Een eerlijk eikenhouten schot
Inhoud
Voorwoord 70 9 Cocaïne 72 10 Lachgas 74 13 Goeie kop 75 15 Pluche 78 18 Karaktermoord 81 21 DDR 83 22 Afscheid 85 25 Shakespeare 87 90 28 B-sport 29 Bal en man 91 32 Gedoe 93 35 Messias 96 36 Fabiola 98 38 Dansen 99 41 Kluis 102 43 Boeddha 104 45 Spits 107 47 Overloper 108 49 Oefenpot 111 50 Respect 113 52 Parasieten 114 54 Herfst 117 56 Henkie 119 58 Koorknapen 120 60 Failliet 122 62 Korte broek 125 64 Lynchethiek 129 66 Terrils 132 68 Slecht mens 135 7
Talent? Fröbelcoaches Scheids Bert Volksfeest Boos Dansmariekes Jezuïtisme Heurelho Prada Scheenlap Vloek Bloed Alweer Meneer Constant François Sachertorte Zachte g Diego Ruilhandel Geel Truus Bospoepers Bossie Frituur Tackle Nostalgie Sociale chic Louis Terug
Praalgraf 210 Stenen bal 139 Moeder 213 Ouwe glorie 141 Fremdkörper 215 Kleffe handjes 144 Rouwen 218 Lieve stoïcijn 147 Dames 220 Staatsbezoek 150 Leermeester 222 Deuren dicht 153 Camera’s 225 De lijdende Kerk 155 Boerenkrijg 227 Ibrahim de engel 158 Meneer Roger 229 Gebak & gebed 161 Dwaze haatzaaierij 231 En maar knielen 163 Buffalo 234 Annemarie, wurg hem! 165 Courtisanes 236 Fluwelen karwats 168 Het WK van Nelson 238 Uit de kast 170 Daar is ’m 240 JC: een tragedie 172 Vrouwvolk gevraagd 242 Goudhaantje 174 De traan van Arjen 244 Wij, Duitsers 176 Wereldkampioen 247 Een vissenkom 179 Lijfgeur 249 Neutronenbom 182 Wenkend perspectief 251 Leve Co! 184 Huisje Weltevree? 253 Mooie Frank 187 Kleine rancune 255 Beckham is een koopje 190 Nobelprijs, graag! 258 Joop Hazes 192 Wachten op 260 Uithongeringsvoetbal Sinterklaas 262 Kaas en wraak 264 Wonderlijke verrijzenis 194 Mislukte idylle 197 Weg, die ijspegels 266 El Clásico 200 FIFA & Zonen 269 Moe en leeg 202 Klein land? 271 Hoezo, apotheose? 205 Adieu Coen 273 Lichte steniging 207 Nobody cares 275 Belgische fanzucht 137
Onverbiddelijke zoeners 280 Zang en drama 282 Benteke in een Bentley 284 Jongen 286 Laatste kans 288 Ongeneeslijk 291 De puinhoopjagers 293 Dode ogen 295 Benen als exportartikel 297 Racisme und kein Ende 299 Leve de nederlaag 301 Klassieker 304 Verbroedering Belgen 306 Buitenland eerst! 308 Met dank aan de Nederlanders 311 Staande ovatie 313 Identiteit zoek 315 Tackelen, die handel! 317 Vrome wens 319 Procedurejunk 322 Nog een taboe 324 Requiem 327 Robben en Stromae 329 De zwarte parel 278
Voorwoord In een voetbalstadion komt veel voorbij: historie en traditie, hoge verwachtingen en diepe teleurstelling, charme en kunst, schofterigheid. Het is een uitgelezen plek om jezelf en je omgeving te leren kennen, soms met de akelige precisie van een röntgenfoto zelfs. Vaak is het ook een heel verdrietige plek: racistische spreekkoren, homohaat, blind seksisme. Nog lelijker: matennaaierij. Na een voetbalwedstrijd mag je met recht en reden twijfelen aan de stand van de beschaving. Maar er is ook een poëtische kant die alles goedmaakt: de goddelijke dribbel van Messi, de streep in de winkelhaak van Ronaldo, de rituele woede van Louis van Gaal. En terwijl de samenleving de indruk geeft in comateuze leegte te verkeren, danst en dampt het stadion van passie. Een veelvoud van emoties, beledigingen, rancune en euforie ontvouwt zich anderhalf uur lang. Door de jaren heen is het randverschijnsel almaar belangrijker geworden. Het woud van WAGs dat niet meer te ontwijken is. De beurskoorts van jongens die 200.000 euro per week incasseren. Het luchtledige opbod van spelers tussen Ferrari en Lamborghini. Toch koester ik de vriendschappen die in 25 jaar zijn ontstaan. Ik kreeg inzagerecht in hun privéleven, waarvan ik in mijn journalistieke werken nooit gebruik heb gemaakt. Ik leerde een voetballer anders zien, fragieler, twijfelend, aan de rand van moordlust – en dat is een privilege. Ik heb wanhoop en overspel gedeeld. Wat me altijd zal bijblijven, is de paniek die ontstaat na blessures. Red ik het nog voor het WK? Kom ik volgend 7
