Om online kennis te maken met de nieuwe versie 2016 van de Gids Duurzame Gebouwen, surft u naar: http://www.gidsduurzamegebouwen.brussels PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
EEN GROENE GEVEL REALISEREN Bevordering van groene ruimten en biodiversiteit, door gehele of gedeeltelijke gevelbegroeiingen
PRINCIPES Elke gevel, ongeacht zijn oppervlakte, zijn samenstelling of zijn ligging, heeft de mogelijkheid om een rijke en gediversifieerde fauna en flora te herbergen. Groene gevels, op dezelfde wijze als groene daken, dragen bij aan de oplossing van milieuproblemen en aan de integratie van de gebouwen in de openbare ruimte. Daarnaast zijn ze het middel bij uitstek om de aanwezigheid van de natuur in de stad te versterken (groen netwerk en biologische gangen). Groene gevels nemen maar weinig grondruimte in, en toch kunnen ze heel wat verticale oppervlakken bedekken.
Hotel Manos, Sint-Gillis – foto: E. Gobbo
TRENDS Eenvoudig gesteld zijn er twee types groene gevels: o
De begroeide gevels De klimplanten groeien op de gevel zelf van het gebouw, vanaf de grond of vanaf ingewerkte plantenbakken en meestal met behulp van een draagstructuur. Deze groene gevels zijn hoofdzakelijk bestemd om van buitenaf te worden gezien en hun toegankelijkheid op een hoogte is beperkt (uitgezonderd balkons).
Verticaal traliewerk met klimplant, Brussel – foto: B. Thielemans
o
De van de gevel gescheiden groengordijnen De klimplanten groeien op een van de gevel gescheiden draagstructuur (van hout, metaal of van een ander materiaal), vanaf de grond of vanaf in het groengordijn zelf geïntegreerde plantenbakken. De achterkant van het groengordijn kan vanaf de binnenkant van het gebouw worden gezien en is eventueel vanaf alle verdiepingen toegankelijk.
Het Kameleongebouw in Sint-Lambrechts-Woluwe – foto: B. Thielemans
BLZ. 1 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Beide systemen zijn geschikt voor zowel verticale als schuine wanden (hellingshoek vanaf 45°), die vlak of gebogen mogen zijn. Ze kunnen zowel in nieuwbouw- als in renovatieprojecten worden toegepast. De keuze van de klimplanten, van hun bevestiging en van hun beheer, is sterk afhankelijk van het type en het ontwerp van de groene gevel. INDICATOREN De infofiche TER05 "Hogere ecologische productiviteit in de stad” gaat verder in op de zogenaamde biotoop-oppervlaktefactor. DOELSTELLINGEN
Aanbevolen: o
Begroeide gevel voor elke niet-beglaasde gevel of niet-beglaasd gedeelte van de gevel.
Optimaal: o
Van de gevel gescheiden groengordijn voor elke beschikbare ruimte vóór een gevel.
OVERZICHT VAN DE VOORZIENINGEN VOOR GROENE GEVELS Keuzecriteria
Van de gevel gescheiden groengordijn ja moeilijker ja maximaal 60°
Begroeide gevel
Nieuwbouw Renovatie Verticale gevel Schuine gevel
ja ja ja maximaal 45° vereist (behalve voor klimplanten met hechtwortels) moeilijk behalve op balkons goed wenselijk 1 - 15 cm 5 - 50 cm maximaal 30 m klimplanten (afhangend en andere indien hangbakken) lang, uitgezonderd voor winterharde planten in bakken neen (behalve balkons)
mogelijk merkbaar niet nodig > 60 cm 10 - 80 cm > 30 m indien hangbakken klimplanten (afhangend en andere indien hangbakken) lang, uitgezonderd voor winterharde planten in bakken ja
Invloed op de watercyclus
merkbaar
merkbaar
Invloed op de luchtkwaliteit
merkbaar
aanzienlijk
Warmteregeling van het gebouw
merkbaar
merkbaar
Verrijking van de biodiversiteit
merkbaar
aanzienlijk
Uitvoering
eenvoudig
moeilijker
laag
hoger
Onderhoud
beperkt
regelmatiger
Bemesting
beperkt
beperkt
laag
gemiddeld
aanzienlijk
aanzienlijk
Extra draagstructuur Beplanting in bakken Gevelbescherming Aangepaste gevelbekleding Afstand van de gevel Plantdikte Hoogte Plantensoorten Levensduur van de planten Toegankelijkheid
