Wecycle Monitoringsverslag 2013
Monitoringsverslag 2013
Inhoudsopgave Inleiding
3
1
Verplichte rapportage
4
1.1
Op de markt gezette elektrische apparatuur
4
1.2
Ingezamelde elektrische apparatuur
4
1.3
Materiaalhergebruik en nuttige toepassing
6
2
Aanvullende rapportage
7
2.1
Onderbouwing op de markt gezette hoeveelheden
7
2.2
Onderbouwing ingezamelde hoeveelheden
8
2.3
Onderbouwing materiaalhergebruik en nuttige toepassing
10
3
Betrouwbaarheid rapportage
13
3.1
Bewijslast materiaalhergebruik en nuttige toepassing
13
3.2
Afwijkingen op de bewijslast
16
Appendix: Onafhankelijk assurance-rapport
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Inhoudsopgave
18
2
Monitoringsverslag 2013
Inleiding Wecycle presenteert in dit monitoringsverslag haar resultaten op het gebied van de inzameling en recycling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (hierna: e-waste) aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Wecycle rapporteert namens de productstichtingen Bruingoed, ICT Milieu, LightRec, SMR, SVCV, SVEG1 en Witgoed volgens de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur (REA, Staatscourant 28 juni 2004, nr. 142). Dit verslag bestaat uit drie delen. De wettelijk verplichte rapportage staat in hoofdstuk 1. Hierbij wordt artikel 16, bijlage 2 van de REA gevolgd: het formulier verslaglegging REA. Het gaat daarbij om informatie over de resultaten van de uitvoering van de artikelen 7 tot en met 13 van de REA, alsmede over de hoeveelheid op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparaten. In hoofdstuk 2 geeft Wecycle de onderbouwing van de verplichte informatie uit het eerste hoofdstuk. Deze aanvullende informatie rapporteert Wecycle op verzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de betrouwbaarheid van de gepresenteerde cijfers. De cijfers in het verslag dienen te worden gelezen in samenhang met dit hoofdstuk. Dit verslag is samengesteld op basis van de volgende uitgangspunten: • Reikwijdte: het verslag betreft alle organisaties waarmee Wecycle afspraken heeft gemaakt over de recycling van e-waste. • Definities: voor rapportage van getallen zijn voor zover aanwezig de definities uit de REA gehanteerd, behalve voor de recyclingcategorieën die zijn toegelicht in paragraaf 2.2. • Balans: het verslag is een gebalanceerde weergave van de behaalde resultaten, inclusief mogelijke beperkingen in de betrouwbaarheid van de informatie. • Betrouwbaarheid: de informatie in het verslag is juist en volledig onderbouwd met onderliggende documenten (waaronder de rapportages van de recyclingbedrijven) en wordt betrouwbaar weergegeven, rekening houdend met de mogelijkheden die Wecycle heeft om dat te bewerkstelligen (zie hoofdstuk 3). • Voorzichtigheid: daar waar onzekerheden bestaan over de betrouwbaarheid van informatie is uitgegaan van het voorzichtigheidsbeginsel.
1 SMR staat voor Stichting Metalektro Recycling; SVCV staat voor Stichting Verwerking Centrale Ventilatoren; SVEG staat voor Stichting Verwijdering Elektrische Gereedschappen.
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Inleiding
3
Monitoringsverslag 2013
1 Verplichte rapportage In dit hoofdstuk staat uitsluitend de verplicht te rapporteren informatie uit het formulier verslaglegging REA van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dit formulier bestaat uit drie tabellen. Voor de duidelijkheid zijn de volledige tabellen uit dit formulier opgenomen, ook wanneer Wecycle op onderdelen niet rapporteert (cellen met “-”). Vanwege de leesbaarheid wordt ‘elektrisch en elektronisch’ hierna aangeduid als ‘elektrisch’. Wecycle rapporteert sinds 2012 ook over WEEE-categorie 3 (IT- & telecommunicatie apparatuur).
1.1 Op de markt gezette elektrische apparatuur Tabel 1 geeft aan hoeveel elektrische apparaten in 2013 door de producenten en importeurs op de markt zijn gezet. Dit is het tweede jaar dat ook de gewichten worden gerapporteerd. Voor WEEEcategorie 3: IT- & telecommunicatie apparatuur worden dit jaar voor het eerst ook de aantallen gerapporteerd. In paragraaf 2.1 wordt tabel 1 nader onderbouwd. Tabel 1: Op de Nederlandse markt gebrachte elektrische apparatuur in 2013 2
WEEE-categorie
Op markt gezet [aantal x 1.000]
Op markt gezet [ton]
1
Grote huishoudelijke apparaten
5.078
163.927
2
Kleine huishoudelijke apparaten
21.453
32.335
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
40.467
48.519
4 Consumentenapparatuur 5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
9.128
22.274
39.093 35.338
11.954 3.616
6
Elektrisch gereedschap
3.323
11.115
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
3.850
3.087
8
Medische hulpmiddelen
494
3.042
9
Meet- en controle instrumenten
2.735
2.448
10 Automaten
35
1.530
1.2 Ingezamelde elektrische apparatuur Tabel 2A geeft aan hoeveel e-waste (in gewicht) door Wecycle per WEEE-categorie is ingezameld in 2013. Er wordt onderscheid gemaakt tussen e-waste afkomstig van particuliere huishoudens en e-waste niet afkomstig van particuliere huishoudens. Vanwege de leesbaarheid worden deze twee termen hierna respectievelijk “consumenten e-waste” en “professioneel e-waste” genoemd. Ingezameld e-waste dat niet afkomstig is van huishoudens, maar dat op basis van aard en hoeveelheid niet naar herkomst is te herleiden, wordt onder consumenten e-waste geschaard. Dit is overeenkomstig de definitie in de REA. Dit houdt in dat e-waste professioneel is als het op zichzelf herkenbaar is als zijnde professioneel, bijvoorbeeld een drankautomaat. Alle gebouwgebonden apparaten, waaronder cv-ketels en warmteterugwin-units in woonhuizen, vallen bij Wecycle ook Op basis van opgaven van producenten en importeurs.
