Wecycle Monitoringsverslag 2012
Monitoringsverslag 2012
Inhoudsopgave Inleiding
3
1
Verplichte rapportage
4
1.1
Op de markt gezette elektrische apparatuur
4
1.2
Ingezamelde elektrische apparatuur
4
1.3
Materiaalhergebruik en nuttige toepassing
6
2
Aanvullende rapportage
7
2.1
Onderbouwing op de markt gezette hoeveelheden
7
2.2
Onderbouwing ingezamelde hoeveelheden
8
2.3
Onderbouwing materiaalhergebruik en nuttige toepassing
10
3
Betrouwbaarheid rapportage
13
3.1
Bewijslast materiaalhergebruik en nuttige toepassing
13
3.2
Afwijkingen op de bewijslast
16
Appendix: Onafhankelijk assurance-rapport
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Inhoudsopgave
17
2
Monitoringsverslag 2012
Inleiding Wecycle1 presenteert in dit monitoringsverslag haar resultaten op het gebied van de inzameling en recycling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (hierna: e-waste) aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Wecycle rapporteert namens de productstichtingen Bruingoed, ICT Milieu, LightRec, SMR, SVCV, SVEG2 en Witgoed volgens de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur (REA, Staatscourant 28 juni 2004, nr. 142). Dit verslag bestaat uit drie delen. De wettelijk verplichte rapportage staat in hoofdstuk 1. Hierbij wordt artikel 16, bijlage 2 van de REA gevolgd: het formulier verslaglegging REA. Het gaat daarbij om informatie over de resultaten van de uitvoering van de artikelen 7 tot en met 13 van de REA, alsmede over de hoeveelheid op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparaten. In hoofdstuk 2 geeft Wecycle de onderbouwing van de verplichte informatie uit het eerste hoofdstuk. Deze aanvullende informatie rapporteert Wecycle op verzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de betrouwbaarheid van de gepresenteerde cijfers. De cijfers in het verslag dienen te worden gelezen in samenhang met dit hoofdstuk. Dit verslag is samengesteld op basis van de volgende uitgangspunten: • Reikwijdte: het verslag betreft alle organisaties waarmee Wecycle afspraken heeft gemaakt over de recycling van e-waste. • Definities: voor rapportage van getallen zijn voor zover aanwezig de definities uit de REA gehanteerd, behalve voor de recyclingcategorieën die zijn toegelicht in paragraaf 2.2. • Balans: het verslag is een gebalanceerde weergave van de behaalde resultaten, inclusief mogelijke beperkingen in de betrouwbaarheid van de informatie. • Betrouwbaarheid: de informatie in het verslag is juist en volledig onderbouwd met onderliggende documenten (waaronder de rapportages van de recyclingbedrijven) en wordt betrouwbaar weergegeven, rekening houdend met de mogelijkheden die Wecycle heeft om dat te bewerkstelligen (zie hoofdstuk 3). • Voorzichtigheid: daar waar onzekerheden bestaan over de betrouwbaarheid van informatie is uitgegaan van het voorzichtigheidsbeginsel.
1 Wecycle is sinds 14 februari 2011 de handelsnaam van de Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten (Stichting NVMP). 2 SMR staat voor Stichting Metalektro Recycling; SVCV staat voor Stichting Verwerking Centrale Ventilatoren; SVEG staat voor Stichting Verwijdering Elektrische Gereedschappen
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Inleiding
3
Monitoringsverslag 2012
1 Verplichte rapportage In dit hoofdstuk staat uitsluitend de verplicht te rapporteren informatie uit het formulier verslaglegging REA van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dit formulier bestaat uit drie tabellen. Voor de duidelijkheid zijn de volledige tabellen uit dit formulier opgenomen, ook wanneer Wecycle op onderdelen niet rapporteert (cellen met “-”). Vanwege de leesbaarheid wordt ‘elektrisch en elektronisch’ hierna aangeduid als ‘elektrisch’. Wecycle rapporteert vanaf 2012 ook over WEEEcategorie 3 (IT- & telecommunicatie apparatuur).
1.1 Op de markt gezette elektrische apparatuur Tabel 1 geeft aan hoeveel elektrische apparaten in 2012 door de producenten en importeurs op de markt zijn gezet. Dit jaar worden naast de aantallen ook voor het eerst de gewichten gerapporteerd. Voor WEEE-categorie 3: IT- & telecommunicatie apparatuur zijn dit jaar alleen de gewichten bekend en niet de aantallen. In paragraaf 2.1 wordt tabel 1 nader onderbouwd. Tabel 1: Op de Nederlandse markt gebrachte elektrische apparatuur in 2012 3
WEEE-categorie
Op markt gezet [aantal x 1.000]
Op markt gezet [ton]
1
Grote huishoudelijke apparaten
5.116
171.300
2
Kleine huishoudelijke apparaten
21.814
28.100
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
-
51.900
4 Consumentenapparatuur 5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
8.638
27.900
38.314 34.003
13.800 3.900
6
Elektrisch gereedschap
3.023
10.600
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
2.865
3.400
8
Medische hulpmiddelen
573
7.200
9
Meet- en controle instrumenten
2.322
2.600
10 Automaten
40
2.600
1.2 Ingezamelde elektrische apparatuur Tabel 2A geeft aan hoeveel e-waste (in gewicht) door Wecycle per WEEE-categorie is ingezameld in 2012. Er wordt onderscheid gemaakt tussen e-waste afkomstig van particuliere huishoudens en e-waste niet afkomstig van particuliere huishoudens. Vanwege de leesbaarheid worden deze twee termen hierna respectievelijk “consumenten e-waste” en “professioneel e-waste” genoemd. Ingezameld e-waste dat niet afkomstig is van huishoudens, maar dat op basis van aard en hoeveelheid niet naar herkomst is te herleiden, wordt onder consumenten e-waste geschaard. Dit is overeenkomstig de definitie in de REA. Dit houdt in dat e-waste professioneel is als het op zichzelf herkenbaar is als zijnde professioneel, bijvoorbeeld een drankautomaat. Alle gebouwgebonden apparaten, waaronder cv-ketels en warmte terugwin units in woonhuizen, vallen bij Wecycle ook Op basis van opgaven van producenten en importeurs.