Uitvoeringskost
Beheerskosten Invloed op de groene stad
vereist
BLZ. 2 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
ELEMENTEN VAN EEN DUURZAME KEUZE TECHNISCHE ASPECTEN > Bescherming van de gevels tegen warmte en weersinvloeden De planten op een groene gevel: o o
beschermen de gevelbekleding tegen de zonnestralen (onder meer de ultraviolette stralen) en tegen hevige regen en hagel beschermen de bekledingsmaterialen tegen de corrosieve werking van de luchtverontreinigende stoffen
Voor oude gevels moeten evenwel voorzorgsmaatregelen worden getroffen want bepaalde planten kunnen bijdragen tot hun beschadiging. ECONOMISCHE ASPECTEN > Betere warmteregeling van het gebouw Groene gevels dragen bij tot een betere thermische isolatie van de gebouwen tegen de warmte. Dankzij de planten beperkt men namelijk aanzienlijk: o o
de directe impact van de zonnestralen op de gevelmaterialen de temperatuurverschillen op de wanden zelf (tot 50%)
De betere isolatie van het gebouw zal eerder afhankelijk zijn van de totale beschaduwde oppervlakte dan van de dikte van de begroeiing. De door de planten verschafte schaduw verhoogt de isolatie van het gebouw tegen de zomerse hitte, wat de installatie- en energiekosten van airconditioningsystemen beperkt. Een vermindering van 5,50°C van de buitentemperatuur van een gebouw, beperkt de energiefactuur voor airconditioning met 50 tot 70%. In de winter laten de bladverliezende planten de muren de zonnestralen opvangen, terwijl de altijdgroene planten, wanneer ze op de gevel zelf groeien, een scherm vormen tegen koude luchtstromen en zodoende warmteverliezen beperken. (Bron: Dunnett & Kingsbury) > Lage uitvoeringskost Het budget van een groene gevel is van veel factoren afhankelijk (toegankelijkheid, oppervlakte, specifieke uitvoeringsvereisten, draagsystemen voor de planten, plantensoorten enz.). Daarom geven wij hier enkel een orde van grootte voor het budget van een groene gevel. Kost (€/m² excl. BTW)
Begroeide gevel
Van de gevel gescheiden groengordijn
Planten
0,16 - 1,60
0,16 - 1,60
Lineaire draagstructuur
4,00 - 8,00
9,00 -18,00
Tweedimensionale draagstructuur
10,00 - 25,00
25,00 - 55,00
Driedimensionale draagstructuur
100,00 - 200,00
De eventuele gevelreiniging van een oud gebouw is niet in deze prijzen inbegrepen. De planten zelf lijken heel goedkoop. Eén plan kost zowat 15 à 30 € en is goed voor een bedekking van 2 tot 10 m², wat de prijs brengt op 1,5 tot 15 € per vierkante meter. > Premies Bepaalde gemeenten kennen een premie toe voor de uitvoering van groene gevels. In BLZ. 3 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Schaarbeek bijvoorbeeld is het bedrag van de premie 50% van de door het College goedgekeurde totaalkost van de werken, met een maximum van 50 (per aanvraag, per gebouw en per periode van 5 jaar). Elk jaar ondersteunt Inter-Environnement Bruxelles projecten van inwoners die hun wijk wensen te verfraaien ("Quartiers verts", www.ieb.be). MILIEUASPECTEN Omdat de geveloppervlakte van een gebouw altijd groter is dan de dakoppervlakte, kan de invloed van groene gevels op het milieu des te groter zijn. Bovendien kunnen groene gevels met hellende groendaken worden gecombineerd, waarbij de draagstructuren voor de planten (kabels, traliewerk of andere) tot over het dak kunnen worden verlengd. > Opvang van het hemelwater Naar het voorbeeld van de groendaken kunnen groene gevels, in zekere mate, het hemelwater (regen, hagel, sneeuw) eveneens opvangen en vasthouden. Een gedeelte van het water dat door de klimplanten en door de bodem/het substraat wordt opgevangen, komt terug in de atmosfeer terecht (door verdamping en evapotranspiratie). De rest van het opgevangen water voedt de planten zelf, eventueel het naburige