E-merge en het Blackboard Content System
Peter Verheijen
Mei 2004
Voorwoord Met de invoering van elektronische leeromgevingen is de rol van informatie en communicatie technologie (ICT) in het onderwijs groter en structureler geworden. Veel instellingen kampen met dezelfde uitdagingen en het probleem dit verder vorm te geven. Een aantal instituten voor hoger onderwijs heeft daarom de handen in elkaar geslagen en een consortium opgericht onder de naam E-merge. Het consortium is in 2002 opgericht voor een periode van tien jaar. In de pilot fase van twee jaar zal E-merge een aantal projecten faciliteren op het veld van onderwijs en technologie. E-merge richt zich daarbij op het doelmatig gebruik van innovatieve leeromgevingen, doelgerichte ondersteuning aan docenten bij het gebruik van ICT en het onderling elektronisch toegankelijk maken van modern onderwijs. Het uiteindelijke doel is innovaties in het onderwijsaanbod waarbij de student regisseur wordt van het eigen leerproces. E-merge activiteiten zijn samengebracht in twee programma’s: een programma gericht op onderwijskundige samenwerking en een programma dat zich richt op de technische infrastructuur. Medewerkers van de deelnemende instituten nemen deel aan de verschillende projecten waarin drie activiteiten centraal staan: • ICT-activiteiten in het onderwijs op elkaar afstemmen; • kwaliteits- en efficiencywinst realiseren; • structurele samenwerking vormgeven. De onderwijskundige projecten zijn: • OP1: deelprogramma LCMS: drie projecten over het gebruik van Learning Content Management in het onderwijs; • OP2: deelprogramma Learning Community: bevat drie deelprojecten over wat wel “digitale didactiek” wordt genoemd; • OP3: deelprogramma E-Folio: bevat vier projecten over het gebruik van portfolio and assessment in het onderwijs. De infrastructurele projecten zijn: • TI1: uitwisseling van data: het koppelen van een Learning Content Management Systeem aan de Digitale Leeromgeving; • TI 2: Gebruikersbeheer en toegang; • TI 3: Gezamenlijke ontwikkeling en onderlinge levering producten; • TI 4: Beveiliging; • TI 5: Hosting; • TI 6: Gezamenlijk optreden richting marktpartijen; • TI 7: Evalutatie Blackboard Content Systeem.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
2 van 29
Dit rapport beschrijft de resultaten van het “TI 7 Evaluatie Blackboard Content Systeem” project, waarbij E-merge deelnam aan het bèta test programma van dit door Blackboard nieuw uitgebrachte product. Project deelnemers: Peter Verheijen Marco Gorissen Mark Arts Mark Schenk Willem van Valkenburg Aletta Smits Elsbeth Ingenluyff Sonja Wagenaar Jan van Tartwijk Erik Driessen
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
Universiteit Maastricht Universiteit Maastricht Universiteit Maastricht Technische Universiteit Delft Technische Universiteit Delft Universiteit Leiden Universiteit Leiden Universiteit Leiden Universiteit Maastricht Universiteit Maastricht
project leider technisch beheer functionele testen technisch beheer systeem evaluatie functionele testen functionele testen functionele testen E-folio evaluatie en pilots E-folio evaluatie en pilots
3 van 29
Inhoudsopgave Samenvatting
5
1
Introductie
7
2
Persoonlijke schijfruimte
8
2.1 2.2
8 9
3
Course/community content management 3.1 3.2
4
10
Functionaliteit Indrukken en suggesties voor verbetering
10 10
Portfolio 4.1 4.2
5
Functionaliteit Indrukken en suggesties voor verbetering
12
Functionaliteit Impressies en suggesties voor verbetering
12 12
Institutional Content and E-reserves 5.1 5.2 5.3
14
Institutional Content E-reserves Suggesties voor verbetering
14 14 15
6
Workflow
16
7
Other issues
17
7.1 7.2 7.3 7.4
8
Oracle Character set Data integratie, load balancing, LDAP authenticatie en virtuele installaties Architectuur en capaciteit Gebruik van het Content System in het algemeen
Architectuur en beheer
Bijlagen Bijlage 1 Pilot gebruik van het Blackboard Content System om portfolio’s te bouwen en te delen Bijlage 2 Portfolio template
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
17 17 18 18
19 21 22 28
4 van 29
Samenvatting Het Blackboard Content System (CS) voorziet in vier toegevoegde functies aan het Blackboard Learning System (LS), dat bij alle in E-merge deelnemende instellingen als standaard digitale leeromgeving gebruikt wordt, die tegemoet komen aan de thema’s die op dit moment belangrijk zijn rond onderwijs en technologie: • persoonlijke schijfruimte; • course en community content management; • beschikbaar stellen van bibliothecaire informatie; • E-folio. Van deze functies maakt de Persoonlijke Schijfruimte de meeste indruk: een goed geïntegreerde, eenvoudig in gebruik zijnde en rijke functie, waarbij in potentie alle gebruikers van het LS in een persoonlijke webomgeving documenten kunnen opslaan, beheren en delen met anderen. De course- en community content management functie biedt een oplossing om documenten maar één keer op te slaan en beschikbaar te stellen in meerdere courses of communities. Er zijn eenvoudige workflow opties beschikbaar, versiebeheer en mogelijkheden tot definitie van metadata. Het is nog geen volledig uitontwikkeld learning content management systeem, onder andere doordat de workflow functies beperkt zijn en de metadata niet standaarden als SCORM ondersteunen. De eenvoud biedt echter zeker voordelen doordat gebruikers het als laagdrempelig ervaren en het systeem kan functioneel meegroeien met de behoeften in de organisatie. De integratie van het CS met het LS kan verbeterd worden, alsmede de ergonomie. Blackboard heeft toegezegd dat in de zomerrelease van 2004 met betrekking hiermee sterke verbeteringen zullen zijn aangebracht. Het CS kwam beschikbaar toen een SURF E-folio project waarin de Universiteit Maastricht deelnam, op zoek was naar een eenvoudige manier waarmee elektronische portfolio’s ergens centraal opgeslagen, en met anderen gedeeld kunnen worden. Experimenten met het CS hierin brachten de sterke punten van het CS naar voren: het gemak waarmee hyperlinks gemaakt kunnen worden, e-folios in het systeem kunnen worden geplaatst en vervolgens met andere gebruikers, binnen en buiten het CS, kunnen worden gedeeld. Zwakkere punten kwamen naar voren in het feit dat het systeem niet echt tegemoet komt aan de behoefte om off-line een portfolio te kunnen maken en beheren en het feit dat Word een populaire applicatie is, die als authoring tool voor een e-folio gebruikt kan worden vanwege de lage gebruikersdrempel en veel brondocumenten in Word zijn gemaakt. De reden waarom het CS het offline werken aan een e-folio nog niet echt ondersteunt ligt in het feit dat IMS standaarden op dit gebied nog niet uitontwikkeld zijn, maar dit zal in de nabije toekomst veranderen. Blackboard heeft aangegeven deze behoefte te onderkennen en denkt aan het einde van 2004 een oplossing te hebben.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
5 van 29
Het project heeft niet veel energie gestoken in het testen van het beschikbaar stellen van bibliothecaire informatie met het CS. Deze functie bleek niet erg intuïtief en de filosofie niet erg duidelijk. Blackboard heeft aangegeven de documentatie over deze functie sterk te verbeteren en zal deze zeer binnenkort beschikbaar stellen. Het CS is een toevoeging aan het LS waardoor de afhankelijkheid van het bedrijf Blackboard zal toenemen. Aan de andere kant betekent dat de kosten voor technisch en functioneel beheer van de elektronische leeromgeving als totaal door deze integratie relatief laag zullen blijven. Migratie van een operationeel LS naar het CS is tamelijk eenvoudig wanneer het LS is geïnstalleerd op een zogenaamde Load Balancing omgeving, omdat een systeem met deze architectuur eenvoudig is op te schalen. Het toevoegen van het CS aan een LS op een één of twee server omgeving betekent waarschijnlijk een herinrichting van de volledige architectuur. Technisch gezien lijkt het een kwalitatief goed product. De waarde van het systeem binnen een onderwijskundige omgeving zal nog verder moeten worden onderzocht. Het Blackboard CS biedt een antwoord op twee belangrijke thema’s binnen E-merge: E-Folio en Learning Content Management. Het starten van pilots binnen de onderwijskundige projecten van E-merge is een voor de hand liggende volgende stap: alle E-merge partners gebruiken immers het Blackboard Learning System.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
6 van 29
1 Introductie In november 2003 is E-merge gestart met het project om Blackboard CS te testen. Het doel van het project is als volgt beschreven: • werkt het product goed? Doet het product wat het belooft in technische zin? • kan het product tegemoet komen aan behoeften vanuit de onderwijskundige organisatie en in hoeverre kan het tegemoet komen aan de doelen die door E-merge zijn gesteld. In de periode november 2003 – januari 2004 richtte het project zich op de eerste vraag. Het Blackboard CS werd geïnstalleerd binnen een Windows/SQL omgeving van de universiteit Maastricht en binnen een Solaris/Oracle omgeving van de TU Delft. Het Blackboard CS is niet vergeleken met vergelijkbare producten. Er is naar het systeem gekeken zoals het is. Er zijn geen functionele eisen van te voren opgesteld. Gedeeltelijk is het wel vergeleken met reeds bekende functionele eisen (bijvoorbeeld gebruik Portfolio).
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
7 van 29
2 Persoonlijke schijfruimte Veel instituten voor hoger onderwijs stellen persoonlijke schijfruimte voor studenten op het netwerk beschikbaar. Gangbare oplossingen voor het verlenen van deze dienst zijn een virtuele schijf via een “share” en een webfolder die benaderd kan worden via het FTP protocol. Het Blackboard CS biedt aan elke gebruiker een “My Content” omgeving waarin persoonlijke documenten kunnen worden opgeslagen en beheerd. Iedere gebruiker kan bepalen wie toegang heeft tot een bepaald document of folder in zijn omgeving. Op deze manier is het mogelijk een virtuele werkomgeving buiten courses en communities te creëren.
