordat er plannen gemaakt zijn om de wei te bebouwen:
Links boven zien we het hof Willem I met 23 huisjes, die getekend zijn als aparte vakjes. Op de dijk zien we al de nieuwe huizen staan waar vroeger molens stonden. Bij de bovenste bocht is een afrit de Watermolenwei in. Links beneden gaat de Weeskinderendijk weer de hoek om. We zien hier de aansluiting met de Brouwersdijk. Er lopen in de wei enkele paden. Realiseer je dat als je op de Spuiweg (!) bij Weizigt was en je wilde naar de weeskinderendijk, dat het een hele omweg was via de Hooftstraat en de Brouwersdijk. Een pad
dwars door was een goede oplossing. En het begon met een hek bij Weizigt. Hieronder is een kaartje met de projectie van de nieuwbouw:
De huizen aan de bovenkant van de Weeskinderendijk zijn gebouwd en de oprit van de verkeersbrug gaat recht over de plek waar hof WillemI lag. De plek van de al lang afgebroken wip watermolen is met een groen vierkantje aangegeven. Deze molen had vroeger de functie een groot deel van de “Oude polder van Dubbeldam” droog te houden. Later is zijn taak overgenomen door een stenen molen aan het eind van de Viottakade. En in de tijd dat er gebouwd werd in de wei was er al lang een stoomgemaal. In blauw heb ik een deel van de waterloop aangegeven. Vergelijking met de eerste plattegrond laat nog meer sloten zien. Het belangrijkste deel was eigenlijk een boezem. In de volksmond heette dit de strontvliet of vuile vliet… Waaruit op te maken valt dat het niet alleen
water was wat door de vliet stroomde. Nu is ook direct de naam Vlietweg duidelijk. De rode stippen geven enkele belangrijke plekken aan: links het huis met nr 6. Het is ook de plek waar foto 23 is genomen! Rechtse rode stip: het huis Erasmuslaan 50, 52 en 54. En daarboven de plek waar de familie van Houwelingen woonde. Hoe meer je de kaart bestudeert, hoe duidelijker het wordt waar de verschillende foto’s zijn genomen. Nog even een paar sfeerimpressies van de wei, zoals het hek aan de kant van Weizicht, kijkend naar de orangerie van het buiten. Een klaphek langs de vuile vliet (foto 25). Midden in de wei, waar vroeger de watermolen stond (foto 26). De huizen op de achtergrond staan op de Weeskinderendijk. En dan de huizen (ws nr 2 en nr 4) die dicht tegen de dijk lagen bij de spoorlijn. (foto 27). Op de achtergrond is de Rozenhof te zien. Dan maken we een sprongetje in de tijd.
Foto 28. De Hugo de Grootlaan gaat hier ontstaan. Op de voorgrond een stuk Brouwersdijk. Rechts het begin van de Van Baerlestraat en de Brederodestraat. De vijver (in de winter de andere plek van ons wintersportgebeuren) moet nog worden aangelegd. Op de foto (29) hieronder een laatste blik op de oude situatie van de dijk. De kleppen van de verkeersbrug staan open en de hefbrug bij de ingang van de Dokhaven toont zijn karakteristieke profiel. EMF- en Victoriafabrieken steken boven alles uit. De skyline heden ten dage laat dat alles niet meer zien. Hoogstens de kleppen van de verkeersbrug. Spoedig zal aan de bouw van de rotonde gewerkt worden.
Het plein is in aanbouw. (foto30)
De Erasmuslaan zal pas na 1950 verder aangelegd worden, waardoor hier nog wel op de Grote Kerk kijken, een oh zo vertrouwd beeld. (foto 31). In de vijftiger jaren kon dat ook nog. Maar nu? Je weet wel… boompje groot…..
De plek waar de Erasmuslaan zal komen…. De dijk was hoog. Dankzij verschillende fotografen konden we terugkijken in het verleden. We kunnen nog hoger, of liever gezegd de fotograaf kan nog hoger:
Een luchtfoto (foto 32) van de westkant van Krispijn. Een deel van de Vlietweg is gebouwd en de Hugo de Grootlaan is neergezet. Het oudste deel (voor-oorlogs) van de Erasmuslaan staat en een deel van de Spieghelstraat. Je kunt al een duik nemen in het spatbordenfonds en Fluks kan voetballen. Ook de tennisbaan, helemaal links, ligt klaar voor de smash. Het landje, de plaats waar later het ijkkantoor zal verrijzen, is gereed om ons te laten voetballen of fikkie te laten stoken. De beide oude toegangswegen naar de Weeskinderendijk zijn verdwenen…. Begin 50-er jaren. De bouw van ons huis kan beginnen. En gevolgd worden door die van anderen. De lege plekken op de foto zullen langzaam dichtgroeien: de rest van de Erasmuslaan en de Spieghelstraat, de Coornhertstraat, de Heinsiustraat, de Van Manderstraat en de van Baerlestraat en de Brouwersdijk. Waar ik toen nooit van had kunnen dromen is nu mogelijk…. Met een druk op de knop stijg ik van achter m’n bureau op en ik kijk door de ogen van Google Earth opnieuw naar de plek……
(Foto 33). Alles is vol! Sommige bouwsels zijn al weer afgebroken en iets nieuws is er voor in de plaats gekomen. Kerken zijn gebouwd en weer afgebroken. Zo ging het vroeger en zo gaat het nu…. Het verhaal is bijna ten einde. Het verhaal van de dijk en de weide. Het bestuderen van dit stukje Dordrecht was heel zinvol. Niet alleen beelden zijn boven water gekomen, maar ook andere feiten over de families Van Loon. Het heeft een mini-geschiedenis opgeleverd betrekking hebbend op de laatste 150 jaar. Weer is een familieverhaal ten einde. En wat voor één. Het is het een verhaal over een plek, die verrassend genoeg zo verbonden is met de naam Van Loon. Verschillende familieleden heb ik niet genoemd. Overgrootvader Arie bijvoorbeeld, die hier ook vertoefd heeft en met hem natuurlijk de andere familieleden. Hij was geboren in Zwijndrecht, en woonde later op Dubbeldam. Op een stuk dat Dordrecht ging heten. Uiteindelijk stierf hij in Leiden, waar hij de laatste jaren woonde bij zijn dochter. Verschillende van zijn broers waren molenaars in deze buurt. Aan het water. Van Kalkhaven tot Wieldrecht. In een tijd dat windkracht zorgde voor de noodzakelijke energie en molens essentieel waren. De plek is ook nog verbonden met iemand anders. En daarmee sluiten we af. We klimmen voor de laatste keer de dijk op. Laten we nog even naar een oude toekomst kijken. Daar, daar in de verte ergens heeft hij gezeten…….