groen, en, meer stroomafwaarts, de grondwaterspiegel. De opvang door de groene gevels van een gedeelte van het water, draagt algemeen bij tot de beperking van de afwatering en van de risico’s van overstroming. > Luchtzuivering o Verfrissende werking van de planten en opwekking van luchtstromen door de oriëntatie en de beweging van de bladeren o Beperking van het warmte-eilandeffect o Beperking van stofontwikkeling: naar het voorbeeld van de bomen zijn klimplanten en afhangende planten grote stofvangers. Ze absorberen bepaalde door de stofdeeltjes meegedragen verontreinigende stoffen (zware metalen zoals lood, cadmium, …), die vervolgens worden verwijderd. De hoeveelheid opgevangen stof is evenredig aan de oppervlakte van de bladmassa in verhouding tot de gevels. > Verrijking van de biodiversiteit Groene gevels dragen bij tot de ontwikkeling van de biodiversiteit. Klimplanten herbergen namelijk een grote variëteit aan ongewervelde dieren, die een bron van voedsel zijn voor de (onder meer) zomerse zangvogels en de vleermuizen. Bepaalde planten zijn zelf een voedselbron voor insecten. Ze worden gewaardeerd voor hun bladeren door sommige larven, of voor hun nectar (klimop, een laatbloeier, wordt hiervoor bijzonder geapprecieerd), of nog voor hun fruit, dat in de smaak valt bij vogels en insecten (de wingerd bijvoorbeeld). Groene gevel in Elsene – foto: B. Thielemans
Bovendien bieden goed gevestigde klimplanten een schuil-, pleisteren nestelplaats voor vogels (onder meer zangvogels zoals merels, mezen, mussen, winterkoninkjes, enz.) en voor kleine insecteneters. Ook zijn ze een goede overwinteringplaats voor insecten zoals gaasvliegen (Chrysopidae sp.), vlinders (de citroenvlinder, Gonopteryx rhamni, verbergt zich achter het klimopblad dat een gelijke vorm heeft) of spanrupsvlinders. Bovendien bieden altijdgroene planten een goede schuilplaats voor kleine vogels, die zeer gevoelig zijn voor de kou. Groene gevel in Elsene – foto: B. Thielemans BLZ. 4 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Groene gevels dragen dus bij tot het Brusselse "Groene netwerk" dat de groene ruimten onderling met elkaar verbindt en de rijkdom van de stedelijke flora en fauna beschermt en ontwikkelt. In de stad, waar op de grond weinig of geen plaats is voor groen, afhankelijk van de wijk of het perceel, zorgen groene gevels bijkomend voor de voortzetting en de onderlinge verbinding van groene zones, dreven enz. Die groene gevels zijn dus een deel van de "vergroening" van Brussel en ondersteunen de aanwezigheid van flora en fauna in de stad. Blauweregen tegen een gevel in Elsene – foto: B. Thielemans
SOCIALE EN CULTURELE ASPECTEN De aanwezigheid van groene gevels draagt, meer nog dan groendaken (verticale dimensie, vooraanzicht), bij tot de natuurbeleving en het gevoel van welzijn van de bevolking. Overigens verleent de uitvoering van groene gevels een esthetische meerwaarde aan het gebouw en kan ze bijdragen tot het imago van de gebruiker. Parking van een gebouw aan de Bergensesteenweg, Anderlecht
DE JUISTE KEUZE MAKEN > Is het een goede investering? In vergelijking met andere groenvoorzieningen (groendaken, binnen- en buitentuinen, …), brengen groene gevels, zowel voor hun uitvoering als voor hun onderhoud, meestal geen grote kosten mee. De klimplanten van groene gevels zijn qua bodemruimte, draagstructuur, substraat en voeding, veel minder veeleisend en kunnen sneller grote oppervlakken bedekken. De beplanting van klimplanten op of vóór een gevel, houdt wel in dat men vooraf maatregelen ter bescherming van de gevelbekleding neemt. Het is aanbevolen om een oude gevel vooraf te reinigen en met een extra verf- of pleisterlaag te bedekken, want hun onderhoud kan na de beplanting moeilijk blijken te zijn.
