Naam:…………………………….
WP 1
WP 2
angstaanjagend
het aanbod
het bladgoud
de avondopleiding
de braadpan
de broedtijd
de dasspeld
eerbiedwaardig
de dienstmeid
de gemeenteraad
donkerblond
de handdruk
Knip het woord “in je hoofd” in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet.
de goudsmid
het hoofdaccent
de hardloper
het natuurbehoud
de kleedkamer
overboord
Regelwoorden Let op! Pas de regel toe.
de jeugddroom
tweedehands
de loodgieter
het vakantieoord
Eind –d, hoor je een /t/ aan het eind? Let dan op! Maak het woord langer. Hoor je een /d/? Schrijf dan een d.
het roodborstje
de vakbond
het veldboeket
de voorraadkast
de verbanddoos
de wereldtentoonstelling
het wandelpad
zelfverzekerd
Dictee op: …………………………
d
Samengestelde woorden
Naam:…………………………….
WP 3
WP 4
het aanbod
de bliksemafleider
de bladspinazie
het circusterrein
de breinaald
deinen
het eetgerei
geenszins
enigszins
het griepvirus
het geintje
de heibel
het gewei
het jurylid
het jeugdjournaal
de neiging
de leverpastei
nylon
het mysterie
de papyrus
onheilspellend
pleiten
het startsein
de routebeschrijving
treiteren
de spijl
de verleiding
de veiling
de vijl
verscheidene
Dictee op: …………………………
d
Samengestelde woorden Knip het woord “in je hoofd” in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet. Regelwoorden Let op! Pas de regel toe. Eind –d, hoor je een /t/ aan het eind? Let dan op! Maak het woord langer. Hoor je een /d/? Schrijf dan een d.
WP 5
WP 6
aanrichten
aanstaren
afsnijden
begeleiden
autorijden
begieten
behandelen
begroeien
bevatten
doorzetten
herhalen
meeleven
meespelen
ontwikkelen
ombouwen
opbranden
ontbijten
opwachten
samenvatten
uitbetalen
uitleggen
uitzenden
uitschudden
verrotten
verbieden
verspillen
verbleken
verwonderen
verlengen
volhouden
Naam:……………………………. Dictee op: …………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:……………………………..
WP 7
WP 8
computeren
badmintonnen
douchen
bowlen
keepen
bridgen
lunchen
crashen
mixen
crossen
racen
fonduen
rappen
inloggen
scoren
joggen
scrabbelen
mailen
skiën
poolen
swingen
rugbyen
tanken
skateboarden
timen
squashen
typen
stressen
zappen
surfen
Dictee op: …………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:……………………………..
Schrijf dan tie, (e)lijk of heid.
Dictee op: …………………………
WP 9
WP 10
de assistente
de adoptieouder
de diaprojector
de camouflage
de etalagepop
het chantagemiddel
hoofdzakelijk
de fabricage
huiselijk
de nabijheid
Ook-zo woorden
het innerlijk
ondraaglijk
Schrijf dit stukje altijd zo, ook al
de instructie
onvergeeflijk
klinkt het anders.
het notitieblok
de productie
de onveiligheid
de sabotage
Hoor je /aazje/ of /oozje/ aan het
het polshorloge
de stageplaats
eind van een woord? Schrijf dan
de stellage
de theeplantage
age of oge.
de tatoeage
de trucage
de toneelrepetitie
verraderlijk
Hoor je /tsie/, (u)luk/ of/hijt/ aan
verleidelijk
de videomontage
het eind van een woord?
wetenschappelijk
de zoekactie
age oge
lijk tie heid
Naam:……………………………..
WP 11
WP 12
Dictee op: ………………………… de bibliotheekmedewerker de binnenhuisarchitect het champagneontbijt defect het effect het eindexamen Onthoudwoorden
effectief
Kijk goed, onthoud hoe je het
het experiment
schrijven moet.
het instinct de parachutespringer het project de rechercheur de taxicentrale de thermostaat de tramconducteur
de atoomenergie de charme de checklist correct het dialect de douchecabine de exprespost de marathonloper nonchalant radioactief het record het taalaspect thans de therapeut het viaduct
Naam:……………………………..
WP 13
WP 14
aandurven
afluisteren
afprijzen
behalen
beschimmelen
bestrijden
besparen
blaten
bijhouden
doordraven
doen
haken
herschrijven
herdenken
inlijsten
kniezen
nieten
losbarsten
oplichten
ontcijferen
oprapen
oordelen
opschudden
uitbroeden
sluipen
uitvinden
tochten
verkennen
verdubbelen
wegen
Dictee op: …………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:……………………………..
