> www.vrom.nl
Water als economische impuls Kansen, kosten en complicaties
Water als economische impuls Kansen, kosten en complicaties
04
Water als economische impuls Water in de binnenstad heeft een grote betekenis voor de ontwikkeling, de identiteit en de kwaliteit van het centrum van de stad. Water refereert immers aan het verleden, maar biedt ook potenties voor de toekomst. Het is dan ook om deze reden, dat veel gemeenten in Nederland overgaan tot het (terug)brengen van water in de historische stad. Deze nieuwe benadering betekent dat eerder gedempte stukken water weer worden opengemaakt, weggemoffelde waterstromen opnieuw zichtbaar worden gemaakt of nieuw water wordt aangelegd. Omdat het hier gaat om een ingreep in de openbare ruimte betreft het een bijzondere vorm van intensief ruimtegebruik binnen de bestaande stedelijke structuur. En daar komt heel wat bij kijken. “Er liggen op dit moment veel stedelijke waterplannen op de tekentafel, maar er is nog niet zoveel in uitvoering of gerealiseerd. Echter, als die ontwerpen daadwerkelijk tot uitvoering komen, kan er veel gaan veranderen in het stedelijk gebied. Vooral omdat het stedelijk water in het verleden primair vanuit een economische of nutsinvalshoek, dus afwatering
Versterkt Den Bosch, Den Bosch De noodzaak van herstel en onderhoud van grote delen van de vestingwerken heeft geleid tot een ontwikkelingsplan voor een integrale revitalisering van die vestingwerken en daarmee tot een visie op verruiming van de binnenstad. Dit resulteerde in het ontwikkelingsproject ‘Versterkt Den Bosch’. De vestingwerken omsluiten de oude binnenstad en de vestinggracht omsingelt de vesting. Deze gracht staat in verbinding met het, gedeeltelijk ondergrondse, water in de binnenstad. Hiermee is het vestingwater een beleving voor toeristen die Den Bosch ook eens van een andere, historische kant willen zien. Door een nieuwe doorgang in de oude vestingmuur kan men nu ook ‘buitenom’ een echte rondvaart maken. Het project Versterkt Den Bosch, dat ook voor educatieve doeleinden wordt gebruikt, bestaat uit 95 deelprojecten. Enkele voorbeelden hiervan zijn het weer opengraven van een gedempt deel van de stadsgracht, het aanleggen van een parkeergarage onder de gracht met een uitgang naar
en scheepvaart, is aangelegd en daar nu dus expliciet een belevingsinvalshoek aan wordt toegevoegd”, aldus Lodewijk van Nieuwenhuizen, directielid H+N+S Landschapsarchitecten. Deze brochure geeft alle betrokken partijen inzicht in de zaken waar zij bij de planvorming en uitvoering mee te maken kunnen krijgen. Zowel op het gebied van financiën, procedures en samenwerking als communicatie en technische complicaties. Aan de hand van een drietal voorbeeldprojecten worden leereffecten aangegeven op het gebied van inhoud, financiën, proces en communicatie. De projecten die aan de orde komen zijn ‘Daar bij de Waterkant’ in Breda, ‘Versterkt Den Bosch’ in Den Bosch en ‘Historische vaarroute Maastricht-Vlaanderen’ in Maastricht. Het betreft hier projecten waarbij het water met name voor de ruimtelijke inrichting en de economische ontwikkeling van de stad een belangrijke betekenis heeft. Ook wordt aandacht besteed aan het project Drachtstervaart in Smallingerland. Voor projecten die vooral betrekking hebben op het beheer van water in de stad wordt verwezen naar de IPSV-brochure ‘Water als ecologische drager’, die eerder in deze reeks is verschenen.
de stad door de oude vestingmuur, het versterken van het idee van een vestingstad bij de entree van de binnenstad en het creëren van faciliteiten voor o.a.vleermuizen in de oude gewelven en een habitat voor zeldzame flora aan de buitenzijde van de vestingwallen.
