Een prostaatoperatie De arts heeft na onderzoek geconstateerd dat uw klachten bij het plassen worden veroorzaakt door een vergrote prostaat. In overleg met uw arts heeft u besloten dat u binnenkort een operatie ondergaat, waarbij het prostaatweefsel dat de uitgang belemmert, wordt verwijderd.
Neem altijd uw vens verzekeringsgege wijs mee! en identiteitsbe
De prostaat De prostaat is een klier zo groot als een kastanje en weegt bij een volwassen man 10 à 15 gram. Deze klier bestaat uit drie kwabben. Deze bevinden zich onder de ingang van de urineblaas en rondom de plasbuis (urethra). De plasbuis loopt van de blaas tot het uiteinde van de penis. De prostaat is van belang voor de vruchtbaarheid. De prostaat produceert een vloeistof, die bij een zaadlozing samen met zaadcellen (sperma) naar buiten komt. Tijdens hun tocht naar de eicel houdt het prostaatvocht de zaadcellen levend. Onder invloed van hormonale veranderingen wordt de prostaat bij de ouder wordende man groter. De vergrote prostaat drukt dan tegen de blaas en de plasbuis. Dit kan het legen van de blaas bemoeilijken. U merkt dit doordat u problemen ondervindt bij het plassen, zoals vaker moeten plassen, het gevoel dat de blaas niet leeg komt, nadruppelen en ongewenst urineverlies.
Prostaatoperaties TURP (trans-urethrale resectie van de prostaat) De TURP is een operatie waarbij het prostaatweefsel via de plasbuis wordt verwijderd. De uroloog brengt daarvoor een dunne buis in uw plasbuis. Deze buis is een onderdeel van een resectoscoop. Met behulp van dit instrument kan het prostaatweefsel worden bekeken. Aan het eind van de resectoscoop zit een lusje, dat elektrisch kan worden verhit. Hiermee wordt het prostaatweefsel dat de plasbuis belemmert stukje voor stukje weggesneden. Met spoelvloeistof, die via de resectoscoop in de blaas vloeit, worden de weggesneden stukjes afgevoerd. De operatie duurt ongeveer een uur. U wordt voor deze operatie meestal drie dagen opgenomen.
2
Prostaatoperatie
Open prostatectomie Bij deze operatie pelt de uroloog via een snede onder in de buikwand de prostaatklier met de wijsvinger uit. Hierdoor wordt al het klierweefsel dat de plasbuis dichtdrukt, verwijderd. De wand van de prostaat blijft aanwezig. De uroloog kiest meestal voor een open prostatectomie als het klierweefsel van de prostaat sterk vergroot is, of als er andere redenen zijn om de blaas te openen (bijvoorbeeld bij blaasstenen). Voor deze operatie wordt u een paar dagen langer opgenomen dan bij een TURP.
Voorbereiding op de operatie Voor de operatie komt u op het Opnameplein. Het doel van het opnameplein is om een goed beeld van u te krijgen voor de operatie. Een apothekersassistent neemt uw medicijngebruik met u door. De spreekuurassistent van de anesthesioloog geeft u voorlichting over de operatie en meet onder andere uw bloeddruk. Daarna bespreekt een anesthesioloog met u op welke wijze u wordt verdoofd tijdens de operatie en vindt er lichamelijk onderzoek plaats. De anesthesioloog schat in welke risico’s bij u aan de behandeling en de anesthesie zijn verbonden en hoe deze risico’s kunnen worden beperkt. In sommige gevallen laat de anesthesioloog aanvullend onderzoek doen, zoals bloedonderzoek, een hartfilmpje (ECG), röntgenonderzoek of laat hij/ zij een afspraak voor u maken bij bijvoorbeeld een internist of cardioloog. Bij de anesthesioloog hoort u ook welke medicijnen u op de dag van de behandeling nog mag innemen en met welke medicijnen u van te voren moet stoppen, zoals bloedverdunners (eventueel in overleg met de operateur). Het is belangrijk dat u zich houdt aan de voorschriften van de anesthesioloog en de operateur. Een intakeverpleegkundige neemt een vragenlijst over uw gezondheid met u door en informeert u over de voorbereidingen op de operatie.
