Grontmij is een multidisciplinair advies- en ingenieursbureau voor duurzame planning & ontwerp, infrastructuur & mobiliteit en water, energie & industrie. Wij leveren meerwaarde in het hele proces van advies, ontwerp, engineering, management en realisatie van projecten. Hierbij streven we sinds jaar en dag naar de meest globale duurzame oplossing. Grontmij heeft een brede ervaring met een zorgzame aanpak van openbare ruimte in België. Onze stedenbouwkundigen, verkeersdeskundigen en landschapsarchitecten werken samen aan kwalitatieve oplossingen.
@ Grontmij
ECOLOGISCH WATERBEHEER
PORTFOLIO
@ Grontmij
PLANNING CONNECTING RESPECTING THE FUTURE
Grontmij is een multidisciplinair adviesen ingenieursbureau voor duurzame planning & ontwerp, infrastructuur & mobiliteit en water, energie & industrie. Vanuit een toekomstgerichte visie geven wij kwalitatief advies en realiseren we creatieve ontwerpen en projecten. Wij dragen zo bij tot een betere woon-, werk- en leefomgeving. Het is onze missie om het beste duurzame advies- en ingenieursbureau te zijn en meerwaarde te bieden, van A tot Z, in het hele proces van advies, studie, ontwerp, engineering, uitvoering en managment van projecten.
ECOLOGISCH WATERBEHEER Natuurlijke watersystemen spelen een belangrijke rol in het functioneren van onze omgeving. Water is een systeem dat niet alleen waterlopen, maar ook het grondwater, de oevers en de valleien omvat, en de planten en dieren die er leven. Ecologische systemen zijn sterk geënt op een specifieke waterhuishouding. Verdroging en vervuiling leiden snel tot de ontregeling van deze ecologische systemen. Een belangrijk beleidskader betreffende ecologisch waterbeheer is de Europese kaderrichtlijn Water. Deze richtlijn moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van ons oppervlakte- en grondwater in 2015 in orde is. Ze verplicht de lidstaten om duurzaam met water om te springen. Deze kaderrichtlijn werd in Vlaanderen vertaald in het decreet Integraal Waterbeleid. Dit vertaalt zich onder andere in de opmaak van beheerplannen voor elk stroomgebied. Herstellen, behouden, ontwikkelen en het duurzaam gebruik van hydrologische systemen verdient voor Grontmij alle aandacht. Wij staan in voor een integrale en planmatige invulling van het waterbeheer en een praktisch georiënteerde planuitvoering. Onze expertise integreert de natuurtechnische en cultuurtechnische aspecten van de planning van watersystemen, het waterbeheer en de inrichting van waterlopen en hun omgeving. Hieraan koppelen we zoveel mogelijk de realisatie van natuurdoelstellingen. Samen met waterbeheerders werken we aan duurzame oplossingen voor de waterproblemen. Grontmij streeft in de aanpak altijd naar een nauwe samenwerking tussen de waterbeheerders en gebruikers op de verschillende niveaus en tussen de verschillende beleidsdomeinen. Een doordachte herinrichting en zorgvuldig beheer kan tevens veel overstromingsellende voorkomen.
