Voor het 7de opeenvolgende jaar organiseerde bis haar architectuurwedstrijd. Na ‘Recente renovaties (2009), ‘Recente duurzame projecten’ (2010), ‘Buiten in de binnenstad’ (2011), ‘Wonen en werken’ (2012), ‘Wonen in appartementen’ (2013), ‘Een nieuw leven voor villa’s en fermettes’ (2014), was het thema voor 2015: ‘ZICHTEN’.
Een gevel scheidt interieur van exterieur. In de gevel zitten openingen die relaties leggen tussen beide werelden. Ramen. Ramen vormen niet alleen visueel een verbinding tussen twee ruimten, maar ook fysiek en mentaal. Ze regelen de blik en versnijden de achtergrond tot een verzameling weloverwogen frames. Het raam heeft functionele kwaliteiten (het binnenbrengen van licht, het volgen van de zon, het beschermen tegen weersomstandigheden, het ordenen van zichten) en tal van ruimtelijke kwaliteiten. De wisselwerking tussen zichten binnen en buiten stuurt het gedrag van de ‘gebruiker’, het geeft vorm aan de ontmoeting, het werken, lezen, genieten, kijken, dromen. … Het raam en in het bijzonder de daad van het kijken naar de omgeving door dat raam vormt een poëtische en essentiële ervaring van een ruimte, volgens Juhani Pallasmaa.
In het vormgeven van de relatie tussen de omgeving en de ruimtelijke kwaliteiten binnenin, wordt het raam in een onbegrensd aantal verschijningsvormen ingezet. Bis koos voor deze 7de architectuurwedstrijd het thema ‘ZICHTEN’ en ging daarbij op zoek naar gerealiseerde architectuurprojecten, nieuwbouw en renovaties, waarin het raam een bijzondere rol speelt en waarin de openingen in gevels en wanden het project helpen initiëren, ordenen en sturen.
Wedstrijdcriteria en jury De jury ging op zoek naar de kracht van het raam in architecturale projecten om de ruimtelijke kwaliteiten te versterken of zelfs te bepalen. De projecten moeten beantwoorden aan volgende criteria: - De projecten dienden gerealiseerd te zijn tussen 2005 en 2015 projecten - De projecten dienen relevant in te spelen op het gevraagde thema - Gelegen in België - Geen beperking op typologie van het project - De grafische documenten dienen niet alleen te illustreren wat je ziet maar ook hoe de zichten het project bepalen en welke middelen daarbij worden ingezet. De jury bestond dit jaar uit: Kris Coremans, ir.-architect en landschapsarchitect ssa/xx-architecten, Vakgroep Architectuur & Stedenbouw – Universiteit Gent Filip Dujardin, architectuurfotograaf Hera Van Sande, ir.-architect, docent ae-lab – Vrije Universiteit Brussel en Departement Architectuur Campus Gent Universiteit Leuven, Archipel Veerle Wenes, zaakvoerder Valerie Traan Gallery
Record aantal inzendingen De bis-architectuurwedstrijd is sinds zijn ontstaan in 2009 uitgegroeid tot een begrip. Met de jaarlijkse keuzes voor wedstrijdthema’s met een grote actuele relevantie, groeit ook de weerklank bij pers en publiek. Dit jaar hadden we maar liefst 245 inzendingen, met een grote geografische spreiding. De keuze van het thema werkte duidelijk verleidelijk. Wegens de hoge kwaliteit van de inzendingen werd beslist om geen eindwinnaar aan te duiden, maar wel vijf laureaten. Die projecten zullen te zien zijn tijdens de tentoonstelling in de inkom van bis (hal 1) van 3 tot 11 oktober, en krijgen een uitgebreide reportage in het oktobernummer van het magazine Ik Ga Bouwen en Renoveren.
Algemene vaststellingen In een eerste ronde werden alle projecten die niet beantwoorden aan de vraag om het concept “zichten” bijzonder te duiden geëlimineerd. In een tweede ronde werden de weerhouden projecten per categorie bij elkaar gelegd om ze tegen over elkaar te kunnen evalueren en er een rangorde toe te kennen. Doorslaggevend was hier het argument hoe de zichten het project bepalen en welke middelen daarbij worden ingezet.
In een derde ronde werden nog een vijftiental projecten weerhouden. Door de moeilijkheid van beslissen werd door de juryleden elk individueel een volgorde opgesteld. Deze puntenbedeling werd opgeteld, waardoor er een nieuwe volgorde tevoorschijn kwam als een soort rekenkundig gemiddelde. Uiteindelijk werd deze volgorde grondig overwogen en besproken om met overtuiging een finale selectie te bekomen. Tot slot werd, wegens de hoge kwaliteit van de projecten, beslist om geen eindwinnaar aan te duiden, maar wel vijf laureaten.
De laureaten STEDELIJK EILAND Woning SSK in de stad met een eurometropolitane droom - KORTRIJK Architect: De Baes & Van Noten architecten HET PROJECT: Woning SSK confronteert het oude stadsweefsel met het verlangen naar een groter geheel. De woning komt los van zijn context maar zit er tegelijkertijd in gevangen. Het kavel in een oude arbeidersbuurt in de Kortrijkse binnenstad zet aan tot nadenken over de intrinsieke waarde van dit stadsweefsel. Moet hier verbouwd worden, of ingebreid, of is tabula rasa een betere strategie? Woning SSK combineert deze verschillende mogelijkheden. Ze koppelt los van de bestaande gevellijn zodat op deze oppervlakte een volume kan worden gecreëerd dat beantwoordt aan hedendaagse eisen. De façade wordt als gebaar van integratie gereconstrueerd en dient tegelijkertijd als buffer. Binnen het plot ontstaat op die manier een ongeremde vrijheid. Het gebouw, het “beschermd volume” kan zo worden geoptimaliseerd en georiënteerd. Iedere vierkante meter telt mee. De restruimten worden vooraan en achteraan groene patio’s. Vooraan integreert dit groen met de straat, waar elders grotendeels gesloten gevels de straat inert maken. De nieuwe voorgevel is begrensd maar open. De achterliggende glasgevel vormt enkel een fysieke bescherming. De grens tussen woning en stad is in woning SSK onbestaande. WAT OVERTUIGDE DE JURY?
De impact van de ruimtelijke strategie om enerzijds de woning los te koppelen van de bestaande gevellijn via een gedraaid glazen volume en anderzijds de integratie binnen het straatbeeld via de gemetste wand. Deze strategie leidt tot een heel verrassende ruimtelijkheid die een gelaagdheid aan transparantie en zichten in zich draagt Het verleggen van de grenzen – de open bakstenen voorgevel en de glazen gevel in tweede plan – onthult een intelligent spel tussen privé, publiek en semipubliek. Het binnenkijken van de passant in de woning wordt gebroken door de raamloze openingen in de “buffer”straatgevel in combinatie met het verleggen van de fysieke grens van de woning naar de glazen gevel. De patio aan de straatzijde doen enerzijds dienst als verbreed voetpad, wat een semi-private ruimte als verlenging van de publieke ruimte genereert. Anderzijds beschermt hij de privésfeer van de woning. Een voortuin die enerzijds privatiseert en anderzijds een boeiende relatie legt naar de straat.
De glazen gevel scheidt en verbindt interieur en exterieur. De binnenruimten lopen visueel en mentaal door en ontmoeten een vorm van begrenzing op de perceelgrens. Door het ontbreken van glas in de straatgevel wordt de perceptie van visuele grenzeloosheid in de hand gewerkt Beweging doorheen de woning, vooral op het leefniveau op de eerste verdieping, laat de blik royaal naar buiten glijden door de volledige glazen gevel. Vervolgens wordt deze blik versneden, waarbij het contact met het straatgebeuren via de open bakstenen gevel leidt tot een gesegmenteerd – ietwat op afstand – deelnemen aan het stedelijk leven. Er ontstaat een eigen leefwereld binnen de woning zowel los van als gekoppeld aan het stedelijk leven. De verdraaiing van het glazen volume initieert binnen het bakstenen “scherm” een nieuwe leefwereld, waarbij de afgesneden buitenzones boeiende buitenruimtes worden die visueel bij de woning horen en toch het gevoel geven buiten de stedelijke context te wonen, in een eigen “eurometropolitane droom”.
VERFIJNDE PAREL Een woning als elegante schakel tussen hoogbouw en laagbouw Architect: Dhooghe & Meganck ingenieur-architecten
HET PROJECT: Het project betreft een uitbreiding aan een rijwoning op een zeer specifiek perceel, met even bijzondere randvoorwaarden. Het huis staat letterlijk met haar ene schouder te leunen tegen een gigantisch appartementsblok uit de jaren zeventig en met haar andere schouder neergedrukt door de lage tuinmuur van de buur. Het bestaande ‘hoofd’ van de woning kijkt zijdelings op straat en door een sterke knik in het plan ligt de woning met haar rug geplooid tegen het appartementsgebouw. Die schijnbare, fysisch sterk voelbare 'moeilijkheden' worden gezien als opportuniteiten die het concept bijna natuurlijk hebben doen ontstaan. Het samenbrengen van de verschillende randvoorwaarden van de site, het programma en de oriëntatie, hebben gezorgd voor een zeer specifiek gebouw. Het is allesbehalve generiek, maar zeer genereus. Het plan en de snede kunnen gelezen worden als een vertaling van de manier waarop licht en zicht in elke ruimte wordt gecapteerd. Welk licht en zicht op welk moment aanwezig moet zijn, bepaalt de structuur en het plooien van de ruimte, en is als het ware natuurlijk gegroeid. Zo ontstaat op de eerste verdieping een cascade aan zichten die zich sluit naarmate men de ruimte instapt en terugkijkt. Op het gelijkvloers daarentegen opent de ervaring van licht en zicht zich naar boven en naar achter toe zodat je stapsgewijs en niet in één aanblik de grenzen ontdekt. Eén raam neemt geen zicht, maar verdeelt het zicht in vlakken (met figuurglas) uit respect naar de buur toe. Gezien de gevoeligheid van zowel het architectenbureau als de bouwheer aan de aanwezigheid van het ‘getal’ in de werken van Bach, is de verdeling van dit glasraam gebaseerd op zijn Suite no 1 in G Major, prélude. De verdieping wordt gedragen door Kerto-spanten die op de tekentafel zijn ontstaan en op maat gemaakt zijn. Ze tonen letterlijk de verdeling van de op te nemen krachten. De vormgeving van de ramen zelf komt voort uit het volgen van de daklijnen zodat het leunen tegen de hoge appartementswand en het knielen naar de tuinmuur toe duidelijk aanwezig blijft en er niet vervallen wordt in een massief volume met raamopeningen. Het geheel is op deze wijze een bijna absolute vertaling van de inherente kwaliteiten van de plek.
WAT OVERTUIGDE DE JURY?
Op het eerste zicht verraadt de rijwoning in de straat geen bijzonderheden, buiten het bijzondere feit dat zij aanleunt tegen een appartementsgebouw langs de ene zijde en dat zij een reeks rijwoningen aan de andere zijde beëindigt. Het ruimtelijk spel ontplooit zich bij het betreden van de woning, waarbij men van de ene ruimtelijke ervaring in de andere terecht komt, met een rijke variatie aan zichten en lichten De bestaande achterbouwen werden afgebroken om plaats te maken voor een vormelijk spel met ruimten, vlakken en hellingen, inspelend op en afgeleid uit de context. Het resultaat is een ruimtelijke oase, badend in het licht, met variërende zichten in functie van de omgeving. Op het gelijkvloers wordt de ruimte overgeleverd aan de tuin, terwijl de verdieping vormgegeven wordt in een cascade van zichten die gefragmenteerde zichten van de omgeving opleveren. Op de verdieping wordt het wandelen doorheen de ruimten vertaald in een sequentie van visuele frames. Het project kan gelezen worden als een vertaling van de manier waarop licht en zicht in elke ruimte wordt gecapteerd: er is een wederzijdse natuurlijke relatie tussen lichten en zichten enerzijds en de vormgeving van de structuur en ruimten anderzijds. Eén groot zijdelings raam op de verdieping is translucent en ingedeeld volgens een getallensystematiek van Bach. De translucentie respecteert de privacy van de buren en dompelt de ruimte onder in een heldere gloed begrensd door deze raampartij. De woning ent zich als het ware op het appartementsgebouw op een natuurlijk wijze, zonder erdoor verdrukt te worden, maar door een slimme aanpak van de verdiepingshoogten. Het verhoogde gelijkvloers, dat door de zelf bedachte kertoliggers vormgegeven wordt, laat de verdieping met badzone hoger aangrijpen op de zijgevel waardoor er een harmonieuze relatie ontstaat tussen beide. De ramen zoeken diverse relaties, zowel visueel, fysiek als mentaal, tussen binnen- en buitenruimten
LEVEN IN DE HAVEN Vista’s op de oude dokken - GENT Architect: Graux-Baeyens architecten HET PROJECT: Dit 19e eeuwse hoekhuis is gelegen aan de Voormuide en heeft een uniek zicht op de oude dokken van Gent. Bij de aanvang der werken werd deze uitgeleefde woning ontdaan van al het overtollige. Zo werd enkel de essentie overgehouden: de façade, het trappenhuis en het dakspant. Deze overgebleven elementen omhullen de nieuwe ruimtes als een ruwe mantel. De cluster van gestapelde nieuwe kamers is opgevat als een witte sculptuur waarbij strategische uitsparingen zijn voorzien. Dit levert de bewoner per niveau verrassende contrasten op tussen de oorspronkelijke en nieuwe elementen. De functies zijn ten opzichte van een klassieke rijwoning omgedraaid. Op het gelijkvloers, het donkerste niveau van de woning met de meeste inkijk, bevinden zich de slaapkamers. Door de living te voorzien op de eerste verdieping te voorzien krijgt deze ruimte een onbelemmerd zicht op het watervlak. Op de bovenste verdieping bevinden zich de keuken, berging en eetplaats. Het bestaande dak is deels ingekort ten voordele van een omsloten zonneterras. In dit project is een hechte relatie met de stedelijke context opgezocht. Een interactie die zich vertaalt door gevarieerde raamopeningen op ieder niveau dewelke telkens de focus leggen op deelaspecten van de omgeving.
Op het gelijkvloers verwelkomt de pivoterende deur de bewoners. Vanuit de inkomhal krijgt men een zicht op het steegje en de tuin van de buur. Eenmaal op de eerste verdieping is er een vierkante raamopening gecreëerd in de voorgevel dat het watervlak inlijst. Dit canvas maakt integraal deel uit van de living door haar diepte, verhoog en uitzicht. Een eigen plek binnen de ruimte. In de keuken, op de tweede verdieping, is er geopteerd om de bestaande raamopeningen te behouden. Dit resulteert in een aantal fragmentarische neerwaartse vista’s, op de omgeving. Vanop het verhoogde terras vormt de gevel een borstwering en geeft de bezoeker een panoramisch zicht op de dokken. WAT OVERTUIGDE DE JURY?
Hoe de conventionele hoekwoning compleet werd gestript van al het overtollige – zowel binnen als de classicistische verwijzingen van het exterieur – tot op de ruwe baksteen en de structurele essentie. Vervolgens werd het programma in functie van de zichten ingevuld en als een witte sculptuur ingebracht in confrontatie met de bestaande ruwe bolster. De relatie tussen het programma, de openingen en de omgeving is heel sterk bepalend in dit project. De omgeving ordent als het ware het programma. Het project is een prachtig voorbeeld waarin het raam een bijzondere rol speelt en waarin de openingen in gevels en wanden het project initiëren, ordenen en sturen
De plaatsing van de ramen betrekt de gebruiker bij de daad van het kijken. De ruimtes zijn opgebouwd rond die zichten en geven vorm aan zitten, kijken, lezen, genieten, dromen … De schoonheid zit hem ook in het behandelen van de verschijningsvorm van die ramen. Het simpel kaderen van de openingen van binnenuit benadrukken de kijkfunctie. Een paar ramen worden als bijzonder frame uitgewerkt om een zicht te benadrukken en de ruimtelijke relatie van binnen naar buiten te versterken. Een heel poëtisch gebaar, waarbij het project tot stand kwam door zijn omgeving. De taatsdeur bij het binnenkomen laat de publieke ruimte binnenlopen in de inkomzone.
SPORTEN IN HET BOS Een sporthal één met de omgeving – UKKEL Architect: URA Yves Malysse Kiki Verbeeck HET PROJECT: Er werd gevraagd om een nieuwe sportruimte te ontwikkelen voor het atheneum van Ukkel als extra volume voor de school. URA is gefascineerd door het omliggende bosgebied en gaat op zoek naar een specifieke plek in het bos om verschillende elementen met elkaar te confronteren: gebouw en omgeving, open en gesloten, bomen en reliëf, materialiteit en transparantie, ruimte en gebruik. Confrontaties die vervolgens gematerialiseerd worden in één gebouw. Door de sportzaal los te koppelen van de school en het vrij neer te planten in het bos, krijgt het complex een heel eigen karakter: transparantie en abstractie worden opgenomen in de eigenheid van de plek. Het gebouw is half ingegraven, wat zorgt voor een dubbele materialisering in de gevels. Een massieve betonnen keermuur staat tegenover een verticale geleding van de houten structuur. Het “gaan sporten”, “stappen naar het gebouw”, “in weer en wind”, “de heuvel op en tribune af” om tussen een vermaterialiseerde bomenstructuur te belanden, doet leerling en leerkracht terug confronteren met de wetmatigheden van de natuur.
WAT OVERTUIGDE DE JURY?
De sporthal is ingenesteld in de hellende topografie van de tuin van de campus. De relatie met het omgevende bos bepaalt de vormgeving van het gebouw: open versus gesloten, bomen versus helling, materialiteit versus transparantie, gebouw versus omgeving. Het gebouw wordt één met de omgeving. De kinderen sporten in het bos en staan in contact met de natuur, met de seizoenen. Het betreden van de sporthal speelt volledig in op zijn context. Het omhooglopen op de helling, waarbij de inkom zich op de verdieping bevindt, wordt gevolgd door een opnieuw afdalen naar de sportruimte toe. Het is alsof men in het bos zelf wandelt. Bij het afdalen, betreedt men de “open plek” (sportveld) die letterlijk overgaat in het bos. De volledige glazen gevel is slechts een vlies tussen binnen en buiten, die in elkaars verlengde liggen. De glazen wand verenigt interieur en exterieur. De uitwerking van de gevel, die het karakter van het gebouw bepaalt, vloeit voort uit de randvoorwaarden van haar positie in het terrein. Aan de zijdes waar de sporthal is ingegraven, moet de onderste helft van de wand als keerwand werken. Deze werd ook eerlijk in het zicht gelaten. Bij de andere gevels wordt open en gesloten gewisseld, waardoor de sporthal – atypisch voor haar typologie – een breed zicht op de tuin geeft. Het spel van open en gesloten ramen maakt dat dit sobere, eenvoudige balkvolume zich boeiend ontplooit en contact zoekt met zijn omgeving. De sporthal is ook dieper in het terrein van de school gepositioneerd, waardoor de kinderen bij de wandelen erheen een stuk bos ervaren in weer en wind. Deze ervaring wordt mentaal bestendigd door de open relatie met de omgeving. De leefwereld van het kind wordt hier opengetrokken naar nieuwe ervaringen. Om de ervaring van sporten in het bos te benaderen speelt licht hier een cruciale rol. De keuze van ranke raamprofielen maximaleren de toetreding van licht en versterken de relatie met de buitenomgeving. Anderzijds lijkt de repetitie van de houten raamprofielen het ritme van bomen in het bos op te roepen, maar dan als geordend versus willekeurig.