2
onder professioneel.
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Verplichte rapportage
4
Monitoringsverslag 2013
Naast het e-waste dat Wecycle inzamelt en laat verwerken, wordt er door Nederlandse recyclingbedrijven ook e-waste uit Nederland verwerkt, dat wordt aangeboden door andere organisaties en bedrijven dan Wecycle. In 2013 heeft Wecycle in een pilot bij zes bedrijven deze hoeveelheden in beeld gebracht. Wecycle noemt dit “geregistreerd” e-waste. De geregistreerde hoeveelheden zijn in tabel 2B weergegeven. Dit is gepresenteerd in een aparte tabel, omdat deze hoeveelheden niet door Wecycle zijn ingezameld en omdat Wecycle hierover in dit verslag geen materiaalgebruik en nuttige toepassing rapporteert (paragraaf 1.3, tabel 3). Tabel 2A: Door Wecycle ingezameld consumenten e–waste en professioneel e-waste in 2013
WEEE-categorie
[in tonnen]
Consumenten e-waste
Professioneel e-waste
1
Grote huishoudelijke apparaten
57.419
959
2
Kleine huishoudelijke apparaten
7.296
-
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
14.046
278
4 Consumentenapparatuur
27.470
-
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
1.112 79
2.396 1.581
6
Elektrisch gereedschap
2.037
395
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
433
-
8
Medische hulpmiddelen
-
98
9
Meet- en controle instrumenten
-
101
-
656
10 Automaten
Tabel 2B: Buiten Wecycle om ingezameld en geregistreerd consumenten e–waste en professioneel e-waste in 2013
WEEE-categorie
[in tonnen]
Consumenten e-waste
Professioneel e-waste
1
Grote huishoudelijke apparaten
893
278
2
Kleine huishoudelijke apparaten
968
-
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
6.642
7.421
4 Consumentenapparatuur 5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
864
-
- -
538 -
6
Elektrisch gereedschap
198
21
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
301
-
8
Medische hulpmiddelen
-
207
9
Meet- en controle instrumenten
-
315
-
235
10 Automaten
In paragraaf 2.2 worden de tabellen 2A en 2B nader onderbouwd.
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Verplichte rapportage
5
Monitoringsverslag 2013
1.3 Materiaalhergebruik en nuttige toepassing Tabel 3 geeft aan welke hoeveelheden materiaal (in gewicht) per WEEE-categorie zijn hergebruikt en nuttig toegepast. Tabel 3 is uitsluitend van toepassing op het door Wecycle ingezamelde e-waste (tabel 2A) en niet op het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde e-waste (tabel 2B). Er wordt onderscheid gemaakt tussen recycling in Nederland, recycling in een ander EU-land of recycling buiten de EU. Bij het onderscheid gaat het om de locatie van de gecontracteerde recyclingbedrijven waar de gehele apparaten de eerste recyclingstap ondergaan. Na de eerste recycling kunnen uitgescheiden materiaalstromen worden afgezet op de wereldmarkt, dus ook buiten de EU. Rapportage over producthergebruik valt niet onder de verplichte rapportage op grond van de REA. Wecycle heeft hier overigens ook geen gegevens over. In paragraaf 2.3 wordt tabel 3 nader onderbouwd. Tabel 3: Materiaalhergebruik en nuttige toepassing over het door Wecycle ingezamelde e-waste naar bestemming in 2013
in Nederland
WEEE-categorie
[in tonnen]
in ander EU-land
buiten EU
Materiaalhergebruik
Nuttige toepassing
Materiaalhergebruik
Nuttige toepassing
Materiaalhergebruik
Nuttige toepassing
1
Grote huishoudelijke apparaten
40.218
46.006
9.210
10.581
-
-
2
Kleine huishoudelijke apparaten
4.087
4.984
1.736
2.117
-
-
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
7.545
8.933
4.323
5.015
-
-
-
-
4 Consumentenapparatuur
13.383
15.200
10.367
11.565
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
1.035 1.263 1.993 2.125 - - - 1.553 1.589 -
-
6
Elektrisch gereedschap
1.362
1.661
578
705
-
-
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
264
317
85
103
-
-
8 Medische hulpmiddelen
55 67 23 29 - -
9
56
Meet- en controle instrumenten
10 Automaten
Wecycle Monitoringsverslag 2013
69
24
29
-
-
519 590 32 37 - -
Verplichte rapportage
6
Monitoringsverslag 2013
2 Aanvullende rapportage Wecycle heeft met de Inspectie Leefomgeving & Transport en AgentschapNL afspraken gemaakt om naast de verplichte rapportage aanvullende informatie aan te leveren. Wecycle doet dit op vrijwillige basis. Dit past in het beleid van Wecycle om transparant informatie te ontsluiten en te rapporteren aan de overheid en de samenleving. De aanvullende informatie staat in dit hoofdstuk en is de onderbouwing van de verplichte rapportage uit hoofdstuk 1.