3
onder professioneel.
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Verplichte rapportage
4
Monitoringsverslag 2012
Naast het e-waste dat Wecycle inzamelt en laat verwerken, wordt er door Nederlandse recyclingbedrijven ook e-waste uit Nederland verwerkt, dat wordt aangeboden door andere organisaties en bedrijven dan Wecycle. In 2012 heeft Wecycle in een pilot bij vier bedrijven deze hoeveelheden in beeld gebracht. Wecycle noemt dit “geregistreerd” e-waste. De geregistreerde hoeveelheden zijn in tabel 2B weergegeven. Dit is gepresenteerd in een aparte tabel, omdat deze hoeveelheden niet door Wecycle zijn ingezameld en omdat Wecycle hierover in dit verslag geen materiaalgebruik en nuttige toepassing rapporteert (paragraaf 1.3, tabel 3). Tabel 2A: Door Wecycle ingezameld consumenten e–waste en professioneel e-waste in 2012
WEEE-categorie
[in tonnen]
Consumenten e-waste
Professioneel e-waste
1
Grote huishoudelijke apparaten
58.691
832
2
Kleine huishoudelijke apparaten
7.064
-
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
17.424
132
4 Consumentenapparatuur
29.869
-
842 35
2.591 1.671
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen 6
Elektrisch gereedschap
2.375
-
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
582
107
8
Medische hulpmiddelen
-
90
9
Meet- en controle instrumenten
-
-
10 Automaten
-
619
Tabel 2B: Buiten Wecycle om ingezameld en geregistreerd consumenten e–waste en professioneel e-waste in 2012
WEEE-categorie
[in tonnen]
Consumenten e-waste
Professioneel e-waste
1
Grote huishoudelijke apparaten
717
10
2
Kleine huishoudelijke apparaten
821
-
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
5.156
8.389
4 Consumentenapparatuur 5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
595
-
- -
543 -
6
Elektrisch gereedschap
194
-
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
476
-
8
Medische hulpmiddelen
-
74
9
Meet- en controle instrumenten
-
22
10 Automaten
-
791
In paragraaf 2.2 worden de tabellen 2A en 2B nader onderbouwd.
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Verplichte rapportage
5
Monitoringsverslag 2012
1.3 Materiaalhergebruik en nuttige toepassing Tabel 3 geeft aan welke hoeveelheden materiaal (in gewicht) per WEEE-categorie zijn hergebruikt en nuttig toegepast. Tabel 3 is uitsluitend van toepassing op het door Wecycle ingezamelde e-waste (tabel 2A) en niet op het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde e-waste (tabel 2B). Er wordt onderscheid gemaakt tussen recycling in Nederland, recycling in een ander EU-land of recycling buiten de EU. Bij het onderscheid gaat het om de locatie van de gecontracteerde recyclingbedrijven waar de gehele apparaten de eerste recyclingstap ondergaan. Na de eerste recycling kunnen uitgescheiden materiaalstromen worden afgezet op de wereldmarkt, dus ook buiten de EU. Rapportage over producthergebruik valt niet onder de verplichte rapportage op grond van de REA. Wecycle heeft hier overigens ook geen gegevens over. In paragraaf 2.3 wordt tabel 3 nader onderbouwd. Tabel 3: Materiaalhergebruik en nuttige toepassing over het door Wecycle ingezamelde e-wast naar bestemming in 2012
in Nederland
WEEE-categorie
[in tonnen]
in ander EU-land
buiten EU
Materiaalhergebruik
Nuttige toepassing
Materiaalhergebruik
Nuttige toepassing
Materiaalhergebruik
Nuttige toepassing
1
Grote huishoudelijke apparaten
43.092
49.571
6.142
7.238
-
-
2
Kleine huishoudelijke apparaten
4.110
5.112
1.370
1.704
-
-
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
14.484
16.452
401
499
-
-
4 Consumentenapparatuur
19.345 21.846 6.448 7.282 -
-
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
1.005 1.250 1.937 2.041 - - - 1.602 1.624 -
-
6
1.382
-
Elektrisch gereedschap
1.719
461
573
-
7 Speelgoed, sport/ontspanning app. 401 499 134 166 - 8 Medische hulpmiddelen 9 Meet- en controle instrumenten 10 Automaten
Wecycle Monitoringsverslag 2012
-
58 69 14 18 - - - - - - 480 545 33 39 - -
Verplichte rapportage
6
Monitoringsverslag 2012
2 Aanvullende rapportage Wecycle heeft met de Inspectie Leefomgeving & Transport en AgentschapNL afspraken gemaakt om naast de verplichte rapportage aanvullende informatie aan te leveren. Wecycle doet dit op vrijwillige basis. Dit past in het beleid van Wecycle om transparant informatie te ontsluiten en te rapporteren aan de overheid en de samenleving. De aanvullende informatie staat in dit hoofdstuk en is de onderbouwing van de verplichte rapportage uit hoofdstuk 1.