Het Hugo de Grootplein in aanleg in de dertiger jaren. (foto 34) Waar? Dat is niet helemaal duidelijk, maar ergens bij de Brouwersdijk. Bedenk het zelf maar. Daar zette hij zijn spullen neer en in een dan al kenmerkende stijl maakt hij zijn “opname” van de molens. Ik begon aan de andere kant van de rivier. Hij precies aan de tegenovergestelde kant. ……
Kent u ze nog? Alle molens? (plaat35) Hier geschilderd door niemand minder dan Vincent van Gogh! Want hij is het waarmee we afsluiten. Hij schilderde dit in 1881. Ergens tussen augustus en september. Was was toen boekverkoper in Dordrecht. Potlood, krijt in zwart en groen en penseel in inkt, waterverf op vergé papier, zo staat er te lezen op de site van het Kröller Müller Museum. 10 jaar later zijn de molens allemaal weg en is Vincent dood. Maar zo komt het dat je op de Veluwe een stukje van Dordrecht kunt zien…. En wat voor stukje! LJvL
Naschrift Dit verhaal is geschreven in oktober 2012. Het is een bewerking van een eerder verhaal over de Weeskinderendijk, dat ik geschreven in mijn hoedanigheid van familiecroniqueur. Het droeg de titel “Geschuif met grenzen”, omdat Dubbeldams grondgebied Dordrechts grondgebied werd. Als schrijvende aan dit verhaal doken er nieuwe foto’s op en kwamen nieuwe feiten aan het licht. Een reconstructie van dit deel van de geschiedenis van de Weeskinderendijk kon plaatsvinden. Toen er ook gegevens over die Watermolenwei bij mij bekend werden, kon ik het linken aan mijn eigen persoonlijke geschiedenis en aan die van mijn directe familie. De vele foto’s waren via internet toegankelijk. Dit verhaal mag zonder mijn toestemming in welke vorm dan ook niet verspreid worden. Het is geschreven voor de besloten familie- en vriendenkring. Enschede, oktober 2012 © Drs. L. J. van Loon, 2012
Lijst afbeeldingen (De Wei) 1. De kinderen Van Loon: Bert, Riet, Hans, Coby voor Erasmuslaan 52. 1952 2. Het spooremplacement bij de Dokhaven febr. 1953 3. Het Hof Willem 1 1936 4. Idem, mogelijk de ingang Weeskinderendijk 5. De sloop in 1937 van het Hof Willem I 6. Hof Willem I gezien vanaf het Papegat. Onderschrift is onjuist. De Pelikaan was geen houtzager! ca 1920? 7. Hofje gezien vanaf het Papegat ca 1920? 8. Weeskinderendijk bij de Pelikaan 1934 9. F. Lebret Molen de Pelikaan met Seinhuisje en vuilstort 1907 10. Kunstmestloodsen 's-Gravendeelschedijk 11. Huizen aan de 's-Gravendeelschedijk. Afrit Rijksstraatweg 12. Huizen aan de 's-Gravendeelschedijk. 13. Weeskinderendijk ri Brouwersdijk 14. Weeskinderendijk hoek zuid 1940 15. idem ca 1950 16. Huisje op de hoek van de Weeskinderendijk en Brouwersdijk 1928 17. Huizen tegen de Weeskinderendijk (zuid)1928 18. Nieuwe oprit vanaf het Hugo de Grootplein eind dertiger jaren 19. Huizen in de Watermolenwei (Weeskinderendijk Zuid) ca 1925 20. Huisjes van foto 16 in wintertijd 21. Aanleg nieuwe toegang. Kijk op Brouwersdijk eind dertiger jaren 22. Brouwersdijk in de twintiger jaren Rechts kruidenierswinkeltje op de WKdijk. 23. Huisjes nr 6 Weeskinderendijk zuid rechts Spieghelstraat en Erasmuslaan 24. Bouwput Erasmuslaan 1942 25. Klaphek Watermolenwei bij Weizigt 26. Hek bij de plek waar de watermolen stond 27. Huisjes van foto 19 28. Hugo de Grootlaan komt hier Dertiger jaren 29. Terugblik op de oude opgang. Verkeersbrug. EMF en Victoria eind dertiger jaren 30. Oude opgang 31. Pre Erasmuslaan eind dertiger jaren 32. Luchtfoto west Krispijn. veertiger jaren 33. Google view 2012 zelfde gebied 34. Loop naar het (latere) Hugo de Grootplein dertiger jaren 35. Tekening Vincent van Gogh.
Verschillende kaartafbeeldingen: Links boven : ong 1602 Rechts boven: vroeg 17e eeuw Links onder: 1670 ong Matth de Vries Rechts onder: deel kaart Jacob van Deventer eind 16e eeuw
Uitvergroting vroeg 17e eeuw