19. Kapitaal en kredietverlening __________________________ 19.1.Kapitaal ___________ Kapitaal aantrekken is belangrijk voor jouw onderneming. Wij kunnen zeggen dat er een drietal manieren zijn als jij bij de banken niet terecht kunt. De 3 F FAMILY FRIENDS FOOLS FAMILIE VRIENDEN GEKKEN 19.2.Kredietverlening _________________ Krediet komt van het latijnse woord credere en dit betekent geloven. Ik geef u krediet (geld) en ik geloof dat jij dat later zal terugbetalen. Of een leverancier geeft jou krediet. Dit wil zeggen uitstel om de factuur later te betalen. Jij moet niet onmiddellijk betalen Deze leverancier gelooft dat jij later correct zult betalen. Krediet verlenen betekent dus geld lenen om het later terug te krijgen. Natuurlijk doet een persoon of een bank dat niet gratis. Op een banklening worden interesten aangerekend. De interesten kunnen ofwel enkelvoudig zijn of samengesteld. In dit hoofdstuk zullen wij dit uitgebreid uitleggen. Maar eerst bekijken wij welke soorten kredieten er bestaan : 19.2.1.Soorten kredieten. _____________________ 19.2.1.1. Lening op afbetaling. _________________________ Een lening op afbetaling is een lening zonder een bepaald doel. 1
Dit wil zeggen dat de bank geen voorwaarden oplegt waarvoor het geld moet dienen. Men mag er mee doen wat men wil. Men spreekt soms ook over een persoonlijke lening (zonder doel). De intrestvoet ligt meestal tussen de 6 % en 12 %. 19.2.1.2. Lening op afbetaling met een speciaal doel. __________________________________________ Een voorbeeld hiervan is de autolening. De lening kan alleen gebruikt worden voor het aankopen van een auto. Een ander voorbeeld is een investeringskrediet. Deze lening kan alleen gebruikt worden om te investeringen in bijvoorbeeld machines of winkelinrichting. De intrestvoet ligt meestal iets lager dan de lening op afbetaling zonder doel vermits de bank weet waarvoor het geld gebruikt wordt en er minder risico van terugbetaling is. De auto of machines kunnen verkocht worden en het geld terugbetaald. De intrestvoeten liggen meestal tussen de 4% en de 7%. 19.2.1.3. Hypothecaire lening ________________________ Deze banklening wordt alleen gegeven voor de aankoop van een onroerend goed. Een onroerend goed is een goed dat men niet kan verplaatsen zoals een gebouw, een grond of een parking. In ruil voor deze lening vraagt de bank wel een hypothecaire waarborg. Dit wil zeggen dat indien de lening niet wordt terugbetaald de bank het recht heeft dit onroerend goed te verkopen. Deze waarborg moet geregistreerd worden via de notaris en in het register van de hypothecaire waarborgen ingeschreven. De intrestvoet is altijd veel lager vermits de bank weinig risico loopt. Indien de lening niet wordt terugbetaald gaat de bank het onroerend goed in beslag nemen en verkopen. Er bestaan verschillende intrestformules en looptijden 2
met vaste rentevoet 10 jaar 15 jaar 20 jaar 25 jaar 30 jaar zelfs tot 40 jaar In Zwitserland bestaan er zelfs hypotheekleningen met een looptijd tot 100 jaar. Dit noemen zij de opa-leningen. Grootvader koopt het huis en het kleinkind zal het ooit afbetalen. De reden daarvoor is dat de huizen er ontzettend duur zijn en niet te betalen voor 1 generatie. met variabele rentevoet 10 15 20 25 30
jaar jaar jaar jaar jaar
Een vaste intrestvoet over een looptijd van 20 jaar bedraagt momenteel ongeveer tussen de 4 % en de 5 %.
19.2.1.4. Kaskrediet _________________ Een kaskrediet is een lening op korte termijn waarbij jij van de bank onder de rekening kunt gaan. Er staan natuurlijk limieten op. Voorbeeld : Een kaskrediet van € 10.000,00 betekent dat jij tot dit bedrag onder jouw rekening kan gaan. Dit is vooral interessant als jij slechts geld nodig hebt voor enkele dagen of weken. Let op ! Een kaskrediet is zeer duur. Tussen de 12 % en de 15 %. Indien jij geld nodig hebt voor langere tijd kan jij beter een lening op afbetaling nemen. Dit zal goedkoper uitkomen. Een kaskrediet is alleen goedkoper op korte termijn.
