Drankenconsumptie in Nederland Inzicht in de Nederlandse drankenconsumptie op basis van de Voedselconsumptiepeiling 2007-2010
Een uitgave van de Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen, 2013
VOORWOORD
In 2011 werd de meest recente Voedselconsumptiepeiling (VCP) uitgebracht. Dit onderzoek van het RIVM, in opdracht van het Ministerie van VWS, geeft een goed beeld van de voedselconsumptie van Nederlanders. Er werd onder andere gekeken naar de consumptie van alcoholische en niet-alcoholische dranken, zowel van kinderen als volwassenen. Daarnaast zijn de verschillen tussen geslacht, leeftijd, gewicht en Sociaal Economische Status in kaart gebracht. Deze uitkomsten bieden een belangrijke bron van informatie om meer inzicht te krijgen in de huidige drankenconsumptie in Nederland en dienen als toets van ons eigen beleid.
ruim 2 glazen per dag, een belangrijke vochtbron. 34% van de Nederlanders geeft aan vruchtensappen te drinken. Ze drinken gemiddeld 68 ml vruchtensap per dag. De consumptie van frisdrank ligt op iets meer dan 1 glas per dag. Hiervan is ongeveer 30% light frisdrank. Siropen worden vooral door kinderen in de leeftijd van 7-11 jaar geconsumeerd.
De voorgaande VCP onder de gehele bevolking dateert alweer uit 1998. De FWS is verheugd dat er nu een nieuwe VCP is over de gehele bevolking, die ons weer recentere gegevens biedt over de drankenconsumptie in Nederland. Deze informatie delen wij graag met u. De resultaten zijn verwerkt in de brochure die nu voor u ligt.
Productinnovaties zijn hierbij een belangrijk speerpunt. Tegenwoordig is er een breed productportfolio beschikbaar waaruit consumenten een gevarieerde keuze kunnen maken. Zo zijn er in de schappen steeds meer laagcalorische dranken te vinden. Daarnaast worden er geen frisdranken op basisscholen verkocht, is er op middelbare scholen een breed aanbod van dranken in de automaten, wordt het belang van sport in een gezonde leefstijl benadrukt, houden we ons aan de reclamecode voor
Uit de nieuwe VCP blijkt dat Nederlanders voldoende vocht drinken. Vooral water is, met een gemiddelde consumptie van
2
De FWS zet zich in om de kennis over frisdranken, waters, sappen en siropen te vergroten. Voeding & gezondheid is één van de terreinen waarop de FWS actief is. Onze activiteiten zijn vooral gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl en een gezond gewicht.
voedingsmiddelen van de FNLI en helpt de Dagelijkse Voedingsrichtlijn op de voorkant van verpakkingen consumenten bij het maken van geïnformeerde keuzes. Deze activiteiten komen tot stand in nauwe samenwerking met en tussen onze leden.* Het bevorderen van een gezonde leefstijl is en blijft een uitdaging. De FWS wil hierin een voorloper zijn. De afgelopen jaren zijn er al vele belangrijke stappen gezet, maar dat betekent niet dat we stil gaan zitten. We blijven middelen ontwikkelen om de gezondheid te bevorderen en gedegen informatie over dranken te verstrekken. Zo is in 2011 het Informatiecentrum Zoetstoffen opgezet (zie: www.zoetstoffen.nl) met als doel om feitelijk en wetenschappelijk onderbouwde informatie over zoetstoffen beter toegankelijk te maken en misverstanden over zoetstoffen te weerleggen. Daarnaast zijn er nog vele andere mooie activiteiten in ontwikkeling.
Raymond Gianotten, Directeur FWS * In bijlage I is een overzicht van alle activiteiten opgenomen.
3
SAMENVATTING
Overgewicht is een probleem in Nederland. De inname en het verbruik van calorieën zijn niet in evenwicht. De FWS vindt het belangrijk om als sector zelf en in samenwerking met andere partijen ervoor te zorgen dat overgewicht afneemt. Hiervoor zijn verschillende succesvolle initiatieven ontwikkeld en geïmplementeerd op het gebied van verkoop, innovatie en voorlichting.* Dit beleid wordt getoetst aan de meest recente cijfers van de drankenconsumptie van de Nederlandse bevolking. Op dit moment zijn dat de resultaten van de VCP 2007-2010, die in 2011 door het RIVM werden gepubliceerd. Methoden In de periode maart 2007 tot april 2010 voerde het RIVM, in opdracht van het Ministerie van VWS, de VCP uit onder 3.819 Nederlanders van 7 tot 69 jaar. De deelnemers werden, op twee niet opeenvolgende dagen, ondervraagd over hun voedselconsumptie van de voorafgaande dag. Dit interview werd afgenomen door een gediplomeerde en getrainde diëtist. Hierbij werd onder andere de consumptie van dranken in kaart gebracht. Deze resultaten werden verwerkt door GfK en uitgesplitst naar totale drankenconsumptie en de drankenconsumptie per productcategorie. Daarnaast is er gekeken naar verschillen tussen mannen en vrouwen, leeftijds- en gewichtsgroepen en Sociaal Economische Status (SES). Ook is de energiebijdrage van de totale drankenconsumptie en van de verschillende productcategorieën berekend. In deze brochure worden de resultaten van de VCP 2007-2010 gepresenteerd. Deze resultaten kunnen geenszins worden vergeleken met eerdere
VCP onderzoeken onder de gehele bevolking of met het onderzoek ‘Wat drinkt Nederland’, dat in 2009 door GfK in opdracht van de FWS werd uitgevoerd. Reden is dat er in het VCP-onderzoek van 2007-2010 gewerkt is met een nieuwe navraagmethode, andere wijze van analyse en nieuwe indeling van productgroepen en leeftijdsgroepen. Hierdoor is vergelijking van resultaten niet meer mogelijk. Voldoende vocht Nederlanders drinken over het algemeen voldoende en gevarieerd. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen. Gemiddeld wordt er 2,1 liter vocht per persoon per dag gedronken. Dit is inclusief alcoholische dranken. Zonder alcohol ligt het gemiddelde op 1,9 liter. Koffie en thee worden het meest gedronken (674 ml, wat 33% van totale vochtinname is), gevolgd door water (549 ml; 27%) en frisdranken (313 ml; 15%). Warme dranken blijken vooral populair bij volwassenen vanaf 30 jaar en frisdranken zijn vooral populair tot 39 jaar. * In bijlage I is een overzicht van alle activiteiten opgenomen.