UITVOERING - GEMEENSCHAPPELIJKE ASPECTEN AAN ALLE VOORZIENINGEN PROGRAMMERING > Ontwerp en samenstelling Een groene gevel bevat de volgende basiselementen: o o o o
Een draagstructuur Een bevestigingssysteem voor de draagstructuur Een voedingssysteem Planten
> Voorafgaande gegevens betreffende de gevel van het gebouw Het is noodzakelijk om, van bij de uitwerking van het project, de belastingen te analyseren die uit het ontwerp, de uitvoering en de eindbestemming van de groene gevel voortvloeien, voornamelijk de totale mechanische belasting (de trekspanning ingevolge permanente en occasionele lasten) en de windbelasting. Zware lasten (plantenbakken bijvoorbeeld), zullen bij voorkeur worden geplaatst op plaatsen waar de structuurelementen van de gevel zich bevinden.
BLZ. 5 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
> Draagstructuur De draagstructuur moet toelaten dat de planten er zich aan vastzetten, natuurlijk groeien en een dekkende en dichte groenbekleding vormen. De materialen van de draagstructuur moeten een voldoende ruwe textuur hebben om de vasthechting en de groei van de klimplanten te vergemakkelijken en te vermijden dat ze onder hun eigen gewicht naar beneden zakken. De opstelling van de elementen van de draagstructuur wordt meestal verticaal, horizontaal of in beide richtingen (traliewerk) uitgevoerd, waarbij hun onderlinge afstand afhankelijk is van de grootte van de klimplanten (min. 55 mm, tot 50 cm voor hooggroeiende klimplanten). Bovendien moet de draagstructuur zo goed mogelijk voldoen aan de eisen van stevigheid, stabiliteit, lichtheid, duurzaamheid en esthetiek. > Bevestigingssysteem De afstand tussen de gevelwand en de draagstructuur zal minstens 2 cm. groter zijn dan de diameter van de dikste stengel die kenmerkend is voor de gekozen plantensoort. Bij de berekening van de stevigheid en de stabiliteit van het bevestigingssysteem, moet rekening worden gehouden met het gewicht van de draagstructuur en de planten (van 1 tot 50 kg/m2), met de extra belasting van neerslag (gewicht x 2 indien bladverliezend / gewicht x 3 indien altijdgroen), en met de windbelasting op de planten en de draagstructuur. Totale belasting in kN/m² volgens de hoogte van de draagstructuur tot 8 m
0,5
van 8 tot 20 m
0,8
hoger dan 20 m
1,1
Slingerplanten kunnen zich zodanig rond de bevestigingen van hun draagstructuur wikkelen, dat ze die uit de muur rukken: de bevestigingen moeten in dat geval een gladde textuur hebben. > Voedingssysteem Klimplanten worden meestal in de grond geplant. In tegenstelling tot houtgewassen (heesters en bomen), vereisen klimplanten niet zo een grote hoeveelheid voedingssubstraat. (minimale plantkuil van 30 x 30 x 40 cm). De groeikracht van de planten zal des te groter zijn als ze gezonde wortels en een voldoende diepe en frisse bodem hebben. (Met water verzadigde bodems zijn te vermijden). Indien de planten in bakken worden geplant, moet de inhoud van de bakken aan hun groei aangepast zijn en voldoende voedingsstoffen bevatten. Een grote proportie organische stoffen bevordert de retentie van vocht en groeimiddelen. De regelmatige toevoeging van mulch (deklaag van organisch materiaal) op basis van mest of goed ontbonden compost, beperkt de verdamping in droge periodes en houdt de proportie organische stoffen in het substraat op peil. > Planten Klimplanten, waarvan de spichtige en zeer lange stengel op diverse dragers steunt, onderscheiden zich, afhankelijk van hun bevestigingstype, in twee categorieën: o
Klimplanten met hechtwortels = met eigen bevestigingssysteem (luchtwortels met haakjes of zuignapjes). Ze kunnen genoegen nemen met de bestaande gevelbekleding als ondergrond (klimop, wilde wingerd, …). Klimplanten met hechtwortels hebben de neiging verticaal te groeien (fototropisme). Aan het begin van hun beplanting is het aangewezen om ze bij hun vasthechting te helpen, door aan hun basis (± 60 cm) een fijn traliewerk te plaatsen dat ze tegen hun ondergrond aandrukt. BLZ. 6 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
o
Slingerplanten = waarvan de stengels en takjes zich rond een uit lineaire elementen (bij voorkeur verticaal) samengestelde draagstructuur wikkelen. Ze vereisen een draagstructuur die is aangepast aan hun groeiwijze (clematis, passiebloem, ...). Aan het begin van hun beplanting is het aangewezen de slingerplanten langsheen de lineaire elementen van de draagstructuur te leiden, door er de stengel en de eerste takjes met een soepele band aan vast te maken.
