een nieuwe start voor justitie Geen vrijheid zonder veiligheid. Geen rechtstaat zonder vertrouwen in een slagkrachtige justitie. Het garanderen van de veiligheid van haar burgers is de kerntaak bij uitstek van een overheid. De aanpak van het onveiligheidsfenomeen staat voor Open Vld dan ook hoog op de agenda. Dat vereist een beleid dat inzet op preventie én repressie, maar evenzeer op opvolging van daders en slachtoffers. Een vlotte samenwerking tussen politie en justitie zijn daarvoor essentieel. Het werk van de politie op het terrein moet altijd een justitieel vervolg krijgen, op korte termijn. Het gevoel van straffeloosheid voedt het onveiligheidsgevoel en is een voedingsbron voor criminaliteit.
I. Naar een geïntegreerd veiligheidsbeleid De in de afgelopen jaren doorgevoerde politiehervorming werpt vandaag haar vruchten af. Waar het evenwel nog te vaak mank loopt is bij justitie. Tien jaar na de geslaagde politiehervorming is het nu dan ook tijd voor een grote hervorming van justitie. Want alle lagen in de veiligheidspiramide moeten goed op elkaar afgestemd zijn: de preventiewerkers die criminaliteit voorkomen, de politiediensten die opsporen, de parketten die vervolgen, de rechtbanken die straffen opleggen en verantwoordelijk zijn voor de strafuitvoering en tenslotte het gevangenispersoneel die belast zijn met de bewaking en de reïntegratie van de gevangenen.
1. Preventie om onveiligheid en criminaliteit te voorkomen Leefbare wijken Wanneer lokale overheden de leefbaarheid van de wijken garanderen wordt veel criminaliteit voorkomen. Concreet gaat het om properheid, openbare verlichting, voorzien van speelterreinen,… Dat is trouwens een verantwoordelijkheid van iedereen die in de buurt woont. De overheid alleen kan de veiligheid en leefbaarheid niet garanderen. Dat vergt ook de dagelijkse inzet van de bewoners zelf. De overheid kan wel extra maatregelen nemen die het gevoel van veiligheid verhogen, o.m. door het invoeren van cameratoezicht in straten of wijken die te kampen hebben met criminaliteit of overlast.
Indien een buurt of wijk lang geteisterd wordt door een hoge mate van overlast of criminaliteit, moet er een beleid van nultolerantie worden ingevoerd. Voor een bepaalde periode en in een bepaalde wijk. Het is een efficiënte en kordate manier om de leefbaarheid van een wijk snel terug te verhogen. Dat werd recent nog bewezen in de Kuregemwijk in Anderlecht. De eerste vier maanden van 2010 is de straatcriminaliteit er met 30,95% gedaald tegenover dezelfde periode in 2009. Harmonisering van Europese wetgeving Harmonisering van de Europese wetgeving dringt zich op zodat de criminaliteitsfenomenen niet verschuiven maar ontmanteld worden: Europese harmonisatie inzake wapenbeurzen, bestraffing van wapenbezit en meer informatieuitwisseling tussen EU-lidstaten. Meer publiek-private samenwerking Een veilige samenleving is een gedeelde verantwoordelijkheid. Preventieve maatregelen moeten de mazen in het net sluiten en de kans op criminaliteit doen dalen. Burgers hebben daar een belangrijke rol in. Wie zijn zaak beveiligt, verkleint het risico. Het is aan de overheid om hen daarbij te helpen. Private bewakingsfirma’s kunnen een aantal politietaken overnemen: consortiumbewaking, de begeleiding van uitzonderlijk vervoer, toegangscontrole op evenementen, het transport van gedetineerde tussen de gevangenis en de rechtbank, bewaken van parkings. Ook kunnen sectorinformatienetwerken voor juweliers, diamantairs, apothekers, …gestimuleerd worden. Inbraakpreventie Fiscale aftrekmogelijkheden voor beveiligingsinvesteringen door particulieren moeten behouden blijven, zoals alarminstallaties, beveiligd glas, speciale sloten en camerabewaking.
2. Speciale aandacht voor jeugdcriminallteit Administratieve sancties vanaf 14 jaar mogelijkheid tot het verlenen van administratieve sancties moet verder uitgebreid en aangemoedigd worden. Het zorgt voor een snelle en efficiënte ‘bestraffing’ van kleinere misdrijven die vaak voor veel overlast zorgen. De leeftijd waarbinnen deze boetes kunnen opgelegd worden zou verlaagd moeten worden van 16 naar 14 jaar. Een groter verantwoordelijkheid voor ouders Voorkomen van criminaliteit is niet alleen de taak van de overheid, maar ook de ouders spelen een belangrijke rol. De ouderlijke verantwoordelijkheid moeten we daarom sterker in beeld brengen bij het remediëren van overlastgedrag van jongeren. Ouders zijn soms niet op de hoogte van het criminogene gedrag van hun kinderen, Ouders hebben soms ook geen controle meer op hun opgroeiende kinderen. Daar kan je ze bezwaarlijk voor sanctioneren. Maar van ouders kan en moet je zelf verwachten dat ze meewerken met de overheid om het gedrag van hun kinderen bij te sturen. De overheid moet in zulke context beroep kunnen doen op de
ouders en van ouders kan je dan de volle medewerking verwachten. Doen ze dat niet, dan kunnen ze ook gesanctioneerd worden. Concreet wil Open Vld daarom het Mechelse NERO-project, dat de Belgische prijs voor preventie kreeg, uitbreiden naar andere steden en gemeenten.
Jeugdrechters moeten meer huisarrest kunnen opleggen voor probleemjongeren In Antwerpen wordt met succes gebruikt gemaakt van ‘huisarrest’ voor probleemjongeren. Deze maatregel wordt veelvuldig opgelegd door de jeugdrechter. Dit houdt in de dat de jongere tijdens de schooluren op school moet zijn, en daarna thuis (of evt. op de sportclub). De politie controleert deze ‘whereabouts’ van de probleemjongere. Bij niet-naleving moet de jonger wel terug voorgeleid voor de jeugdrechter en moet hij een zwaardere sanctie krijgen. Meer plaatsen in gesloten jeugdinstellingen Er zijn te weinig plaatsen in de gesloten jeugdinstellingen. Jongeren die zwaardere feiten hebben gepleegd worden daardoor vaak vrijgelaten. Dat kan niet langer. Het versterkt het gevoel van straffeloosheid bij de burger en maakt de jonger alleen maar populairder in de criminele milieus waarin hij vertoeft. Hij lijkt immers onaantastbaar. Daarom moeten de Gemeenschappen – die bevoegd zijn voor de gesloten jeugdinstellingen – dringend werk maken van een uitbreiding van de opvangcapaciteit. Een V.I.P.-behandeling voor draaideurdelinquenten Open Vld wil de zogenaamde “V.I.P.-behandeling voor draaideurdelinquenten” naar Rotterdams model ook uitbouwen in ons land. V.I.P. staat hier voor Very Irritating Police. Het gaat om een specifieke en intensieve aanpak van zogenaamde draaideurjongeren die vaak al tientallen zware feiten pleegden en voor wie de klassieke aanpak niet werkt. Daarbij wordt in samenwerking met politie, justitie en verschillende hulpverleners (school, VDAB en zelfs de sportvereniging) een heel intensieve aanpak van de jongere delinquent uitgewerkt. De aanpak bevat zowel een wortel als een stok. Elke misstap die de betrokkene doet wordt onmiddellijk gesanctioneerd. Hij wordt daarbij ook intensief gecontroleerd door de politie. De stok dus. Maar er is ook een wortel. De jongere krijgt ook kansen via onderwijs of arbeidsmarkt om terug definitief op het juiste pad te geraken. Dit veronderstelt wel een betere afstemming van de verschillende deontologische codes van de verschillende beroepsdisciplines en dus ook een wettelijk kader.
3. Opsporing en vervolging door goed uitgeruste politiediensten en
parketten Meer blauw op straat De politie moet nog meer dan vandaag aanwezig zijn in de straten en de wijken. Daartoe moeten de administratieve procedures verder vereenvoudigen zodat politieagenten meer met het eigenlijke politiewerk kunnen bezig zijn. Door militairen
bepaalde oneigenlijke politietaken te laten overnemen kunnen meer politieagenten ingezet worden. Herstel van het moreel gezag van de politie Gewelddaden op politiediensten moeten door justitie effectief bestraft worden. Mogelijkheid tot verlenging (gerechtelijke) arrestatieduur van 24 naar 48 uur Vandaag is politie verplicht om mensen die ze aanhouden binnen de 24 uur bij onderzoeksrechter te brengen die onmiddellijk een beslissing moet nemen. Dat brengt voor politiemensen onmiddellijke tijdsdruk met zich mee, ze verliezen door de nacht ook altijd een aantal uren. Ook door veel procureurs en onderzoeksrechters wordt dit als hinderend ervaren om een goed onderzoek te voeren, met bijvoorbeeld hoorzittingen, huiszoekingen en inbeslagnames. Die zijn nochtans van groot belang om de waarheid aan het licht te brengen en de belangen van derden te vrijwaren. Men beschikt dus niet over voldoende elementen om een gefundeerde beslissing te nemen. Gemakkelijkheidshalve gaat men dan al snel over tot een aanhoudingsbevel om deze onderzoeksdaden alsnog te kunnen uitvoeren. Dit betekent in de praktijk vaak dat de verdachte de volgende vijf dagen opgesloten blijft. Daarom is een verlenging van de arrestatieduur naar maximaal 48 uren aangewezen. Betere samenwerking tussen inspectiediensten, douane en politie Een betere samenwerking en meer gezamenlijke acties tussen de sociale, economische en fiscale inspectiediensten, de politie, het parket, de douane en de dienst vreemdelingenzaken is vereist. Dat moet ook zorgen voor een meer doelgerichte aanpak van de illegale economie. De ‘kaalpukwet’ meer toepassen Sinds 2003 is de nieuwe wet tot uitbreiding van de mogelijkheden tot inbeslagname en verbeurdverklaring in strafzaken, ook wel de kaalplukwet genoemd, van toepassing. Daardoor kan de criminaliteit op een buitgerichte aanpak worden bestreden. Het mag voor de crimineel niet meer lonend zijn misdrijven te plegen. De nieuwe wet is enkel van toepassing op misdrijven die vaak gepaard gaan met een financieel groot voordeel zoals drughandel, BTW fraude, witwassen, wapenhandel, omkoping, mensenhandel, hormonenhandel etc. Open Vld wil dat de toepassing van de wet wordt uitgebreid. Bovendien kan de bewijsregeling nog strenger worden gemaakt, waarbij voor alle misdrijven de bewijslast volledig wordt omgekeerd. Bovendien zou de bewijslast volledig rusten bij elke veroordeelde die zijn integraal vermogen dient te legitimeren.
4. Berechting en strafbepaling door snelwerkende rechtbanken Aparte snelrechtkamers voor straatcriminaliteit (‘fast lane’). Uitspraak binnen de maand. Een snelle berechting voor eenvoudige zaken zorgt voor een grote rechtvaardigheidsgevoel bij de slachtoffers en de burgers. Daarom wil Open Vld de oprichting van speciale snelrechtkamers voor straatcriminaliteit binnen de correctioneel rechtbanken. Deze worden exclusief bevoegd voor de berechting van eenvoudige zaken van straatcriminaliteit (zoals inbraken in auto’s, diefstallen, steaming, …) met duidelijke bewijzen van schuld (bekentenissen, camerabeelden, betrapping op heterdaad, …). Deze afzonderlijke snelrechtkamers moeten ertoe leiden dat deze zaken binnen de maand kunnen worden berecht. Herstelrecht voor kleine criminaliteit Vandaag bestaat al de mogelijkheid tot bemiddeling in strafzaken. Dat moet meer worden toegepast, zeker voor de kleine criminaliteit. Hiervoor moet ook aan herstelrecht kunnen worden gedaan: de dader en slachtoffer worden met elkaar in contact gebracht en tussen beide wordt bemiddeld. De ouders spelen hierbij een belangrijke rol, wat betreft minderjarige daders.
