Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval
Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval in de St. Anna Zorggroep Voorlichtingsbrochure betreffende bloedoverdraagbare aandoeningen op en door het werk. Algemeen Deze brochure gaat in op wat u moet doen als u tijdens uw werkzaamheden een bedrijfsongeval doormaakt, waarbij er kans bestaat dat u besmet raakt door bloed (bloed-op-bloed contact genoemd). Het meest voorkomende bedrijfsongeval waarbij dit plaatsvindt, is het zogenaamde prikaccident. Hierbij prikt of snijdt u zichzelf met een scherp voorwerp waaraan bloed van een patiënt kleeft. De kans op besmetting met als gevolg een bloedoverdraagbare aandoening is dan aanwezig. Ook wanneer uw slijmvliezen of kapotte huid in contact komen met besmet bloed is er kans op besmetting. In veel gevallen kunnen er maatregelen getroffen worden om dit besmettingsrisico zo klein mogelijk te houden. Deze folder geeft hier informatie over. In een aantal gevallen is het belangrijk snel een deskundige te raadplegen. Deze kan op grond van uw verhaal over de gebeurtenis en de beschikbare informatie over de bron van het bloedcontact een inschatting maken van het besmettingsrisico. De mogelijkheden die beschikbaar zijn om een besmetting te voorkomen worden met u besproken en in overleg met u wordt een beslissing genomen om al dan niet maatregelen te treffen. Wat u moet doen bij een prikaccident kunt u lezen in deze brochure. Ook kunt u dit lezen in het prikaccidentenprotocol. Dit protocol vindt u in DKS onder prikaccident of prikaccidentenprotocol Bij onduidelijkheden kunt u met vragen terecht bij uw bedrijfsarts en bij de afdeling Hygiëne en Infectiepreventie van het ziekenhuis.
2
Welke bloedoverdraagbare aandoeningen zijn van belang? De belangrijkste door bloed contact overdraagbare ziekteverwekkers zijn: 1.
2. 3.
Het hepatitis B virus (HBV). Het HBV is zeer besmettelijk; de kans op een Hepatitis B besmetting is zelfs na een gering letsel aanzienlijk (tot 40% per accident). Het hepatitis C virus (HCV). Voor het HCV wordt de kans op besmetting veel lager geschat, nl. tot 10%. Het Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV). De kans op een HIV overdracht ligt nog veel lager, namelijk gemiddeld circa 0,3%. Het feitelijke risico is echter sterk afhankelijk van het soort contact en de hoeveelheid virus in het bloed van de bron.
Wat moet u doen na een bedrijfsongeval met een "bloed-bloed contact"? A. Altijd wondbehandeling. Wondbehandeling is belangrijk. Bij penetratie van de huid moet men zo lang mogelijk de wond laten doorbloeden en grondig afspoelen met water. De wond of huidbeschadiging dient gedesinfecteerd te worden met: -
chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%
Indien niet voorhanden ook te gebruiken: alcohol 70% jodiumtinctuur 1% betadinejodium 10% Bij slijmvlies contact niet desinfecteren, doch ruim spoelen met water of fysiologisch zout.
3
B. Melding. Bespreek zo mogelijk het accident met je leidinggevende en meld het in ieder geval direct aan de SEH ( arts-assistent of verpleegkundige) waar de verdere beoordeling en afhandeling wordt verzorgd. De arts-assistent neemt het incident met u door, beoordeelt of ingrijpen noodzakelijk is en treft zo nodig direct maatregelen. Bij verdere beoordeling is het van belang over informatie te beschikken (indien mogelijk) over de bron en de eventuele aanwezigheid van genoemde infecties. Achterhalen van bronmateriaal voor onderzoek kan van groot belang zijn. Dit is essentieel voor het geven van een goed advies aan u. Hiervoor is in de meeste gevallen toestemming van de patiënt nodig. De behandelend arts wordt bij het verkrijgen hiervan betrokken!
Beschermingsmogelijkheden. 1. Bescherming tegen Hepatitis B virus (HBV) De beste preventieve bescherming hiertegen is een volledige vaccinatie. De St. Anna Zorggroep biedt aan alle medewerkers de gelegenheid zich te laten vaccineren. Waarschijnlijk bent u gevaccineerd. Veelal weet u of u voldoende beschermd bent tegen HBV, eventueel is dit na te vragen bij de ziekenhuishygiënist. Doet zich een prikaccident voor en is uw bescherming niet bekend of onduidelijk, dan krijgt u een immunoglobuline injectie. Het is van belang dat u deze immunoglobuline injectie binnen 48 uur krijgt! U dient zich hiervoor te melden op de Spoedeisende hulp (SEH). Na deze immunoglobuline injectie is het raadzaam binnen 4 dagen te starten met HB vaccinatie.
4
2. Bescherming tegen Hepatitis C virus (HCV) Er bestaat geen mogelijkheid om tegen Hepatitis C preventief te vaccineren. Wel bestaan er experimentele behandelingsmogelijkheden, als de infectie in een vroeg stadium geconstateerd wordt. Onder andere om deze reden kan uw bloed getest worden op HCV na een prikaccident met een risicopatiënt (bron aangetoond positief of bron is intraveneus spuiter of bron heeft meerdere bloedtransfusies gehad voor 1991). De artsassistent zal u hierover adviseren. 3. Bescherming tegen het Aids-virus (HIV) De kans op een infectie met HIV na een prikaccident met besmet bloed wordt belangrijk verminderd, als men snel, bij voorkeur binnen 2 uur na het incident, begint met een kuur HIV-remmers (PEP). 24 uur na een mogelijke HIV-besmetting wordt een kuur HIV-remmers niet meer zinvol geacht. Van belang is het geschatte risico op besmetting en het preventieve effect van een dergelijke behandeling af te zetten tegen de ongemakken (innemen, bijwerkingen) van de 4 weken durende kuur. Dit zal in een gesprek met enkele deskundigen binnen een beperkte tijd moeten worden besloten. Ook kan het zo zijn dat u, gezien de tijdsdruk, besluit met de Post Expositie Profylaxe (PEP) te beginnen in afwachting van de uitslagen van het onderzoek van het bronmateriaal.
5
Deze brochure gaat verder over maatregelen bij een mogelijke HIV besmetting. Wat moet u weten over HIV en AIDS bij een snij / prikbedrijfsongeval? De kans op een daadwerkelijke besmetting met HIV na een bloed-opbloed contact blijft gering. Wel leiden de volgende factoren tot een hoger risico: •
Diepe verwonding met zichtbaar bloed op het voorwerp
•
Contact met veel bloed op de beschadigde huid.
•
Prikletsel met bloedbevattende holle naald (0,1 - 0,2 ml)
•
Bloed afkomstig van patiënt met veel virus in het bloed (onbehandelde Aids-patiënten en terminale Aids-patiënten).
Welke behandeling is mogelijk ter voorkoming van een mogelijke HIV-overdracht na een snij / prikaccident? Er zijn inmiddels medicijnen beschikbaar die de vermenigvuldiging van het HIV kunnen tegengaan. Door snelle toediening van deze medicijnen - Post Expositie Profylaxe (PEP) - kan het eigen afweersysteem van het lichaam wellicht de aanwezige virussen zelf opruimen. Er ontstaat dan geen HIVinfectie na besmetting met het virus. Deze behandeling is een manier om de kans op infectie kleiner te maken. Voor deze veronderstelling bestaat enige wetenschappelijke basis. Deze wordt door de Inspectie van de Volksgezondheid voldoende geacht om ten aanzien van PEP het advies te geven deze toe te passen als het prikaccident als risicodragend wordt beschouwd op grond van de kans op bloed-bloed contact en de (mogelijke) HIV status van de bron. Een absolute garantie op bescherming door deze behandeling is er echter niet.
6
Waar bestaat deze Post Expositie Profylaxe (PEP) uit? Als na overleg met de deskundige besloten is over te gaan tot PEP, is het van belang zo snel mogelijk met de medicijnen te beginnen, liefst binnen 2 uur. Gedurende 4 weken wordt een combinatie van medicijnen ingenomen volgens een strak schema. Over het algemeen worden de middelen redelijk goed verdragen, maar veroorzaken ook de nodige bijwerkingen. Misselijkheid, opgeblazen gevoel, hoofdpijn en een zweverig gevoel, zijn de belangrijkste klachten. Wel worden deze minder in de loop van de kuur. Procedure nadat een PEP-advies is gegeven Nadat er een zorgvuldige risico-inschatting gemaakt is en er een PEPadvies is gegeven, zullen er de nodige laboratoriumbepalingen gedaan worden. Aansluitend aan de eerste PEP-dosis wordt de van besmetting verdachte medewerker doorverwezen naar de deskundige internist in het St. Annaziekenhuis.
7
Waar kunt u terecht met vragen? Een ogenschijnlijk onschuldige prik / snijongeval tijdens uw werk kan u in korte tijd voor enorme dilemma's plaatsen. Deze brochure geeft u de belangrijkste informatie in hoofdlijnen. Meer informatie vindt u in het DKS-systeem. Met vragen kunt u terecht bij uw bedrijfsarts, telefoon 040-2864134 en de afdeling Hygiëne en Infectiepreventie van het ziekenhuis, telefoon 040-2864010 / 2864011 Ook bestaat er uitgebreider voorlichtingsmateriaal over HIV-besmetting. Dit is verkrijgbaar in het Patiëntenservicebureau van het ziekenhuis, telefoon 040-2864874 U kunt ook uitgebreide informatie over hepatitis vinden op Internet via www.hepatitis.nl.
Tenslotte Voorkom een prikaccident! De grootste boosdoener is nog steeds het terugsteken van de naald in het hoesje! Gebruik een naaldenbeker ! St. Anna Zorggroep Geldrop,