Voorbeeldprojecten in de praktijk
05 Historische plattegrond Den Bosch.
Naast de ervaringen van de bij de voorbeeldprojecten betrokken personen, geeft Lodewijk van Nieuwenhuizen, directielid H+N+S Landschapsarchitecten, zijn mening over het (terug)brengen van water in de stad. De aanleiding “De steden zullen een bijdrage moeten gaan leveren aan de watermachine in Nederland. Stedelijke watersystemen en waterfronten zijn vaak de dragers van de toeristische recreatieve economie van een stad. Daarnaast worden de stedelijke watersystemen duurzamer en verdwijnt het beeld van water als bron van stank en ongedierte”, aldus Lodewijk van Nieuwenhuizen. Voor de drie geselecteerde projecten zijn een aantal gemeenschappelijke uitgangspunten te noemen op basis waarvan men besloten heeft het water in de stad een (hernieuwde) centrale rol te laten vervullen. Zo wordt door alle gesprekpartners aangegeven, dat water een positieve associatie oproept bij de bevolking. Men gaat uit van een verhoging van de belevingswaarde van de openbare ruimte als gevolg van de investeringen in het water. Wat men daarbij vaak voor ogen heeft, is de situatie
rond de Oude Gracht in Utrecht: langs het water zijn vele terrassen waardoor het er vooral in de zomer aantrekkelijk toeven is. Technische complicaties In projecten rond stedelijk water kan men op onverwachte technische complicaties stuiten. Eén van de belangrijkste is de problematiek van de kabels en leidingen. Deze liggen veelal gebundeld onder bestaande infrastructuur. Dit is echter ook de plek waar vaak het water moet komen. In Breda bijvoorbeeld, komt het water te lopen over de huidige Markendaalseweg. ‘Het aantal kabels en leidingen dat weggehaald moet worden is gigantisch’, vertelt gemeentelijk projectleider Dirk Oudshoorn. Breda heeft dit probleem nu enigszins ondervangen door het water slechts één meter onder het maaiveld te laten lopen in plaats van de geplande 2,5 meter. Hierdoor kan het riool gewoon blijven liggen en dat scheelt aanzienlijk in de kosten. In Den Bosch ligt één van de te restaureren delen van de vestingmuur aan een belangrijke verkeersader van de binnenstad. Niet alleen rijden daar 18.000 voertuigen per etmaal overheen, maar er ligt ook een grote bundeling van KPN kabels onder, die moeilijk kan worden verlegd. Een speciale injectiemethode voor het restaureren van stadsmuren bracht echter uitkomst. Door deze methode hoeft men voor de restauratiewerkzaamheden niet aan de achterkant van de muur te zijn. De injectiemethode zelf is wel wat duurder, maar men bespaart € 5,5 miljoen doordat de kabels kunnen blijven liggen. Een andere kostbaar deelproject in ‘Versterkt Den Bosch’ is het realiseren van een parkeergarage onder nieuw aan te leggen water: een ingewikkelde oplossing, maar wel één met een zeer positief effect op het aangezicht van het project. Financiële consequenties “In principe dient men rekening te houden met hogere projectkosten wanneer water in de plannen is opgenomen. Zeker in stedelijk gebied, waar de ruimte schaars is en de grondprijzen hoog, ervaart men het als een kostenpost als er water gerealiseerd wordt in plaats van vastgoed. Maar dat is wel geredeneerd op de korte termijn. Op de langere termijn mag je uitgaan van hogere vastgoedrendementen wanneer in kwaliteit van de omgeving wordt geïnvesteerd”, aldus Lodewijk Van Nieuwenhuizen.
06
Water in de stad (terug)brengen kost altijd geld. Ook al omdat de uitvoeringskosten als gevolg van de technische complexiteit veel hoger ligger. Zo werd ook Breda geconfronteerd met een aanzienlijk hoger kostenplaatje dan van tevoren was ingeschat. De plannen voor de inrichting van de Westflank zonder water zouden € 16 miljoen kosten. Na uitvoering van verschillende onderzoeken bleken de plannen mét het water bijna € 36 miljoen te kosten. Door enkele besparingen zijn de meerkosten van het water beperkt tot € 8 miljoen, maar komt het project toch nog op ruim € 28 miljoen. Ook in Maastricht kende men problemen met het budget. De laagste inschrijving bij de aanbesteding van de geplande civieltechnische werken kwam in plaats van de begrote € 2,5 miljoen uit op € 3,6 miljoen. In totaal betekende dit bijna een verdubbeling van de projectkosten. Aangezien de aanbesteding door het verstrijken van de termijnen van de EU-subsidies niet kon worden ingetrokken, is men met de aannemer een bezuinigingsvoorstel overeengekomen. Mogelijke verontreinigingen van bodem of water hebben ook een prijsopdrijvend effect. Zo moesten bijvoorbeeld in Maastricht grote hoeveelheden verontreinigd slib uit ’t Bassin
Totale benodigde investering
Kosten Water
Versterkt Den Bosch
€ 64 miljoen
Daar bij de waterkant
Historische vaarroute + ’t Bassin
worden gebaggerd om het geheel bevaarbaar te maken. En de vergunning voor het storten van het slib is een aanzienlijke kostenpost (€ 90,– tot € 227,– per m3). In Maastricht is men overeengekomen dat Rijkswaterstaat de vergunning aan zou vragen, waardoor afvoeren nog slechts € 6,80 per m3 kostte. Rijkswaterstaat is namelijk mede-eigenaar van de beoogde stortlocatie. Deze maatregel maakte deel uit van het bezuinigingsvoorstel. Economische spin-off Tegenover de hoge kosten van het maken van water in de stad staan enerzijds verschillende subsidiemogelijkheden om de kosten te dekken. Anderzijds verwacht men van dergelijke investeringen in de kwaliteit van de openbare ruimte ook een positief economisch effect. Dit aspect werd bij alle projecten als belangrijke beweegreden genoemd. Het blijkt echter moeilijk om dit met harde cijfers te onderbouwen. Daarom worden dergelijke financiële consequenties niet in begrotingen opgenomen. Overigens is het lastig om financiële voordelen van de economische effecten daadwerkelijk naar het plan terug te laten vloeien.
Gemeentelijke bijdrage water
Private gelden
Niet nader gedefinieerd
+/- 65%
€ 28 miljoen
€ 21 miljoen
€ 8,25 miljoen
€ 5 miljoen
Overige dekkingsmiddelen Subsidies
Andere middelen
€ 4,5 miljoen
SEV-StIR, Interreg IIIb Kanjerregeling
Verhoging van de prijs voor de rondvaarten met € 1,–
+/- 70%
€ 3 miljoen € 4 miljoen
SEV-StIR, Interreg IIIb, Rijk en provincie
€ 450.000
€ 0,75 miljoen PPS-constructie + € 2 miljoen werfkelders
SEV-StIR, EU, Provincie, EZ, Monumentenzorg SRN
Exploitatiemaatschappij opgericht voor beheer haven en werfkelders
Voorbeeldprojecten in de praktijk
07
‘Het Nederlands grondbeleid schiet wat dat betreft tekort’ zegt Nico Nollen, gemeentelijk projectleider van Maastricht. De belangrijkste oorzaak is dat bij dergelijke projecten de kost erg ver voor de baat uitgaat. Investeringen voor het water moeten al in een vroegtijdig stadium worden gedaan. Vervolgens worden woningen gebouwd, maar de positieve effecten van het water worden pas jaren later zichtbaar. De eventuele revenuen van het plan zijn pas op lange termijn verdisconteerbaar en dit is slechts beperkt mogelijk. Wel houden zowel Maastricht, als Den Bosch rekening met een stijging van de OZB inkomsten door de waardestijging van het omliggende vastgoed. Naar de hoogte van een dergelijke stijging hebben de gemeenten van de voorbeeldprojecten echter geen onderzoek laten doen. Voor het project ‘Daar bij de waterkant’ in Breda is geprobeerd de economische spin-off in beeld te brengen. Door een stedenbouwkundig bureau is onderzoek uitgevoerd naar de economische effecten van het terugbrengen van het water aan de Westflank. De conclusie is dat de bestedingen in de binnenstad van Breda kunnen toenemen met € 26 miljoen per jaar.
Daar bij de Waterkant, Breda Om de entree naar het heringerichte centrum van Breda te verbeteren besloot de gemeente de flanken van de stad aan te pakken. De plannen richtten zich op een groene ontwikkeling langs de Oostflank. Langs de Westflank zou het terugbrengen van het water de stad een extra impuls moeten geven. Zo is het project ‘Daar bij de Waterkant’ ontstaan. De bewoners vonden echter dat het water in de eerste plannen van de gemeente onvoldoende zichtbaar werd. Na het indienen van een alternatief plan door de Bredase architectonisch vormgever Eloi Koreman, heeft de gemeente een nieuw plan gemaakt. Door middel van een workshop onder supervisie van stedenbouwkundige Thijs Asselbergs is met ontwikkelaars, die gevraagd waren mee te praten over de voorstellen, dit plan verder fijn geslepen.
Daarnaast worden 325 nieuwe arbeidsplaatsen in detailhandel en horeca voorzien. Hoewel het moeilijk is om deze cijfers keihard te maken sorteerde het onderzoek wel een ander effect: verschillende partijen, waaronder de ondernemers van de binnenstad, zijn mede door de uitkomsten van het onderzoek over de streep getrokken. In Maastricht is de gemeentelijke bijdrage relatief veel kleiner dan in de twee andere gemeenten. Vanwege een goede lobby is er veel subsidiegeld gefourneerd. Tevens is er voor de exploitatie van de werfkelders en passantenhaven een publiek-private samenwerking in de vorm van een exploitatiemaatschappij opgericht. Hierin participeert de gemeente wel voor een derde deel, maar het geheel is verder een private onderneming. Jasper Jobse van Consens Vastgoed Vastgoedservice en directeur van de exploitatiemaatschappij: “Grote vastgoedpartijen moeten vertrouwen hebben in de mogelijkheid om uiteindelijk vastgoedwaarde te creëren in een gebied. De aanwezigheid van water is daarvoor één van de beste elementen. Verder moet je zorgen dat je onrendabele delen wegsubsidieert, zodat daarna (op termijn) de mogelijkheid ontstaat om gewoon gezond en
Het project houdt nu in, dat de eerder gedempte haven weer wordt opengemaakt. In het verlengde hiervan zal langs de Westflank van de binnenstad een nieuwe waterloop worden gecreëerd, zodat de zuid- en noordsingel met elkaar verbonden worden.
08 Op de plek van de vroegere Oude Haven (foto links) ligt tegenwoordig een ondergrondse parkeergarage (foto rechts). De historische situatie is de inspiratiebron voor de plannen voor de Westflank in Breda.
rendabel te exploiteren. Dit is vooral psychologisch belangrijk.” Den Bosch verwacht op haar beurt dat de Stichting ‘’s-Hertogenbosch Vestingwerken’ € 4,5 miljoen aan steun van sponsoren bij elkaar kan brengen. Het betreft hier bijvoorbeeld banken, makelaars en projectontwikkelaars. Kortom, (lokale) ondernemers die belang hebben bij de ontwikkeling van de stad op lange termijn. Procedure en samenwerking “De (gemeentelijke) overheid is de eerste probleemeigenaar, aangezien zij verantwoordelijk is voor de inrichting van de openbare ruimte en daar hoort water nu eenmaal bij. De waterbeheerder (het waterschap) dient echter nauw betrokken te zijn. Deze partijen moeten het samen aanpakken”, aldus Lodewijk van Nieuwenhuizen. Bij het proces rond het (terug)brengen van water in de stad is een groot netwerk van partijen betrokken. Meestal is de gemeente trekker van het project. In tegenstelling tot wat Van Nieuwenhuizen zegt blijkt dat het waterschap in de voorbeeldprojecten niet nadrukkelijk aanwezig is geweest. In Breda richtte het proces zich vooral op de samenwerking
met drie projectontwikkelaars. Deze hadden reeds een start gemaakt met eigen projecten, passend binnen het dan geldende bestemmingsplan. Zij hebben zich echter geconformeerd aan een nieuwe opzet mét water omdat ook zij de voordelen ervan inzagen. In enkele gezamenlijke workshops met de stedenbouwkundige zijn de plannen verder uitgewerkt. “Tijdens de workshops is het de kunst om de verschillende belangen van bijvoorbeeld de ontwikkelaar, de Dienst Stedenbouw van de gemeente en de autonome welstandscommissie te stroomlijnen. In het belang van het project moet er meer beslissingsbevoegdheid liggen bij het projectteam en de projectleider, dwars door de bestaande gemeentelijke organisatie heen. De procesbeheersing was derhalve moeizaam en verliep grillig, maar was wel erg interessant. Rekenen en tekenen moet je eigenlijk meer gelijk laten lopen en je moet vooral niet te veel focussen op delen, zodat het grotere geheel uit beeld verdwijnt”, vertelt Wilko Andrik van de Delta Ontwikkelingsgroep. De volgende stap is, dat overeenstemming moet worden bereikt over een bijdrage van de private partijen in de investeringen voor de openbare ruimte.
