DEINGENIEUR
r
8
NÜ
T
R
E. ELECTROTECHNIEK 6. I N H O U D : Ontwerp en bedrijfsdiagram voor een hoogspanningsleiding van 1 5 0 k V , door ir. H . A . D E V R I E S . — Boekbespreking: G E O E G v . H E V E S Y und F R I T Z P A N E T H . Lehrbuch
der
Radioaktivitat, door ir. F . J . V A E S .
J . HOUTSMULLER,
Grondbeginselen der draadlooze telegrafie, door J . J . N U M A N S . — Korte technische berichten: E e n nieuw soort dichte motor. Electrische ploegen. E e n draagbaar apparaat om olie te beproeven. E e n nieuwe oliefilter. Katoen als isolatiemateriaal. E e n bescherming tegen nachtvorst. Telegraafinrichting ten behoeve van de pers op de ontwapeningsconferentie te Genève. Bepaling van de doorslagspanning bij een vonkbrug met bolvormige electroden. Automatische onderstations bij de Spoorwegmaatschappij „Paris—Orléans." Iets over den electrostatischen asynchronen motor en de mogelijkheid van zijn praetische bruikbaarheid. Electromedische Instrumenten.
Ontwerp en bedrijfsdiagram voor een hoogspanningsleiding van 150 kV door
ir. H . A . D E V R I E S . Aan de hand v a n de „Voorschriften betreffende den aanleg v a n bovengrondsche electrische lijnen v a n zeer hooge spanning" en v a n de „Voorschriften betreffende de eischen, waaraan bovengrondsche electrische lijnen voor zeer hooge spanning moeten voldoen", uitgegeven door het K . I . v . I., worden i n een beknopt artikel berekeningen gegeven voor het meest economische dwarsprofiel v a n een hoogspanningslijn voor 150 k V . U i t de electrische eigenschappen v a n deze lijn is voorts het bedrijfsdiagram berekend. D e uiteindelijke gegevens zijn i n tabellarischen v o r m samengevat.
waarin:
b = t = r = A =
Verder zijn:
barometerstand temperatuur i n straal v a n den afstand v a n de
De kritische spanning E
is te berekenen u i t de formule:
0
E=
Vs.K .m .21,l.d.r.2,3
0
2
in cm. C°. geleider i n em. geleiders i n c m .
0
log —.
H i e r i n zijn: K = 1 voor goed weer. K = 0,8 voor slecht weer. m = 0,85 voor gevlochten draad. Deze factor houdt rekening met de oppervlaktegedaante v a n den geleider. 21,1 = doorslagspanning v a n de lucht i n kV/cm. Bij goed weer, een temperatuur v a n 25° C. en een barometerstand v a n 76 c m wordt de kritische spanning: ,— 3,92.76 A E = V 3.1.0,85.21,1. ^ . 2,3 . r log- = 2
2
§ 1.
Berekening van het meest economische dwarsprofiel. ) J
Zooals de navolgende berekeningen zullen aantoonen, dient als grondslag voor de dimensioneering v a n hoogspanningslijnen v a n ten minste 100.000 V i n de eerste plaats het stralingsverlies tengevolge v a n het Coronaverschijnsel gekozen te worden. D i t verschijnsel begint op te treden, wanneer de k r i tische belasting v a n de lucht aan de oppervlakte v a n den onder spanning staanden geleider wordt overschreden. De spanning, waarbij het Corona-effect i n den v o r m v a n glimmen v a n de geleiders begint, de kritische spanning dus, is afhankelijk v a n verschillende factoren, als weersomstandigheden, de gedaante v a n het oppervlak v a n de geleiders e.a. D e met voornoemd effect gepaard gaande verliezen moeten natuurlijk zooveel mogelijk vermeden worden. W i l dit het geval zijn, dan wordt ook de geleiderafstand zoodanig, dat deze, i n d i t project v a n 150 k V tot een doorsnede v a n 185 q m m , voldoet aan de normale eischen, i n de voorschriften genoemd. Volgens de bekende experimenteele formule v a n P E E K bedragen de Corona-verliezen i n een draaistroomleiding: 344
ƒ
= 1¥ • 1 • I A - ( - °ï*
N
E
E
/ -
kW km
H i e r i n zijn: ƒ = frequentie = 50 H e r t z . E = gekoppelde bedrijfsspanning i n k V . E = kritische spanning i n k V . 0
De factor d is afhankelijk v a n temperatuur meterstand en is te vinden uit :
en baro-
3,92 . b d = — 273 + t ) D i t gedeelte van het artikel berust op gegevens en daaruit voortvloeiende berekeningen, mij welwillend ter beschikking gesteld door ir. J . J . F E L S , Hoofdingenieur der P . G . E . M . te Arnhem. 1
0
og
2
7
3
5
A
= 71,4.r log —. Bij
slecht weer wordt E
Uit
E = 0,8 E = 57,1 r.log —. de formule voor de Corona-verliezen:
os
: A
os
N
og
344 i f~F = — . 50 / — • (E—E y 1U t A. 0
Ö
= 172.10- . 3
V ~A' ^—^ blijkt, dat deze vermeden worden, wanneer: E > E daar E < E . zoodat: E
os
os
A
57,1 57,1 r. r. log log —
> E
T
E
og
E = 150 k V
—
150 ^ of: r. log > - j — • > 2,63. r — 57,1 — Voor een bepaalde koperdoorsnede is dus de afstand te bepalen. Deze afstanden worden d a n : (zie tabel I). Hoewel hiervoren is gezegd, dat de draadafstand in de eerste plaats verband houdt met den wensch, o m het optreden van Coronaverliezen tegen te gaan, is het aan te bevelen thans eerst den minimum-afstand v a n onderkant travers tot onderkant travers na te gaan. A
E . 70
Electrotechniek 6.
No. 28 — 1932
T A B E L I. koperdoorsnede m m r in cm , A 2,63 log — = r r A — r A in M
2
I
I
i 95 ! 0,625
120 0,700
150 j 185 0,790 0,875
240 0,980
4,21
3,76
3,33
3,01
2,68
16200
5750
2140
1023
479
I
j 101,10 40,24
Deze is: D = i +
16,90 j 8,96 E
0,15 +
4,70
+ d
150 lengte isolatorketen = 2,45 m . voor een ketting v a n 12 schalen. d = travershoogte (te schatten op 1,60 m.). Dus: D = 2,45 + 0,15 + 1 + 1,60 = 5,20 m . We zullen n u twee masttypen beschouwen: 1°. het denneboom type volgens f i g . 1. 2°. het type volgens f i g . 2. Voor het eerste type wordt dan de draadafstand: A = V Z> + 0,70 = V 5,20 + 0,70 = = V 27,59 = 5,25 m . Voor het tweede type w o r d t : A = V 5 , 2 0 ^ Y / 4 ^ A A —1/4 A* = 5,20 ^4 = 4/3 . 5,20 = 36 A = 6 m. Met behulp van deze draadafstanden vinden we n u voor verschillende koperdoorsneden de verliezen, aangegeven i n Tabel I I . E en E g zijn ook nog gemakkelijk te vinden uit fig. 5, welke verkregen is uit een overeenkomstige tabel als f i g . 4 met uitbreiding v a n het aantal afstanden der geleiders. waarin i
=
2
2
2
2
2
os
2
2
2
2
2
F i g . 1. Mastafstand 250 m, voor mastafstand 300 m maten [ ] .
0
U i t deze tabel blijkt, dat i n beide gevallen voor een geleider-doorsnede v a n 240 m m de corona-verliezen n u l zijn, terwijl zij voor de andere doorsneden binnen redelijke grenzen blijven. E e n kleinere doorsnede dan 150 m m is evenwel niet te verkiezen voor deze spanning. Behalve de twee genoemde masttypes komt nog een derde type voor, waarbij de drie geleiders aan één travers in een horizontaal vlak worden opgehangen. E e n voordeel hiervan is een lage mast. E e n nadeel evenwel een zwaardere mast wegens de groote lengte van de travers en de zwaardere constructie ervan. Voor den afstand v a n de geleiders moeten we dan uitgaan van de corona-verliezen, daar we deze niet kunnen vinden uit den afstand v a n onderkant travers tot onderkant travers. V o o r een afstand v a n 500 c m blijven de coronaverliezen nog binnen toe te laten grenzen, zoodat de totale travers-lengte hiervoor minstens 28 m wordt. I n dit geval zou een portaal-constructie waarschijnlijk voordeeliger zijn. Berekening v a n de masthoogte. Voor de oorsprong en afleiding v a n de hierna gebruikte vergelijkingen wordt naar de voorschriften, i n de inleiding genoemd, verwezen. De masthoogte wordt berekend uit de zeeg, d . i . de doorhang v a n den laagsten geleider. De doorhang hangt af o.a. v a n den afstand der masten, de toe te laten trekspanning i n de geleiders en de temperatuur. Verder moet de laagst hangende geleider op de plaats van den laagsten doorhang nog tenminste 6 m ) v a n den grond blijven. De m i n i m u m afstand v a n den geleider tot het ijzer in horizontale richting is: 2
3
2
i + ~ = 2,45 + 1 = 3,45 m . 150 idem i n verticale r i c h t i n g : E °> + ^150 = ° > + = > (zie afmetingen f i g . 2 en 3). 1 5
2
1 5
1
1
1 5
m
) Door de P . G . E . M . veiligheidshalve op 7 m. aangenomen.
F i g . 2. Mastafstand 250 m, voor mastafstand 300 m maten []. De onderlinge afstand der geleiders is: E
/
A = 0,8 V u +
—
150
.
m.
H i e r i n is u = (ƒ + i) sin a waarin ƒ = de zeeg i n meters, gemeten i n het v l a k v a n den geleider bij maximalen w i n d d r u k en een temperatuur v a n 20° C. oc = de hoek v a n uitwijking, gemeten tusschen dit laatste v l a k en het verticale vlak, waarin de geleider bij windstilte hangt. i = lengte isolatorenketting. We zullen n u eerst moeten berekenen de zeeg ƒ en wel voor q = 150 m m en een mastafstand van 250 m . H i e r voor zijn noodig: g = 89.10— k g / m m / m s.g. van koper. 2
4
2
N o . 28 — 1932
E l e c t r o t e c h n i e k 6.
TABEL A
=
525 c m
mm
II.
D e n n e b o o m - t y p e v o l g e n s f i g . 1.
' cm
±
120
0,700
750
150
0,790
185 240
2
E . 71
logé
rlogé
og kV
Eos kV
2,013
143,7
114,8 1 3 , 3 3 . 1 0 -
6 6 5 I 2,8227
2,230
159,2
127,2 15,04 . 1 0 -
0,875
6 0 0 I 2,778
2,431
173,4
0,980
536 j 2,729
2,674
190,9
ë
E
h
r
r
r
'
r ~J
,/r (/ ~J
fi?
|
I
|
i
t|
>1 !
|
j £
£
»1 ^
§
£
,*
g l =5 >
.
2,875
3,65 . 10 -
2
6,3
39,2
39,7
1240
0,249
7,80
46200
4
3,88 . 1 0 -
2
—
22.8
—
520
—
3,47
l 20240
138,6 16,67 . 1 0 -
4
4,08. 1 0 -
—
11,4
—
130
—
0,913
152,5 18,65 . 1 0 -
4
—
—
—
—
—
—
4>
é
r
cm
2
logé
Irlogé
r
r
og
E
E
r
r
0
kV
kV
,/
^
! 0,700
857
2,933
2,052
146,4
1 1 7 , - 11,66 . 10
150
I 0,790
760
2,8808
2,276
162,3
129,8 1 3 , 1 5 . 1 0 -
185
0,875
686
2,8363
2,479
177,0
141,4 14,58 . 1 0 -
4
240
| 0,980
612
2,7867
2,731
194,9
155,8 16,33 . 1 0 ~
4
180 V d 3o = S -\ = 89.10— ^ 1000 .q ° ë
a
1367.10—
Bq
r
j
120
0
|
-
1
+
V
180
4-
4
U
15,8
kg/mm / m.
5
3,42 . 1 0 -
4
— ~
1000.150
frq
j ^
\
j
$
V ~[
A
'
8
4 , 3 2 . 10 -
2
2
4
*
? >%
12,96
1089
0,076
6,41
37700
—
2,55
14850
—
0,486
Bl
K|
j
3,6
33
3,63 . 10
—
20,2
—
408
3,82. 1 0 -
2
—
8,6
—
74
4,04.10
2
tc K üj >
2
^
2
—
—
-=- = 77.10—
gfacjK (0 >
k.v k.v
t&o
6
E
6
2
0
U i t d e v e r g . ( z i e e e r s t g e n o e m d e v o o r s c h r i f t e n b l z . 64)
a g 24.S .B 2
g 2é.S KB a
2
=
2
i0
w o r d t eerst de S
°
~
S
0
2
2
250 .1367 . 1 0 — 2
2
+
3 i0
1 0
S =
a .g —
6
77Ö0—
6
250 .89.10— 2
=
250 .1367.10— 2
f
=
0
(AO
"
4 3
)
2
0
,
5 C
.
2
2
i0
~
.
— 2680 = 0 w a a r u i t
2 4 0
aoo
to)
= 9,68 k g / m m .
i0
en daarmee f
4 0
17.10—
=
18,7.-S
/
{t
8
24.16 .77JLCr ê 2
~f
~
0
berekend en daaruit 250 .89 .10—
i0
iso
oc
2
2
W
ï
è
4
= 7,18
m.
5
=
6,68m.
D e gewichtsvermeerdering tengevolge v a n d e n grootsten winddruk is: W = 0,5.250.0,0158.125 = 247 k g n l . 50 % v a n het oppervlak, verkregen door vermenigv u l d i g i n g v a n lengte e n m i d d e l l i j n bij een w i n d d r u k v a n 125 k g / m . 2
H e t eigengewicht v a n het koper: G = 250.89.10 .150 = 334 k g . Z o o d a t de resultante is:
,
O Q
io
soo A =AFSTAMD
IM c.M.
F i g . 3.
4
R = en
VW
2
+ G
= V247
2
2
+ 334
sin oc = 2
= 415 k g .
daarmee: 3
)
Voor gemiddeld
2
/
slecht en j 1
3
3
goed
weer.
247 415
=
i =
2830 —
oc = 17.10—- . . . . u i t z e t t i n g s c o ë f f i c i ë n t v a n k o p e r . S — 16 k g / m m . . . . m a x i m a a l toe te laten trekspanning.
S
—
2 > %
£30
B=
r
~
j
I KJ_
2
üft
= s.g. + v e r m e e r d e r i n g t e n g e v o l g e v a n i j z e l , w i n d e . d . E = 13000. . . . elasticiteitsmodulus v a n koper.
5 4 0
5315
D r i e h o e k volgens f i g . 2.
600 c m
mm
4
0,595
oc = 3 6 ° 3 0 ' D a n w o r d t u =(/+*) sin oc = ( x 7,18 + 2,45) .0,595
E . 72
Electrotechniek 6.
No. 28 — 1932
T A B E L III. MASTAFSTAND
j
= 150 m m
*° 4
> >
9 7
{ ° ™ % •
>
6
'
3
6
k
1 8
8
3
a
a
185 m m
2
g
m m
S kg kg 0,595 °30' > 2,92 m 29,78 m 24,58 m
2
4
7
4
1
5
4
H S l n
6 8
k
2
3 6
U
5
Mastdenneboomtype Mast A type
=
7 3
8
MASTAFSTAND
240 m m
2
10,05 k g 6,92 m 6,37 m kg 412 kg 492 kg 0,545 33°5' 5.10 2,81 m 29,52 m 24,32 m 6
250 m
^ = 150 m m
2
10,50 k g 6,62 m 5,96 m 313 kg 535 kg 620 kg 0,505 30°20' 4,56 2,71 m 29,22 m 24,02 m
9,9 k g 10,10 m 9,62 m 297 kg 401 kg 499 kg 0,595 36°30' 7,47 3,18 m 32,70 m 27,50 m
2
=
185 m m
300 m 240 m m
2
10,2 k g 9,80 m 9,17 m 322 kg 495 kg 589 kg 0,547 33°10' 6,70 3,07 m 32 40 m 27,20 m
.
2
10,74 ko9,31 m 8 60 m 37e' kg 642 kg 743 kir 0 506* 30°25' 5 96 2,95 m 31 91 m 26*71 m
T A B E L IV.
!
: Staal aO m m
j n C „° * 0
m
m
i
a
, 4 0
=
j
2
, a'g 8^"
totaal trek in kg
2
I 2
'° 930.10-= 2010.10-= 12000 83,4.10-»
12.10-»
12.10-»
18.10-»
'
1 0
9 2
6
8,98 20,78
S
Brons 50 m m
' ™5.10-= 1630.10-= 19200 52,1.10-»
6
«4. J « »kg
Staal 70 m m
'
5
9 2
1039
>
92
10,50 21,8
1267
1090
u = 5,73 m . Zoodat A > 0,8 V5~/73 + 1 is > 2,915 m . De afstanden zijn reeds bepaald op 5,25 m resp. 6 m en voldoen dus ruimschoots. De traversafstand w e r d : 2,45 + 0,15 + 1,0 + 1,6 = 5,20 m . De masthoogte voor het denneboomtype: 7 + 7,18 + 2,45 + 2.5,20 + (5,20 — 2,45) = 29,78 m . Idem voor het driehoek-type: 7 + 7,18 + 2,45 + 5,20 + (5,20 — 2,35) = 24,58 m . V o o r verschillende koperdoorsneden en een mastafstand van 300 m kunnen we dezelfde berekening volgen en vinden dan het resultaat i n het volgende staatje, tabel I I I . N u de gegevens v a n de koperen geleiders gevonden zijn, kunnen die v a n de n u l - of aard-draden op een iets eenvoudiger wijze berekend worden, daar h u n doorhang bekend is ). De gegevens en resultaten zijn samengevat voor 250 m en 300 m resp. 50 m m , 70 m m staalkabel en 50 m m bronskabel i n tabel I V (voor een koperdoorsnede v a n 185 m m ) . 4
2
9
6
8,98 18,1
2
2
2
Gekozen wordt hieruit staalkabel v a n 50 m m . Resumeerende komen we tot de volgende waarden voor een steunmast: a. voor een mastafstand v a n 250 m . Koperkabel 185 m m , u i t w . d i a m . 17,5 m m , m a x . toe te laten trekspanning 16 k g / m m ; gewicht 1660 k g / k m . 2
2
2
4) Het is namelijk wenschelijk deze bij maximalen doorhang gelijk aan die der stroomdraden te nemen.
Mastafstand = 300 m
!