Naarmate klimplanten hoger groeien, worden ze zwaarder en moeten ze meestal met halfstijve banden aan de draagstructuur worden vastgemaakt. Sommige planten kunnen horizontaal worden geleid, de glycine of blauweregen leent zich hiertoe het best. Andere planten zijn afhangend, vooral als er geen draagstructuur is. Ze kunnen aan de andere planten worden toegevoegd: o o o o
Om de groenbekleding aan te vullen Als op grondniveau weinig mogelijkheden voor plantenbedden zijn Als het voetgangersverkeer of vandalisme ze zouden kunnen beschadigen Als ze op het grondniveau te weinig licht krijgen voor een goede groei
Hun hanglengte kan maximaal 5 m bereiken. Andere kunnen kruipende stengels vormen en het substraat of de bodem aan hun basis bedekken. Hoe dikker en meer verstrengeld klimplanten zijn, hoe groter de variëteit van de fauna die ze herbergen. In de winter bieden altijdgroene klimplanten een welkome thermische bescherming, terwijl bladverliezende klimplanten beter geschikt zijn voor gevels die aan de zon zijn blootgesteld en zodoende de zonnestralen kunnen opvangen. De keuze van de planten kan ook helpen om aan de verschillende gevels een eigen trekje te geven, schermen te creëren en privéruimten in te richten (balkons enz.). Hoe dan ook moet de voorrang gaan naar inheemse soorten eerder dan naar siergewassen of exotische gewassen, en invasieve planten vallen te vermijden. Inheemse planten zijn even esthetisch, minder vatbaar voor ziekten (afhankelijk van de stedelijke omgeving waar ze zijn geplant) en zijn beter aan hun omgeving aangepast. Evenzo zal men, voor een gemakkelijk onderhoud, de voorkeur geven aan winterharde planten die gedurende meerdere jaren opnieuw groeien. Voor de juiste keuze van klimplanten is het ten zeerste aanbevolen een deskundige (boomkweker, bioloog, tuinarchitect) te raadplegen.
BLZ. 7 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Voorbeelden van klimplanten 1. Akebia met vijf blaadjes (Akebia quinata) OPGELET: deze plant staat op de alarmlijst met invasieve planten (gematigd milieurisico voor inheemse soorten) 2. Bosrank (Clematis vitalba) 3. Gewone klimop (Hedera helix) 4. Klimhortensia (Hydrangea petiolaris) 5. Boskamperfoelie (Lonicera periclymenum belgica) 6. Gewone wilde wingerd (Parthenocissus quinquefolia) 7. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea) 8. Chinese glycine (Wisteria sinensis) 9. Gewone hop (Humulus lupulus) 10. Trompetklimmer (Campsis radicans)
Akebia
Bosrank
Klimop
Hortensia
Kamperfoelie
Wilde wingerd Gebruikscriteria
Passiebloem
Glycine
Hop
Trompetklimmer
Inheems Sierteelt
1
2
3
+
+
+
met hechtwortels Slingerplant
+ +
4
5
+
+
+
+
+ +
+
Wordt houtachtig
+ +
+
+
+
+
+
+
+
+
±
+
±
Geurend
+
+
Verschaft beschutting en voeding Bron van nectar Dik en verstrengeld
± + +
Met dikke stengel Lineaire draagstructuur Twee-/driedimensionale draagstructuur Hoogte (m) Maximaal gewicht / m²
+ +
+ + +
+
+
+
+
+
+
10
15
25
15
15
25
9
10
+
+ +
+
+
+
+
+ + +
+ ±
+
+ +
8
+
+
Verdraagt schaduw
+ +
+
Altijdgroen
7
+
+
+ Hechtranken Hanger Klimmer
6
+
+
+
±
±
±
+ +
+ +
+ +
+
+
+ +
+
+
15
+
+
+
+
+
+
+
6
12
10
20
10
15
15
15
Bron: Belgian Forum on Invasive Species BFIS (http://ias.biodiversity.be). BLZ. 8 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
+
10 10
15
Voor zover de leef- en beheersomstandigheden dit toelaten, kunnen niet-klimmende, winterharde houtgewassen de gevel op grondniveau of in hangbakken aanvullen. > Onderhoud van groene gevels Plan een regelmatig onderhoud: o o o o o
Een tweejaarlijks onderhoud voor jonge planten. Een jaarlijks onderhoud voor goed ontwikkelde planten. Om de 5 jaar een controle van de draagstructuren en bevestigingen (de draden en kabels moeten elk jaar opnieuw worden aangespannen). Composteer uw groenafval of gebruik het als mulch. Hebt u hiertoe niet de mogelijkheid, neem dan contact op met Net Brussel voor de ophaling van groenafval. Beperk, bij het bestrijden van parasieten en ziekten, het gebruik van biociden (herbiciden, insecticiden, …) waarvan de samenstelling schadelijk is voor uw gezondheid en voor het milieu. Alternatieven zijn voorhanden (meer informatie in de brochure "Mijn tuin en het milieu" – Leefmilieu Brussel – BIM - tweede kwartaal 2007).