PARADIJSELIJKE SCHUUR/ATELIER Architect: Lens°ass architecten HET PROJECT: Een oude, bijna bouwvallige schuur wordt verbouwd tot schildersatelier: een oneindigheidsteken als grondplan, dikke isolerende binnenmuren die aansluiting zoeken met aanwezige stalraampjes en poorten, een geïsoleerd binnen plat dak, met in de beide einden een mega grote dakkoepel. Glazen dakpannen aan de noordzijde (atelierruimte), glazen dakpannen aan de zuidzijde (bibliotheek). In de bibliotheek staat een klimstoel, zodat de bouwheer bovenop zijn boeken en wijsheid, met het hoofd “in de wolken”. De buitenmuren van de rechthoekige schuur bleven behouden en doen dienst als omhulsel voor een nieuwe constructie. Die heeft een achtvorm waardoor de witgepleisterde ruimte haast iets sacraals krijgt. “De binnenconstructie bestaat uit isolerende itongstenen. Zo fungeert ze niet alleen als binnenisolatie maar konden we het landelijke karakter van de tuin behouden want buiten is het schuurtje haast onveranderd. De gebogen ruimte omarmt je en doet de ruimte groter lijken.
Het licht dat binnenvalt door de koepels creëert een meditatieve atmosfeer. De oorspronkelijke ramen omkaderen het uitzicht op de tuin. WAT OVERTUIGDE DE JURY?
De genialiteit waarbij een eenvoudige bouwvallige, rechthoekige schuur in een bijzonder paradijs wordt omgetoverd door enkele, heel decisieve ingrepen. Van buiten laat niets de verrassende ruimtelijkheid vermoeden. Langs de ene zijde een uitsparing in het volume met paar stenen trappen naar beneden, aan de andere zijde een oude houten poort. Hoe menhet gebouw ook benadert, plotseling transformeert de kleine schuur zich in een poëtische ruimte die de hedendaagse ingreep volledig linkt aan de bestaande schuur (muren, houten structuur, dakpannen, bestaande raamopeningen) Door een volume in isolerende baksteen binnenin aan te brengen, behoudt de schuur volledig zijn oorspronkelijk karakter. Meer nog de bestaande raamopeningen zoeken aansluiting met de gebogen binnenruimte op diverse wijzen. Een raam om aan te zitten (uitsparing bij verdikking achtvorm), een raam met zicht op de omgeving, een raam met schuin uitgewerkt onderzijde om het licht zacht over de muur te laten binnenglijden, een hoger raam dat licht binnenbrengt en plaats laat om een voorwerp te kaderen, … De bestaande ramen worden omgetoverd in ruimte-sturende elementen die elk een essentiële ervaring aan de ruimte geven. Binnen dit kleine volume, - ruimtelijk sterk vergroot door het effect van het oneindigheidsteken -, wordt van de relatie tussen de omgeving en de ruimtelijke kwaliteiten binnenin versterkt via diverse verschijningsvormen van de ramen De beide koepels vormen enerzijds de thermische grens van het lage geïsoleerde gelijkvloers, maar vormen anderzijds een poort naar een wereld van poëzie en dromen: het oude, originele dakspant is in zijn bruutheid volledig te zien. Het gebruik van glazen dakpannen laat het licht feeëriek dansen in de zolderruimte en geeft grenzeloze inspiratie aan de kunstenaar. Op een heel knappe manier versmelten oud en nieuw tot een eigenzinnig geheel. Het hedendaagse vloeit als het ware uit het bestaande voort. Oud en nieuw ondersteunen elkaar in het totaalconcept. De meticuleuze detaillering plaatst dit project op een hoger niveau.
Beeldmateriaal Indien u het beeldmateriaal in hoge en/of lage resolutie van deze 5 laureaten wenst te ontvangen, graag een seintje aan Sylvie Buydaert telefonisch op het nummer +32 (0)9 241 93 73 of per mail via
[email protected].