Voorbeeldprojecten in de praktijk
09 Foto links: Historische vaarroute Maastricht-Vlaanderen: de gerestaureerde Sluis 19. Foto rechts: De historische vaarroute Maastricht-Vlaanderen vormt een verbinding voor de pleziervaart tussen de Maas en Zuid-Willemsvaart.
Een hele andere procesgang kent ‘Versterkt Den Bosch’. Het initiatief berust bij de projectorganisatie, die door de gemeente is opgezet. Naast de gemeentelijke projectleiding zijn de Stichting ‘Versterkt Den Bosch’ en het communicatiebureau belangrijke spelers. De Stichting wordt bemand door personen, die goed bekend zijn bij de ondernemers van Den Bosch en omstreken. Zij leggen dan ook de link tussen de gemeente en mogelijke private investeerders. “Feitelijk heeft de stichting weinig macht, maar we kunnen toch zorgen voor belangstelling voor een verhaal dat klopt. Hierin kunnen we elkaar, dus stichting en gemeente, stimuleren, en dat is best leuk”, aldus Jan van Benthem, voorzitter van de Stichting ‘’s-Hertogenbosch Vestingwerken’. “Het is dan wel belangrijk deelplanningen te hebben, waarbij de bestaande middelen kunnen worden gekoppeld aan specifieke projecten.” Maastricht kent wat betreft de exploitatie van ’t Bassin en de omliggende werfkelders een bijzondere constructie. De exploitatie is in handen van een exploitatiemaatschappij (Exploitatiemaatschappij ’t Bassin Maastricht BV), waar de drie consortiumpartijen van het Belvédère project (te weten
ING Vastgoed, BPF bouw en de gemeente Maastricht) een gelijk aandeel in hebben. Daarnaast heeft de gemeente op enkele punten een vetorecht. Nico Nollen van de gemeente Maastricht is enthousiast over de gekozen formule: “De oprichting van de BV geeft meer opties hoe problemen te tackelen en kansen te benutten”. Voorbeelden: • de BV kent een eigen financiële huishouding waardoor duidelijk inzichtelijk is wat het resultaat is van de bedrijfsvoering • private slagvaardigheid werkt in bepaalde gevallen beter dan de ambtelijke molen (personeel, selectie ondernemers) • het ontzeggen van toegang; het gebied wordt op privaatrechtelijke wijze beheerd. Ongewenste bezoekers kan de toegang worden ontzegd • via de exploitatiemaatschappij kregen de drie betrokken partijen bij Belvédère ervaring in het kader van gebiedsmanagement. Overigens verliep de samenwerking tussen Maastricht en Rijkswaterstaat niet altijd even soepel vanwege verschillende prioriteitsstellingen. Projectleider Nollen: “het water was
10
eigendom van Rijkswaterstaat, maar is gedurende het project aan de gemeente overgedragen”. Uiteindelijk heeft de samenwerking wel het voordeel van de lagere stortingskosten voor het slib opgeleverd. Communicatie Het belang van communicatie bij stedelijke herinrichting wordt steeds groter. Zeker in het geval van water in de stad, moet er extra aandacht worden besteed aan een juiste afstemming tussen de vele betrokken actoren (intern), maar ook aan het inlichten van de bevolking en indirect betrokkenen (extern). Vooral omdat dergelijke omvangrijke projecten veel impact kunnen hebben. In Breda heeft de gemeente gekozen om het hele communicatietraject zelf te verzorgen. Daarentegen heeft men in Den Bosch een extern communicatiebureau ingeschakeld dat alles op dat gebied regelt. Daarnaast verricht ook de Stichting ‘Versterkt Den Bosch’ communicatiewerkzaamheden. In Maastricht wordt voor de externe communicatie veelvuldig gebruik gemaakt van de plaatselijke VVV. In alle gevallen onderkent men het belang van de communicatie. En ook al
Historische vaarroute Maastricht-Vlaanderen, Maastricht Het herstel van de oude vaarroute tussen Maastricht en Vlaanderen is onderdeel van de herontwikkeling van Belvédère, één van de oudste industriegebieden van Nederland. Het initiatief voor het project lag eigenlijk bij de Vlamingen. Zij wilden, vanwege de subsidies die Europa beschikbaar stelde voor grensoverschrijdende projecten, de waterweg Maastricht-Vlaanderen in ere herstellen. Het Maastrichtse deel werd op dat moment gekenmerkt door de overlast van stank, ongedierte, vervuiling en drugsproblematiek. De eerste stap was om van ’t Bassin – een stukje open water op 5 minuten loopafstand van het centrum van Maastricht – een aantrekkelijke passantenhaven te maken met (horeca)voorzieningen in de aangrenzende werfkelders. ’t Bassin is inmiddels in 2001 feestelijk geopend. Voor het maken van een directe doorvaart is men vervolgens aan de slag gegaan met de restauratie van Sluis 19. Deze is in 2002 voltooid.
verschilt de aanpak, de tevredenheid over het traject is groot. Volgens gemeentelijk projectleider Peter van Roosmalen is het succes van het project ‘Versterkt Den Bosch’ “een goed verhaal hebben, een goed verhaal vertellen en goed luisteren”. Nico Nollen geeft aan dat ook in de projectorganisatie aandacht aan de communicatie besteed moet worden. “Interne communicatie betreft vooral de keuze van de personen die de verschillende actoren vertegenwoordigen. Je weet niet waar het project zal eindigen, maar alle partijen moeten overtuigd zijn van het gemeenschappelijk belang en achter de visie staan. Een charme-offensief werkt om spelers te beïnvloeden en om geld te genereren voor nieuwe investeringen. Hierbij kan je gesterkt worden door een grote bestuurlijke betrokkenheid. In Maastricht hebben drie wethouders, van toerisme, financiën en stadsontwikkeling, een sterke support op hoofdlijnen gegeven: een succesfactor van formaat” aldus Nico Nollen. Volgens Dirk Oudshoorn van de gemeente Breda is het belangrijk dat ook in de vervolgfase de vele partijen in de binnenstad betrokken blijven en dus geïnformeerd moeten worden. Breda heeft ervoor gekozen om de communicatie in grote lijnen zelf in handen te houden. Wilko Andrik van Delta
Wat nog rest is de directe omgeving van ’t Bassin en de vaarroute. Historische, maar ook grotendeels vervallen industrie wacht op herontwikkeling.
Voorbeeldprojecten in de praktijk
11 De werfkelders rond ’Bassin in Maastricht trekken veel publiek.
Ontwikkelingsgroep schaart zich achter de visie van Oudshoorn: “Plenair overleg met de private partijen en de gemeente is essentieel. Een commercieel communicatiebureau kan tijd besparen, maar geeft problemen met het mandaat en dat is in deze fase juist zo belangrijk.” Tenslotte, ter overdenking “In de afgelopen tien jaar waren een groot deel van de stedelijke waterprojecten gericht op het verbeteren en optimaliseren van de waterkwaliteit en het waterbeheer. Uit de huidige plannen blijkt dat ‘water in de stad’ meer betekenissen krijgt. Het is juist deze combinatie van aantrekkelijkheid en functionaliteit, die het oppervlaktewater maken tot een essentieel element in de ruimtelijke inrichting van een stad”, aldus Lodewijk van Nieuwenhuizen. Zoals in het begin is opgemerkt staan er in Nederland diverse ‘water in de stad projecten’ op stapel. Dat betekent dus dat er nog nauwelijks ervaring is met het vervolgproces, wanneer de projecten eenmaal voltooid zijn. Het onderhoud en beheer van stedelijk water vragen namelijk veel tijd en geld. Het bijhouden van de beschoeiingen, maar ook bijvoorbeeld de aanschaf van
Leereffecten Inhoud • Een meervoudige benadering van water (zowel belevingswaarde als waterbeheer) biedt kansen • Aandacht voor de toegankelijkheid van het water. Welke boten kunnen er wel komen en welke niet? • Het water moet niet te iel zijn, maar een nadrukkelijk aanwezige waterpartij, waarbij langs het water ‘iets kan gebeuren’. Financiën • Wees voorzichtig met het noemen van globale bedragen, die gaan als bovengrens vaak een eigen leven leiden; zowel binnen als buiten de politiek • De ontwikkelaar moet zijn winst halen uit de verkoop van de laatste woningen c.q. het welslagen van het gehele project • (Europese) subsidies zijn vaak tijdelijk; eenmaal verkregen heb je nog enkele maanden voor de realisatie. Timing is dus erg belangrijk. Proces • Gemeente en waterbeheerder (waterschap) moeten samenwerken • Flexibel masterplan, dat via het voortschrijdende inzicht wordt geconcretiseerd • De gemeente moet zaken in eigen hand houden als het eindresultaat onduidelijk is of de haalbaarheid van het eindresultaat onzeker. Communicatie • Laten zien hoe het wordt – door middel van beelden of beter nog de locatie zelf – werkt vaak beter dan een verhaal vertellen • Bezwaarprocedures van burgers zo vroeg mogelijk starten. Dan lijdt de planning er het minste onder • Belangrijk is te denken in potenties in plaats van in belemmeringen.
12 Bij dit sluisje begint de huidige Drachtstervaart.
veegboten is noodzakelijk. In steden waar al water aanwezig is, is men hiermee bekend. Andere steden zullen rekening moeten houden met hogere onderhoudskosten. In Maastricht is hierop bijvoorbeeld een voorschot genomen door een gedeelte van het onderhoud bij de private exploitatiemaatschappij onder te brengen.
Drachtstervaartproject, Drachten (gemeente Smallingerland) Met het Drachtstervaartproject vangt de gemeente vele vliegen in één klap. Drachten wordt van haar vuilstort verlost en krijgt er op deze plaats een belangrijke woonlocatie bij. De vaart wordt verbreed en langs het water en op kunstmatig aangelegde eilandjes worden voor de inwoners van Drachten in totaal 800 woningen gebouwd. Daarnaast wordt de vroeger gedempte vaart weer opengelegd, zodat Drachten ook vanuit de Friese Meren tot in het centrum bereikbaar is via het water. Dit betekent voor de stad een economische impuls.
Voorbeeldprojecten in de praktijk
13 Project
Locatie
Programma
Planning
1. Versterkt Den Bosch
Vestingwerken rondom stadshart Den Bosch
95 deelprojecten ter restauratie van de vestingwerken en creëren vaarroutes door/onder de stad
• Gemeente Den Bosch • aanvang deelprojecten: • Stichting ’s-Hertogenbosch 2000 Vestingwerken • afronding werkzaamheden: • Lokale ondernemers onbekend
2. Daar bij de waterkant
Westflank stadscentrum Breda
• start planvorming: 1999 • heropening gedempte • start uitvoering: haven - gedempte haven: 2004 • doorlopend open water in - rivier: 2006 smalle rivier • totale plan gereed: 2008 • meer ruimte voor voetganger, fietser en bestemmingsverkeer
3. Historische vaarroute MaastrichtVlaanderen
Deel van de vaarroute tussen Maastricht en Vlaanderen in het centrum van Maastricht
• opening ’t Bassin • opknappen sluis 19 • renovatie 1200 m2 werfkelders
4. Drachtstervaartproject
Drachten; Zuidkant van de vaart
• 800 woningen langs de Drachtstervaart • verbreden en doortrekken vaart • aanleg haven
Leeuwarden
Gemeente Breda Dienst RME-projectmanagement Dirk Oudshoorn 076 - 529 39 26
[email protected] www.breda.nl
• 2001: opening passantenhaven ’t Bassin en ingebruikname sluis 20 • 2002: opening werfkelders, sluis 19 en daarmee de vaarroute
• • • •
Gemeente Maastricht ING SFB Rijkswaterstaat
Gemeente Maastricht Nico Nollen 043 - 350 47 54
[email protected] www.bassin.nl www.belvedere-maastricht.nl
• bestemmingsplan: 2003 • sanering: 2004 • start woningbouw: 2003
• Gemeente Smallingerland • Wind Groep • HBG
Assen
Alkmaar Lelystad
Zwolle Almelo
Almere
Hengelo Enschede
Amsterdam Leiden
Amersfoort
Apeldoorn
Den Haag Arnhem
Utrecht Rotterdam
Nijmegen
1 Breda Middelburg
2
’s-Hertogenbosch Tilburg Venlo Eindhoven
Maastricht
3
Secretariaat Vestingwerken 073 - 690 10 99
[email protected] www.vestingwerken.nl
Gemeente Breda Deltaontwikkelingsgroep Slokker Wbv Laurentius HEJA
4
Haarlem
Nadere informatie
• • • • •
Groningen
Den Helder
Betrokken partijen
Gemeente Smallingerland Durk van Gorkum 0512 - 58 13 85 en Eduard Ridder 0512 - 58 13 79 d.van.gorkum@ smallingerland.nl
14
Publicaties IPSV (voorheen StIR) projectfolders 2002/2003 • Innovaties voor de bereikbare binnenstad [vrom 23333/212] • Ondergrondse bedrijven [vrom 23332/212] • Nieuw leven voor oude havens en industriegebieden [vrom 23334/212] • Duurzame stedenbouw geeft meerwaarde aan de stad [vrom 23331/212] • Ruimte voor economische verscheidenheid [vrom 23338/212] • Water als ecologische drager [vrom 23336/212] • Strategische ruimtelijke visies [vrom 23340/212] • Vernieuwing historische binnensteden [vrom 3119] • Infrastructuur als uitdaging voor de stad [vrom 3120] • Water als economische impuls [vrom 3121] • Cultuur als katalysator [vrom 3122] 2001 • De Westerhaven in Groningen [vrom 15678/179] • Drachtstervaart project, Smallingerland [vrom 15589/179] • Gebied Delft Centraal [vrom 15587/179] • Historische vaarroute Maastricht-Vlaanderen [vrom 15677/179] • Mariënburg Nijmegen [vrom 15679/179] • Naar een kloppend stadshart, Nieuwegein [vrom 15588/179] • Sijtwende Voorburg [vrom 15680/179] • Wonen ‘in’ de Zaan, Zaanstad [vrom 15546/179] 2000 • Bos en Lommerplein e.o. Amsterdam [vrom 15537/179] • Huisvesting Schijndel 2000 [vrom 16499/182] • Intensivering A28/Centrumzone [vrom 16502/182] • Sittard, bedrijvenstad Fortuna [vrom 16501/182] • Sport&care park AFC Amsterdam[vrom 15543/179] • Uitbreiding Amsterdam RAI [vrom 15544/179] • Westergasfabriek Amsterdam [vrom 16500/182]
Colofon Deze brochure is een uitgave van het InnovatieProgamma Stedelijke Vernieuwing (IPSV). Het IPSV is een programma van de ministeries VROM, EZ en LNV. Het IPSV verleent subsidie aan innovatieve ideeën, plannen en projecten. Kennis en leerervaringen uit de gehonoreerde projecten hebben een voorbeeldwerking voor anderen, waardoor een katalysator in de stedelijke vernieuwing ontstaat. Kijk voor meer informatie op www.vrom.nl/ipsv. e-mail:
[email protected] De SEV voert in samenwerking met het ministerie van VROM werkzaamheden voor het IPSV uit. Voorbeeldprojecten IPSV Telefoon: 010 - 282 50 90 e-mail:
[email protected] www.sev.nl Fotografie: cover en pagina 09 en 11 (Historische Vaarroute): Joost Brouwers. Het overige beeldmateriaal is afkomstig van de betrokkenen bij de projecten. Voor publicatie door derden is schriftelijke toestemming van de eigenaar vereist. Bestellen Publicaties van VROM zijn te bestellen via www.vrom.nl of de Postbus 51 Infolijn, telefoonnummer 0800 – 8051 (gratis).
Ministerie van VROM > staat voor ruimte, wonen, milieu en rijksgebouwen. Beleid maken, uitvoeren en handhaven. Nederland is klein. Denk groot.
020664/07-03 VROM 3121
Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM > Rijnstraat 8 > 2515 XP Den Haag > www.vrom.nl