3
19.2.2. De kost van kapitaal _______________________ 19.2.2.1. Enkelvoudige intrestvoet. ____________________________ Als jij € 10.000,00 op een spaarrekening zet en jij krijgt 5 % intrest dan heb jij na 1 jaar : € 10.000,00 + 5 % van € 10.000,00 =
€ 10.000,00 + 5 % ( € 10.000,00 )
=
€ 10.000,00 + € 500,00
=
€ 10.500,00
Het Eindkapitaal = beginkapitaal + intrestvoet (beginkapitaal) waarbij
K = Eindkapitaal k = beginkapitaal i = intrestvoet
of
K = k+ ik
of
K = k ( 1+i )
in formulevorm
Het 2de jaar heb jij : € 10.000,00 + 5 % van € 10.000,00 + 5 % van € 10.000,00 =
€ 10.000,00 + 5 % ( € 10.000,00 ) + 5 % ( € 10.000,00 )
=
€ 10.000,00 + € 500,00 + € 500,00
=
€ 11.000,00
Dit wil zeggen dat jij alleen interest hebt op het uitstaande kapitaal. 4
19.2.2.2. Samengestelde intrestvoet. _____________________________ Bij samengestelde interest laat jij de interest van het eerste jaar op de bank staan en het 2de jaar krijg jij ook interest op de interest van vorig jaar. Als jij € 10.000,00 op een spaarrekening zet en jij krijgt 5 % intrest dan heb jij na 1 jaar : € 10.000,00 + 5 % van € 10.000,00 =
€ 10.000,00 + 5 % ( € 10.000,00 )
=
€ 10.000,00 + € 500,00
=
€ 10.500,00
of Het Eindkapitaal = beginkapitaal + intrestvoet (beginkapitaal) waarbij K = Eindkapitaal k = beginkapitaal i = intrestvoet of
K = k+ ik
of
K = k ( 1+i )
in formulevorm
5
Het 2de jaar heb jij : € 10.000,00 + 5 % van € 10.000,00 + 5 % van € 10.000,00 + 5% (interestbedrag van vorig jaar) =
€ 10.000,00 + 5 % ( € 10.000,00 ) + 5 % ( € 10.000,00 ) + 5% (5% ( € 10.000,00 ))
=
€ 10.000,00 + € 500,00 + € 500,00 + 5 % ( € 500,00 )
=
€ 10.000,00 + € 500,00 + € 500,00 + € 25,00 )
=
€ 11.025,00
Dit wil zeggen dat jij ook intrest hebt op de intrest. of SAMENGESTELDE INTEREST In formulevorm krijg jij het 2de jaar Het Eindkapitaal = beginkapitaal + intrestvoet (beginkapitaal) + intrestvoet (beginkapitaal) + intrestvoet ( intrestvoet (beginkapitaal)) waarbij
K = Eindkapitaal k = beginkapitaal i = intrestvoet
of
K = k+ ik + ik + i(ik) K = k + 2ik + i²k K = k (1 + 2i + i²) K = k (1 + i) (1 + i) K = k ( 1+i )²
veralgemeend kunnen wij stellen dat n K = k ( 1+i ) waarbij n = aantal jaren (de periode) 6
Deze formule maakt gebruikt van annuïteiten = jaarlijkse periodes Men kan ook gebruik maken van maandelijkse periodes en dan spreekt men van mensualiteiten; Bij MENSUALITEITEN is n = m/12 Wat men moet onthouden is dat banken bij leningen op afbetaling en hypothecaire leningen gebruik maken van SAMENGESTELDE INTRESTEN OP BASIS VAN MENSUALITEITEN. Dit wil zeggen dat men INTREST OP DE INTREST BETAALT.
Deze formule is nog ingewikkelder en gaan wij hier niet verder op in. Belangrijk is te weten. 1. WELKE JAARLIJKSE INTRESTVOET MOET JIJ BETALEN ? 2. WELK BEDRAG MOET JIJ MAANDELIJKS TERUGBETALEN ? 3. HOEVEEL INTRESTBEDRAG HEB JIJ UITEINDELIJK TERUGBETAALD ? Men kan dit eenvoudig via rekenprogramma’s op het internet opvragen of men kan de bank vragen om dit uit te rekenen. Let op De banken zijn geen liefdadigheidsinstellingen. Zj zullen altijd proberen hun lening zo voordelig mogelijk te doen uitschijnen. Probeer appelen met appelen te vergelijken en vraag daarom altijd naar de juiste informatie. Let ook op voor de kleine lettertjes in het contract. Oefening : Zoek op internet de bank met : De goedkoopste lening op afbetaling De goedkoopste hypothecaire lening 20 jaar vaste rentevoet Het goedkoopste kaskrediet 7