België – Belgique P.B. 9300 AALST 1 3/5557
Jebron vzw waar zoekers thuis zijn Begijnhof 1 , 9300 Aalst Tel 053/77.51.16 E-mail :
[email protected] Web: www.jebron.be JAARGANG 39
Nr.1
September 2014
Afgiftekantoor 9300 Aalst 1
Erkenningsnummer P004342
Verschijnt maandelijks
(behalve Januari & Augustus)
Verantwoordelijke uitgever :
JEBRON VZW
De Jebrongemeenschap… Als zoekende mensen levend in deze tijd willen wij ons oefenen in een andere manier van kijken, luisteren en spreken, een andere manier van gaan en leren. Kijken doen we met de blik van de zwakken en de kleinen, met wier ogen en stemmen in de samenleving nauwelijks rekening wordt gehouden. Luisteren willen we naar vreugde en pijn in de verhalen van mensen, naar de tekenen van onze tijd, naar woorden die perspectief geven aan onze gemeenschap. Spreken oefenen wij in naam van wie monddood gemaakt wordt. Met mensen gaan we een weg waarbij we vooral oog hebben voor hen die langzaam vooruit komen, voor alles wat kwetsbaar en weerloos is, en voor allen die door een niets ontziende economie dreigen vertrapt te worden. Leren gebeurt tijdens spontane of georganiseerde leerhuizen waar de vaak dodelijke mechanismen van onze samenleving geanalyseerd worden, waar verhalen van bevrijding klinken die in ons de hoop levend houden op een andere wereld die mogelijk is, waar ons samenleven zelf kan uitgroeien tot een proeftuin van die nieuwe wereld in gerechtigheid. Om dit te kunnen, zoeken we inspiratie. De bijbel is een eeuwenoude traditie met verhalen over JHWH, de ENE, de Profeten en bij uitstek Jezus Messias waarin velen van ons inspiratie vinden. Eveneens vinden we steun in teksten van andere religies of ideeën van denkers. In deze verscheidenheid van inspiratiebronnen vinden wij verbondenheid bij elkaar. Daarom komen wij op geregelde tijdstippen samen waar we vieren rond brood en wijn met verhalen uit de hertaalde en geactualiseerde bijbel en menselijke verhalen van hier en nu, verhalen levend in onze maatschappij. Tijdens die momenten van samen vieren is er ruimte voor woorden, stilte, zang en symbolen, die het hart van de aanwezigen verwarmen en zo de gemeenschap op de been houden. In dit zoeken vinden we bondgenoten met wie we op tocht kunnen gaan en door wie wij ons gedragen weten. 2
EDITORIAAL INFO JEBRON SEPTEMBER 2014 OP NAAR DE VEERTIG – VOOR EEN GEDREVEN JEBRONGEMEENSCHAP Op 14 september 2014 gaan we van start voor ons 39ste Jebronwerkjaar. Zonder toeters of bellen. “Wèr doeng gewoon voesj”, zouden de Aalsterse carnavalisten zeggen, maar dan wel na de verbranding van de pop op ‘vastelaovend’. Deze woorden, die door velen met een krop in de hees gezongen en geschreeuwde keel, worden uitgesproken, kunnen belachelijk overkomen. Maar toch zijn ze een teken van hoop: we doen gewoon verder… zonder krop in de keel, maar met iets in ons hoofd….: Hoever te gaan? En of er wegen zijn? Nooit meer gebaande. Hoeveel paar voeten zijn zij? Twee, drieduizend… En mogen we zeggen dat we deel uitmaken van “hun stoet is zonder einde en getal. Tel maar de sterren. Zij weten van de stad met fundamenten. (uit een lied van Huub Oosterhuis) Naar aanleiding van de 35ste verjaardag van het Brussels Catechesehuis hield Mark Van de Voorde (voormalig hoofdredacteur van Kerk en Leven, het parochieblad) een boeiende gelegenheidstoespraak. Hij eindigde die toespraak met een oproep tot blijvende gedrevenheid en begeestering. Zonder die gedreven begeestering of begeesterde gedrevenheid komen we er niet. Enkel een goed management is zeker voor een gemeenschap als Jebron ruim onvoldoende, al wil ik geen slecht en onvertogen woord zeggen over het belang van een degelijk management. Naar aanleiding van de Tour de France hoorde ik op de radio een gesprek met de beroemde en ook wel wat beruchte Marc Coucke, CEO van Omega Pfarma en met zijn bedrijf sponsor van een wieler- en een voetbalploeg. Wat mij bij die man telkens opvalt is juist zijn passie en gedrevenheid voor de zaken waar hij voor staat en vooral gaat. We kunnen natuurlijk met enig ‘dédain’ zeggen dat hij dat allemaal doet voor de poen. Maar ik geloof dat niet. Zijn gedrevenheid zit dieper en wordt gedragen door een onverwoestbaar geloof in zijn zaak. Als Jebron kunnen we er veel van leren. Bijvoorbeeld door vragen durven te stellen als: Zijn wij nog gedreven met Jebron bezig? En ik bedoel met die vraag niet: hoeveel meetbare kwantitatieve tijd steken we in Jebron? Maar wel: geloven we nog met hart en ziel in onze missie, zoals die maand na maand te lezen valt op de eerste pagina van Info Jebron? Durven we nog gepassioneerd spreken over onze klein geworden gemeenschap? Zijn we nog bereid om andere (bijvoorbeeld ook jonge) mensen aan te spreken en uit te nodigen met de woorden: “kom en zie!”? Zijn wij nog bereid om samen met anderen die gemeenschap te dragen, zodat anderen het gevoel hebben er niet alleen voor te staan? Zijn we tenslotte ook bereid om ons samen in volle openheid verder te verdiepen in het bevrijdend en mens bevorderend verhaal waarin we geworteld zijn en waaruit we mogen leven? Het zijn vragen die natuurlijk ook te maken hebben met tijdsdruk en met een langzame veroudering. Maar het gaat toch vooral over een gezonde en liefdevolle passie voor de zaak. Ik wil die gedrevenheid graag aan ons toewensen.
Paul De Witte
3
VREES NIET - PLEIDOOI VOOR EEN ARME JEBRONGEMEENSCHAP Ik schrijf dit artikel als een inhoudelijk en wat uitvoeriger vervolg op het editoriaal en ik wil de lezende gemeenschap van Jebron heel bewust uitnodigen om over de gestelde vragen en er zijn wellicht nog veel meer en wellicht belangrijker vragen te stellen – wat na te denken en erover te spreken binnen de gemeenschap. 1.Er is het voorbije werkjaar van tijd tot tijd nogal wat te doen geweest rond ‘ons’ huis in het Aalsters Begijnhof. Daarbij kwam dat zowat twee jaar geleden de Begijnhofkerk in handen is gekomen van de Roemeense Orthodoxe gemeenschap. Plots en een beetje onverwacht kwam thuisloosheid en een soort van nomadenbestaan voor onze Jebrongemeenschap als mogelijkheid op ons af. En we leken dat als een bedreiging te ervaren. Ik heb hierover veel nagedacht of misschien beter uitgedrukt: gemediteerd. 2.Het is duidelijk dat bepaalde signalen vanuit de dekenij (vooral bij monde van bepaalde mensen van de kerkfabriek van Sint Martinus) ons niet onberoerd hebben gelaten en sommigen onder ons nog steeds verontrusten. We hebben met onze gemeenschap gedurende 38 jaar in het huis “Begijnhof 1” een echte thuis gevonden, waar we terecht konden. De vraag dringt zich op: hoe moet het nu en in de toekomst verder? Bij het beantwoorden van deze vragen kunnen we twee wegen uit gaan, die beide wellicht even belangrijk zijn. De eerste vraag, waarop ik in deze bijdrage niet zal ingaan, is van puur praktische aard: hoe gaan we ons als Jebrongemeenschap in de toekomst organiseren wanneer er beslist zou worden tot een andere bestemming voor het Begijnhofhuis nummer 1 ? Ik ga dus op deze praktische vraag bewust niet in, omdat deze vraag op dit ogenblik nog niet acuut wordt gesteld. De tweede vraag heeft te maken met spiritualiteit. Met die vraag wil ik wel bezig zijn. Het moge duidelijk zijn dat dit een persoonlijke reflectie is van mij en geen standpunt van de Raad van Bestuur van Jebron. Deze reflectie overschrijdt ook ruimschoots de zaak van Jebron alleen, maar kan ook als een pretentieloze spiegel worden voorgehouden aan de kerk in het algemeen. Hier gaan we. 3.Veronderstel dat op een bepaald moment en binnen afzienbare tijd de vraag wordt gesteld of de Jebrongemeenschap nog langer gebruik kan blijven maken van het huis in het Begijnhof. Die vraag kan bewust gesteld worden door het kerkelijk beleid, maar ze kan er ook uit voortkomen dat ze door de politieke overheid wordt opgedrongen, bijvoorbeeld in het kader van budgettaire besparingen. We laten die mogelijkheden in het midden, omdat ze eigenlijk niet ter zake doen. Persoonlijk ben ik op de keper beschouwd niet echt verontrust door de hierboven gestelde vragen in verband met ons huis in het Begijnhof. 4
Gedragen door een bijbelse (evangelische) spiritualiteit heb ik er dus een tekst uit het evangelie naast gelegd. Ik lees op dit ogenblik het zopas verschenen boek “Profeten zwijgen niet” over de betekenis van José Comblin. Dit boek bevestigt mij in mijn aanvoelen. De tekst uit het evangelie die mij inspireert bij deze meditatie is Mt 8,19-20 Een Schriftgeleerde komt tot hem en zegt: leermeester, jou zal ik volgen waarheen je ook gaat! Jezus zegt tot hem: de vossen hebben holen en de vogels van de hemel hebben woningen hier beneden, maar de mensenzoon heeft niets waarop hij zijn hoofd kan neerleggen! Is het dan nodig dat we met Jebron wél iets hebben om ons hoofd op neer te leggen, terwijl de Messias Jezus, hier de Mensenzoon of gewoon de Mens genoemd, geen steen heeft om zijn hoofd op neer te leggen. Geen vast stek, geen vastgeroeste plek, die toch zo vaak zelfgenoegzaam maakt: we beschikken quasi gratis over een huis waar we samen kunnen komen. Waarover zouden we ons zorgen maken? Maar ondertussen laten we het geruisloos gebeuren dat onze spirit misschien verwaait en verdampt (zie mijn vragen op het einde van het editoriaal). Want heeft de beschikking over een huis van steen ons niet lui gemaakt, zodat we zijn vergeten na te denken over de SPIRIT van waaruit we willen leven en samen gemeenschap blijven vormen, ook zonder huis van steen? Ligt hier geen opportuniteit om de vraag te stellen: hoe we samen thuisloos juist een spirituele thuis kunnen maken, waarin ruimte wordt gegeven aan het enig belangrijke: samen gemeenschap proberen te vormen op grond van een evangelische spirit, die mensen principieel tot nomaden maakt? Ik ben al geruime tijd met deze vragen bezig geweest. Zien we het zitten om op geregelde tijdstippen samen te komen her of der in een of ander huis? Wie van ons stelt zijn/haar huis open en zegt: jullie zijn welkom? Ik droom daar wel van: een soort van nomadische gemeenschap, altijd onderweg. Niet wetend waarheen, maar toch vertrouwend de een op de ander. Een van de Afghaanse jongens schrijft: “Wij zijn vandaag onderweg. Eigenlijk zijn we al jaren onderweg. Samen met vele andere kinderen uit Afghanistan of andere landen in oorlog, kwamen we naar België, in de hoop hier een veilige plek te vinden. Zijn we hier welkom?” Als gemeenschap zelf zonder thuis worden we gewoon woordeloos solidair met deze nomadische mensen. Zouden wij die weg durven riskeren? Moeten we er niet gewoon voor kiezen om letterlijk dakloos te worden? En deze keuze zou dan symbool kunnen staan voor onze spirituele dakloosheid, want onze baseline is toch: waar zoekers thuis zijn. Deze fundamentele en bewust gekozen dakloosheid – ook al wordt dit momentum ons door de omstandigheden aangereikt of opgedrongen – plaatst ons in de lijn van de centrale bijbelse oproep: “trek weg uit….”. Genesis 12,1-2 5
Dan zegt de Ene tot Abram: ga, jij, weg uit je land, uit je geboortetent en uit het huis van je vader,naar het land dat ik je zal doen zien; Ik zal je maken tot een groot volk, ik zal je zegenen, ik zal groot maken jouw naam; word een zegen! Exodus 3,10 Dan zegt de ENE tot Mozes: welnu: ga, ik zend je tot Farao; en leid mijn gemeente, de zonen Israëls, weg uit Egypte! 4,18-19 Mozes gaat en keert terug tot Jitro, zijn schoonvader; hij zegt tot hem: ik moet gaan en terugkeren tot mijn broeders in Egypte,en zien of ze nog leven! Jitro zegt tot Mozes: gá tot vrede! Dan zegt de Ene tot Mozes in Midjan: gá, keer terug naar Egypte; want gestorven zijn al de mannen die je zochten te doden. 4.Het is niet mijn bedoeling om met deze reflecties gratis ‘munitie’ te geven aan bepaalde mensen die om welke redenen ook aan het Begijnhofhuis een andere (welke?) bestemming willen geven. Ik vind het wel belangrijk dat wij ons als gemeenschap spiritueel sterk maken om moeilijkheden te trotseren en er ons niet door laten van de (bijbelse) wijs(heid) brengen of omver blazen. Het is belangrijk dat we aan elkaars trouwe aanwezigheid het vertrouwen leren om de toekomst tegemoet te gaan. En laat me toe nog enkele verzen uit hetzelfde lied van Huub Oosterhuis te citeren (zie ons eigen liedboek p. 43 en Verzameld liedboek, p. 318-319): Nog bijna slaven, vreemden voor elkaar. Kreupelen; blinden. Maar met iets in hun hoofd dat stroomt en licht geeft. De zon zal hen niet steken overdag. Bij nacht de maan niet. Zij stoten zich aan stenen. Niemand draagt hen. Omdat zij willen leven als nog nooit Angstig te moede zijn zij gegaan met grote hinkstapsprongen. Niet hier hun vaderland en schaamteloos wagen zij alles. Soms wordt woestijn oase waar zij komen. Vrijheid ontkiemt in hen, gloeit aan, dooft uit, zal weer ontvlammen. Zij blijven kinderen, zij worden groter. 5.Over die vrijheid wil ik het hebben in mijn bijdrage voor Info Jebron van oktober 2014. Paul De Witte 6
Als aandenken aan Ingrid Van de Voorde 16 augustus 1951
+ 6 augustus 2014
Tekst uit de uitvaartliturgie , Ingrid in drie woorden,symbolisch aangereikt Werklustige Ingrid, Als naarstige vrouw, zo was jij gekend. In de weer van ’s morgens tot ’s avonds. Geen werk was te zwaar, geen karwei te vuil. “Moederhanden rusten nooit.” … was jouw motto Symbolisch voor je werklust plaatst Lander dit alaambakje naast je met daarin - spatels, die o zo vaak door je pruttelende kookpotten roerden, velen onder ons genoten van je heerlijke confituur, je lekkere advocaat… -
een snoeischaar waarmee je gedreven de tuin in trok zodat bloemen, struiken en bomen telkens opnieuw het beste van zichzelf gaven…
-
‘pap- en verfborstels’ die menig velletjes papier hebben ingesmeerd en honderden laagjes verf gestreken hebben , zo hielp jij kale plekken omtoveren tot gezellige ruimtes…
Creatieve Ingrid, Als creatieve vrouw, zo was jij gekend. Met jouw onuitputtelijke verbeeldingskracht creëerde je prachtige dingen. Fier als een gieter deelde je zelfgemaakte kunstwerkjes uit aan je kleinkinderen. Sinds vorige woensdag kregen deze alvast een ereplaats in hun kamer. Een schilderij van een paard voor Lander, een papier-maché hond in legerkleuren voor Ewoud, een in hout gegraveerde tekening voor Timon, een geschilderde zijden kussensloop voor Kato, de eerste schoentjes die je vergulde voor Tobias en een kleurig glasraampje voor Louis, en nog vele andere werkjes. Symbolisch voor je creativiteit: - plaatst Ewoud je boekentas naast je met daarin Een map met toffe, zelf uitgeschreven catecheselessen en zeker niet te vergeten… het scenario van je befaamde ‘boswandeling eerste communieviering’. Je kon er zo mooi over vertellen… hoe je samen met je leerlingen, hun familie en Pater Guido het bos introk om dit belangrijke moment te beleven. -
Kato brengt je heksenhoed en clownpruik naar voor die we uit je verkleedkoffer haalden. Je verkleden was je ding -hoe kan het anders als rasechte Oiljstenes-. Toneeltje spelen op school, in den bond, op leefweekend met Jebron, op familiefeestjes… je stond altijd als eerste klaar…
-
Als laatste symbool van je creativiteit hangt Fred nu één van je zijdebeschilderingen aan het altaar, dit kunnen maken bracht je rust als het je allemaal wat teveel werd.
Zoekende Ingrid, Als zoekende, zo was jij gekend. Soms leek het of de wereld rondom jouw veel te groot was, veel te donker, veel te kil… Je kroop dan in je eigen ik… hermetisch dicht, voor alles en iedereen. Net zoals een madeliefje haar bloemblaadjes sluit voor de nacht. En telkens weer vond je de kracht, dat kleine straaltje zonlicht, om terug open te bloeien. Symbolisch voor je zoekend -zijn brengt Timon een mandje bij jou met daarin : - prachtige, zelfgeschreven teksten en een aantal nummers van ‘info Jebronboekjes waar, onder het woordje redactie, jouw naam staat. -
Je favoriete boeken, die je urenlang konden meenemen weg of juist naar de realiteit.
-
je CD’s en cassettekes vol nummers waarvan je de meeste teksten beter van buiten kon dan de uitvoerders zelf
- Het boekje met teksten van Rick De Leeuw, waarin hij enkele weken geleden na zijn optreden nog “Voor Ingrid” schreef op het eerste blad… Ik ben ervan overtuigd dat velen van jullie harten rijkelijk gevuld zijn met verhalen over Ingrid. Aarzel niet om bij een volgend ontmoeten over haar te vertellen want een mens gaat pas echt dood wanneer hij vergeten wordt…
SCHILDEREN De kamer was al jaren niet meer onder handen genomen. Afzetting van vuil door sigarettenrook, uitwasemingen van de gasconvector en vezelpartikels van aan- en uitgetrokken overjassen was bij de kleur van de verf op het plafond gaan horen. Tot ik op een dag vaststelde dat die kleur niet meer te benoemen was, eigenlijk niet meer bestond en we dientengevolge in een verwaarloosde keet leefden. Ik sprak enkele leegstaande dagen aan, leende bij een kennis in de buurt een verplaatsbare stelling in aluminium, schafte een borstel aan om randen af te lijnen, een verfrol en een paar liters hagelwitte primeur. Vochtige vodden in handbereik hielpen me druppels op de muren en de vloer weg te vegen alvorens ze aankorstten. Om het draagvlak van de stelling te vrijwaren tegen verfspatten vouwde ik kranten van voorbije dagen open. Geportretteerde koppen van partijsecretarissen, ministers in spe en aftredende parlementsleden keken me uitnodigend aan. Een foto heeft iets, ze overtreft zichzelf. Bij die van de overleden moeder op de kast brandt een kaars. Familie, vrienden en kennissen van vroeger worden schroomvol als herfstbladeren en edelweiss gedroogd en die van nu in eigen ontworpen fotoboeken bewaard. Maar de politici, ik had geen tijd, geen zin en geen behoefte hen te ontzien. Vooral 8