INRICHTING VAN MIDDENVIJVER EN BURCHTSE WEEL ANTWERPEN 2006 - 2009
Om een duurzame oplossing te bieden aan de Antwerpse verkeersproblematiek, ontwikkelde de Vlaamse Overheid het Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Eén van de 16 projecten van het Masterplan is het sluiten van de Ring. In het kader van mitigerende maatregelen van op de linkeroever worden de Burchtse weel en de Middenvijver (her)ingericht als natuurgebied in het geheel van het Parkproject Linkeroever. Doelstelling is het ecologische potentieel van het gebied te verhogen en ruimte te voorzien voor ontspanning en recreatie. Middenvijver, tot voor kort een droog, opgespoten gebied, werd afgegraven en omgevormd tot een waterrijk gebied. Zo werden nieuwe kansen gecreëerd voor een aantal broedvogelpopulaties en vegetaties die enkel kunnen leven in een waterrijke omgeving. Middenvijver kreeg er maar liefst 8 hectare watergebied bij via een grote waterplas en verschillende waterlopen. Ook kwamen er 38.000 nieuwe planten, struiken en bomen bij. In combinatie met de wateringrepen in het gebied, vormt Middenvijver een waardevol natuurgebied. Er werd gekozen voor een inrichting van natuur en recreatie in verschillende zones. Aan de westkant van Middenvijver, aan de grote waterplas, kan de natuur zich vrij ontwikkelen. Er zijn kijkheuvels om de vogels in hun habitat te bezichtigen. Daarnaast is er een zone die meer voor recreatie is bestemd. Het gebied Burchtse Weel wordt omgevormd tot een slikken- en schorrengebied onder invloed van de getijdenwerking van de Schelde. Dankzij het inrichten van een gecombineerde GGG (gecontroleerd gereduceerd getijdegebied) en GOG (gecontroleerd overstromingsgebied) ontstaat een waardevol biotoop voor rietsoorten en broedvogels. Aan de tunneltoegangen van de Oosterweelverbinding onder de Schelde zal tijdens de constructiefase slik- en schorgebied (habitatrichtlijngebied) worden afgegraven. Om deze impact op een gedeelte van het Natura 2000 gebied op te vangen, wordt een nieuwe slik- en schoroppervlakte gerealiseerd in Burchtse Weel. Burchtse Weel wordt met de Schelde verbonden en een deel van het gebied wordt afgraven. Burchtse Weel en Middenvijver bieden ruimte aan nieuwe fiets- en wandelpaden die aansluiten op de bestaande en toekomstige fiets- en wandelstructuur in het nieuwe ‘Park Linkeroever’.
GEBIEDSVISIE VOOR DE WAMP ARENDONK 2006 Ter voorbereiding van een natuurherstel van de loop van de Wamp rond Arendonk werd de gehele beekloop gekarteerd. Hierbij werden naast een gedetailleerde opname van de aanwezige water- en oevervegetaties, ook de structuurkenmerken van de beek nauwkeurig in kaart gebracht en beschreven. Aan de hand van de resultaten werden voorstellen voor (her)inrichting en beheer geformuleerd.
ECOLOGISCHE GEBIEDSVISIE NATUURGEBIED PAPENDELLE BEGIJNENDIJK 2000 Het natuurgebied Papendelle is het valleigebied van de Peuterstraatloop. Het gebied wordt deels door Natuurpunt vzw als natuurreservaat beheerd. Het gebied bezit grote natuurkwaliteiten omwille van het voorkomen van kwel- en heischrale vegetaties. Omwille van verdroging en waterverontreiniging zijn deze kwaliteiten sterk gedaald. Door de ligging in een dens bebouwde regio treedt in belangrijke mate een diffuse watervervuiling op. Om de herstelkansen na te gaan, werd voor het gehele gebied een ecohydrologische studie uitgevoerd. Hierbij werd een interpretatie uitgevoerd van peilbuis- en waterkwaliteitsmetingen die enkele jaren eerder worden uitgevoerd. Tevens werd de hydrografie gedetailleerd in kaart gebracht. Deze gegevens werden getoetst aan natuurdoeltypen. Deze toetsing leidde tot enerzijds een heroriëntatie van de beoogde doelen en anderzijds tot een reeks te nemen maatregelen. In de ecohydrologische studie werd onderzocht welke de potenties waren voor de ontwikkeling van schrale, soortenrijke, aan grondwater gebonden vegetatietypes (kleine zeggenvegetaties, natte heischrale vegetaties).
NATUURINRICHTING EN WATERBEHEER IN DE VALLEI VAN DE ZWARTE BEEK BERINGEN 2005 De vallei van de Zwarte Beek is één van de belangrijkste beekvalleien van ons land. Naast de eigenlijke beekvallei liggen er duizenden hectaren bos en heide. De natuurwaarden zijn er zeer hoog. Het gebied heeft ook een waardevolle recreatieve medegebruiksfunctie. In het kader van het natuurinrichtingsproject werd de doelstelling vooropgesteld om te komen tot de ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig natuurgebied met behoud van ‘zacht’ recreatief medegebruik voor wandelaars, fietsers en ruiters. Er wordt gestreefd naar een wenselijk ecologisch beeld met een optimale inpassing van de recreatie. De recreatieve functie dient afgestemd te worden op de natuurwaarden. De concentratie van activiteiten gebeurt dan ook daar waar de draagkracht voor recreatieve activiteiten het grootst is. De belangrijkste ingrepen situeren zich in de omgeving van de drie attractiepolen in het gebied, met name Koersels Kapelleke, de uitkijktoren/speeltuin en het bezoekerscentrum de Watersnip (met een ecologisch waterzuiveringssysteem voor de zwemvijver door middel van een percolatierietveld). Daarnaast
worden
een
aantal
belangrijke
maatregelen
vooropgesteld met betrekking tot de onthaalinfrastructuur: aanpassingen weginfrastructuur, omvormen van een zone tot jeugdkampeerplaats, aanleg van een groene randparkeerplaats.
OPTIMALISATIE PEILBEHEER IN DE POLDER TUSSEN SCHELDE EN DURME BERLARE - ZELE - WETTEREN 2009 - 2010 Vlaanderen heeft inzake het beheer van waterpeilen een grote technische ervaring opgebouwd. Gekend zijn de vele constructies op de waterlopen, zoals schottenbalken, stuwen om het waterpeil te verhogen of pompsystemen om een vast waterpeil aan te houden. Nieuw is de aanpak om voor een groot gebied met verschillende gebruikers eenduidig peilafspraken te maken. Grontmij voerde in de provincie Oost-Vlaanderen een succesvol pilootproject uit. Peilbeheer is de methode om het oppervlaktewaterpeil te regelen in functie van de gewenste grondwaterstanden. Het peilbeheer moet daarbij uitgaan van de aan het gebied toegekende functies en is gericht op: •
een optimale afwatering;
•
de bestrijding van vochttekorten/verdroging;
•
de conservering van gebiedseigen water;
•
een goede waterkwaliteit.
De uitdaging van het project was niet enkel de definiëring van waterpeilen maar vooral om hierover afspraken te maken tussen verschillende gebruikers, zoals landbouw, natuur, wonen en recreatie. Dat dit geen evidente oefening is, spreekt voor zich. Iedere gebruiker heeft immers eigen wensen wanneer het om ideale waterpeilen gaat. GIS speelt een voorname rol in een dergelijk complex traject. De vele aanspraken op water vanuit de grondgebruiksfunctie hebben een ruimtelijke dimensie. Sommige komen éénduidig voor, andere overlappen. Zonder GIS is het bijzonder moeilijk om de bestaande situatie en het wensbeeld inzichtelijk voor te stellen.
NATUURINRICHTINGSPROJECT SMEETSHOF BOCHOLT 2005 De Smeetshof is een gebied van ongeveer 190 ha, gelegen in de provincie Limburg tegen de grens met Nederland. In dit natuurgebied overheerst het veen, vooral in het noordwestelijk deel waar de gronden nat tot zeer nat zijn. Vroeger vormde het gebied een doorstroommoeras, gevoed door twee beken en door kwel. Ontginning zette dit gebied om van een ontoegankelijk moerasgebied naar een zeer intensief landbouwgebied. Door de ontwatering zijn in grote delen van het gebied de natuurlijke vegetatie en de daaraan gebonden natuurwaarden verdwenen. In het eerste decennium van deze eeuw werd stap voor stap gewerkt aan de natuurlijke herinrichting van het gebied.
Na een
haalbaarheidsonderzoek werd een concreet natuurinrichtingsplan uitgewerkt. Het project behelst inrichtingsmaatregelen zoals het kappen van exoten, maar vooral werken om het open moeras te herstellen. Dit laatste vergt fysische maatregelen om de waterhuishouding terug aan te passen: grondwerken om met voldoende diepe waterplassen de ontwikkeling van een open moeras mogelijk te maken. Tevens dient water dit gebied opnieuw te voeden. Dit vergt specifieke waterhuishoudingswerken.