2.1 Onderbouwing op de markt gezette hoeveelheden Producenten en importeurs doen eenmaal per kwartaal of eenmaal per jaar opgave over de aantallen en gewichten van elektrische producten die zij op de Nederlandse markt zetten. De opgave geldt voor zowel producten met verwijderingsbijdrage3 als voor producten zonder verwijderingsbijdrage. Afhankelijk van de omvang van de ontvangen gelden van een deelnemer is een opgave vergezeld van een accountantsverklaring4. De gegevens uit tabel 1 (paragraaf 1.1) zijn een sommatie van op de markt gezette aantallen en gewichten van individuele opgaven van producenten en importeurs in circa 75 productcategorieën. Elk van de 75 productcategorieën is ingedeeld in een WEEE-categorie en heeft het label ‘van particuliere huishoudens’ of ‘niet van particuliere huishoudens’ toegekend gekregen. Op basis hiervan worden de rapportages gedraaid. De opgave zelf werkt als volgt. Wecycle heeft in 2013 een productenlijst samengesteld met 75 productcategorieën. Elke producent of importeur geeft het totaal aantal en het totaal gewicht op voor elk van deze 75 productcategorieën. De opgave wordt op twee manieren gecontroleerd. Wecycle heeft op basis van ervaring per product een minimum en maximum gemiddeld gewicht gedefinieerd als grens. Een producent of importeur die een gewicht wil opgeven buiten deze grenzen, moet eerst met Wecycle contact opnemen. Daarnaast vindt er per productcategorie en voor de grootste producenten of importeurs een controle plaats op de consistentie en samenhang van de aantallen, gewichten en gemiddelde gewichten. Naar aanleiding van deze eindcontrole past een producent of importeur zijn individuele opgave indien noodzakelijk aan. Voor WEEE-categorie 8 (medische hulpmiddelen) is het opgegeven gewicht in 2013 3000 ton. Dit is aanzienlijk lager dan de 7200 ton die Wecycle rapporteerde in 2012. De oorzaak van deze verlaging is een onjuiste berekening van het gemiddelde gewicht voor deze categorie. In 2012 had Wecycle 3
ls laatste categorie is ook voor WEEE-categorie 1 in februari A 2013 de verwijderingsbijdrage afgeschaft en voor een nieuw financieringsysteem gekozen.
ook 3000 ton moeten rapporteren over WEEE-categorie 8.
Afhankelijk van het financieringsysteem wordt er per productstichting een grens gesteld waarboven producenten en importeurs een controleverklaring moeten overdragen aan Wecycle. De vuistregel is dat minimaal 80% van de verantwoorde omzet ondersteund moet worden door een controleverklaring van de producenten en importeurs van consumenten elektronica. De gehanteerde grens kan een minimum bedrag zijn aan geïnde verwijderings-, of beheerbijdrage of een minimum gewicht aan op de markt gezette elektrische apparatuur.
4
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Aanvullende rapportage
7
Monitoringsverslag 2013
Circa 99 procent van de deelnemende producenten en importeurs heeft opgave gedaan van op de markt gezette elektrische producten. In opdracht van de productstichtingen royeert Wecycle deelnemers die geen opgave doen en meldt hen aan als freerider bij de Inspectie Leefomgeving en Transport. Net als in 2013 aggregeert Wecycle de productenlijst verder tot 62 productcategorieën. De aggregatie heeft als doel administratieve lastenvermindering voor producenten en importeurs en maakt vergelijking met ingezameld e-waste eenvoudiger.
2.2 Onderbouwing ingezamelde hoeveelheden De twee belangrijkste inzamelkanalen van Wecycle zijn de gemeentelijke milieustraten en de detaillisten. Wecycle kende in 2013 vijf verschillende recyclingcategorieën: groot witgoedapparaten (GWG), koel-/vriesapparaten (KV), televisies en monitors (TVM), klein elektrisch en ICT (KEI) en energiezuinige lampen (lamp)5. Energiezuinige lampen zijn bij inzameling al gesorteerd in ‘tl-buizen (>60 cm)’ en ‘overige lampen’ en worden via een afzonderlijke route getransporteerd naar gespecialiseerde recyclingbedrijven. Al het andere ongesorteerde e-waste laat Wecycle scheiden in de vier categorieën: GWG, KV, TVM, en KEI. Het gesorteerde e-waste wordt in bulk getransporteerd naar recyclingbedrijven die zijn gespecialiseerd in de recycling van de betreffende categorie. De recyclingbedrijven rapporteren hun weegbruggegevens in het internetportaal van Wecycle. De gegevens uit het internetportaal van Wecycle zijn de basis voor de totale ingezamelde en gerecyclede hoeveelheden per recyclingcategorie in tabel 4 en 5.
Gloeilampen zijn hier geen onderdeel van.
5
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Aanvullende rapportage
8
Monitoringsverslag 2013
Tabel 4: Door Wecycle ingezameld e-waste per recyclingcategorie en per WEEE-categorie, verdeeld in consumenten e-waste en professioneel e-waste in 2013
WEEE-categorie Consumenten e-waste
GWG
KV
TVM
KEI
Lamp
Totaal
1
Grote huishoudelijke apparaten
29.264
22.325
-
5.830
-
57.419
2
Kleine huishoudelijke apparaten
-
-
-
7.296
-
7.296
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
-
-
4.573
9.474
-
14.047
4 Consumentenapparatuur
- - 19.138 8.331 - 27.470
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
- -
- -
- -
6 Elektrisch gereedschap
-
-
- 2.037
- 2.037
-
-
-
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
77
8 Medische hulpmiddelen
1.033 -
79 79
356
1.112 79 433
- - - - - -
9 Meet- en controle instrumenten - - - - - 10 Automaten
- - - - - -
Totaal gerecycled particulier
29.341
22.325
23.711
34.357
GWG
KV
TVM
KEI
WEEE-categorie Professioneel e-waste
1 Grote huishoudelijke apparaten
79 109.813 Lamp
- 497 - 462
Totaal
- 959
2 Kleine huishoudelijke apparaten - - - - - 3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
-
-
-
278
-
278
4 Consumentenapparatuur
- - - - - -
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
- -
- -
6 Elektrisch gereedschap
-
- - 395
- -
815 -
1.581 1581
2.396 1581
- 395
7 Speelgoed, sport/ontspanning app. - - - - - 8 Medische hulpmiddelen
- - - 98 - 98
9
-
Meet- en controle instrumenten
-
-
101
-
101
10 Automaten
563 93 - - - 656
Totaal gerecycled niet-particulier
563
590
0
2.149
Totaal gerecycled e-waste
29.905
22.915
23.711
36.506
1.581
4.884
1.660 114.697
Tabel 4 is nodig om de recyclingcategorieën te converteren naar wettelijke WEEE-categorieën en herkomst van tabel 2A. De conversie gaat als volgt: Wecycle laat door de reyclers steekproeven uitvoeren om de recyclingcategorieën toe te wijzen aan de juiste WEEE-categorieën. De recyclingcategorieën GWG en KV zijn grotendeels toegewezen aan WEEE-categorie 1 (grote huishoudelijke apparaten). De recycling-categorieën TVM wordt verdeeld over WEEE-categorie 3 (IT- & telecommunicatie-apparatuur) en 4 (consumentenapparatuur). KEI daarentegen bestaat uit e-waste van veel verschillende WEEE6
Dat wil zeggen: niet zijnde een particulier huishouden
categorieën en wordt op basis van de steekproeven hierover verdeeld. Alle energiezuinige lampen zijn toegewezen aan WEEE-categorie 5.
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Aanvullende rapportage
9
Monitoringsverslag 2013
Voor de toewijzing van professioneel e-waste aan de WEEE-categorieën 1, 5, 8 en 10 houdt Wecycle tevens afzonderlijke registraties bij. Een groot deel van het professionele e-waste wordt direct als monostroom ingezameld bij de professionele6 ontdoener. WEEE-categorieën 2, 4 en 7 worden altijd beoordeeld als consumenten e-waste, omdat apparaten van niet-particuliere herkomst niet of nauwelijks als zodanig te herkennen zijn. Van WEEE-categorieën 8, 9 en 10 wordt aangenomen dat ze altijd professioneel zijn. Voor WEEE-categorieën 1, 3, 5 en 6 is het wel mogelijk onderscheid te maken tussen de twee. Voor WEEE-categorie 5 zijn op basis van steekproeven alleen de retrofit spaarlampen (d.w.z. met schroeffitting) onder de consumentenlampen geschaard. Van alle andere soorten lampen wordt aangenomen dat ze professioneel zijn. In paragraaf 1.2 is het door Wecycle inzamelde e-waste gescheiden gerapporteerd van het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde7 e-waste. In tabel 5 zijn ze in één overzicht gepresenteerd. In totaal rapporteert Wecycle 134 duizend ton e-waste over 2013.
Tabel 5: Totaal gerapporteerd e-waste per reyclingcategorie in 2013, verdeeld in door Wecycle ingezameld en (buiten Wecycle om) geregistreerd
Recyclingcategorie [in tonnen]
Ingezameld door Wecycle Geregistreerd
GWG
KV
TVM
KEI
Lamp
29.905
22.915
23.711
36.506
1.660
461
Totaal
754 772 16.894
Totaal
114.697
- 18.881
30.366 23.669 24.483 53.400 1.660 133.578 In 2014 stopt de pilot met de registratie van e-waste (tabel 2B en 5). Het Nationaal (W)EEE Register neemt deze taak op zich. Over het jaar 2014 is de registratie van alle e-waste verplicht, ook e-waste dat buiten de verantwoordelijkheid van producenten en importeurs wordt ingezameld en gerecycled. Wecycle verwacht dat door registratie het behalen van de toekomstige wettelijke inzameldoelstellingen mogelijk is geworden. Verder gaat Wecycle eind 2014 de recyclingcategorie TVM fysiek splitsen in CRT (beeldbuizen) en FPD (flatpanels) zodat in 2015 de rapportage van de TVM overgaat in de recyclingscategorieën CRT en FPD. Tot slot zet Wecycle het al eerder ingezette beleid van het plaatsen van inzamelstraten bij detaillisten voort. Wecycle zet in op een groter aantal en meer bekendheid van deze inzamelpunten.
2.3 Onderbouwing materiaalhergebruik en nuttige toepassing Wecycle heeft contracten afgesloten met recyclingbedrijven waarin per recyclingcategorie minimumpercentages materiaalhergebruik en nuttige toepassing zijn overeengekomen. Elk half jaar rapporteren de recyclingbedrijven in de webapplicatie ‘WF-RepTool’8 over de door hen behaalde 7
Het volgende e-waste voldoet niet aan de voorwaarden voor registratie: voorraadvernietiging, e-waste afkomstig van buitenlandse ontdoeners, e-waste gemengd in andere materiaalstromen (zoals metaal) en e-waste gerecycled namens producenten en importeurs met een eigen mededeling.
percentages materiaalhergebruik en nuttige toepassing. WF-RepTool is unieke software waarmee de recycleketen van begin tot eind in kaart wordt gebracht. Gegevens uit WF-RepTool zijn de basis voor tabel 6. Voor alle duidelijkheid: tabel 6 is uitsluitend van toepassing op het door Wecycle ingezamelde e-waste en niet op het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde e-waste.
Deze applicatie is ontwikkeld door het WEEE Forum: een samenwerkingsverband van circa 40 collectieve inzamel systemen in Europa. Wecycle is lid en mede-oprichter van het WEEE Forum.
8
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Aanvullende rapportage
10
Monitoringsverslag 2013 Tabel 6: Percentage materiaalhergebruik en nuttige toepassing per recyclingcategorie in 2013
GWG
Recycle resultaat per recyclingscategorie [in %]
KV
TVM
KEI
Lamp
Totaal
Hergebruik
84% 88% 89% 80% 94% 85%
Nuttige toepassing
95% 99% 97% 97% 96% 97% In tabel 7 is een uitsplitsing gemaakt tussen recyclinglocatie in Nederland en recyclinglocatie in een ander EU-land. De gecontracteerde recyclingbedrijven in het buitenland zijn gesitueerd in België en Duitsland.