aan bepaalde liberalen die soortgenoten de politieke hand boven het hoofd houden, zodat ze geld en goederen van deze wereld als dieven in de nacht kunnen weghalen en verborgen houden op godvergeten en toch alomgekende eilanden, ben ik allergisch en dus hees ik me op de stelling en zette mijn zolen op hun tronie. Minimaal twee lagen, daar hield ik rekening mee om al die jaren tot en met hun afschaduwing onder de witte mantel te verhullen. Ik legde een favoriet cd'tje op, de panfluit in de Andes, luister ik graag naar. Het is meer dan instrumentale muziek, het is lichamelijke toonkunst. De adem van de blazers valt uiteen in verschillende toonaarden zoals het zonlicht doorheen een prisma in verschillende kleuren. Het is geen lucht die in klanken ontsnapt, het zijn menselijke zuchten, long en hart. De muziek die de kamer deed vollopen hield mijn moraal en werkijver op peil. Al gauw kreeg ik door de rolbewegingen boven het hoofd spierpijn in de arm en de nek. Het was zaak op te schieten, doorzetten zonder treuzelen en toch accuraat te werk gaan, geen bewegingen te veel uithalen, maar de juiste, binnen de lijntjes kleuren. Anders kon ik opnieuw beginnen. Halverwege ontwaarde ik een paar spinnetjes, eentje mooi rood, een ander donkerbruin, ze balanceerden ergens in een onzichtbaar net. Ze waren zo klein dat ik geen benul van hun bestaan had. Vanuit mijn zetel voor het teeveescherm was het mij niet opgevallen dat er boven mij leven gedijde. Verderop hing er nog eentje. 'Wellicht hebben ze hier altijd al gewoond, althans hun voorouders, sinds de laatste keer dat het plafond een beurt kreeg. Ze zijn hier thuis, even goed als ikzelf. Misschien was dat de reden dat ik in de living geen last had van vliegend en stekend insectengespuis, zij namen dat voor hun rekening. Maar nu was mij weinig tijd gegund om te filosoferen. 'Weg, weg!' beval ik en haalde uit tot de rol juist voor het net stilviel, de kramp in de arm. Er kwam echter geen beweging in de minuscule trapezedansers. 'Komaan, ophoepelen, of jullie gaan er aan,' vorderde ik. Er kwam nauwelijks beweging in de fauna. Hoe zouden ze? Die naïevelingen waren nooit bedreigd. 'Nog een laatste keer, opkrassen, dit is wel mijn huis!' riep ik. Geen reactie. Zonder verder talmen rolde ik over hen heen en plakte ze met de verf, finaal verdwenen en onzichtbaar geworden, tegen het plafond. De panfluitblazers liepen op hun einde. Ik zette de radio aan. Vergenoegd luisterde ik naar een compositie uit een folkfestival. Het ritme van doedelzak, draailier, viool en accordeon was zo meeslepend dat de verfrol de cadans overnam. Ik schoot zienderogen op. Plots liep een nieuwsbericht binnen, een interview. Een haast hysterische stem riep: 'Dit is onze grond, die anderen moeten oprotten.' 'Maar die mensen zijn hier van vader op zoon gedurende vele generaties geboren, dit is ook hun land.' 'God heeft ons dit land gegeven, aan ons en aan niemand anders.' 'Tweeduizend jaar, is dat niet genoeg om ook van je thuis te mogen spreken?' ' Wij zijn de erfgenamen, zij moeten eruit.' Het interview brak af om de verslaggever het dringend nieuws te laten melden dat tanks over de huizen en de inwoners die niet wegwilden reden. Ze verdwenen finaal onder de rupsbanden en werden vermalen met de grond. En ik die danig te doen had met die spinnetjes, laat staan ... Guido De Schrijver 9
Vluchtbevel Lena Khalaf Tuffaha Nu bellen ze ons. Voor ze de bommen werpen. De telefoon rinkelt en iemand die mijn voornaam kent zegt in perfect Arabisch: “David hier.” En onder bedwelming van de supersonische knallen en symfonieën van aan diggelen vliegend glas die nog steeds door mijn hoofd beuken denk ik: Ken ik iemand in Gaza die David heet? Nu bellen ze ons op om te zeggen vlucht. Na deze boodschap heb je nog 58 seconden. Dan is jouw huis aan de beurt. Voor hen is het een soort van hoffelijkheid in oorlogsomstandigheden. Het maakt niets uit dat je nergens heen kunt vluchten. Het is niet van belang dat de grenzen gesloten zijn dat je papieren niets te betekenen hebben en alleen zeggen dat je levenslang kreeg in deze gevangenis aan zee dat de stegen smal zijn dat er meer mensenlevens opeengepakt zitten dan waar ook ter wereld. Vlucht gewoon.
We proberen niet je te vermoorden. Het maakt niets uit dat je ons niet terug kunt bellen om te zeggen dat de mensen die wij willen hebben niet in jouw huis zitten dat hier niemand is buiten jij en je kinderen die zaten te supporteren voor Argentinië die het laatste brood voor deze week aan het delen waren en telden hoeveel kaarsen er nog overbleven voor wanneer de stroom uitvalt. Het doet er niet toe dat je kinderen hebt. Je woont op de verkeerde plaats en dit is je kans om te vluchten naar nergens. Het maakt niets uit dat 58 seconden te kort is om je trouwalbum te vinden of het lievelingsdekentje van je zoon of je dochters bijna volledige aanvraagdossier voor de universiteit of je schoenen of om alle gezinsleden te verzamelen. Wat je gepland had is niet van belang. Wie je bent is niet van belang. Bewijs dat je een mens bent. Bewijs dat je op twee benen staat. Vlucht. vert.: Hilde Baccarne
10
OP ZONDAG 14 SEPTEMBER.
STARTDAG 39ste WERKJAAR VAN JEBRON. Zonder enige pretentie mogen we stellen dat wij ons als bescheiden Jebrongemeenschap verwant voelen met de eerste christelijke gemeenschappen. De tijd van het rijke, machtige en invloedrijke Roomse leven is reeds geruime tijd voorbij. Christelijke gemeenschappen voelen zich staan en gaan in de lijn van die oudste Messiaanse gemeenten die her en der verspreid in het toenmalig Romeins Imperium, probeerden trouw te blijven aan de weg van Jezus Messias en zich vaak moeizaam staande te houden te midden van overweldigende machten. Ze beschikten enkel over een klein verhaal, waarin de contouren werden uitgetekend van een ‘andere en betere wereld’, waaraan ze gestalte wilden geven. In de loop van ons volgend werkjaar willen we samen met anderen aan die kleine verhalen wat verder schrijven. De viering zal – zoals vorig jaar - plaatshebben in de polyvalente ruimte van het HUIS VAN CLARA, Sinte Annalaan 41, 9300 Aalst. om 10u30. Na de liturgische viering gaan we met z’n allen naar het Jebronhuis, Begijnhof 1 te Aalst om van een feestelijke maaltijd te genieten:. aperitief en een heerlijke spaghetti (gewoon en vegetarisch). Volwassenen betalen 8 € en kinderen 4 €. Het is wel nodig om voor 8 september in te schrijven. We hopen dat de Jebronners wat familie en vrienden uitnodigen zodat we er met velen een bemoedigende dag van kunnen maken.
Gaza 2014 Een tekst uit 2002, brandend actueel in 2014 Spijtig genoeg is het niet moeilijk de brug te maken tussen toen en nu. Vandaag is het Netanyahu die zich aan zware mensenrechtenschendingen schuldig maakt door ziekenhuizen en scholen te laten beschieten. Ook Hamas gaat niet vrijuit door bv. raketten in scholen op te slaan. Maar er is een enorme disproportionaliteit in dit conflict als je ziet welke middelen Israël ter beschikking heeft in vergelijking met Hamas. Beide partijen gaan niet vrijuit maar toch even signaleren dat Israël als bezettende macht volgens het internationaal recht de PLICHT heeft de burgerbevolking te beschermen (in Gaza, op de Westbank,...). In die zin zijn de acties van het Israëlisch leger in Gaza echt wel hallucinant en buiten proportie. Jammer genoeg zou de diplomatie nu iets moeten doen, maar de VS en Europa doen veel te weinig vanuit een misplaatst positief a priori t.o.v. de Israëlische staat. De facto maakt deze ook via zijn illegale nederzettingen een tweestatenoplossing - een Palestijnse staat én een Joodse staat - onmogelijk. Ook daar laten de VS en Europa Israël maar doen, hoewel dit in tegenspraak is met het internationaal recht. (redactie Bezield Verband) Ontstaansgeschiedenis van deze tekst Tijdens de Bijbelweek van WTM (Paasvakantie 2002) bestudeerden we samen onder de kundige begeleiding van Egbert Rooze het boek Leviticus. Terwijl wij het grote geluk hadden om in de rustige omgeving van de Vlaamse Ardennen de Bijbel te bestuderen reden Israëlische tanks binnen in de Palestijnse steden. We vonden dat het niet kon om rustig de Bijbel te lezen en te doen alsof die context van oorlog er niet was. Daarom trokken we een hele voormiddag uit om samen vanuit de werkelijkheid én vanuit de Bijbel na te denken over wat er gaande was (en is) in Palestina en Israël.
Israël, op weg naar het geroofde/beloofde land? Tijdens een week van intense Bijbelstudie met een dertigtal christenen, net na Pasen, zagen en hoorden we hoe het Israëlische leger steeds meer Palestijnse steden ging bezetten en hoe datzelfde leger ook steeds maar driester en gewelddadiger te werk ging. Lezend en studerend in de joodse bijbel konden wij niet ongevoelig blijven voor de gebeurtenissen in Israël - Palestina, anders zou ons Bijbellezen niet meer zijn dan tijdverdrijf en vrijblijvende Spielerei. Vanuit de gezamenlijke studie van het Bijbelboek Leviticus willen we dan ook een standpunt innemen en verspreiden, ook al zijn we er ons als christenen van bewust dat dit standpunt niet anders dan in grote bescheidenheid kan en mag worden verwoord. Deze bescheidenheid wordt ingegeven door de overtuiging dat wij de huidige situatie in Israël Palestina niet kunnen losmaken van een lange geschiedenis van antisemitisme, waaraan christenen zich hebben schuldig gemaakt en dat uitgelopen is op de Shoah (Holocaust) als de uiteindelijke en absurde consequentie van een geschiedenis van verdrukking. Deze Shoah heeft in de westerse wereld een dergelijk schuldgevoel veroorzaakt dat men aan de joden in 1948 een eigen staat heeft gegeven, waarbij men te veel over het hoofd heeft gezien dat de oprichting van die joodse staat dramatische gevolgen heeft gehad voor de bevolkingsgroepen die Palestina reeds bewoonden, met name de Palestijnen. Deze werden ofwel uitgedreven en kwamen in vluchtelingenkampen terecht, ofwel werden ze in eigen land tot tweederangsburgers gedegradeerd.
12
Ons standpunt staat dus in het teken van het gedenken van alle slachtoffers die gevallen zijn onder een eeuwenlange christelijke dominantie: joden tijdens de talloze pogroms, moslims tijdens de kruistochten en de uitgebuite volkeren in de zogenaamde koloniale landen waar ook ter wereld. Ook al is ons uitgangspunt de terechte vraag “wie zijn wij dat wij als westerse christenen kritiek zouden uiten op de volkeren die in het verleden door onze voorouders werden onderdrukt”, toch kunnen wij niet zwijgen wanneer we zien wat het Palestijnse volk op dit ogenblik door de Israëlische staat onder leiding van Ariël Sharon wordt aangedaan. We zeggen uitdrukkelijk niet ‘het joodse volk’; we zeggen wel de Israëlische staat. Het is vooral de studie van de joodse bijbel zelf die ons tot dit standpunt heeft gebracht. Zonder ons te verliezen in details kunnen we stellen dat de staat Israël ver verwijderd blijft van het Bijbelse ‘project Israël’ zolang hij onderdrukt en zich op die manier laat verleiden tot de rol van ‘Amalek’. Amalek is in de hele joodse bijbel representant van de macht van de sterkste, die zichzelf pleegt te verheffen op de weerloze rug van de zwaksten. In de bijbel is Amalek de absolute tegenpool van Israël, dat als opdracht heeft om te midden van de volkeren op aarde een volk te worden waarbinnen de vreemdeling evenveel rechten heeft als de geboren Israëliet. Al steunen wij het recht van het joodse volk op een plek op aarde, waar het goed en veilig kan wonen, toch kan Israël dit recht niet doen gelden wanneer het niet ook bereid is om aan de Palestijnen datzelfde recht toe te kennen. Het feit dat het joodse volk op een onnoemelijke wijze in de 20ste eeuw het slachtoffer is geweest van de misdaad van de Holocaust kan nooit een legitimering zijn voor het onrecht dat de Israëlische staat al meer dan 50 jaar de Palestijnen aandoet. Een dergelijke legitimering perverteert de herinnering aan de zes miljoen joodse slachtoffers van het nazisme. Jeruzalem is opnieuw verworden tot een bloedstad omdat de armen er worden onderdrukt. De staat Israël dreigt in het tegendeel van zijn eigen droom van een samenleving in rechtvaardigheid te verkeren, wanneer deze staat tegen alle resoluties van de Verenigde Naties in de bezetting van de Palestijnse gebieden blijft volhouden: een geroofd land kan nooit een beloofd land worden. De huidige bezettingspolitiek van de staat Israël zal, op de middellange of lange termijn ook voor de joodse inwoners dramatische gevolgen hebben. We hebben van het Bijbelboek Jozua geleerd dat voor een rechtvaardige en veilige samenleving drie elementen nodig zijn: een volk, een land én de Thora (de eerste 5 boeken van de bijbel of ‘de boeken van Mozes’). Wanneer één van deze drie wegvalt, en zeker wanneer de Tora buiten spel wordt gezet, dan wordt een rechtvaardig land onmogelijk. Zonder land is er noch voor de Joden, noch voor de Palestijnen een plek om te leven; zonder volk zijn er geen mensen om het land tot vruchtbaarheid te brengen; zonder Thora begint het volk te roepen van “eigen volk eerst” en vervalt dat volk in het land bijna automatisch tot de barbarij van het recht van de sterkste en worden “de wezen, de weduwen en de vreemdelingen” de eerste slachtoffers. Vanuit onze analyse van de huidige situatie én vanuit onze studie van de joodse bijbel roepen wij op tot de erkenning van de rechten van de twee volkeren, Joden en Palestijnen, die in het gebied wonen. Zij zullen zelf vanuit een volkomen gelijkwaardigheid samen moeten uitmaken hoe ze dat recht zullen realiseren. De Verenigde Naties, en dus niét de V.S., lijkt ons hierbij de enig mogelijke bemiddelaar. We roepen Israël op te gedenken dat het zelf ‘slaaf is geweest’ en haar geschiedenis als ‘slachtoffer’ niet te herhalen door nieuwe slachtoffers te maken. Daartoe zal Israël er werk van moeten durven maken hun nederzettingenpolitiek te stoppen en geleidelijk en in de tijd gespreid de reeds gebouwde nederzettingen te verlaten en aan de Palestijnse bevolking terug te geven. We roepen de vaak heel rijke Arabische staten op om niet alleen met mooie woorden de zaak van de Palestijnen te bepleiten, maar om ook metterdaad – en in dit geval met veel geld – te zoeken naar wegen om de Palestijnse vluchtelingen een betere toekomst te geven. Want omdat het wellicht niet meer realistisch is om de miljoenen Palestijnse vluchtelingen een terugkeer naar Palestina voor te spiegelen, zouden de Arabische oliestaten samen met Israël kunnen zoeken naar wegen om de
13
vluchtelingen schadeloos te stellen zodat ze, waar ze zich ook bevinden, een nieuw leven kunnen beginnen. We roepen de Europese Unie op een nog actievere vredespolitiek te voeren en krachtig op te treden tegen de imperialistische politiek van Israël. Samen met een groot aantal NGO’s roepen wij op om naar het voorbeeld van de vroegere acties tegen de Apartheidspolitiek in Zuid Afrika, Israëlisch producten te boycotten zolang de staat Israël de resoluties van de Verenigde Naties hautain naast zich neer blijft leggen en ten aanzien van de Palestijnse bevolking een imperialistische politiek voert. Tot besluit willen we de Palestijnen, de vredesbewegingen in Israël, en in de rest van de wereld, die de toenadering tussen Palestijnen en Israëli's bevorderen en het vredesproces stimuleren, onze volle ondersteuning toezeggen en als christenen onze verbondenheid uitspreken zowel met Joden als met Moslims. Alle drie zijn wij kinderen van Abraham, die wegtrok uit zijn land, dat gekenmerkt was door het recht van de sterkste, om te gaan naar een ander land, waar het recht van de verdrukte de agenda zou moeten bepalen van elke sociale en economische politiek. In het werken aan die alternatieve politiek zou ook het gelaat zichtbaar worden van de even alternatieve God in wie ze zegden te geloven. Ons standpunt mag daarom niet de indruk wekken te getuigen van enig antisemitisme. Het is integendeel de liefde voor het jodendom, aan wie wij als christenen niet alleen onze voorganger de vredesprofeet Jezus van Nazareth te danken hebben, maar ook de Thora, waarin voor christenen tot op vandaag een weg naar een “wereld omgekeerd” wordt uitgetekend. Het is de Thora die ons heeft geleerd en elke dag opnieuw blijft leren dat liefde soms de vorm moet aannemen van een diepe woede om het onrecht dat mensen wordt aangedaan, zeker wanneer dat onrecht gebeurt in naam van God. Deze woede maakt ons op de eerste plaats kritisch tegenover het onrecht dat binnen onze eigen kerken zo vaak gebeurt; maar diezelfde heilige woede kan en mag in deze tijden niet zwijgen over het onrecht dat de Israëlische staat de Palestijnen aandoet. Wij kunnen in ieder geval niet zeggen: wir haben es nicht gewusst. Namens de deelnemers aan de Bijbelweek van de WTM, Paul De Witte, Woordvoerder van het Netwerk van Kritische Christenen en Basisgroepen
en Elke Vandeperre, Coördinator Werkplaats voor Theologie en Maatschappij
!!!SPECIALE OPROEP!!!! OPEN RAAD VAN BESTUUR van JEBRON op DINSDAG 30 SEPTEMBER 2014 om 20u Tijdens de Algemene Vergadering van eind maart 2014 werd gezegd dat wij op een Open Raad van Bestuur met zoveel mogelijk mensen van onze gemeenschap in een open en constructief gesprek moeten gaan om samen een “realistische” toekomst voor Jebron uit te tekenen. Wellicht zullen we op een bepaald moment enkele moedige maar noodzakelijke beslissingen moeten nemen. Daarom deze speciale uitnodiging. We zouden je graag verwelkomen.
HOU 30 SEPTEMBER 2014 VRIJ IN JE AGENDA!
14
TUSSEN “EEN KILO MINDER ERNST” Twee bijdragen van Frans De Maeseneer in één bijdrage. Het is alsof het zomer en meer dan 30 graden warm moet zijn, om ernstig te worden met mate. De zon en de hitte zorgen voor een afkoeling die als een lafenis welkom is. De zomer is namelijk niet de meest aangepaste tijd om verhitte discussies of heetgebakerde debatten op te zetten. We keuvelen liever met of zonder bretellen over onbelangrijke dingen als het spel en het tijdverlies, over het groen van het gras en het blauw van de lucht. En over hoe mooi een man is zonder plechtigheid, en over de vrouw die mooi gekleed is met bijna niemendal, en over de kinderen die spelletjes spelen zonder te denken aan winnen of verliezen. Of over Fons die het hondje buitenlaat om zelf ook eens buiten te zijn. Vanavond voel ik me als Fons, ook al heb ik noch een Labrador noch een Fox Terrier. Zalig. Het is zomer. Voor journalisten is dit een loze tijd: geen hete thema¹s, geen rampen, geen regeringen of regimes die vallen...Alles mag in deze tussentijd op zijn eigen (rustige) pootjes vallen. Dat biedt op zich al meer dan denkstof genoeg. Zonder ons te irriteren, zonder ons driftig belangrijk te maken met ‘mega-primeurs’, of ‘hot news’¹. Wellicht is de zomertijd ons daarvoor gegeven? Om eens bezig te zijn met een kilo minder ernst? Het is alsof ik daarop zit te wachten. Al heel lange tijd. Tuurlijk gaat het leven intussen door: de filosoof blijft even zwaar van zin, de oma en de opa zien hun eigen kinderen zo graag via de kleinkinderen: Lotte achter op de fiets en Bram op de ingehuurde trampoline. Zomer, het leven heeft warme tinten. Wat eigenlijk de definitie van de zomer heet te zijn. Mocht het zo nog even duren. Maar Gerard Cox zingt: ‘t is weer voorbij die mooie zomer’¹. Een lied dat ik altijd al mooi heb gevonden. Maar om consequent te zijn met mijn eigen gedachten, moet ik nu wel zeggen dat dit lied niet de waarheid zingt die me vanavond lief is. Ik wil namelijk voorgoed zomerser en lichter in het leven staan. Met een kilo ernst minder. Ik betrouw mijn eigen ernst niet helemaal. Ik weet zelf niet hoe dat komt? Of weet ik het toch? We werden immers opgevoed met dogma’s en gedragscodes die beloond of bestraft zouden worden...als wij gehoorzaamden of niet. Zo leefden we zogezegd volgens ons geweten dat luisterde naar het geweten, naar de normen van andere, van oudere mensen. Niet dat die anderen, die ouderen het verkeerd bedoelden of boze mensen waren. Ze deden toch stevig hun best. Niet dus dat hun imperatieven onjuist waren. Dat allemaal niet, maar hun zorg stond gericht op de verplichte ernst en niet op de charmante bekoring van de vreugde. Wij, tachtigers, hebben dat gemist. Het is alsof het zomer moest worden en 30 graden warm om aan den lijve te proeven dat deftige ernst fout is. Omdat het leven op zijn best is...als het wordt gespeeld! Aan Gerard Cox toch maar eens vragen om een ander lied: ‘t is nooit voorbij die mooie zomer’. Er is een winkel in mijn straat waar ik het lied kopen kan. Ik heb er meer dan een paar centjes voor over. Een kilo minder ernst. Mijn overgewicht zal er wel bij varen. EN DE ERNST VAN DE DEUGD ALS OVERWINNING. 15
Een mens is niet zomaar braaf. Zo klinkt het brave begin van dit cursiefje. Het moge dan al braaf zijn als opschrift, onschuldig en vanzelfsprekend is het in geen geval. Een mens is inderdaad niet zomaar lief en trouw en rechtvaardig. Een mens is uit zichzelf evenmin solidair en vergevensgezind, het goede genegen en het boze ongenegen. Zo 'werken' deze dingen niet. Je zou dat theoretisch (en theologisch) kunnen benaderen. Dan kom je als vanzelf terecht in het schema van een eeuwenlange vechtscheiding tussen protestanten en katholieken. Volgens de enen is de mens 'van nature' het kwade genegen. Er moet dan een soort geneigdheid-ten-goede in de mens worden gewekt. Liefst, en enkel en alleen, door Gods genadige kracht. Volgens de anderen (de katholieken) is de mens 'van nature' goed. Hij kan dan, met Gods genade, goed worden zoals het in zijn aard al aanwezig is (en was). Geef toe, dit is geen banale discussie, maar het is een gevecht tussen theorieën. Ik vraag me daarbij af of velen onder ons nog geneigd en bekwaam zijn over dit soort levensvragen 'vanuit de boeken' vruchtbaar te spreken? Liever zou ik daarom met 'theologie' beginnen op de straat en op de markt van de mensen. Zo gaan wij er bij voorbeeld van uit dat we geen racisten zijn. Dat wordt algemeen aanvaard. En deze algemene aanvaarding wordt in wetteksten omgezet en 'bij wet' tot verbod gedecreteerd: het is verboden racistisch te handelen. Zoniet...De hele Westerse (beschaafde?) wereld heeft dat decreet plechtig en publiekelijk ondertekend. En is bovendien bereid om te sanctioneren waar en wanneer dat decreet wordt geschonden. Spontaan vind ik dat logisch en rechtlijnig mooi. Toch ben ik daar niet helemaal en helemaal niet gelukkig mee. Het is namelijk te simpel, te kort door de bocht. Het veronderstelt immers een deugd die er niet zomaar is. 'Van nature' zijn we allemaal eerder racisten. Dat zit zelfs in de genen van onze psychologie. Als dit soort contaminatie taalkundig mogelijk mag worden? Ik weet bij deze redenering dat ik moeilijk doe. Maar het is verdorie ook moeilijk. Spontaan is de éne mens de andere niet genegen. De andere mens is een concurrent, een rivaal, een opponent, een gevaar. Waartegen wij ons beveiligen en ons bewapenen. Handen af van mijn eigendom, van mijn loon, van mijn kind, van mijn auto, van mijn club, van mijn dorp, van mijn taal, van mijn vlag, van mijn dogma's, van mijn dresscode, van mijn cultuur. Deze litanie kan je eindeloos lang maken...Handen af, dat is de oercode van mijn culturele ingewanden. Antiracisme is geen spontaan voorhanden zijnde deugd. Antiracisme is eerder een overwinning op een diepe ingeboren reflex. Vandaar de titel boven dit stukje: deugd is een overwinning. Zoets heeft natuurlijk vele consequenties. Te veel om op te noemen, zo vrees ik. Zo is een kind nooit mededeelzaam uit zichzelf: het eet zijn wafeltje liefst alléén op, 'met zijn eigen vijf geboden'. Om te delen, om broederlijk te delen, heeft het kind een pedagogische ondersteuning nodig: het moet namelijk leren het woord 'broeder' letter voor letter te spellen. Het moet leren zijn territorium niet agressief veilig te stellen. 'Handen af' wordt pas 'handdruk' door het voorbeeldige en dringende gedrag van wijze wegwijzers. Anders zijn bloedige straatgevechten en ruzies en oorlogen het fatale gevolg... Een handdruk geven, positieve tolerantie, moet een mens aanleren en aangeleerd krijgen. Met braafheid alleen spring je hier niet ver. Sorry voor dit stoute slot: ik ben bang geworden van braafheid zomaar. En voor één keer heb ik gelijk. Frans De Maeseneer 16
Jarigen
JEBRON KALENDER SEPTEMBER – OKTOBER 2014 EN ANDERE ACTIVITEITEN
Zondag 7 september om 10.30 uur: laatste vakantieviering Voorgestelde lezingen: Ezechiël 33,7-9; Rom 13,8-10; Mt 18,15-20 Deze viering wordt voorbereid en voorgegaan door Luc VD Zondag 7 september van 12u tot 20u: Casa del mundo op de oude Vismarkt te Aalst. Wereldmarkt en workshops voor iedereen. Toegang gratis Dinsdag 9 september van 19.30 tot 22 uur: Eerste Bijbels leerhuis van het nieuwe werkjaar. Tijdens dit leerhuisjaar zullen we stilstaan bij het thema: “Opstaan zal in de nacht gebeuren”. We lezen teksten uit Eerste en Tweede Testament in verband met opstaan, opstanding, verrijzenis.
ZONDAG 14 september: feestelijke startdag van ons 39ste werkjaar. JAARTHEMA: DE KRACHT VAN KLEINE VERHALEN! Om 10.30 uur: viering in de polyvalente ruimte van Huis van Clara (Sintel Naslaan, Aalst). Na de viering in het huis van Jebron (Begijnhof 1): receptie en spaghettifestijn (wie aan de maaltijd wil deelnemen, moet wel tijdig inschrijven). Uitgebreide info pagina 11
17
VAN VRIJDAG 19 SEPTEMBER (18 uur) tot ZONDAG 21 SEPTEMBER (14 uur): internationale samenkomst van Europese kritische christelijke basisgroepen in de gebouwen van de Don Bosco parochie (Alsembergsesteenweg Buizingen). Zie Website. De Jebrongemeenschap wordt van harte uitgenodigd voor de slotviering van dit internationaal gebeuren op zondagmorgen 21 september om 10 uur in de kerk van de DON BOSCO parochie van Buizingen. ER ZAL IN DIT WEEKEND GEEN VIERING ZIJN IN JEBRON Vrijdag 19 september om 19.30u in zaal De Brug ‘SOLIDAIR MET GUATEMALA’ ORGANISEERT EEN BOEIENDE AVOND.Luc Vandenberghe, Hilde Camu, Monique Batavia en Guido De Schrijver stellen voor: De projecten CUC (een boerenorganisatie) en CONAVIGUA (een Inheemse vrouwenorganisatie) Anton Cogen leest voor uit Rigoberta Menchú, Miguel Angel Asturias, Stefan van den Bossche en G.De Schrijver. De Mayacultuur en natuur worden in beeld gebracht. Een gratis drankje om na te praten. vu: Guido De Schrijver:
[email protected] - 053/62 94 76 Dinsdag 23 september: HUIZEN VAN VREDE – eerste avond. DE BIJDRAGE VAN 50 JAAR MIGRATIE AAN ONZE SAMENLEVNG - dinsdag 23 september 2014 In 2014 is het 50 jaar geleden dat deTurkse en Marokkaanse migratie naar België begon. Op deze avond willen we de positieve bijdragen van deze migratie onder de aandacht brengen. Wat betekende de migratie voor onze samenleving op economisch en sociaal vlak? Hoe verbreedden mensen met een migratie-achtergrond onze kijk op cultuur, identiteit, vrouwenemancipatie, religie,...? En hoe verliep dit alles in Aalst? In de reeks Huizen van Vrede nemen we het samenleven in diversiteit onder de loep. De rode draad doorheen de gespreksavonden van dit najaar is 50 jaar migratie. Elke avond belichten we een ander thema. We gaan in gesprek met deskundige gastsprekers en met Aalstenaren die op een inspirerende manier met diversiteit bezig zijn. Begeleiding: Rosalie Heens, moderator 3 dinsdagen, van 19u30 tot 21u30: 23 september, 21 oktober, 18 november 2014 LDC DeToekomst, Sint Kamielstraat 85 in Aalst Deelnameprijs: €4 per avond. Jongeren (-18 jaar) betalen €2 per avond Inschrijven via Vormingplus Vlaamse Ardennen Dender (www.vormingplus-vlad.be of 054141.48.02) Organisatie: Aalst Mixt, Emmaüs, Kevser Moskee, KMS Oost Vlaanderen, vzw Motief, ODiCe, Vormingplus Vlaamse Ardennen Dender
VANAF VOLGEND WEEKEND GAAN DE VIERINGEN DOOR OP ZATERDAGAVOND 18.30 UUR (behalve wanneer anders is aangegeven op website en in de wekelijkse kalender). Zaterdag 27 september om18.30 uur: wekelijkse viering in het Jebronhuis. Voorgestelde lezingen: Ezechiël 18,25-28; Filippenzen 2,1-11 en Mattheüs 21,28-32 18
Deze viering wordt voorbereid door groep 1. Dinsdag 30 september om 20 uur: OPEN RAAD VAN BESTUUR Laat jouw mening horen!!!!!!! Zie pagina 14..
Zaterdag 4 oktober om18.30 uur: wekelijkse viering in het Jebronhuis. Voorgestelde lezingen: Jesaja 5,1-7; Filippenzen 4,6-9 en Mattheüs 21,33-43 Deze viering wordt voorbereid door groep 3. Zaterdag 11 oktober om18.30 uur: wekelijkse viering in het Jebronhuis. Voorgestelde lezingen: Jesaja 25,6-10a; Filippenzen 4,12-14.19-20 en Mattheüs 22,1-14 Deze viering wordt voorbereid door groep 2. Dinsdag 14 oktober van 19.30 tot 22 uur: Bijbels leerhuis. We staan verder stil bij het thema: “Opstaan zal in de nacht gebeuren” en lezen teksten uit Eerste en Tweede Testament in verband met opstaan, opstanding, verrijzenis. Zaterdag 18 oktober om18.30 uur: geen viering in Jebron. We zijn uitgenodigd op de doopviering van JASPER Van den Bossche op zondagmiddag om 12 uur in de Sint Annakerk.
JEBRON Werkjaar 39 , 2014-2015 Wil je op de hoogte blijven van alle activiteiten in en rond het Jebrongebeuren, HERABONNEER je dan op Info Jebron.. Voor 10€ ontvang je 10 nummers in de brievenbus of voor 8€ ontvang je info Jebron in je mailbox.
19
Info Jebron: Het tijdschrift dat maandelijks verschijnt (behalve juli en augustus) Het abonnement kost 10€ voor een gedrukt exemplaar. Wens je info jebron via mail te ontvangen, dan vragen wij 8€. Jebron vzw Open Huis voor Vorming en Pastoraat Begijnhof 1 - 9300 Aalst Open ma, di, do en vr van 08.00 tot 16.45 uur. Tel. 053/77.51.16 Mailadres:
[email protected] Website: www.jebron.be Stortingen en financiële steun zijn welkom op BE46 0680 6230 4036 Wij bieden: Wekelijkse viering op zaterdagavond om 18.30 uur. Ontmoetingsmomenten: Leefweekend, wandelingen, … Bijbels leerhuis: Eén dinsdagavond per maand. Interactieve vormingsmomenten zoals open haard gesprekken op zaterdagavond en jaarlijkse verdiepingsdag. Tijdschriftenbibliotheek met meer dan 80 verschillende tijdschriften. Alle artikels staan op trefwoord. Artikels, suggesties, tips zijn welkom bij de Redactieraad
[email protected] Raad van Bestuur Guido De Schrijver Judith Spitaels Erik Van Assche Fred Van den Branden
Luc Rottiers Inge De Bruyn Paul De Witte
Personeel Vera Baeyens Anne De Cremer Hilde De Saedeleer Linda Van Der Eecken Liturgieverantwoordelijke Paul De Witte 20
21