seizoen op mijn oude niveau terug? Kan ik überhaupt mijn carrière voortzetten? Vragen die schreeuwen om een verlossend antwoord, dat er maar niet komt. Want blessures zijn omgeven door veel geheimdoenerij en hekserij. Op WK’s en EK’s was ik weleens chauffeur voor enkele Nederlandse internationals die ’s nachts stiekem nog even een disco wensten te bezoeken. De regenbuisboys. Ik heb over hen gesproken noch geschreven. Waarom eigenlijk niet, vroeg ik me dan af. Omdat ik van de jongens hield. Aan hun bravoure zie je het niet, maar voetballers hebben veel liefde nodig. Hugo Camps Knokke, 17 maart 2014
8
Cocaïne 20 september 2004
Het leven komt een stukje dichterbij in het Belgische voetbal nu Standard-spits Alexandros Kaklamanos betrapt is op het gebruik van cocaïne. Het maatschappelijk enclavegedrag dat van voetballers, wielrenners en hardlopers verwacht wordt, was altijd al een grote leugen. Volgens de catechismus van de vorige bondsvoorzitter, Michel D’Hooghe, mocht iedereen de beest uithangen, behalve voetballers. Dan ben je echt niet van deze wereld. D’Hooghe, die zelf spreekt als een waterpijp, had het altijd over de voorbeeldfunctie. Daar moeten voetballers erg om lachen, en gelijk hebben ze. Drugs zijn een plaag. In scholen en disco’s, in kloosters en op de beurs. Je zou het anders willen, maar wie kan het leven mooier maken dan het is? Voetballers zeker niet, die ambitie zit ook niet direct in hun talentenpakket. Voor Kaklamanos dreigt nu de fatwa van bobo’s en moraalridders. Is hij de eerste cocaïnegebruiker in het Belgische voetbal? Neen. Hij is als eerste betrapt. Ik wil ze de kost niet geven, de topsporters die in hun nachtelijke escapades weleens aan een lijntje hebben gelegen, een pilletje hebben geslikt of aan een joint hebben gelurkt. Wat wil je, de jongens zijn jong en avontuurlijk, hebben geld, en mogen op de meisjes graag meer indruk maken dan de stonede F-side van hun club. Om maar te zeggen: een scheve schaats is in voetbalkringen even gauw gereden als in de mondaine nachtholen van Knokke en Brasschaat. Alleen, in die laatste is geen pers aanwezig. En ook geen onderzoeksrechter die over de publieke moraal waakt. Kaklamanos staat nu in de rij van de grote jongens. Diego Maradona, Claudio Caniggia, Paul Merson, Junior 9
Baiano, Mark Bosnich, Christoph Daum, allen zijn betrapt op cocaïnegebruik. Talrijker zijn de drankorgels van de Premier League die hun vrouw, huisdieren en inboedel om de week kort en klein slaan, maar dat is dan weer te ouderwets om in het collectieve geheugen van de sport te blijven hangen. Overigens, die veelplegers zijn niet bij te houden. Reken maar dat er tussen Londen en Scunthorpe duizenden Paul Gascoignes rondlopen. Ja, de schorsing van Kaklamanos is, na het geleverde bewijs, terecht. Hij kent de spelregels. De in chocoladeletters afgedrukte verontwaardiging voor zijn psychedelische uitstapje is dat niet. Een Griekse voetballer heeft evenveel recht op falen als de zoon van een Belgische bankier. Ik heb grote Belgische voetballers gekend die op zondag met 2,3 promille in het bloed op het veld stonden. Ze speelden de tegenstander helemaal gek. De tribunes juichten. Geen woord over hun voorbeeldgedrag.
Lachgas 9 o k to b e r 2 0 0 4
Opeens vallen de dingen samen, als in een delta van geluk. De kinderzender Nickelodeon, Marco van Basten, het Nederlands elftal. Het hele gezelschap was de voorbije dagen één grote juichkreet, nog voor er in Macedonië een balletje was getrapt. Oranje als geluksmodel. Het is ooit anders geweest. Voor een doctoraat in pissigheid en chagrijn moest je vroeger een tijdje inburgeren bij het Nederlands elftal. Nergens kon je beter leren hoe achteloos verzuring bezit kan nemen van een mens. En 10
hoe genadeloos kampioenen voor elkaar kunnen zijn. Oranje stond voor intrige, achterklap, hufterigheid en leedvermaak. Oranje was de anjer in het knoopsgat van de verbitterde mensheid. Een enkeling wou nog weleens juichen na een doelpunt, maar zelfs dat ging Edgar Davids te ver. Winston Bogarde betrad nooit het veld zonder houtje in de bek, zijn teken van verachting. Zolang hij van het Nederlands elftal was, heeft nooit iemand Hans van Breukelen zien lachen. Oranje leek eerder in de regie te staan van de nomenklatoera in Moskou dan van de goedlachse polder. Iedereen in de Brezjnev-plooi. Nu zien we alleen open, lachende gezichten. Aan de ogen van Edwin Zoetebier ontspringen duizend tuinen. Giovanni van Bronckhorst is getranscendeerd tot fontein. Johnny Heitinga heeft de slappe lach in merg en been. Er is geen soap te bedenken waar zoveel vreugde heerst als in Marco’s selectie. Alles danst, op het veld, in de dug-out, in kleedkamer en krachthonk. Over een academische bekering gesproken. Romeo Castelen was licht geblesseerd, maar dat kon de pret niet drukken. Nooit eerder in zijn nog jonge leven was hij zo gelukkig geweest. Dat bleef hij maar roepen. De onverwacht geselecteerde Kevin Bobson deed er nog een schep bovenop: hij wist nu wat de hemel was. Dirk Kuyt schaterde de bal in het doel, zoals je dat vroeger alleen bij André van Duin zag. En zelfs Roy Makaay sprak als was hij verlicht vanbinnen. Pret, pret, pret. De oude garde deed niet onder voor de youngsters. Philip Cocu: ‘Het is hartverwarmend om iedereen te zien strijden voor elkaar.’ Ruud van Nistelrooy: ‘Het team straalde tegen Tsjechië al zoveel bravoure uit. Heerlijk! Ik boegbeeld van een nieuwe generatie? Ja, dat gevoel leeft bij mij.’ 11
Jomanda aan de bal. Waar is de metamorfose begonnen? Bondscoach Marco van Basten heeft zich laten kennen als een vader die zijn tweede jeugd beleeft. Altijd goed. Marco is ontspannen, hangt niet hiërarchisch in de schouders, komt niet op het veld met een nekspier. Maar om nou te zeggen dat hij een extreem vreugdevolle man is die alleen gelooft in plezier en vertier? Nee, ik kan in hem geen Moulin Rouge ontdekken. Zijn pr-functionaris Kees Jansma zit vleziger in het leven. Er moet iets anders aan de hand zijn, maar wat? Exotische kruidenthee? Een voedingssupplement met de verborgen substantie van lachgas? Nieuwe kamermeisjes in Huis ter Duin? Een semireligieuze bevlieging? Zou allemaal kunnen. Wat ook kan, is dat ‘onze jongens’ Oranje hebben herontdekt als uithangbord. De Nederlandse clubs hebben nog weinig Europese uitstraling. Ajax verkeert in crisis, PSV wint nooit een wedstrijd met brille en klasse, Feyenoord, Utrecht en AZ strompelen in het beste geval naar de overwinning. De ‘oudjes’ in het buitenland ondervinden bij hun club de concurrentie van nieuwe idolen. Voor jongens als Rafael van der Vaart en Mark van Bommel is het Nederlands elftal zowat het laatste lanceerplatform naar de gedroomde transfer. En Wesley Sneijder wil zich bij Oranje wreken op Ronald Koeman, ook dat scheelt in de passie voor bal en man. Misschien is de grootste verdienste van Van Basten nog dat hij de druk heeft weggenomen. Zelf ligt hij niet wakker van een nederlaag. Het WK 2006 mag, maar moet niet. Zo staat het ook in zijn contract. Het lijkt of de druk bij de supporters eveneens een beetje weg is. Oranje wordt minder opgepompt tot de bezwering der bezweringen. 12
De legioenen zijn als het ware lichtjes geseculariseerd. Al blijven ze er uiteraard gemakshalve van uitgaan dat het Nederlands elftal vandaag royaal wint van Macedonië. Oranje als wapenbestand? Het was opvallend hoe genadig de kritiek bleef na de erbarmelijke wedstrijd tegen Tsjechië. Die luxe is Dick Advocaat nooit gegund.
Goeie kop 27 n ov e m b e r 2 0 0 4
André Ooijer had een simpele verklaring voor het succes van PSV in de Champions League. Hij zei het zo: ‘Op de nieuwe jongens zit een goeie kop, dat zag ik meteen.’ Wat is een goeie kop? Wat zegt het over een mens? Bij Philips moet er iemand zijn geweest die dacht: ‘Ha die Cor! Goeie kop!’ Boonstra staat nu voor een taakstraf van een paar honderd uur. Zou Ooijer slimmer zijn dan de personeelschef van de lampenfabriek? Ik dacht het niet. Er zit veel pats-boem in zijn spel, weinig design aan zijn passes. En hij hangt altijd zo lui in zijn woorden. De geest komt te voet. De achterspeler wekt niet de indruk ver vooruit te denken. André zal er wel van uitgaan dat ook hij een ‘goeie kop’ heeft, anders zeg je dat niet van anderen. Tja, verbeelding is een rare ziekte. Harry van Raaij is een man met een beste kop, daar kan geen discussie over zijn. Het heeft hem en PSV niet veel geholpen. De ex-preses heeft nooit de eerste ronde in de Champions League overleefd. Nu hij teruggetreden is, lukt het wel. Harry was kinderlijk blij, woensdagavond. Een uitgelaten kleuterklas in zijn eentje. Ontroerend zo13
als hij daar stond te glunderen. Harry was niet alleen van een trauma verlost, hij was van zichzelf verlost. Losgemaakt in de organen. Ik hoorde hem niet meer over geld, misverstanden en ongeluk. Ik hoorde alleen nog hoe gelukkig hij was. De klaroenstoot Harry van Raaij. In Nederland komt het licht uit de provincie. Eindhoven, Alkmaar en Heerenveen houden de vlag hoog. Terwijl de multiculturele samenleving in Den Haag door de gehaktmolen wordt gejaagd, juichen de provincialen dat zij wél weten hoe om te gaan met cultuurverschillen. Het succes van PSV, zo heet het alom, is het succes van het collectief. De groep is een eenheid, ondanks de cultuurverschillen. Brazilianen, Zuid-Koreanen, een Peruaan, die rare Zwitser, nog erger, een Amerikaan, bij PSV smelt het allemaal samen met Brabantse klompendansers. Alsof de roomse blijheid is heruitgevonden. De hele selectie is min of meer katholiek, dat scheelt. Er wordt bij vlagen tot diep in de zestien gebeden en gedankt. Is de symbiose toe te schrijven aan de magie van wereldburger Guus Hiddink? Zou kunnen. Guus is zeker geen cultuurhomogene paaldanser. Ooit was hij trainer in Turkije. Zijn club schutterde vrolijk de degradatie tegemoet. Guus werd ontslagen. Later zei hij: ‘Ik heb een prachtige tijd gehad. Andere mensen, andere gerechten, andere tradities, het heeft mij verrijkt.’ Nog lyrischer was hij over zijn Zuid-Koreaanse uitstap: ‘Ik heb jongens van onder het juk van de hiërarchie weggesleept. Dat is mooier dan een titel.’ Wat hij in Eindhoven is komen zoeken, begrijp ik nog steeds niet. Jawel, het salaris zal voortreffelijk zijn en met de secundaire arbeidsvoorwaarden is ook niets mis: coach Hiddink mocht zichzelf benoemen tot bovenbaas. Maar Eindhoven is niet Valencia of Madrid, niet Seoul of Istanbul. Veel verder dan wat gettogeluk kom je niet, in Eind14
hoven. Dat zie je ook aan Guus. De vuist ging woensdagavond nog wel omhoog en hij liet zich die onnozele ‘Yes’ ontvallen, maar Hiddink danst niet meer langs de zijlijn. Hij staat een beetje notarieel te coachen. Misschien is dat wel de sleutel tot succes, een verregaande nonchalance. Op Hiddink zit een ‘goeie kop’, zonder meer. Dat is in het verleden bij de technische staf van PSV weleens anders geweest. Eric Gerets was misschien een gedreven trainer, maar een goeie kop had hij niet. De Belg keek iets te sluw uit zijn oogjes, zo Maxime Verhagen-achtig. Zelfs Van Raaij heeft zich daarop verkeken. De laatste jaren was PSV de club van de grote lamento’s. De vijandbeelden werden gekoesterd als Boeddha’s. Altijd dat gezeur over onbegrip, gebrek aan respect, mediatieke discriminatie, kwaadaardige roddel. Nu PSV de eerste club van het land is, moet het uit zijn met het minderwaardigheidscomplex. Dat wordt nog een hele opgave. Want het was natuurlijk ook lekker, dat infrarode zelfbeklag. Ik blijf maar worstelen met de ‘goeie kop’ van André Ooijer. Lopen er in Nederland voetballers met een foute kop rond? En wie zou dat dan zijn? Barry van Galen van AZ lijkt me een ettertje. Bart Goor van Feyenoord heeft iets jezuïtisch. Tomáš Galásek van Ajax heb ik nog nooit zien lachen. Maar om nou te zeggen dat het jongens met een foute kop zijn? Nee, dat gaat me toch te ver.
Pluche 11 d ec e m b e r 2 0 0 4
Raymond-la-Science – Raymond-de-Wetenschap – zoals hij werd genoemd, zou bij leven en welzijn niet eens heb15
ben opgekeken. Zijn heelal was bal en man. Alles daarbuiten ontging hem. Vrouwen, goden, maatschappij en politiek, hij had er niets mee. Des te lyrischer was hij over Robbie Rensenbrink en Simon Tahamata, Nederlanders nog wel. Rensenbrink was onder Goethals de ster van Anderlecht, Tahamata werd door hem geregisseerd bij Standard Luik. Nooit nog, hield hij tot zijn tachtigste vol, was hij zulke geniale wervelwinden tegengekomen. Goethals kwam openlijk uit voor zijn adoratie. Hij droeg zijn spelers op handen, krols van liefde zowaar. Ik ken vandaag geen trainer die dat nog wil of durft. De moderne coach is verintellectualiseerd. Ergo: diepgevroren in ernst en analyse. Gel over het hart. Je ziet het niet meer, een trainer die uit zijn emotie en passie barst. Is ook moeilijk in die gesteven clubkostuums van Oger. De dug-out is pluche geworden. Misschien is dat wel het probleem van Ronald Koeman. De macho van de polder lijkt opeens verklerkt te zijn in zijn motoriek, wat iets anders is dan het treurige cliché van lichaamstaal. Alle zwierigheid is weg, gestold als het ware in beursgenoteerde zelfcensuur. De ambtenaar Ronald Koeman. Zo draagt hij nu het lichaam, maar het hoofd zit anders in elkaar. Het hoofd wil nog wél kraaien en stoeien. Past helaas niet bij Ajax. Het verscheurende conflict tussen lijf en zinnen brengt Ronald Koeman in verwarring. Het lieve, blozende voetbalbeest hinkt zijn diepste zelf achterna. Dan krijg je misverstanden met Rafael van der Vaart. Eerst was er sprake van een open gesprek. Een nacht later viel het woord ‘staking’ en na de ochtendtraining was Van der Vaart aanvoerder af. Dat kan ik geen korte pijn noemen.
16
Uitgestelde woede is gespeelde woede. Daar kom je niet mee weg in een spelersgroep. Voetballers hebben de antennes van het instinct. Zij kennen de rek in het gemoed van hun coach. Reken maar dat ze weten wanneer het menens is en wanneer de hiërarchische tapdanser in de menscoach het overneemt. Koeman was in ieder geval te laat met zijn sanctie voor Rafael van der Vaart. Louis van Gaal zou dat ‘verkruimeling van gezag’ noemen. Nou ja, Louis blafte dan weer zichzelf voorbij. Ajax heeft een aanvoerdersprobleem. Eerst was Jari Litmanen de gedroomde aanvoerder van Ronald Koeman. Vreemd, want je kon er gif op innemen dat Jari niet langer dan een kwartier per seizoen in het veld zou staan. Thomáš Galásek was ook nog captain van Rood-wit, maar Koeman oordeelde dat hij te weinig verve had in zijn leiderscapaciteiten. Dus werd voor Van der Vaart gekozen. Nu moet Galásek toch weer voorgaan in de strijd met de band om de arm. Zoveel draaierigheid is door André van Duin niet te behappen. Natuurlijk is Ronald Koeman een trainer van deze tijd. De betreurde Raymond Goethals was dat al lang niet meer. Voor Raymundo was voetbal een soort koeterwaals: zwepen, dwepen, hakkelen, verhakkelen en winnen. Raymondde-Groteske, veel meer dan Raymond-la-Science. Toch wil ik niet meeblaten in het koor van dedain en lachwekkendheid dat de Nederlandse media zo leedvermakelijk over de overleden Belgische coach hebben uitgegalmd. Ik heb geen zin in de anekdotes van Goethals, in zijn gedresseerde eenzaamheid, in zijn cultuurtje van verbastering, in zijn dialectische folklore. Ik zie vooral de schoonheid van een man in regenjas. Columbo, maar dan met sigaret. Een man uit de jaren dertig: zwart-wit. Multicolore was alleen zijn blablabla. 17
Goethals volgde Franz Beckenbauer op als trainer van Marseille. Der Franz bleef in functie, maar moest de training overlaten aan Raymond. Franz had een auto, Raymond niet. Iedere ochtend pikte Beckenbauer Goethals op aan zijn hotel. Een Pruis als chauffeur, noem mij één Nederlandse trainer die dat privilege heeft gekend. Rinus Michels niet. Goethals, Michels, Koeman, ik kan ze niet anders zien dan als een triumviraat in eenzaamheid. Het allerergste is nog: ze wisten het niet van elkaar.
Karaktermoord 12 f e b r ua r i 2 0 0 5
Nu zowat het hele land schreeuwt ‘Dood aan de terroristen’, was ik zeer vereerd met het optreden van Khalid Boulahrouz. De Marokkaanse centrale verdediger was een rots in de branding. Hij dwong zoveel respect af dat zelfs een seniele Oranjefan het niet in zijn hoofd zou halen om ‘tasjesdief ’ te roepen. Als we niet uitkijken, wordt Boulahrouz straks het uithangbord van het Nederlands elftal. Jaap Stam is nu al vergeten. Opeens staat hij daar, een Marokkaan in Oranje. Vóór zijn selectie werd over Khalid weinig gezegd en geschreven. Nou ja, een provinciaal, een allochtoon, wie weet een geitenneuker, wat moet je ermee? Vooroordelen maken de geest lui en het zicht troebel. Woensdagavond was hij de granieten held van Villa Park. Hij speelde voor een land dat eigenlijk van Rita Verdonk niet het zijne mag zijn. Dat is nou eerwraak op niveau. Ik zou het wel leuk vinden als de Thatcher van de polder straks aan Khalid Boulahrouz 18
een lintje moet uitreiken. Scheel van schaamte zal ze om zich heen slaan. De Marokkaanse verdediger is een ontdekking van Marco van Basten. San Marco zij geprezen voor zijn scherpe oog. En voor zijn multiculturele nonchalance. De beste speelt, zo hoort het adagium van een bondscoach te zijn. Maar dat geldt dan voor iedereen, ook voor Mark van Bommel. Helaas, Van Basten vond het nodig andermaal een karaktermoord te plegen op de middenvelder van PSV. Het wordt steeds duidelijker: Marco mag Mark niet. Ergo: Van Basten wil Van Bommel stuk. Ook in het voetbal zijn er een paar ongeschreven wetten. Oranje hoort een representatieve selectie te zijn. Dat betekent dat de crème de la crème van het Nederlandse voetbal in de basis moet staan, tenzij er sprake zou zijn van een dubieuze levenswandel, van omkoping, incest, huiselijk geweld of andere extremen van het menselijke tekort. Dat kan een natie, met leiders die als een regenpijp om de Bijbel hangen, natuurlijk niet hebben. Mark van Bommel is een bidprentje, zo niet een immens lieve jongen. Welgemanierd, bescheiden, hij eet met mes en vork, huilt mee met zijn vrouw als de maandelijkse kramp opsteekt. Niets op aan te merken. Mark van Bommel is veruit de beste middenvelder in de Nederlandse competitie. Zeker na de komst van Cocu draagt hij het elftal van PSV als een geniale strateeg. Van Basten ziet dat anders. Hij wil Van Bommel niet, al helemaal niet wanneer hij de humeurige Edgar Davids thuis moet laten. Davids en Van Bommel zijn namelijk niet de beste vrienden. Hoe ver kun je gaan in de vernedering? Van Bommel zat woensdagavond op de bank. Nota bene voor een vriendschappelijke pot. Dat was op zich al een belediging. De 19
vampier Van Basten wilde nog een stap verder gaan: hij liet Van Bommel invallen, voor een schamele twintig minuten. Dan heb je het niet meer over tactiek, dan gaat het om de defenestratie van een mens. Ik had het wel willen zien, de bondscoach die Johan Cruijff of Piet Keizer voor ruim een kwartiertje het veld instuurt. Die bondscoach had nog net de tijd om zijn persoonlijke spullen in te pakken. In 1988, toen hij zelf op de bank zat, heb ik Van Basten weleens naar Rinus Michels zien kijken met de verachtelijke grijns van de filosoof die het wereldbeeld van een diepvrieskip ziet lopen. Om maar te zeggen: Marco kent de pijn van de bank. De bondscoach is nog net niet heilig verklaard. Zo snel gaat het in het gekkenhuis Nederland. Hij bespeelt het machtsspel van de voetbalbladen met een inderdaad oogstrelende flair. Hij, die zo conservatief is, heeft zich het imago toegeëigend een soort Che Guevara te zijn. Een banderillero die dwars door instituten en reputaties heen gaat. Marco van Basten, ontpolderaar par excellence. Naar de dubbele bodems van de bondscoach wordt niet meer gekeken. Je bent soeverein of je bent het niet. En dus zullen er nog weinig lamento’s volgen op de vernedering die hij Mark van Bommel heeft aangedaan. Mij krijgt hij het niet door de strot, zijn willekeur, zijn favoritisme, zijn objectiviteit. Van Basten heeft op Villa Park laten zien wie hij is: een politicus. Ooit heeft Frank Rijkaard dapper bedankt voor Oranje. Ik verwacht van de wereldvoetballer Mark van Bommel nu hetzelfde.
20