5. Straf krijgen = straf uitzitten Uitvoeren van de korte vrijheidsstraffen Ingevolge het niet-uitvoeren van die korte vrijheidsstraffen zijn momenteel meer dan 2.000 veroordeelden in wat men ‘strafonderbreking’ noemt. Dit wil zeggen dat de veroordeelde een ‘gevangenisbriefje’ thuis gestuurd krijgt door het parket, met het verzoek zich naar de gevangenis te begeven. De veroordeelde gaat naar de gevangenis, maar wordt daar onmiddellijk ofwel na één nacht, opnieuw ontslagen. Uit statistieken van de administratie justitie blijkt dat rechters steeds vaker langere vrijheidsstraffen opleggen omdat de korte straffen niet meer uitgevoerd worden. Dit leidt niet alleen tot een indruk van straffeloosheid, maar indirect ook tot een toename van de gevangenispopulatie. Een daadkrachtige strafuitvoering impliceert dan ook het uitvoeren van de korte vrijheidsstraffen. Strengere Wet Lejeune De uitgevoerde straf moet meer beantwoorden aan de uitgesproken straf. Een te groot verschil tussen beide geeft immers een verkeerd signaal van straffeloosheid. Daarom moet voor bepaalde, zware misdrijven de minimale strafuitvoering worden opgetrokken van 1/3 naar 2/3. Bouw van meer gevangenissen Ons land kampt met een structureel gebrek aan gevangeniscapaciteit. De gemiddelde dagpopulatie schommelt momenteel rond de 10.500 gedetineerden. Terwijl er maar plaats is voor 8.500 gedetineerden. Er is dus een tekort van 2.000 plaatsen, wat in de gevangenissen tot gespannen toestanden leidt.
Open Vld pleit daarom voor een voortzetting van het Masterplan gevangenissen, dat voorziet in een restauratie van bestaande cellen, het bijbouwen van cellen op bestaande sites, het vervangen van verouderde gevangenissen met té hoge renovatiekost en het bijbouwen van nieuwe instellingen voor geestesgestoorde gedetineerden. Hierdoor zullen er in de periode 2013-2017 ook nieuwe gevangenissen worden gebouwd in Antwerpen, Beveren, Gent, Dendermonde en Brussel. Samen goed voor meer dan 2.000 plaatsen. Open Vld wil nagaan of deze nieuwe gevangenissen niet sneller kunnen worden gerealiseerd door gebruik te maken van de mogelijkheden tot publiek-private samenwerking (pps). Elektronisch toezicht met enkelbanden tijdens voorlopige hechtenis De aangroei van de gevangenispopulatie moet gestopt worden. Vandaag wacht 40% van de gedetineerden in de gevangenis op zijn/haar proces. De introductie van elektronisch toezicht in voorlopige hechtenis is dan ook urgent. Deze maatregel moet op korte termijn capaciteit vrijmaken. Straf uitzitten in land van herkomst Een aanzienlijk deel van de gevangenispopulatie heeft niet de Belgische nationaliteit, noch banden met ons land. Er moet onderhandeld worden met de belangrijkste landen van herkomst opdat zij hun straf uitzitten in dat land. Ook een regeling op EU-niveau is nodig, aangezien deze problematiek zich vooral voordoet tussen lidstaten onderling en buurlanden van de EU. Alternatieve straffen mogelijk maken De populariteit van de alternatieve straffen is sterk gestegen, en wordt ook steeds vaker opgelegd door de strafrechters. Het ontbreekt echter aan voldoende middelen om deze straffen uit te voeren. Zo moeten er meer overheidsinstellingen gestimuleerd worden om ‘taakplaatsen’ aan te bieden, die moeten uitgevoerd worden. Straffen voor gedetineerden die op de vlucht slaan Een ontsnapping waarbij er geen misdrijf wordt gepleegd (dus zonder gijzeling/geweld) of waarbij geen schade wordt aangebracht, is momenteel niet strafbaar. Dit gebeurt nogal eens bij overbrenging van gedetineerden naar de rechtbank, of op momenten waarbij de aandacht van de cipiers verslapt. Een strafbaarstelling moet een ontradingseffect creëren. Minimale dienstverlening bij cipierstakingen De regelmatige stakingen door het gevangenispersoneel zorgen voor een overbelasting van de politiekorpsen. Hierdoor is de basispolitiezorg naar de bevolking toe, niet meer gegarandeerd. Een minimale dienstverlening door cipiers is dan ook onontbeerlijk. Meerdere EU-lidstaten hebben al een minimale
dienstverlening door cipiers geïntroduceerd. Ook de Raad van Europa vroeg België al om werk te maken van een minimale dienstverlening door cipiers.
II. Naar een moderne en snelle justitie 1. Een transparante en verantwoordelijke rechterlijke macht Open Vld wil een transparante rechterlijke macht die verantwoording aflegt over haar werking en waarbij haar leden kunnen worden geresponsabiliseerd en gesanctioneerd. Hiertoe moeten beheerscontracten kunnen afgesloten worden met de korpsoversten. Die krijgen dan ook de volledige verantwoordelijkheid voor het beheer van hun ressort. Tegelijkertijd engageren zij zich tot het behalen van concrete doelstellingen inzake efficiëntie van beheer en snelheid van afhandeling van dossiers, rekening houdend met de via objectieve werklastmeting ter beschikking gestelde personele en materiële middelen.
2. Een hertekening van het gerechtelijk landschap De bestaande negentiende eeuwse structuur van 27 gerechtelijke arrondissementen moet aangepast worden aan de rechtsvoering van vandaag. De schaal van de gerechtelijke arrondissementen moet voldoende groot zijn om mobiliteit, specialisatie en schaalvoordelen te realiseren en versnippering van middelen tegen te gaan. De resultaten van de verschillende werklastmetingen zijn noodzakelijke informatie om een beter inzicht te krijgen in de werking van de verschillende hoven en rechtbanken. Er moet ook een betere inzetbaarheid van magistraten komen. De tussenschotten tussen de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel en de arbeidsrechtbank moeten zoveel mogelijk weggewerkt worden, waarbij de onderlinge mobiliteit van magistraten van doorslaggevend belang is. Ook de vredeen politierechters moeten in een grotere mobiliteit voorzien.
3. Een justitie met moderne managementtechnieken De rechterlijke macht moet zelf kunnen beschikken over de budgetten voor personeel, informatica, infrastructuur en gerechtskosten. Dit moet gekoppeld worden aan een responsabilisering van de hoven en rechtbanken, waarbij zij verantwoording afleggen voor de manier waarop zij die budgetten aanwenden. Daarnaast moet erover gewaakt worden dat de nieuwe Gemeenschappelijke Beheersdienst niet uitgroeit tot een grote, logge en dure structuur. De laatste jaren laat de FOD Justitie immers een voortdurende stijging van de personeelseffectieven optekenen, wat ingaat tegen de ambitie om naar een slankere overheid te evolueren.
4. Een hervorming van het tuchtrecht Bij functioneringsproblemen van magistraten, moet snel en efficiënt ingrijpen mogelijk zijn. Daarom is een grondige hervorming van het tuchtrecht noodzakelijk die komaf maakt met de “ons-kent-ons”-sfeer, zoals recent bij het Fortis-arrest bleek. Externen moeten betrokken worden bij de tuchtprocedure in de magistratuur en zetelen in het tuchtorgaan, zoals dat nu al het geval is in de Hoge Raad voor Justitie en de Nationale Tuchtraad.
5. Snellere rechtsbedeling Volgende hervormingen moeten bijdragen tot een snellere rechtsbedeling: ·
Een elektronisch dossier, consulteerbaar via internet. De afgelopen jaren heeft de informatisering bij justitie zich beperkt tot een modernisering van de bestaande software-programma’s. Bij die modernisering moet men meer aandacht hebben voor de feedback van magistraten en andere mensen op het terrein. De introductie van het elektronisch dossier en het indienen van stukken via internet zijn cruciaal om te komen tot snellere en efficiëntere werkprocessen.
·
Slankere en eenvoudigere regelgeving. Steeds vaker loopt men verloren in een labyrint van gedetailleerde regeltjes die het verloop van de procedure vertragen of aanleiden kunnen geven tot procedurefouten. Ook rechters en advocaten verliezen zich in dat onoverzichtelijk samenraapsel van verdragen, wetten en besluiten. Om terug tot een overzichtelijk geheel te komen, is in een aantal domeinen een codificatie nodig. Zo is bijvoorbeeld dringend nood aan een eigentijds Wetboek van Strafvordering met eenvoudige en duidelijke procedure- en bewijsregels, één vooronderzoek onder leiding van één openbaar ministerie en één rechter van het onderzoek die de grondrechten bewaakt.
·
Begrijpbare rechtstaal. Vonnissen zijn nog al te vaak onleesbaar voor de rechtszoekende. Dit vergroot de kloof tussen de burger en justitie. We moeten af van de archaïsche overwegende stijl waarin veel vonnissen zijn opgesteld. De formulering moet sterker aanleunen bij de dagelijkse spreektaal.
·
Herwaardering eerstelijnsrechtspraak. De gerechtelijke achterstand doet zich vooral voor op het niveau van het hoger beroep. De klassieke remedie bestond er steevast in meer rechters aan te werven, eerder dan de instroom te beheersen zoals in onze buurlanden. Dit kan bvb. door het aantal alleenzetelende rechters in hoger beroep in een aantal materies uit te breiden; de bedragen van de aanleggrenzen te actualiseren; en de mogelijkheid tot hoger beroep te beperken tot het eindvonnis zoals dat vandaag in Nederland al het geval is.
·
Oprichting familierechtbank. Rechtszaken die betrekking hebben op echtscheidingen of problematische gezinssituaties, zitten vandaag verspreid over verschillende rechtbanken. Een centralisering van deze geschillen bij de familierechtbank, laat een efficiëntere rechtsbedeling en specialisatie toe.
·
Oprichting van een gerechtelijk inningskantoor. De invordering van de verkeersboetes, penale boetes en verbeurdverklaringen laat momenteel te wensen over. In 2008 werden zes op de tien penale boetes niet geïnd. De oprichting van een gerechtelijk inningskantoor moet ervoor zorgen dat justitie zelf instaat voor een betere invordering van deze gelden, die sterk nodig zijn voor het financieren van de hervorming van justitie.
·
Bemiddeling. Er bestaat sinds een aantal jaar een wetgevend kader voor bemiddeling, maar er wordt nog altijd veel te weinig beroep op gedaan. Toch zou dit een enorme ontlasting voor de rechtbanken kunnen betekenen. De rechtszoekende is zich vaak niet bewust van de mogelijkheid om beroep te doen op een bemiddelaar. Ook bepaalde economische sectoren (bvb. de bouwsector) moeten aangemoedigd worden om alternatieve geschillenbeslechting te organiseren.
·
Betalingsbevel. Er moet net als in andere EU-lidstaten een snelrechtprocedure komen voor onbetwiste schuldvorderingen. Zo kunnen bedrijven sneller hun achterstallige facturen invorderen en worden faillissementen en jobverlies vermeden.
·
Hervorming erfrecht. Het erfrecht moet dringend gemoderniseerd worden. Er moet meer aandacht zijn voor de situatie van de nieuw samengestelde gezinnen in het erfrecht. Zo moeten ouders de mogelijkheid krijgen om stiefkinderen te laten erven als eigen kinderen, net als in Nederland. Ook de opvolging in familiebedrijven moet gemakkelijker worden door te evolueren naar een erfrecht in waarde, net als in Frankrijk.
Brussel, 26 mei 2010
Alexander De Croo Annemie Turtelboom Guido De Padt
Bart Somers Patrick Dewael