> Eventuele problemen van groene gevels Algemene problemen: schade kan ontstaan: o o
o o
o
Indien de draagstructuren te klein zijn in verhouding tot de plantensoort, niet stevig genoeg zijn of slecht aan de gevel bevestigd zijn. Indien er onvoldoende ruimte is voor de volle groei van de planten (houd rekening met de dikte van de volgroeide stam en takken): het risico bestaat dat de bevestigingen van de draagstructuur loskomen. Indien de groene gevel niet regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden: wildgroei, takken die goten verstoppen, de vensters belemmeren, enz. Sommige klimplanten worden mettertijd houtachtig; wanneer ze hun maximale hoogte bereiken, hebben ze een struikachtige groeiwijze en lopen ze vanonder sterk uit. Vb.: wilde wingerd, klimop, hortensia, glycine. Indien de planten te gemakkelijk aan vandalisme zijn blootgesteld.
Oplossingen: o o
Bescherm de basis van jonge beplantingen (bijvoorbeeld met een koker van metaalgaas). Snoei de planten wanneer nodig, de meeste klimplanten lenen zich ertoe.
> Beschadiging van de ondergrond Tijdens snoei- en onderhoudswerkzaamheden kan het losrukken van planten met dode hechtwortels bepleisterde, wit gekalkte of geschilderde gevels beschadigen. Klimplanten met luchtwortels (vb. de klimop) kunnen in bestaande scheuren van verweerde bepleisterde gevels of van bepleisterde gevels van slechte kwaliteit, ingroeien en ze verbreden. Deze plantensoorten zijn niet geschikt voor gemetselde muren met een traditionele zachte mortel, evenmin als voor gevelbekledingen van wandplaten en tegels. Die zouden kunnen loskomen doordat de wortels tussen de muur en het materiaal doordringen. Oplossingen: gebruik een draagstructuur die de planten op een bepaalde afstand van de muur houdt om te vermijden dat de planten zich aan de wand vasthechten. o geef de voorkeur aan klimplanten met een minder indringende vasthechting (kamperfoelie, wilde wingerd). Vermijd: o
o
o
te zware planten met dikke stengels, onder meer op houten draagstructuren. Planten met een te weelderige groei zijn nefast voor houten draagstructuren: een van de gevel gescheiden draagstructuur bevordert de luchtcirculatie en verlengt haar levensduur. draagstructuren met een onvoldoende hoogte voor bepaalde klimplanten. BLZ. 9 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
o o o
Vb.: de Chinese bruidsluier (Fallopia baldschuanica) met een maximale hoogte van 18 m, heeft de neiging om aan de top van onvoldoende hoge draagstructuren een grote houtachtige massa te vormen, die de stabiliteit van de draagstructuur in gevaar brengt en meer wind vangt. Dit probleem kan echter worden opgevangen door de aanwezigheid van een groendak waarop de plant zich kan uitspreiden. planten die te overwoekerend zijn voor de gevelopeningen. planten met stekels (klimrozen) of weerbarstige planten: vereisen veel tussenkomst om ze te leiden en vast te maken de klimop in combinatie met andere klimplanten waarmee hij kan concurreren, zozeer dat hij ze geleidelijk aan overmeestert.