'° WK'Ï£1 1875.10-* 19200 52,1.10—• 9
Lj
=
Mastafstand = 250 m
j
;
Staal 50 m m
2
>° 795.10-= 1875.10-= 19200 52,1.10-» 9
12.10-»
Staal 70 m m
2
Brons 50 m m
2
10,5 795.10-= 1630.10-= 19200 52,1.10-»
90 930.10-= 2010 10-= 12000 83,4.10-*
12.10-»
18 1 0 - »
9.80
9,80
9,80
9,13 21,2
9,13 18,8
10,67 22,5
1060
1316
1125
Staalkabel 50 m m , u i t w . d i a m . 9,0 m m , m a x . toe te laten trekspanning 20 k g / m m ; gewicht 400 k g / k m . ï . V o o r de sterkte en stabiliteitsberekening v a n een mast loodrecht op de lijnrichting: gewicht koperkabel 0,250 x 1660 = 415 k g „ dubbele isol. keten = 180 k g 2
2
totaal: 595 k g . gewicht ijzerkabel 0,250 x 400 = 100 k g ; w i n d d r u k loodrecht op de lijnrichting; 1°. op een koperkabel: 0,50 x 250 x 0,0175 x 125 = 275 k g . 2°. op een ijzerkabel: 0,50 x 250 x 0,009 x 125 = 140 k g . II. V o o r de sterkte en stabiliteitsrekening v a n een mast i n de lijnrichting: max. optredende trekkracht i n een koperkabel 185.16 = 2960 k g . V o o r een eindmast dient met dit bedrag gerekend te worden. III. tallen.
V o o r berekening op wringing gelden dezelfde ge-
I V . V o o r berekening v a n de travers i n loodrechte r i c h t i n g moet rekening gehouden worden met de ijzelbelasting: gewicht koperkabel + ijzelbelasting = 0,250. 1304.10—= . 185 = 605 k g gewicht dubbele isolator k e t t i n g 180 k g t o t a a l : 785 k g ;
No. 6. I.
28 — 1932
Electrotechniek 6.
voor een mastafstand v a n 300 m : gewicht v a n den koperkabel 0,3.1660 = gewicht v a n een dubbele isolatorketting =
500 k g 180 k g
totaal: 680 k g . gewicht ijzerkabel 0,3.400 = 120 k g , winddruk loodrecht op de lijnrichting: a) op koperleider 0,5.300.0,0175.125 = 335 k g . 6) op ijzerkabel 0,5.300.0,009.125 = 168 k g . II. als onder a. I I I . als onder a. IV. V o o r de sterkteberekening v a n de travers i n loodrechte r i c h t i n g : gewicht koperleider - f ijzelbelasting = 0,3 . 1304 . 10— . 185 = 725 k g gewicht dubbele isolatorketen = 180 k g 5
totaal:
E . 73
905 k g .
Hiermede zijn de benoodigde gegevens v a n de lijn bekend en zal een begrooting moeten beslissen, welk type en welke mastafstand zal worden gekozen.
Fig. 4. /2ft\ en2Zw/—j
Als voorbeeld z a l genomen worden de leiding met 250 m mastafstand, ophanging i n gelijkzijdigen driehoek, terwijl de uitkomsten voor de drie andere typen ter vergelijking zullen worden toegevoegd. In de eerste plaats zullen worden berekend zelfinductie en capaciteit. D e weerstand voor 185 m m bedraagt 0,1002 O h m / k m . De zelfinductie en de capaciteit worden berekend v o l gens de methode, aangegeven door H B R Z O G - F E L D M A N N : „ D i e Berechnung elektrischer Leitungsnetze". Zie f i g . 4 . 2
De capaciteit i n / i - F / k m dubbelleiding i s : 0,0241 -
B l
0
g
A
de zelfinductie i n mH./km enkelleiding: l
1
B = 0,92 log — + 0,1
H i e r i n zijn B en A twee grootheden, die berekend worden u i t : /2&\
2 In ijj- )
2
= i (p
12
+ p
23
+ p ) + J.(p,', + p ' 31
2
3
+
p \) 3
+ +p )
u
Pi2
+
3S
liPi'i+Pt't+Pt'J.
w a a r i n : ft = gemiddelde hoogte boven den grond. pa = constanten afhankelijk v a n * , y, z, a en b i n fig. 4. H i e r i n zijn: ,
2(h + P)
p
lt
= 2 In , ,
2 (h + b) = 2 In — —-
; p' 2
,
h
Pw = 2 In —
§ 2. Electrische eigenschappen van de leiding. Het cirkeldiagram en de berekening der constanten. De hoogspanningsleiding v a n de afmetingen, welke i n § 1 als resultaat zijn verkregen, is een zeer belangrijke schakel geworden i n de keten der energie-overdracht. E n zooals bij iederen ketting de sterkte daarvan af hangt v a n de zwakste schakel, zoo hangt de sterkte v a n de energietransportketen ook af v a n het zwakste onderdeel e r v a n . Over de sterkte of de belastingmogelijkheid v a n een onderdeel v a n deze keten: ketelhuis, turbine, generator, transformator, hoogspanningsleiding, transformatoren, motor, last, kunnen we ons een inzicht verschaffen door de karakteristieke eigenschappen naar voren te halen, b.v. door berekening. H e t is n u de bedoeling v a n deze paragraaf, o m de karakteristieke grootheden v a n de hoogspanningsleiding te berekenen en hieruit af te leiden de grootheden voor een diagram, waaruit op eenvoudige wijze de belastingstoestand k a n worden afgelezen. D i t diagram is af te leiden u i t het diagram voor den synchronen motor v a n A . B l o n d e l . D e werkwijze v a n de hoogspanningsleiding is door gelijksoortige factoren gegeven als voor de synchrone machine. H e t hoofdonderscheid ligt i n het ontbreken v a n de magnetische verzadiging en i n het optreden v a n capaciteit. H e t eerst werd op d i t diagram gewezen door R . A . P H I L I P en A . B . D W I G H T (Transactions A.I.E.E. V o l . X X X , 1911 en Electr. Journal 1914, S. 487). L a t e r werd door verschillende andere schrijvers het diagram o n t w i k k e l d voor bijzondere doeleinden.
= i(p
2
2
= p
;p
33
,
( +i)
—=p ' . s
a
( +4)
A
P12 = 2 In
h
2
=2ln
2 2
2
= p
3 1
;
P l
ft
' =2Zn—
=p \
2
3
V o o r de afmetingen v a n f i g . 2 zijn: ft = ft, — 0,7 ƒ waarin ft, = hoogte ophangpunt ƒ = zeeg. ft = 14 — 0,7.7 = 14 — 4,9 = 9,1 m . a = 6 m. b = 5,2 m . x = 15,4 m . Deze waarden ingevuld leveren voor: y = 19,1 m . A = 445 ft = 9,4 m . B = 8200 b ft + — = 11,7 m . 2 ft - f b = 14,3 m .
k + 2a = 21,4 m . z = 13,4 m . r = 17,5 m m .
B 8200 en log — = log ——-= los 18,43 = ° A ° 445 = 1,265 zoodat: 0,0241 c = ^265 1
=
1
9
'
0
3
-
1
0
^
3
f^/km
dubbelleiding. I = 0,92.1,263 -\ 0,1 = 1,263 mH/km. U i t c en l berekenen we de bedrijfscapaciteit en de bedrijfsinductantie als v o l g t : 1
1
1
w c = 2.7T.50. (c + Cf) = 2.TT.50 (9,52.10— + 0,3.10— ). 1
3
3
.10— Siemens/km. 6
1000 waarin a is de electrostatische capaciteit v a n
=
4 isolatorstrengen per k m v a n 75.10— fiF. 6
Zoodat: coc = 2.77.50.9,82.10—
9
Siemens/km
wc = 3,09.10— S / k m 6
col = 2.77.50.1 = 2.77.50.1,263 = 0,397 O h m / k m In tabel V is hetzelfde gedaan voor de beide mastafstanden en beide geleiderafstanden. H i e r u i t zien we i n de eerste plaats, dat de ophanging i n denneboomprofiel een grootere zelfinductie, daarentegen een kleinere capaciteit heeft, vergeleken bij de ophanging i n gelijkzijdigen driehoek. D i t k o m t door de grootere gemiddelde hoogte van het systeem boven den grond en den onderlingen kleineren afstand der twee systemen aan é é n mast. Is er v a n een dubbelleiding slechts é é n i n bedrijf, d a n veranderen de waarden v a n zelfinductie en capaciteit niet met den factor 2, maar met een factor grooter d a n 2, afhangende v a n het gekozen profiel. (Zie A.E.G. Mitteilungen 1927, Heft 11). D e vergrooting v a n dezen factor zaï in de volgende berekening evenwel verwaarloosd worden wegens de geringe grootte. Thans zullen de constanten noodig voor de constructie 1
E . 74
Electrotechniek 6.
N o . 28 — 1932
TABEL VI. Zendcirkelmiddelpunt
£>z
X kW
! Y kVA
z
150
I
Ontvangcirkelmiddelpunt
E
j
Zend- en Ontvangcirkelstralen
0
k
X
V
z
0
kW
370200
1452000
140
155
395100
1551000
145
160
420000
1650000
150 153
394500
Y kVA
E = 150 k V
0
322200
z
155 k V
160 k V
1263000
1407000
1455000
1500000
345900
1356000
1458000
1506000
1557000
370200
1452000
1506000
1560000
1611000
1551000
1560000
1611000
1662000
TABEL V. Denneb.
9 ^ : j Denneb. driehoek
250 m
driehoek
„ Per
300 m
km
A = 5,25
A = 6,00 A = 5,25
A = 6,00
r
1
0,1002
0,1002
0,1002
0,1002
l
1
1,320
1,263
1,321
1,264
c
1
9.08.10"
9,52.10-
3
d
0,3.10"
coj
0,4149
OJC
2,946.10"
0,3.10
3
9,075.10"
3
0,25.ÏO"
3
0,397 6
3,09.10-
6
Ohm mH
9,515.10"
3
0,25.10~
3
0,415
0,398
2,93.10-"
3,06.10
3 M
F
3
Ohm 6
S
van het cirkeldiagram voor een bepaalde leiding v a n een bepaalde lengte berekend en z a l het diagram geconstrueerd worden. Gekozen worden: Mastafstand = 250 m ; ophanging i n gelijkzijdige driehoek; de leidingslengte 110 k m (b.v. voor het traject Nijmegen—Apeldoorn—Utrecht). D a n worden: de bedrijfscapaciteit u>C = 110.3,09.10— S = 340.10— S. de bedrijfsinductiviteit wL = 110.0,397 O h m = 43,7 O h m . de weerstand B = 110.0,1002 O h m = 11,02 O h m . de afleiding G wordt = 0 gesteld. 6
6
Daarmee wordt: de impedantie Z = R + jojL = 11,02 + j 43,7. de shuntadmittantie Y = G + jwC = 0 + j 0,000340. Zijn n u verder: E = spanning aan het zendeinde v a n de leiding. I = stroom aan het zendeinde v a n de leiding. E = spanning aan het ontvangeinde v a n de leiding. Io = stroom aan het ontvangeinde v a n de leiding. D a n is: E = AE + BI I = Al + CE d.w.z. I n deze vergelijkingen zijn de beginspanning en -stroom resp. uitgedrukt i n de eindspanning en -stroom met behulp v a n de factoren A, B en C. Deze factoren zijn voor een bepaalde leiding constanten en kunnen als volgt worden berekend: , Z.Y (Z.Y) A = cosh. V Z.Y = 1 + — + + enz. z
z
0
z
z
0
0
0
0
2
2
i/lT
,
/
x
2
2
z
z
0
0
2
2
2
2
z
2
2
0
2
2
z
2
0
2
0
2
2
z
2
0
0
4
Z.Y
B = y — . sirih. V Z.Y = Z [l + —
F i g . 5. A = 0,99257 + j 0,001905 = a + j B = 10,962 + j 43,557 = + jb De beide vergelijkingen voor spanning en stroom zijn de fundamenteele uitgangspunten voor het cirkeldiagram, waarvan de eenvoudigste vergelijking l u i d t : (P — 1 E ) + (Qz — m E ) = ra E E 1 (P + 1 E ) + (Q + m E ) = n E E 2 V e r g . 1 omvat de cirkels voor het zendeinde; verg. 2 die voor het ontvangeinde. H i e r i n beteekenen n o g : P z > Po = actief vermogen zend- resp. ontvangeinde. Qz , Q = reactief vermogen zend- resp. ontvangeinde.
(Z.Y)
2
\
+ - - ' - + enz. )
x
_
1
1
y
K + 2
2
2
ö
2
2
= 0,005475
v
2 4
iff , / Z.Y (Z.Y) \ C = } - . sink. V Z.Y = Y (^1 + — + ^ + enz.) Met i n v u l l i n g v a n de gevonden waarden voor Z en Y worden: 2
m =
i\.^ = 0,0215 + b 1 n = — = 3= = = = = 0,02237 V \ + b, De middelpunten en stralen der cirkels kunnen n u voor &i
2
22 2
2
No. 28 — 1932
Electrotechniek 6.
iedere begin- en eindspanning worden gevonden. Stellen wij deze voor door X en Y en de stralen door R, dan is: E X= 3 l i n k W i n + P-as 1000 2
z
Y = 3 m
in k V A
z
1000
i n + Q-as. ^
E.
75
en zal uit den pas vallen van de aangesloten machines het gevolg zijn. D e dynamische stabiliteit hangt n u voornamelijk af van de impedantie van de transformatoren en de electrische en magnetische eigenschappen van de generatoren (spreidingsreactantie, kortsluitkarakteristiek en demping). W o r d t als gemiddelde aangenomen een spreidingsreactantie v a n 25 % ) dan wordt het toelaatbare bedrijfsvermogen, waarbij de dynamische stabiliteit gewaarborgd blijft, verminderd tot op 0,.25.420.000 = 105.000 k W per systeem. De dubbelleiding heeft dan een grensvermogen van 210.000 k W . 5
Xo = 3 l — ° - i n k W i n — P-as. 1000 E
2 0
Y = 3m
in k V A
0
R
=
3
n
Ê Ê
i
i n — Q-as.
-
n
D a a r hier de lijnspanning de phasespanning is, moet de factor 3 worden toegevoegd. In tabel V I zijn de verschillende waarden aangegeven, die geleid hebben tot het diagram f i g . 5. De werkwijze v a n het diagram is nu als volgt: Een vermogen van 33.333 k V A , cos cj> = 0,9 moet worden overgebracht. Is er één leiding i n bedrijf, dan worden dus aan het ontvangeinde 30.000 k W -4- 13.060 k V A afgenomen. Belangrijk is daarvan te weten bij welke spanning dat geschiedt als de spanning aan het begin op 150 k V gehouden wordt en hoeveel vermogen (vooral reactief) er moet worden verzonden. H e t punt 30.000 k W — 13060 k V A wordt i n het diagram afgezet en de spanning wordt gevonden door interpolatie tusschen de beide ontvangcirkels v a n 145 en 150 k V . Deze spanning blijkt te zijn: 149,1 k V . W o r d t de leiding een oogenblik verliesloos ondersteld, dan moet aan het zendeinde 30.000 k W en 5100 k V A worden verzonden (dus een cos = 0,985), n.1. het verschil v a n 13060 k V A en 7960 k V A , afkomstig van het magnetiseerend effect van de leiding. (Bij 30.000 k W het punt op de 150 k V ontvangcirkel). Moet een vermogen v a n 90.000 k W worden getransporteerd, dan is het effect van de leiding ontmagnetiseerend. N u is echter i n de eerste plaats de leiding niet verliesloos. De verliezen kunnen met behulp van de gegevens van de leiding berekend of uit een hulpconstructie i n het cirkeldiagram gevonden worden. D i t zou hier echter te ver voeren en daarvoor wordt verwezen naar: „ D i e Uebertragung groszer Leistungen" v a n M . L . K E I X E R . S . E . V . 1929. 15 en 16. U i t de vergelijking v a n het diagram is i n de tweede plaats af te leiden het theoretisch m a x i m a a l te transporteeren vermogen. W o r d e n gelijke begin- en eindspanningen aangenomen en tevens een onbeperkt wattloos vermogen, dan is het maximale actieve vermogen gegeven door: tl E = P ax- ~r 1 o Po max = n Eg — 1 E = (n — l) E„ . Hetgeen i n ons geval wordt: Po max- =- (0,02237 — 0,005475). 150.000 . Po max- = 420.000 k W . Het practisch toelaatbare bedrijfsvermogen wordt echter i n de eerste plaats beperkt door de toe te laten stroomsterkte per m m . W o r d t deze op 2 A . / m m aangenomen, dan is het maximale vermogen V 3.150000.2.182 = 94000 k W per leiding. In de tweede plaats wordt het practisch bedrijfsvermogen beperkt door de spreidingsreactantie v a n de aangesloten generatoren en wel uit hoofde v a n de stabiliteit van het bedrijf. Deze wordt onderscheiden i n statische en dynamische stabiliteit. De statische stabiliteit heeft betrekking op het systeem i n rust, de dynamische op het systeem, onderhevig aan plotselinge belastingsvariaties, kortsluitingen, aardsluitingen, schakelmanipulaties, enz. De statische stabiliteit zou, afgezien van de toelaatbare stroomsterkte per eenheid v a n doorsnede een m a x i m a a l vermogen v a n P m a x . = 420.000 k W toelaten. W o r d t echter om een of andere bovengenoemde reden de dynamische stabiliteitsgrens bereikt en overschreden, dan is instandhouding v a n het synchronisme niet meer mogelijk 2
E
0
0
2
m
2
2
2
0
2
2
a
) De spreidingsreactantie van uitgevoerde machines beweegt zich tusschen 12% en 40%. De onderste grens mag met het oog op stootkortsluitstroomen niet overschreden worden, terwijl de bovenste grens aangehouden moet worden voor een goede spanningsregeling. 5
kVA
2
BOEKENNIEUWS Bespreking. G E O R G v. H E V E S Y und F K I T Z P A N E T I I . L e h r b u c h
der
R a d i o a k t i v i t a t . Zweite, völlig umgearbeitete A u f lagen m i t 50 F i g u r e n i m T e x t , L e i p z i g , J O H A N N AMBROSIUS
BARTII.
Meer en meer zijn de natuurkunde en de scheikunde elkander genaderd, en in het bijzonder k a n 1913 genoemd worden als het jaar, waarin de natuurkunde een geheel nieuwen weg insloeg, en zich ging bezig houden met de samenstelling v a n de elementen. In het vermelde boek v i n d t men een samenhangend overzicht v a n een gedeelte v a n de nieuwe opvattingen. D e geschiedkundige o n t w i k k e l i n g van de radio-activiteit is opgenomen i n het laatste hoofdstuk; het boek begint — als leerboek — met vermelding v a n eenige eenvoudige verschijnselen, die verkregen kunnen worden met een kleine hoeveelheid radium-chloride i n een toegesmolten glazen buisje, en waarbij splitsing blijkt op te treden i n h e l i u m en emanatie. H e t boek wijkt n u af v a n de directe waarneming o m mede te deelen, w at er gebeurt met h e l i u m en emanatie, die afzonderlijk zijn opgevangen, o m i n aansluiting daarmede de hypothese op te stellen v a n het u i t elkander vallen v a n een atoom. r
In korte paragrafen, die het lezen zeer vergemakkelijken, volgt dan de bespreking v a n de stralen der radioactieve stoffen; de geleiding v a n electriciteit door gassen; meetmethoden voor radiumstralen; de cc, B en y stralen. Dan de bespreking v a n de secondaire B en y stralen, die ontstaan, als atomen getroffen worden door primaire stralen; de stralen, die optreden door de terugstooting v a n een atoom, als een oc deeltje d i t atoom verlaat; de samenstelling v a n een atoom. Een tabel is opgenomen v a n de groepeering der electronen i n de 92 elementen, waarvan de mogelijkheid v a n bestaan bekend is. E r zijn twee plaatsen voor namen van elementen opengelaten, die nog niet waren afgescheiden bij het verschijnen v a n het boek, n l . de nummers 85 en 87 (Sedert dien is element 87 gevonden). Iets wordt gezegd over quantenmechanica en golfmechanica; de atoomkern wordt nader besproken; het ontstaan v a n radio-actieve stoffen u i t elkander w o r d t nagegaan; het scheikundig karakter en de isotopie v a n zulke stoffen wordt behandeld. I n het bijzonder wordt de isotopie vermeld als algemeene eigenschap van alle stoffen; een v e r k l a r i n g wordt gegeven van de wet van P R O U T (niet alleen door menging van isotopen, maar door grootere dichtheid v a n kernen); de nieuwere methoden om isotopen te scheiden worden besproken. D a n volgen nog eenige beschouwingen v a n verschillenden aard. Het boek laat zich gemakkelijk lezen; het bevat weinig scheikunde, als men hiermede reactie-kwesties bedoelt, en een paar bladzijden wiskunde. Ir. F . J .
VAES.
E . 76
Electrotechniek 6.
No.
28 — 1932
J . H O U T S M U L L E R . Grondbeginselen der draadlooze telegrafie. 275 pagina's. 149 figuren. U i t g . : N . V . D r u k k e r i j en uitgeverij v / h C. de B o e r J r . Den Helder. Deze overdruk uit Het Marineblad is i n de eerste plaats bedoeld als leiddraad bij een cursus i n de radiotelegrafie voor zeeofficieren en officieren van'de Genie en mag dientengevolge geen aanspraak maken op groote volledigheid van behandeling v a n het zoo uitgebreide onderwerp: Draadlooze Telegrafie. Daarmee zou men het doel voorbijschieten. De schrijver heeft zulks terecht ingezien en — hoewel wij niet kunnen beoordeelen, welke de aan de cursisten te stellen eischen zijn — lijkt het ons toe, dat hij zeker geslaagd is i n het totstandbrengen v a n een nuttige handleiding. Omtrent den inhoud k a n gezegd worden, dat deze voor het grootste gedeelte gevormd wordt door een behandelingvan de wisselstroomtheorie op wat meer elementaire wijze dan op de colleges v a n de T . H . gegeven wordt (zonder dat daarom tekort gedaan wordt aan de duidelijkheid v a n voorstelling), gevolgd door een wat meer uitgebreide behandeling v a n „ a n t e n n e s " en „ r a d i o p e i l i n g e n . " H e t boek sluit met een „ W i s k u n d i g Aanhangsel", waarin o.a. ook de behandeling v a n den overgangstoestand bij het plotseling inschakelen van een keten met L . en R . ter sprake wordt gebracht. I n het voorafgaande geschiedt slechts de behandeling v a n den eindtoestand. Eenige critiek moet ons uit de pen op het door elkaar gebruiken v a n twee en zelfs drie eenhedenstelsels (bijv. L i n c m C i n c m en R i n ohm), hetgeen juist i n een leerboek o.i. vermeden behoort te worden. De beschouwingen, welke moeten dienen ter verklaring van de straling v a n antennes — een onderwerp waarover veel misverstanden bestaan en dat dus een extra duidelijke behandeling ten volle verdient! — kunnen ons niet geheel bevredigen. Toegegeven moet worden, dat het werkelijk zeer moeilijk is, door redeneering alleen een helder beeld daarvan te scheppen; aan den anderen kant is het voor den leerling ook bijna ondoenlijk uit de mathematische behandeling alléén voor zichzelf een duidelijke voorstelling op te bouwen. De verzorging van het boek i n typografisch opzicht mag goed genoemd worden; slechts over de lange lijst v a n correcties op drukfouten zou een kleine opmerking gemaakt kunnen worden. B i j een herdruk zou tevens gelet kunnen worden op enkele germanismen, welke nog zijn blijven staan. Wij gelooven zeker, dat d i t werk vele dankbare lezers z a l vinden, en het doet weldadig aan een ernstig, origineel Nederlandsch, studieboek uitgegeven te zien, dat v a n den lezer wat meer verlangt, en ook verdient, dan een v l u c h t i g doorkijken. W i j wenschen den schrijver dan ook succes met zijn werk. Ir. J .
J.
Fig.
1. De geheel gesloten motor van G . E . & Co.
van stator en rotor en wikkelkoppen, absorbeert de warmte, en geeft deze weer af alvorens een nieuwen kringloop te beginnen aan de ribben, welke koel gehouden worden door de lucht v a n het uitwendige circuit. H e t uitwendige circuit bestaat uit kanalen, waardoorheen koude lucht met behulp v a n een tweeden ventilator gedreven wordt. Door het uitwendig circuit koel te houden, is een temparatuursprong te handhaven tusschen de windingen en het huis en k a n de overtollige warmte dus continu afgevoerd worden. De uitlaatopeningen voor de lucht zijn voldoende r u i m , om het uitwendige circuit met een specialen borstel te k u n nen reinigen. De sleepringen, zoo die aanwezig zijn, zitten b u i t e n de kussenblokken. Het is gebleken, dat deze motoren niet warmer worden dan 50° C„ zelfs niet bij een continue volle belasting gedurende 6 uur. Ze kunnen gedurende 1 minuut met 5 0 % overbelast worden en gedurende 15 seconden met 100%. {The Electrician, 5 F e b r u a r i 1932, pag. 199). W.
Electrische ploegen. A . M A C . D O W A L L heeft proefnemingen gedaan met een electrischen tractor voor landbouwdoeleinden en i n dit speciale geval om te ploegen. De aandrijving geschiedt door twee motoren, welke zich i n de walsvormige wielen bevinden, terwijl bovenop een trommel geplaatst is, waarop de electrische voedingkabel gewonden is. Deze kabel geeft de verbinding met het net. E l k veld, dat geploegd moet worden, moet aan één zijde een electrischen kabel hebben.
NUMANS.
KORTE TECHNISCHE BERICHTEN. Een nieuw soort dichte motor. General E l e c t r i c & Co. construeerde een geheel gesloten motor, welke speciaal geschikt is voor ruimten, waarin veel stof aanwezig is. D e motor heeft redelijke uitwendige afmetingen en wordt op een bijzondere wijze gekoeld. Zooals f i g . 1 laat zien, heeft de machine een huis met dubbelen wand, waarbij de ringvormige ruimte russchen de twee wanden door ribben verdeeld is i n ventilatiekanalen. Deze kanalen vormen twee gescheiden ventilatie-circuits, waarbij aangrenzende kanalen niet tot hetzelfde circuit behooren. H e t inwendige luchtcircuit wordt gevormd door de axiale kanalen i n het rotor- en statorijzer, de gaten i n de naaf en de ruimte tusschen de schilden en de wikkelkoppen. De lucht wordt door d i t circuit geblazen door een ventilator, welke op de as geplaatst is. Zij strijkt langs de bereikbare oppervlakken
Fig.
2.
De electrisch gedreven tractor.
Electrotechniek 6.
N o . 28—1932
De tractor is i n staat om met een snelheid van 5 k m per uur te ploegen, terwijl er dan 3 voren tegelijk getrokken worden. H e t is gebleken, dat er met den electrischen tractor 5 x zoo veel als met twee paarden i n denzelfden tijd geploegd k a n worden. V o o r a l voor heel groote stukken land is dit van voordeel. F i g 2 toont de door M A C . D O W A L L geconstrueerde machine. De aanschaffingskosten v a n den tractor zijn ongeveer ƒ 3000.— terwijl de bedrijfskosten volgens den vervaardiger belangrijk lager zijn dan die van een benzinetractor met zijn brandstof en smeerolie en reparatiekosten bij den huidigen stand der prijzen. (The Electrician, J a n u a r i 1932, pag. 39). W.
Een draagbaar apparaat om olie te proeven.
be-
De B r i t i s h Ï h o m s o n - H o u s t o n Company fabriceerde een apparaat, dat voldeed aan de behoefte om een compact, verplaatsbaar toestel te hebben, om de periodieke controle te kunnen uitoefenen op oliemonsters van transformatoren en olieschakelaars en om nieuwe olie op haar doorslagvastheid te kunnen beproeven. H e t was noodig, om met het apparaat voldoende spanning te kunnen opwekken, opdat een volkomen doorslag i n het oliemonster verkregen kon worden. De transformator, welke bij het genoemde apparaat ingebouwd is, is i n staat, om met behulp van de energie uit een accumulator, deze spanning te produceeren. Het geheele instrument, afgebeeld op f i g . 3, k a n gemakkelijk gedragen worden; het weegt ongeveer 25 k g .
Fig.
3.
Het apparaat met afgenomen deksel.
Het bestaat uit een transformator i n een bak en een kap, welke over alles heen gezet en met vleugelmoeren aan den ondersten bak bevestigd kan worden. Een drieaderige kabel wordt met drie contactpennen en een schroefdop aan den kop bevestigd. A a n de andere zijde v a n de k a p bevindt zich een twee-polige veerschakelaar, waarvanuit een tweede drieaderige kabel gaat naar de primaire w i n d i n g v a n den transformator. De schakelaar is voorzien v a n een dempingsweerstand o m den vereffeningsstroom, welke bij het verbreken of sluiten v a n den keten mocht gaan loopen, te dempen. Wanneer het apparaat i n gebruik is, wordt de k a p afgenomen en een veilig eind weggezet. De derde ader v a n de kabels wordt geaard en met de huizen verbonden. B o v e n op het transformatorhuis bevinden zich, gemonteerd op een isoleerend deksel, de primaire aansluitklemmen en de doorvoerisolatoren voor den stroom v a n hooge spanning. H e t oliebakje, dat de hoogspanningselectroden bevat, is tusschen deze doorvoerisolatoren gemonteerd. Tenslotte zijn de transformatorkern en het midden v a n de hoogspanningsw i k k e l i n g geaard. (The Engineer, 5 F e b r u a r i 1932, pag. 165). W.
Een nieuwe oliefilter. Bij de tot n u toe gebruikte filters, doorstroomde de te reinigen olie een filter i n een richting, loodrecht op het zeefoppervlak. Bij denfilter van H . S . H E L E — S H A W echter,
E.
77
Abgefaller.e Schmutzschicht
Fig.
4. Schema der werkwijze.
F i g . 5. Schema van het schoonmaken.
vloeit de te filtreeren olie langs de oppervlakte v a n de filterstof. Deze nieuwe filter bestaat namelijk i n principe uit een aantal speciaal vervaardigde papieren schijven, welke i n het midden v a n een gat voorzien zijn. De schijven zijn op elkaar gestapeld en worden door een bepaalden druk samengeperst, terwijl het zoo ontstane gat opgevuld wordt door een holle, v a n gaatjes voorziene pen. H e t geheel ziet er dus uit als een dikke, ietwat poreuze buis. D e olie treedt bij het cylindervlak binnen en wordt uit de holle pen weggezogen (fig. 4. ). Daarbij blijven meegevoerde vaste substanties aan de oppervlakte hangen en vormen daar langzamerhand een korst, welke de buis omhult. Door gedurende korten tijd de zuil bloot te stellen aan een krachtigen luchtstroom v a n binnen naar buiten, breekt de korst en v a l t af (fig. 5). De stukken worden weggenomen en de filter is weer voor het gebruik gereed. D a a r het papier zelf bijna niet v u i l wordt, k a n zoo'n z u i l ongeveer een jaar meegaan. Microfotografischc onderzoekingen toonden aan, dat een drabgehalte v a n 0,22 % i n ongereinigde olie na het filtreeren volkomen verdwenen was. De volledige installatie bestaat uit één of meer filterzuilen, a l naarmate de hoeveelheid te reinigen olie per uur grooter is, een verwarmingsinrichting, een vacuumpomp, een luchtketel en een reservoir voor de gereinigde olie. Proeven, met transformatorolie genomen, toonden aan, dat de doorslagspanning van olie voor de reiniging gemiddeld 19 k V bedroeg en omhoog liep tot 61 k V na de reiniging door den beschreven filter. Een installatie voor 1360 1 olie per uur heeft een arbeidsverbruik voor de aandrijving der pompen en voor de verw a r m i n g v a n 45 W a t t u u r per liter. (Elektrotechnik pag. 34).
und Maschinenbau
J a n . 1932, Heft 2, W.
Katoen als isolatiemateriaal. Van de hand v a n den heer R . I . M A R T I N verscheen onlangs een publicatie betreffende de r o l , welke katoen speelt als isolatiemateriaal. H i j herinnert er ons aan, dat F A R A D A Y reeds katoenen draad en stof gebruikte en dat men i n vroegere dagen de sterkte, soepelheid en bruikbaarheid v a n katoen evengoed waardeerde als thans. Vroeger echter werd het benoodigde katoen niet speciaal voor isolatiedoeleinden gefabriceerd en vooral hierin is vooruitgang gekomen. H e t is duidelijk, dat de vooruitgang i n de fabricatie v a n het gewenschte katoen voor electrische doeleinden des te grooter is, naarmate er meer samenwerking is tusschen de textielfabrikanten en de electrotechnische ingenieurs. V a a k is het katoen niet het d i ë l e c t r i c u m , maar meer een beschermende en steunende laag, b . v . als bescherming over email of rubber. De hygroscopische aard v a n katoen zal bij zijn keuze een belangrijke r o l spelen, wanneer men met hooge spanning i n vochtige ruimten te doen heeft. E r zijn echter, vooral in de draad- en kabelfabrieken, vele voorbeelden, waarbij katoen de eenige isolatie is. Volgens den heer M A R T I N , zou een bedrijfstemperatuur v a n 80 a 100° C de bovenste temperatuurgrens zijn, waaraan men katoen mag blootstellen. De levensduur v a n een machine is voor een groot deel afhankelijk v a n dien v a n de isolatie en alle problemen betreffende afmetingen, kostprijzen en vermogens worden als 't ware omvat door de vraag een machine te ontwerpen,
E.
Electrotechniek 6.
78
z ó ó , d a t de t e m p e r a t u u r een t o e l a a t b a r e grens n i e t o v e r schrijdt. D e t e x t i e l f a b r i k a n t e n , w e l k e k a t o e n e n d r a a d en weefsels v o o r i s o l a t i e v e r v a a r d i g e n , m o e t e n de v o l g e n d e eischen i n aanmerking nemen. H e t katoen moet vrij zijn v a n electrolieten en andere schadelijke chemische stoffen: het moet bestand zijn tegen v e r w a r m i n g , het m o e t sterk zijn en goede isoleerende eigenschappen bezitten. Homogeniteit en gelijkmatige d i k t e zijn twee factoren v a n groot belang en o m dit te v e r k r i j g e n is h e t g e b r u i k v a n g e g l a n s d g a r e n e n weefsel a a n te b e v e l e n . O m het i n d r i n g e n v a n stof te v o o r k o m e n , m o e t het weefsel vast zijn. H e t c h e m i s c h e gedeelte v a n de k a t o e n f a b r i c a t i e is o o k weer een speciaal belang, wanneer het gaat o m k a t o e n voor electrotechnische doeleinden. Bijzondere aandacht d i e n t d a n besteed te w o r d e n a a n het b l e e k e n e n u i t w a s s c h e n , o p d a t een m a x i m u m - s t e r k t e m e t een chemische z u i v e r h e i d k a n samengaan. M A R T I N beschrijft d a n n o g verschillende bijzonderh e d e n o v e r de f a b r i c a t i e e n de w i j z e , w a a r o p h e t k a t o e n gekeurd wordt. (The Electrician, J a n u a r i 1932 p a g . 38.) W.
Een bescherming tegen nachtvorst.
F i g . 6. D e A l l a d i n b o o m g a a r d beschermer.
I n het algemeen werden tot nog toe i n Zuid-Californië potten met brandende olie g e b r u i k t , o m de b o o m g a a r d e n t e g e n de schadelijke n a c h t v o r s t e n te beschermen. Door den grooten l a s t v a n r o o k e n r o e t is er echter aanhoudend g e ë x p e rimenteerd met diverse middelen ter bescherming tegen vorst. Reeds lang was het b e k e n d , d a t de n a c h t v o r sten alleen ontstaan in koude nachten, wanneer het windstil is. E r zijn d a n o o k verschillende windinrichtingen beproefd, met verschillende resultaten. E é n v a n de laatste v i n d i n g e n n u is de A l l a d i n boomgaardbeschermer, welke afgeb e e l d is o p b i j g a a n d e f o t o . V e r s c h i l l e n d e v a n deze i n stallaties zijn reeds met g r o o t succes i n g e b r u i k gen o m e n . H i j bestaat u i t een stalen toren v a n + 13 m
hoog, w a a r o p zich een propeller b e v i n d t . D e propeller w o r d t g e d r e v e n d o o r een 100 p k m o t o r , t e r w i j l h e t geheel i n vijf m i n u t e n r o n d d r a a i t o m een verticale as. H o e w e l alles i n olie w e n t e l t , zijn t o c h k o g e l b l o k k e n g e b r u i k t . O p de foto z i e t m e n v e r d e r een p l a t f o r m v o o r een 100 k W driefazen-transform a t o r e n de noodige m e t e r s . V o l g e n s o p g a v e k a n é é n i n s t a l l a t i e een b o o m g a a r d v a n 10 m o r g e n b e s c h e r m e n tegen eenige graden v o r s t . E e n v o o r d e e l is, dat hierbij geen w o l k e n r o o k e n roet ontstaan, w e l k e de h u i z e n b i n n e n k u n n e n d r i n g e n , dat de totale k o s t e n lager zijn d a n die v a n de o u d e r w e t s c h e m e t h o d e n e n d a t er, i n d i e n n o o d i g , een temperatuurcontrole uitgeoefend k a n worden, welke het fruit t e n goede k o m t . (Electrical
World,
J a n u a r i 1932, p a g . 112).
W.
Telegraafinrichting ten behoeve van de pers op de ontwapeningsconferentie te Genève. V o o r de eerste m a a l w o r d t bij een i n t e r n a t i o n a l e conferentie, t e n behoeve v a n d e n persdienst, v a n de nieuwste t e l e g r a a f t o e s t e l l e n , de z . g . a f s t a n d s c h r i j f m a c h i n e s , g e b r u i k gemaakt.
N o . 28 —
1932
D e Z w i t s e r s c h e p o s t d i r e c t i e heeft i n enkele d e r telef o o n c e l l e n i n de p e r s z a a l v a n het „ P a l a i s des N a t i o n s " e n v a n h e t „ B a t i m e n t E l e c t o r a l " (het g e b o u w w a a r de p l e n a i r e V o l k e r e n b o n d s z i t t i n g e n gehouden worden) afstandschrijfmachines doen opstellen. D e j o u r n a l i s t e n k u n n e n evenals over de openbare telefonen over deze telegraaftoestellen b e s c h i k k e n en k u n n e n direct met Parijs en Berlijn verbonden worden. B u i t e n deze openbare v e r b i n d i n g e n zijn n o g v a n G e n è v e uitgaande dienstverbindingen met Parijs, Berlijn, Praag, W e e n e n , F r e d e r i c i a , O s l o e n a n d e r e s t e d e n i n E u r o p a gemaakt. H e t groote v o o r d e e l v o o r d e n persdienst bij g e b r u i k m a k i n g v a n deze n i e u w e wijze v a n b e r i c h t e n o v e r b r e n g i n g is, d a t de d a g b l a d r e d a c t i e s de m e d e d e e l i n g d i r e c t schriftelijk o n t v a n g e n , t e r w i j l de k o s t e n v a n een b e r i c h t lager zijn d a n bij telefonische o v e r b r e n g i n g . D e tijd, n o o d i g v o o r het overseinen v a n een telegram, k o m t bij d i t systeem m e t d e n tijd v o o r telefonische mededeeling overeen. D e technische inrichtingen voor dezen berichtendienst z i j n i n h o o f d z a a k d o o r de f i r m a S i e m e n s & H a l s k e A . G . te Berlijn geleverd. I n de t e l e g r a a f k a n t o r e n te G e n è v e , P a r i j s , a l s m e d e i n het interlocale t e l e g r a a f k a n t o o r te B e r l i j n b e v i n d e n z i c h verdeelposten m e t de daarbij behoorende snoeren e n k l i n k e n . O n d e r l i n g zijn deze verdeelposten d o o r é é n l e i d i n g v e r b o n d e n . O v e r deze l e i d i n g k u n n e n 12 afstandschrijfverbindingen gelijktijdig tot stand komen, wat door hoogfrequentietelegrafie mogelijk g e m a a k t is. B i j d i t systeem k u n n e n 12 h o o g f r e q u e n t e wisselstroomstooten tegelijk z o n d e r e l k a a r te storen o v e r é é n l e i d i n g g e z o n d e n w o r d e n . T w a a l f electrische zeven, die elk slechts é é n bepaalde f r e q u e n t i e d o o r l a t e n , z o r g e n , d a t de bij e l k a a r b e h o o r e n d e stroomstooten, w e l k e s a m e n een b e r i c h t v o r m e n , v a n de andere gescheiden worden. D e z e u i t v o e r i n g heeft t e n g e v o l g e , d a t de afstandschrijfb e r i c h t e n g o e d k o o p e r z i j n d a n de n o r m a l e telefonische. H e t o v e r b r e n g e n v a n een b e r i c h t speelt z i c h als v o l g t af: D e j o u r n a l i s t i n h e t „ P a l a i s des N a t i o n s " t e G e n è v e begeeft z i c h i n é é n der afstandschrijfcellen; hij d r u k t o p een k n o p , w a a r d o o r het plaatselijk telegraafkantoor opgeroepen wordt. D e beambte schakelt n u v a n u i t dit k a n t o o r de a f s t a n d s e h r i j f m a c h i n e i n de c e l i n e n m e l d t z i c h . D e j o u r n a l i s t zet z i c h i n m i d d e l s v o o r het toestel en begint op geheel dezelfde wijze als o p een n o r m a l e s c h r i j f m a c h i n e zijn b e r i c h t te t y p e n . I n t u s s c h e n heeft de b e a m b t e i n G e n è v e v e r b i n d i n g m e t Parijs of B e r l i j n gegeven. I n deze s t e d e n w o r d t d i r e c t m e t h e t r e d a c t i e b u r e a u v a n de gewenschte k r a n t d o o r v e r b o n d e n en v a n u i t het telegraafkantoor het ontvangtoestel automatisch ingeschakeld. A l deze h a n d e l i n g e n n e m e n slechts enkele o o g e n b l i k k e n i n beslag. D e m e d e d e e l i n g w o r d t , t e g e l i j k e r t i j d , d a t de j o u r n a l i s t t y p t , i n het o n t v a n g a p p a r a a t bij zijn r e d a c t i e op een p a p i e r strook o f op een b l a d papier, al o f niet met doorslagen, afgedrukt. Is d e m e d e d e e l i n g g e r e e d , d a n d r u k t d e j o u r n a l i s t o p e e n k n o p , w a a r d o o r een sluitteeken, bestaande u i t het opgloeien v a n een seinlampje, op de verdeelposten te G e n è v e en te P a r i j s o f te B e r l i j n , i n w e r k i n g t r e e d t . D e b e a m b t e n v e r b r e k e n n u de v e r b i n d i n g op de verdeelposten. D e kostenberekening v a n het telegram geschiedt overeenkomstig het tijdsverloop, dat voor het overseinen i n beslag genomen is. O m zeer snel vele m e d e d e e l i n g e n a c h t e r e l k a a r te verz e n d e n , k u n n e n de j o u r n a l i s t e n o v e r a u t o m a t i s c h e zenders beschikken. A l v o r e n s t o t seinen te k u n n e n o v e r g a a n , m o e t e n de l e t t e r t e e k e n s v a n de t e l e g r a m m e n m e t b e h u l p v a n p o n s doozen, achter elkaar i n den v o r m v a n een c o m b i n a t i e v a n gaatjes i n een f i l m v o r m i g e p a p i e r s t r o o k geponst w o r d e n . D e z e p o n s d o o z e n h e b b e n weer een n o r m a a l schrijfm a c h i n e t o e t s e n b o r d , z o o d a t de b e d i e n i n g zeer e e n v o u d i g is. N a h e t g e r e e d k o m e n v a n de p a p i e r s t r o o k z o r g t de a u t o -
No.
28—1932
Electrotechniek 6.
matische zender voor het met maximale snelheid verzenden v a n de berichten ( + 400 letterteekens per minuut). D o o r deze snelheid is het mogelijk, dat verschillende journalisten h u n berichten tegelijk kunnen ponsen en met een m a x . snelheid, die nooit met de hand te bereiken is, de vele berichten achter elkaar kunnen worden verwerkt. Het mag verwacht worden, dat i n de toekomst het afstandschrijfverkeer naast het telefoonverkeer een belangrijk aandeel i n het internationale berichtenverkeer z a l krijgen. D e voordeden zijn, buiten de geringe kosten, v ó ó r alles, de directe, juiste, schriftelijke overbrenging v a n de berichten.
Bepaling van de doorslagspanning bij een vonkbrug met bolvormige electroden. P E E K heeft bij bovenstaande configuratie v a n het electrische v e l d de doorslagspanning onafhankelijk gesteld van den afstand der electroden. E x p e r i m e n t e e l bleek, dat de doorslagspanning als functie v a n den straal v a n de bolvormige electroden k a n voorgesteld worden door: /
0,54\ kVmnx 1 + — — . V Vr / Deze formule leidt volgens A . M . Z A L E S S K Y ook i n het i n t e r v a l waarvoor P E E K ze bestemde tot zekere fouten. Deze k o m t dan, uitgaande v a n proeven v a n R E I C H E , tot de formule Um = 35 (1 — e—115 */<*) dO-925 bij d >10 c m en / 0.225\ / _ , , * \ 0.925 [7 = 3 5 10.975+ — — ) ( l — e d \ d voord < lOcm E = 27,2
c
m
l A O
5
m
w a a r i n : x = afstand der electroden en d = diameter v / d bollen. Het bleek, dat deze formules i n het i n t e r v a l der pract i s c h voorkomende waarden v a n d fouten geeft, die kleiner zijn dan 2 % . Tevens wordt nog een formule gegeven voor het geval, dat een v a n de electroden geaard is. H i e r d o o r verandert de getallenfactor i n de e-functie en tevens de factor 35. Om bij bepaalde afmetingen dezer configuratie de doorslagspanning snel te vinden, wordt nog een nomogram aangegeven. E.U.M. 50. J a h r g . 1932 pag. 149. G.
Automatische onderstations bij de Spoorwegmaatschappij „Paris-Orléans". De mogelijkheid om de exploitatie meer bedrijfszeker te m a k e n , gepaard met een vermindering v a n personeel, hebben bovengenoemde Maatschappij ertoe gebracht één v a n de onderstations v a n de lijn P a r i s — V i e r z o n te automatiseeren. A l s zoodanig k w a m het eerst i n aanmerking het onderstation T i v e r n o n , dat de meeste moeilijkheden biedt met het oog op de huisvesting v a n het personeel, aangezien d i t onderstation betrekkelijk ver v a n bewoonde centra verwijderd is. H e t onderstation T i v e r n o n w o r d t gevoed door 2 aftakkingen v a n de twee 90.000 V lijnen, die de waterkrachtcentrale E g u z o n verbinden met het openl u c h t s t a t i o n te C h e v i l l y bij Parijs. I n het onderstation T i v e r n o n staan 2 groepen v a n 2 eenankeromvormers i n serie opgesteld, met een vermogen v a n 1000 k w elk. B i j dit onderstation moet de bediening der hoogspanningszijde met de h a n d geschieden, het overige is geheel automatisch. W a n n e e r de spanning v a n den rij draad bij het onderstation daalt beneden een bepaalde waarde, dan wordt een relais met tijdvertraging i n w e r k i n g gebracht. D u u r t de spanningsdaling n u lang genoeg, dan w o r d t de halve normale spanning aan de eenankers gelegd, waardoor zij aanloopen. Is een groep i n reparatie, dan loopt automatisch de tweede groep aan. Is de, aan den gelijkstroomkant, afgegeven stroom eenigen tijd beneden een bepaald m i n i m u m , dan wordt
E . 79
het aggregaat weer uitgeschakeld. Wanneer tengevolge van een plotselinge overbelasting de 1500 V schakelaar u i t v a l t , dan wordt automatisch de lijnweerstand gemeten. Heeft deze een juiste waarde, dan wordt onmiddellijk weer ingeschakeld en ook het tweede aggregaat loopt aan. Het onderstation, dat sinds het einde v a n 1929 i n bedrijf is, heeft geen aanleiding tot critiek gegeven. De besparing op het loon v a n het personeel is zoodanig, dat de amortisatie v a n de automatische installatie i n ongeveer vier jaar k a n plaats v i n d e n . De Maatschappij heeft tevens i n overweging genomen om de vijf overige onderstations tusschen E t a m p e s en Vierzon te automatiseeren. B o v e n d i e n zullen de nieuw te bouwen onderstations v a n de lijn Orleans—Tours eveneens een automatische i n r i c h t i n g krijgen. Hierbij zal ook de schakeling aan de hoogspanningszijde automatisch plaats v i n d e n . Bij een geheele reeks v a n opvolgende automatische onderstations doen zich moeilijkheden voor die men niet ontmoet, wanneer een automatisch onderstation gelegen is tusschen twee normale. M e n moet dan één onderstation uitkiezen, dat de leiding v a n het bedrijf zal hebben, hetgeen door een verschillende tijdvertraging der relais k a n worden verkregen. R.G.E. 5 M a a r t 1932, pag. 324. G.
Iets over den electrostatischen asynchronen motor en de mogelijkheid van zijn practische bruikbaarheid. H i e r z a l i n 't k o r t een machine beschreven worden, die met behulp v a n een electrisch draaiveld electrische energie omzet i n mechanische. D e stator van zoo'n machine heeft electroden, welke aangesloten zijn aan een meerfazen-spanning. D e rotor bestaat u i t een d i ë l e c t r i c u m zonder meer. F i g . 7 toont schematisch een doorsnede loodrecht op de as, waarbij de rotor geteekend is als een hollen cylinder en de stator u i t een buitenste en een binnenste groep v a n electroden I , I I en I I I bestaat. Deze electroden zijn paarsgewijs met elkaar verbonden en aangesloten op een draaistroomnet. I n de ringvormige ruimte tusschen de binnenste en buitenste electrodengroepen wordt dan een tweepolig electrisch draaiveld opgewekt; bij gebruik v a n meerdere groepen electroden is het mogelijk een meerpolig draaiveld te verkrijgen. T e n gevolge v a n de geringe geleidbaarheid en de d i ë l e c t r i s c h e verliezen w o r d t i n den rotor warmte o n t w i k k e l d ; er ontstaat een k o p p e l . Om het veld te berekenen i n de ringvormige ruimte tusschen de electroden veronderstelt m e n : 1°. D a t de axiale lengte v a n den motor groot is. D a n is het n.1. voldoende om een v l a k te beschouwen loodrecht op de as. 2°. D a t de straal v a n den cylinder groot is vergeleken bij den vrij slag. W e mogen dan, zonder een a l te groote fout te m a k e n , het verschijnsel beschouwen aan de h a n d van een uitgeslagen figuur (zie f i g . 8). D e rotatie v a n het veld wordt dan een translatie langs de x-as. In f i g . 8 beteekent rp de poolsteek, 2h de dikte v a n den rotor, / de vrij slag en y d e onderlinge verschuiving der electrodengroepen. Wanneer de rotor er niet is, k a n men de potentiaal V voor elk punt v a n een v l a k , dat zich tus-
Electrotechniek 0.
E . 80
No.
28—1932
schen de v l a k k e n y '== 4- (ft + Z) en y = — (ft 4- Z) bevindt, bepalen door de vergelijking: V = A sin x Sin h y 4- ^4 '< 2 !/ 4 ^ 3 sw* 3 x Sin h 8.p . + ^4 sin 4 a: iSwi h 4 y + . . . wanneer y = 77, dus wanneer de electrodengroepen onderling 180° e l . verschoven zijn. Voor 't geval y = O ontstaan overeenkomstige cosinusfuncties; A , A , zijn hierin constanten, die bepaald kunnen worden uit de randvoorwaarden. Op grond v a n de verkregen potentiaalvergelijkingen, kunnen n u uitdrukkingen o n t w i k k e l d worden voor de kracht, welke uitgeoefend wordt op den rotor per poolpaar en per c m axiale lengte. H e t blijkt dan, dat die kracht uit twee te sommeeren componenten bestaat, waarvan de één afhangt v a n de d i ë l e c t r i s c h e verliezen en de andere v a n de geleidbaarheid v a n het d i ë l e c t r i c u m . E r schijnt een waarde der geleidbaarheid te zijn, waarvoor de kracht een m a x i m u m wordt. De component, afhankelijk v a n de diëlectrische verliezen, k a n daarbij vergeleken verwaarloosd worden en men krijgt dan een u i t d r u k k i n g voor het koppel:
koppel en deze daling k a n gebruikt worden om een signaali n r i c h t i n g te laten werken. E e n meting v a n het koppel bij verschillende grootten der vrij slag heeft getoond, dat de berekening vrij aardig klopt met de werkelijkheid, hoewel niet die nauwkeurigheid bereikt wordt, welke we gewend zijn bij de electromagnetische machines. D i t moet echter gezocht worden in de moeilijk definieerbare eigenschappen v a n het d i ë l e c t r i c u m . V o o r a l bij grootere afmetingen der vrijslag geeft de berekening goede waarden. Zoo werd b . v . bij Z = 2,5 m m een koppel v a n 0,75 g m m berekend en v a n 1,05 g m m gemeten. Construeeren we een cirkeldiagram v a n den motor op grond v a n de ontwikkelde vergelijkingen, dan blijkt er groote overeenkomst te bestaan met dat v a n den gewonen asynchromen motor. (Electrotechnik und Maschinenbau 1932,Heft 22, pag. 325). v. W .
M = C. U . n . dyne per poolpaar en per c m axiale lengte. H i e r i n beteekent U de spanning v a n het draai stroomnet, 2 77 n en constante = 77 \r voor de eerste harmonische en P voor de tweede enz. (T i n c m gemeten). C hangt samen met den v o r m der electroden, met de onderlinge verhoudingen v a n de waarden h, T en Z en met de geleidbaarheid v a n het d i ë l e c t r i c u m van den rotor. H e t blijkt verder, dat bij liniaire verandering v a n alle afmetingen het totale koppel hetzelfde blijft; het stijgt echter met het kwadraat der spanning. Bij gegeven spanning is een vergrooting van het koppel te verkrijgen: 1°. D o o r vergrooting v a n het aantal polen en gelijktijdige vergrooting v a n de oppervlakken der electroden bij constante dikte 2h v a n den rotor en constante poolsteek r . 2°. Door vergrooting v a n het aantal polen bij verkleining van ft en verder constante afmetingen. E e n meer nauwkeurig onderzoek toont, dat er v a n elke afmeting een meest gunstige waarde bestaat, welke echter niet allen uitvoerbaar zijn met het oog op de doorslagvastheid. B e v i n d t de motor z i c h i n olie, dan k a n men zeer dicht tot die ideale waarden naderen, tenzij te groote veiligheid gewenscht is. Deze k a n men echter ook verkrijgen door voorschakeling v a n hoogohmige weerstanden en beveiligingen. I n 't algemeen verdient de verschuiving y = 77 de voorkeur boven die, waarvoor y = O i s . H e t apparaat is b . v . te gebruiken als relais voor spann i n g s o n s y m m e t r i e ë n (aardsluitingsrelais) en k a n daartoe geplaatst worden i n de olie v a n den hoogspanningstransformator . Bij 20 k V gekoppelde spanning, 50 H z . , ft = 12,8 m m , l = 1,35 m m en een rotor v a n celluloid met een specifiek cm geleidingsvermogen v a n 2 , 9 . 1 0 -Q, wordt M = 443
I n N e w Y o r k zijn kort geleden 3 nieuwe electromedische instrumenten gedemonstreerd, welke volgens deskundigen in de toekomst veel toegepast zullen worden. H e t zijn: E e n machine, welke kunstmatig koorts k a n verwekken. C h i rurgische instrumenten, om electrisch te snijden. De electrocardiograaf. De „koortsmachine", radiotherm genaamd, is een u i t v i n d i n g v a n
S 4 W
1
2
a ;
2
4
1
2
2
2
p
T
P
P
p
-10
dyne /cm. B i j 31 c m diameter v a n den rotor en 4 c m breedte v a n de electroden levert d i t 166 g c m bij stilstand. H e t inverze koppel v a n de tweede harmonische ter grootte van ongeveer 17 g c m is hiervan reeds afgetrokken; de hoogere harmonischen hebben geen invloed. V o o r 't geval spanningsonsymmetrie optreedt, daalt het
Electromedische instrumenten.
den
heer A . B .
PAGE
en werkt met stroomen v a n zeer hooge frequentie. Zij k a n de F i g . 9. temperatuur doen stijgen op elk gedeelte v a n het menschelijk l i c h a a m , dat gelegen is tusschen haar electroden. D e machine k a n geb r u i k t worden voor rheumatische doeleinden en voor het bestrijden v a n infecties. Bijgaande foto toont de radiotherm met zijn constructeur. D e chirurgische snijinstrumenten, welke berusten op het snijden met een boog v a n hoogfrequente stroomen, hebben het voordeel licht hanteerbaar te zijn en het bloeden te voorkomen, omdat de wondranden onmiddellijk dichtgeschroeid worden. D e electrocardiograaf werkt met de potentiaalverschillen i n het menschelijk l i c h a a m , welke ontstaan bij samentrekking v a n spieren. H e t instrument geeft een zuiver beeld v a n de hartwerking en k a n bij het stellen v a n een diagnose groote diensten bewijzen. (Electrical World, December 1931, pag. 1117). v. W .