Het gebied van de Brugse Veldzone omvat een uitgestrekt en complex hydrografisch netwerk. In de uitvoering van het landinrichtingsproject ‘Brugse Veldzone’ werd de vraag gesteld concrete voorstellen te formuleren voor het herstel van de ecologische kwaliteit van de waterlopen ten behoeve van de visstand en de hengelsport. Een visserijplan moet de middelen voor een duurzame en natuurlijke (voor het watersysteem kenmerkende) visstand introduceren en hierop de draagkracht van bevissing afstemmen. Omwille van de uitgestrektheid van het plangebied en de beperkte onderzoeksmiddelen is ervoor geopteerd om eerst, aan de hand van bestaande gegevensbronnen, een beknopte visie en een streefbeeld voor het visbestand en de visserij op de waterlopen te ontwikkelen. De resultaten hiervan zijn getoetst aan een aantal, voor de totaliteit van het plangebied, kenmerkende referentiewaterlopen. Voor drie typen van referentiewaterlopen - een natuurlijke rivier (Rivierbeek), een kanaal (kanaal Gent-Oostende) en een stelsel van polderwaterlopen (Assebroekse polder) - worden concrete inrichtings- en beheersvoorstellen geformuleerd, op basis van de eerder uitgevoerde analyse. Hiertoe behoort een groot aantal maatregelen voor het oplossen van vismigratieknelpunten en voor habitatverbetering. De resultaten worden getoetst aan de praktijk om hun betrouwbaarheid te controleren en om na te gaan of ze kunnen worden vertaald naar het geheel van de waterlopen in de Brugse veldzone, zodanig dat de voorstellen ook elders inzetbaar en toepasbaar zijn.
VISSERIJPLAN VOOR DE BRUGSE POLDERS BRUGGE 2003
In het kader van de waterbeheersing in en rond het provinciaal domein ‘De Gavers’ te Geraardsbergen werd een aantal maatregelen uitgewerkt om wateroverlast te vermijden. De huidige waterproblemen worden zowel veroorzaakt door de Dender als door de van de heuvelrug afstromende beken. Doelstelling van het project is het vergroten van het waterbergend vermogen van het grachtenstelsel op het Gaverdomein. Eerst werden alle mogelijkheden in het afstromingsgebied in kaart gebracht, zowel de Gavers zelf als het bestaande grachtenstelsel. Ook werd een locatie gezocht voor een waterbergingsbekken. Hierbij werd het natuurlijk karakter van de omgeving gerespecteerd. Het natuurlijk reliëf werd optimaal benut om het grondverzet beperkt te houden. Ook de knelpunten op de Steenborrebeek, die de vismigratie naar de Dender beletten, werden aangepakt. In eerste instantie wordt gestreefd naar het herstel van het natuurlijke verval door herinrichting van de waterloop. Ook semi-natuurlijke oplossingen worden aangereikt, zoals de aanleg van een nevengeul of verruwing van de hoofdgeul waardoor via een natuurlijk verval (zonder drempels of schotten) een knelpunt ‘passeerbaar’ wordt gemaakt. Mogelijke technische oplossingen zijn dan weer de realisatie van een ‘kunstwerk’ (bekkentrap, hevel, … of een andere vispassage). Ook uitvoeringsbestekken werden opgemaakt.
WATERBEHEER IN HET PROVINCIAAL DOMEIN DE GAVERS GERAARDSBERGEN 2007-2008
GEMEENTELIJK EROSIEBESTRIJDINGPLAN GOOIK, LENNIK EN PEPINGEN 2005 - 2006
De opmaak van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan spitst zich toe op de gemeenten en wordt uitgevoerd conform de Code van goede praktijk. Het omvat onder meer een analyse van de randvoorwaarden, een historische analyse en een omgevingsanalyse, een knelpunteninventarisatie en –bespreking, een actualisatie van de erosiegevoeligheid van de gronden, een visievorming, een maatregelenprogramma, een uitvoeringsplan (zowel op korte als op lange termijn) en de opmaak van een dossier voor de subsidieregeling. Naast de erosie die de landbouwpercelen treft, door afstromingen, zorgt erosie ook voor de afkalving van de oevers van waterlopen. Dit
alles
gaat
gepaard
met
een
intens
overleg-
en
communicatieproces met de bevoegde overheidsdiensten, de landbouwers en andere betrokkenen. De gemeenten geniet voor de uitvoering van de maatregelen over subsidies. De landbouwers kunnen
beheersovereenkomsten
sluiten
met
de
Vlaams
Landmaatschappij (grasstroken, groenbedekker, niet-kerende bewerking…).