WP 15
WP 16
aanrijden
bebossen
eren
betreden
getuigen
hervormen
inladen
meepraten
klaarzetten
nabouwen
lakken
opsparen
masseren
respecteren
napraten
schijnen
onthouden
stuiten
ontleden
uithouden
terugbetalen
uitmonden
terugvinden
vermijden
tuiten
vervullen
verhongeren
verwilderen
verpesten
voeden
Dictee op: …………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:…………………………….. Dictee op: …………………………
WP 18 WP 17 de accu’s
ë ‘s
Regelwoord: Eindigt een klankgroep met een klinker of open klank, en begint de volgende klankgroep ook met een klinker of open klank? Let dan op. Zet een trema waar die volgende klankgroep begint als je het fout zou kunnen lezen. Specifiek bij meervoud: Herken je een meervoud op /iejen/ of /eejen/? Let dan op. Luister naar het woord in het enkelvoud. - ligt de klemtoon op de laatste klankgroep? Schrijf ën achter het meervoud - ligt de klemtoon niet op de laatste klankgroep? Zet een trema op de laatste e en schrijf er een n achter. Regelwoord: Herken je meervoud, eindigend op s? En schrijf je het enkelvoud met a, o, u, i of y op het eind, schrijf dan ’s achter het enkelvoud.
Amerika’s
de cafetaria’s
de cafeïne
de calorieën
de camera’s
de encyclopedieën
de fantasieën
de epidemieën
de genieën
‘s maandags
de industrieën
het mozaïek
de kano’s
naïef
kanoën
opera’s
‘s middags
Petra’s
de panda’s
ruineren
de stereo’s
de salto’s
tatoeëren
de studio’s
de vegetariër
de symfonieën
‘s zaterdags
‘s zondags
de zebra’s
WP 19
WP 20
aluminium
het atheneum
de documentaire
het conservatorium
elektronisch
het criterium
fotografisch
culinair
hygienisch
het gymnasium
de jodium
hysterisch
het jubileum
de loyaliteit
Ook zo woorden
het linoleum
het medium
Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
de majesteit
de mentaliteit
de nationaliteit
mythologisch
Hoor je /ies/, /er/ of /tijt/ aan het eind van een woord? Schrijf dan isch, air of teit
het podium
de petroleum
de stagiaire
het solarium
de stommiteit
symbolisch
het terrarium
het vocabulaire
thematisch
vulgair
Naam:…………………………….. Dictee op: …………………………
isch air teit ium eum
Hoor je /iejum/ of /eejum/ aan het eind van een woord? Schrijf dan ium of eum
Naam:……………………………..
WP 21
WP 22
achterhalen
achtervolgen
blinddoeken
doorlopen
doorzoeken
doorsnuffelen
liefkozen
doorstaan
onderhouden
knarsetanden
ondersteunen
omsingelen
ondertekenen
omvatten
onderzoeken
onderbreken
overhandigen
ondergaan
overkomen
ondernemen
overlijden
ondervinden
overwinteren
overdenken
stampvoeten
overtroeven
stortregenen
overzien
watertrappelen
tafeltennissen
Dictee op: …………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:……………………………..
WP 23
WP 24
bedriegen
beamen
behouden
behoren
bemesten
beoefenen
beplakken
betwijfelen
bespioneren
bezichtigen
bezuinigen
herinneren
herkauwen
ontbieden
herkennen
ontglippen
onthoofden
ontmoedigen
ontruimen
verbinden
verdrogen
vergiftigen
verhuren
verleiden
verkleinen
veroordelen
vermaken
verschieten
verwisselen
verwoesten
Dictee op: …………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:……………………………..
WP 25
WP 26
de aquarel
de antiquair
het atelier
de bouvier
de camper
consequent
de cappuccino
de cruise
de coach
het dashboard
de crossmotor
de fitness
het dossier
de mannequin
de peignoir
de manoeuvre
qua
de maquette
de quiche
de premier
de quiz
quasi
de soap
quitte
de stress
het reçu
de tank
het repertoire
de touringcar
de speech
Dictee op: …………………………
Onthoudwoorden Kijk goed, onthoud hoe je het schrijven moet. Specifiek voor woorden van buitenlandse herkomst: - luister naar het woord in je hoofd - hoor je een moeilijk woord? Denk na hoe je het schrijven moet - lees het woord nog een keer na of je het goed geschreven hebt
WP 27
WP 28
de cd-rom
de cd-hoes
de e-mail
de ex-coach
de ex-kampioen
de ex-partner
de ex-leerling
de mee-eter
na-apen
de niet-gebruiker
de niet-roker
non-actief
Samengestelde woorden
non-stop
non-alcoholisch
Knip het woord “in je hoofd” in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet.