2.1 Onderbouwing op de markt gezette hoeveelheden Producenten en importeurs doen eenmaal per kwartaal of eenmaal per jaar opgave over de elektrische producten die zij op de Nederlandse markt zetten. De opgave geldt voor zowel producten met verwijderingsbijdrage4 (de zogenoemde sleutelproducten) als voor producten zonder verwijderingsbijdrage. Afhankelijk van de omvang van de ontvangen gelden van een deelnemer is een opgave vergezeld van een accountantsverklaring5. Voor de andere opgaven wordt geen accountantscontrole gevraagd of uitgevoerd. Bedrijven die elektrische apparatuur exporteren waarover verwijderingsbijdrage is afgedragen, komen in aanmerking voor zogenoemde exportrestitutie. Deze exportrestitutie, waarin de geëxporteerde aantallen zijn opgenomen, dient te worden vergezeld van een accountantsverklaring. Tabel 4 geeft aan hoe de gegevens uit tabel 1 (paragraaf 1.1) zijn berekend: per WEEE-categorie worden de op de markt gezette aantallen uit de jaaropgaven verminderd met de geëxporteerde aantallen, waarover exportrestitutie is betaald. Dit resulteert in het netto aantal op de Nederlandse markt gezette elektrische producten. Informatie over de geëxporteerde aantallen zonder exportrestitutie is niet beschikbaar. De gewichten worden als volgt berekend. Wecycle heeft in 2012 een productenlijst samengesteld met circa 65 producten voor opgave van de producten die op de Nederlandse markt worden gezet. Voor elk van deze producten is een gemiddeld gewicht berekend op basis van de opgaven van de productenten en importeurs. Deze gewichten worden op twee manieren gecontroleerd. Wecycle heeft per product een minimum en maximum gewicht gedefinieerd als grens. Een producent of importeur die een gewicht wil opgeven buiten deze grenzen, moet eerst met Wecycle contact opnemen. Daarnaast vindt er per product een eindcontrole plaats op de samenhang van de gemiddelde gewichten. Onlogische gemiddelde gewichten worden niet meegenomen. Door de 4 Voor een aantal WEEE-categorieën is in februari 2011 de verwijderingsbijdrage afgeschaft en voor een nieuw financieringsysteem gekozen. 5
ingestelde grenzen is deze eindcorrectie beperkt toegepast.
Afhankelijk van het financieringsysteem wordt er per productstichting een grens gesteld waarboven producenten en importeurs een controleverklaring moeten overdragen aan Wecycle. De vuistregel is dat minimaal 80% van de verantwoorde omzet ondersteund moet worden door een controleverklaring van de producenten en importeurs van consumenten elektronica. De gehanteerde grens kan een minimum bedrag aan geïnde verwijderings-, of beheerbijdrage of een minimum gewicht aan op de markt gezette elektrische apparatuur zijn.
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Aanvullende rapportage
7
Monitoringsverslag 2012
Tabel 4: Aantallen elektrische apparaten die op de Nederlandse markt zijn gezet in 2012
Jaaropgave [aantal x 1.000]
WEEE-categorie
Exportrestitutie [aantal x 1.000]
Op markt gezet [aantal x 1.000]
Op markt gezet [ton]
1
Grote huishoudelijke apparaten
5.097
-19
5.116
171.261
2
Kleine huishoudelijke apparaten
21.814
-
21.814
28.077
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
-
-
-
51.939
4 Consumentenapparatuur 5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
8.638
-
8.638
27.855
36.139 31.909
-2.175 -2.095
38.314 34.003
13.788 3.876
6
Elektrisch gereedschap
3.023
-
3.023
10.598
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
2.865
-
2.865
3.390
8
Medische hulpmiddelen
573
-
573
7.175
9
Meet- en controle instrumenten
2.322
-
2.322
2.610
10 Automaten
40
Totaal
80.511
- -2.194
40 82.705
2.650 319.343
Circa 98% van de deelnemende producenten en importeurs heeft opgave gedaan van op de markt gezette elektrische producten. In opdracht van de productstichtingen royeert Wecycle deelnemers die geen opgave doen en meldt hen aan als freerider bij de Inspectie Leefomgeving en Transport. In 2013 heeft Wecycle een nieuw internetportaal en een nieuwe productenlijst gelanceerd. Wecycle streeft ernaar dat 100% van haar deelnemers opgave doet en zal in 2013 tevens de aantallen rapporteren over WEEE-categorie 3 (IT- & telecommunicatie apparatuur).
2.2 Onderbouwing ingezamelde hoeveelheden De twee belangrijkste inzamelkanalen van Wecycle zijn de gemeentelijke milieustraten en de detaillisten. Wecycle kende in 2012 zes verschillende recyclingcategorieën: groot witgoedapparaten (GWG), koel-/vriesapparaten (KV), televisies (TV), overige wit- en bruingoedapparaten (OWEB), ICT, en energiezuinige lampen (lamp)6. Energiezuinige lampen zijn bij inzameling al gesorteerd in ‘tl-buizen (>60 cm)’ en ‘overige lampen’ en worden via een afzonderlijke route overgeslagen en getransporteerd naar gespecialiseerde recyclingbedrijven. Al het andere ongesorteerde e-waste laat Wecycle scheiden in de vijf categorieën: GWG, KV, TV, OWEB, en ICT. Het gesorteerde e-waste wordt in bulk getransporteerd naar recyclingbedrijven die zijn gespecialiseerd in de recycling van de betreffende categorie. De recyclingbedrijven rapporteren hun weegbruggegevens in het internetportaal van Wecycle. De gegevens uit het internetportaal van Wecycle zijn de basis voor de totale ingezamelde en gerecyclede hoeveelheden per recyclingcategorie in tabel 5A.
Gloeilampen zijn hier geen onderdeel van.
6
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Aanvullende rapportage
8
Monitoringsverslag 2012
Tabel 5A: Door Wecycle ingezameld e-waste per recyclingcategorie en per WEEE-categorie, verdeeld in consumenten e-waste en professioneel e-waste in 2012
Recyclingcategorie [in tonnen]
WEEE-categorie Consumenten e-waste
1
Grote huishoudelijke apparaten
GWG
KV
TV
29.894
22.723
OWEB
-
ICT
6.075
Lamp
-
-
Totaal
58.691
2 Kleine huishoudelijke apparaten - - - 7.064 - - 7.064 3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
-
-
-
2.067
15.357
-
17.424
4 Consumentenapparatuur
- - 21.423 8.446 - - 29.869
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
- - - 808 - 35 842 - - - - - 35 35
6 Elektrisch gereedschap
- - - 2.375 - - 2.375
7 Speelgoed, sport/ontspanning app. - - - 582 - - 582 8 Medische hulpmiddelen
- - - - - - -
9 Meet- en controle instrumenten - - - - - - 10 Automaten
- - - - - - -
Totaal gerecycled particulier
29.894
22.723
21.423
27.416
15.357
Professioneel e-waste
GWG
KV
TV
OWEB
ICT
35 116.847 Lamp
Totaal
1 Grote huishoudelijke apparaten - 832 - - - - 832 2 Kleine huishoudelijke apparaten - - - - - - 3 IT- & telecommunicatie-apparatuur - - - - 132 - 132 4 Consumentenapparatuur
- - - - - - -
5 Verlichtingsapparatuur - - - 919 - 1.671 2.591 waarvan gasontladingslampen - - - - - 1.671 1.671 6 Elektrisch gereedschap
- - - - - - -
7 Speelgoed, sport/ontspanning app. - - - 107 - - 107 8 Medische hulpmiddelen
18 19 - 54 - - 90
9 Meet- en controle instrumenten - - - - - - 10 Automaten
460 154 - 5 - - 619
Totaal gerecycled niet-particulier
477
1.005
0
1.085
132
Totaal gerecycled e-waste
30.371
23.728
21.423
28.501
15.489
1.671
4.371
1.706 121.218
Tabel 5A is nodig om de recyclingcategorieën te converteren naar de wettelijke WEEE-categorieën en naar de herkomst van tabel 2A. De conversie gaat als volgt: Wecycle laat steekproeven uitvoeren om de recyclingcategorieën toe te wijzen aan de juiste WEEE-categorieën. De recyclingcategorieën GWG en KV zijn grotendeels toegewezen aan WEEE-categorie 1 (grote huishoudelijke apparaten). De recyclingcategorie TV is volledig toegewezen aan WEEE-categorie 4 (consumentenapparatuur). OWEB daarentegen bestaat uit e-waste van veel verschillende WEEE-categorieën en wordt op basis In 2012 was WEEE-categorie 9 niet opgenomen in de steek proeven: daarom zijn er voor deze categorie geen ingezamelde tonnen gerapporteerd in tabel 2A en 5.
7
van de steekproeven hierover verdeeld. Alle energiezuinige lampen zijn toegewezen aan WEEEcategorie 5. Voor de toewijzing van professioneel e-waste aan de WEEE-categorieën 1, 5, 7, 8, 97
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Aanvullende rapportage
9
Monitoringsverslag 2012
en 10 houdt Wecycle tevens afzonderlijke registraties bij. Een groot deel van het professionele e-waste wordt direct als monostroom ingezameld bij de professionele8 ontdoener. WEEE-categorieën 2, 4 en 6 worden altijd beoordeeld als consumenten e-waste, omdat apparaten van niet-particuliere herkomst niet of nauwelijks als zodanig te herkennen zijn. Van WEEE-categorieën 8, 9 en 10 wordt aangenomen dat ze altijd professioneel zijn. Voor WEEE-categorieën 1, 5 en 7 is het wel mogelijk onderscheid te maken tussen de twee. Voor WEEE-categorie 5 zijn op basis van steekproeven alleen de retrofit spaarlampen (d.w.z. met schroeffitting) onder de consumenten lampen geschaard. Van alle andere soorten lampen wordt aangenomen dat ze professioneel zijn. In paragraaf 1.2 is het door Wecycle inzamelde e-waste gescheiden gerapporteerd van het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde9 e-waste. In tabel 5B zijn ze in één overzicht gepresenteerd. In totaal rapporteert Wecycle 139 duizend ton e-waste over 2012. Tabel 5B: Totaal gerapporteerd e-waste per reyclingcategorie, verdeeld in door Wecycle ingezameld en (buiten Wecycle om) geregistreerd
Recyclingcategorie [in tonnen]
Ingezameld door Wecycle
GWG
KV
TV
OWEB
ICT
30.371
23.728
21.423
28.501
15.489
Geregistreerd Totaal
531
720
15 2.977 13.545
Lamp
1.706
Totaal
121.218
- 17.788
30.902 24.448 21.438 31.478 29.034 1.706 139.006
In 2013 gaat Wecycle door met de registratie van e-waste (tabel 2B en 5B). Wecycle verwacht dat het behalen van de toekomstige wettelijke inzameldoelstellingen alleen mogelijk is door de eigen inzameling te combineren met registratie van andere stromen. In 2013 komt de recyclingcategorie ICT te vervallen. De monitoren uit ICT worden samengevoegd met TV en de recyclingcategorie heet in 2013 “TVM” (tv’s en monitoren). Het overige ICT wordt samengevoegd met OWEB en heet in 2013 “KEI” dat staat voor klein elektrisch en ICT. Tot slot gaat Wecycle de al eerder ingezette trend van het plaatsen van inzamelstraten bij detaillisten voortzetten. Wecycle zet in op een groter aantal en meer bekendheid van deze inzamelpunten.