HERINRICHTING WATERLOOP ‘NOORD-ZUIDVERBINDING’ KIELDRECHT 2003
De ‘Noord-Zuidverbinding’ is een kunstmatige waterloop die ongeveer de westelijke grens vormt tussen het havengebied op Linkeroever en het poldergebied van het Waasland. De aanleg van de watergang dateert van begin 1970, de periode waarin de havenuitbreiding op Linkeroever in uitvoering was. De aanleg gebeurde op een klassieke manier waarbij enkel de waterafvoerende eigenschappen in rekening werden gebracht. In samenhang met de natuurcompensatiedossiers rond de aanleg van het Deurganckdok en gewijzigde inzichten en beleid rond water, zal deze waterloop volledig heringericht worden. Bij deze herinrichting moeten, naast de hydraulische aspecten, de ecologische aspecten sterk in rekening gebracht worden. Tevens worden de relaties met de omgevende landschappen en natuurgebieden in detail bekeken. De waterloop moet dan ook in de toekomst fungeren als een ecologische verbindingszone in de natte sfeer. Diverse (vis)migratieknelpunten worden opgeheven en de waterloop krijgt meer ruimte voor natuurlijke ontwikkelingen.
NATUURLIJKE INRICHTING VAN EEN WACHTBEKKEN OP DE ITTERBEEK LIER 2001 - 2009
Ontwerp van een wachtbekken op de Itterbeek te Lier - Koningshooikt voor de provincie Antwerpen. Grontmij heeft via een oppervlaktewatermodellering van de Itterbeek de noodzaak aangetoond van een retentiezone stroomopwaarts van Koningshooikt. Door de opmaak van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) heeft het de Provincie Antwerpen geholpen bij het ruimtelijk inpassen van deze zone. Naast het uitvoeringsontwerp stond Grontmij ook in voor het grondverwervingsdossier , voor het aanbestedingsverslag en voor de leiding van de werken bij uitvoering door de aannemer. Het concept omvat een natuurlijke vormgeving van de retentiezone, die landschappelijk aansluit op de Itterbeekvallei en deze een ecologische meerwaarde biedt. De retentiezone is ongeveer 11 ha groot en kan 60.000 m³ water bevatten. Naast enkele kleinere amfibiepoelen bevatten twee grote poelen permanent water. Twee grote watergangen laten het water in en uit het gebied. Een bos van 2,7 ha maakt deel uit van het overstromingsgebied en loopt enkel bij grote stormen onder water. In een 25 m lange verticale gronddam kunnen oeverzwaluwen en ijsvogels nestelen en een ecoduiker onder de Putsesteenweg begeleidt kleinere diersoorten veilig naar de overzijde van de baan. Natuurpunt (afdeling De Wielewaal) beheert het gebied, dat eigendom blijft van de Provincie.
HERAANLEG OEVERS ‘GROTE VIJVER DE NEKKER’ MECHELEN 2007 In het sport- en recreatiecentrum de Nekker wordt de noordelijk grote vijver, oorspronkelijk een grote zandwinningsput, intens gebruikt als recreatieve vijver. Het zuidelijk gedeelte, het Mechels Broek, is een nat en open moeras dat vroeger tot het overstromingsgebied van de Dijle behoorde. Een lage vooroever en op sommige plaatsen een hogere middendijk omzomen de vijver. Aan de zijde van de Dijle zijn de oevers bijna permanent onderhevig aan een vrij sterke golfslag. Een heraanleg drong zich dus op in functie van de versteviging van de oevers, een betere toegankelijkheid voor de hengelaars en een opwaardering en ontwikkeling van de natuurwaarden. Door de vele ondiepe plassen treedt er immers verdere aangroei van bomen en struiken op met verlanding en eutrofiëring tot gevolg. Grontmij streeft in het voorstel tot inrichting en heraanleg in eerste instantie een uitbreiding na van het natte en open moeras. De bestaande hoge dijk kan hier als wandeldijk dienst doen. Uit veiligheidsoverwegingen wordt eveneens een nieuwe vooroever aangelegd. De ruimte tussen de dijk en de vooroever wordt breder gemaakt in functie van het ontwikkelen van het moeras. De verlaging van het bodempeil maakt een snelle ontwikkeling van een rietvegetatie mogelijk. Het moerasgebied wordt zo aangelegd dat een permanente watercirculatie verzekerd is. Op de plaatsen met het minst hellende bodemprofiel worden steigers voor de hengelaars aangelegd.