Noord-Brabant
de oud-collega
de oud-docent
het oud-lid
het thee-ei
toe-eigenen
de tv-gids
het tv-programma
het tv-toestel
de tv-reclame
het wc-papier
de wc-bril
zo-even
West-Europees
Zuid-Afrikaans
de zee-egel
Naam:…………………………….. Dictee op: …………………………
Het koppelteken in samenstellingen. -
-
eindigt het eerste woord met een klinker of een open klank en begint het volgende woord met een klinker of een open klank? Let op: gebruik een koppelteken als je het woord verkeerd zou kunnen uitspreken. het eerste woord is een afkorting het eerste woord is ex, non of oud de samenstelling is een land of streek.
Naam:……………………………..
WP 29
WP 30
bederven
begeren
bedienen
beschikken
bespeuren
bezorgen
herlezen
geloven
hervinden
genezen
onderdrukken
hernemen
onthullen
motregenen
overwinnen
overnachten
verdiepen
overwegen
verlagen
verdenken
verslijten
vergroten
vertalen
vermommen
verzoenen
verroeren
vingerverven
verzenden
voldoen
weerstaan
Dictee op: ………………………..
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:……………………………..
WP 31
WP 32
beklagen
beduiden
bevinden
berichten
klappertanden
beslaan
ondertitelen
bevorderen
ontladen
dagdromen
ontmoeten
heroveren
ontsporen
omringen
ontvoeren
onderscheiden
overvallen
ontkiemen
overwoekeren
ontlenen
verblinden
vergaderen
verdoven
verslinden
verroesten
vervolgen
verwennen
verzuchten
verwijten
volbrengen
Dictee op:…………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:……………………………..
WP 33
WP 34
het bessensap
het aangiftebiljet
de bruidsschat
de boekenbon
de dorpsschool
de bramenjam
het geboortekaartje
de breedtegraad
de groentesoep
de gedaanteverwisseling
de horlogemaker
de Koninginnedag
de kattenbak
het krantenartikel
de koekenpan
het passagiersschip
de meisjesstem
de pijpenstelen
de paardebloem
de schoonheidsspecialist
de pannenkoek
de stadsschouwburg
de prullenbak
het verkeersslachtoffer
de stationschef
de verkiezingsstrijd
de veiligheidsspeld
de vliegenmepper
de zonnebank
de vliegezwam
Dictee op:…………………………
Samengestelde woorden Knip het woord “in je hoofd” in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet.
Naam:……………………………..
WP 35
WP 36
de aquaria
de botteriken
bijv.
de criteria
blz.
de dommeriken
enz.
d.w.z.
etc.
e.a.
Regelwoorden Let op! Pas de regel toe.
incl.
e.d.
m.a.w.
excl.
specifiek voor iken bij meervoud:
de media
jl.
Hoor je in een woord /ikun/? Kijk naar het woord in het enkelvoud. Schrijf je het enkelvoud met –ik aan het eind en krijgt –ik geen klemtoon? Schrijf dan – en achter het enkelvoud.
de monniken
de leeuweriken
de musea
de lycea
n.a.v.
m.b.t.
o.a.
m.i.v.
de perziken
m.u.v.
de slechteriken
de terraria
z.o.z.
z.s.m.
Dictee op:…………………………
Afkortingen -is het 1 woord? Maak het korter, schrijf in kleine letters, zet er een punt achter - meer dan 1 woord? schrijf van elk woord de 1ste letter op en zet er puntjes achter.
Naam:……………………………..
WP 37
WP 38
bepraten
afbranden
beschuldigen
besteden
cruisen
crawlen
faxen
cricketen
herleiden
doorkruisen
hockeyen
inzoomen
inzetten
kidnappen
omgeven
likkebaarden
ophouden
onderwerpen
opsporen
ontplooien
overdekken
schuilhouden
picknicken
shoppen
shampooën
speechen
tapen
vaststellen
weerspiegelen
verenigen
Dictee op:…………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema
Naam:…………………………….
WP 39
WP 40
aansporen
coachen
afwenden
gebieden
barbecuen
handhaven
brunchen
herleven
finishen
inchecken
interviewen
kicken
ontbloten
minachten
overbruggen
ontgelden
overladen
opwinden
relaxen
overreden
samenbinden
recyclen
showen
shockeren
vergulden
sprayen
verontschuldigen
uitstoten
weerkaatsen
volladen
Dictee op: …………………………
Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema