1 Een regenmeter of pluviometer maken Wil je weten hoeveel regen er valt? Volg dan de stappen van dit stappenplan om zelf een pluviometer te maken. Ma...
Een regenmeter of pluviometer maken Wil je weten hoeveel regen er valt? Volg dan de stappen van dit stappenplan om zelf een pluviometer te maken.
Materiaal: ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
plastic fles van 0,5 liter kiezelstenen (tegen het omwaaien) een onuitwisbare stift een meetlat een schaar plakband
1. Snijd de bovenste helft van de fles. Zet die omgekeerd op de onderste helft. 2. Maak de beide delen aan elkaar vast met plakband. 3. Leg de meetlat op de onderste helft. Zet met je stift om de cm een streepje.
Laat de regen nu maar vallen!
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
1
Thema iv
werkboekje weer
Een windvaantje maken WIL JE WETEN VANWAAR DE WIND KOMT ? Volg dan de stappen van dit stappenplan om zelf een windvaantje te maken.
1.
10 cm
Materiaal:
30 cm
2.
8 cm
8 cm
❏❏ een stuk karton van 30 op 30 cm ❏❏ een schaar ❏❏ een potlood
❏❏ 2 paperclips ❏❏ een beetje plasticine ❏❏ plakband
8 cm
1. Knip drie stroken karton van 30 cm op 10 cm.
3.
4.
2. Neem één strook karton. Ga vier maal met het uiteinde van de schaar over het karton: volg de illustratie. Zo maak je groefjes zodat je het karton straks makkelijk kan vouwen. Maak met het puntje van een potlood een gat in het midden van het karton. Duw het potlood door het gat, net zo lang tot het gat iets groter is dan het potlood. 3. Vouw het karton op de groefjes. 4. Neem nog een stuk karton. Kleef het gevouwen stuk op dit stuk. Dit is de houder voor het windvaantje.
5.
5. Vouw de twee paperclips recht. Draai de paperclips om het potlood: één om de top en één om de scherpe punt van het potlood. Als je paperclip de juiste vorm heeft, haal je hem voorzichtig weer weg van het potlood. 6. Neem nu het derde stuk karton. Teken een pijl zoals op de tekening en knip die uit. 7. Maak de bovenkant van het potlood met een beetje plasticine vast aan de pijl.
6.
7.
8. Maak de grootste paperclip vast op het gat met plakband. De andere paperclip moet je recht daaronder vastmaken met plakband. Stop het potlood in het gat. 9. Op de bodem teken je een windroos. Bovenaan staat de N van noorden.
9.
8.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
2
Thema iv
werkboekje weer
de temper atuurgr afiek ❏❏ Controleer iedere dag twee maal de thermometer: ’s morgens en ’s middags, steeds op hetzelfde tijdstip. Duid op je werkblaadje met een bolletje de temperatuur aan: blauw voor ’s morgens, rood voor ’s middags. Aan het eind van de week kan je dan deze aanduidingen met elkaar verbinden en krijg je een echte temperatuurgrafiek!
dag
30° C
25° C
20° C
15° C
10° C
5° C
0° C
-5° C
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
3
Thema iv
werkboekje weer
de regentabel
aantal cm neerslag
14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
4
zondag
zaterdag
vrijdag
donderdag
woensdag
dinsdag
Controleer ’s morgens, liefst steeds op hetzelfde tijdstip, je pluviometer. Lees af hoeveel centimeter regen de vorige dag en nacht is gevallen. Duid dat op je werkblaadje aan. Aan het eind van de week kan je dan van deze aanduidingen staafjes kleuren en krijg je een echte regentabel! ❏❏ Vergeet niet dagelijks, na de meting, je pluviometer leeg te maken!
maandag
❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
Thema iv
werkboekje weer
het windbulletin ❏❏ Controleer een week lang iedere dag twee maal het windvaantje: ’s morgens en ’s middags, steeds op hetzelfde tijdstip. ❏❏ Kijk goed uit welke richting de wind waait en duid dat aan op je werkblaadje. ❏❏ Aan het eind van de week kan je hiermee een echt windbulletin maken! Kleur de vakjes bij de juiste windrichting, blauw = voormiddag (VM) rood = namiddag (NM) maandag VM
dinsdag
NM
VM
woensdag
NM
VM
NM
donderdag VM
NM
vrijdag VM
NM
zaterdag
zondag
VM
VM
NM
N
NO
O
ZO
Z
ZW
W
NW
nw
no
O
w zw
zo
z Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs