Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.25014
File ID Filename Version
uvapub:25014 Andere bevolkingsgroepen unknown
SOURCE (OR PART OF THE FOLLOWING SOURCE): Type PhD thesis Title Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur Author(s) M.H.G. van Kempen Faculty FGw Year 2002
FULL BIBLIOGRAPHIC DETAILS: http://hdl.handle.net/11245/1.209005
Copyright It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content licence (like Creative Commons). UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) (pagedate: 2014-11-16)
ANDERE BEVOLKINGSGROEPEN
ORALE LITERATUUR: Chinezen
De Nederlandse cultuur heeft sterke sporen achtergelaten in de Surinaamse samenleving en al wordt dit misschien nooit zo bewust ervaren, ook allerlei elementen van de Nederlandse orale traditie zijn in het Surinaamse cultuurgoed binnengeslopen. We zagen al bij de creoolse vertellers hoe westerse verhaalmotieven de creoolse tori binnen zijn geslipt. Hoogstwaarschijnlijk is dit nauwelijks gebeurd langs de weg van orale overlevering van Nederlandse kolonisten, maar vooral bewerkstelligd door de boekenimport vanuit Nederland, en in de 20ste eeuw ook door radio en televisie. De belangrijkste rol in dit proces is weggelegd geweest voor het onderwijs, dat nog tot ver in de 20ste eeuw op Nederlandse leest geschoeid was en dat voor een constante toestroom van West-Europese verhalen en Nederlandse kinderliedjes zorgde. Het taalcontact heeft gemaakt dat Nederlandse spreekwoorden, vooral voor de creoolse groep, even vertrouwd waren als de eigen odo's. Weinig Surinamers - zelfs niet eens de boeroes (nakomelingen van 19de-eeuwse immigranten-boeren) - zullen dit van oorsprong Nederlandse cultuurgoed Surinaams noemen of als Surinaams waarderen, maar dat doet weinig af aan zijn reële aanwezigheid. Al in 1822 werd geregistreerd dat er in Paramaribo een Chinees overleed, maar de immigratie vanuit China kwam eerst vanaf 1853 goed op gang.784 Chinezen van de eerste generatie hielden in huiselijke kring hun kinderen nog wel verhalen voor over het leven in China (de districten Dongguan, Huiyang en Bao'an), om langs deze weg ook een aantal normen en waarden door te geven. Zij verhaalden uiteraard ook over de herkomst van bepaalde Chinese feesten die ook in Suriname levend bleven. Anders dan in kolonies als Mauritius, Jamaica en Trinidad, bleef de Chinese taal in Suriname bewaard. Deze taal is een Kejia-dialect uit de oostelijke Parelrivier-delta, dat echter in de loop der tijd lexicaal, maar ook syntactisch en fonologisch is gaan afwijken van het voorouderlijke Kejia in China, en dat tot op zekere hoogte een vorm van Surinaamse creolisering heeft doorgemaakt.785 Aan de openbare feestelijkheden in Suriname heeft de chinese bevolkingsgroep bijgedragen met spectaculaire dansoptochten met mythische dieren als de draak en het fabeldier Ki-ling, een eenhoorn die is samengesteld uit verschillende andere dieren: het lijf van een hert, de hoeven van een paard en de staart van een os.786 De dans van de eenhoorn wordt uitgevoerd bij bijzondere plechtigheden om de zegen van de goden af te smeken in de vorm van voorspoed en een rijke kinderschare. De draak, die de natuurkrachten zon en regen symboliseert en daarmede een ode aan de levenskracht is, wordt begeleid door muziek waarop met speciale danspassen de bewegingen van het monster worden gesimuleerd. De draak trekt elk jaar op 10 oktober door de straten van Paramaribo, op Wu Shang-dag ter herdenking van de verdrijving van de laatste keizerdynastie in China en de uitroeping van de republiek. Over beide dieren worden verhalen uit de Confuciaanse mythologie verteld.787 Liederen en verhalen uit de chinese bevolkingsgroep zijn nooit vastgelegd en het is
784
William Man A Hing 1998 bracht het jaartal 1822 naar boven; Vrij 1999 diepte het uit. Look Lai 1998 schrijft over de Chinezen in het Caraïbisch gebied. Aükum-Houwink 1974 over Chinezen in Suriname. Govert Zijlmans en Hugo Enser bereiden een boek over de Surinaamse Chinezen voor. 785 786 787
Tjon Sie Fat ter perse. Tjon Sie Fat 1993: 29 spreekt van 'Surinaams Foeitoeng'on-Hakka'. Couling 1991: 95. Mededeling van William Man A Hing. Zie ook De geschiedenis van Dubbel Tien (1987).
327
EEN GESCHIEDENIS VAN DE SURINAAMSE LITERATUUR
onduidelijk in welke mate die nog een vitaal leven leiden en of ze ook Surinaamse elementen in zich hebben opgenomen. Wel bekend is dat het pyaw-spel, een hazardspel dat grote populariteit genoot en dat lang verboden is geweest omdat sommigen er hele fortuinen mee doorjaagden, een liedje heeft opgeleverd in een mengeling van Chinees en Sranan (een taal die door de meeste chinezen - vaak handelslui - wel gesproken werd). Het is een voorbeeld van twintigste-eeuwse orale liedkunst: Piauw piauw piauw E go mek' mi law Mi tap' en dya, a boro dya Na piauw piauw piauw
Piauw piauw piauw Gaat me gekmaken Hij ontglipt me overal Het is piauw piauw piauw
Omu sneisi fu Maagdenstrati A boro mi Omu sneisi fu Klipsteenstrati A boro mi Wan kombinasie fu seibi ai A boro mi No wan feif'ai, no wan seib'ai A boro mi
Ome chinees van de Maagdenstraat Hij ontglipt me Ome chinees van de Klipstenenstraat Hij ontglipt me Een combinatie van zeven ogen Het ontglipt me Geen vijf ogen, geen zeven ogen Hij ontglipt me788
Over het ontstaan van het deuntje valt weinig te zeggen, maar duidelijk is wel dat 'gekmaken' verschillende kanten van het spel kon bezingen: de armen konden voor slechts twintig centen een fortuin verdienen, het verlies kon krankzinnig hoog oplopen en de vervolging door politieambtenaren was gekmakend fanatiek. De libanezen kwamen vanaf ongeveer 1900 in kleine groepjes naar Suriname, voornamelijk vanuit het maronietische dorp Bazhoun nabij Tripolis-El Mina. In Paramaribo waar zij in de textielhandel zaken deden, onderscheidden zij zich naar taal, cultuur en gewoonten duidelijk van de andere groepen, maar na de eerste generatie was er van een manifest onderscheid al nauwelijks sprake meer.789 De overzee geborenen spraken Arabisch, maar van hen die in Suriname geboren werden leerde niemand Arabisch lezen en schrijven. De identificatie met de (half)blanke handels- en ambtenarenelite deed de oriëntatie op het land van herkomst in de loop van de 20ste eeuw geheel verdwijnen. In 1948 maakte radiozender AVROS een uitzending van Syrische (Arabische) liederen, gezongen door Anthouny Alajos uit Brits-Guyana, en door J. Nassief in het Arabisch ingeleid.790 Op een culturele afscheidsavond voor gouverneur Currie in 1964 presenteerden de libanezen nog een dans, de Hazy Hazy791, maar andere culturele libanese optredens van na dat jaar zijn niet bekend. Albert Helman vermeldde in 1978 in het Cultureel mozaïek van Surina-
788
De tekst is voor deze geschiedenis genoteerd door Frits Ronald Arlaud en Hugo Enser; Nederlandse vertaling van mij MvK. Over het pyaw-spe\: Man A Hing 2001. 789 De Bruijne 1976: 144. Informatie gebaseerd op zijn hoofdstuk 'De Libanezen: een stedelijke handelsminderheid' (pp. 143180); ook verschenen als De Bruijne 1974. 790
HN 1378/14-2-1948. 791 D W T 2154/26-9-1964 met foto.
328
ORALE LITERATUUR: Libanezen/Joden
me dat ouderen in de libanese familiekring vaak putten uit de schat aan Arabische vertellingen en met leerrijke parabels de opvoeding van hun kinderen kracht bijzetten.792 Informatie ingewonnen bij libanese families in 1996 leerde dat ook dat gebruik verdwenen is.
Over de joodse ritus en gebruiken in Suriname is informatie vastgelegd, een aardig aantal historische anekdotes is overgeleverd, er zijn bijnamen bekend en ook is er gewezen op de invloed van joodse gebruiken op de creoolse levenswijze.793 De joden, die in de 17de en 18de eeuw naar Suriname kwamen, leefden al eeuwen gescheiden van de bronnen van de joodse cultuur.794 Zij hadden hun orthodoxe ritus en mentaliteit bewaard, een vasthouden aan de traditie die het behoud van de eigen groep hun opdrong. Er bestaan wel enkele Surinaams-joodse uitdrukkingen, dat wil zeggen: zegswijzen in het Sranan waarin sprake is van joodse begrippen. Zo betekent 'Mi go leisi haftara' (Ik ga de haftara lezen) dat iemand een plas gaat doen. De zegswijze alludeert op de joodse ritus: tijdens de Toralezing mocht de synagoge niet verlaten worden, aleer de haftara, de voorlezing uit de profeten, was begonnen.795 Bronnen. J.A. Samson 1989 deed zijn best in een lezing iets over de joodse orale traditie te melden, maar vertelt alleen over joodse gebruiken en vermeldt enkele zegswijzen. Spreuken en gezegden genoteerd door Ph.A. Samson bevinden zich in de Collectie Bruijning van de Bibliotheca Rosenthaliana.796
792
Helman 1978: 107.
793
Samson 1989: 188.
794
Samson 1989: 187. Vgl. ook 'Israel in isolement' in Meijer 1957: 7-20. Voorbeeld ontleend aan Samson 1989: 188. Kruijer-Poesiat 2001: nr. 54.
795 796
329