3
Opname U wordt meestal op de dag van de operatie opgenomen. Een verpleegkundige brengt u naar uw kamer en neemt eventuele bijzonderheden met u door. Als u vragen heeft, kunt u deze stellen. Voor de operatie moet u nuchter zijn. Houdt u zich aan de voorschriften van de anesthesioloog/operateur.
Verdoving Voor de ingreep wordt u verdoofd. Er zijn twee soorten verdoving mogelijk: • algehele verdoving. Hiervoor krijgt u een infuus in de arm waardoor slaapmiddelen worden toegediend. • Plaatselijke verdoving door middel van een ruggenprik. Alleen uw onderlichaam wordt verdoofd.
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Via een infuus krijgt u vocht toegediend. Als u weer voldoende bij kennis bent en de controles van uw bloeddruk en ademhaling in orde zijn, wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige zal dan uw eerste contactpersoon bellen. Vanaf de avond van de operatie krijgt u dagelijks een injectie om trombose te voorkomen. De verpleegkundige geeft aan wanneer u weer mag drinken en eten. Tijdens de operatie krijgt u een blaaskatheter. Dit is een flexibele slang die via uw plasbuis in de blaas wordt aangebracht. Soms wordt er ook een katheter via de buik in de blaas gebracht (een buikkatheter).
4
Prostaatoperatie
De blaaskatheter is noodzakelijk om na de operatie de operatiewond rust te geven en de bloedstolsels uit uw blaas weg te spoelen. Via de katheter loopt de urine uit uw blaas. Om te voorkomen dat de blaaskatheter verstopt gaat zitten, wordt de blaas gespoeld via een spoelsysteem aan de blaaskatheter. Een blaaskatheter en het spoelen kan blaaskrampen geven (het gevoel te moeten plassen), waartegen u medicijnen kan krijgen. Tegen de pijn krijgt u op vaste tijden pijnmedicatie. Het is normaal dat u de eerste dagen na de operatie bloed en stolsels in uw urine ziet. De dag na de operatie wordt er bloed afgenomen om het hemoglobinegehalte in uw bloed te controleren. Als de uitslag goed is en uw situatie dit toelaat, wordt het infuus verwijderd. Heeft u een TURP gehad en de kleur van uw urine is goed, dan wordt de blaaskatheter in overleg met de uroloog de dag na de operatie verwijderd. Bij de prostaatoperatie door de buik (open prostatectomie) houdt u de blaaskatheter meestal vijf dagen. Soms gaat u een aantal dagen met de blaaskatheter naar huis, deze wordt tijdens een dagopname verwijderd en gekeken hoe het plassen gaat. Meestal gaat het plassen daarna weer normaal en vlotter dan vroeger. Soms kunt u last hebben van: • ongewild urineverlies • bloed in urine • niet kunnen plassen • kleine beetjes plassen • pijn bij het plassen. Dit zijn normale verschijnselen en verdwijnen meestal na enige tijd. Wanneer u zich toch ongerust maakt, bespreek dit dan met uw behandelend arts of de verpleegkundige.
5
Gevolgen voor seksualiteit Enkele maanden na de operatie zijn seksuele verlangens, potentie en het genot meestal weer hetzelfde als voor de operatie. Hoewel het beleven van het orgasme niet verandert, komt bij de zaadlozing het sperma meestal in de blaas terecht. Vervolgens wordt het uitgeplast. Houd er rekening mee dat u na een prostaatoperatie definitief onvruchtbaar bent.
