Typografie 11
VORMGEVEN
:ht globale indeling hoofdvormen
Letters De huidige lettervonnen die in drukwerk worden gebruikt zijn ontstaan uit het handschrift alphabeth. Op dit ogenblik bestaan er ongeveer 5000 verschillende soorten lettervonnen. Elke dag komen er nieuwe bij. Doordat er zoveel verschillende lettervonnen zijn is de behoefte aan klassifikatie ontstaan. Er zijn diverse manieren van indeling bedacht en niemand weet eigenlijk welke de beste is. Zelfs vaklieden zijn het er vaak niet over eens of een bepaald lettertype in de ene dan wel in de andere klasse behoort. Wij houden het daarom eenvoudig en laten het bij een globale indeling van de hoofdvonnen.
Dd D d Dd
I HISTORISCHE VORMEN · Mediaeval of Romein soorten: --- --- weinig dik/dun verschil - driehoekige schreef ·Bodoni's: - groot dik/dun verschil - horizontale schreven 2 TECHNISCHE VORMEN ·Egyptiennes: - konstruktief - rechthoekige schreef · Schreeflozen: --- ~ weinlg- dik/dun verschil - geen schreven
[)
letterfamilie
E
. ;-.
3 SCHRIJF- EN FANTASIE VORMEN · Alle vonnen zijn mogelijk - eventueel een handgeschreven karakter
Binnen deze hoofdvonnen komen een groot aantal variaties voor. Deze hebben allemaal een eigen naam zoals: Garamond, Times, Bodoni, Univers, Helvetica, Gill. Zo 'n variant binnen een hoofdvonn noemen we een letterfamilie. 21
©Geografisch Instituut
Funktioneel I'orll/gel'en I'oor schrijvers
...::-_--------------------
lettertypen
R R
romein
Een letterfamilie kan weer uit veel verschillende lettertypen bestaan, rechtop of schuin, dik of dun, groot of klein. Rechtopstaande letters noemen we ook wel 'romein', schuine letters 'kursief' of 'italic'. (2.1) De verschillen in dikte duiden we aan met mager, normaal, halfvet, vet. (2.2) Soms zijn er binnen een letterfamjlie ook extra smalle letters ontworpen of letters bestaande uit een kontour. Een volledige letterfamilie bevat al deze verschillende variaties in lettertypen. (2.3)
kursief
2.1 verschillen in typen
UNIVERS 45 UNIVERS 46 UNIVERS 55 UNIVERS 56
U~IVERS 65 UNIVERS66 UNIVERS 75 UNIVERS76
2.3 een letterfamilie
letterserie
R R R
R
Bij een groot aantalletterfamilies worden de dikte, romeinlkursief, smalJbreed aangeduid met een letterkode. B. v. voor Uruvers: Normaal Romein, 55; Normaal Kursief, 56; Halfvet Romein, 65. Alle beschikbare grootten van één bepaald lettertype noemen we een letterserie. (2.4) 6punl
mager
Univers normaal
Sponl
Univers normaal
'pon' 10p,nl
normaal
halfvet
l1p,n'
Univers normaal
Univers normaal
13p,n.
Univers normaal
1<ponl
Univers nbrmaal
15p,nl
17ponl
1Bpon.
19punl
Rextravet 2.2 verschillen in dikte
Univers normaal
Univers normaal
12p,nl
16p,n.
vet
Univers normaal
7 ponl
1Opo",
21punl
22punl
23ponl
2
Univers normaal
Univers normaal
Univers normaal Univers normaal
Univers normaal
Univers normaal Univers normaal
Univers normaal Univers normaal
Univers normaal
2.4 een letterseriè
22
v66rï6pigeuitgave'
Typografie
K k KLEINkapitaal
alfabet
kapitaal
Een kompleet alfabet bestaat uit hoofdletters (kapitalen) en kleine letters (onderkast) (2.5) plus de cijfers, leestekens en ligaturen. Ligaturen zijn kombinaties van twee letters zoals de ft of de a:. (2.6) Je mag bij het zetten of tikken van tekst NooIT ONdERkaST En kAPiTaaL dOOr elKaaR geBrUIkeN!
ongerkast
2.5 onderdelen van een alfabet
handzetten
2.6 ligaturen
spatiering interlinie
Typografische termen De oudste methode om letters te zetten is het zgn. handzetten. Veel termen die we nu nog gebruiken stammen uit die tijd. De teksten werden gezet vanaf rechthoekige staafjes. Op deze staafjes stonden de letters in spiegelbeeld. Je kunt deze staafjes vergelijken met stempels. De letterstaafjes werden gegoten uit lood. (2.7) Ze werden bewaard in letterbakken. Boven in de bak bevonden zich de hoofdletters, kapitalen genoemd. Onder in de bak, het woord zegt het al, bevonden zich de onderkast-letters. Kapitalen worden ook wel bovenkast-letters genoemd. Je ziet dat de letter niet precies tot de randen van het staafje loopt. De letters moeten onderling namelijk enige afstand bezitten. De afstand tussen de letters noemen we spatiering . De ruimte tussen regels noemen we interlinie.
corpslijn X'llln
T
I-
."",:IË
-----'-------staanlijn-- corPSWIl
----------------'-------------corpst'jn
2.7 letterstaafje
Didotstelsel . augustijn .cicero typografische punt corpsmaat
Op het einde van de achtiende eeuw heeft de franse lettergieter Firmin Didot een maatsysteem ontwikkeld om de afmetingen van letters, regelafstanden e.d. te meten. Het stelsel werd naar hem het Didotstelsel genoemd. Als rekeneenheid ging hij uit vari een augustijn, ook wel cicero genoemd. Deze augustijn verdeelde hij in twaalf typografische punten. Er gaan precies 2660 punten in een meter. Een punt is 0,376 mm en een augustijn 4,511 mm (afgerond). De lettergrootte geefje aan met de corpsmaat van het staafje. Het corps is de hoogte van het letterstaafje in typografische punten. Zo bestaan er letters in corps 6, corps 7 enz. NB: Omdat de lettergrootte aangeduid wordt met de hoogte van het letterstaafje is de werkelijke grootte van de letter altijd iets kleiner dan de aangegeven corpsmaat. Kapitale letters van corps 8 (3 mm) kunnen b.V. in werkelijkheid 2 mm groot zijn. Het Didotstelsel wordt in de drukkerswereld nog steeds gehanteerd. Sinds 1978 bestaat er een internationale afspraak om als maateenheid 23
©Geografisch Instituut
Funktioneel I'ormgel'ell 1'00r schrijl'ers
metrische stelsel meterkonventie
het metrische stelsel te gaan gebruiken, de zgn. meterkonventie. De meest gebruikte grafische apparatuur, b. v. drukpersen, is echter nog steeds gebaseerd op het Didotstelsel. Het zal dan ook nog wel even duren voordat dit maatstelsel volledig verdrongen zal zijn door het metrische.
Spatiering Wi 1 lemse 2,8 Tik/etters hebben een vasTe /etterajsTand schrijfmachines vast zetsel
horizontale pitch verticale pitch pitch 10 (pica), 12 (elite) en 15 (condensed)
instelbare pitch
De afstand tussen letters heet spatiering. Tikmachines en zetmachines hebben verschillende wijzen van spatieren. We leggen uit hoe ze elk te werk gaan. Bij de meeste schrijfmachines heeft elke letter een vaste letterafstand. Dit heet vast zetsel. Brede letters zoals de m en de w krijgen evenveel ruimte toebedeeld als smalle letters zoals de i of de I. (2.8) Dit geeft geen mooi letterbeeld. Het probleem is enigszins opgevangen doordat de i en I extra breed zijn ontworpen en de w en de m erg smal. De breedte van de letters bepaalt hoeveel letters er op een regel kunnen. De maateenheid die hiervoor wordt gehanteerd is het aantal LeTters per inch (25,4mm). Deze maateenheid wordt horizontale pitch genoemd. De maateenheid voor de afstand tussen de regels heet verticale pitch. Omdat de naam verticale pitch zelden gebruikt wordt -er zijn andere termen voor- gebruiken we hier alleen het woord pitch. We bedoelen dan horizontale pitch. De meest voorkomende pitches zijn: 10 (pica), 12 (elite) en 15 (condensed). Het verschil tussen pitch 10 en pitch 12 lijkt niet zo groot, maar bedenk wel dat je met pitch 12 ongeveer 20 % meer tekst op een vel papier krijgt dan met pitch 10. Dit kan bij een grote oplage aanzienlijk in de papierkosten schelen. Schrijfmachines met verwisselbare letterbollen of -wielen hebben een instelbare pitch. Elke lettersoort is echter ontworpen voor één bepaalde pitch. Een andere pitch zal een lelijk resultaat opleveren. Je moet daarom altijd die pitch instellen die op de letterbol of -wiel is aangegeven. Moderne schrijfmachines kunnen net als professionele zetmachines aan elke letter een eigen spatie toekennen afhankelijk van de breedte van de letter. Dit heet proportioneel zetten. Het aantal tekens dat op een regel past, kan daardoor bij proportioneel zetten wat varieren. Proportioneel zetsel geeft een evenwichtiger en rustiger indruk dan zetsel met een vaste pitch. De spatiering bij de moderne zetmachines is variabel. Dat wil zeggen dat je de afstanden tussen de letter naar believen kunt aanpassen. Als je geen speciale opdracht aan de zetter geeft, wordt de tekst normaal gespatieerd. Als je minder ruimte tussen de letters wilt laten aanbrengen, spreek je van afspatieren en als je meer ruimte wilt laten aanbrengen noem je dat aanspatieren . (2.9)
24
voorlopige uitgave
Typografie
RAAMPJ E RAAMPJE RAAMPJ E
normaal spatiëren
afspatië'en
~s
aanspatië,en
2.9 verschillende methoden om de letterspatie te beïnvloeden
Het kan ook gebeuren dat je niet het hele woord of een hele regel wilt aanpassen, maar dat je incidenteel de afstand tussen twee letters wilt aanpassen. Vooral bij grotere corpsen kan het voorkomen dat een bepaalde kombinatie van letters een grotere witruimte laat zien dan andere kombinaties. Zo'n incidentele aanpassing heet gelijkstellen of kerning. (2.10)
I. :1
lt
-
-
RAAMPJ E
1
gelijkstellen/kerning
I
2.10 incidenteel aanpassen van de spatiëring
Interlinie De afstand tussen twee regels heet interlinie of linefeed. Bij tikwerk wordt ook wel de term vertikale pitch gebruikt. De regelafstand wordt gemeten van de basislijn van een regel tot de basislijn van de volgende regel. (2.n)
t
gezet op 10/10 (kompres), univers normaal Áegla Solis erat sublimibus alta columnis c1ara micante aura flammasque imitante pyropo, cuius ebur nitidum fastigia summa tegebat, argenti bifores radiabant lumine valvae. Materiam superabat opus: nam Mulciber il/ic aequora caelarat medias cingentia terras terrarumque orben caelumque, quod imminet orbi. Caeruleos habet unda deos, Tritona canorum Proteaque ambiguum ballaenarumque prementem Aegaeona gezet op 10/14, univers normaal Regia Solis erat sublimibus alta columnis clara micante aura flammasque imitante pyropo, cuius ebur nitidum fastigia summa tegebat, argenti bifores radiabant lumine valvae.
tekst interlinie
tekst
J
2.11 interlinie wordt van basislijn tot basislijn gemeten
Materiam superabat opus: nam Muleiber illic aequora caelarat medias cingentia terras terrarumque orben caelumque, quod imminet orbi. Caeruleos habet unda deos, Tritona canorum Prateaque ambiguum ballaenarumque prementem Aegaeona
25
©Geografisch Instituut
FUllktiolleel I'or/llgel'ell \'oor schrijl'ers
2,12 tussen het loodzetsel wordt een 'linie' geplaatst
Dit voorbeeld is gezet volgens de traditionele zetmethode. Alle regels zijn aan de achterkant gelijk. Dit noemen we 'uitgevulde tekst'. Bij smalle kolommen -zoals hier het geval is- kunnen er grote witruimten tussen de woorden ontstaan waardoor we een lelijke en niet prettig leesbare tekst verkrijgen. Aan het eind van een regel worden de woorden vaak afgebroken. 2,13 tekst in bloÁ'1'onn gezet
Dit voorbeeld is gezet in een vrije regelval. Vrije regelval wordt ook wel engelse regelval genoemd. Aan de achterkant zijn de regels ongelijk doordat de woordtussenruimte overal gelijk is. De tekst is hierdoor gelijkmatiger en daardoor beter leesbaar geworden. In de tekst kunnen te veel woordafbrekingen onder elkaar worden voorkomen. 2,14 tekst in engelse regelval gezet
26
Bij het loodzetsel kan de kleinste interlinie verkregen worden door de letterstaafjes plat tegen elkaar te plaatsen. De interlinie is dan gelijk aan de corpsmaat van het zetsel. Dit noemen we kompres- of plat zetsel, niet te verwarren met platte tekst (zie 'Tekstwaardering'). Wanneer je de interlinie wilt vergroten dan laatje tussen de regels een extra regeltje lood (linie) plaatsten. (2.12) 1 punt extra interlinie bij korps 10 noteer je als: 10/11 gezet, en je spreekt het uit als: tien op elf. Bij de moderne zetsystemen en schrijfmachines is de interlinie niet meer tastbaar zoals bij het lood zetsel. We spreken daarom meestal over regelafstand of linefeed in plaats van interlinie. De maten blijven echter hetzelfde als bij het loodzetsel. Ook hier is voor plat zetsel de corpsmaat gelijk aan de interlinie. De regelafstand van getikte tekst wordt uitgedrukt in 1, 1'12, 2, 2'/2 en 3, Regelafstand 1 is gelijk aan Y6 inch. Dat is lastig. Het is gemakkelijker om met millimeters te rekenen. In onderstaande tabel vindt je de regelafstanden, aangeduid in inches en in mmo De regelafstand van getikte tekst wordt uitgedrukt in I, 1112, 2, 2 112 en 3. Regelafstand 1 is gelijk aan '/6 inch. Dat is lastig. Het is gemakkelijker om met millimeters te rekenen. In onderstaande tabel vindt je de regelafstanden, aangeduid in inches en in mmo regelafstand 1 regelafstand 1 '12 regelafstand 2 regelafstand 2Y2 regelafstand 3
21,2 inch 31,2 inch 4f12 inch 51'2 inch 0/12
inch
4,2mm 6,4mm 8,5mm 1O,6mm 12,7 mm
Het toeval wil dat er, na een zeer kleine afronding, 72 punten oftewel 6 augustijnen in een inch gaan.
Regelval Bij de traditionele blokvorrn wordt de ruimte aan het eind van een regel gelijkmatig verdeeld tussen de woorden. Dit heet uitvullen. Op deze wijze krijg je links en rechts een mooie rechte kantlijn. Het nadeel van deze zetwijze is dat er grote witruimten tussen de woorden kunnen ontstaan. Om dit probleem zoveel mogelijk te beperken kun je woorden op het eind van een regel afbreken. Op die manier kan er meer tekst op een regel en blijft er minder wit over. (2.13) Naast de blokvorrn kennen we de vrije regelval, ook wel engelse regelval genoemd. Hier wordt de tekst niet uitgevuld. De regels worden op ongelijke plaatsen afgebroken. Er ontstaat geen rechte rechter kantlijn. (2.14)
Typografie
Met uitgevulde tekst kun je iets meer woorden op een pagina krijgen. Toch blijkt een vrije regelval enkele voordelen te hebben boven uitgevulde tekst: • Het is gemakkelijker en goedkoper te zetten dan de traditionele methode. • Het is gemakkelijker en goedkoper om korrekties aan te brengen doordat er meer ruimte over is om iet eranderen. ~ • De tekst geeft een gelijkmatiger indruk doordat de woordtussenruimten konstant zijn. • De tekst is flexibeler, je kunt zelf bepalen wanneer je op een nieuwe regel begint. • Het is gemakkelijker om figuren met tekst te laten lijnen. Bij blokvorm valt het direkt op wanneer een figuur een fraktie smaller is dan de tekstkolom. Bij vrije regelval valt het niet op als een figuur niet exact de goede breedte heeft.
Leesbaarheid De leesbaarheid van een tekst wordt beïnvloed door tal van faktoren zoals: lettertype, interlinie, woordspatiering, het aantal woorden op een regel, romein, kursief, groot, klein, vet, mager, etc. Daarnaast hangt ook veel af van de kwaliteit en kleur van het papier, de verlichting e.d. Onderzoeken op het gebied van leesbaarheid hebben een aantal feiten opgeleverd die gelden voor gewone tekst, gelezen op een leesafstand van zo'n 40 cm. • TEKST IN KAPITALEN IS MINDER GOED LEESBAAR DAN TEKST IN ONDERKASTLETTERS. KAPITALEN NEMEN OOK ONGEVEER 50% MEER RUIMTE IN BESLAG DAN ONDERKAST LETTERS. • Romein is beter leesbaar dan kursief. • Zwarte letters op een witte achtergrond zijn beter leesbaar dan witte letters op een zwarte achtergrond . • Vrije regelval heeft geen invloed op de leesbaarheid van de tekst. Vrije regelval heeft wel invloed wanneer je haar gebruikt om de tekst op logische rustpunten af te breken. De leesbaarheid wordt dan verbeterd. • Letters met een korpsgrootte van 9 tot 12 punten zijn ongeveer evengoed leesbaar. Bij grotere korpsen vermindert de leesbaarheid van de tekst. • Bij een regellengte van tien tot twaalf woorden of een letteraantal van zestig à zeventig blijkt tekst het prettigst leesbaar te zijn. • Te korte of te lange regels verminderen de leesbaarheid. • Bij te brede regels kan het toevoegen van wat extra interlinie de leesbaarheid bevorderen. Nogmaals: dit geldt alleen voor gewone leestekst. Als tekst op een andere manier wordt weergegeven kan zelfs het tegengestelde gelden. 27
©Geografisch Instituut
•
u--------------------FUI/ktiol/eel I'or/llgel'ell I'oor schrijl'ers
Op een affiche is een tien punts letter niet te lezen. In zo'n geval kan een vette tekst in kapitalen juist uitstekend voldoen, Voor teksten op dia 's of overhead-sheets zijn lichte letters op een donkere achtergrond het beste. Kortom: pas niet zomaar regeltjes toe. Houd in de gaten wat je aan het doen bent.
Tekstvervaardiging Zetmethoden
2,15 een letterbak
2,16 teksthaak voor het rapen van de letters
2.17 negatieve letterschijven van fotozetters
28
vö6d6pige uitgave
De oudste zetmethode is zoals gezegd het handzetten. Bij het handzetten worden de letterstaafjes één voor één samengeraapt en tot woorden en regels gevormd. De letters worden bewaard in letterbakken. Het systeem neemt veel ruimte in beslag omdat voor elk lettertype en elk corps een aparte letterbak nodig is. (2.15) Deze zetmethode is nog niet geheel verdwenen. Ze wordt nog gebruikt bij het maken van visite kaartjes, trouwkaarten, e.d. Bij dit soort drukwerk gaat het om een kleine hoeveelheid tekst. In zo' n geval is het een handig systeem omdat na het rapen van de letters deze direkt gebruikt kunnen worden om van te drukken. (2.16) Fotozetten berust op een methode waarbij licht wordt gebruikt om een letterbeeld te vormen. Bij een fotozetter zijn de letters in negatief:;p een transparante schijf aangebracht. (2.17) Door middel van een lichtbron wordt het letterbeeld door een lens op lichtgevoelig materiaal geprojekteerd. Dit materiaal kan papier of film zijn. Een sluiter zorgt net als bij een kamera voor de juiste belichtingstijd. Grotere of kleinere letters ontstaan door de afstand tussen het negatief en de lens te veranderen. (2.18)
2,18 werking van een fotozetter
Typografie
Het lichtgevoelige materiaal waarop de tekst gezet wordt is als een lange rol in het zetapparaat aanwezig. We kunnen het zetsel op twee manieren laten ·uitdraaien'. Als een lange kolom, waarbij de strook tekst later wordt verknipt om samen met foto's en illustraties tot een pagina gevormd te worden. (2.19) Deze lange strook wordt de strokenproef genoemd. Bij drukwerk dat voor het grootste gedeelte uit tekst bestaat kan het zetsel direkt in pagina' s worden gezet. Op de plaatsen waar iets anders dan tekst komt kun je ruimte open laten. Het geheel komt weer als een lange strook aan één stuk uit het apparaat. Je hoeft alleen maar de pagina' s van elkaar los te knippen, en de illustraties op de goede plaats aan te brengen. Wanneer je erg veel illustraties wilt aanbrengen, is dit een te dure methode. 2.19 strokenproef
De kwaliteit van fotozetsel is bijzonder goed. Er bestaan verschillende soorten fotozetapparaten, die elk op een andere manier bediend worden. Het meest eenvoudige apparaat wordt met de hand bediend. Dit levert natuurlijk niet zo'n hoge zetsnelheid op, ongeveer 3000 tekens per uur. (ter vergelijking: tikmachine-snelheid is ongeveer 7500 tekens per uur) De snellere apparaten worden gestuurd door een ponsband, magneetband of floppy-disco
2.20 het zetten van digitaal opgeslagen letters gebeurt lijn voor lijn
Bij de tegenwoordige zetapparaten zijn de letters niet meer op een negatief aangebracht maar digitaal opgeslagen in het geheugen van een komputer. Dat wil zeggen dat de vorm van de letter is vastgelegd in een aantal kode's. Deze kode's besturen een lichtstraal die de letter lijn voor lijn opbouwt, precies zoals dat bij het beeld van een TV-toestel gebeurt. (2.20) Door deze opbouw van de letters in lijnen bestaat de mogelijkheid dat de randen van de letters rafelig worden. Hoe groter het aantal lijnen waaruit de letter is opgebouwd, des te beter de letterkwaliteit. Doordat de letters digitaal zijn opgeslagen is het mogelijk om letters te vervormen. Dit kan door met behulp van formules de letterkodes te veranderen. Het aantal mogelijkheden om op deze wijze het letterbeeld te vervormen is groot. De mate waarin je kunt vervormen hangt af van het apparaat dat je ter beschikking hebt. (2.21)
elektronische vervorming van leksl elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorrTling van tekst elektronische vervorming van tekst elektronische vervorming van tekst 2.21 een digitaal opgeslagen letter kan elektronisch vervormd worden
29
@Geografisch Instituut