HERINRICHTINGSPLAN VOOR DE MELSENBEEK MERELBEKE 1997 De Melsenbeek loopt als een natte verbindingsas doorheen de Scheldevallei en verbindt verschillende waardevolle natuurzones. De beek was evenwel gereduceerd tot een waterafvoerkanaal met hoofdzakelijk sterk vervuild water. Door collector- en waterzuiveringswerken verbeterde deze ongunstige situatie op korte termijn zeer sterk. Zo kon gestart worden met de opwaardering van de beek. Als belangrijk landschapsstructurerend natuurelement werd voor de gehele beeklengte van zo’n 7 km een natuurherstelplan uitgewerkt. Dit plan houdt niet alleen rekening met de waterafvoerende functie van de beek, maar combineert dit met de spontane ontwikkeling van waardevolle oever-, moeras- en watervegetaties. Tegelijk werden voorzieningen getroffen om oeverbeschadiging en –verstoring vanaf de aangelanden zoveel mogelijk uit te sluiten.
INTEGRAAL WATERBELEID PASSENDALE EN HEULEBEEK MOORSLEDE 2009 - 2010
Voor het integraal waterbeleid voor de bovenloopse Heulebeek en de Passendalebeek vroeg het provinciebestuur van West-Vlaanderen aan Grontmij een beleidsplan op te stellen. Het ontwerp van dit integraal waterbeleidsplan bevat een een gewenst ontwikkelingsbeeld (streefbeeld) van de waterlopen en omgeving. Doelstellingen en functies worden in een samenhangend verband aan diverse onderdelen van de waterloop toegekend. Deze hebben betrekking op de nodige ruimte voor de beheersing van de overstromingsproblematiek, het behoud van noodzakelijke oeverstroken, de verbetering van de waterkwaliteit, het versterken van natuurverbindingen en het voorzien van nieuwe recreatieve verbindingen. Om dit uit te werken, wordt in een uitgebreide inventarisatie nagegaan hoe de toestand momenteel is. De inventarisatie gebeurt in functie van het opbouwen van een goede kennis van het stroomgebied en het detecteren van knelpunten en kansen. De handleiding van de coördinatencommissie integraal waterbeleid voor de planperiode 2008 – 2013 en de voorgenomen acties en maatregelen van het ontwerp van deelbekkenbeheerplan voor het deelbekken Heulebeek vormen het kader voor de opmaak van het ontwerp van een integraal waterbeleidsplan.
HERSTEL VAN DE VRIJE VISMIGRATIE OP DE LAAN EN DE NETHEN OVERIJSE - ST-JORIS WEERT - OUD-HEVERLEE 2008
Op de waterlopen van eerste categorie wordt systematisch gewerkt aan de sanering van vismigratieknelpunten. Er wordt getracht het herstel van geschikte leefgebieden en vismigratie samen aan te pakken. De voorkeur gaat dan ook uit naar het herstel van de natuurlijke dynamiek van de waterloop. De ingrepen worden ingepast in een ruimere gebiedsvisie en hebben als doel zowel vismigratie te bevorderen als de structuurdiversiteit te verhogen (en dus ook de habitatkwaliteit). Indien volledig herstel niet haalbaar is, gaat de voorkeur uit naar de aanleg van een nevengeul langs het knelpunt. Een nevengeul kan worden ingericht met een natuurlijk verval waardoor stroomminnende soorten hier meer kansen krijgen dan in de opgestuwde hoofdloop. Het onderwerp van deze opdracht is de aanleg van 2 nevengeulen op de Laan (watermolen Terlanen) en de Nethen (watermolen Sint-JorisWeert) in het stroomgebied van de Dijle. Voor de Laan was er een ecologische inventarisatie beschikbaar, in dit kader is de nevengeul dan ook ingepast. Het projectgebied betreft een gewenste habitat voor de kamsalamander. Inbegrepen in de opdracht is de inventarisatie van de nodige gegevens, de hydraulische berekening van de nevengeul en de opmaak van het voorontwerp waarbij rekening gehouden is met alle biologische, ecologische en hydrologische eisen. Ook de opmaak van een onteigeningsdossier, een voorstel bodemonderzoek, veiligheidscoördinatie, een definitief ontwerp en het opvolgen van de uitvoering behoren tot de opdracht.