2.1 • •
• •
•
Functionaliteit Het Blackboard CS biedt een webfolder waar een gebruiker content naar toe kan slepen of via een knip/plak functie kan plaatsen. Het Blackboard CS systeem biedt hierin enkele voordelen op het gebied van beveiliging: o het CS gebruikt de loginprocedure van het LS. Deze kan beveiligd worden via SSL, een op internet veel gebruikt encryptie protocol. Gebruikersnaam/wachtwoord encryptie is namelijk niet mogelijk met standaard FTP oplossingen. o bij het CS is het niet mogelijk FTP poorten open te zetten op de servers. Deze poorten zijn populair bij hackers. Het is mogelijk documenten te bewerken en te bewaren terwijl ze in de webfolder op de server staan. Default is de content alleen beschikbaar voor de eigenaar, maar deze eigenaar kan besluiten de documenten te delen met andere gebruikers binnen maar ook buiten het systeem. Toegang kan worden verleend op een persoonlijk niveau, op basis van portal rol, course– of community lidmaatschap. Diskquota is mogelijk en in te stellen op basis van portal rol of course/community lidmaatschap. Uitzonderingen op individueel niveau zijn mogelijk.
In de onderstaande tabel wordt het content systeem vergeleken met SHARE en FTP oplossingen:
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
8 van 29
toegang beveiliging onderhoud delen drag and drop documenten bewerken integratie quota
2.2 •
•
Share
FTP server
Blackboard-CS
+ + + individueel
+ + login individueel
+ + + + + + transparant op basis van rol
Indrukken en suggesties voor verbetering Default is het CS zodanig ingericht dat bij het gebruik van de webfolder regelmatig een Windows inlogscherm verschijnt. De gebruiker moet dan nogmaals zijn gebruikersnaam/password intikken. Dit is op te lossen met een systeeminstelling waarbij het gebruik van “persistant cookies” wordt aangezet. Dit heeft echter het bijeffect dat de gebruiker via het logout icoontje moet uitloggen om dit cookie weer te laten verdwijnen en dus niet gewoon de browser moet sluiten. Doet hij dit, dan hoeft hij bij het openen van Blackboard niet opnieuw in te loggen. Met name de inrichting van openbare PC’s moet op dit punt kritisch bekeken worden. Wanneer gebruiker A een document beschikbaar stelt aan gebruiker B, dan vindt gebruiker B dit niet vanzelf in zijn omgeving. Er zijn verschillende mogelijkheden om het document onder de aandacht te brengen: o gebruiker A informeert gebruiker B en deze gebruikt dan de zoekoptie en maakt een bookmark; o gebruiker A stuurt een workflow activiteit naar gebruiker B; o gebruiker A stuurt een “pass” naar gebruiker B. Dit is een e-mail met een directe link naar het betreffende document. Dit betekent dus dat het delen van data een stappen actie is. Wij hebben de indruk dat functies om gedeelde documenten te vinden verbeterd kunnen worden.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
9 van 29
3 Course/community content management Het idee achter deze functie is dat documenten als bron document één keer in het Blackboard systeem geplaatst worden, met de mogelijkheid deze beschikbaar te stellen in meerdere courses en communities. Versie 6 van het Blackboard LS heeft enkele functies om documenten te hergebruiken, maar het zijn echter complexe procedures. Iedere course en community heeft een folder binnen het content systeem waarbinnen een instructor, teaching assistent of coursebuilder documenten kan plaatsen en folders kan aanmaken. Bestanden die binnen deze folder geplaatst worden zijn niet automatisch beschikbaar binnen de course of community. De course-content omgeving biedt een oplossing waarbinnen we makkelijker en efficiënter content kunnen delen en hergebruiken binnen courses en communities. Hierbij hebben ook systeembeheerders een omgeving waarbinnen grote hoeveelheden content efficiënter beheerd kan worden dan nu binnen het LS het geval is.
3.1 • • • •
3.2
Functionaliteit Binnen een course refereert een link direct naar een item in het content systeem. Het document is fysiek dus niet aanwezig binnen de course. Doordat het document maar één keer in het systeem voorkomt is een eventuele update van het document meteen beschikbaar in alle courses waarin het document ter beschikking staat. Door het beschikbaar zijn van webfolder functionaliteit is het plaatsen van documenten in het systeem sterk vereenvoudigd (minder muisklikken). Versiebeheer, workflow en tracking functies zijn beschikbaar.
Indrukken en suggesties voor verbetering
Naar mening van de projectgroep zouden gebruikers het CS in relatie met het LS als volgt moeten gebruiken: • zet alle content in het CS, niets in het LS; • dit moet zicht transparant voordoen aan de gebruiker: een gebruiker hoeft zicht niet te realiseren dat hij documenten in een CS zet.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
10 van 29
Om dit te realiseren is het volgende nodig: • maak het mogelijk om content op een eenvoudige wijze vanuit de course direct in het CS te zetten. Dit kan nu wel, maar werkt niet erg intuïtief; • zet de mogelijkheid om content in het LS te zetten uit; • migreer alle bestaande content van het LS naar het CS. Blackboard heeft een migratietool hiervoor aangekondigd. De course en community content management functie in het bijzonder is niet erg transparant in de integratie van het LS en het CS. Het vereist in principe een tweestap methode om documenten in het CS te plaatsen en beschikbaar te stellen in een course. • Om een document toe te voegen in een course via het CS moet een gebruiker het eerst in het CS plaatsen alvorens het beschikbaar te kunnen stellen in een course. Het op deze manier toevoegen van een enkel document vereist een groot aantal muisklikken. Zoals is aangegeven is een “vanuit de course omgeving plaatsen” werkwijze beter. Dit is mogelijk, maar werkt niet erg intuïtief. • Versiebeheer: bij versiebeheer geschiedt de nummering automatisch. Een verbetering zou zijn wanneer het mogelijk zou zijn een “minor release” nummer te gebruiken, en handmatige aanpassingen mogelijk zijn. • Workflow mogelijkheden zijn nog erg beperkt: het is alleen mogelijk een workflow te definiëren naar één ander persoon. Deze functie zou verbeterd kunnen worden wanneer het mogelijk is een workflow proces te definiëren met meerdere betrokkenen in verschillende rollen.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
11 van 29
4 Portfolio Met de portfolio-functie kan iedere gebruiker een of meerdere portfolio’s maken, plaatsen en delen met andere gebruikers en kunnen gebruikers portfolio’s becommentariëren. Omdat studiepaden steeds individueler worden is het belangrijk de ontwikkeling van een student hierin te kunnen volgen. Portfolio’s kunnen daarbij een bruikbare rol spelen, waarin de student systematisch reflecteert op eigen gedrag, ervaringen en bijdragen en de eigen vaardigheden en competenties presenteert aan de relevante mensen. Portfolio ontwikkelt zich ook naar een belangrijk middel voor assessment in het onderwijs.