Tabel 7: Gerecyclede hoeveelheden per recyclingcategorie en per WEEE-categorie verdeeld over Nederland en andere EU-landen in 2013
Recyclingcategorie [in tonnen]
WEEE-categorie Recyclinglocatie in Nederland
GWG
KV
TVM
KEI
Lamp
Totaal
1
Grote huishoudelijke apparaten
29.264
14.007
-
4.416
-
47.687
2
Kleine huishoudelijke apparaten
-
-
-
5.121
-
5.121
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
-
-
2.331
6.845
-
9.176
4 Consumentenapparatuur
- - 9.755 5.848 - 15.602
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
- -
- -
- 1.297 - -
- 1.297 - -
6 Elektrisch gereedschap
-
-
- 1.707
- 1.707
-
-
-
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
77
250
327
8 Medische hulpmiddelen
- - - 69 - 69
9
-
Meet- en controle instrumenten
10 Automaten
-
-
71
-
71
563 56 - - - 619
Totaal gerecycled in Nederland WEEE-categorie
Recyclinglocatie in ander EU-land
29.905
14.063
GWG
KV
12.085 TVM
25.624 KEI
- Lamp
81.677 Totaal
1
Grote huishoudelijke apparaten
-
8.815
-
1.875
-
10.690
2
Kleine huishoudelijke apparaten
-
-
-
2.175
-
2.175
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
-
-
2.242
2.907
-
5.149
4 Consumentenapparatuur
- - 9.384 2.483 - 11.867
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
- -
- -
6 Elektrisch gereedschap
-
- - 725
- 725
7
-
-
-
Speelgoed, sport/ontspanning app.
- - -
551 - 106
1.660 1.660
2.211 1.660 106
8 Medische hulpmiddelen
- - - 29 - 29
9
-
Meet- en controle instrumenten
-
-
30
-
30
10 Automaten
- 37 - - - 37
Totaal gerecycled in ander EU land
0
8.852
11.626
10.882
1.660
Totaal gerecycled e-waste
29.905
22.915
23.711
36.506
1.660 114.697
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Aanvullende rapportage
33.020
11
Monitoringsverslag 2013
Tabel 3 uit paragraaf 1.3 is berekend uit tabel 6 en 7 samen. Per WEEE-categorie zijn de gerecyclede hoeveelheden e-waste voor elke categorie uit tabel 7 vermenigvuldigd met de bijbehorende percentages materiaalhergebruik of nuttige toepassing uit tabel 69. In de REA zijn doelstellingen vastgesteld voor de percentages materiaalhergebruik en nuttige toepassing. In tabel 8 zijn de doelstellingen vergeleken met de percentages die Wecycle heeft gerealiseerd. Ook tabel 8 is uitsluitend van toepassing op het door Wecycle ingezamelde e-waste (niet op het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde e-waste).
Tabel 8: Percentage materiaalhergebruik en nuttige toepassing per WEEE-categorie in 2013
Eis Materiaalhergebruik
WEEE-categorie
Gerealiseerd Materiaalhergebruik
Eis Nuttige toepassing
Gerealiseerd Nuttige toepassing
1
Grote huishoudelijke apparaten
75%
85%
80%
97%
2
Kleine huishoudelijke apparaten
50%
80%
70%
97%
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
65%
83%
75%
97%
4 Consumentenapparatuur
65%
86%
75%
97%
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
80% -
86% 94%
- -
97% 96%
6
Elektrisch gereedschap
50%
80%
70%
97%
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
50%
80%
70%
97%
8
Medische hulpmiddelen
-
80%
-
97%
9
Meet- en controle instrumenten
50%
80%
70%
97%
75%
84%
80%
96%
10 Automaten
Na vijf jaar stijging in materiaalhergebruik en nuttige toepassing voorziet Wecycle in 2014 geen verdere stijging.
Wanneer een WEEE-categorie is samengesteld uit e-waste van meerdere recyclingcategorieën (meer dan één cel ingevuld per rij in tabel 7), dan zijn de vermenigvuldigingen (% uit tabel 6 maal gewicht uit tabel 7) gesommeerd in tabel 3.
9
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Aanvullende rapportage
12
Monitoringsverslag 2013
3 Betrouwbaarheid rapportage De informatie in dit verslag is beoordeeld door accountancy- & advieskantoor KPMG. Deze beoor-deling wordt ‘assurance’ genoemd. Dit betekent dat KPMG beoordeelt of de berekening en onder-bouwing van de rapportage correct is. Het oordeel van KPMG beslaat zowel de cijfers als de tekst in dit verslag. Wecycle heeft de minimale bewijslast10 vastgesteld. Elk geclaimd materiaalhergebruik en nuttige toepassing moet onderbouwd zijn door de gecontracteerde recyclingbedrijven. Ter beoordeling van de informatie in dit verslag heeft KPMG onder meer beoordeeld of rapportages (in WF-RepTool) daadwerkelijk zijn onderbouwd met aantoonbaar bewijs in lijn met de bewijslast van Wecycle. KPMG beoordeelt tevens de inkomende en uitgaande hoeveelheden. Als onderdeel van de opdracht heeft KPMG alle gecontracteerde recyclingbedrijven bezocht. In appendix I geeft KPMG zijn eindoordeel in het zogenoemde ‘assurance rapport’.