2.3 Onderbouwing materiaalhergebruik en nuttige toepassing Wecycle heeft contracten afgesloten met recyclingbedrijven waarin per recyclingcategorie minimumpercentages materiaalhergebruik en nuttige toepassing zijn overeengekomen. Elk half jaar rapporteren de recyclingbedrijven in de webapplicatie ‘WF-RepTool’10 over de door hen behaalde percentages materiaalhergebruik en nuttige toepassing. WF-RepTool is unieke software waarmee de recycleketen van begin tot eind in kaart wordt gebracht. Gegevens uit WF-RepTool zijn de basis 8
Dat wil zeggen: niet zijnde een particulier huishouden.
9
Het volgende e-waste voldoet niet aan de voorwaarden voor registratie: voorraadvernietiging, e-waste afkomstig van buitenlandse ontdoeners, e-waste gemengd in andere materiaalstromen (zoals metaal) en e-waste gerecycled namens producenten en importeurs met een eigen mededeling.
voor tabel 6. Voor alle duidelijkheid: tabel 6 is uitsluitend van toepassing op het door Wecycle ingezamelde e-waste en niet op het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde e-waste.
Deze applicatie is ontwikkeld door het WEEE Forum: een samenwerkingsverband van circa 40 collectieve inzamel systemen in Europa. Wecycle is lid en mede-oprichter van het WEEE Forum.
10
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Aanvullende rapportage
10
Monitoringsverslag 2012
Tabel 6: Percentage materiaalhergebruik en nuttige toepassing per recyclingcategorie in 2012
Recycle resultaat per recyclingscategorie [in %]
GWG
KV
TV
OWEB
ICT
Lamp
Totaal
Hergebruik
83% 84% 90% 78% 86% 94% 84%
Nuttige toepassing
93% 98% 98% 96% 97% 95% 96% In tabel 7 is een uitsplitsing gemaakt tussen recyclinglocatie in Nederland en recyclinglocatie in een ander EU-land. De gecontracteerde recyclingbedrijven in het buitenland zijn gesitueerd in België en Duitsland.
Tabel 7: Gerecyclede hoeveelheden per recyclingcategorie en per WEEE-categorie verdeeld over Nederland en andere EU-landen in 2012
Recyclingcategorie [in tonnen]
WEEE-categorie Recyclinglocatie in Nederland
1
Grote huishoudelijke apparaten
GWG
KV
TV
29.894
17.666
OWEB
-
ICT
4.556
Lamp
-
-
Totaal
52.116
2 Kleine huishoudelijke apparaten - - - 5.298 - - 5.298 3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
-
-
-
1.550
15.489
-
17.039
4 Consumentenapparatuur
- - 16.067 6.334 - - 22.401
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
- - - 1.295 - - 1.295 - - - - - - -
6 Elektrisch gereedschap
- - - 1.781 - - 1.781
7 Speelgoed, sport/ontspanning app. - - - 517 - - 517 8 Medische hulpmiddelen
18 14 - 40 - - 72
9 Meet- en controle instrumenten - - - - - - 10 Automaten
Totaal gerecycled in Nederland Recyclinglocatie in ander EU-land
1
460 116 - 4 - - 579 30.371
17.796
GWG
KV
Grote huishoudelijke apparaten
-
5.889
16.067 TV
-
21.376
15.489
OWEB
ICT
1.519
0 101.099 Lamp
-
-
Totaal
7.407
2 Kleine huishoudelijke apparaten - - - 1.766 - - 1.766 3 IT- & telecommunicatie-apparatuur - - - 517 - - 517 4 Consumentenapparatuur
- - 5.356 2.111 - - 7.467
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
- - - 432 - 1.706 2.138 - - - - - 1.706 1.706
6 Elektrisch gereedschap
- - - 594 - - 594
7 Speelgoed, sport/ontspanning app. - - - 172 - - 172 8 Medische hulpmiddelen
- 5 - 13 - - 18
9 Meet- en controle instrumenten - - - - - - 10 Automaten
- 39 - 1 - - 40
Totaal gerecycled in ander EU land
0
5.932
5.356
7.125
0
Totaal gerecycled e-waste
30.371
23.728
21.423
28.501
15.489
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Aanvullende rapportage
1.706
20.119
1.706 121.218
11
Monitoringsverslag 2012
Tabel 3 uit paragraaf 1.3 is berekend uit tabel 6 en 7 samen. Per WEEE-categorie zijn de gerecyclede hoeveelheden e-waste voor elke categorie uit tabel 7 vermenigvuldigd met de bijbehorende percentages materiaalhergebruik of nuttige toepassing uit tabel 611. In de REA zijn doelstellingen vastgesteld voor de percentages materiaalhergebruik en nuttige toepassing. In tabel 8 zijn de doelstellingen vergeleken met de percentages die Wecycle heeft gerealiseerd. Ook tabel 8 is uitsluitend van toepassing op het door Wecycle ingezamelde e-waste (niet op het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde e-waste).
Tabel 8: Percentage materiaalhergebruik en nuttige toepassing per WEEE-categorie in 2012
Eis Materiaalhergebruik
WEEE-categorie
Gerealiseerd Materiaalhergebruik
Eis Nuttige toepassing
Gerealiseerd Nuttige toepassing
1
Grote huishoudelijke apparaten
75%
83%
80%
95%
2
Kleine huishoudelijke apparaten
50%
78%
70%
96%
3
IT- & telecommunicatie-apparatuur
65%
85%
75%
97%
4 Consumentenapparatuur
65%
86%
75%
98%
5 Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen
80% -
86% 94%
- -
96% 95%
6
Elektrisch gereedschap
50%
78%
70%
96%
7
Speelgoed, sport/ontspanning app.