4.1 • • • • •
4.2 •
• • •
• •
Functionaliteit Creëren van portfolio’s waarbij gebruik kan worden gemaakt van een “wizard” en een HTML-editor. De mogelijkheid om hyperlinks te maken naar documenten in de persoonlijke folder of via een externe link naar content buiten het systeem. De mogelijkheid om van sjablonen gebruik te maken. De mogelijkheid om portfolio’s te publiceren aan mensen binnen en buiten het systeem. Mogelijkheid om gemaakte portfolio’s te becommentariëren.
Impressies en suggesties voor verbetering De Blackboard filosofie is om portfolio’s binnen het systeem te bouwen. Dit betekent dat een student bij het bouwen “online” moet zijn en dat kan voor veel studenten nog een probleem zijn. Niet iedereen heeft een (snelle permanente) internetverbinding thuis en de voorzieningen op de universiteit zijn niet altijd voldoende. Het zou daarom een grote verbetering zijn wanneer portfolio’s “off-line”, buiten het systeem, gebouwd kunnen worden. Het is niet mogelijk om HTML-sjablonen (web pagina’s) te maken die uit meerdere pagina’s (frames) bestaan. Het is niet mogelijk documenten in de portfolio omgeving te plaatsen. Documenten die in een portfolio gebruikt worden moeten in de persoonlijke folder geplaatst worden. Het werken met de HTML-editor is niet eenvoudig. Studenten werken graag met copy/paste functies vanuit Word brondocumenten. Hierbij wordt Word-specifieke opmaak meegekopieerd die vervolgens niet goed wordt weergegeven en niet te herstellen is. Het is mogelijk het portfolio te exporteren. Het is echter niet mogelijk het te importeren, in het CS of een ander systeem. Het raamwerk van de HTML-editor is klein.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
12 van 29
• •
Commentaar van anderen, dat op een portfolio is gegeven, is door iedereen te lezen die toegang heeft tot het portfolio. Het zou mogelijk moeten zijn dit te differentiëren. Het is niet mogelijk het portfolio te certificeren.
Standaarden voor portfolio’s zijn nog in ontwikkeling. Standaarden kunnen voorzien in de portabiliteit en de interoperabiliteit van e-folio’s en daarmee de systeem onafhankelijkheid doen toenemen. Blackboard is lid van organisaties als het IMS Global Learning Consortium waar deze standaarden ontwikkeld worden. De Universiteit Maastricht participeert reeds enkele jaren in e-folio projecten. Binnen deze projecten zijn enkele pilots gedaan met het CS. Ervaringen zijn beschreven in bijlage 1.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
13 van 29
5 Institutional Content and E-reserves 5.1
Institutional Content
In de Institutional Content omgeving kunnen documenten worden beheerd die beschikbaar zijn voor alle courses en communities. Alleen een systeembeheerder kan folders en objecten toevoegen binnen deze omgeving. Alle gebruikers hebben standaard “lees” toegang. De systeem beheerder kan de rechten van andere gebruikers uitbreiden met “schrijf”, “verwijder” en “manage” rechten.
5.2
E-reserves
E-reserves zijn course-gerelateerde mappen die door bibliothecarissen worden onderhouden. Voor Ereserves geldt, net als bij Institutional Content, dat alleen een systeembeheerder rechten kan geven aan de relevante staff (bijv. bibliothecarissen). Verder wordt een E-reserve map voor een course aangemaakt wanneer de Instructor/TA e.d. op de content tab klikt. Hierbinnen kunnen dan alleen de gebruikers met de vereiste rechten (door een systeembeheerder gedefinieerd) nieuwe folders of items plaatsten. Wanneer een course op “unavailable” staat kan alleen de instructor/TA/course builder en diegenen die van een systeembeheerder de vereiste rechten hebben gekregen de betreffend course in de E-reserves van het content system zien. Wanneer een course vervolgens ook beschikbaar is voor studenten, dan hebben deze eveneens toegang tot de course map in E-reserves. Het is mogelijk om content binnen E-reserves te plaatsen voordat de Instructor/TA/course builder het content systeem heeft benaderd. Blackboard levert een aantal tools waarmee E-reserves kunnen worden aangemaakt. Verder is het zo dat diegenen die de rechten hebben om content binnen E-reserves toe te voegen, verwijderen of te managen, deze content moeten opzoeken met de zoekfunctie in het linkerframe (omdat alleen gebruikers met een courserol de bijbehorende coursmap in de E-reserves folder zien. Een eenmaal via een zoekfunctie gevonden item kan via en bookmark gemarkeerd worden waardoor het een volgende keer sneller benaderd kan worden. Blackboard heeft dit op deze manier ingericht om redenen van performance.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
14 van 29
5.3
Suggesties voor verbetering
Deze functies hebben binnen het CS project niet veel aandacht gekregen. Het was echter ook niet eenvoudig een goed beeld te krijgen van de waarde van deze functie. Wat is de rol van de bibliothecaris in relatie met de onderwijsgevende? Hoe moet het beheer van content binnen deze omgeving worden georganiseerd? De documentatie van deze functies was aanvankelijk mager. Blackboard heeft inmiddels enkele documenten beschikbaar gesteld met voorbeelden hoe deze functies gebruikt kunnen worden.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
15 van 29
6 Workflow Het Blackboard CMS systeem biedt een workflow-functionaliteit. Met behulp van deze functie is het mogelijk om een document naar één of meer ontvangers te zenden met een specifiek verzoek: goedkeuring (“approve”); afmaken (“complete”); nakijken/beoordelen (“grade”); ter herinnering (“remind”); feedback geven (“review”); delen (“share”). Onderwijskundig gezien zou deze functionaliteit mogelijkheden kunnen bieden om bijvoorbeeld een werkvorm als peer-assessment te organiseren. Een student zou zijn document naar twee of drie medestudenten kunnen sturen (tegelijkertijd, of na elkaar) en het resultaat vervolgens in de mailbox van de docent kunnen laten belanden. Of een docent kan ingeleverde opdrachten naar willekeurige studenten zenden met de vraag om feedback en om die vervolgens bij de oorspronkelijke auteur én de docent laten verzamelen. De auteur verwerkt die feedback dan in een nieuwe versie van zijn opdracht. De mogelijkheden van de workflow-functionaliteit in deze software zijn nogal beperkt: een “reviewed” document kan alleen terug naar de auteur worden gestuurd; er kan dus geen keten van reviews worden uitgezet met de docent als eindpunt. Verder beloven de verschillende namen van de workflows een specifieke functionaliteit. Maar dat blijkt een tikje overdreven. De gegevens die een ontvanger in een workflow kwijt kan zijn voor alle soorten workflow gelijk. Het is niet zo dat voor de ene workflow (grade) bijvoorbeeld volstaan kan worden met het aangeven van een beoordeling terwijl voor een andere workflow een uitgebreidere set gegevens ingevuld kan/moet worden.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
16 van 29
7 Other issues 7.1
Oracle Character set
De meeste Europese talen gebruiken karakters die alleen beschikbaar zijn in het extended ASCII set. Deze set is daarom belangrijk om correct te kunnen spellen. Dit betekent dat Oracle databases waarop Blackboard LS (6.x) draait geconfigureerd moeten zijn voor de ISO5589 karakterset. Een betere keuze zou de UTF8 karakterset zijn, maar Blackboard LS versie 6 ondersteunt deze nog niet. Blackboard heeft aangekondigd dit in een toekomstige release wel te ondersteunen. Het CS, net als het LS, werkt onder een database. In een Oracle omgeving werkt dit alleen als in de database de database karakterset is ingesteld op ISO5589 en “national character” is ingesteld op UTF8. Blackboard onderkent dat het noodzakelijk is om op korte termijn in zijn geheel naar een ondersteuning van de UTF8 karakterset te gaan omdat het nu met de ISO karakterset onnodig gecompliceerd is om de omgeving naar verwachting te laten werken. Deze materie speelt niet in een Windows/SQL omgeving.
BB LS BB CS
7.2 • •
• •
US7 ASCII
ISO8859
X
X
UTF8 X
Data integratie, load balancing, LDAP authenticatie en virtuele installaties We hebben het content systeem geïnstalleerd op een drie server Blackboard load balancing configuratie (twee applicatieservers en één database server). De installatie verliep zonder problemen. Voor het dagelijks beheer van Blackboard wordt de snapshot tool en controler gebruikt om gebruikers, courses, communities, enrollments en de catalogus te beheren. Het beheer van het content system sluit hier naadloos op aan. Er hoefde geen wijzigingen gemaakt te worden in de snapshot omgeving, alle gebruikers hadden direct toegang tot het CS. We gebruiken LDAP authenticatie op Microsoft Windows Active Directory om gebruikers te authenticeren. Dit werkt ook transparant naar het CS. Het content system ondersteunt nog geen virtuele installaties van het LS, waarbij verschillende Blackboard omgevingen op één hardware omgeving bestaat.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
17 van 29
7.3
Architectuur en capaciteit
Gedurende het testen was de performance een punt van aandacht. Het openen van de content tab duurde nogal eens lang omdat er soms een grote lijst van courses opgebouwd moest worden. In de laaste versie is deze functie verbeterd, mede waarschijnlijk door het gebruik van een nieuwe versie van Java sofware. In de toekomst zullen we nog enkele performance testen doen om een idee te krijgen van de impact op de hardware bij een hoge belasting. De mogelijkheid is onderzocht onderzocht om het CS op verschillende servers te installeren, naast de LS servers en of de capaciteit van de applicatie servers moet worden uitgebreid wanneer het CS in productie moet worden genomen.
7.4
Gebruik van het Content System in het algemeen
Veel onderwijsgevenden vinden het werken met het Blackboard systeem prettig vanwege de laagdrempeligheid. Dit is een van de sterkste punten van het LS en heeft zeker bijgedragen tot het succes. Het CS maakt het gebruik van de learning omgeving complexer waardoor het gevaar bestaat dat gebruikers verloren raken in het systeem. Een belangrijke verbetering zou zijn wanneer het eenvoudiger zou worden om vanuit een course rechtstreeks content in het CS toe te voegen. Dit is mogelijk, maar werkt niet erg intuïtief. Verder merken we dat het toevoegen van functionaliteit drempelverhogend kan werken bij het gebruik van de elektronische leeromgeving in zijn geheel. Uitbreidingen vergen daarom nauwgezette planning en afweging. Het CS is, na installatie, een onderdeel van de Blackboard leeromgeving. Dit heeft de volgende voordelen: • nauwelijks extra dagelijks beheer, omdat dit al gebeurt via met het beheer van het LS. Dit houdt de exploitatiekosten laag; • de omgeving is transparant voor de gebruikers, hoewel deze nog verder verbeterd kan worden. Er zijn ook nadelen: • het is niet mogelijk het CS onafhankelijk van het LS te installeren; • een sterk E-merge idee is om één centraal content systeem te delen met meerdere Learning Systemen. Dit is met de huidige versie van het CS niet mogelijk; • deze add-on architectuur is afhankelijk van het Learning Systeem. Sommige organisaties hebben een voorkeur voor een meer onafhankelijke oplossing vanwege de grotere flexibiliteit.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
18 van 29
8 Architectuur en beheer Een (Windows) LS installatie heeft drie databases en één filesysteem. Het Content System heeft zes databases en vier filesystemen. Een gezamenlijke installatie van het LS en het CS heeft dus de volgende structuur: Databases
Filesystems
Learning System
Bb_bb60 Bb_bb60_stats Bbadmin
Content System
Cms Cms_files_courses Cms_files_inst Cms_files_library Cms_files_orgs Cms_files_users
Learning System
Blackboard\content\courses
Content System
courses institutions library orgs users
Bij een standaard 2-server installatie bestaan de databases op de Database server en de filesystemen op het applicatieserver. Het is mogelijk de databases over meerdere servers en het filesysteem over verschillende fileservers te verdelen, of de data op een zogenaamd Storage Area Network (SAN) te plaatsen. Documenten die in het content systeem worden gezet, worden opgeslagen binnen het betreffende filesysteem. Dit bestaat uit een directory structuur die gebaseerd is op jaar/maand/dag.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
19 van 29
De grootste verandering vanuit architectuur perspectief is de toevoeging van de persoonlijke schijfruimte. Wanneer bijvoorbeeld een persoonlijke schijfruimte van 50 MB wordt toegekend aan 12.000 studenten, dan betekent dat een potentiële behoefte van 600 GB schijfruimte. Een ander aandachtspunt vanuit systeemoogpunt is Webdav. Wanneer een gebruiker een Webdav sessie opent, dan heeft hij een permanente verbinding met de server. Dit in tegenstelling tot een reguliere Blackboard sessie waarbij een connectie maar enkele seconden in tact blijkt. Wanneer een grote groep gebruikers dus gebruik maakt van Webdav, betekent dit een grote belasting op de servers. Het gedrag van gebruikers valt op dit moment moeilijk te voorspellen omdat er nog geen ervaring bestaat met het gebruik van Webdav op grote schaal. Backup en restore procedures moeten zorgvuldig bekeken worden. Een gebruiker van het CS verwacht een hoge kwaliteit van een backup/restore service wanneer hij, om een of andere reden, een document kwijtraakt. Documenten zijn niet eenvoudig te vinden in het filesysteem en de exacte locatie is niet bekend bij de gebruiker. Het is echter mogelijk een “Delete Audit Trail Lifetime” te definiëren, wat betekent dat een door een gebruiker verwijderd document nog gedurende een bepaalde tijd beschikbaar blijkt en teruggehaald kan worden. Standaard staat deze tijd op tien dagen. De beste architectuur om een Learning System + Content System te implementeren is een load-balanced architectuur waarbij de omgeving bestaat uit meerdere applicatieservers en aparte database en fileservers. De architectuur is zodanig dat deze makkelijk is uit te breiden door applicatieservers toe te voegen of te vervangen door krachtigere machines. Organisaties met load-balanced Learning System implementatie hebben waarschijnlijk de minste problemen om het CS te implementeren.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
20 van 29
Bijlagen 1. Pilot gebruik van het Blackboard Content System om portfolio’s te bouwen en te delen 2. Portfolio template
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
21 van 29
Bijlage 1
Pilot gebruik van het Blackboard Content System om portfolio’s te bouwen en te delen Jan van Tartwijk, Erik Driessen, Peter Verheijen
Context In traditionele medische curricula bestaat een strikte scheiding tussen het programma in de eerste jaren, waarbij gefocust wordt op theorie, en de latere jaren waarbij ervaring opdoen centraal staat. Uit onderzoek blijkt dat deze scheiding problematisch is omdat studenten onvoldoende de theorie in de praktijk gebruiken en dat theoretische kennis meestal niet zodanig is gestructureerd dat ze adequaat bij medische problemen gebruikt kan worden. Per september 2001 wordt binnen het vernieuwde curriculum van de opleiding Geneeskunde van de Universiteit Maastricht gewerkt met portfolio’s om dit probleem op te lossen. Om dit te bereiken werken studenten in het ziekenhuis in een vroegere periode van hun studie en speelt theorie een grotere rol in een latere fase. Het in staat zijn om te reflecteren op het eigen functioneren als medisch professional wordt als een belangrijke vaardigheid gezien. Reflectie impliceert het onderscheid maken tussen sterke en zwakke kanten van iemands functioneren en draagt bij tot het verbeteren van de zwakke kanten op een structurele manier. Portfolio’s worden geïntroduceerd tijdens de eerste fase van het programma met als doel om medische studenten vaardigheden met betrekking tot reflectie bij te brengen (vergelijk Driessen 2002). In latere studiejaren gaan studenten het portfolio gebruiken om aan te tonen hoe ze functioneren in medische situaties en hoe ze zich ontwikkelen in de diverse rollen. Het portfolio wordt gebruikt voor planning, coaching en toetsing. Het portfolio dat gebruikt wordt bij de Medische Faculteit van de Universiteit Maastricht is ingericht om aan deze doelen tegemoet te komen. Het kan gezien worden als een combinatie van een ontwikkelings-, beoordelings- en reflectieportfolio (vergelijk Tartwijk, Driessen & Rubens, in de pers). Studenten worden gevraagd hun SWOT aan te tonen (analyse van Sterkte, Zwakte, Kansen en Bedreigingen voor hun ontwikkeling) met behulp van bewijsmateriaal. Verder moet het portfolio een overzicht geven van de ontwikkeling en plannen van de eigenaar. Meer informatie en voorbeelden zijn te vinden op: http://portfolio.uu.nl/surf-efolio/Voorbeelden/UM-FdG/index.htm. In wezen is een elektronisch portfolio (e-folio) een document met hyperlinks naar bewijsmateriaal in diverse bestandsformaten.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
22 van 29
Functionele eisen Dit betekent dat er specifieke functionele eisen zijn met betrekking tot het portfolio en de infrastructuur die nodig is om het toegankelijk te maken voor docenten en medestudenten. De eisen zijn gerangschikt naar prioriteit. Authoring tool 1. De opleiding moet een zekere structuur in het portfolio aan kunnen brengen (reflecties, overzichten en materiaal moeten een herkenbare status hebben in het portfolio); 2. er moeten documenten, in gangbare bestandtypen, als onderbouwing aan het portfolio gekoppeld kunnen worden (MS-Word, -Excel, -PowerPoint, HTML, JPEG/GIF, MPEG/AVI etc.); 3. documenten in het portfolio moeten onderling verbonden kunnen worden; 4. werken aan portfolio is ook off-line mogelijk; 5. het leren werken met het portfolio kost de studenten weinig tijd en moeite (lage inleertijd); 6. het bekijken van het portfolio kost de begeleiders weinig moeite; 7. kosten voor ondersteuning en instructie zijn laag; 8. uitlevering op cd-rom mogelijk; 9. na afronding kan de student het eigen portfolio blijven onderhouden zonder een beroep te doen op software van de opleiding; 10. de student kan binnen de grenzen van de voorgeschreven structuur zelf het portfolio inrichten; 11. de studenten kunnen het portfolio tot op zekere hoogte zelf vormgeven; 12. het is mogelijk om continuïteit tussen de leerjaren te zien; 13. (extra) kosten voor software zijn laag; 14. een deel van het portfolio bestaat uit standaard invulformulieren; 15. portfolio Items (bewijs) kan worden gecertificeerd.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
23 van 29
Infrastructuur 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Het portfolio is via het distributiesysteem alleen toegankelijk met adequate rechten; elke student moet een portfolio kunnen aanmaken; het portfolio is via het internet te bekijken en te beheren als men daartoe rechten heeft; gebruikersvriendelijk up- en downloaden (lage inleertijd); up- en downloaden is vanaf verschillende werkplekken mogelijk; er is een scherm beschikbaar waaruit voor de docent duidelijk wordt tot welke portfolio hij toegang heeft en van waaruit hij die portfolio’s kan benaderen; er is een scherm beschikbaar waaruit voor de student duidelijk wordt wie toegang heeft tot zijn portfolio; het is mogelijk delen van het portfolio voor specifieke gebruikers open te stellen; de student zelf beheert toegang; feedbackmogelijkheden zijn aanwezig; het systeem biedt ook voor docenten mogelijkheden om een portfolio te publiceren; het systeem is zowel met een eigen account als van buiten te benaderen; aansluiting bij single sign-on; verschillende gelijktijdige gebruikers mogelijk; connectie met een studievoortgangssysteem; notification-functie.