UITVOERING – VOLGENS HET SYSTEEM 1. BEGROEIDE GEVEL
Gespannen kabels met klimplanten – foto: N. Dunnett
Detail van de kabelbevestiging – foto: N. Dunnett
> Samenstelling De begroeide gevel bevat de volgende basiselementen: o o o o
een draagstructuur een bevestigingssysteem voor de draagstructuur een voedingssysteem planten
> Draagstructuur De draagstructuur kan van de volgende types zijn: lineair: draden, kabels, buizen, kettingen, profielen tweedimensionaal: gevlochten kabels, frames met traliewerk, opengewerkte platen, traliewerk De gebruikte materialen: o o
o o o
verzinkt of roestvrij staal, aluminium (soms geplastificeerd), hout (lork, eik, gewone / valse acacia, olm) voor frames en traliewerk kunststof voor bepaalde tweedimensionale draagstructuren glasvezel: voor bepaalde draagstructuren
De diameter van de draden en kabels kan van 4 tot 30 mm variëren. (Kabels van glasvezel zijn lichter met een minimumdiameter van 7,75 mm en een glasgehalte van 80%). Tussenafstand tussen de elementen van de draagstructuur
Planten met kleine groeiontwikkeling
Planten met weelderige groeiontwikkeling
lineaire elementen in netwerk
20 – 40 cm
40 – 80 cm
traliewerk
15 x 25 cm
30 x 40 cm
Een zelfde draagstructuur kan verschillende draagsystemen en verschillende materialen combineren. BLZ. 10 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Buitentrappen en hun structuur kunnen eveneens als drager dienen, voor zover de plantengroei hun functie niet belemmert en de extra belasting geen probleem vormt ten opzichte van de wind. Vermijd dat de planten zich aan de trapleuning vasthechten of tussen de treden groeien… In het bijzondere geval waar de gevel als drager dient (uitsluitend voor planten met hechtwortels zoals de klimop en de wilde wingerd), moet de gevelbekleding een goede hechting mogelijk maken om een volle groei van de planten te waarborgen. > Bevestigingssystemen van de draagstructuur De stalen draden en kabels zijn met spanschroeven uitgerust en worden door kabellussen (om de 2 m) geleid. Kabels van roestvrij staal uitgerust met spanmoffen zorgen voor spanning op langere termijn. Verschillende bevestigingssystemen van een stijve draagstructuur
1. 2.
Stijve draagstructuur met over de hele hoogte van de gevel gelijkmatig verdeelde verankeringspunten. Stijve draagstructuur met hoofdverankering aan de bovenkant van de gevel. Bijkomende verankeringspunten beletten zijdelingse verschuivingen. 3. Stijve draagstructuur met hoofdverankering in een bodemfundering. Bijkomende verankeringspunten beletten zijdelingse verschuivingen. 3a. Variante met verankering aan de onderkant van de gevel door middel van hoekijzers. 4. Vrij flexibele draagstructuur: gespannen kabels of glasvezel met hoofdverankering aan hun uiteinden.
> Welke gevelbekleding is geschikt voor welke planten? Materiaal Natuursteen Baksteen Mortel Beton Hout Metaal Kunststof Bebording van hout, leisteen, kunststof, … Pleister of verf
klimplanten met hechtwortels Niet schisteus / niet bros + Indien gereinigde of nieuwe gevel + Houtsoorten voor buiten + +
slingerplanten
aanhechting
+
±
+
+
+
±
+
+
+
±
+ +
- (uitgezonderd klimop) - (uitgezonderd klimop)
Te vermijden
Te vermijden
±
Beslist te vermijden
Idem
+
BLZ. 11 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
2. GROENE GEVEL MET VAN DE GEVEL GESCHEIDEN GROENGORDIJN > Samenstelling De groene gevel met van de gevel gescheiden groengordijn bevat de volgende basiselementen: o een draagstructuur o een bevestigingssysteem voor de draagstructuur o een toegangssysteem o een voedingssysteem o planten Het van de gevel gescheiden groengordijn maakt de planten volledig onafhankelijk van het gebouw. Ook krijgt het gebouw een extra visuele waarde, gezien vanuit de ramen of andere gevelopeningen. Het Kameleongebouw Lambrechts-Woluwe – Thielemans
> Draagstructuur Er zijn draagstructuren in verschillende soorten: o lineair: draden, kabels, buizen, kettingen, profielen o tweedimensionaal: opengewerkte platen of schuttingen, gevlochten kabels, frames met raster, traliewerk o driedimensionaal: driedimensionale structuren, architectonisch gemoduleerde elementen De gebruikte materialen zijn voor alle soorten draagstructuren geschikt: o verzinkt of roestvrij staal, aluminium (soms geplastificeerd) o hout (lork, eik, gewone / valse acacia, olm) voor platen, schuttingen, frames en traliewerk o kunststof voor bepaalde twee- of driedimensionale draagstructuren o glasvezel: voor bepaalde draagstructuren
in SintFoto: B.
Huis in Hamburg – Foto: P. Hill
> Bevestigingssystemen van de draagstructuur De draagstructuur, ongeacht het type, steunt meestal op een funderingsplaat of op een bevestigingssysteem in de grond. Beide systemen zijn onafhankelijk van de structuur en de fundering van het gebouw. Idealiter is de fundering onzichtbaar door ze in de beplantingszone in te werken. De studie van de sterkte en de stabiliteit van het geheel moet met de hulp van deskundigen worden uitgevoerd. > Toegangssysteem Doordat het groengordijn van de gevel gescheiden is, moet er een (occasionele of permanente) toegang zijn tot de planten en hun eventuele niet-grondgebonden plantenbakken, en dit over de hele oppervlakte van het groengordijn. Mobiele ladders, haspels en gondels voor een regelmatig onderhoud. Permanente loopbruggen tot de verschillende niveaus van de groene gevel, meestal langs de achterkant, voor een regelmatig onderhoud, en eventueel om de bewoners van het gebouw toegang te geven. Van de toegepaste structuren en materialen moeten een studie worden gemaakt voor de esthetische integratie, de stabiliteit en de veiligheid bij het gebruik. BLZ. 12 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
> Planten Identiek aan de begroeide gevels, uitgezonderd de planten met hechtwortels, behalve indien het hechtoppervlak toereikend is.
Hôpital de Hullier in Rijsel – foto: C. Stefulesco
AANVULLENDE INFORMATIE ANDERE AANDACHTSPUNTEN Infofiches waarin groene gevels aan bod komen: o o o o o
EAU01 TER05 TER06 ENE03 ENE13
Het regenwater op het perceel beheren Meer biodiversiteit Een groene dakbedekking realiseren Een koudestrategie ontwikkelen De juiste zonwering
Zie eveneens: o o o
Advies over tuinen en de directe omgeving van de gebouwen op de website van Leefmilieu Brussel - BIM De folder "Fleur uw gevel op. Voor een aangenamer, gezonder en rijker stadsmilieu" (.pdf)" van Leefmilieu Brussel - BIM De brochure "Mijn tuin en het milieu" van Leefmilieu Brussel - BIM (2e kwartaal 2007)
BIBLIOGRAFIE o o o o o
o o
DUNNETT, N.; KINGSBURY, N., Toits et murs végétaux, Uitg. du Rouergue, Rodez, 2005 HERMY, M.; SCHAUVLIEGE, M.; TIJSKENS, G., Groenbeheer, een verhaal met toekomst, Velt en afdeling Bos & Groen, Berchem, 2005 HILL, P., Tuinen van heden - Vernieuwende tuinarchitectuur in Europa, Mercatorfonds, Antwerpen, 2002 IEB (Inter-Environnement Bruxelles), Aménager votre habitation pour mieux préserver le "patrimoine-eau" de la Région, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, z.d. LONDO, G.; DEN HENGST, J., Tuin vol wilde planten, Natuur in tuin en park, Vereniging Natuurmonumenten, In samenwerking uitgegeven door Ver. Natuurmonumenten en uitg. Terra, 1993 STEFULESCO, C., L’urbanisme végétal, Coll. Mission du paysage, Institut pour le Développement Forestier, Parijs, 1993 VANHOOF, J.; SLOOTMAEKERS, M., Natuurrijke Tuinen, Tips voor een harmonieuze en ecologisch verantwoorde tuin, Lannoo en ARGUS, 2004
BLZ. 13 VAN 13 – EEN GROENE GEVEL REALISEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -