zondag 13 maart 2016 in het Kruispunt
lezing oude testament (lector) Jesaja 58, 1-10 lied
Liedboek 537, 1. 2. Zo spreekt de Heer die ons...
lezing nieuwe testament (lector) lied
Lukas 20, 9-19
Liedboek 537, 3. 4.
uitleg en verkondiging
Gemeente, lieve mensen van onze Heer, Iemand plantte een wijngaard en verpachtte die aan wijnbouwers en ging geruime tijd naar het buitenland. Zo hebt u het net gehoord. Je zou bij deze woorden een soortgelijke tekst in gedachten mee kunnen horen klinken: God legde een tuin aan in Eden, in het oosten, en plaatste daarin de mens die hij had gemaakt, om die te bewerken en er over te waken. Misschien is het zelfs wel de bedoeling van Lukas dat wij deze woorden mee horen klinken. Degene die de wijngaard heeft aangelegd, verpacht die en trekt zich terug.
De schepper van de mensenwereld maakt de tuin en draagt die over aan de mensen en trekt zich ook terug. De mensen zijn nu verantwoordelijk. De mens is verantwoordelijk en God is afwezig, of althans verborgen. Ver weg. Als Jezus deze gelijkenis vertelt zegt hij daarmee ook iets over God. En dat is anders dan veel mensen in de loop van de geschiedenis later over God zeiden. Want wat hebben machtige mensen niet allemaal tot de almachtige God herleid? Overwinningen in oorlogen, voordelen van het lot, ordinaire meevallers, van alles hebben mensen verklaard als aan goddelijk ingrijpen te danken, politici en ook theologen. Als het om een nederlaag ging, was men er wat voorzichtiger mee. God gaf vooral overwinningen, lijkt het. Maar Jezus zegt: de heer van de wijngaard is naar het buitenland. Hij heeft geen invloed. Het zijn de mensen die de dienst uitmaken. En de mensen zijn verantwoordelijk. Hoe gaan de mensen om met hun verantwoordelijkheid? Wat doen de pachters met de wijngaard die aan hen is toevertrouwd? Zij gaan tekeer alsof zij de eigenaren zijn. Alsof zij de baas van de wijngaard zijn. Alsof zij de heersers over de aarde zijn. Alsof ze aan niets en niemand rekenschap hoeven af te leggen van wat zij doen. De eigenaar is naar het buitenland, zeggen ze. Wij merken niets van hem, dus we doen alsof hij er niet is.
En wat er gebeurt, is brutaliteit, vernieling, geweld. De mens is brutal. Homo homini lupus, zeiden de Romeinen. De mens is voor de mens een wolf. U hoeft het nieuws van afgelopen week maar aan uw ogen voorbij laten trekken. De eigenaar is afwezig, maar hij stuurt boodschappers. De een na de ander. Elke boodschapper herinnert de pachters er aan van wie de wijngaard is, en wat hun verantwoordelijkheid is. Maar de boodschappers worden weggejaagd, toegetakeld, vermoord. Alles wat de pachters er aan herinnert dat de wijngaard niet van hen is moet uitgeschakeld, hun illusie moet in stand gehouden worden, ten koste van alles. En dat gebeurt ook met de laatste boodschapper, die gestuurd wordt, de zoon van de eigenaar. Dat is gek, dat dat zo gaat. De pachters bemachtigen zich van steeds meer, kunnen alleen maar nemen. En de eigenaar schijnt niets anders te kunnen doen dan op alles alleen maar te reageren met meer te géven. Iets anders schijnt hij niet te kunnen. Hoe kwetsbaarder de eigenaar zich opstelt, hoe brutaler de pachters te werk gaan. De wijngaard is in de bijbel meestal, en ook hier, een beeld voor het volk van God, voor Israel.
Maar een wijngaard is ook, als we het beeld verder trekken, een beeld voor het land, het leven, het bestaan van de mensen. De mensen zijn afhankelijk van God, God komt kijken naar oogst. Mensen die de schepping bebouwen en bewaren. Maar in deze gelijkenis willen de pachters de afhankelijkheid tot een einde brengen, zij willen zelf de erfgenamen zijn. Ze willen dat waar zij mee bezig zijn van hen is, en die lastige stroom van boodschappers ophoudt, die hen er aan herinnert dat het niet van hen is. Terwijl de opdracht voor de pachters niets anders is dan rechtvaardig te zijn, doen wat afgesproken is, de geboden te doen. In deze gelijkenis spreekt Jezus over zijn eigen lot. Hij, de zoon van de eigenaar, zal door mensen de dood vinden, omdat mensen de baas willen zijn. Omdat mensen, die wolven zijn, alleen maar weten te veroveren. En omdat God, de eigenaar van dat alles, blijkbaar niets anders kan dan alleen maar meer van zichzelf te géven. Maar Jezus plaatst hiermee ook zijn lotgevallen in een lange rij van getuigen, die het vergaan is zoals het hem zal vergaan. Profeten die terwille van recht en vrede hun stem hebben laten horen, en zo de mensen herinnerden dat de aarde niet van hen was maar zij alleen rentmeesters waren. Door religieuze leiders, koningen en priesters uitgelachen en vervolgd.
En ik denk dat je kan zeggen dat die stroom van getuigen, van boodschappers, ook daarna niet is gestopt. Mensen, boodschappers, martelaren, die duidelijk kwamen maken dat de aarde niet van de mensen is, maar dat, waar en hoe wij leven, van God is. Ieder van u weet vast wel een paar namen die je lief zijn geworden. Mensen die aan God doen denken, die in het aardse wolvenbestaan God in herinnering roepen aan wie de mens verantwoordelijk is. Mijn eerste naam is Bonhoeffer. U hebt misschien andere namen. In die rij van namen, die rij van boodschappers, is Jezus de hoeksteen, de beslissende steen die bovenin werd geplaatst, en die zorgt dat de rest van de stenen niet uit elkaar valt. De bezieling komt van hem. De bezieling voor betrokken te zijn op de eigenaar van de wijngaard. Als de wijngaard de wereld is, dan kun je twijfelen of het wat wordt. Twijfelen of het wel de goede kant op gaat. God is afwezig, ver weg. Zo ervaren veel mensen dat. Degenen die hun brutaliteit etaleren, en degenen die zouden willen dat het anders was en dat God zich zou laten gelden. De mensen blijven doen wat hen uitkomt. De geschiedenis van de mensen is een geschiedenis van geweld.
En in de boeken over die geschiedenis staan de overwinningen vermeld, en de overwinnaars, de verliezers krijgen geen naam. Daarom is het zo belangrijk dat we op de verborgen kant van de geschiedenis letten. Op het verhaal van mensen die hun stem laten klinken om aan die verborgen, afwezige, God te herinneren en in gedachten te roepen dat hij de eigenaar van de mensen is en van de aarde. Deze mensen, profeten van toen en nu, vallen geweldsdronken pachters lastig en zetten het recht op leven van alle mensen in de aandacht. Plaatsen de slachtoffers in de aandacht, die de zogenaamde overwinningen en zogenaamde vooruitgang met zich meebrengen. Dat verhaal is echter geen succesverhaal. Degenen die naar recht en vrede verlangen hebben de wind altijd tegen. De vredestichters komen altijd tussen de frontlinies terecht. Maar onder deze mensen is ook Jezus. Die ene, de geliefde zoon van God, de hoeksteen die de anderen samenbindt en inspireert. Door mensen als de pachters weggegooid, maar wel de mens in wie de toekomst van God zich baan breekt. Het gaat zo niet eindeloos door. De pachters die de baas spelen zullen de wijngaard moeten afstaan, ooit. Het kan zo niet doorgaan. Iedereeen die deze gelijkenis hoorde, weet dat dat niet door kan gaan.
Toen Jezus de gelijkenis verteld had, begrepen, zo staat het er, de mensen van het religieus gezag dat hij hen bedoelde met die pachters. Je zou denken: als je het doorhebt, leer er dan uit en ga het anders doen. Maar nee, zo zijn de mensen: het versterkt alleen maar hun voornemen om geweld toe te passen: de leiders van het volk willen Jezus laten grijpen, dat ze het nu nog niet doen komt niet door inzicht, ook niet barmhartigheid houdt hen tegen, maar het mogelijk schaden van eigen belang. Het kwaad zal eerst nog terrein winnen. Wij (en allen die de gelijkenis hebben gehoord) zouden anders willen. Het vervelende is dat God alleen via de weg van de liefde kan reageren, en dat is een ontzettend lange weg. God kan niet alles. Zijn mogelijkheden zijn beperkt, hij kan heel veel, maar hij kan het alleen langs de weg van de liefde, alleen door méér van zichzelf te geven. God is hulpeloos, wat dat betreft, de weg van de mensen kan hij niet gaan, de weg van onrecht en geweld... ...en als hij al profeten naar zijn mensen heeft gestuurd, die iets van God hebben laten zien, dan kan hij niet daarna een leger sturen, hij kan alleen maar méér van zichzelf prijs geven. Maar het evangelie nodigt ons uit om te vertrouwen op die meer verborgen kant van de geschiedenis.
Nodigt ons uit om die kant op te gaan met ons leven, vertrouwend op de weg van de liefde. Liefde en barmhartigheid. Door wat wij doen laten zien dat wij weten van wie de wijngaard is. Amen © Jan-Hendrik Kip
stilte lied
Liedboek 992
Wat vraagt de Heer nog meer...