Experimenten Eerdere experimenten In het kader van een door SURF ontwikkeld onderwijsvernieuwingsproject is in de afgelopen jaren geëxperimenteerd met verschillende varianten van een elektronisch portfolio (Seegers, 2003; van Tartwijk e.a. 2003) en van elektronische portfoliosystemen. Deze experimenten gingen vooraf aan de experimenten met het Blackboard CS systeem. Tool voor werken aan portfolio In deze eerdere experimenten zijn goede ervaringen opgedaan met Microsoft Word als centrale tool voor het werken aan het portfolio. Bijna alle functionele eisen die waren geformuleerd konden met deze tool worden gerealiseerd. Uitzonderingen waren de functionele eisen 15 (het is mogelijk materiaal in portfolio te waarmerken) en 16 (automatisch opname van diploma’s, certificaten, cijfers e.d.). Ook elders binnen het E-folio project zijn positieve ervaringen opgedaan met Word als tool voor het werken aan het portfolio.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
24 van 29
Infrastructuur Wat betreft de infrastructuur is geëxperimenteerd met Microsoft Outlook. Deze oplossing bood niet de gewenste functionaliteit. Vooral de onmogelijkheid om hyperlinks te maken tussen documenten (bijvoorbeeld reflecties en materiaal) werd als storend ervaren. Ook toegangsrechten zetten en een overzichtelijke presentatie van portfolio’s waartoe de docent toegang heeft bleek problematisch (zeker wanneer het om grote aantallen studenten gaat). Vooral hierom zijn experimenten gestart met het Blackboard CS. Twee experimenten Het Blackboard CS biedt twee mogelijke oplossingen voor de door ons geformuleerde functionele eisen. Het portfolio wordt gebouwd en onderhouden in Word. Daar worden ook hyperlinks gemaakt naar materiaal. Om het te ontsluiten wordt het via WebDav in de persoonlijke folder van het Blackboard CS (My Content) geplaatst en ontsloten via het geven van toegang tot deze folder. Om het portfolio ter beschikking te stellen aan anderen, kan het portfolio in de “My Portfolio” omgeving wordt gedeeld. Hierbij wordt automatisch de Word file gedeeld, maar niet het bewijsmateriaal van waaruit de Word file gelinkt wordt. Om dit op te lossen werd aanvankelijk de Portfolio map open gezet voor “public”, maar dit bleek geen werkzame oplossing toen bleek dat de documenten dan voor iedereen gemakkelijk te vinden waren middels de zoekfunctie.
Mogelijk • off-line werken • archief functie • vertrouwde omgeving (MS Word) Problemen • bewijsmateriaal wordt niet automatisch gedeeld bij delen van portfolio Suggestie voor verbetering • zoek functie negeert e-folio omgeving
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
25 van 29
Het portfolio wordt gemaakt met de HTML-editor in Blackboard Mogelijk • share functies werken goed Problemen • niet mogelijk off-line te werken • beperkte archiverings mogelijkheid • beperkte opmaak mogelijkheden. Studenten gebruikten Word documenten als bron. Door knippen en plakken ontstond lelijke layout Suggesties voor verbetering • verbeter knip/plak functies met Word (vergelijk Dreamweaver)
Conclusie Zowel studenten als docenten waren enthousiast bij het gebruik van het CS. Het is een van de eerste systemen met die functionaliteit die we nodig hebben om succesvol met portfolio’s te werken tot nu toe. Voordelen zijn: • gebruikersvriendelijk (up-en download procedures); • gebruik van hyperlinks vanuit SWOT naar bewijsmateriaal; • eenvoudig om te delen met docenten; • goed geïntegreerd in de elektronische leeromgeving. Beide beschreven opties werken echter optimaal voor ons op dit moment. We zouden opteren voor de eerste optie, maar dan moeten de problemen met betrekking tot het delen van bewijsmateriaal worden opgelost. E-folio documenten mogen daarbij niet met de zoekfunctie worden gevonden. Wij stellen een structuur voor die er als volgt uitziet:
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
26 van 29
Mogelijk • studenten kunnen off-line werken • studenten gebruiken Word • upload mbv WebDav • delen met interne en externe gebruikers • CS zoek functie negeert e-folio omgeving
Bovenstaande ervaringen zijn besproken met Blackboard. In dit gesprek kwamen de volgende zaken naar voren: • Blackboard gaat eraan werken om een portfolio omgeving te maken waarbij een portfolio in zijn geheel geëxporteerd en geïmporteerd kan worden. Hiermee is het dan mogelijk om off-line te werken, het portfolio te archiveren. Deze functie zal niet voor eind 2004 beschikbaar zijn. • Als workaround voor het feit dat bewijsmateriaal niet gedeeld wordt bij optie 1 stelde Blackboard voor ieder stuk bewijsmateriaal te definiëren als een apart item in het portfolio. Deze items worden dan niet als hyperlink vanuit het SWOT ter beschikking gesteld, maar als item in het linkerframe van het Portfolio. Op deze manier worden deze documenten wel automatisch gedeeld wanneer het portfolio gedeeld wordt en kan niet gevonden worden door de zoekmachine van het CS. • Het is niet waarschijnlijk dat Blackboard veel energie gaat steken in het realiseren van nette copy/paste functies vanuit Word, vanwege het proprietary karakter van deze applicatie.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
27 van 29
Bijlage 2
Portfolio template
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
28 van 29
The WYSIWYG editor window in CS is rather small to work in the template.
E-merge - Technische Infrastructuur - 7
29 van 29