In het kader van de actualisatie van het SIGMAPLAN, dat tot doel heeft om de globale veiligheid in het Scheldebekken te verhogen en om een meer robuuste natuur in het Schelde-estuarium te realiseren, worden een aantal ecologische infrastructuurprojecten langs de Schelde uitgevoerd. De project Dijlemonding bestaat uit een cluster van drie overstromingsgebieden langs het stroomafwaartse deel van de Dijle: Zennegat, Grote Vijver en Heindonk. Het Zennegat en een deel van de Grote Vijver worden ingericht als Gecontroleerd Gereduceerd Getij (GGG). Dit houdt in dat het gebied onderhevig zal zijn aan de getijwerking van de Dijle. Het gebied zal tweemaal per dag overstromen. Door de dagelijkse getijwerking zullen zich op termijn kreken en schorren ontwikkelen. De oude meander wordt ingezet als kreekaanzet die opnieuw met de Dijle zal worden verbonden door het bouwen van een in- en uitstroomconstructie. In het gebied wordt een spontane ontwikkeling beoogd waarbij het huidige polderlandschap geleidelijk aan zal evolueren naar een natuurlijk schorren- en krekenlandschap. In functie van een optimale natuurontwikkeling worden geen recreatieve voorzieningen in het gebied gepland. De voorzieningen voor wandelaars en fietsers worden beperkt tot de nieuwe ringdijk vanwaar de recreant een ruim overzicht krijgt op het overstromingsgebied. Het gebied Heindonk wordt ingericht als gecontroleerd overstromingsgebied (GOG). Dit houdt in dat het poldergebied wordt ingericht in functie van de veiligheid waarbij zowel de landbouw als de gebruiker van het gebied primeert. Hierbij wordt het huidige weidse polderlandschap en het typische grachtenstelsel gevrijwaard en waar mogelijk verbeterd. Er wordt een nieuwe ringdijk voorzien rondom het gebied waarbij de dijk tussen de Dijle en het GOG wordt ingericht als overloopdijk.
OVERSTROMINGSGEBIEDEN IN DE DIJLEMONDING RUPEL 2007-2009
De Weerijs is een onbevaarbare waterloop 2de categorie. Ter hoogte van het zogenaamde Groot Schietveld, kamp van Brasschaat ,te Wuustwezel is er een vismigratieknelpunt, de PIDPA-stuw. Het project omvat het opmaken van een ontwerp voor het aanleggen van een vistrap aan dit knelpunt. Het voorontwerp verliep parallel met een watermodelleringsstudie en een ecologische inventarisatie van de vallei van de Weerijs. Voor de hermeandering van de kleine Aa of Weerijsbeek was ook reeds een milieueffectrapport beschikbaar. Uit deze onderzoeksgegevens bleek een meanderende nevengeul het beste scenario om de vismigratie te verbeteren. Deze geul sluit aan op meanders die reeds ingericht werden opwaarts de beek.
VERBETERING VAN DE VISMIGRATIE LANGS DE WEERIJS WUUSTWEZEL EN BRECHT 2008
BEHEERPLANNEN VLAAMSE KANAALOEVERS 2003
Voor het Albertkanaal, de Zuid-Willemsvaart, het kanaal DesselKwaadmechelen, het kanaal Schoten-Dessel, het kanaal van Beverlo, het kanaal Briegden-Neerharen en het kanaal HerentalsBocholt werden bermbeheerplannen opgemaakt. In de provincies Antwerpen en Limburg liggen tal van kanalen die in totaal enkele honderden kilometers lang zijn. Voor de dijken en aanpalende bermen werd een beheerplan uitgewerkt. Dit dient te gebeuren op een ecologische wijze waarbij tevens rekening wordt gehouden met de talrijke aangrenzende natuurgebieden, de scheepvaart en het recreatief gebruik van zowel het kanaal als de jaagpaden. Voorafgaand
aan
het
bepalen
van
de
ecologische
ontwikkelingsdoelstellingen van deze bermen werd een uitgebreide inventarisatie van de flora uitgevoerd. Uit deze inventarisatie bleek dat de meeste van deze kanaalbermen uitzonderlijke natuurwaarden bezitten. Deze kunnen door een goed beheer verder geoptimaliseerd worden. In functie van deze optimalisatie en ter verhoging van de landschappelijke en recreatieve waarden, werden, werden per kanaal gedetailleerde beheersplannen uitgewerkt.