3.1 Bewijslast materiaalhergebruik en nuttige toepassing Elk recyclingbedrijf moet bewijzen hoeveel materiaalhergebruik en hoeveel nuttige toepassing hij heeft gerealiseerd. Wecycle bepaalt welke bewijzen het recyclingbedrijf hiervoor tenminste moet leveren. Deze bewijslast begint voor elk recyclingbedrijf met het vaststellen van de scheidingsresultaten van zijn eigen recyclingproces. De recyclingbedrijven van energiezuinige lampen baseren deze ieder half jaar op de werkelijk afgevoerde materiaalstromen. Alle andere recyclingbedrijven baseren deze elk half jaar op een batch11. Hiermee is bewijs geleverd voor de eigen scheidingsresultaten. De recyclingbedrijven volgen daarna elke afgevoerde materiaalstroom tot het einde van de keten (downstream) waar het wordt hergebruikt, nuttig toegepast of verwijderd. Dit betekent dat ze gedocumenteerd bewijs opvragen. De recyclingbedrijven rapporteren alle gegevens in WF-RepTool. Wecycle heeft voor deze downstream-gegevens een ‘downstream bewijslast’ gedefinieerd. Deze verschilt per materiaalstroom en is toegelicht in tabel 9. Tabel 9 dient als volgt te worden gelezen: • De eerste kolom geeft aan of het bewijslast betreft voor hergebruik of nuttige toepassing, of voor materiaal dat buiten de EU verwerkt wordt. • De tweede kolom geeft aan voor welke soort materiaalstroom de bewijslast geldt. • De derde kolom (“te bewijzen per materiaalstroom”) geeft aan wat bewezen moet worden. Meestal zijn dit de samenstelling (percentage) en/of de levering van de materiaalstroom aan de (eind)verwerker. • De laatste kolommen geven weer welke documenten mogelijk als bewijs kunnen dienen. In de bewijslast staat wat bewezen moet worden en met welke documenten een bewijs kan worden geleverd.
10
11
Per gevraagd bewijs is steeds één van de mogelijke documenten voldoende.
Bij een batch wordt een gedefinieerde hoeveelheid van uitsluitend e-waste van Wecycle verwerkt in het scheidingsproces van het recyclingbedrijf. Alle uitgescheiden materiaalstromen worden afzonderlijk gewogen en zijn de basis voor de rapportage over al het e-waste van Wecycle. Bij de afnemers van het recyclingbedrijf (downstream) is het jaarlijks uitvoeren van een batch tevens verplicht voor elke gemengde materiaalstroom groter dan 20 procent van de oorspronkelijke input.
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Betrouwbaarheid rapportage
13
Monitoringsverslag 2013
Tabel 9: Downstream bewijslast per materiaalstroom in 2013
Export uit EU
Nuttige toepassing in de EU/EFTA
Materiaalhergebruik in & buiten de EU/EFTA
Soort materiaal
Te bewijzen per materiaalstroom
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H]
Metalen
1. percentage (herbruikbaar) metaal
J J J J J J J J
Glas en beton
1. percentage herbruikbaar (inert) materiaal 2. levering 1e verwerker en eindverwerker
J J J J J J J J N J J J J N J J
Gespecificeerd Kunststof als grondstof voor granulaat: ABS, PE, PP, (HI)PS
1. percentage herbruikbare ABS, PE, PP, PS 2. levering aan kunststof scheider 3. afzetmarkt/land(en) eindverwerker
N J J J J J J J N J J J J N J J N J J J J N J J
PUR
1. percentage (H)CFC < 0,2% 2. levering aan 1e verwerker 3. soort hergebruik
J J J J J N J J N J J J J N J J N N J J J N J J
Ongespecificeerd kunststof of materiaal anders hergebruikt dan voor metaal hergebruik in smelters
1. percentage herbruikbaar materiaal 2. levering aan eindverwerker 3. soort hergebruik
N J J J J J J J N J J J J N J J N N J J J N J J
PUR
1. percentage (H)CFC < 0,2% 2. levering aan 1e afnemer
J J J J J N N J N J J J J N N J
Hout
1. vaststelling hout door 1e afnemer
N N J J J N N J
Organisch materiaal
1. levering aan industriële oven of R1-AVI
N N J J J N N J
1. Verwerking onder EU standaarden12
N N N J J N J J
Afval, behalve product en/of metaal
J = voor Wecycle acceptabel als potentieel bewijs N = voor Wecycle niet acceptabel als potentieel bewijs
[A] Specificatie samenstelling door onafhankelijke derde partij (niet toegestaan als downstream
nog verdere scheiding plaatsvindt)
[B] Specificatie samenstelling van deelstroom recyclingbedrijf door afnemer en/of eindverwerker [C] Factuur/creditnota van afnemer en/of eindverwerker [D] Downstream statement van afnemer en/of eindverwerker [E] Contract met afnemer en/of eindverwerker [F] Acceptatiecriteria van afnemer en/of eindverwerker (alléén bij pure stroom en aangevuld met
bewijs van levering)
[G] Verklaring product-/end-of-waste status [H] Auditrapport
Tabel 9 geeft aan dat de recyclingbedrijven verschillende mogelijkheden hebben om gedocumenteerd bewijs te leveren. Wecycle heeft ervoor gekozen de recyclingbedrijven niet alles te laten bewijzen. Zo hoeft alleen in uitzonderlijke gevallen het hergebruik of de nuttige toepassing zelf bewezen te worden. Als bijvoorbeeld organisch afval aantoonbaar geleverd wordt aan een AVI (afvalverbrandingsinstallatie) met 12
Raadpleeg de Regeling AEEA voor de exacte eisen.
een R1-status, dan neemt Wecycle aan dat het wordt verbrand. Bewijs voor de verbranding wordt
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Betrouwbaarheid rapportage
14
Monitoringsverslag 2013
dan niet gevraagd. Als bijvoorbeeld metaal aantoonbaar wordt uitgescheiden en de zuiverheid is bewezen, dan neemt Wecycle aan dat het metaal wordt hergebruikt. Deze benadering is gebaseerd op de inschatting van risico’s, dat de informatie vanwege bepaalde belangen onjuist is. Zo hebben metalen een hoge economische waarde. Zodra ze zijn uitgescheiden, is het waarschijnlijk dat ze worden hergebruikt. De aannames vallen uiteen in drie categorieën:
Algemeen • Indien een recyclingbedrijf uitsluitend e-waste recyclet van één WEEE-categorie, dan zijn de werkelijke afgevoerde hoeveelheden representatief voor de scheidingsresultaten van zijn recyclingproces. • Indien een recyclingbedrijf niet uitsluitend e-waste recyclet van één WEEE-categorie, dan is een batch van één gewichtsprocent van de aangeleverde hoeveelheid representatief voor de scheidingsresultaten van zijn recyclingproces. • Bij het uitvoeren van een batch wijkt de som van alle losse wegingen niet meer af dan 5 procent van de ingezette hoeveelheid. • De applicatie WF-RepTool kent op basis van Europese wet- en regelgeving de juiste classificaties materiaalhergebruik en nuttige toepassing toe aan materiaalstromen en aan recyclingtechnologieën. • Aangedragen bewijs over het jaar dat gecontroleerd wordt, is niet ouder dan het jaar ervoor. Het bewijs van het jaar ervoor mag alleen gebruikt worden wanneer het verwerkingsproces niet veranderd is. • De bewijslast voor afzet naar gelieerde (zuster)bedrijven is dezelfde als voor afzet naar niet gelieerde bedrijven.
Materiaalhergebruik • Uitgescheiden metaal wordt vanwege de hoge economische waarde hergebruikt. • Een eindverwerker (hergebruiker) hergebruikt ontvangen glas of beton. • De kunststoffen ABS, PE, PP en (HI)PS worden vanwege de economische waarde hergebruikt. • Hergebruikt materiaal is puur bij een zuiverheid van minimaal 98 procent. • Smeltverliezen in metaalsmelters voor herbruikbare metalen zijn niet in mindering gebracht op de percentages materiaalhergebruik.
Nuttige toepassing • Materiaal uit e-waste dat ter verbranding wordt aangeboden, bestaat voor minimaal 50 procent uit organische afvalstoffen13. • Secundaire brandstoffen worden geleverd aan en verbrand in een industriële verbrandingsoven. • Verbranding in een industriële verbrandingsoven of in een AVI met een R1-classificatie14 is nuttige toepassing15. Cementovens en energiecentrales hebben in beginsel een R1-status, als meer dan 50% van de afvalstoffen organisch is.
13
• Verbranding in een AVI zonder een R1-classificatie is geen nuttige toepassing.
De Nederlandse overheid heeft een lijst met R1 AVI’s gepubliceerd.
14
Buiten de EU / EFTA wordt geen nuttige toepassing toegekend, tenzij (aanvullend) wordt bewezen dat de industriële verbrandingsoven volledig voldoet aan EU-standaarden.
15
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Betrouwbaarheid rapportage
15
Monitoringsverslag 2013
3.2 Afwijkingen op de bewijslast Tijdens de assurance activiteiten zijn afwijkingen op de bewijslast geconstateerd. Met andere woorden: soms is niet aan de bewijslast voldaan. De afwijkingen hadden geen significante invloed op de gerapporteerde percentages hergebruik en nuttige toepassing. Hieronder volgt een overzicht van deze afwijkingen. Tevens zijn opmerkingen opgenomen die Wecycle het vermelden waard vindt. Het overzicht is opgedeeld in een aantal algemene afwijkingen en afwijkingen per recyclingcategorie.
Algemene afwijkingen en opmerkingen • Bijna alle recyclingbedrijven registreren kleine weeghoeveelheden (<1.000 kg) voor de batches handmatig. Hiervoor zijn dus geen automatisch gegenereerde weegbonnen voorhanden. • Voor kleine materiaalstromen is geen aantoonbaar bewijs gevraagd voor geclaimd materiaal hergebruik en nuttige toepassing. De focus ligt op de grote materiaalstromen. De onbewezen materiaalstromen vertegenwoordigen samen echter nooit meer dan één procent van het totale percentage materiaalhergebruik of nuttige toepassing per recyclingcategorie. • De gedocumenteerde bewijzen voor downstream recycling zijn in alle gevallen een verklaring over alle materiaalstromen die bij het betreffende recyclingbedrijf worden verwerkt. Dit betekent dat een expliciete link naar uitsluitend de Wecycle-stroom niet wordt gemaakt. • In de berekening van de percentages materiaalhergebruik en nuttige toepassing worden voorraden van uitgescheiden materiaalstromen meegenomen als zijnde (eind)verwerkt16. • Onvrijwillig gerecycled vuil, dat geen e-waste betreft en dat niet bij de sorteercentra is uitgesorteerd, wordt niet afgetrokken van de ingezamelde hoeveelheden e-waste en ook niet meegenomen in de bepaling van het hergebruik percentage. Het percentage vuil ligt onder de één procent. • De in dit verslag gerapporteerde, door Wecycle ingezamelde hoeveelheid is gebaseerd op basis van de gegevens uit het internetportaal van Wecycle. Deze hoeveelheid wijkt maximaal één procent af van de totale hoeveelheid die door de recyclers is gerapporteerd in WF-RepTool. • Voor de negen grootste apparaten zoals wasmachines en beeldbuistelevisies, bepaalt Wecycle eenmaal per jaar het gemiddelde gewicht op basis van minimaal 100 stuks. Deze gemiddelde gewichten zijn representatief voor alle aantallen van deze negen grootste apparaten.
Afwijkingen GWG Recyclingbedrijven: Coolrec en HKS • Bij één recyclingbedrijf is tegen de 700 ton aan kunststof niet gerecycled maar in opslag gebleven. In lijn met bovengenoemde “algemene afwijkingen en opmerkingen” is deze voorraad gerapporteerd als zijnde verwerkt volgens het afzetkanaal van de jaren ervoor. Deze 700 ton staat gelijk aan 2 procent hergebruik van het totaal GWG en 1 procent hergebruik van WEEE-categorie 1. Het risico bestaat dat er geen gelijkwaardig afzetkanaal voor deze materiaalstroom gevonden wordt en het gerapporteerde hergebruik percentage voor GWG en WEEE-categorie 1 te hoog is. In 2014 moet een alternatief afzet kanaal worden gevonden met een eigen gedocumenteerd bewijs voor het hergebruik percentage. • Bij één recyclingbedrijf zijn voor de stromen uit de batch >1000 kg de weegbonnen niet bewaard. • Bij één recyclingbedrijf was de batchgrootte niet de minimale 1,0 procent maar circa 0,9 procent. Voor zeer kleine materiaalstromen, die minder dan 5 procent van de verwerkte hoeveelheid vertegenwoordigen, kan de jaarlijkse afzet zo klein zijn dat de voorraden groter zijn dan 50 procent.
16
Afwijkingen KV Recyclingbedrijven: Alba en Coolrec • Bij één recyclingbedrijf zijn voor de stromen uit de batch >1000 kg de weegbonnen niet bewaard.
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Betrouwbaarheid rapportage
16
Monitoringsverslag 2013
Afwijkingen TVM Recyclingbedrijven: Coolrec, Sims en Stena • Bij twee recyclingbedrijven zijn voor de stromen uit de batch >1000 kg de weegbonnen niet bewaard. • Bij één recyclingbedrijf zijn de oorspronkelijke tellijsten voor de steekproef niet bewaard.
Afwijkingen KEI Recyclingbedrijven: Coolrec, Remondis, Sims en Stena • Bij twee recyclingbedrijven zijn voor de stromen uit de batch >1000 kg de weegbonnen niet bewaard. • Bij één recyclingbedrijf zijn de oorspronkelijke tellijsten voor de steekproef niet bewaard.
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Betrouwbaarheid rapportage
17
Monitoringsverslag 2013
Appendix: Onafhankelijk assurance-rapport Aan de lezers van het ‘Monitoringsverslag 2013’ van Wecycle17. Inleiding De directeur van Wecycle heeft ons verzocht zekerheid te verschaffen bij de informatie in het ‘Monitoringsverslag 2013’ (verder: het Verslag). Het Verslag is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de directeur van Wecycle. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance rapport inzake het Verslag te verstrekken.
Context en reikwijdte In het Verslag beschrijft Wecycle de resultaten op het gebied van inzameling en recycling van afgedankte elektrische apparatuur. Onze werkzaamheden waren gericht op het verschaffen van een beperkte mate van zekerheid dat de informatie in het Verslag, in alle van materieel belang zijnde aspecten, in overeenstemming met de rapportagecriteria is weergegeven. De werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid zijn gericht op het vaststellen van de plausibiliteit van informatie en zijn geringer van diepgang dan de werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid.
Assurance standaard en rapportagecriteria We hebben onze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de Nederlandse Standaard 3000 “Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie”. Op basis van deze standaard is het onder andere vereist dat de leden van het assurance-team over de specifieke kennis, vaardigheden en vaktechnische bekwaamheden beschikken die nodig zijn om assurance te kunnen verstrekken over duurzaamheidinformatie alsmede dat die leden voldoen aan de vereisten van de Ethische Code voor Professionele Accountants van International Federation of Accountants, inclusief onafhankelijkheid. Wecycle past haar eigen interne rapportagecriteria voor de informatie in het Verslag toe, zoals deze zijn uiteengezet in de uitgangspunten op pagina 3. Wij zijn van mening dat de verslaggevingscriteria toepasbaar zijn binnen de context van onze assurance-opdracht.
Wecycle is de handelsnaam van de Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten (NVMP).
17
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Appendix
18
Monitoringsverslag 2013
Verrichte werkzaamheden Onze werkzaamheden gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid bestonden uit: • de beoordeling van de systemen en processen van informatieverzameling en -verwerking, waaronder de aggregatie van de gegevens tot de informatie zoals opgenomen in het Verslag; • de beoordeling van de interne grondslagen van het Verslag die bij het opstellen van de gegevens zijn gebruikt; • een beoordeling van de betrouwbaarheid van de informatie in het Verslag, inclusief beoordeling van belangrijke schattingen; • bezoeken aan de zeven door Wecycle gecontracteerde recyclingbedrijven om de onderliggende data te beoordelen; • bezoek aan drie niet door Wecycle gecontracteerde recycling- of refurbishmentbedrijven om het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde tonnage e-waste te beoordelen; • het beoordelen van de informatie in het Verslag aan de hand van interne en externe documenten; • het evalueren of het Verslag in lijn is met onze algemene kennis van en ervaring met Wecycle. Tijdens ons onderzoek hebben wij de noodzakelijke wijzigingen in het Verslag met Wecycle besproken en hebben wij vastgesteld dat deze wijzigingen adequaat zijn verwerkt in de definitieve versie van het Verslag.
Conclusie Op basis van onze werkzaamheden is ons niet gebleken dat de informatie in het Verslag niet, in alle van materieel belangzijnde aspecten, in overeenstemming met de rapportagecriteria is weergegeven.
Amstelveen, 27 juni 2014 KPMG Sustainability, onderdeel van KPMG Advisory N.V. W.J. Bartels RA, partner
Wecycle Monitoringsverslag 2013
Appendix
19