4
800 700 600 500 400 300 200 100 0
500 400 ml
300
500
200
400
100
300 300
ml
250 200 200 100 Inname productcategorieën 150 1000
0
50
ml ml 800
0
Frisdranken
674
800 700 700 600
%
549
600 500
2070 ml
1229 ml
100 Vruchtendranken 9
0 5
Vruchtensappen 80
25 33
Water
500 400 300 200
28
100 0
Siroop
ml
239
200 100
68
16
500
183
400
Inname productcategorieën
12 1
29
26
5 3
3 1
28
40
Zuiveldranken Warme dranken 20
0
113 kcal/ 5,7% GDA
kcal 120
108 kcal/ 5,4% GDA
84 kcal/ 4,2% GDA
40 20 0
Frisdranken Vruchtendranken Vruchtensappen
80
Water
30 kcal/ 1,5% 13 kcal/ 10 kcal/ GDA 0,7% 0,5% 0 kcal/ GDA GDA 0% GDA
Siroop
14 kcal/ 0,7% GDA
2
4 2
3
Inname prod
200 100
60
2
0
Bijdrage aan calorie-inname per productcategorie
100
1
15 Alcoholische dranken
300
0
4
1
60
313
400 300
6
162
Zuiveldranken Warme dranken Alcoholische dranken
5
De jongere generaties tot 20 jaar drinken relatief meer zuiveldranken, siropen, water en frisdrank. Personen met een normaal gewicht drinken meer frisdrank dan personen met overgewicht of obesitas. De hoge SES groep drinkt minder frisdrank en relatief meer light dan de lage SES. Gemiddeld wordt er 68 ml aan vruchtensappen gedronken. Personen met een normaal gewicht drinken iets meer vruchtensappen. Water is voor alle leeftijden een belangrijke bron van vocht. Het draagt voor ongeveer een kwart bij aan de totale vochtconsumptie. Siroop wordt vooral door kinderen in de leeftijd van 7-11 jaar gedronken.
Energie-inname Gemiddeld is de energie-inname uit dranken (incl. alcohol) 372 kcal per dag. Dit is 19% van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn* (GDA) van 2000 kcal. Zuiveldranken zijn de belangrijkste energieleverancier met gemiddeld 113 kcal per dag (6% van de GDA), gevolgd door alcoholische dranken (108 kcal / 5% van GDA per dag) en frisdranken (84 kcal / 4% van GDA per dag).
* De Dagelijkse Voedingsrichtlijn (GDA) geeft aan hoeveel energie gemiddeld per dag nodig is, namelijk 2000 kcal. Het percentage van de GDA geeft aan hoeveel kcal het voedingsmiddel inneemt van deze dagelijkse energiebehoefte.
6
7
HOOFDSTUK 1
Drankenconsumptie onder Nederlanders gemeten 1.1 Doel en uitwerking onderzoek Drinken is belangrijk, want het draagt bij aan de vochtvoorziening van het lichaam. In 2007-2010 heeft het RIVM de Voedselconsumptiepeiling (VCP) uitgevoerd onder 3.819 Nederlanders van 7-69 jaar. Hierbij is ook navraag gedaan naar de consumptie van alcoholische en niet-alcoholische dranken. Deze gegevens zijn vervolgens geanalyseerd door GfK. De volgende vragen vormden de basis van deze analyse: • Hoeveel drinken Nederlanders gemiddeld en is dit voldoende? • Welke dranken worden gedronken en in welke hoeveelheden? • Hoeveel dragen dranken bij aan de energie-inname uitgaande van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn? In deze brochure zijn de resultaten voor dranken in totaal en per productcategorie terug te vinden. Ook zijn de belangrijkste verschillen van drankenconsumptie tussen de diverse leeftijdsgroepen, gewichtsgroepen en Sociaal Economische Status opgenomen.
Indeling Sociaal Economische status Bruto Jaarinkomen Hoog Midden1 Midden2 Laag op Huishoudniveau WO/HBO HAVO/VWO MBO LBO/VMBO (VBO)/MAVO >2x Modaal (> 68.000 Euro) 2x Modaal (56.000 - < 68.000 Euro)
SES hoog SES midden 2
1-2x Modaal (34.000 - < 56.000 Euro) Modaal (23.000 < 34.000 Euro) Of als geen opgave Beneden Modaal (11.000 - <23.000 Euro) Minimum (<11.000 Euro) Bron: GfK
8
SES midden 3
SES laag
Geen Geen onderwijs
Methode en populatiekenmerken
Onderzoeksmethode De deelnemers werden, op twee niet opeenvolgende dagen, ondervraagd over hun voedselconsumptie van de voorafgaande dag. Dit interview werd afgenomen door een gediplomeerde en getrainde diëtist. Hierbij werd onder andere de consumptie van dranken in kaart gebracht. Meting vond plaats in de periode maart 2007 tot april 2010 De VCP is uitgevoerd door het RIVM in opdracht van het ministerie van VWS. Door verschillen in onderzoeksmethode en analyses is de VCP van 2007-2010 niet vergelijkbaar met de VCP’s van 1998 en ouder of met het eerdere onderzoek van de FWS in 2009 naar de Nederlandse drankenconsumptie. Energieberekening De totale energie-inname uit dranken van de verschillende productcategorieën is vastgesteld op basis van de gedronken volumes en de gemiddelde energetische waarden van de verschillende dranken. Hierbij is gebruik gemaakt van het Nederlandse Voedingsstoffenbestand (NEVO-tabel). Onderzoekspopulatie • Personen van 7 tot 69 jaar; • 3.819 respondenten; • Respondenten representatief voor Nederland: gekeken naar geslacht, leeftijd, gewicht en regio. Definities • De Sociaal Economische Status is vastgesteld op basis van inkomen en opleiding (de indeling staat op de vorige pagina). • Overgewicht en obesitas zijn bepaald op basis van de Body Mass Index (BMI)* - Normaal gewicht: BMI 18,5-24,9; - Overgewicht: BMI 25-29,9; - Obesitas: BMI ≥ 30. * De Body Mass Index (BMI) = lichaamsgewicht in kg/lengte in meter2. De BMI is een maat voor gewicht in verhouding tot de lengte.
9
1.2 Voldoende drinken: belangrijk voor de gezondheid Voldoende drinken is essentieel voor het goed functioneren van ons lichaam. Gemiddeld hebben volwassen Nederlanders ongeveer 2,0-2,5 liter vocht nodig om het dagelijkse vochtverlies aan te vullen. Daarbij zou ideaal gezien 70% van het vocht uit dranken moeten komen, zo zegt de Gezondheidsraad. Dit staat voor volwassenen gelijk aan 1,5-2,0 liter per dag. De overige 30% van het vocht komt uit ons voedsel.
Nederlandse richtlijnen voor drankenconsumptie Behoefte per dag (inclusief alcohol en melk) 1-3 jaar
0,75 liter
4-8 jaar
1,0 liter
9-13 jaar
1,0-1,5 liter
14-18 jaar
1,0-1,5 liter
19-50 jaar
1,5-2,0 liter
51-70 jaar
1,5-2,0 liter
70 jaar e.o.
1,5-2,0 liter
Bron: Voedingscentrum
10
1.3 Dranken: een brede categorie Alle dranken dragen bij aan de vochtinname. Er is voldoende keuze om de dorst te lessen. Onder de categorie dranken valt een grote verscheidenheid aan producten, namelijk:
Alcoholische dranken*: dranken met alcohol. Frisdranken met en zonder koolzuur: dranken op basis van water, met zoetstoffen en/of suiker, aroma’s en eventueel plant- of vruchtextracten. Sapgehalte is maximaal 25%. Siroop: dranken op basis van siroop, in deze rapportage wordt de onverdunde siroop gerapporteerd. Vruchtensappen: dranken bestaande uit 100% sap of mixen van 100% sap. Vruchtendranken: dranken op basis van 25-99% sap. Water: alle soorten water, waaronder leidingwater. Warme dranken: koffie, thee en andere warme dranken. Zuiveldranken: drinkbare zuivelproducten.
In bijlage II zijn de uitgebreide definities van bovenstaande productcategorieën uit het onderzoek opgenomen.
* Alcoholische dranken worden door het Voedingscentrum meegerekend in de vochtvoorziening. De consumptie ervan is daarom in de resultaten meegenomen. Hierbij raadt het Voedingscentrum aan niet meer dan 1-2 glazen alcohol per dag te drinken.
11
HOOFDSTUK 2 ml
2500
2118
2021 Hoeveel en wat drinken Nederlanders? 1942 1833 2000
2.1 1500 Hoeveel drinken Nederlanders? 1000
Nederlanders drinken gemiddeld 2,1 liter per dag. Ongeveer 78% van de volwassenen ouder dan 20 jaar voldoet aan de 1,5 liter norm. Zonder alcohol ligt 500 het gemiddelde op ongeveer 1,9 liter en haalt 70% de norm. 0
Inname per leeftijdsgroep ml 2500
2251 2284 2246 2191
2070
1878
2000 1622 1500
1229
1000 500
oop
iveldranken
0
7-11 12-19 20-29 30-39 40-49 50-64 65-69 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Totaal
arme dranken
coholische dranken
% 35
35
30 25 20 15 10 5 0
12
% consumenten
24 17 11 6
7
Mannen drinken gemiddeld iets meer dan vrouwen. Mannen drinken 2,1 liter en vrouwen 2,0 liter. Als de alcoholconsumptie niet wordt meegerekend drinken vrouwen gemiddeld iets meer dan mannen, namelijk 1,9 versus 1,8 liter.