Mogelijke complicaties Bij een prostaatoperatie kunnen de volgende complicaties optreden: • trombose (een bloedstolsel in de aderen) of een longembolie (de plotselinge afsluiting van een bloedvat in de longen door een stolsel) kunnen optreden ten gevolge van de ingreep. Om dit tegen te gaan, krijgt u voor de operatie antistollingsmedicatie en moet u vrij snel na de operatie weer in beweging komen (als uw situatie dit toelaat). • een wondinfectie. Als u een operatie via een buiksnede gehad heeft, kan de operatiewond gaan ontsteken ten gevolge van een infectie. • een nabloeding. Meestal is dit op te lossen door de blaas te spoelen. • onvoldoende plassen: het kan zijn dat uw lichaam meer tijd nodig heeft om weer goed te kunnen plassen. Eventueel gaat u naar huis met een blaaskatheter en komt u na één tot twee weken een dag terug om de blaaskatheter te laten verwijderen. Dan wordt opnieuw gekeken hoe het plassen gaat. • een infectie. Dit uit zich in koorts en/of pijn. Voor de operatie krijgt u hiervoor preventief antibiotica. Door de wond kan het zijn dat het plassen pijnlijk is. Dit duidt niet altijd op een infectie. Bij twijfel kunt u overleggen met de medewerkers van de polikliniek Urologie.
6
Prostaatoperatie
Is uw temperatuur 38°C of hoger, dan moet u de polikliniek Urologie bellen. Een enkele keer lukt het niet meer om te plassen. Eventueel heeft u tijdelijk weer een blaaskatheter nodig. Neemt u daarvoor contact op met de polikliniek Urologie.
Ontslag uit het ziekenhuis Twee tot drie dagen na de operatie mag u weer naar huis. Zes weken na de operatie komt u op controle bij de uroloog en krijgt u de uitslag van het weefselonderzoek. Tijdens deze afspraak wordt nog een keer gecontroleerd hoe het plassen gaat door middel van een onderzoek.
Leefregels en adviezen voor thuis Na zes tot acht weken is de wond in de plasbuis genezen. Blijf veel drinken 2 tot 2,5 liter per dag. Dit bevordert de wondgenezing. Het plassen kan nog wat pijnlijk zijn of u kunt uw plas moeilijker ophouden. Als de operatiewond is genezen, heeft u van deze klachten geen last meer. EXTRA drinken is niet van toepassing als u een vochtbeperkt dieet volgt! Bloed in de urine Na ontslag kan uw urine nog wat bloederig zijn. Geleidelijk moet dit minder worden, maar dat kan nog zes tot acht weken duren. Het kan zijn dat uw urine helder is, maar dat u ineens bloed gaat plassen. Dit betekent dat er een korstje is losgeschoten. Zolang u kan blijven plassen, is dit geen reden voor ongerustheid. Drink veel tot uw urine weer helder is. Neemt het bloed bij de urine niet af of kan u niet meer urineren door stolsels in uw urine, dan moet u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Urologie en buiten kantooruren en in het weekend met de Spoedeisende Hulp (088 – 005 6680).
7
Houdt u zich gedurende zes weken aan onderstaande leefregels en adviezen: • Til niet meer dan twee kilo. • Wees niet seksueel actief. • Rijd de eerste twee weken geen auto. Dit om druk op het wondgebied te voorkomen als u plotseling moet remmen. Ook om verzekeringstechnische redenen wordt autorijden soms afgeraden. Raadpleeg hiervoor eventueel uw verzekeringsmaatschappij. • Voorkom persen bij de ontlasting. Gebruik zo nodig een laxerend dieet of neem een laxerend middel. • Fiets niet en beoefen geen intensieve sporten. • Verricht geen zwaar (huishoudelijk) werk zoals ramen zemen, stofzuigen of de tuin spitten. • Luister goed naar uw lichaam en bouw uw conditie rustig op. • Gebruik gedurende twee weken geen alcohol.
Vragen?
Telefoonnummers Polikliniek Urologie:
088 - 005 7705
Bij Rijnstate kunt u telefonisch en voor de meeste specialismen via www.rijnstate.nl uw afspraak maken. Rijnstate, uw ziekenhuis in de regio Arnhem, Rheden en De Liemers. @rijnstate facebook.com/rijnstate
Rijnstate Postbus 9555 6800 TA Arnhem T 088 - 005 8888 E
[email protected] www.rijnstate.nl
047468/2015-06 Uitgave: Afdeling Marketing & Communicatie Rijnstate, 2015
Heeft u na het lezen van deze folder vragen, bespreek deze dan voor de operatie met uw uroloog of verpleegkundige. Zij beantwoorden uw vragen graag.