50%
78%
70%
96%
8
Medische hulpmiddelen
-
80%
-
96%
9
Meet- en controle instrumenten
50%
-
70%
-
10 Automaten
75%
83%
80%
94%
Wecycle voorziet dat in 2013 het percentage materiaalhergebruik voor GWG en KV (WEEE-categorie 1) toe gaat nemen met één of enkele procenten.
Wanneer een WEEE-categorie is samengesteld uit e-waste van meerdere recyclingcategorieën (meer dan één cel ingevuld per rij in tabel 7), dan zijn de vermenigvuldigingen (% uit tabel 6 maal gewicht uit tabel 7) gesommeerd in tabel 3.
11
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Aanvullende rapportage
12
Monitoringsverslag 2012
3 Betrouwbaarheid rapportage De informatie in dit verslag is beoordeeld door accountancy- & advieskantoor KPMG. Deze beoordeling wordt ‘assurance’ genoemd. Dit betekent dat KPMG beoordeelt of de berekening en onderbouwing van de rapportage correct is. Het oordeel van KPMG beslaat zowel de cijfers als de tekst in dit verslag. Wecycle heeft de minimale bewijslast12 vastgesteld. Elk geclaimd materiaalhergebruik en nuttige toepassing moet onderbouwd zijn door de gecontracteerde recyclingbedrijven. Ter beoordeling van de informatie in dit verslag heeft KPMG onder meer beoordeeld of rapportages (in WF-RepTool) daadwerkelijk zijn onderbouwd met aantoonbaar bewijs in lijn met de bewijslast van Wecycle. KPMG beoordeelt tevens de inkomende en uitgaande hoeveelheden. Als onderdeel van de opdracht heeft KPMG alle gecontracteerde recyclingbedrijven bezocht. In appendix I geeft KPMG zijn eindoordeel in het zogenoemde ‘assurance rapport’.
3.1 Bewijslast materiaalhergebruik en nuttige toepassing Elk recyclingbedrijf moet bewijzen hoeveel materiaalhergebruik en hoeveel nuttige toepassing hij heeft gerealiseerd. Wecycle bepaalt welke bewijzen het recyclingbedrijf hiervoor tenminste moet leveren. Deze bewijslast begint voor elk recyclingbedrijf met het vaststellen van de scheidingsresultaten van zijn eigen recyclingproces. De recyclingbedrijven van energiezuinige lampen baseren deze ieder half jaar op de werkelijk afgevoerde materiaalstromen. Alle andere recyclingbedrijven baseren deze elk half jaar op een batch13. Hiermee is bewijs geleverd voor de eigen scheidingsresultaten. De recyclingbedrijven volgen daarna elke afgevoerde materiaalstroom tot het einde van de keten (downstream) waar het wordt hergebruikt, nuttig toegepast of verwijderd. Dit betekent dat ze gedocumenteerd bewijs opvragen. De recyclingbedrijven rapporteren alle gegevens in WF-RepTool. Wecycle heeft voor deze downstream-gegevens een ‘downstream bewijslast’ gedefinieerd. Deze verschilt per materiaalstroom en is toegelicht in tabel 9. Tabel 9 dient als volgt te worden gelezen: • De eerste kolom geeft aan of het bewijslast betreft voor hergebruik of voor nuttige toepassing. • De tweede kolom geeft aan voor welke soort materiaalstroom hergebruik of nuttige toepassing bewezen moet worden, gevolgd door een kolom met opmerkingen. • De vierde kolom (“te bewijzen per materiaalstroom”) geeft aan wat bewezen moet worden. Meestal zijn dit de samenstelling (percentage) en/ of de levering van de materiaalstroom aan een afnemer. • De laatste kolommen geven weer welke documenten mogelijk als bewijs kunnen dienen. In de bewijslast staat wat bewezen moet worden en met welke documenten een bewijs mogelijk kan worden geleverd.
12
13
Per gevraagd bewijs is steeds één van de mogelijke documenten voldoende.
Bij een batch wordt een gedefinieerde hoeveelheid van uitsluitend e-waste van Wecycle verwerkt in het scheidingsproces van het recyclingbedrijf. Alle uitgescheiden materiaalstromen worden afzonderlijk gewogen en zijn de basis voor de rapportage over al het e-waste van Wecycle. Bij de afnemers van het recyclingbedrijf (downstream) is het jaarlijks uitvoeren van een batch tevens verplicht voor elke gemengde materiaalstroom groter dan 20 procent van de oorspronkelijke input.
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Betrouwbaarheid rapportage
13
Monitoringsverslag 2012
Tabel 9: Downstream bewijslast per materiaalstroom in 2012 Soort materiaal
Opmerkingen
Te bewijzen per materiaalstroom
Nuttige toepassing in de EU/EFTA
Materiaalhergebruik in & buiten de EU/EFTA
Metalen Inert materiaal
1. percentage (herbruikbaar) metaal
exclusief metalen 1. percentage herbruikbaar (inert) materiaal bijv. glas & beton 2. levering aan eindverwerker
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H]
J J J J J J J J J J J J J J J J N J J J J N J J
Kunststoffen exclusief PUR
1. percentage herbruikbare kunststoffen 2. levering aan 1e afnemer (die scheidt)
N J J J J J J J N J J J J N J J
PUR
1. percentage (H)CFC < 0,2% 2. levering aan 1e afnemer
J J J J J N J J N J J J J N J J
Alle materiaal
1. percentage herbruikbaar materiaal 2. levering aan ‘hergebruiker’ 3. vaststelling hergebruik
N J J J J J J J N J J J J N J J N N J J J J J J
PUR
1. percentage (H)CFC < 1,5% 2. levering aan 1e afnemer
J J J J J N N J N J J J J N N J
Secundaire brandstof
excl. PUR
1. vaststelling brandstof door 1e afnemer
N N J J J N N J
Organisch materiaal
excl. PUR
1. levering aan industriële oven of R1-AVI
N N J J J N N J
bij hergebruik als reductor of bij hergebruik als slakproductie
[A] Specificatie samenstelling door onafhankelijke derde partij (niet toegestaan als downstream
nog verdere scheiding plaatsvindt)
[B] Specificatie samenstelling van deelstroom recyclingbedrijf door afnemer en/of eindverwerker [C] Factuur/creditnota van afnemer en/of eindverwerker [D] Downstream statement van afnemer en/of eindverwerker [E] Contract met afnemer en/of eindverwerker [F] Acceptatiecriteria van afnemer en/of eindverwerker (alléén bij pure stroom en aangevuld met
bewijs van levering)
[G] Verklaring productstatus / verklaring status ‘nuttige toepassing’ van de overheid [H] Auditrapport door derde partij
J = voor Wecycle acceptabel als potentieel bewijs N = voor Wecycle niet acceptabel als potentieel bewijs
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Betrouwbaarheid rapportage
14
Monitoringsverslag 2012
Tabel 9 geeft aan dat de recyclingbedrijven verschillende mogelijkheden hebben om gedocumenteerd bewijs te leveren. Wecycle heeft ervoor gekozen de recyclingbedrijven niet alles te laten bewijzen. Zo hoeft alleen in uitzonderlijke gevallen het hergebruik of de nuttige toepassing zelf bewezen te worden. Als bijvoorbeeld organisch afval aantoonbaar geleverd wordt aan een AVI (afvalverbrandingsinstallatie) met een R1-status, dan neemt Wecycle aan dat het wordt verbrand. Bewijs voor de verbranding wordt dan niet gevraagd. Als bijvoorbeeld metaal aantoonbaar wordt uitgescheiden en de zuiverheid is bewezen, dan neemt Wecycle aan dat het metaal wordt hergebruikt. Deze benadering is gebaseerd op de inschatting van risico’s, dat de informatie vanwege bepaalde belangen onjuist is. Zo hebben metalen een hoge economische waarde. Zodra ze zijn uitgescheiden, is het waarschijnlijk dat ze worden hergebruikt. De aannames vallen uiteen in drie categorieën:
Algemeen • Indien een recyclingbedrijf uitsluitend e-waste recyclet van één WEEE-categorie, dan zijn de werkelijke afgevoerde hoeveelheden representatief voor de scheidingsresultaten van zijn recyclingproces. • Indien een recyclingbedrijf niet uitsluitend e-waste recyclet van één WEEE-categorie, dan is een batch van één gewichtsprocent van de aangeleverde hoeveelheid representatief voor de scheidingsresultaten van zijn recyclingproces. • De applicatie WF-RepTool kent op basis van Europese wet- en regelgeving de juiste classificaties materiaalhergebruik en nuttige toepassing toe aan materiaalstromen en aan recyclingtechnologieën. • Aangedragen bewijzen over het jaar dat gecontroleerd wordt, zijn niet ouder dan het jaar ervoor.
Materiaalhergebruik • Uitgescheiden metaal wordt vanwege de hoge economische waarde hergebruikt. • Een eindverwerker (hergebruiker) hergebruikt ontvangen inert materiaal. • Uitgescheiden herbruikbaar kunststof wordt vanwege de economische waarde hergebruikt. • Hergebruikt materiaal is puur bij een zuiverheid van minimaal 98 procent. • Smeltverliezen in metaalsmelters voor herbruikbare metalen zijn niet in mindering gebracht op de percentages materiaalhergebruik.
Nuttige toepassing • Materiaal uit e-waste dat ter verbranding wordt aangeboden, bestaat voor minimaal 50 procent uit organische afvalstoffen14. • Secundaire brandstoffen worden geleverd aan een industriële verbrandingsoven. • Een industriële verbrandingsoven verbrandt ontvangen secundaire brandstoffen. Cementovens en energiecentrales hebben in beginsel een R1-status, als meer dan 50% van de afvalstoffen organisch is.
• Verbranding in een industriële verbrandingsoven of in een AVI met een R1-classificatie15 is
De Nederlandse overheid heeft een lijst met R1 AVI’s gepubliceerd.
• Verbranding in een AVI zonder een R1-classificatie is geen nuttige toepassing.
14
15
nuttige toepassing16.
Buiten de EU / EFTA wordt geen nuttige toepassing toegekend, tenzij (aanvullend) wordt bewezen dat de industriële verbrandingsoven volledig voldoet aan EU-standaarden.
16
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Betrouwbaarheid rapportage
15
Monitoringsverslag 2012
3.2 Afwijkingen op de bewijslast Tijdens de assurance activiteiten zijn afwijkingen op de minimale bewijslast geconstateerd. Met andere woorden: soms is niet aan de bewijslast voldaan. De afwijkingen hadden geen significante invloed op de gerapporteerde percentages hergebruik en nuttige toepassing. Hieronder volgt een overzicht van deze afwijkingen. Tevens zijn opmerkingen opgenomen die Wecycle het vermelden waard vindt. Het overzicht is opgedeeld in een aantal algemene afwijkingen en afwijkingen per recyclingcategorie.
Algemene afwijkingen en opmerkingen • Bijna alle recyclingbedrijven registreren kleine weeghoeveelheden (<1.000 kg) voor de batches handmatig. Hiervoor zijn dus geen automatisch gegenereerde weegbonnen voorhanden. • Voor kleine materiaalstromen is geen aantoonbaar bewijs gevraagd voor geclaimd materiaal hergebruik en nuttige toepassing. De focus ligt op de grote materiaalstromen. De onbewezen materiaalstromen vertegenwoordigen samen echter nooit meer dan één procent van het totale percentage materiaalhergebruik of nuttige toepassing per recyclingcategorie. • De gedocumenteerde bewijzen voor downstream recycling zijn in alle gevallen een verklaring over alle materiaalstromen die bij het betreffende recyclingbedrijf worden verwerkt. Dit betekent dat een expliciete link naar uitsluitend de Wecycle-stroom niet wordt gemaakt. • Onvrijwillig gerecycled vuil, dat geen e-waste betreft en dat niet bij de sorteercentra is uitge sorteerd, wordt niet afgetrokken van de ingezamelde hoeveelheden e-waste. Ter informatie: het percentage vuil ligt echter ruim onder de 1%. • De in dit verslag gerapporteerde, ingezamelde hoeveelheid, op basis van de gegevens uit het internetportaal van Wecycle, wijkt één procent af van de totale hoeveelheid die is gerapporteerd in WF-RepTool.
Afwijkingen GWG Recyclingbedrijven: Coolrec, Van Dalen en HKS • Bij één recyclingbedrijf was de batchgrootte niet de minimale 1,0% maar circa 0,9%. • Bij twee recyclingbedrijven had tijdens het merendeel van de steekproeven de som der losse wegingen een grotere afwijking dan 5% ten opzichte van het netto gewicht van de containers (gewogen op de weegbrug).
Afwijkingen KV Recyclingbedrijven: Alba en Coolrec • Bij één recyclingbedrijf gaf het bewijs van een afnemer van een materiaalstroom aan dat het hergebruikt werd. Volgens afspraak met Wecycle, en in lijn met afspraken met andere landen in Europa, is deze toepassing echter gerapporteerd in WF-RepTool als nuttige toepassing.
Afwijkingen OWEB Recyclingbedrijven: Coolrec, Recydur en Remondis • Bij één recyclingbedrijf werd een materiaal stroom naar verschillende afnemers afgevoerd. Van één afnemer was een bewijs voor de samenstelling aanwezig. Dit bewijs is gebruikt voor de gehele materiaalstroom, terwijl deze afnemer slechts 11% ontving.
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Betrouwbaarheid rapportage
16
Monitoringsverslag 2012
Appendix: Onafhankelijk assurance-rapport Aan de lezers van het ‘Monitoringsverslag 2012’ van Wecycle17. Inleiding De directeur van Wecycle heeft ons verzocht zekerheid te verschaffen bij de informatie in het ‘Monitoringsverslag 2012’ (verder: het Verslag). Het Verslag is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de directeur van Wecycle. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance rapport inzake het Verslag te verstrekken.
Context en reikwijdte In het Verslag beschrijft Wecycle de resultaten op het gebied van inzameling en recycling van afgedankte elektrische apparatuur. Onze werkzaamheden waren gericht op het verschaffen van een beperkte mate van zekerheid dat de informatie in het Verslag, in alle van materieel belang zijnde aspecten, in overeenstemming met de rapportagecriteria is weergegeven. De werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid zijn gericht op het vaststellen van de plausibiliteit van informatie en zijn geringer van diepgang dan de werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid.
Assurance standaard en rapportagecriteria We hebben deze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de International Standard for Assurance Engagements (ISAE) 3000: “Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historisch financiële informatie”. Op basis van deze standaard is het onder andere vereist dat de leden van het assurance team over de specifieke kennis, vaardigheden en vaktechnische bekwaamheden beschikken die nodig zijn om de informatie in het Verslag te kunnen begrijpen en beoordelen, en dat die leden voldoen aan de vereisten van de Ethische Code voor Professionele Accountants van de IFAC teneinde hun onafhankelijkheid te waarborgen. Wecycle past haar eigen interne rapportagecriteria voor de informatie in het Verslag toe, zoals deze zijn uiteengezet in de uitgangspunten op pagina 3. Wij zijn van mening dat de verslaggevingscriteria toepasbaar zijn binnen de context van onze assurance-opdracht.
Wecycle is de handelsnaam van de Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten (NVMP).
17
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Appendix
17
Monitoringsverslag 2012
Verrichte werkzaamheden Onze werkzaamheden gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid bestonden uit: • de beoordeling van de systemen en processen van informatieverzameling en -verwerking, waaronder de aggregatie van de gegevens tot de informatie zoals opgenomen in het Verslag; • de beoordeling van de interne grondslagen van het Verslag die bij het opstellen van de gegevens zijn gebruikt; • een beoordeling van de betrouwbaarheid van de informatie in het Verslag, inclusief beoordeling van belangrijke schattingen; • bezoeken aan de acht door Wecycle gecontracteerde recyclingbedrijven om de onderliggende data te beoordelen; • bezoek aan één niet door Wecycle gecontracteerd recyclingbedrijf om het buiten Wecycle om ingezamelde en geregistreerde tonnage e-waste te beoordelen; • het beoordelen van de informatie in het Verslag aan de hand van interne en externe documenten; • het evalueren of het Verslag in lijn is met onze algemene kennis van en ervaring met Wecycle. Tijdens ons onderzoek hebben wij de noodzakelijke wijzigingen in het Verslag met Wecycle besproken en hebben wij vastgesteld dat deze wijzigingen adequaat zijn verwerkt in de definitieve versie van het Verslag.
Conclusie Op basis van onze werkzaamheden is ons niet gebleken dat de informatie in het Verslag niet, in alle van materieel belangzijnde aspecten, in overeenstemming met de rapportagecriteria is weergegeven.
Amstelveen, 28 juni 2013 KPMG Sustainability, onderdeel van KPMG Advisory N.V. W.J. Bartels RA, partner
Wecycle Monitoringsverslag 2012
Appendix
18