ZEG, NIE Woorden van Annie de Hoog-Nooy
Muziek van Henri C. van Praag
mp
BE
p r p p ip P p p p^ PIPP P.P PP Zeg, nieuwe dao. nog onbekend. Ben jij als andre da-gen, Kom jij, net als die van voorheen. Mij ook met zorgen plagen? Jij 0'•*—M9"* *'^^ *
4
«
mp
^
^
l
T-J
#
É
f 'V ^
A ^
j >M) p p p p-^fH^J' i m. >i ^p p i >^ lijkt me nog-al zoo vertrouwd. Jij laat de zon zoo stra-len. En zet de boomen langs de gracht, In gouden glans te pralen. Ben
itt
r
i p PPP P p p^1 iM^J'pr^ pipp p p p p É=É ij )i)
I
mij wellicht goed-gezind? Dat wil ik gaarne ho-pcn. Dan zet ik ook mijn gansche hart. Met vreugde voor je o-pen! Je
öI
5S
JJ
^^
^^J
<
TM.
i i
A
ö
i
'
;=*
J
i
.ƒ
stralend licht, het spoort mij aan. En helpt mij kracht te winnen. Om dezen, mij nog vreemden dag, Recht hoopvol te beginnen.
^S PSE^
r
i r^lAISON ODIO"^ Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd in
1690
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE Verschym wekeHJks - Prys per kwartaal (. 1.95.
Red. en Adm. Oalgewater 22. Lelden. Tel. 700. Postrekening 41000
,
Dr. H. NANNINO's Zetpillen tegen Aambeten werken pynstillend en genezen in korten tijd de ontstoken slijmvliezen. De
HET MEEST GEWILDE SCHOONHEIDSPREPARAAT/
D'ALVAREZ i.
maakt het inbrengen zeer .gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten è f 1.7S per doosje van 12 stuks.
GODFRIED! DE GROOT JAN LUYKENSTR. 2A
AMSTERDAM
N.V. VAN DER LAAK EN'S HANDELSMAATSCHAPPIJ LEIDSCHEKADE 98 T
AMSTERDAM-C. TELEFOON 36372
Het eenige product dat zoowel crème als poeder vervangt.
SPECIALITEIT IN MODERNE EN ARTISTIEKE FOTO'S
VELOUTy GETS-IT de &XOR
VEfiDHIJFT URD00RN5
Vraagt de nieuwe tint SOLEIL-DORÉ, die aan de huid een zon-gebruinde kleur geeft.
■
^- alle pijn weg in ó seconden Het doet er niet toe waar U likdoorns of eeltknobbels hebt - even aanstippen met „Gets-it" en de pijn is weg. Daarna verschrompelt de huidverdikking en valt weg. U voelt uw nauwe schoenen niet meer. ledere apotheker en drogist verkoopt de echte „Gets-it". U kunt een dozijn likdoorns en eeltknobbels verwijderen met één flacon van 90 cent.
'oÉTS-tr .
EEN SPANNENDE „GEHEIME DIENST" GESCHIEDENIS
DOOR
Heeft U al eens een proef genomen me» Velouty de Dixor? Dit preparaaf verleent aan gelaat, hals, armen en handen een voortreffelijke zachtheid en doet de natuurlijke frissche kleur behouden. Verkrijgbaar vanaf 30 cents in alle goede parfumerie- en kapperszaken in 4 tinten: Blanche, Naturelle, Ivoire en Ocre. oen monster CiRflTI^ ^montvangen \JI\n t I^J,' te van de drie voornaamste kleuren is het voldoende naam en adres te zenden, alsmede f 0.25 aan postzegels aan den Importeur voor Nederland:
: '
AAN DEN ANDEREN KANT VAN HET 3CHAAKE)ORD
:
6-37 E
Zenuwachtig hield Newton Moore de kloeke, voorname visitekaart, die hem als paspoort diende om tot niemand minder dan den Eersten Minister te worden toegelaten, tusschen de vingers. Een hoogmoedige jongeman, honorair ondersecretaris, informeerde laatdunkend naar het doel van Moore's komst. De ambtenaar van den Geheimen Dienst overhandigde het kaartje en wachtte. Het was het visite-kaartje van Lord Westerhouse zelf en er stond met potlood de instructie op geschreven, dat de brenger onmiddellijk tot den premier moest worden toegelaten. De hoogmoedige secretaris vergat zichzelf zoozeer, dat hij glimlachte en een oogenblik later stond Moore in het kabinet van den minister-president. „U heeft mij ontboden," begon Moore het terrein te verkennen. Lord Westerhouse wreef met zijn hand over het voorhoofd alsof hij zijn geest wilde vrijmaken van een zaak, die hem zorg baarde. „Ik heb je laten komen, Moore," klonk het toen eenigsrins aarzelend, „omdat ik niet weet tot wien ik mij beter zou kunnen wenden. Sir Charles Morley heeft mij verteld van het bewonderenswaardig succes, dat je onlangs in een dergelijk geval, als waarvoor ik je nu noodig heb, behaald hebt. Ik wilde, graag, dat je een zaak ter hand nam, die ongetwijfeld het uiterste van je zal vergen. Ik geloof niet, dat je taak met gevaar gepaard gaat; wat mij vóór alles noodig lijkt zijn tact en scherpzinnigheid." Moore boog, gevleid door het vertrouwen, dat in hem werd gesteld. „Ken je onzen ambassadeur in Asturië, Lord Walmer?" vroeg de premier. „Ik heb natuurlijk van hem gehoord," antwoordde Moore. „Voor zoover ik weet, is Lord Walmer een zeer bijzonder mensch, iemand van groote geestesgaven, een man van studie en fijne ontwikkeling, een geleerde zoowel als een dichter en een uitnemend violist, een virtuoos bijna. Ik heb een paar gedichten van hem gelezen." „Je schijnt een hoogen dunk van hem te hebben." „Voor zoover ik als buitenstaander een opinie heb kunnen vormen, ja, mylord. De Walmers zijn altijd briljante figuren geweest en tegelijkertijd hadden ze iets zonderlings. Het is bekend, dat er krankzinnigheid in de familie voorkomt." Er trok een schaduw over het gezicht van den Premier. „Ja." Hij keek een oogenblik peinzend voor zich uit en vervolgde: „Lord Walmer heeft in den loop der jaren groote dingen tot stand gebracht. En nog altijd stellen we zijn diensten op hoogen prijs. Maar desondanks drong den laatsten tijd de gedachte zich onweerstaanbaar aan ons op, dat Lord, Wälmer zijn land verraden... eh—ik bedoel niet zóó handelt als wel in het belang van zijn land zou zijn." Moore's kaken klapten op elkaar. „Het komt mij voor, dat ik hier niets anders doe dan uw tijd verspillen," zei hij.
VOOR
verzekert zich een 25-jarige voor
NOG GEEN f 2.-
uit te keeren op zijn 60e jaar of
PER MAAND
JEINIINIV JUiSSO in ..Ein Lied für Dich'
f. 1000.- HAVBANK
direct bij zijn vroeger overlijden bij de
SCHIEDAM
■
.--,- ■
.^ü'.
-..(■;
■■■■
Een beetje koel verzocht Lord Wes ff, It terhouse naderen uitleg. Moore gaf dien; scherp en heftig bijna. Uit hetgeen de premier zich had laten ontvallen, was het duidelijk, dat Lord Walmer er van verdacht werd, de geheimen ^ van zijn land te verraden. Zoo iets schokkends was waarschijnlijk nog nooit Uw huid mag niet moe, onrein of gerimpeld tevoren voorgekomen met betrekking tot zijn. UgevoellUdan ook zelf moe, lusfeloo».^ een ambassadeur — en dan nog wel en onzeker. ScherkFaceLotion reinigt dp huid een man van de verdiensten en gecstot diep in de poriën, verwijdert meeëters, prikkelt bloedsomloop en uitademing van teseigenschappen van Lord Walmer. de huid. -f'-n paar druppels op een propiênSj Maar tenzij Lord Westerhouse de feiten watte druppelen, het gezicht me#rmol«(i, volledig kon blootleggen en zich niet per dag, speciaal 's morgens en .'s avonds bepaalde tot toespelingen en algemeenlicht masseerend afwrijven en Uw huid heden, zag Moore er geen heil in het wordt zienderoogen jeugdiger en inpoier. gesprek nog langer te doen voortduren. Wie een 15 et. postzegel stuurt oan de „Je bent een tamelijk vrijmoedig heerFirmaS.BIindeman&Co.,v.Baerlestraat89, schap," verklaarde de premier met een Amsterdam, ontvangteen proef. Verzoeke echter nauwkeurige opgave van adres. zuur lachje. „Dat is mogelijk," was het bescheid, Scherk Face Lotion is slechts echt in „maar in elk geval ben ik geen dwaas." origineele flacons met opschrift Scherk. Lord Westerhouse teekende langzaam Mystikum poeder, de beroemde een paar figuren op zijn vloeiblad voor Scherk poeder. hij antwoordde. „Jij hebt gelijk en ik niet," gaf hij toen onomwonden toe. „Ik zal open Per flacon fl. 0.75, 1.20, 2,10, 4.50 kaart met je spelen. De zaak is in het kort deze. Al een tijd„Ik heb dien brief hier." lang brengt onze diplomatie in Midden„Als u er geen bezwaar tegen heeft, en Zuid-Oost-Europa het er bar slecht zou ik hem graag eens zien." af. Dit verbaast te meer, daar Lord Lord Westerhouse gaf hem het docuWalmer, van wien zooveel afhangt, tot ment over en Moore bestudeerde het nu toe wonderbaarlijk succes heeft gemet de grootste aandacht. Het was had. Hij legt nog altijd zijn gewonen tact en begaafdheid aan den dag, zijn in 'n klein, keurig handschrift, maar een missives en rapporten hebben nog niets beetje beverig geschreven, 't ouderwetsche schoonschrift van een geleerde, die van hun suggestieve originaliteit verden leeftijd heeft bereikt, waarop van loren. En nu is het verbijsterende, dat vastheid van hand geen sprake meer is. zoodra hij onze sanctie verzoekt voor Onderaan bevond zich een postscripeen of anderen, nieuwen, schitterenden zet, deze onmiddellijk bekend blijkt aan tum, klaarblijkelijk eenigen tijd na het beëindigen van den brief geschreven: den man aan de andere zijde van het de toevoeging van een naderhand opgeschaakbord en door dezen al bij voorkomen gedachte. Moore's oogen ginbaat wordt gepareerd. Enkele diplogen wijdopen, toen zij op het naschrift matieke tegenzetten van den laatsten rustten. tijd zouden onmogelijk kunnen zijn voor„Je schijnt iets bijzonders op te merbereid door iemand, die niet op de ken," riep de premier uit. hoogte was van onze ideeën en plannen, „Dat doe ik zeker! Vergelijkt u het en daarom zijn wij overtuigd, dat de postscriptum eens met den brief zélf. man aan de andere zijde van het schaakHet handschrift is hetzelfde, dat is onbord de geheime mededcelingcn van miskenbaar; maar de brief is in de onzen ambassadeur moet hebben gehand van den tegenwoordigen Lord zien." Walmer en het P.S. in de hand van „Heeft u Lord Walmer hierop geLord Walmer, zooals hij twintig jaar wezen?" geleden zou hebben geschreven. Kijkt „Zeker, en het is voor hem een u maar hoe wonderlijk vast die hand even groot raadsel als voor ons. Hij is. Daarbij vergeleken is zelfs de handacht het uitgesloten, dat zijn papieren teekening aarzelend. Ik heb iets waarin onbevoegde handen zijn gekomenvan ik kan uitgaan." De laatste missive, die wij ontvingen, „Je bedoelt, dat je een ontdekking heeft Lord Walmer in het diepste gehebt gedaan ?" heim geschreven — hij heeft het stuk Er kwam een twinkeling in Moore's zelfs eigenhandig gepost, in een klein oogen. plaatsje in de omgeving van Marenna, „Ja, ik heb iets ontdekt en iets heel de hoofdstad van Asturië. Nog meer: belangrijks ook; een geheim gebrek, de brief werd niet aan het departement dat Lord Walmer tot dusver voor het van Buitenlandsche Zaken gericht, maar oog van de wereld verborgen heeft aan een onschuldig uitziend, particulier weten te houden. Misschien ontgaat adres en het handschrift op de envehet u, maar voor mij spreekt dit blad loppe was 'zorgvuldig verdraaid. En papier duidelijke taal. Intusschen geef tóch staat als een paal boven water, ik er de voorkeur aan, het geheim voordat de man aan het andere einde van alsnog een geheim te laten blijven." hét schaakbord kennis draagt van den Lord Westerhouse keek op zijn horinhoud van die missive. Heb je daar loge. „Ik stel het volste vertrouwen in een verklaring voor?" je," zei hij daarop. „Ook Walmer heeft „Op dit moment niet," antwoordde van je prestaties gehoord en verzocht Moore, „maar het is buitengewoon be^ van je diensten gebruik te mogen langwekkend. Ik veronderstel, dat Lord maken. Het lijkt mij het beste, dat je Walmer u dit alles in een persoonlijken naar Marenna vertrekt, als buitengebrief medegedeeld heeft?"
vlP*''
iSi,
«'■'
■^
scwra
:
?r
- 4 -
B
.jÉiröiiiwg
¥.
, ggh^rk . Lotion .Fa<^ - I woon particulier secretaris van den Britschen ambassadeur. Het zal je niet moeilijk vallen, je werkelijke identiteit aan Lord Walmer te openbaren, want ik geloof niet, dat het verstandig zou zijn, hem van je komst te verwittigen. Wanneer kun je gaan?" „Ik kan met de nachtboot naar het vasteland oversteken en overmorgen in Marenna zijn." Lord Westerhouse keek nogmaals op zijn horloge en Moore stond op. Een wenk als deze liet zich niet negeeren. De Premier stak zijn hand uit. „Ik hoop dat je succes zult hebben," was zijn hartelijke afscheidswensch, „en den man aan de andere zijde van het schaakbord spoedig mat zult zetten." Drie uur later was Moore op weg naar Dover. II. Het gebouw van de Britsche ambassade te Marenna was een onherbergzaam bouwsel, het had een kazerne, een gevangenis of het paleis van een grimmig despoot kunnen zijn. Het bevatte groote, sombere zalen en kamers, in antieken stijl gemeubeld, gewelfde gangen, die ieder geluid hol weerkaatsten en had in sommige vertrekken behangsels van Corduaansch leder langs de grauwe muren. Hier sleet Lord Walmer zijn eenzaam leven van bejaarden vrijgezel. Welke vrouw zou het ook behaagd hebben, dit naargeestige verblijf met hem te deelen? Een lange, magere man, met een arendsprofiel en zilverwit haar, rees ter begroeting uit zijn stoel op, toen Moore binnentrad. De „Secret-Service"man nam de fijne, vermoeide gelaatstrekken op, de gesluierde oogen, waarin echter, als er aanleiding toe was, nog een vurige gloed kon branden. Het statige voorkomen en de natuurlijke hoffelijkheid van den ambassadeur lieten niet na, Moore te imponeeren. „Ik verwachtte u," zei hij, nadat Moore zich gelegitimeerd had, „en ik neem aan, dat Lord Westerhouse uw opdracht precies heeft omlijnd?"
m ^
&
**^
I v.
- C^ :
■
■
$■■
iu
MM
> #* •- «N * «u
M ap -
A'
im
i i t .«V
'X-
^..
^-«&.-
.,f ^
^ .f? (
-
f Foto Godfried dt Groot)
YVONNE van het Revue-'en Mode-Danspaar William Farreren Yvonne, dat in het Carlton-Hotei te Amsterdam veel succes oogstte.
Moore boog en nam onderwijl snel alle bijzonderheden van het vertrek op. Het was deels als bibliotheek, deels als bureau ingericht. Boeken en paperassen waren overal verspreid; op een tafel lagen een paar drukproeven; een vioolkist stond open op een stoel. En
;E WEKELIJKSCHI Vraag tweehonderd vijf en twintig. Van welken schrijver is het tooneelstuk „De Koopman van Venetië", en waar en wanneer leefde hij? Wij stellen een hoofdprijs van / 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar voot degenen, die ons vóór 10 Juni (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 10 Augustus) goede antwoorden op deze vraag zenden. Adresseeren aan: Redactie ,,Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Vraag 225.
Vraag twee honderd een en twintig. In 1928 werd in Amerika de eerste sprekende film publiek vertoond. De heer S. de Wilde te 's-Gravenhage verwierf met de juiste beantwoording van deze vraag den hoofdprijs. De troostprijzen werden verworven door mejuffrouw P. van Maaren, Nijmegen; den heer A. Wijke, Amsterdam: den heer M. C. Rulofs, Rotterdam; mejuffrouw I. Z. van der Maas, Groningen; den heer M. van Heuvelink, 's-Gravenhage.
in de kist lag de kostbaarste Stradivarius van heel Europa. „Lord Westerhouse heeft mij omtrent alle details ingelicht." Een droefgeestige uitdrukking kwam op het gezicht van den ambassadeur. „Ik bqgin oud te worden, Moore," zuchtte hij, „en mijn levenstaak is zoo goed als volbracht. Wanneer ik mijn hart niet aan de voleindiging van één ding verpand had, dan zou ik mij al lang uit den diplomatieken dienst hebben teruggetrokken. Maar inplaats van dat eene tot een goed einde te brengen, ben ik nu bezig, wat eens, in alle bescheidenheid gezegd, een groote reputatie was, af te breken. Mr. Moore, dit krankzinnige mysterie ondermijnt mijn leven, mijn gezondheid en mijn verstand, langzaam, maar met fatale zekerheid." „Dat mysterie zal weldra worden opgehelderd," klonk het geruststellend. „Jeugdig enthousiasme," mompelde Lord Walmer, „jeugdig enthousiasme en jeugdig zelfvertrouwen! Ik hoop dat u die kostbare eigenschappen lang zult bewaren." Hij zweeg even; toen, op zakelijken toon: „Ik zal u volkomen de vrije hand laten hier; u kunt gaan en komen naar believen. De rest behoort tot uw competentie, niet tot de mijne. Om acht uur vanavond zullen we samen dineeren. Er komt een vriend van me, die u belang zal inboezemen. U hebt natuurlijk wel van graaf Gleytrim gehoord. Vele jaren terug was hij een figuur van de allergrootste beteekenis in dit land." Inderdaad kende Moore den naam van graaf Gleytrim, van den man, die practisch gesproken het koninkrijk der Asturiërs had opgebouwd vóór hij bij den huidigen koning in ongenade was gevallen, en deze, jong, waanwijs en de speelbal van jaloersche, lichtzinnige raadgevers, Gleytrims reusachtig werk te niet had gedaan. De man, eens een der domineerende politieke figuren van Europa, was zwaar gebukt gegaan onder zijn ongenade. In zijn wilde ontgoocheling had hij een spoor van opstandig vuur door Asturië en de aangrenzende rijken getrokken, zijn verbitterde, wreede woorden hadden gestriemd als zweepslagen I Maar tenslotte had hij zich gekromd in het stof der vernedering onder den hiel van den nieuwen meester, die hem misicende. Hij leefde nu weer in Marenna, als een wrang, verzuurd man, een getemde leeuw, vergeten maar niet veracht. „De graaf is mijn naaste buurman," vertelde Lord Walmer. „Vroeger liepen deze twee behuizingen in elkaar. Zij werden gebouwd voor de beide erfgenamen van het toen machtige geslacht Valdar. De vrouwen van de twee jonge mannen waren zusters en het was hun voornemen na hun huwelijk in harmonie te blijven samenwonen, terwijl ieder echtpaar toch zijn afzonderlijke vertrekken behield. Op welke manier de twist ontstond en of jaloezie de aanleiding er toe is geweest, zou ik niet kunnen zeggen, maar hoe dan ook, de eendracht duurde niet lang. En het slot was, dat de eene broer den ander vermoordde, nadat deze zijn vrouw gedood had. Het is een gruwelijke geschiedenis en ze had tot gevolg, dat de deur, die de twee - 6 -
REMBRANDT THEATER
MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten. 75ct Laxeer-Tabletten.. .60ct ct Hoofdpijn-Tabletten60
AMSTERDAM
Bij Apoth. en Drogisten
huizen verbond, werd gegrendeld. Toen twee jaar geleden het vroegere gebouw van de Britsche ambassade in Marenna door brand werd verwoest, stelde graaf Gleytrim dit gebouw tot mijn beschikking en sedert dien zijn wij hier gebleven. Het is geen ideaal onderdak, maar in elk geval representatief." Moore staarde nadenkend naar de prachtig gebeeldhouwde zoldering. „Is graaf Gleytrim een uitgedoofde vulkaan?" vroeg hij. „Ik zou zeggen van niet," meende Walmer. „Hij is nog geen zestig en ofschoon hij zich angstvallig op den achtergrond houdt, een man van onuitbluschbare eerzucht. Koning Otto is ziekelijk en het zou mij niet verbazen als Gleytrims gesternte weer opnieuw hoog aan den politieken hemel ging schitteren." „Dan stelt hij zeker levendig belang in de vraagstukken van de Europeesche diplomatie ? '• „Hij beweert van niet, maar ik heb idee, dat hij het wèl doet. Ik kan het overigens uitstekend met Gleytrim vinden — hij speelt voortreffelijk viool en dat l<5gt een sterken band tusschen ons. Maar ik vertrouw, dat hij het roer niet in handen zal krijgen vóór de grensregeling met Herzora tot stand is gekomen, op de wijze waarvoor ik altijd geijverd heb." „Ik moet u verzoeken volkomen openhartig tegen mij te zijn," zei Moore op ernstigen toon. „Is het niet juist die grensregelingskwestie, waaromtrent telkens op onverklaarbare wijze uw voorgenomen stappen uitlekken ?" Lord Walmer keek een weinig verrast. „Dat moet ik inderdaad toegeven. Daarin wordt mij op die raadselachtige manier den voet dwarsgezet." „Wanneer graaf Gleytrim aan het bewind kwam, zou hij van uw denkbeelden over deze zaak niet willen weten en het tot stand komen van de regeling verhinderen. Heb ik dat goed?" „Dat klopt, maar waarom vraagt u dat?" Moore ontweek het antwoord. Hij glimlachte als iemand, die bijzonder voldaan js over zichzelf. ,Äls u het toestaat, zou ik graag eens een onderzoekingstocht door het huis ondernemen," hervatte hij het gesprek na een korte pauze. „Het kan zijn, dat ik een of ander spoor vind, dat eenig licht in het mysterie brengt. Ik zal u verder niet meer lastig vallen tot etenstijd." Het oude, doolhof-achtige paleis vormde een aantrekkelijk jachtterrein voor Moore. Het verhaal over de beide erfgenamen, dat hij zooeven vernomen had, werkte sterk op zijn verbeelding. In het meerendeel der vertrekken waren
wroette er mee in het sleutelgat. Toen hij den zakdoek terugtrok, zm er wat bruinachtige olie aan. Moorc zette zich neer op een breeden steenen richel en lachte stil voor zich heen. Bijna automatisch haalde hij een sigaret uit zijn koker ^n stak haar aan. „Zonderling," mompelde hij, „dat BRENGT STEEDS groote geesten soms zoo naïef kunnen DE BESTE zijn. Je zou geneigd zijn te zeggen, dat PROGRAMMA'S ze over een strootje vallen, omdat ze altijd met hun hoofd in de wolken loopen. Ondertusschen, ik heb nog heel wat voor den boegl Maar vóór ik naar Moore vernam, dat Lord Walmer de bed ga zal ik mij toch wel 'n beetje laatste paar maanden gedecideerd beslister kunnen uitlaten!" Op de eenzame, historische piekwaar vreemd had gedaan. Er waren dagen, dat de ambassadeur zijn werk deed met hij zat, drong plotseling zachte muziek de oude helderheid en het oude doortot hem door. Het was een viool, door zicht, en deze perioden waren buiten kijf een meesterhand bespeeld. Een gepijin de meerderheid. Maar op andere nigde ziel streed daar, een ziel in vertijden scheen Lord Walmer zenuwachtig twijfeling en martelend heimwee, in het en onzeker. Het gebeurde wel, dat hij duister tastend naar het onbereikbare. 's morgens beverig was en dat zijn Onverwachts verkeerde 't lied van smart oogen diep in hun kassen lagen. Hij in een stralenden zegezang van vreugde: leed aan inzinkingen, verdoovingstoehet geteisterde hart, dat zijn angst en standen, zou men het kunnen noemen, jammer overwonnen heeft. Moore sloop terug naar de bibliodie soms uren duurden, soms ook dadetheek, waaruit het fascineerend viool- lijk voorbij waren. spel klonk. De deur stond open en hij Moore hoorde dit alles van ten gluurde naar binnen. Lord Walmer zat schrander, jong attaché, die echter, zooop een stoel — de Stradivarius onder als te begrijpen is, geen verklaring de kin; de rechterhand wild den strijkvoor deze onrustbarende verschijnselen stok bewegend over de snaren. Naast kon geven. hem op een kleine tafel lag een blad „Kunt u mij nog meer vertellen ?" papier — — geen muziekpapier, maar vroeg Moore. een vel vol krabbels, haastige potlood„Neen, ik zou zeggen, dat ik u alles notities. De oogen van den ouden kun- heb medegedeeld wat ik weet. Het stenaar-staatsman staarden droomvereenige .wat ik er nog aan zou kunnen zonken in onbestemde verten. toevoegen is, dat Lord Walmers vruchtMoore glipte onhoorbaar weg. baarste ideeën worden geboren na het „Die man is aan de aardsche' wer- diner, terwijl hij viool speelt. Hij speelt kelijkheid ontrukt," zei hij zacht in werkelijk schitterend; graaf Gleytrim trouwens ook. Wanneer Lord Walmer zichzelf. speelt," vervolgde de attaché, „mag nieIII. Vóór het diner had Moore tijd en mand hem storen. Die instructie heeft gelegenheid in overvloed om nadere in- hij zoo nadrukkelijk gegeven, dat formaties over den persoon'van zijn gast- niemand van ons er inbreuk op durft te heer in te winnen. De diplomatieke staf maken. Misschien hebt u er iets aan, van de ambassade bleek nogal spraak- dat u dit weet." [Veivolé op pagina 22) zaam met betrekking tot de bijzondere eigenschappen van den oppersten chef.
EEN BENIJDENSWAARDIG TEINT. Door gemakkelijke methode. Ook al bent II tevreden over Uw huid, ook al is Uw huid nog zoo slecht: Radox zal Uw teint verbeteren. Radox maakt namelijk in water zuurstof vrij, welke doordringt onder de huid, waar de 'kliertjes liggen die vetdeeltjes afscheiden, en de huid de frischheid en soepelheid der jeugd geven. Zelfs het beste teint lijdt door onzuiverheden, die in de poriën dringen, crèmes, poeders, etc. Bij verstopte poriën kunnen de kliertjes niet meer behoorlijk functionneeren, waardoor de huid ziekelijk wordt en onfrisch, vlekken en puistjes ontstaan. Water en zeep kunnen dit niet voldoende reinigen. Alleen zuurstof kan de verstopte poriën openen en zuiveren en doordringen tot de onderhuidsche weefsels, welke zij verfrischt en versterkt. Wanneer U dus steeds wanneer ge het gezicht wascht wat Radox door het water mengt, zal de vrijgekomen, geneeskrachtige zuurstof niet alleen alle puistjes etc. verwijderen; Uw geheele huid wordt verjongd en verfrischt. Een zacht, blozend teint zal U een sieraad worden, dat iedereen U benijdt.
RADOX
NU 70 CTS per pak
Imp. N.V. Rowntree Handels Maatschappij. Heerengracht 209 — Amsterdam (C).
de tapijten en de met snijwerk versierde eikenhouten meubelen met een laag stof bedekt. Hier en daar trof hij vensters aan met gebrand glas, waardoor oranjekleurig of schril blauw licht viel in de holle gangen. Er was werkelijk iets spookachtigs aan dit norsche gebouw. Doch Moore gaf maar voor enkele oogenblikken toe aan zijn zucht om over het verleden te mijmeren; hij zag iets dat zijn volle, nuchtere aandacht opeischte. Hij kwam in een gang, die uitliep op een breede, gegrendelde deur, waarboven een majestueuze Gothische boog zich welfde. De deur was beslagen met antiek ijzeren smeedwerk van eigenaardig model: het was de deur, die de verbinding vormde tusschen de twee huizen. Zij scheen in eeuwen niet gebruikt te zijn, waarschijnlijk niet sedert dien noodlottigen nacht, waarin de tragedie zich had afgespeeld. In het enorme slot stak geen sleutel; de ijzeren bouten en grendels hadden wel een belegering kunnen doorstaan. Moore haalde zijn zakdoek te voorschijn, draaide er een punt aan en iü
-
^^yj...
RALPH BELLAMY, de bekende Fox-ster, in zijn werkkamer. - 7 -
„ s •*-' , i
'-./■
^ -
--
t _
f Jan Kiepura.
£
Paul Kemp
i
Maniïscript; I. von Cube en E. Marischka | yT Regie: Joe May.
^1 '<:
Personen:
Chirlie Schindler Theo Bruckner Hausner Gatti Lixie Tante Ida Kleeberg
Paul Kemp. Paul Hörbiger. Karl Stepanek. Hans Junkermann. Jan Kiepura. Jenny Jugo. Ida Wüst. Ralph A. Roberts.
Een Cine Allianz-film der UFA.
•in-^t zwemba^ Tijdens de ÜÜ^'e vaTde
B'
e rijke baron Kleeberg is wel is waar geen jongeling meer, maar is toch verliefd op de bekoorlijke Lixic Hausner. Deze heeft echter een ander uitgekozen en wel den jongen musicus Theo Bruckner, die niets heeft en ook nog niets is. Met protectie zou hij echter misschien derde kapelmeester aan de Staatsopera kunnen worden, daar deze betrekking vrij is gekomen. Theo wil in elk geval solliciteeren; waarbij Lixie hem vergezelt. Terwijl Theo in de wachtkamer van den directeur zit te wachten, komt Lixie op het tooneel terecht, waar juist de Aïda wordt ingestudeerd. Een prachtige mannestem klinkt en Lixie hoort gespannen toe. Het is Riccardo Gatti, de beroemde tenor. Onder het zingen ontdekt hij Lixie. Na het beëindigen van de repetities spreekt hij Lixie aan, die echter verontwaardigd wegloopt. Theo heeft pech gehad: zonder protectie komt men er niet. Lixie herinnert zich den zanger en ze besluit hem eenvoudig op te bellen en hem om voorspraak voor Theo te verzoeken. Theo weet niets van Lixies plan, en Gatti meent, dat zij zich bedacht heeft. Na lang aarzelen kohu Lixie in een restaurant met haar verzoek voor den dag. Maar Gatti bevalt haar zóó, dat ze het nog niet aandurft van Theo als haar verloofde te spreken en ze zegt daarom, dat hij haar broer is. Gatti laat haar „broer" halen en
=1^ XomtS
-8-
P het t00n
^' At
wanneer Theo komt, merkt Lixie gecrgcrd, dat Theo in 't geheel niet jaloersch op den beer is, met wien zij dineert, en slechts aan zijn carrière denkt. Lixie begint den zanger steeds aardiger te vinden, die, na Theo aangehoord te hebben, hem ?:ijn voorspraak belooft. Overgelukkig gaat Theo weg, niet eens meer lettend op Lixie. Deze schaamt zich zóó, dat zij woedend Gatti's aanbeveling verscheurt en vlucht. Nu weet Gatti, dat Lixie niet alleen voor Theo naar hem toe kwam, maar wat helpt hem dat — hij weet niet eens, waar ze woont en hoe ze heet. Van Theo kan hij niets te weten komen — die is beschaamd vertrokken — maar waarvoor zijn er kranten op de wereld? Een advertentie verschijnt, Riccardo Gatti is bereid, een concert te geven, onverschillig waar, wanneer de jongedame, die op g October om 10 uur in het restaurant was, daarbij aanwezig is. Lixie is verontwaardigd. Als antwoord plaatst zij de volgende advertentie: ,,Zing in het zwembad!" Sensatie in Weenen! Gatti zingt in het zwembad. Alles is uitverkocht! Kleeberg is er ook. Gatti zingt en dan komt de groote verrassing. Lixie meldt zich dapper aan en verklaart, dat alles slechts een reclame-truc is geweest. Allen zijn enthousiast, ook Gatti. Maar zijn vreugde verandert in verdriet, wanneer Lixie hem den baron von Kleeberg als haar verloofde voorstelt. Gatti i'eist teleurgesteld af. Hij ziet nu geen mogelijkheid meer Lixie voor zich te winnen. Ook Theo verneemt, dat Lixie met von Kleeberg wil trouwen. Hij weet echter, dat Lixie slechts Gatti bemint. Hij zoekt den zanger op. Het huwelijk met den ouden Kleeberg mag niet plaats vinden. Dadelijk haast Gatti zich naar Weenen. — Voor het altaar staan Lixie en von Kleeberg. Plotseling klinkt er een prachtige stem van af het orgel. Lixie luistert aandachtig en wanneer de geestelijke de beslissende vraag stelt, zegt zij duidelijk voor een ieder verstaanbaar ,,neen" en vliegt in Gatti's armen. Een groot schandaal, maar Lixies vader heeft gelijk: Een klein schandaal is beter dan een groot ongeluk!
~;{1%0
v^M ^B
M A.BC 3
|=. 1 L. 1^1
•
■
RICHARD BARTHELMESS' ware naam is Ernst Brimmer. Hij was figurant bij een tooneelensemble toen hij door den grooten filmregisseur David Griffith voor de kunst van het witte doek ontdekt werd. Hij werd geboren te NewYork, was eerst gehuwd met Mary Hay, liet zich scheiden en hertrouwde in 1928 met Jessica Sargent.
LINA BASQUETTE, Californische van geboorte, huwde op zeer jeugdigen leeftijd met den filmmasnaat Sam Warner, die haar de hoofdrol in verschillende van zijn films toevertrouwde. Warner stierf plotseling en zijn weduwe sloot een contract met de directie van de Universal. Ook trad zij in verschillende P.D.C.films op den voorgrond.
ALBERT BASSERMANN. Max Reinhardt engageerde den thans zoo beroemden Duitschen film-acteur, die te Mannheim werd geboren, voor het Berlijnsche tooneel. Zyn filmsucces begon in de stomme Henny Porten-film „Frauenopfer'', spoedig gevolgd door zijn glansrol in „Lucretia Borgia". Van zijn toonnlmrollen noemen wij «Dreyfus", „Kadetten", „Alraune" en „Voorloopige hechtenis". Bassermann is getrouwd met de actrice Else Schiff-Bassermann.
VLISSINGEN, DE POORT TOT NEERLANDS TUIN
WARNER BAXTER had reeds verschillende beroepen uitgeoefend, voordat hij ten einde raad in Hollywood belandde. Hier kreeg hij een baantje als figurant in de Fox Studio's, maar zün talent viel op en in de film „West of Zanzibar kreeg hij een hoofdrol te vervullen. Thans speelt hij voor verschillende maatschappijen. HO is met Winifred Bryson getrouwd en word geboren te Columbus, Ohio.
HARRY BEAUMONT werd den lOen Februari 1888 te Abeline geboren. Hij bezocht te New-York een tooneelschool, werd acteur maar vond hierin geen bevrediging. Hij probeerde een baantje als filmacteur te krijgen, hetgeen echter niet gelukte. Hij begon zich toen voor regie te interesseeren, met meer succes. Hij werd bn de Metro Goldwyn Mayer geëngageerd, waar hij met zijn film „Onze dansende dochters" veel eer inlegde.
BARBARA BEDFORD begon haar loopbaan als danseresje aan een New-Yorksch Broadway-Theater. Op een voor Barbara goeden dag, bezocht de groote filmmagnaat Carl Laemmle het theater, zag de beeldschoone Barbara en engageerde haar voor de Universal. Barbara Bedford bleek een filmactrice bij de gratie van het talent, doch sedert de sprekende film is haar roem danig aan het tanen. We hopen voor haar, dat zij binnenkort weer een belangrijke rol zal spelen.
NOAH BEERY, de broer van den beroemden filmacteur Wallace, heeft nooit diens succes weten te evenaren. Hij is te Missouri geboren en maakte de film „in haar kinderschoenen" mede. Zijn eerste belangrijke rol speelde hij voor de Paramount in de film „Lord Jim". Hij werd door de United Artists voor de film „De lokvogel'' geëngageerd. Daar hij alleen in Engelsch sprekende films optreedt, zien wij dezen symphatieken acteur den laatsten tijd weinig op het witte doek.
WALLACE BEERY beproefde voor 't eerst zijn geluk als komisch danser. Later speelde hij oude-damesrollen op het tooneel. Hij oegon zijn filmloopbaan met de rol van een Zweedsch dienstmeisje. Zijn stokpaardje is vliegen en visschen; hij bezit dan ook meer dan vijftig hengels I Hij is te Kansas-City geboren en getro.uwd met Rita Gilmon.
ALFRED BEIERLE, de Berlijner, ging, nadat hü een tijd op kantoor had doorgebracht, aan het tooneel. Voor de film debuteerde hij in de stomme rolprent „Die Diaman tenbrauf, gevolgd door de Fritz L«"»;«1™.'•D.r' Mabuso". Maar eerst de toonfilm bracht Belerle op den voorgrond. Wij zagen hem als politiecommissaris in „De tijger van Berliin' «n i" "Het s<*°{ in het toonfilm-atelier". Daar hij in dit genre veel succes oogstte, zal htf voorlooplg nog wel heel wat „commissarissen' spelen.
Lügetwijfeld heeft de natuur Vlissingen een buitengewoon gunstige ligging geschonken. Heerlijk in zijn breede pracht is het ruime water, waar de Dietsche Schelde en de Gcrmaansche Noordzee een immere bruiloft vieren, sierlijk in haar charmante elegance ligt de ranke strandbocht, die haar glimlach aan de Zuiderzon schenkt. Is het water de glorie van Vlissingen, zoodat ook een zonsondergang en de wolkenhemel steeds een festijn van kleuren en natuurdécors zijn, niet minder te benijden is de ligging der stad van De Ruyter als de poort tot Neerlands tuin, het schoone eiland Walcheren, met zijn rijkgetinte velden, boomentooi en folkloristische schatten, veilig geborgen achter glanzende blinkerds, gevat in schuimende branding. Vlak bij het loodshoofd, uitziende over de'Wielingen. staat het standbeeld van onzen grootsten nationalen zeeheld, admiraal De Ruyter, een der vele Vlissingers, die het leven lieten voor Neerlands onafhankelijkheid. Een tegenbeeld is het bescheiden monument, eveneens op den Boulevard, ter nagedachtenis van Frans Naerebout, die o.a. in Juli 1779 zeven en tachtig menschen redde van het Oostindische Compagnieschip ,.Woestduyn". Niet ver hiervan, eveneens op den ruimen zeeboulevard, die tot een doorloopend uitzicht- en wandelterras groeit, verheft zich het groote gebouw van de Zeevaartschool, „De Ruyter", waar de a.s. Koopvaardijofficieren reeds vroeg met de zee vertrouwd raken. De Noordzee, de breede Scheidemond, de Zuidelijke ligging, het zijn de drie factoren, die het Zeebad te Vlissingen, in een sierlijke baai gelegen, buitengewoon aantrekkelijk maken. Vlissingen met zijn opgewekten volksgeest, is de gezonde badplaats bij uitnemendheid, terwijl de veiligheid van het strand en het baden er spreekwoordelijk geworden zijn. Moderne badplaatsgenoegens vcrhoogen de aantrekkelijkheid, het familieleven is uiterst gezellig. Aan het Oostelijk einde van den drie K.M. langen Noordzee-boulevard, waar uitstekende hotels, dancings en
Buurpraatje op het erf (Domburo).
pensions hun plaats vinden, heeft het beloodsen plaats. De drukke scheepvaart langs de kust geeft Vlissingen boven andere plaatsen een heerlijk voorrecht. Is dit boeiende, steeds wisselende panorama al grootsch en zeldzaam, uniek is zeker ook het verwisselen van zee- en rivierloodsen, of omgekeerd, door de vlugge bootjes van het Nederlandsche en Belgische loodswezen. Vooral bij avond plaatsen de feeëriek verlichte, voorbijglijdende schepen den verrukten toeschouwer voor een sprookjesdécor. Aan den voet van de oprij ligt hier de oude zeehaven, die een romantische ligplaats biedt voor de Arnemuidensche en Vlissingsche visschers. Tusschen de overblijfselen van den bloeienden handelstyd der Gouden Eeuw treffen wij hier aan: het door de Vereeniging „Hendrik de Keyzer" geheel gerestaureerde Beursgebouw, het gebouw van het stedelijk museum met o.a. herinneringen aan den Spaanschen en Franschen tijd. het Engelsche bombardement (1809) en natuurlijk aan De Ruyter; verder de voormalige patriciërswoning der familie Lampsins, thans Nederlandsch loodskantoor, het woonhuis van Bellamy (Bellamypark 30) en een herinnering aan de schrijfsters Aagje Deken en Betje Wolf. Een schitterend uitzicht over het paradijseiland Walcheren en de Zeeuwsche wateren is het loon voor een beklimming van den St.-Jacobstoren, terwijl geen Engelschman zal vergeten het typisch klompenwinkeltje in het Groenewoud te bezoeken. Vlak bij dit historische Vlissingen ligt het groote industrieele bedrijf der Mij. „De Schelde", die een voortzetting is van de oude schcepsbouwwerven. Hellingen, dok en machtig opterende, verplaatsbare kranen spreken hier van dadenkracht en dadendrang. De modem geoutilleerde, vergroote zeehaven, alsmede de binnenhavens en verdere industrieterreinen liggen op minstens vijftien minuten gaans van de eigenlijke stad, welken afstand men per tram kan afleggen. De zeehaven is steeds bereikbaar en open voor de scheepvaart, hetgeen de ligging als zoodanig als ideaal stempelt. De S.H.V. richtte in de buitenhaven dan ook een bunkerstation op. De sedert 1875 dagelijks op Engeland varende, moderne en gerenommeerde stoomschepen der Maatschappij „Zeeland", de - 11 -
- 10 '
Aan Vlissingens strand.
■
'r,.:':;':'■■.■.-■■■.>(.■■':•a-^;k' •'■•-■ ■ '■y:.x
geregelde voorbijgangers van het strand, hebben zonder stagnatie in het bedrijf, den dienst onafgebroken kunnen onderhouden. Een flinkexaanwinst waren ook de nieuwe, ruime ferry-booten, en de up-to-date aanlegplaats, om het geweldige seizoenverkeer naar Vlaanderen en de Vlaamsche kust te verwerken. Behalve de verbindingen per trein, boot (provinciale lijnen) en door de lucht (naar Rotterdam) kan men schitterende excursies maken rond mooi Walcheren, naar Beveland, Antwerpen, Brugge en de Belgische kustplaatsen. Mogen wij dit artikeltje besluiten met het geestdriftig oordeel van den Engelschen schrijver A. Marshall: „Met mijn groote kennis van Nederland waag ik te verklaren, dat Walcheren geheel eenig is en den reiziger een rijkdom van schoonheid biedt, ongeëvenaard in menig opzicht, en zeker komt geen ander deel van het vasteland, dat ik bezocht, het nabij in zijn frischheid en eenvoud." Ad. M.
Binnenhuisje te Veere.
■
• ?.
HUM NEEP
C. « Th.-PUZZLES No. 4-S7
RllIlH CUMMIEHRTON
HOE FILMSTERREN GEKLEED GAAN
werd midden in den nacht wakker gemaakt door zijn vrouw, die angstig fluisterde: ,,Jan! sta eens gauw op! Ik hoor inbrekers!" Mijn neef begaf zich haastig naar de benedenverdieping om een onderzoek in te stellen. „Wat voer je uit?!" vroeg hij op barschen toon aan den indringer. „Ik zoek geld!" was het antwoord. „O, best," antwoordde mijn neef. „Dan ga ik maar weer naar bed. Als je wat vindt, waarschuw je me wel?"
KNIPPUZZLE
OPLOSSINGEN C. <& m-PUZZLES No. KNIPPUZZLE
Als de stukjes van bovenstaande legkaart uitgeknipt lijn, moet men er een portret uit samenstellen van een zeer bekenden filmster. Ondar degenen, die hierin slagen en ons vóór 4 Juni (Indische abonné's vóór 4 Augustus) het goed opgeplakte portret benevens den naam van den ster zenden, zullen wij tien foto's van hem verdeelen. Men gelieve te adresseeren aan: Redactie „Het Weekblad",GaIgewater22, Leiden, en op de enveloppe te vermelden: „C. ä Th.Pazzles No. 48T'. Als men het blad onbeschadigd wil houden, behoeft men de stukjes niet uit te knippen, maar kan men volstaan met ze over te trekken of te calqueeren en zoo op te plakken. De Wekelüksche Vraay kan men desgewenscht tegelijk met deze puzzles inzenden, doch men schrijve ze dan op een apart, duidelijk van volledigen naam en arfres voorzien velletje papier.
MONOORAMRAADSEL
Greta Garbo De tien foto's van deze actrice, die wij onder de goede oplossers van deze legpuzzle verdeelden, werden verkregen door: mejuffrouw A. Holwerda, Arnhem; mejuffrouw E. Scholtijksek, Rijswijk (Z.-H.); den heer J. H. v. Rijmenam, Rotterdam; mejuffrouw B. Groen, Amsterdam; den heer L. Gersen, Voorschoten; mejuffrouw A. v. d. Meer, Rotterdam; mejuffrouw A. Knothe, s-Gravenhage; mejuffrouw J. G. Nijessen, Utrecht; den heer M. Keilman, 's-Gravenhage; mejuffrouw R. Colin, Leiden.
LETTERPUZZLE De dooreengevallen letters vormen, goed gerangschikt, de namen:
1i
Gloria Swanson toont U hier, wat de goed gekleede sportieve vrouw dit seizoen draagt. (Fo^o United Artists)
„Zullen we vader en moedertje gaan spelen?" „Neen, moeder heeft gezegd, dat we geen ruzie mochten maken."
D*"'
eze Amerikoansche ster zalmen innenkort in eenige films kunnen bewonderen, zoodat wij thans eenige bijzonderheden uit haar leven willen jfeven. Reeds als kind speelde Ruth tooneel; zij bracht het zelfs tot actrice aan een Broadway-Theater, maar toen keerde de kans en zij was maanden lang zonder engagement. De filmster Milton Sills (hij is eenige jaren geleden gestorven) bezorgde haar echter weer een nieuwe tooneelverbintenis. Haar eerste filmengagement was bij de Selnick Corporation. Men bood haar 300.000 dollar voor zes films, maar Ruth weigerde, omdat zij zelf de scenarios niet mocht uitzoeken, en zij bleef tooneelspelen. Eenigen tijd later trad zij in het huwelijk met den filmacteur Ralph Forbes. Maar Ruth wilde nog steeds niet voor de lens verschijnen en eerst de uitvinding van de geluidsfilm heeft haar met de kunst van het witte doek kunnen verzoenen. Zij sloot een contract met Warner Bros en is thans een van de meest geliefde sterren.
„Och, moet U nu heusch al weg?" beklaagde de vrouw des huizes zich op honingzoeten toon, toen een der gasten afscheid nam. „En moet U Uw lieve vrouw ook al meenemen?" „Ja, het spijt mij heel erg, mevrouw, 't gaat niet anders. . "
1
oy k(^t
Ossi Oswalda Brigitte Helm Ramon Novarro Met de juiste oplossing van deze prijsvraag verwierf de heer W. Vilé te Nijmegen den hoofdprijs, terwijl mejuffrouw T. Rouffaer te Bussum, mejuffrouw J. C. Stokla te 's-GraVenhage en mejuffrouw D. Henrard te Bussum de troostprijzen verkregen. Van onze Indische abonné's verwierf Jhr. A. Just de la Paisières te Padang den hoofdprijs van f. 2.50, terwyl wij de troostprijzen toekenden aan den heer A. Patah, Djeddah; den heer W. F. Philippens, Klaten; den heer A. R. van Trikt, Aruba; den heer M. A. P. van Vrijaldenhoven, Paramaribo. Als prijs voor een knippuzzle zonden wij een foto van Anna Sten aan den heer G. H. Polvliet te Willemstad.
Kruier: „Juffrouw, uw trein is —" De preciese juffrouw: „Mijn goeie man, waarom praat je van „uw trein," terwijl je heel goed weet, dat hij aan de spoorwegmaatschappij behoort?". Kruier: „Dat weet ik niet, juffrouw. Maar waarom zegt U „mijn goeie man," terwijl ik heelemaal niet je man ben en U niet weet of ik goed ben?"
Hij: „Ik was vanavond graag met je gaan dansen, maar je hebt mijn sokken weer niet gestopt." Zij: „Ja, dat is dom van me. Maar. . . . ik weet wat, ik zal me dadftijk aankleeden om met je mee naar den bioscoop te gaan."
%
^
De onderwijzeres zette de kinderen het verschil tusschen een roos en een viooltje uiteen. „Kijk eens, kinderen," zei ze. „Op straat loopt een mooie, trotsche dame, die prachtig is aangekleed — dat is de roos. Maar achter haar komt een nederig, klein wezentje met gebogen hoofd." „Ik weet 't. juf!" gilde Tommy. „Dat is haar man!"
Stem van beneden: „Juffrouw Smit! Kan U effe uw matteklopper naar beneden gooien?" Stem van boven: „Neen juffrouw Pieters! Mijn man is nog niet thuis!" Vader: „Als mijn dochter trouwt, krijgt zij een bruidschat van dertig duizend gulden. En wat kunt U daartegenover aanbieden?" Aanstaande schoonzoon: „Een gezegeld ontvangstbewijs!'' „Hoe laat is het?" „Kwart." „Hoc kan je nou zoo'n dom antwoord geven, Jantje? Wat kwart?" „Weet ik niet. De uurwijzer van onze klok is afgebroken."
Bovenstaande doorecngeworpen letters vormen — goed gerangschikt — het begin van een bekenden filmschlager. Onder degenen, die ons de juiste oplossing zenden, zullen wij een hoofdprijs verdeelen van f. 2.50 en drie troostprijzen.
„Wat is 't toch jammer, dat Jim en zijn meisje eigenlijk zoo slecht bij elkaar passen!" „Hoe kom je daar bij?" „Ik heb haar en zijn familie gesproken."
- 13 -
- 12 ■■:," „
.
De moderne noot aan dit toiletje van Adrienne Ames, bestaande uit eenwit-zwart geruite japon en zwart wollen vest, is de eigenaardige versiering van zilvervos aan de armsgaten.
(Fofo Paramount)
ALS HET LEVEN AVONTUUR WORDT CAPTAIN TRENCH EEN BEKEND ENGELSCH SPION Vóór den oorlog van 1914 verscheen in Engeland een roman, ,,The Riddle of the Sands", die een geweldige sensatie te weeg bracht. De reden hiervan was, dat de Britten er in konden lezen, hoe twee Engelsche zeilers, die een tijdlang op de Noordzee gekruist hadden, tot de overtuiging gekomen waren, dat Duitschland bezig was plannen uit te werken om een inval in Engeland te doen door een geheime vloot-concentratie in de verborgen vaargeulen tusschen de Friesche eilanden. Ofschoon „The Riddle of the Sands" (Het raadsel der zandbanken) duidelijk alle kenmerken droeg van een roman, en als zoodanig ook was gepubliceerd, was het boek tóch voor een groot deel opgebouwd op de waarnemingen, die de Schrijver als amateur-spion had gedaan gedurende zijn talrijke kruistochten met zijn jacht in de buurt der bedoelde eilanden. Erskine Childers — zoo heette de auteur — was nooit een officieele spion, maar wel was hij door zijn boek de oorzaak, dat de Britsche Spionnage-Dienst er een nieuw lid bijkreeg, en wel in den persoon van captain Trench, die weldra een der bekendste en meest fortuinlijke vertegenwoordigers van den Engelschen Geheimen Dienst zou blijken. Gedreven door het verlangen, uit te vinden in hoeverre Childers' boek op waarheid berustte, begon captain Trench, vergezeld van luitenant Brandon, „op de stranden" ter plaatse een onderzoek in te stellen. Gedurende eenige weken kruisten de beide zeeofficieren tusschen de eilanden, zonder hierbij meer aandacht te trekken dan de eerste de beste amateur-zeiler. Toen begonnen zij echter, omdat zij niets verdachts ontdekten, hun onderzoek uit te strekken tot de kreken en eilanden zelf — plaatsen, waar nooit iemand aan zou denken om er voor zijn genoegen heen te gaan. Het is daarom begrijpelijk, dat zij niet lang met rust gelaten werden. Op zekeren dag meende een Duitsche kustwacht, dat zij al te veel belang stelden in het eiland Borkum. Hij arresteerde hen en na een kort proces, waarbij de beide Engelschen voor hun aanwezigheid en gedragingen geen redelijke verklaringen konden geven, werden zij wegens spionnage tot achttien maanden gevangenisstraf veroordeeld. Trench' eerste daad na "zijn invrijheidsstelling was naar de Engelsche Admiraliteit te gaan en deze op de hoogte te brengen van hetgeen hij had ontdekt, en ofschoon niet was gebleken, dat Duitschland het voornemen had een inval met zijn vloot in Engeland te doen, had Trench toch verschillende feiten ontdekt, die op een veranderde vlootpolitiek van Duitschland wezen en die bij het uitbreken van den wereldoorlog voor Engeland van groot belang waren. Zijn avontuur op Borkum was voor Trench aanleiding een officieele verbintenis bij den Geheimen Engelschen Dienst aan te gaan. Reeds direct werd hij naar het Noorden van Engeland gestuurd, om daar een belangrijke zaak te onderzoeken. Het was de Admiraliteit namelijk gebleken, dat verschillende geheimen betreffende een nieuw type scheepsgeschut, dat in een bepaalde fabriek werd vervaardigd, aan de buitenwereld bekend werden.
Captain Trench werd bij de fabriek aange- ontdekte hij, dat een Hollandsch koopman in steld als portier en in deze functie was hij dus een hotel in een der kustplaatsen een kamer in de gelegenheid, ieder die de werkplaatsen had gehuurd en van plan was, den volgenbinnenging of verliet, nauwkeurig gade te den dag per boot naar Nederland te verslaan. Maar hoewel hij verscheidene sporen trekken. Nu was die Hollander donker van volgde, was het hem toch niet mogelijk een haar, terwijl Karl Graves blond was. Toch der employe's of werklieden als de verrader was Trench overtuigd, dat er tusschen die aan te wijzen. Inmiddels werden er toch hoe twee verband bestond, en... . dien nacht langer hoe meer bijzonderheden van het werd de Hollander ruw uit zijn slaap gegeschut buiten de fabriek bekend. Trench wekt, doordat er een ruit in zijn kamer werd legde daarom zijn baantje van portier neer stukgestooten. De logeergast belde en veren probeerde op een andere manier op het langde te weten, wat er aan de hand was. spoor van den dader te komen. Met behulp De directeur van het hotel bood zijn vervan de politie legde hij een lijst aan van de ontschuldigingen aan: het was noodzakelijk vreemdelingen, die zich sinds korten tijd in geweest eenige herstellingen aan te brengen de stad gevestigd hadden. Toevallig viel zijn op het dak, en de werkman, die hiermee verdenking op een Zwitsersch horlogemaker. belast was, had de onvoorzichtigheid begaan, Deze was een maand tevoren in de stad zijn ladder door het raam te stooten. Dit komen wonen en in dienst getreden bij een stelde den gast blijkbaar gerust en hij begaf horlogemaker. De zoon van dien horlogezich opnieuw ter .rustte. Den volgenden maker werkte als teekenaar op de fabriek, morgen vroeg werd hij evenwel andermaal waar het nieuwe scheepsgeschut werd gein zijn slaap gestoord. Dit keer zag hij echmaakt. Op zekeren avond, terwijl de arbeid ter, wakker komend, zijn kamer vol met rustte, dwaalde Trench door de werkplaat- agenten en rechercheurs, die onder bevel sen, en rook daarbij, toen hij voorbij de stonden van Trench. Zijn verontwaardigde teekenkamer kwam, een zonderlinge lucht. protesten werden genegeerd, captain Trench Op hetzelfde oogenblik wist hij, waar die trad op hem toe en zei: „Karl Graves, ik lucht door veroorzaakt werd: door het arresteer je onder verdenking van spionnamagnesium-poeder, dat fotografen gebruiken ge!" Begrijpend dat zijn spel uit was, gaf voor het maken van opnamen, wanneer het Karl Graves zich over. natuurlijke licht hiertoe te gering is! Een Op weg naar het politiebureau wilde hij onderzoek bij den portier bracht aan het van Trench weten, of het stukstooten van licht, dat de zoon van den horlogemaker het raam iets uitstaande had met zijn arresvergunning had gekregen, des avonds in de tatie. fabriek te werken. Onmiddellijk begaf „Den eerstvolgenden keer, dat je je weer Trench zich naar de kamer van den Zwiteens vermomt," antwoordde Trench cynisch, serschen horlogemaker, doch zooals hij wel „raad ik je aan, des nachts niet je pruik af te vermoed had, was de man een uur tevoren doen. Ik herkende je nu, zoodra je het licht vertrokken! Hij wist al genoeg! op je kamer aandraaide!" Trench arresteerde nu den zoon van den Karl Graves werd tot een langdurige gehorlogemaker, onder beschuldiging de geheivangenisstraf veroordeeld. Hij verraadde men van het geschut aan een buitenlandsche echter zijn lastgevers en verstrekte den Enmogendheid te hebben verkocht. Dit bleek gelschen spionnagedienst belangrijke inechter niet juist: de jongeman had alleen lichtingen betreffende verschillende plannen met den knecht van zijn vader over zijn werk op de fabriek gesproken, en deze had van Duitschland op het gebied der internationale politiek. Hiervoor kreeg hij gratie en hem toen gevraagd, of hij ook een werkteestelde zich in dienst van den Engelschen Gekening voor hem zou willen maken van een heimen Dienst. Waarschijnlijk echter heeft nieuw uurwerk, dat hij had uitgevonden. hij hierover berouw gekregen: hij pleegde Teneinde deze teekeningen te kunnen vervaardigen, had de jonge teekenaar verlof althans op zekeren dag zelfmoord. Wat er verder van Trench geworden is, gekregen des avonds in de fabriek te werken. ligt onder een sluier van geheimzinnigheid „Ben je ook vanavond naar de fabriek verborgen. Zooals wij indertijd1) reeds geweest?" vroeg Trench hem. hebben medegedeeld, was hij het, die AlexanHet antwoord luidde ontkennend, en der Szek overgehaald heeft, de Geheime Trench begreep nu wat er was gebeurd: de Duitsche Code voor Engeland over te schrijZwitsersche horlogemaker had zich als de ven. Wat Trench daarna gedaan heeft, weet zoon van zijn patroon vermomd en was er niemand. Zelfs is niet eens bekend, of hij zoo in geslaagd, den portier te passeeren. nog in leven is. De eenige, die dit kan weten," Eenmaal in de fabriek, was er slechts weinig is Admiraal Sir Reginald Hall, de chef van kans voor hem geweest ontdekt te worden, de Admirality Intelligence Department. terwijl hij de teekeningen der kanonnen Maar deze laat niets omtrent hem los. fotografeerde. Of Trench den weg van zoovele spionTrench had reeds langen tijd vermoed, nen is gegaan, en zelfmoord heeft gepleegd? dat de Zwitsersche horlogemaker niemand Of zou hij — hetgeen ook zooveel spionnen anders was dan Karl Graves, een Duitsche is overkomen — uit den weg zijn geruimd, spion, en nu bleek, dat zijn veronderstellinomdat hij te veel te weten was gekomen? gen juist waren. Terwijl hij zichzelf de Wie zal het zeggen? Indien iemand, dan is heftigste verwijten maakte, omdat hij den op den spion toepasselijk het bekende geman gelegenheid had gegeven te ontvluchten, zegde: „Wie het gevaar bemint, zal er in besloot hij alles in het werk te stellen hem om komen!" op het spoor te komen en gevangen te nemen. 1) Zie „Het Weekblad ' van 6 Mei. Na lange en moeitevolle onderzoekingen - 14 -
^___^^^^^_^^
Rolverdeeling: Chane Weymer . . . Randolph Scott. Sandy Melbernc . Sally Blane. Rawlins Fred Kohler. „Ma" Melberne . . Lucille la Verne. Bent Weymer . . . James Bush. Sam Bass Charley Grapewin. Opperhoofd .... Jim Thorpe. Slack George F. Hayes. Horn . . Buddy Roosevelt. Sheriff E. H. Calvert. In het Zuidwesten der Vercenigde Staten zwerven troepen mustangs rond, die stammen uit aan Spaansche landveroveraars ontsnapte paarden, edel en majestueus in hun vrijheid. Aan het hoofd van een dier kudden wilde paarden staat Blanco, een prachtige, verstandige, wilde schimmel, begeerd door Chane Weymer, een vlaktebewoner en vriend van de Indianen. Chane ontdekt op een dag een paardenval van prikkeldraad en blaast die op met dynamiet, net voordat Rawlins en zijn mannen een deel van de kudde mustangs er in willen drijven. Chane, die woedend is over de onmenschelijke wijze waarop de paarden gevangen worden, beveelt Rawlins het land te verlaten, daar de streek zoowel als de paarden het eigendom der Indianen zijn. Chane drijft eenige van zijn eigen paarden de stad Latimer binnen, kort nadat Rawlins er den bazar beroofd heeft en de schuld op Chane's broer. Bent Weymer, schuift. Chane, die weet dat zijn broer onschuldig is, neemt zelf de schuld op zich en ontvlucht het stadje. Intusschen gaat Rawlins voort met zijn gemeene plannen en weet door valsche voorspiegeling Mrs. Melberne, eigenaresse van den bazar, haar dochter Sandy, en Sam Bass, een broer van Mrs. Melberne, over te halen het prikkeldraad voor de paardenvallen te leveren en deel te nemen aan de vangst. Op den dag dat Rawlins en zijn helpers de val in orde maken, is Chane bezig Blanco te vangen. Sandy, die uit rijden is gegaan, slaat hem vol bewondering gade. De kudde echter, verschrikt door de kreten van Blanco, haar leider, slaat op hol en dreigt Sandy, wier paard van schrik er vandoor gaat, onder
den voet te loopen. Chane ziet het, laat lasso, waarin hij den schimmel gevangen heeft, schieten en weet Sandy in veiligheid te brengen. Zij heeft den voet verstuikt en Chane brengt haar naar het Indianendorp, waar het Opperhoofd tot grootc verbazing van beide gasten een trouw-ceremonie op touw zet. Den volgenden dag brengt Chane Sandy naar haar kamp terug en verneemt, dat zijn broer Bent met het meisje wil trouwen. Chane is erg onder den indruk daar hijzelf voor Sandy liefde heeft opgevat. Des nachts sluipt hij het kamp rond,
Rand
olPh Scott.
RANDOLPH SCOTT ;N
SALLY BLANè
>) „BLANCO, DE ONTEMBARE". (Foto P«r»mounl)
dringt de tent van Rawlins binnen en vindt het bewijsstuk, de revolver, die gebruikt is bij den- overval in den bazar. Chane wordt echter door Rawlins ontdekt en verbergt zich in de tent, waarin Sandy slaapt. Rawdie dit ziet, waarschuwt Bent en vertelt hem, dat zijn broer bij het meisje is. En deze gelooft het, als hij een oogenblik later Chane uit de tent van Sandy ziet sluipen. Hij rijdt Chane achterna en gaat hem te lijf. Deze echter weet zijn broer te kalmeeren en legt hem de situatie uit. Bent begrijpt nu ook, dat zijn broer Sandy liefheeft. 's Morgens vroeg liggen er verscheidene doode paarden in de vreeselijke val. Zij zijn afgemaakt moeten worden, daar het prikkeldraad ze aan stukken gereten heeft. Ziedend woede, bij het zien van deze schanddaad, beschuldigt Chane Rawlins van den overval in den bazar. Deze valt hem aan en een hevig gevecht vindt plaats. Chane slaat Rawlins in het prikkeldraad van de val, zoodat hij er in blijft hangen. Hijzelf zal trachten de mustangs, die door Rawlins' handlangers in de val gedreven worden, te keeren. Inmiddels wordt Rawlins door een van zijn bende bevrijd en Bent, die hem bewaakt, doodgeschoten. Het gelukt Chane, mede door de komst van de Indianen, de naar haar verderf hollende paardenkudde te stuiten en de paardendieven te vangen. Rawlins neemt de vlucht, doch wordt door Blanco, den schimmel, in een afgrond gedreven, waar hij den dood vindt. Als de Indianen Blanco voor hem gevangen hebben, doet het Chane pijn den volbloed van zijn kudde gescheiden te zien en geeft hij hem de vrijheid. Met Sandy in zijn armen, die zijn edelmoedigheid toejuicht, 7ion zij Blanco met de merrie zijner keuze a.in l.-n horizon verdwijnen
HET TESTAMENT VAN Dr. MABUSE komt Het meesterwerk van Fritz Lang N.V. FILM A AMSTERDAM 16 —
.
-^^
^ het onderzoek beken^eu.^^ tebebtn^J-^Äodvanzrp
GRATIS MONSTER
loterij gewonnen geld.
haar winst, ^u
,
mei leernam boekje legen intending doier «dyertenlie aan da N.V.
DOGCAKESFABRIEK DORDRECHT
vermoordt ne"
, . , «j u«
heeft ieäe*e dame tijd:
Barbara Weeks en Alexander Kirkland
^.
dat hij majoor nw
t echter
lederen morgen vóór het borstelen het haar JO seconden licht bepoederen en vervolgens zorgvuldig uitborstelen! Langer duurt het niet, om met Zwartkop Droogshampoon het haar "vet- en stofvrij", welriekend en glanzend te houden. Doe het regelmatig iederen morgen. Zwartkop Droogshampoon is geen gewone haarpoeder, maar een haarverzorgingsmiddel van bijzondere samenstelling 'en
Kirklar issa
Landi eo
werking. Het verwijdert vet en stof uit het haar, zonder ook maar in het minst een grijze waas achter te laten, maakt het voor friseeren geschikt, verduurzaamt de ondulatie en is voor iedere haarkleur bruikbaar.
MacUglen. A^xandeÄra Weeks. Beryl
Ä'terHaÄ Hebbes.
NA HET SCHEREN is da huid natuurlijk bijzonder gevoelig. Siini desinfecteert en verfri je ht, en maaM het gezicht glad. Bij regelmatig gebruik in zeer korten tijd geen spoor meer van onzuivemeden in der huid, zooals mee-eters en puistjes. Medisch aanbevolen. Sinds 28 /aar bekend. Nu in/nieuwe, smaakvolle flesschen. Prils f. 2.10 - f. 1.20 /- f. 0.70.
De achthoekige doos, toereikend voor 80 dagen kost slechts 65 cent.
Regie: Sam Taylor.
ZWARTKOP DROOGSHAMPOON
Overat betaalt ^^S wereld j: _.., menschen, o1e« W
een Swe^e?
dage&jki Uchi bepoederen: aUijd goed iWBOfyd.
^^ ^
iT^érvl Were«
Verknjgbeur bij CoiHaun, Partumatïaiakan, Drogiilen, Apotheker«. Groota flacon f. 2.1 0.
Importeur:
J. Winkel Jzn.
Merwedaslraat 47 - Den Haag - Tal. 772595
^ ,
t weekend op ^^ v^d meebren3 e
lederc winnaar f « ^nden zich onder .en en zoodoende bevmü^,.^ Mrs. LodLitchfieldsgasten^deD b Ä met haar zoon J«n. verschuiende Fvclyn Beresford. °v" d doen; Majoor
l»u£t^nsfe^w€»<»n
VOOR ONZE ABONNEES portretten, alle op kunstdrukpapier. Deze mooie premie heet
Jem probeert steea van het gewonnen geW mededraagt.
u
^
»t N«a<
knJgen> het k eens mocht
DOOR BDMOND VISSER
Een „gezellig" ffeschreven boek, g-eestig en met interviews met bekende Nederlandsche kunstenaars. Speenhof, Clinee Doorenbos, Dirk Witte, Tholen en van Lier, Louis Davids, LolaCornero, Willy Corsari, CorRuys, JanvanRiemsdifk, Piswsse, Margie Morris, Henri Wallig, Pientje de la Mar en tal van andere artisten worden in dit mooie boek ten tooneele grebracht. ledere bijlage is voorzien van een fraai, groot portret.
jem "n xf°°Z
Beresford, en „fftténd, als ZVJ een nanu te bestelen. Zij schrikt o^f^ende venster naar langzaam door het ge°Peich van het geld bin «et ^^t het Weedmgstuk mCeSter LÄ ^borgen ^ van de tafel SrTde^n^slot^
_^
»landscrk« Cab
Ook aan het Parf/sche Cabaret met zijn wereldvermaarde artisten wordt een ruime plaats ingeruimd, alsook aan het „Ueberbrette". Deze biilagen zijn ffesteld in de Fransche en Duitsche taal. Zelden wordt een premie als dit aantrekkeltfk en royaal geïllustreerde boek is, aangeboden. Wij vertrouwen, dat het zal stroomeii van aanvragen. Franco toezending per post na ontvangst van slecht« f. 0.50. ANGÊLE SYDOV
Galgewater 22, Leiden.
De Administratie van „HET WEEKBLAD' Cinema A Theater
- 19 :
■
.■
■IWIWIilMMIIMllMIIIIUlM
y
WaaromDames zich nimm
....Meer en meer wordt het
van een Scheermes mogen bedienen^
GEBRUIKELIJK om in het programma van
Hrt is schere.., dat de eerste donzige ' haartjes op het gelaat vai>een jongeling in een stuggen, stoppeligen baard doet veranderen. Het is om deze reden dat vrouwen, d.e zich voor de verwijdering van overtolhg haar van een scheermes bedienen, bemer- f ken, dat het haar sneller en dikker dan te voren l aangroeit. Het scheermes schaaft het haar af. plat op de Rferk veiyrootp (joor- ' _ oppervlakte der huid. Den volMiede van Imiil en , genden dag groeien de stugge. ' llarcn. imutoonende / dikke, platte stoppels. stompe uiteinden der haren aan zoonls bot Rcheenoei ze rechtop ert stijf, en vormen ake»clitcriaat. lige, groVe stoppels. Een l-ngelsch geleerde heeft kortgeleden een wonderlijke vinding gedaan, waardoor haren ver-
EEN REISJE NAAR PARIJS een avond te reserveeren voor een tocht door
PARIJS-BIJ-NACHT IN GEZELSCHAP VAN LEO FAUST De intelligente bezoekers van Parijs waardeeren het gecelschap van
LEO FAUST
♦ 'J Sfctma Vfeto lost
de liann ondiT de
oppervLiktc der huid .-a-tijk liict .ie dikke, stoinpc-uitetiulen der liann op Ilß. 1.
—
i
-
r!»^ I0^"- J0^" df C,e^r0e, er van wordt aangespoord, of het haar WenlLVlf WOrdt, BTaakt- D«6 vi"din8 heef. de naam on vangen van l^TAt enf.maa.kt ^ml **" bestanddeel uit van de Nieuwe Vie"o waardoor de keratme .n het haar en in de haarwortels wordt opgeU He, naar valt gewoonweg uit. N.euwe Vieto verwijdert niet alleen de haren t A^JX™ dI 0,ppf rtk,e *? huid bevinden- zo°a'« d°<" ^n scheermes OCh de TA £ A™' i 'T'? ,d,e, Zich er ondCT bevin^n worden opgelost l,t !lWOrdt Weer Zach^ bIa,nk en 8lad- He"'iik geparfumeerd en even ^makkelijk en aangenaam in gebruik als een gelaatscrème Let on da» ™
met alleen omdat niemand too goed als hij thuis is op dit gesloten en snel evolueerend terrein, u brengt waar ge weaen moet, u beveiligt tegen noodeloos geld-uitgeven, gijn menschen aankijkt en vaak
de erirtL wrr2tn^,>UWe Viet? v-^omen. An vaV/OTS Tn «roote tuben i / 1.25 b., drog.sten. kappers en parfumeriezaken.
NOG BETER DAN GIJZELF weet wat ge zoekt; maar vooral ook omdat hij een artist is
LIEFHEBBER evenzeer als kenner van het
PARIJ8CHE NACHTLEVEN en u opmerkzaam maakt op wat u zeker ontgaan zou, u het wezen laat zien van personen en verschijnselen
RENATE MÜLLER THUIS
(„La Semaine ä Paris", 24-2-32)
LEO FAUST, 36, rue Pigalle, PARIJS
De beroemde, en wat meer wil zeggen beminde filmster Renate Müller is de gelukkige bezitster van een allerliefste villa in Dahlem, de tuinwijk van Berlijn, en zij was zoo welwillend eenige oogenblikken van haar kostbaren tijd af te staan, om in haar huiselijke omgeving voor onzen fotograaf te poseeren. Renate betreurt het (en wij kunnen dit best begrijpen), dat haar drukkefilmbezigheden haar bijna geen tijd laten, om meer van haar woning te genieten. Zij komt des avonds zeer laat uit Neu-Babelsberg terug (met haar schitterende Mercedes legt zij dezen afstand in drie kwartier af) en moet des morgens om negen uur reeds weer in het atelier aanwezig zijn. De vorige week is zij na een afwezigheid van twee maanden uit Cairo teruggekeerd, waar zij roet Willy Fntsch een film speelde. „En nu ik weer pas in mijn „Heim" ben, verneem ik, dat ik de volgende week wèèr op reis moet," zegt Renate en er klinkt teleurstelling in haar melodieuze stem. U ziet: het pad der filmsterren is niet steeds met rozen bezaaid.
Vraagt steeds 99
APOLLO-KAARSEN"
Grootc lichtsterkte, voordeelig in het gebruik
BOUGIES-ANTIQUES Een sieraad voor kroon en kandelaar
De Stearine-Kaarsenfabriek „APOLLO" Schiedam Gevestigd 1870
NEDERLANDSGHE Mij Opg 1887 NATUURLIJK BRONWATER
- 20 -
Msaa^^HMBMM^H
.■_^^^^^^___
(Fofo Columbia)
WILLIAM COLLIER Jr., de populaire ster, in de film „Speed Demon".
{Vervolg van pag. 7J Moore was tevreden met de verkregen inlichtingen en verliet de ambassade. In gedachten verzonken dwaalde hij door de donkere straten van Marenna. Voor een kort poosje had de grijze stad haar gewone somberheid afgeschud. Drie honderd twee en zestig dagen van het jaar lag over de hoofdstad van Asturië een sluier van melancholie en alleen in den carnavalstijd kreeg zij een ander aspect; dan was er plezier en dolle jolijt in Marenna. Zoowel de eenvoudige burgers als de „upper ten" verwisselden de stemmige dagelijksche kleedij voor het bonte feestgewaad. De straten waren propvol met een deinende, joelende menigte van gecostumeerde en gemaskerde carnavalvierders. Een troepje aardige meisjes stortte een lawine van confetti over Moore's hoofd uit, toen hij passeerde. Een clown, in havelooze lappen, veelkleurig als Jozefs rok, zwaaide zijn staf boven zijn hoofd. Maar Moore had geen oog voor dezen kaleidoskoop van pret. Misschien was hij een volgenden avond, wanneer de vreugde nog uitbundiger zou zijn, beter in de stemming. Er kwamen immers nog twee dagen van dolzinnige jool, die dan — des Donderdagsavonds — zijn hoogtepunt zou vinden in een gemaskerd slotbal in de opera. Daarom richtte Moore zijn schreden weer terug naar de ambassade. Zoo heel veel tijd had hij trouwens ook niet over, want juist toen hij zijn toilet had voltooid, deed een groote, zware klok, vlak bij
zijn kamer, acht slagen hooren. In een kleine antichambre, grenzende aan de bibliotheek, was een tafel, met zilveren kandelaars en een weelde van bloemen er op, voor drie personen gedekt. Lord Walmer, in rok en met een ordelint over de borst, wachtte zijn gasten. „Ik eet liever rustigjes hier," legde hij uit. „Er zijn beneden genoeg groote statievertrekken, maar hun sombere sfeer drukt je. U hebt zeker door de stad gewandeld om inspiratie op te doen?" „Ja, mylord; en wat meer is, ik heb die gevonden ook." De ambassadeur kreeg een schok. Zijn gezicht drukte gretig verlangen uit om meer te vernemen. Maar hij dwong het in een plooi van vormelijke vriendelijkheid, toen een bediende graaf Gleytrim aankondigde. Moore liet een monsterenden blik op den binnenkomende rusten en onmiddellijk nam hij elke bijzonderheid van diens uiterlijk in zijn snelwerkende hersens op. Hij zag een rijzig, slank man met een gelaat als van brons, pezig en onvermoeibaar, met een gladde lenigheid, geestig en lichamelijk, als van een kat. Een smal, vlijmscherp gezicht, omlijst door dun grijs haar. Een mond, die schuil ging onder een ruige, neerhanhangende snor, en een paar oogen met iets als een smeulend vuur er in. De hooge gestalte in een onberispelijk als aangegoten zittend avondcostuum — opvallende tegenstelling met de ietwat slobberige kleeren van den gastheer. Moore hoefde heusch niet te vragen, of hij zich in tegenwoordigheid van een weinig-alledaagsche persoonlijkheid bevond. „Sta mij toe, Graaf Gleytrim," wendde Lord Walmer zich tot zijn gast, „u mijn nieuwen secretaris Mr. Moore voor te stellen." De graaf knikte met een hooghartige nonchalance, die onder andere omstandigheden Moore het bloed naar de wangen had gejaagd. Diplomatieke attache's en secretarissen waren voor Gleytrim als looden soldaatjes: aardig speelgoed, maar hoogstens bruikbaar voor ondergeschikte doeleinden. Doch de „Secret-Service"-ambtenaar beschouwde het als de beste politiek, om de rol te spelen van een nevelige, onbeteekenende figuur, een niet-heelpientere en verlegen jongeman, ganschen-al van zijn stuk gebracht door de eer, die hem dien avond te beurt viel. Twee bedienden plaatsten kapjes over de kaarsen en serveerden vervolgens de spijzen. Moore gaf zich er terstond rekenschap van, dat zijn gezicht nu in de schaduw bleef, zoodat zijn trekken voor de anderen niet scherp te onderscheiden waren. Niets ontging hem, ondanks het feit, dat hij meer dan eens onder de betoovering kwam van de vonken-'spattende welsprekendheid van den graaf en diens bijtend sarcasme. Hij stelde vast, dat de ambassadeur door een diepe melancholie gekweld werd. Lord Walmer trommelde met zijn gekromde vingers nerveus op het tafellaken en draaide voortdurend zijn glas Lafitte rond, dat overigens tijdens het geheele diner maar éénmaal werd gevuld. Wat er ook met zijn gastheer — 22 —
^^^^___^_^__^_^_^__
BEZOEKT HET
Mm-
TE »EN HAAG mocht zijn, hij had in elk geval geen zwak voor, alcohol. Moore nam nauwelijks deel aan de conversatie en indien hij al iets zei, was het een vluchtige, alledaagsche opmerking, zooals men die in een oppervlakkig, mondain gezelschap maakt. Zoover de beleefdheid het toeliet, liet Gleytrim hem links liggen en Lord Walmers poging, om Moore in het gesprek te betrekken, had geen succes. „U zult wel vermoeid zijn na. de lange reis," zei hij. „Ik heb al mijn wilskracht noodig om mijn oogen open te houden," antwoordde Moore. „Ik ben bijna drie dagen onderweg geweest." „Wanneer u liever naar uw kamer gaat, zegt u het dan gerust," hernam Lord Walmer. Maar Moore verklaarde, dat hij niet het minste verlangen daartoe koesterde. Integendeel, hij had iedere denkbare reden om te blijven, maar dat hield hij wijselijk vóór zich. „Koffie en een sigaret doen altijd wonderen bij mij," vertelde hij. „Als u het goed vindt, luister ik liever rustig toe. Een intellectueel genot als dit gesprek valt mij niet eiken dag te beurt." Een droog spotlachje van Gleytrim was het antwoord. Het diner liep ten einde en het gezelschap begaf zich naar de bibliotheek. Daar waren koffie en sigaretten en Moore nestelde zich behaaglijk in een gemakkelijken stoel, waarin hij met half gesloten oogen bleef liggen. Hij sloot ze echter niet heelemaal,. integendeel, hij keek juist scherp toe. Op de tafel lagen twee violen naast elkaar. Lord Walmer nam een er van en liefkoosde het instrument als een moeder, die haar kind vertroetelt. „Er is niets heerlijkers dan muziek," zei hij, „niets is in staat iemand meer aan zichzelf te onttrekken en te kalmeeren. Wat denk je er van, om dat duo van Händel nog eens te probeeren, Gleytrim?" De graaf stak nog een nieuwe sigaret op. Het kwam Moore voor, dat de groote Asturische staatsman zijn aanwezigheid niet bijzonder waardeerde. Er lag ongeduld en achterdocht in zijn blik. „Straks, mijn waarde Walmer, straks.
SIGAREN 's Morgens, 's Middags, 's Avonds.
-■•^^■v^^fa«
§1 geneesivnv&tfuuui Ik zou het uiet graag voor iniju verantwoording nemen den sluimer van onzen jeugdigen Talleyrand hier te storen. Over 'n half uurtje of 'n uurtje misschien, wanneer hij tot het besef komt, dat hij met goed fatsoen naar zijn kamer kan verdwijnen." Moore lachte in zichzelf. De graaf had blijkbaar klemmende motieven om den indringer kwijt te willen zijn. Toen Gleytrim zich over zijn koffie boog, gaf Moore Lord Walmer een snellen, veelbeteekenenden blik. „Ik ben dol op goed vioolspel," verklaarde hij op neutralen toon. Was het verbeelding of haperde er ineens iets bij den graaf; en fronste hij de wenkbrauwen en verschoot zijn gezicht van kleur? Een paar minuten heerschte er stilte in de kamer. Van de straat steeg het vroolijk rumoer van de feestgangers op. Walmer begon zachtjes de snaren te tokkelen. Hij bracht zijn Stradivarius aan de kin en bewoog den strijkstok met forschen, meesterlijken streek. Diepe, klagende tonen vulden het vertrek, een melodie vol droefenis en wanhoop. Die wanhoop was ook in de gelaatstrekken van den speler gegrift. Met een abrupten dissonant brak het spel opeens af en Lord Walmer liet de viool zakken. „Zoo gaat het niet; mijn pols is stijf en ik heb kramp in mijn vingers. Ik... ik zal het aanstonds wel beter doen." Zonder een woord van verontschuldiging verliet de ambassadeur het vertrek. Hij was al meer dan vijf minuten weg en nóg was er geen woord gewisseld tusschen Moore en den graaf. De „Secret-Service"-man scheen in zoete draomen verzonken. Maar in werkelijkheid was iedere vezel van zijn wezen gespannen. Hij zag zoowel den argwaan op Gleytrims gezicht als de algeheele verandering, die Lord Walmer bij zijn terugkomst ondergaan had. Er lichtte een heldere glans in zijn oogen en zijn houding was kaarsrecht. Het scheen alsof een last van zijn schouders afgenomen werd, waaronder hij jaren gebukt was gegaan. „Gleytrim, laten we nu het duo spelen," stelde hij opgewekt voor. De graaf stond met tegenzin op, maar zoodra Handels machtige, juichende muziek door de bibliotheek mischte, raakte hij in den ban daarvan en vergat al het andere. Nog nooit had Moore zulk verrukkelijk samenspel gehoord. Toen de laatste noot verklonken was, had hij het wel kunnen uitjubelen. Hij deed echter iets anders — hij begon zachtjes te snurken. Met iets van onuitsprekelijke minachting wees Gleytrim met zijn strijkstok naar hem. „Misselijke idioot," grauwde hij, „zoo'n vent moet toch geen sikkepit gevoel in zijn lange lichaam hebben. Laat hem naar zijn bed brengen, dan kan hij net zoo hard ronken als hij wil."
„Neen, neen," protesteerde Walmer, „hij is op van vermoeidheid. Hij is niet zoo'n ezel als je denkt." Het kostte Moore moeite .om het niet uit te schateren. „Hij zit ons trouwens niet in den weg. Zal ik dat andante voor je spelen, dat ik den afgeloopen nacht gecomponeerd heb ?" „Ja graag — ik ben ontzettend benieuwd," riep de graaf enthousiast. Hij zette zich tot luisteren en sloeg Walmer scherp gade; het was net of hij in hevige spanning wachtte op iets, dat komen ging, maar die verwachting stond blijkbaar niet in verband met het spel en de compositie van den ambassadeur. Moore's hersens arbeidden koortsachtig om er iets van te begrijpen en tien minuten later waren die pogingen even vruchteloos. Bijna een kwartier speelde Lord Walmer voort, verloren in zijn muziek. In zijn oogen lag die verdroomde, onbestemde blik, dien Moore er dien dag reeds eerder in gezien had. Walmers geest was aan de aardsche werkelijkheid ontrukt... Het spel nam geleidelijk af in kracht en gedragenheid en tenslotte stierven de tonen weg tot onhoorbaarheid. Walmer legde zijn viool op tafel en begon snel iets neer te schrijven op een blad papier. Toen hij een oogenblik zijn gelaat ophief, zag Moore, dat de ambassadeur in een soort trance moest verkeeren. Vroeger had hij wel eens menschen in hun slaap zien wandelen; Lord Walmers manier van doen op het oogenblik herinnerde hem daar sterk aan. „Zoo moet het zijn," mompelde de oude man, „een magnifiek idee. Als het uitgevoerd kan worden, is mijn levenstaak volbracht. Maar nu het zoo te verstoppen, dat zelfs die schurken er van zullen staan te kijken ..." Met zachte voetstappen gleed hij steeds door de kamer. Op den schoorsteenmantel stond een kleine klok. Hierin verstopte Walmer het papier. Toen nam hij de viool weer op en nadat hij énkele minuten gespeeld had, begon 't licht van het normale denken in zijn oogen terug te keeren. Gleytrims oogen waren — wanneer ze Lord Walmers bewegingen niet volgden — als gehecht aan Moore's in den grooten stoel weggezakte gestalte. De pseudo gezantschapssecretaris liet nog een langgerekten snork hooren en rees toen overeind. „Duizendmaal excuus," stamelde hij. „Ik — ik heb geslapen, geloof ik." Lord Walmer glimlachte vergevingsgezind. „U bent voldoende gestraft, doordat u mijn andante heeft moeten missen," schertste hij. „Maar ik zie aan uw verbouwereerd gezicht" — Moore was een uitnemend comediant — „dat u niet eens weet, wat ik bedoel. U moet vast geslapen hebben." Moore wreef zich de oogen uit. „Nu voel ik mij weer heelemaal helder en frisch!" glimlachte hij 'n tikje verlegen. „Als u de goedheid zoudt willen hebben. Milord, nog eens te spelen, dan zal ik niet weer zondigen " — 25-
IV. Het carnaval te Marenna culmineerde in een soort vroolijken heksensabbath van brooddronkenheid. De inwoners van de Asturische hoofdstad schenen voor een wijle elk gevoel van waardigheid en elk restje van gezond verstand verloren te hebben. Van het balcon der Britsche ambassade sloeg Moore het kleurig en luidruchtig vertier gade en hij voelde een verlangen opkomen om deel te nemen aan de algemeene vreugde. In ieder geval zou hij het bal in de opera bijwonen, dat had hij zich al eerder voorgenomen; daar zou volop amusement te vinden zijn en tegelijk uitgebreid materiaal voor het bestudeeren van menschen en hun gewoonten. De vertegenwoordiger van den geheimen dienst kende uit ervaring de waarde daarvan. Moore ging naar beneden, waar hij in de schaduw van de wijde, diepe portiek naar den stroom voorbijgangers bleef kijken. Terwijl hij daar zoo stond, zag hij Lord Walmer uit de richting van het koninklijk paleis komen. „Ik moet u spreken," zei de ambassadeur, toen hij Moore bereikt had. „Zij hebben mij weer te pakken. Een idee, dal ik eergisteravond kreeg en onmiddellijk noteerde, is verdwenen. En vannacht heb ik tot drie uur aan een nieuw, groot schema zitten werken — het grootste en best-doordachte, dat ik ooit ontwierp. Als de schavuiten dat in handen weten te krijgen, treed ik af."
JACK OAKIE EN SARI MARITZA slaan In een duister hoekje van het atelier het filmen
van hun collega's gade.
(Poto Parmmount)
Frances De«, de beroemde filmactrice, heeft de Paramount verlaten. Zij wil thans met geen enkele maatschappij een vast contract sluiten.
De filmacteur Ernest Torrence is op 54-jarlgen leeftijd te Hollywood overleden.
Marlene Dietrich en Joseph von Sternberg hebben weer een contract met de Paramount gesloten. Mariene zal dit seizoen twee films onder Sternbergt regie spelen.
■ -;■ tr? ,,Maar waarom schrijft u uw gedachici] eigenlijk op ?" yroeg Moore. ,,Dat moet ik wel; mijn geheugen is niet meer zoo goed als in vroeger jaren. Ik heb "s nachts meer dan één uitstekenden inval gehad, dien ik den volgenden morgen glad vergeten was. Heeft u het nooit meegemaakt, dat u een vreemden droom hadt en dat u later vergeefs uw hersens pijnigde om u te herinneren, hoe die ook weer was ?" En toen plotseling hartstochtelijk: „Mr. Moore, als u er niet in slaagt het mysterie op te lossen, word ik gek." Zonder verder eert woord, ging Lord Walmer het ambassadegebouw binnen en verdween in de bibliotheek, waarvan hij de deur achter zich sloot. Moore had nu alle draden in zijn hand, rqaar den knoop kon hij niet ontwarren: hoe legden Lord Walmers tegenstanders het aan in 't bezit te komen van de potloodnotitics betreffende zijn schema's? Den heelen verderen dag hield het probleem zijn doen en denken bezig tot den laten avond toe. Tenslotte verkleedde hij zich als Mephistopheles en maakte zich gereed ohi naar het gemaskerde bal in de opera te gaan. Toen hij' de trappen afliep klonken uit de bibliotheek de tonen van een viool. Lord Walmer zou daar niet vandaan komen vóór het krieken van den nieuwen dag. Tegen één uur in den nacht was Moore in het gebouw. Op dit uur was de feestvreugde ten top gestegen. Het was een; even ischhtefend als pittoresk schouwspel. Moore bleef er met geboeide óogen 'naar staan kijken. Een allciiicfsj herderinnetje, zóó weggeloopen van een schilderij van Watteau, passeerde hem. Op hetzelfde oogenblik dook een lange gestalte in een zwarten domino uit het bonte gewemel op en sprak haar aan. Het herderinnetje gaf een gilletje van plezier, toen opeens kwam er een koude, misnoegde glinstering in haar oogen. „Noem je dit twaalf uur ?" vroeg ze verwijtend. „Het is heusch mijn 'schuld niet," antwoordde de man in den domino. „Ik moet je in de drukte bepaald voorbijgcloopen zijn; want ik was hier op tijd." Moore stond sprakeloos. Hij herkende die stem ... De waarheid drong zoo plotseling tot hem door, dat het hem haast duizelig maakte, maar zijn verbijstering was gauw voorbij. Een paar minuten later was hij weer op weg naar de ambassade. Het plein er voor lag in doodsche verlatenheid en ook het gebouw zelf scheen uitgestorven. Toen hij de trappen opging, hoorde Moore boven zijn hoofd de wilde, fel-bewogen klanken van een viool. Een oogenblik hield hij stil — hij moest even zijn moed terug krijgen. Zijn onzekerheid duurde niet lang. Resoluut stapte Moore op de deur van de bibliotheek toe en opende die, ondanks het strenge verbod. De violist liep al spelende door het vertrek. Telkens onderbrak hij zijn spel een seconde — zoo, dat de onderbreking een natuurlijke pauze leek om dari even bliksemsnel een lade te openen of een vaas op te nemen. De Mephistopheles-figuur sloop de kamer in om ineens zijn hand — 24 -
.
op den schouder yah den vioolspeler te leggen. „U verspilt uw tijd, graaf Gleytrim," beet hij hem toe. „De potloodkrabbels, die u zoekt, zijn in de vioolkist verstopt." Een rauwe verwensching kwam over Gleytrims lippen. Hij wankelde terug met onverholen ontzetting-, toen hij den in het rood gekleeden duivel zag. Het was inderdaad een dramatische situatie, want Gleytrim dacht er geen moment aan dien duivelschen gezel te vereenzelvigen met Moore. AI spoedig wist hij weer iets van zijn gewone, cynische kalmte terug te krijgen. „Zelfs de duivel keert zich tegen mij," verklaarde hij met een wrangen lach. „Dat moet u niet zoo gauw zeggen," meende Moore. „De duivel is bijvoorbeeld van plan u veilig hier vandaan tè geleiden langs den weg dien u gekomen bent. Zoowel het doel van uw aanwezigheid hier als de wijze waarop u zich toegang in de ambassade hebt verschaft, zijn mij volkomen bekend. Maar u hoeft er niet meer op te rekenen, dat uw bemoeiingen succes zullen hebben. Lang voor koning Otto sterft, en u uw vroegere positie kunt herwinnen, zullen wij, dat wil zeggen Lord Walmer, de grenskwestie tot een goed einde hebben gebracht. U zult wel geen kans meer krijgen om aardigheden uit te halen met zijn aanteekeningen. Wees zoo goed den arm van den duivel te nemen. Als u de voorkeur geeft aan geweld, behoeft u het maar te zeggen." Maar Gleytrim had niets van dien aard in zijn zin. Misschien voor het eerst in zijn leven was hij zijn koele tegenwoordigheid van geest, zijn vermogen om de meest-onverwachte situatie te béheerschen, kwijt en zelfs een beetje geïntimideerd. Waar hij ook aan gedacht mocht hebben, niet aan een dergelijke ontmoeting — in het holst van den nacht — met den duivel! Want al mocht het dan een nagemaakte duivel zijn, hij was in ieder geval goed op de hoogte van Gleytrims intriges. De graaf liet zich gedwee^ leiden en Moore voerde hem naar de deur, die de twee gebouwen verbond. „Den sleutel hiervan heeft u in uw zak," zei de „Secret-Service"-man tergend-bedaard. „Al deze zware bouten eh grendels zijn netjes doorgezaagd en naderhand allerkundigst bijgewerkt met vuil en stof. Maar als ik u een raad mag geven, wanneer u nog eens zoo'n stout stukje zoudt willen uithalen, wees dan niet zoo scheutig met uw olie! Dergelijke dingen wekken achterdocht! Nu, ik zal de deur aan deze zijde sluiten en zoo vrij zijn den sleutel te behouden. Slaap wél." „Een vraag," gromde Gleytrim. „Wie bent u eigenlijk ?" „Op aarde is mijn naam Moore! Twee avonden terug ontmoette u mij al. Ik sliep toen met één oog open. En, zooals Lord Walmer al opmerkte, ik ben niet zoo'n ezel als u vermoedde. Nogmaals goedennacht." Moore sloot de verbindingsdeur af en keerde terug naar de bibliotheek. Hij rookte met een gevoel van voldoening de eene sigaret na de andere. Een
Het badcostuum verraadt het figuur Van den winter ging het nog, maar als het badseizoen begint, zal het badcostuum onbarmhartig het figuur verraden! — Wordt slank met Facil zonder het minste gevaar. Facil is verkrijgbaar in apotheken en drogisterijen è f 3.— per buis van 100 pastilles voor een vermageringskuur van 3 weken.
dozijn uitgedoofde peukjes lag reeds op het haardrooster, toen Lord Walmer om vijf uur thuiskwam. Zijn carnavalscostuum moest hij ongetwijfeld ergens anders hebben uitgetrokken, want hij was nu weer in gewoon avondtoilet. Hij scheen oververmoeid; zijn gezicht was grauw en vertrokken; zijn blik somber en donker. Hij schrok heftig toen Moore opstond om hem te begroeten en hij keek een oogenblik met geïrriteerde verbazing naar de groteske, figuur, voor hij moeilijk uitbracht: „Je hebt geen gelukkig tijdstip gekozen voor je grap. Wat moet dat beteekenen?" „Jk denk er geen moment aan een grap uit te halen, mylord," protesteerde Moore. „Deze kleeding heb ik min of meer ambtshalve moeten dragen. Ik heb den dief ontmaskerd en hij zal het wel niet meer in zijn hoofd halen, zich aan uw notities te vergrijpen. Wilt u zoo goed zijn even in de vioolkist te kijken ?" Walmer deed wat hem gevraagd werd en zijn oogen begonnen te schitteren toen hij eenige verloren gewaande memoranda te voorschijn haalde. „Mijn schema van vannacht," riep hij uit. „Vanmorgen kon ik mij met geen mogelijkheid meer herinneren, waar ik het had." „Onder een punt van het karpet," legde Moore uit. „Ik zag in den vooravond, toen ik hier langs kwam, terwijl de deur openstond en er niemand in de bibliotheek was, een hoekje van het papier naar buiten steken en stopte de notities onder in de vioolkist. De dief is hier vannacht een paar uur geweest, maar kwam natuurlijk niet op de gedachte, dat ze daar te vinden waren. Ik ben er in geslaagd hem op heeterdaad te belrappen." „En wie is de dief?" hijgde de ambassadeur. „Uw nobele vriend en buurman, graaf Gleytrim." Niet voordat Moore eenige minuten aanschouwelijk onderwijs had gegeven bij de verbindingsdeur, kon Walmer hem gelooven. Toen verzocht hij den schranderen speurder hem van a tot z te vertellen, hoe hij tot de ontdekking van den schuldige en van de juiste toedracht van het mysterie gekomen was. „Dan moet, ik in Londen beginnen," antwoordde Moore. „Daar zette de Premier mij uiteen, wat hier eigenlijk aan de hand was. Hij toonde een brief van
u. Daarin nam ik een typisch verschil waar tusschen het schrift van den brief en het postscriptum. Ik veronderstel, dat het onderschrift niet direct onder den brief werd geplaatst." „Neen," sprak Walmer, eenigszins voor zich heen en met afgewenden blik. „Dat werd het ook niet. Maar hoe kwam u op dat idee?" „Omdat het geschreven moest zijn óf na het diner óf na het gebruik van een dosis morfine. Heb ik ongelijk, vergeeft u het me dan, maar ik denk het laatste." Walmer kreeg een kleur van schaamte. „Ja, ik heb een tijdlang morfine gebruikt, dat is inderdaad zoo," bekende hij. „Ga verder." Moore vertelde daarop hoe hij Gleytrim dien eersten avond van zijn verblijf in Marenna, toen hij deed alsof hij sliep, had gadegeslagen en wat hij Walmer had zien doen en hooren zeggen onder den gezamenlijken invloed van muziek en morfine. „Ongetwijfeld is Gleytrim achter uw geheim gekomen," ging hij voort. „Hij ontdekte, dat u uw beste inspiraties kreeg wanneer u in een dergelijke trance verkeerde. Hij moet vaak hebben waargenomen, dat u wat opschreef en het verborg. Hij durfde zich natuurlijk nooit dadelijk meester maken van die notities, maar hij kon komen en gaan wanneer hij wilde, en wanneer u laat uitging, uw viool gebruiken, zoodat de menschen hier in de ambassade in den waan werden gebracht, dat u aan het spelen was, waardoor ze buiten de bibliotheek werden gehouden tot zijn nasporingen klaar waren. Gleytrim moet geweten 'hebben, dat u naar het bal in de opera zou gaan yannacht." „Ja, dat wist hij; ik amuseer mij dikwijls zoo en gargon. Een oude dwaas, hè?" voegde hij er mèt een; verlegen lachje aan toe. Toen: '„Laat .ik er bij vertellen, dat ik een achtertrap voor privé-gebruik heb en ongezien de ambassade kan verlaten. En fceker, enkele uren per nacht kon Gleytrim hier vioolspelen, terwijl iedereen dacht, dat ik het was. Op die maiiier moet ik ongetwijfeld misleid zijn. ü Maar wat een gelukkig toeval, dat je mijn stem herkende in de opera." „Dat was de sleutel Vän de situatie. Ik wist toen ineens, wie ik hier vioolspelend had achtergelaten. : Eigenlijk verdacht ik Gleytrim al van; begin af aan, maar ik had qiet gedach|t, dat het raadsel zóó gauw opgelost ïou zijn." Walmer glimlachte nadenkend. Toen sprak hij er over, op bedroefden toon, zich geheel uit het openbare leven terug te trekken. Iemand die geestelijke afwijkingen had — want hoe moest hij het anders noemen ? — als waaraan hij leed, was een gevaar voor zijn land en voor zichzelf. ; „Ik zou wachten tot; die grensregelingszaak haar beslag gekregen heeft, mylord," adviseerde Moore vriendelijk. „Uw succes zal niet lang meer op zich laten wachten nu de man aan den anderen kant van het schaakbord onschadelijk is gemaakt." Met welke voorspelling Moore gelijk had. - 25 -
NIEUWS UIT DE STUDIOS
B'
e Duitsche regisseur Wilhelm Dieter!e zal voor Warner Bros in Hollywood de film ,.Dressmaker" in scène zetten. Spencer Tracy zal in de film ,,The Power and the Glory" de mannelijke hoofdrol vervullen. De film,.Zwischen Nacht und Morgen" is door de Duitsche censuur verboden. Onder regie van Rudolf Klein-Rogge vervaardigt de Ufa een film getiteld: „Het losgeld". De opnamen voor de Foxfilm „Adorable", onder reSPENCER TRACY gie van Wilhelm Dieterle, zullen binnenkort een aanvang nemen. De hoofdrollen spelen Janet Gay nor, Henry Garat, Herbert Mundlin en C. Aubry Smith. De films „Westfront 1918" en „Die andere Seite" zijn thans door de Duitsche een-, suur verboden. In de toonfilm „Der Berg des Herzens" zal de bekende alpinist Franz Schmid de mannelijke hoofdrol vertolken. „Traum vom Rhein" is de titel van een nieuwe Robert GARY COOPER Neppach-film. Dr. Herbert Eulenberg schrijft het scenario. De Metro-Goldwyn-Mayer heeft Gary Cooper als partner van Greta Garbo geëngageerd. In Epinay wordt onder regie van Max de Vaucorbeil de film „Eenmaal in bet leven" opgenomen. Monta Bell is door Jesse L. Lasky door de Fox-film geëngageerd om de film „The worst women in Paris" te regisseeren. Het scenario voor deze film schreef Marion Dix. De Paramount zal in het komende seizoen een en zestig films vervaardigen. De Ufa-film „Jüngling im Feuerofen", waarvoor Heinz Steguweit het scenario schreef, zal om technische redenen niet vervaardigd worden. Betty Blythe, Francis Rich, Charles Crapewin, Marion Nixon, Norman Forster en HeaMARI0N N X0N ther Angel ver| vullen de hoofdrollen in de Fox-film „Husbands Cost Money".
-IJ.-.«,
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST :RDAM FIIM-E1SITHOUSIASTEN
M. H. ieOBDAM. Raquel Torres Is den Hen November ie Mexico Ciiy geboren. Haar ware naam is Raquel Oséerman. Zij is niet getrouwd. Haar meeste film» speelde zij voor de Metro-Goldwyn.Mayer. Felix Bressart werd den 2en Maart te Eydtkühnen geboren. Zijn ware naam is Felix Breslauer. Hij is getrouwd. De laatste maanden heeft hij niet gefilmd. Th. S. te LEERDAM. Wij antwoorden op dergelijke vragen steeds uitsluitend in deze rubriek; het is dus onnoodig een postzegel voor antwoord in te sluiten. Wendt U tot den heer C. J. Pieters, redacteur van „De derde Muze", Scheldestraat 133, Amsterdam.
yiftjMiAcA^tiy^ je pUeX
J)
ie jongelui tegenwoordig.... M'n vrouw zuchtte, nadat zij deze wijsheid niet voltooid had. Maar uit d'r zucht en d'r gezicht (beide heel sprekend) kon je, zonder een zucht- of gezichtskundige te zijn, lezen, dat die jongelui tegenwoordig niet heel veel soeps meer waren. In haar jeugd, was het heel anders. Een opmerking, die m'n nichtje er toe bracht, om in een vertrouwelijk momentje, d'r nood te klagen. Tante zegt, dat alles in haac jeugd zooveel beter was. Dat vond ik niet fair van d'r. Niemand kon dat meer controleeren. .. . 't is al zóó lang geleden! Maar ter zake. M'n vrouw klaagde en zuchtte en ik, ik vroeg: Wat is er gebeurd? Ik zat vanmiddag in de tram en ik hoorde twee jonge kerels praten. Ze hadden het over het trouwen. Ja zei de een, ik zou wel willen, maar ik zou 'n vrouw met een groote bruidschat moeten hebben. Anders kan ik er niet aan beginnen. Erger je je daarover, vrouw.? Die jongeman had gelijk. . . . Val me nou niet telkens in de rede Petrus Alsof ik 't meer dan eens gedaan had? Over dien man, zoo ging ze verder, heb ik me niet geërgerd. Wel over den ander. Weef je wat die zei? Ik zei niets, keek alleen maar vragend. Man, ik zou wel willen trouwen, onder één voorwaarde, dat ik wel een groote bruidschat krijg en géén meisje. Anders kom ik toch niet rond. Ik ben d'r niet de echtgenoot na om m'n vrouw gelijk te geven, alleen omdat ze m'n vrouw is. Maar dezen keer kon ik met d'r mee varen. Ja ik kon begrijpen, dat ze zich geërgerd had. Hoewel ik... . stiekum d'r om gelachen heb. Want au fond.... had die kerel 't niet bij het rechte eind? PPXRTTS PRTIXTPT AAR
•
J.-^
T, V. te HILVERSUM. Paul Muni maakte eerst naam in de film „Ik ben een vluchteling". In de door U bedoelde film heeft hij niet gespeeld. Hij is Amerikaan. Zijn adres is 5842 Sunset Blvd., Hollywood. M. H. te TILBURG. Elissa Landi en Madge Evans zijn geen van beiden verloofd of getrouwd. Het adres van E. L. is Fox Studios. 1401 Western Ave, Los Angelos. M. E. kunt U schrijven p.a. M.G.M. Studios, Culver-City, Californië. B. R. te GRONINGEN. Er bestaan foto's van het huis v^n Willy Fritsch ; deze werden reeds vroeger in „Het Weekblad" geplaatst. Willy heeft geen broers of zusters. Het staat nog niet vast in welke film hij na „Seizoen in Cairo" zal spelen. J. S. te ROTTERDAM. Het is nog niet bekend of Ramon Novarro een bezoek aan Rotterdam zal brengen. H. O. te 's-GRAVENHAGE. Dit is de ware naam van Fröhlich. Hij zal weer in een nieuwe film met zijn echtgenoote Gitta Alpar samenspelen. Van bedoelde film hebben wij nog geen foto's in „Het Weekblad" geplaatst. D. J. S. te EDE. Dank voor Uw vriendelijke kaart. Het doet ons plezier, dat U ons blad met zooveel belangstelling leest. J. v. d. H. te TILBURG. Renate Muller is niet verloofd of getrouwd. U kunt dit het beste aan Lien Deyers zelf vragen. Haar adres is Jagdschloss Stern, Neu Babelsberg bij Berlijn. U kunt haar in het Nederlandsch schrijven. Niet vergeten'een antwoordcoupon in te sluiten.
VERSTIJFD DOOR RHEUMATIEK Liet alle tanden trekken Maar de verbetering- kwam door iets anders We hebben juist mededeeling- g-ekregen van een zeer merkwaardig herstel van ernstige rheumatiek. Den emstigen toestand van dezen man en den stap, die ten slotte leidde tot zijn herstel, heeft hij in den volgenden brief beschreven: „Jarenlang leed ik aan rheumatiek. Ik had al mijn tanden laten trekken, maar ik merkte geen verbetering. Een jaar geleden werd ik voor 14 weken opgenomen, zoo goed als verstijfd. Toen ik thuis kwam, ging ik door met medicijnen nemen, maar ik begon toch weer achteruit te gaan. Een vriend van me liet mij Kruschen Salts probeeren en met vreugde kan ik nu constateeren, dat ik sinds dien tijd steeds vooruit ben gegaan." H. P. Geen middel kan blijvende verbetering brengen van rheumatiek, tenzij het drie verschillende werkingen verricht. Deze zijn: a. neutraliseering van het kwaadaardig urinezuur, dat de pijn veroorzaakt; b. verdrijving van het urinezuur uit het lichaam; c. voorkoming van verdere ophooping van urinezuur. De zes verschillende zouten in Kruschen nu verrichten alle drie genoemde functies. Twee der ingrediënten in Kruschen vormen het meest werkzame oplossingsmiddel van urinezuur, dat de medische wetenschap kent. Andere zouten in Kruschen hebben een aansporenden invloed op de afvoerorganen en helpen zoodoende om het opgeloste urinezuur langs den natuurlijken weg te verwijderen. Weer andere zouten voorkomen, dat voedselresten in de ingewanden zouden gisten en maken daardoor onmogelijk, dat er weer een teveel aan kwaadaardig urinezuur kan ontstaan. Dat is de oorzaak van de blijvende verbetering door „de kleine, dagelijksche dosis". Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten h f 0.90 en ƒ 1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per dag,
Een bloemlezing vaA den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tydschriften.
Kampeermet\
mol
HET DUISTERE PU1MT O. D. S. A gaf in „Amicitia" te 's-Gravcnhage haar eerste uitvoering in dit seizoen en koos hiervoor de bekende oude klucht „Het Duistere Punt". Ik was slechts in de gelegenheid het derde (laatste) bedrijf mede te maken en daar dit vrij kort en niet het sterkste van het stuk is, volsta ik met het maken van algetneene opmerkingen. De vertolkers zijn, hoewel vol enthousiasme, nog geen ervaren spelers en het is dus voor den regisseur geen gemakkelijke taak de opvoering te leiden. Er zijn veel kleinigheden, die men beter ziet, wanneer men zelf niet medespeelt, daarom zou het van den regisseur P. van Zwieteren verstandiger zijn geweest, zelf niet de rol van Baron von der Dühnen op zich te nemen. Vermoedelijk door zijn vele „Engelsche" rollen van den laatsten tijd, heeft hij vergeten dat hij thans een Duitscher moest uitbeelden. Want hoe goed zijn vertolking ook was, de sfeer, die hij schiep (ook mejuffrouw N. v. d. Hoeve als zijn vrouw) was Engelsch en niet Duitsch. Wel liet hij de overige vertolkers in de Duitsche sfeer leven. Deze tegenstrijdigheid viel dadelijk op. Van de overige spelers (voor zoover ik hen zag) viel de dictie van N. Ansems als de neger Dr. Woodleigh op. Een neger heeft ook zwarte handen! De uitspraak was duidelijk, de rolkennis haperde wel eens, de grime was goed op de slecht sluitende pruiken van Gebhard en Brinkmeyer na. Het tooneeltje zag er vriendelijk uit. HENRI A. VAN EIJSDEN Jr.
BOUILLONBLOmi
1
van de CormUebigr N/euwepr(/s2cf.
4i
Avyvnonsters met bridgebloc legen inzending van deze odVjs^vertentie o( op oonvraag met opgovevan het blad non; /"»A.J.ten Hope'j Handel Mootschoppii N.V. Rotterdam,
Urio/vivxxszA Toen onlangs in een huis in Kent (Engeland) werd ingebroken, kon de politie absoluut geen voetsporen vinden. — Men vermoedt thans, dat de inbreker pas geëngageerd was en op de wolken liep.
Hemel. Georjre, wat beteekent diê lange sigarett^npijp?" O dedolrterheeftgezegd,datik ver van alle sigaretten moet blijven." Answers
., . .. .Ja, zie je, mijn vrouw wil graag een beeld en een vijver in den tuin hebben, en nu probeeren we eerst eens, waar het 't beste uit zal komen. ^ Humorist
Wij lezen een bericht in de courant, dat een man van negen en zeventig jaar is gaan leeren saxophoon spelen. — Naar onze meening is het de beste leeftijd om dit instrument te gaan bespelen. Een geleerde beweert, dat het karakter van een man verklaard kan worden uit zijn duim. — D. w. z. dat het afhangt van de woorden, die hij bezigt als hij er met een hamer op slaat. Een gorilla in een der groote dierentuinen gebruikt bij het eten een vork en een mes en krijgt zijn voedsel opgediend op een groot bord. — Wat moet het beest wel denken van de toeschouwers, die voor de tralies pinda's en chocolaatjes staan te eten uit papieren zakjes?!
„Kwam je petroleum te kort?" „Kunt U dit bed niet met zijn tweeën gebruiken, beeren?" , , , , ■ i„Dat is goed! Gerard, neem JIJ dan de bovenste kooi! #/IJ» riiimnnst
'*-^-*
c
■ * /if
OtJ
Dezer dagen legde een meisje bij het hardloopen een afstand van twintig Engelsche mijlen af. — Toen gaf de man het op en kocht een speldje voor't liefdadige doell Op een plattelandsfeest, dat de volgende week wordt gegeven, zal ook een wedstrijd voor het adem-inhouden worden georganiseerd. — Eenige gehuwde mannen in de naburige dorpen animeeren hun vrouwen voortdurend, aan den wedstrijd deel te nemen. „Hoe komt 't toch," vraagt een criticus, dat sommige Nederlandsche schrijvers veel meer populair zijn in 't buitenland dan in ons eigen land? — Wij kunnen alleen veronderstellen, dat het komt doordat hun boeken nog niet zijn vertaald in de talen van die landen.
Een goed idee voor broekenperslooze menschen ... mits niet te krachtdadig toegepast. TVie Passing Show — 27 -
Eigenaar van den grasmaaier (moedig): „Ik zal hem mijn eigen ^'en^uee/e/"ener; „Geluk heb je I Ik ken je ouden heer." The Humorist
.
"
>
,
■
'
,
.
•;-
-
.
.■ as
tr^t^ïWimfroJ Na de confercnüe met den uuilen heer Page, reed Carshaw naar Scotland Yard, waar hij direct werd toegelaten bij mr. Marshall. Geen half uur later stond, hetgeen Winifred van haar droom verteld had, in het aanteekenboek van den commissaris. „Ik heb u wel gezegd, dat we ontdekking-en zouden doen!" verklaarde Mr. Marshall voldaan. En met een plagend lachje voegde hij er bij: „'t Was geweldig toevallig, dat u haar ontmoette!'' 's Avonds tegen zevenen was Sir Reginald al weer terug in Henry street. Winifred had wel niets beloofd, maar hij was er toch vast van overtuigd, dat ze wel op de een of andere manier zou zorgen hem te ontmoeten. Hij wachtte geduldig, maar wie verscheen, Winifred niet. Het huis op No. 7 lag geheel in het donker. Twee uren gingen voorbij en het wachten was allesbehalve een pretje, want er viel een druilerige motregen. Maar Sir Reginald gaf den moed niet op. Opeens — 't was over negenen—schoot hem ' een verschrikkelijke gedachte door het hoofd. De woorden; „Ze moet het land uit", kwamen met een schok in zijn herinnering terug. Hij had nu geen rust meer en besloot aan te bellen, vertrouwend op zijn tegenwoordigheid van geest om een excuus te verzinnen als er opengedaan werd. Maar of hij al belde — er kwam niemand. Het huis was verlaten — Winifred was weg! XII. HOTEL „DE GOUDEN ENGEL"
WILLY FRITSCH
Toen Sir Reginald Carshaw na zijn verbijsterende ontdekking in een taxi wegreed, zag hij bij het licht van een straatlantaarn het gezicht van Fowle weer. En over dat gezicht trok een boosaardig en triomfantelijk lachje, toen zijn oogen die van den jongeman in de taxi, die uit het portierraampje leunde, ontmoetten. Alleen dat lachje van Fowle was al genoeg om Sir Reginald er van te overtuigen, dat het jonge meisje, waarvan zijn geest langzamerhand geheel vervuld was, niet meer op deze plaats zou terugkeeren. Fowle had een anderen man bij zich, een forschen, gespierden, branie-achtigen kerel met een breedgeranden slappen hoed op. Die man was Ralph Voles' lijftrawant en vertrouwde, in Westelijker streken van de wereld bekend als Wolf Greyfoot. Hij was Ralph Voles' metgezel in de boot geweest, toen Lord Ronald Tower van het Parlementsterras in de rivier werd getrokken. Fowle was met Greyfoot in contact gekomen bij zijn veelvuldige omzwervingen in de buurt van Henry street 7, waarheen Greyfoot dikwijls boodschappen van Voles voor miss Craik bracht, en de beide nobele sinjeurs bleken al spoedig wonderwel met elkaar te kunnen opschieten. De wandeling van Sir Reginald met Winifred, door Fowle bespied, werd prompt
(FOTO UPA)
IN „SEIZOEN IN CAIRO". —^^^^—^^^M—HHI^^^M
'
aau Greyfoot gerapporteerd en dit hud zeer waarschijnlijk het vertrek van de bewoners van Henry street 7 verhaast. In elk geval Winifred was weg. Dat bleek duidelijk genoeg uit Fowles gemeenen laph. „Opschieten!" riep Sir Reginald den chauffeur toe. In Scotland /ard werd hij direct bij mr. Marshall toegelaten en hij stoof de kamer van den commissaris binnen met de opgewonden mededeeling: „Miss Barlett is ontvoerd! Ik weet het zeker." „Gaat u zitten," verzocht Mr. Marshall met een kalmen glimlach. „Ik ben er ook zeker van." „O, wist u het al?" "Ja„Hoe dan?" „Mijn wetenschap heb ik aan u te danken, want van het oogenblik af, dat u me van miss Barletts droom vertelde en van die woorden „ze moet het land uit", heb ik haar en haar zoogenaamde tante goed in de gaten laten houden." „Dus u weet, waar ze nu zijn?" „Niet precies. Ze hebben den trein naar Liverpool gpnomen. Binnen, een uur hoop ik te weten, waar ze zijn heengegaan." „Maar ze zijn van plan het land te verlaten — Amerika zal het doel wel zijn, veronderstel ik. Had u ze niet kunnen tegenhouden?" „Neen. Ze zijn vrij in hun bewegingen, totdat ik hun iets ten laste kan leggen. Maar ze worden gevolgd; we verliezen ze niet uit het oog. Het gevaar, dat ze naar
Amerika zullen vertrekken, is voorloopt niet heel groot; ik bedoel de eerstvolgende dagen, want er vertrekt geen enkele mailboot " „Ze zouden met een ander schip kunnen gaan." „Mogelijk. Ik zie, dat uw ongerustheid zelfs nog grooter is dan de mijne," lachte mr. Marshall. „Maar zooals ik het zie, hebben ze geen enkele reden om zoo'n haast te maken. De drijfveer om af te reizen een paar dagen vóór de boot vertrekt, is waarschijnlijk alleen hun idee, dat ze in Londen niet meer veilig zijn en tot dat gevoel zal uw wandeling met miss Winifred wel sterk hebben bijgedragen. Zij schijnen er ernstige bezwaren tegen te hebben, dat het jonge meisje op dit oogenblik vrienden maakt. Ik durf wedden, dat u nog twee dagen voor u hebt, om, als u dat wilt, miss Barlett te redden van de ballingschap, die haar boven het hoofd hangt." „Ik? Redden? Wat bedoelt u?" „Ik heb u zooeven al gezegd," antwoordde mr. Marshall en keek afwisselend naar de nagels en de palm van zijn hand, „ik heb u zooeven al gezegd, dat de politie momenteel over geen enkel gejdig motief beschikt om miss Craik tegen te houden. Maar als een particulier persoon miss Barlett zou kunnen overhalen, zich er tegen te verzetten, dat ze op een dergelijke manier uit haar vaderland wordt weggevoerd, of zelfs als die persoon haar er toe kon krijgen van haar zoogenaamde tante weg te loopen — dan zou dat iets heel anders zijn."
■T i i f DIANA WYNYARD drinkt een kopje thee mét Ruth'en Edgar Seiwyn in de Metro-Goldwyn-Mayer-studio.
-'
'
■
„Hemel, ja, daar zit wat in," riep Reginald verrast. „In dezen tijd van auto's en ontvoeringen per auto.." hernam mr. Marshall bedachtzaam en nog steeds zijn handpalm bestudeerend. „Daar zegt u zoo wat!" Sir Reginald sprong enthousiast van zijn stoel op. „Wat er ook van komt. Ik ga er achter aan. Maar hoe weet ik waar " „Ik hoop u binnen een uur te kunnen melden, waar het jonge meisje precies is." „Ik ben van plan een spelletje te spelen, waar miss Craik en haar kornuiten verstomd van zullen staanl Tot weerziens; u weet waar ik ben, wanneer u bericht voor me hebt." „Maar wees voorzichtig. Sir Reginald! Er is een kwaadaardig heerschap in de geschiedenis betrokken — op het oogenblik noemt hij zich Voles en die zal wel in gezelschap of in de onmiddellijke nabijheid van miss Craik en miss Barlett zijn. U kunt hem makkelijk herkennen. Het is een reus met een verweerd, bruin-gebrand gezicht, een type uit het oerwoud. Hij heeft meestal een kerel bij zich, die er net zoo uitziet, maar gespierder en kleiner. Hij is mij bekend als Greyfoot, ofschoon hij natuurlijk evenals Voles anders heet. Voor die twee moet u werkelijk oppassen. Ik vermoed, dat ze er geen bezwaar tegen zullen hebben een beetje hardhandig op te treden, als dat in hun kraam te pas komt." „Dank u voor de waarschuwing, mr. Marshall. Maar ik kan ook hardhandig optreden, wanneer het noodig is. Denkt u maar eens aan onze kennismaking op het politiebureau! Adieu! Ik hoor graag straks wat van u "
je hoofdstraat, waar wekelijks markt wordt gehouden, wekt den indruk door plaatselijke slaperigheid te zijn aangetast. Naast „De Gouden Engel" ligt „Het Zwijnshoofd". In laatstgenoemde, al evenmin een mondaine gelegenheid, hadden Voles en zijn adjudant onderdak gevonden; Winifred en miss Craik logeerden in „De Gouden Engel". Sir Reginald richtte zijn schreden eveneens daarheen. Hij zat in de eetzaal op de eerste verdieping, die uitzag op de Marktstraat, en vouwde zijn krant open. Hij was de eenige gast en luisterde gespannen of er ook voetstappen naderden. Bij informatie was hem bevestigd, dat Winifred en „de tante" inderdaad hier vertoefden. Geruimen tijd deelde niemand dan een jeugdige Duitsche kellner Sir Reginalds eenzaamheid, tot tegen twaalven Rachel Craik met een wollen sjaal om den hals en Winifred met een nieuwe witte japon aan, binnenkwamen. Winifred schrok en sloeg haar oogen neer, toen ze zag, wie daar zat. Carshaw echter, scheen haar niet op te merken en hield zijn blik over de krant heen gevestigd op miss Craik. Hij was benieuwd of ze hem zou herkehnen, want hij veronderstelde, dat ze hem in gezelschap van Winifred had gezien. Ze nam schijnbaar echter nauwelijks notitie van zijn aanwezigheid. Het meisje en de andere vrouw zochten op eenigen afstand van hem — het was een ruim vertrek — een plaatsje bij het raam, keken naar buiten en zeiden af en toe met zachte stem een enkel woord. Toen hun lunch werd binnengebracht, gingen zij aan de groote eettafel, midden in de zaal, zitten. Sir Reginald hield zich intusschen schuil achter zijn krant, behalve wanneer hij zoo nu en dan even een steelschen blik op Winifreds gebogen hoofdje wierp. Hij hoopte maar, dat Rachel het meisje een oogenblikje alleen zou laten — al was het maar een minuut — want hij had een briefje klaar, om Winifred snel in de hand te duwen. Het bevatte het verzoek, hem dien avond om zeven uur in het laantje achter het kerkhof te ontmoeten, om een zaak van groot belang te bespreken. Maar de fortuin was tegen hem. . Na de lunch zette miss Craik zich weer bij het raam, nam een breiwerk op, en begon in het tempo van een langzame machine te breien. De kwartieren, halve uren regen zich traag aaneen. Ten slotte belde Sir Reginald om zijn eigen late lunch. De Duitsche kellner kwam met het bestelde en de jongeman stond op om naar de eettafel te gaan. Maar het opstaan scheen te werken
Sir Reginald Carshaw ging naar zijn club om wat te eten — want zijn diner was er bij in geschoten — en hij was juist klaar toen hem een briefje van den Commissaris werd gebracht. Er stonden maar enkele woorden op het stukje papier: „Hotel „De Gouden Engel", Paxton bij Liverpool". Een blik op de lijst der mail-afvaarten had Carshaw doen zien, dat hem vermoedelijk niet heel veel tijd meer restte voor zijn zware taak: ten eerste om Winifred over te halen en ten tweede om haar redding te bewerkstelligen. In geen geval kon hij een nacht verliezen. Hij nam den nachttrein van Euston, sliep den volgenden morgen enkele uren in het North Western Hotel en om tien uur reeds zat 'hij achter het stuur van 'n gehuurden auto, op weg naar Paxton. Paxton is een slaperig stadje van vierduizend inwoners; ook het Hotel „De Gouden Engel", gelegen aan 't steile stuk-
MJN
^
>
J..
E) göcnc^ als een prikkel tot actie. Hij had weinig tijd meer te verliezen en het zenuwtergende wachten had zijn ongeduld tot een soort wanhoopstemming van „nu of nooit" opgezweept. Hij stapte regelrecht op Winifred af, boog en reikte het meisje zijn krant toe. „U hebt misschien het ochtendblad nog niet gelezen?" vroeg hij beleefd. Hij had, ten einde raad, een krijgslist bedacht om, onder dekking van de krant haar 't briefje in handen te spelen. Miss Craik zat misschien twee meter van hem verwijderd, half van Winifred afgewend, maar bij dit gracieuze aanbod van een ochtendblad, ver in den middag, keek ze om en zag, dat toen Winifred de krant aannam, ze ook een dichtgevouwen papiertje, dat er op lag, probeerde te grijpen. Maar haar poging faalde; het briefje ontsnapte aan haar greep, viel in haar schoot en bleef daar, onheilspellend goed zichtbaar voor miss Craik liggen. „Tante" trok de wenkbrauwen even op, maar ze ging door met breien. Winifreds gezicht werd pijnlijk rood en toen bleek. Sir Reginald verloor niet dikwijls zijn tegenwoordigheid van geest, maar nu stond hij toch een moment beduusd. Miss Rachel Craik echter redde hem uit deze hachelijke situatie, door te zeggen: „Mijnheer hier heeft iets laten vallen — op je schoot, Winifred," waarop Winifred haastig het stukje papier aan den jongen baronet teruggaf. Sir Reginald wist niet, wat hij nu moest aanvangen. Als hij Winifred per post schreef, zou de brief spoedig genoeg bezorgd worden, maar aan deze wijze van een afspraak maken was te veel risico verbonden. Hij begon te eten, zijn hersens pijnigend om een oplossing te vinden. De tijd begon angstig kort te worden. Zijn oog viel op den Duitschen halfwaskellner en hij kreeg plotseling een inspiratie. Hij sprak vloeiend Duitsch en aannemend, dat Miss Craik waarschijnlijk geen woord van die taal verstond, zei hij op een doodnuchteren, normalen toon, die onmogelijk argwaan kon wekken, tegen den jongen: „Je, hebt zeker wel graag Engelsch geld, hè?" K „Ja, mein Herr," was het begrijpelijke antwoord. „Dan krijg je een pond van me." „Dat is erg vriendelijk van u, mein Herr. Danke schön." (Wordt vervolgd).
W'r/M7/::-yM
PEPA ^ .,.'•-■.:.(,'-,,„'•,.. ■,...'•■■,
,
Snel, snel, snel - is het parool van dezen tijd. Als U loopt, om Uw doel te bereiken, zullen anderen een taxi nemen.
GENOOTSCHAP VOOR RECLAME
Zoo ook in zaken. Zonder reclame zult U op den duur misschien wel eenigen omzet krijgen. Mèt reclame, goede reclame, stevent U recht op Uw doel af, snel en veilig.
■
EEN LIEDENE.
Woorden Nooy oracn vaji vap Annie Ann.e de Hoog Hoog-INooy
Ik
^ Muz,ek van Henri c
hoor-de eens een lie - de - ke zin-gen, kind - je ge - DO bo - ren m in iviei, Mei, -gen, vatTeen vaneen «inu k zag hoe hij van knaap een man werd. Hoe gauw hij zijn moe-der ver-liet,
* ï *
l
ï
mm f
f
-&
■v
T-ö^
praaa
En iK ik zag er in mijn geen Hoe ja-ren ze niets van hem
m
f^*
van
é^ f^f
\f
2e maal
|^7-r J-i j i j ^^^^^^^^^^^^ dachten hoorde....
Een jong, blo-zend moe-der-ke bij. Hoe oud ze werd door haar verdriet,
s
P^Ê f
2é maal
Ik zag er het knaap-je al grooter, 'k Zag ein-de-lijk huiswaarts hem keeren.
^^ffl
f—f
g3
Die graag, als geen vriendjes het za-gen Maar moe-der nam hem in haar armen!
^^
;
s
rÄ^ -eh
#.-#
^
I
5s;
-•T
7
r^r 5^-
hoofd;aan haerschouderke lei. Zijn hoofd Toen weenden ze bei-den heel
ö En
zacht... Ik hoorde eens een
± r mm
r r^f^
lie-de-ke zingen.Van een kindje, geboren in Mei
ëü
Ö? r—r f
i=l=t
^##
blij acht.
f
Een schooljongen dartel en Door al - len verla-ten, ver-
'
^^
Dat kinddat eerst laat ging begrijpen,
ï*^
EIE
T-#
?
#
Wat dat woordje „Moederke" zei.
r 1 ttr »
MAISON ODIO I
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS
sngaarsche iter j
E BARSONYl (Foto UU)
Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd m 1690
Specialiteit
voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE \
l'njs pil kuarliuil (. I.T)
,1 i ii Adm. (inlaev/ater 22, Leiden. Tel. 76'i I'ostrekeninu 4UUM).
!>
•
*