HERINRICHTING VAN DE GROTE NETE PROVINCIE ANTWERPEN 2007 - 2010 Herinrichtingsmogelijkheden en schetsontwerp van de Grote Nete en haar vallei voor Waterwegen en Zeekanaal NV, afdeling Zeeschelde en het Agentschap voor Natuur en Bos. De Grote Nete is door de aanleg van rivierdijken alsmaar meer onafhankelijk van de vallei geworden. De voorheen ondiepe rivier met haar brede vallei is geëvolueerd naar een sterk uitgeschuurde en drainerende rivier waardoor in haar vallei verdroging optreedt en de riviergebonden fauna en flora sterk verstoord is. Daarnaast treden er stroomafwaarts steeds vaker overstromingen op, die veroorzaakt zijn door de te snelle bovenstroomse afvoer en het tekort aan opwaartse bergingsmogelijkheden. De THV Sigma Nete en de Universiteit Antwerpen verrichten een studie met betrekking tot de ‘Herinrichtingsmogelijkheden van de Grote Nete’ en dit op vlak van veiligheid en natuur. Het doel is om in het kader van de ‘Instandhoudingsdoelstellingen (IHD) de ecosysteemdiensten op lange termijn te garanderen’, weliswaar zonder bijkomende overstromingen te veroorzaken. Grontmij heeft binnen de THV Sigma Nete het inrichtingsplan en het schetsontwerp opgemaakt voor het middengebied van de Grote Nete tussen Oosterlo en Itegem. In dit schetsontwerp werd gestreefd naar een optimaal herstel en benutting van de natuurlijke Netevallei. Door het creëren van een waterpeilverhoging in de Grote Nete en hieruit volgend een grondwaterpeilverhoging in de vallei wordt een proces in gang gezet om de objectieven inzake een gepaste natuurlijke vegetatie tot stand te brengen. In het kader van veiligheid worden gebieden voor gecontroleerde waterberging ingericht. In Vlaanderen is dit project uniek omwille van de achterliggende filosofie met betrekking tot waterbeheersing en de omvang van de natuurontwikkeling. Ook op het gebied van recreatie is een vernieuwende aanpak gehanteerd waarbij fietsroutes zo goed als mogelijk slechts op de rand van de vallei worden voorzien om zodoende de vallei zo goed mogelijk te vrijwaren van antropogene invloeden.
GEBIEDSVISIE KALKENSE MEERSEN OOST-VLAANDEREN 2003 Het valleigebied Kalkense Meersen vormt één van de grotere riviergraslandcomplexen binnen het overstromingsgebied van de Schelde. Het gebied strekt zich uit over vier gemeenten en bezit uitzonderlijke natuur- en landschapswaarden. In het kader van het Sigmaplan wordt dit gebied ingericht als overstromingsgebied. Voor het gehele gebied werd een gebiedsvisie en beheerplan opgemaakt waarbij verschillende scenario’s zijn uitgewerkt, afhankelijk van het stuwpeil van de beken, de overstromingsfrequentie en de beoogde doelhabitats.
CONTACT MAATSCHAPPELIJKE ZETEL
Groot-Bijgaarden
Louvain-la-Neuve
Gossetlaan 28-28A
Avenue Athéna 6
Brussel
1702 Groot-Bijgaarden
1348 Louvain-la-Neuve
Kunstlaan 3/4/5
T +32 2 383 06 40
T +32 10 24 19 03
B-1210 Brussel
F +32 2 380 36 08
F +32 10 24 20 70
T +32 2 209 07 76
[email protected]
[email protected]
Hasselt
Mechelen
Herckenrodesingel 101
Stationsstraat 51
3500 Hasselt
2800 Mechelen
T +32 11 26 08 70
T +32 15 45 13 00
F +32 11 26 08 80
F +32 15 45 13 10
LOCATIES
[email protected]
[email protected]
Antwerpen
Herentals
Zelzate
Nieuwe Weg 1
Herenthoutseweg 236 M
Michel Gillemanstraat 5
2070 Zwijndrecht
2200 Herentals
9060 Zelzate
T +32 3 560 11 90
T +32 14 28 27 20
T +32 9 345 70 67
F +32 3 560 11 99
F +32 14 28 27 29
F +32 9 345 53 67
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Brugge
Kapellen
Oostendse Steenweg 146
Starrenhoflaan 44-19
8000 Brugge
2950 Kapellen
T +32 50 45 79 80
T +32 3 664 21 71
F +32 50 45 79 90
F +32 3 664 00 39
[email protected]
[email protected]
Gent
Leuven
Meersstraat 138A
Diestsesteenweg 52, bus 0101
9000 Gent
3010 Kessel-Lo
T +32 9 241 59 20
T +32 16 89 34 40
F +32 9 241 59 30
F +32 16 89 57 83
[email protected]
[email protected]
F +32 2 209 07 71
[email protected]
www.grontmij.be april 2012