Inname mannen en vrouwen ml 2500
2118
2021 1833
2000
1942
1500 1000 500
Mannen Vrouwen
0
Inname inclusief alcohol
ml 2500
Inname exclusief alcohol
2251 2284 2246 2191
2070
1878
2000 1622 1500
1229
1000 500 Siroop Zuiveldranken
0
Totaal
7-11 12-19 20-29 30-39 40-49 50-64 65-69 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Warme dranken Alcoholische dranken
% 35
35
30 25 20
% consumenten
24 17
13
50 0
ml
ml
800 700 400 600 ml 500 300 500 400 2.2 Wat drinken Nederlanders het liefst? 200 400 300 200 300 100 Nederlanders drinken het liefst warme dranken, zoals thee en koffie, gevolgd 100 door 200 water en frisdrank. 0 0 500
100
Inname productcategorieën
0
ml 800
Frisdranken
674
700
%
549
600 500 400
313
Vruchtensappen 80
25
200 28
68
183
0
12 1
29
26
5 3
20 dranken 3 1 15
28
40
4
10
17 2
29 4 2
32
Alcoholische0 dranken
Inname productcategorieën
Opvallende resultaten: • Water is in alle leeftijdsgroepen een belangrijke bron van vocht. Vanaf 7 jaar omvat het gemiddeld een kwart van de totale drankenconsumptie. • Frisdranken met en zonder koolzuur worden vooral door jongeren in de leeftijd 7-39 jaar gedronken. • Kinderen van 7-19 jaar drinken relatief veel zuiveldranken en kinderen van 7-11 jaar relatief veel siroop. • Warme dranken worden met name vanaf 20 jaar veel gedronken.
14
1622
60
Zuiveldranken Warme
16
33 6
Siroop
239
1229 ml 0 5
Water
300
100
2070 ml
100
Vruchtendranken9
Inname produ
00 0 ml
300 250 200
Innameml productcategorieën150 per leeftijdsgroep 300
100
250
% 100
80
2070 ml 9
1229 ml 200 1622 ml 0 5 150 25
33 6
100
4 10 17
0
2
29
29
40 26 20
5 3
3 1 15
28
Totaal
7-11
ml
500 400
2251 ml
50 2284 ml
9
8
4 2
25
200
jaar
2246 ml
2191 ml
10
11
1878250 ml
200
0
11 1
500
28
300
10 400 0
25
3 2 32
38 ml
21
300
0
300
10 150
100
50
60 12 1
ml
350
200 3 100 1 15
0
50 40
10 0
47 0
42
10 0
9 0
ml
500
26
25
3 1 10
3 1 7
3 1 300 5
200 65-69
400
12-19
20-29
30-39
40-49
50-64
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Inname productcategorieën per leeftijd 100
25
jaar
100 Frisdranken Vruchtendranken
0
0
Vruchtensappen Water Frisdranken
Siroop
Vruchtendranken
ml Zuiveldranken 800
Vruchtensappen
700 Warme dranken
Water
600 Alcoholische dranken 500
Siroop Zuiveldranken Warme dranken Alcoholische dranken
400 300 200 100 0
15
Mannen drinken meer frisdranken, zuiveldranken en alcohol. Vrouwen drinken meer vruchtendranken, water en warme dranken.
Inname per productcategorie voor mannen en vrouwen ml 800
715
700
640
634
600 458
500 362
400
264
300
268 210
285
200 100
26 30
0
en
n en p nke nk sap dra dra en ten t Fris h h c c Vru Vru
kcal 120 100 80 60 40 20 0
16
80
68 68
16 15
ter Wa
p ken ken ken oo Sir ran ran ran eld ed ed v h i m c r s Zu oli Wa oh Alc
Mannen Vrouwen
ml
2.3 Energie-inname uit dranken
300 250
Gemiddeld is de energie-inname uit dranken 372200 kcal per dag. Dit is ongeveer 19% van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn (GDA) van 2000 kcal. 150 Zuiveldranken leveren gemiddeld de meeste calorieën op een dag, namelijk 113 kcal. Dit is bijna 6% van de Dagelijkse 100 Voedingsrichtlijn. 50 % GDA
kcal 0
ml
1. 800
Zuiveldranken
113
5,7
700 2.
Alcoholische dranken
108
5,4
600 3.
Frisdranken
84
4,2
500 4.
Vruchtensappen
1,5
400
5.
Warme dranken
30 ml 14 500
6.
Siroop
0,7
7.
Vruchtendranken
8.
Water
13 400 10 300 0 200
300 200 100 0
0,7 0,5 0
100
Bijdrage aan calorie-inname per productcategorie 0
lar kcal
113 kcal/ 5,7% GDA
120 100
84 kcal/ 4,2% GDA
108 kcal/ 5,4% GDA
Vruchtendranken Vruchtensappen
80 60 40 20 0
Frisdranken
Water
30 kcal/ 1,5% 13 kcal/ 10 kcal/ GDA 0,7% 0,5% GDA GDA 0 kcal/ 0% GDA
Siroop
14 kcal/ 0,7% GDA
Zuiveldranken Warme dranken Alcoholische dranken
17
HOOFDSTUK 3
Resultaten per productcategorie 3.1 Introductie De FWS vertegenwoordigt de productcategorieën frisdranken, waters, sappen en siropen. In dit hoofdstuk worden de resultaten van deze categorieën verder uitgediept.
3.2 Frisdrank Van de totale drankenconsumptie van 2,1 liter per dag, drinken Nederlanders gemiddeld 313 ml frisdrank. Dit is omgerekend iets meer dan 1 glas. Ongeveer 1/3 van de consumptie van frisdranken is een light variant. Van de frisdranken is cola het populairst, daarna wordt vruchtenlimonade het meest gedronken.
18
%
ml
1. Cola
42
132
2. Vruchtenlimonade
25
79
3. Sinas
10
31
4. IJsthee
9
29
5. Lemonlime
5
16
6. Sportdrank
3
11
7. Energiedrank
3
9
8. Overig
3
8
p
dranken
ml 2500
1878
2000 1622 1500
1229
Resultaten:
1000
76% 500
van de ondervraagde personen drinkt gemiddeld 0 of minder dan 2 glazen frisdrank per dag. 0
Totaal
7-11 12-19 20-29 30-39 40-49 50-64 65-69
jaar jaar jaar frisdrank jaardag Gemiddeld glazen jaar aantal jaar jaar per
e dranken
olische dranken
2251 2284 2246 2191
2070
% 35
35
30
% consumenten
24
25 20
17
15
11
10
6
7
5
% consumenten 1 glas = 250 ml
0 0 glazen
0-1 glas
1-2 glazen
2-3 glazen
3-4 glazen
>4 glazen
Frisdranken leveren gemiddeld 84 kcal per dag. Dit is 4,2% van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn van 2000 kcal.
19
% 80
% consumenten
66
Frisdranken
ml
400 Vruchtendranken
70
350 Vruchtensappen
60 50
Water
300
40
Siroop
250
30
93
Zuiveldranken200
22
20
150
Warme dranken
9
Kinderen van 12-19 jaar drinken het meeste frisdrank, 515 ml, wat neer komt op 100 10 3 Alcoholische dranken ongeveer 2 glazen. Het aandeel light hierin is 21%. 0
220
50 0
Inname frisdranken per leeftijdsgroep Mannen
400 350
500
107 59
300
408 220
100 350
Koolzuur / suiker
250
288
350
350
200
Koolzuurvrij / suiker Frisdranken 150
98
93 Totaal
frisdranken
200
96
Vruchtendranken 100
67
221 120
300 0 250
98
84
93
7-11 12-19 20-29 30-39 40-49 50-64 65-69 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Light Vruchtensappen 50 Regular Water
0
Siroop
85
Zuiveldranken
281
ml
Warme dranken
ml
231 de meeste 229 frisdrank. Mensen met overgewicht 80 Mensen met 220 een normaal gewicht drinken 100 80 72 Alcoholische dranken 69 mensen zelfs meer light dan regular.70 of obesitas drinken67meer light157frisdrank. En obese 65
50 70
60
0 60
Inname frisdranken per gewichtsgroep
50 ml
50 Mannen
40
Vrouwen
400 30
250
0
93
ml 80
159
Koolzuur / light Koolzuurvrij / suiker
260
220
50
20
Koolzuur / suiker 0
92
150
0
30
10
76
200
100
40
20
350 20 300 10
180
150
Overgewicht
Obesitas
Light Regular
Totaal frisdranken
Normaal gewicht
69
93
Koolzuur / light
119
93
ml 200 400
300
118
118
400
150
ml
Vrouwen
ml 600
220
Frisdranken Vruchtendranken Vruchtensappen Water Siroop
Er zijn verschillen waar te nemen tussen de gemiddelde consumptie van Zuiveldranken frisdranken, wanneer er gekeken wordt naar inkomen en opleiding. De hoge Warme dranken SES-groep drinkt minder frisdrank en relatief meer light. De lage SES-groep Alcoholische dranken drinkt in totaal meer frisdrank.
Inname frisdranken per SES-groep Mannen
ml
Vrouwen
400 350 300 250
98 96
93
Koolzuur / suiker
85
200
Koolzuur / light
150 100
93
231
220
281
229
157
Light
50 0
Koolzuurvrij / suiker
Regular
Totaal frisdranken
SES-hoog
SESmidden 2
SESmidden 3
SES-laag
ml 400 350 300 250
76
93
200 150 100
92
159
180
150
260
220
50 0
ml 80 70 60 50 40
67
69
69
65
68
21
3.3 Vruchtensappen Gemiddeld wordt er 68 ml vruchtensap per dag gedronken. Sinaasappelsap is het meest gedronken sap. %
ml
1. Sinaasappelsap
47
32
2. Appelsap
16
11
3. Mix van sappen
15
10
4. Zelfgeperst sinaasappelsap
14
10
5. Sap van ander fruit (druiven, grapefruit, etc)
5
4
6. Smoothies
2
1
7. Groentesap
1
1
Vruchtensappen leveren gemiddeld 30 kcal per dag. Dit is 1,5% van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn van 2000 kcal.
22
Resultaten: Van de Nederlanders drinkt 34% vruchtensap. 97% van de Nederlanders drinkt 0 of minder dan 2 glazen vruchtensap per dag.
Gemiddeld aantal glazen vruchtensap per dag % 80
ml
% consumenten
66
400
70
350
60
300
50
250
40 30
200
22
20
150
9
10
% consumenten
3
0
0 glazen
93
0-1 glas
1-2 glazen
1 glas = 200 ml
> 2 glazen
100
220
50 0
De consumptie van vruchtensappen ligt tussen de 51 en 76 ml per dag. De meeste ml vruchtensap wordt gedronken in de groep 20-29 jaar. 600
Inname vruchtensappen per leeftijdsgroep
500
107
118
400 ml 300 80
59 93 68
70 200 60 100 50
220
76 67 408
56 288
118
66
350
ml 400 350 300 250
72119
350
200 68
150
98 5167
221 120
84
40 0
100 50 0
30 20 10
ml
0
80
72 69 Totaal 67 7-11 12-19 20-29 30-39 65 40-49 50-64 65-69 70 vruchtensappen jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar 60 50 40 30
93
ml 80 70 60
2350 40 30
220
Personen met een normaal gewicht drinken iets meer vruchtensappen dan gemiddeld. Mensen met obesitas daarentegen iets minder.
Inname vruchtensappen per gewichtsgroep ml 80 70
68
70
Totaal vruchtensappen
Normaal gewicht
67
63
60 50 40 30 20 10 0
Overgewicht
Obesitas
Personen in de hoge-SES groep drinken meer vruchtensappen. De verschillen tussen de andere SES-groepen zijn klein.
Inname vruchtensappen per SES-groep ml 100 80
87 68
66
60
61
59
40 20 0
24
Totaal vruchtensappen
SES-hoog
SESmidden 2
SESSES-laag midden 3
3.4 Water Nederlanders drinken gemiddeld 549 ml water per dag (exclusief koffie en thee). Leidingwater is daarbij veruit het meest gedronken soort water. Van mineraal- en bronwater wordt ongeveer 72 ml per dag gedronken. %
ml
1. Leidingwater
87 476
2. Natuurlijk mineraal- en bronwater zonder koolzuur
8
46
3. Natuurlijk mineraal- en bronwater met koolzuur
5
26
Mannen drinken minder water dan vrouwen. Voor mannen ligt het gemiddelde op 458 ml (bijna 2 glazen) en voor vrouwen op 640 ml (2,5 glas).
25
Resultaten: 86% van de ondervraagde Nederlanders drinkt water. 61% drinkt meer dan 1 glas per dag.
Gemiddeld aantal glazen water per dag %
25
25
19
20
18 15
14
15 % 2510
25
9 19
20 5
18
15 0
0 glazen
0-1 glas
1-2 glazen
1 glas = 250 ml
2-3 glazen
% consumenten
> 4 glazen
3-4 glazen
9
10
%
% consumenten
15
14
25
25
5 mlleeftijdsgroep 20-29 jaar wordt het meeste water gedronken. Vanaf 12 jaar drinken In de 700 634 19 Nederlanders gemiddeld tussen de 472-634 ml water per dag. % consumenten 20 18 0600 549
15
500
14 476
10 400
15
Inname
472 water 434per
100 500
476
472 434
582
% consumenten
552 491
471 474
Totaal water
430
Leidingwater
559 569
ml
476
500 100 600
400 0 500 Totaal 300 water
100
Leidingwater
464
634
200549 600
200
Totaal water
430
355 346
ml 300 700
26
471 474
9
559 569
0
552
464 leeftijdsgroep
634
200
0600 549
582
491
355 346
ml 300 5700
400
559 569
400 300 ml
600
472 434
549 355 476346
7-11 jaar
464
582
552 491
469 12-19 jaar
20-29 jaar
30-39 422 jaar
ml
471 474
547
40-49 jaar
430
507
50-64 jaar
Totaal water
514 65-69 jaar
600
Leidingwater
461
500 400 300 ml 600
549
47
ml 700
634
476
500
582
559 569
600 549 472 434
400
552 491
464
471 474
Totaal water
430
Leidingwater
355 346
300 %
25
200 25
Personen met overgewicht of obesitas drinken gemiddeld meer water dan personen met 19 een 20 gezond gewicht. 18
100
0
15
14
15
Inname water per gewichtsgroep 9
10 5
ml
ml 600
549
547
% consumenten
514
507
469
476
0 500
600
422
400
300 ml 700
300 634
200
100 500
476
472 434
Totaal water
400
582
559 569
0
Leidingwater
300
200
552 491
464
471 474
355 346
200 % 100 25
100
Totaal water
430
Leidingwater
Totaal water
Overgewicht
Normaal gewicht
476
500
400
600 549
549
% consumenten
461
Obesitas
0
25
Zowel personen met een hoge als een lage SES drinken iets meer water dan 0 19 gemiddeld. 20 18 15
14
15
Inname water per SES-groep
ml 10 600
9 547
549
ml
500 5600
469
476
594
549
400 0500
514
476
ml 600
514
507
461 572
422 543
475
519
300
500
494
449
100 634
200 0
200 100
582
559 569
600 549
300
% consumenten 400
200
200
300 ml 100 700
400 0
476
300
400
100 500
549
476
Totaal water
472 434 355 346
464
0
552 491
471 474
Totaal water
430
Leidingwater
SES-hoog
SESmidden 2
SESmidden 3
SES-laag
27
3.5 Siroop Nederlanders drinken gemiddeld 16 ml onverdunde siroop per dag. Dit is ongeveer 0,8% van de totale drankenconsumptie. Siropen leveren een bescheiden bijdrage aan de gemiddelde energie-inname, namelijk 13 kcal per dag. Dit is ongeveer 0,7% van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn van 2000 kcal.
Resultaten: Siropen worden voornamelijk door kinderen van 7-11 jaar geconsumeerd. Vanaf 30 jaar wordt er weinig siroop gedronken.
Inname siropen per leeftijdsgroep %
ml 80
100
71
70 80
60 50 40
30
30
18
16
20
60
8
10 0
Totaal siropen
ml 20
5
2
7-11 12-19 20-29 30-39 40-49 50-64 65-69 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
40
20
0 18 16
15
4
15 12
10
28 5
Kcal 100
%
ml 80
100
71
70 80
60 50 ml
40
%
30
80 30
71
16
70 20
60
100 18 8
60 10
5
4
2 normaal gewicht. Siroop wordt iets meer gedronken door mensen met een
40
80
0
50 40
Inname 30 siropen per gewichtsgroep
30 20 10
18
16
ml 20
8 18
5
4
15
15
20
12
10
0 18 16
5
Kcal
15
15
100
12
0
Totaal siropen
10
Normaal gewicht
Overgewicht
Obesitas
Kcal
ml
5
0
40
2
16
0
ml 20
20
60
19 Mensen alhoewel de verschillen 100 20 met een lage SES drinken gemiddeld iets meer siroop, 17 klein zijn. 16 80 16 0
14
15
ml 20
Inname siropen per SES-groep
10 19 5
16
17
16
80 60
14
15 0 10
5
0
60 Totaal siropen
SEShoog
SESSESmidden 2 midden 3
SES-laag
29
BIJLAGE I Initiatieven frisdrankensector
Frisdranken zijn verfrissend en lekker. Wie zorgt voor een gevarieerde voeding, kan regelmatig van allerlei producten genieten, dus ook van een glas frisdrank. De Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen (FWS) vindt het belangrijk om de consument te helpen met verantwoorde keuzes.
Kernboodschappen FWS: • Frisdranken passen in een gezonde leefstijl: eet en drink gevarieerd en met mate en beweeg voldoende. • De frisdrankenindustrie biedt een ruime keuze aan alcoholvrije dranken, vanaf nul calorieën. • De frisdrankenindustrie onderkent het probleem van overgewicht en speelt een maatschappelijk verantwoordelijke rol. Er zijn veel initiatieven ontwikkeld op het gebied van productinnovatie, verpakkingen, verantwoord reclamebeleid, stimuleren van beweging en aangepast beleid ten aanzien van scholen.
De FWS heeft een gedragscode ‘Verantwoord gewicht’ ontwikkeld. Naast deze gedragscode worden door de individuele producenten activiteiten ondernomen om een gebalanceerde energie-inname te stimuleren.
De hoofdpunten uit onze gedragscode zijn: Gevarieerd aanbod en innovatie; De frisdrankenindustrie biedt een breed en gevarieerd assortiment producten aan. De industrie ontwikkelt voortdurend nieuwe dranken waarbij de gezondheidsaspecten niet uit het oog worden verloren.
30
Bereikte resultaten: De consumptie van light frisdranken is gestegen van 18% in 2000 naar 31,4% in 2011.
De consumptie van light versus regular frisdrank in 2000 en 2011 2000
2011
18% 31,4%
Light Regular
18%
82%
31,4%
68,6% Light Regular
82%
68,6%
De consumptie van light frisdranken is van 2000 naar 2011 met 74% gestegen. Daarnaast is het aantal kcal dat per hoofd van de bevolking via frisdranken wordt geconsumeerd in de periode van 2000 tot 2011 gedaald met 9%.
31
Vele nieuwe productinnovaties
32
Soorten innovaties
Voorbeelden van A-merken uit de Nederlandse markt
Frisdranken geheel gezoet met zoetstoffen.
O.a. Coca-Cola Zero, Pepsi Max, Crystal Clear, Spa Clear, Sinas light (<4 kcal/100 ml)
Frisdranken gezoet met een combinatie van suiker en/of vruchtensap en zoetstoffen.
O.a. Sisi 50% suiker, 50% zoetstoffen (24 kcal/100 ml) DubbelFrisss Light (15 kcal/100 ml)
Frisdranken met vruchtensap en suiker, waarbij het suikergehalte wordt teruggebracht en geen gebruik gemaakt wordt van zoetstoffen.
O.a. DubbelFrisss Minder Zoet (26 kcal/100ml) (ruim 30% minder energie dan reguliere DubbelFrisss)
Fruitdranken op basis van vruchtensap en water (zonder toegevoegd suiker). Verlaging van de calorische waarde zonder gebruik van zoetstoffen.
O.a. Roosvicee 50/50 (30 kcal/100 ml), Spa Fruit koolzuurvrij (36 kcal/100 ml)
Heldere voorlichting De FWS adviseert haar leden de energiewaarde per portie op het etiket te vermelden, bij voorkeur in de vorm van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn.
Bewegen en sport stimuleren De frisdrankenindustrie sponsort een groot aantal sportverenigingen en sportevenementen. Dit ligt met name op merkniveau.
Bereikte resultaten: 90% van de frisdrankverpakkingen bevat de energiewaarde per portie op het etiket.
Zoetstoffen De frisdrankenindustrie vindt het belangrijk om het imago van zoetstoffen te verbeteren en heeft daarom het Informatiecentrum Zoetstoffen opgezet. Het Informatiecentrum Zoetstoffen geeft feitelijk en wetenschappelijk onderbouwde informatie en weerlegt misverstanden over zoetstoffen. In eerste instantie richt dit informatiecentrum zich op gezondheidsprofessionals. Via verschillende kanalen ontvangen de gezondheidsprofessionals informatie over zoetstoffen. Hierbij speelt de website www.zoetstoffen.nl een belangrijke rol. Tevens is in 2011 de nieuwe zoetstof Stevia in Europa geïntroduceerd. Dit biedt de levensmiddelenindustrie meer mogelijkheden tot productinnovatie.
Speciale aandacht voor scholen Voor scholen heeft de FWS een speciaal beleid ontwikkeld. Bereikte resultaten: • op basisscholen vinden geen commerciële activiteiten plaats; • op middelbare scholen: een breed en gevarieerd aanbod in automaten, geen volumegedreven verkoopacties, geen sampling en sponsoring alleen onder bepaalde voorwaarden. Reclamecode voedingsmiddelen Kinderen en reclame hebben de bijzondere aandacht van de frisdrankenindustrie. Bereikte resultaten: De FWS sluit zich wat betreft kinderen en reclame aan bij de afspraken die zijn gemaakt binnen de FNLI. Dit houdt in: een verbod op reclame gericht op kinderen tot 7 jaar met daarbij het advies de leeftijd op te trekken naar 12 jaar.
33
BIJLAGE II Productcategorieën
Vruchtensappen: Een vruchtensap bestaat uit 100% sap. Er zijn sappen van één soort fruit (enkelvoudig sap) of twee of meer soorten fruit (multivruchtensap). Vruchtendranken: Een vruchtendrank, ook wel vruchtennectar genoemd, is een drank waarvan het sap gehalte varieert tussen de 25% en de 99%. Zuiveldranken: Zuiveldrank is een verzamelnaam voor allerlei drinkbare zuivelproducten. In dit onderzoek gaat het om de dun vloeibare zuiveldranken zoals melk, karnemelk, drinkyoghurt en chocolademelk. Water: Er bestaan verschillende soorten waters, hieronder worden de twee belangrijkste omschreven. Leidingwater komt uit de bodem (grondwater of soms diepere waterlagen) of uit meren en rivieren (oppervlaktewater). Vooral oppervlaktewater moet bewerkt worden alvorens het gedronken kan worden. Natuurlijke mineraal- en bronwaters zijn onbewerkte waters uit een natuurlijke onderaardse bron. Dit water is afkomstig van water dat in de grond zakt. Dat kan bijvoorbeeld regenwater zijn, maar ook grondwater of gesmolten sneeuw. Op zijn lange tocht door de verschillende aardlagen neemt
34
het water veel mineralen en andere nuttige stoffen op. Hierdoor krijgt het zijn unieke smaak en samenstelling. Siroop: Met limonadesiropen maak je na aanlengen met water verfrissende, alcoholvrije vruchtendranken. Een limonadesiroop bestaat in ieder geval uit suikers en/of zoetstoffen en water. Daaraan mogen o.a. aroma’s, eetbare bestanddelen van vruchten of planten en vruchten- of plantensappen zijn toegevoegd. In deze rapportage wordt de inname van onverdunde siroop gerapporteerd. Frisdranken met en zonder koolzuur: Hiermee worden dranken bedoeld waarin in ieder geval geen alcohol zit. Ze kunnen koolzuur bevatten (hoeft niet) en bestaan uit water, suikers, zoetstoffen, aroma’s en eventueel sappen of extracten van vruchten of planten. Als er vruchtensap aanwezig is in een frisdrank zal dit maximaal 25% zijn. Warme dranken: Hieronder wordt verstaan koffie, thee en andere warme dranken zonder alcohol en zonder zuivelbestanddelen. Alcoholische dranken: Hier vallen zoals de naam al zegt dranken met alcohol onder, te weten wijn, bier en gedistilleerd.
Dagelijkse Groenmarkt 3 - 5 • Postbus 179 • 2501 CD Den Haag • Tel: 070 - 31 80 710 • Fax: 070 - 31 06 173 • www.fws.nl