Wat kunnen we leren? van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
Februari 2013 Silvi Joosten (Procesleider “We gaan het anders doen”). Joosten Interim Management & Coaching
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
Inleiding De Pilot “We gaan het anders doen” is medio mei 2011 van start gegaan en loopt in mei 2013 af. Met deze pilot willen de gemeenten Horst aan de Maas en Venray en het Zorgkantoor Noord- en Midden-Limburg onderzoeken of een gebiedsgerichte aanpak van Dagbesteding volgens de ideeën van “We gaan het anders doen” werkt. Zij willen van de ervaringen leren en het geleerde ter beschikking stellen aan andere dorpen en wijken. In deze notitie treft u een evaluatie aan van de pilot. Het is het resultaat van onderling overleg tussen gemeenten Venray en Horst aan de Maas en het Zorgkantoor NML en de procesleider. Wat ging goed, wat minder goed. Welke tips willen wij aan toekomstige initiatieven meegeven. Voorbeeldmateriaal zoals vragenlijsten, draaiboeken enzovoorts vindt u op de website: http:// wegaanhetandersdoen.nl/info/traject-grubbenvorst of http://wegaanhetandersdoen.nl/info/traject-centrum-west. Hoe meten we succes? Natuurlijk is de eerste vraag die iedereen als eerste zal stellen: Is het resultaat bereikt? We hebben dit op twee manieren gemeten. Hebben we ons doel bereikt, is de eerste vraag. Een antwoord vindt u in de eerste paragraaf. Maar de reis die we met elkaar in deze pilot hebben gemaakt, is minstens zo belangrijk als het bereiken van de bestemming. De reis gaat over zelfsturing van wijk- en dorpsbewoners, een andere rol voor professionals en de grenzen ontdekken van dat wat mogelijk is. Daarom geeft deze notitie ook antwoord op de tweede vraag: Hoe succesvol is deze reis geweest? In paragraaf 2 tot en met 6 leest u er meer over. Samengevat is deze notitie als volgt opgebouwd.
1. Hoe succesvol was de pilot?
3
3. De voorbereiding: van oriëntatie tot actieplan
7
4. Ontwerpen: van startbijeenkomsten tot werkafspraken
9
5. Inrichten: van plan tot fysieke voorzieningen
11
6. Evalueren: van evaluatie tot borging
14
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
1. Hoe succesvol was de pilot? Hebben we ons doel bereikt? Wat is het einddoel? Over twee jaar zijn in Grubbenvorst en Venray Centrum-West een of meerdere voorzieningen van daginvulling: • waaraan de mensen echt behoefte hebben, • waar mensen ook echt gebruik van maken, • waar iedereen terecht kan, • die betaalbaar zijn, • waarin welzijn en zorg activiteiten zijn gecombineerd, • met dienstverlening van professionals die aanvullend is op de inzet van vrijwilligers en anderen, • die mensen met en zonder beperking met elkaar verbinden. Wat is daarvan terecht gekomen? Ondanks dat de inwoners van Grubbenvorst en Venray Centrum-West niet om deze pilot hebben verzocht en hier en daar het gevoel bestond dat deze van ‘bovenaf was opgedrongen’, is er in de pilot periode veel dynamiek ontstaan. Mensen die zich graag voor een ander willen inzetten zijn opgestaan. Men beseft heel goed dat het huidige verzorgingsniveau in de toekomst niet houdbaar is en dat men meer met en voor elkaar moet betekenen om te voorkomen dat er straks mensen aan de kant komen te staan. Dat is de voornaamste reden dat men de schouders er onder heeft willen zetten. De professionals hebben hun rol goed vervuld. Zij hebben meegedacht en meegewerkt, maar altijd in de ondersteunende rol. Het welzijn van hun cliënten voorop gesteld. In beide pilots hebben we het volgende bereikt: • Elke inwoner van Venray Centrum-West en Grubbenvorst is gevraagd aan welke vorm van Dagbesteding men behoefte heeft. • Bestaande activiteiten zijn op een rijtje gezet om te voorkomen dat eventuele nieuwe initiatieven concurreren met reeds bestaande activiteiten. Iedereen kan op de website vinden wat er wanneer allemaal in de wijk/dorp te doen is en hoe men zich daarvoor kan aanmelden. • In beide pilots is een vorm van Dagbesteding geïntroduceerd. De toegang tot beide initiatieven staat uitdrukkelijk open voor iedereen; mensen met en zonder beperking; jong en oud. Iedereen is welkom. Als vrijwilliger of als deelnemer of als allebei. • Of mensen er ook echt gebruik van maken, is op dit moment nog moeilijk te bepalen. Vooral omdat de initiatieven nog zo kort geleden van start zijn gegaan. De eerste ervaringen zijn in ieder geval erg positief. • In beide pilots is bewust gekozen om niet alles gratis te doen, maar een eigen bijdrage te vragen; bijvoorbeeld zelf de kop koffie betalen. Door de inzet van vrijwilligers kunnen de totale kosten beperkt blijven. • Noch in Grubbenvorst noch in Venray Centrum-West is ervoor gekozen om welzijn en zorg te combineren. De reden hiervan is dat men er voor heeft gekozen vooral in te zetten op participatie. Wel is of wordt er gewerkt aan het creëren van een ‘achtervang’. Een professional uit de zorg waar men terecht kan bij vragen, bijvoorbeeld bij een ‘niet pluis’ gevoel.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
• Die achtervang maakt het mogelijk dat het initiatief in Grubbenvorst volledig op vrijwilligers kan draaien. In Venray Centrum-West zal in de komende periode worden onderzocht of een dergelijke achtervang nodig en haalbaar is. • Vanaf de start van de pilot heeft de focus gelegen op het verbinden van mensen met en zonder beperking. Om dat te bereiken hebben we ons niet gericht op de ‘kwetsbare burger’ maar op alle inwoners, met of zonder beperking. Grubbenvorst: • Twee keer per maand was er een inloop. Elke eerste woensdag van de maand bij La Providence en elke derde woensdag van de maand bij ‘t Haeren. Tijdens de inloop is iedereen welkom om een kop koffie te komen drinken en aan een activiteit deel te nemen. • Er is een klus en hulpdienst ingericht. Een team van vrijwilligers staat paraat om in te springen bij verzoeken van dorpsgenoten zoals het vervangen van een lamp of hulp bij het boodschappen doen. • Op 8 januari 2013 is gestart met een Dagbesteding Kom Er Bij. Voorlopig worden maximaal 12 personen 1 dag per week een mooie dag bezorgd met een heerlijke maaltijd. De dagbesteding draait geheel op vrijwilligers uit Grubbenvorst maar kan wel altijd voor vragen en hulp terecht bij la Providence. Venray Centrum-West: • Er is meer bekendheid gegeven aan bestaande activiteiten. Daartoe zijn diverse acties uitgezet zoals het mede organiseren van een open dag van alle locaties in Venray Centrum-West. • Met de professionals is er een werkwijze ontwikkeld om cliënten duurzaam toe te leiden naar reguliere activiteiten. • Een wandelclub is gestart. Elke week gaat men samen wandelen. Iedereen is welkom. • Men wil 1 keer per maand samen koken en eten. Dit is nog in ontwikkeling. • Activiteitencentrum DAS is in november van start gegaan. Hier kan men terecht voor reparaties en workshops. Iedereen is welkom. DAS wil verbinden: Jong en oud en mensen met en zonder een beperking.
Hebben we het écht anders gedaan? Wat wilden we bereiken? We hebben ervoor gekozen om niet voor te kauwen maar samen op te lopen. Om hiermee oogkleppen te voorkomen en enthousiasme en draagvlak vanaf het prilste begin te laten groeien. Een coproductie van burgers en instellingen met de blik op het gezamenlijke doel gericht: ‘Een ontmoetingsplaats met daginvulling van en door de eigen omgeving’. Dat was was het idee. Wat is daarvan terecht gekomen? Dit is beter verlopen dan verwacht. Vooraf bestond de vrees dat de professionals de vrijwilligers zouden overvleugelen. Om dit te voorkomen en ervoor te zorgen dat ideeën ook echt van de mensen zelf zijn, is de vergaderstructuur hierop aangepast: • Minimaal een 50-50 verdeling binnen het projectteam van mensen uit de wijk/ het dorp en professionals; • Zoveel mogelijk professionals die direct met cliënten werken in het projectteam.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
• Geen doorsnee vergadercultuur met uitgebreide verslagen en een agenda met bijlagen vooraf toegestuurd. Maar een agenda ter vergadering en ter plekke met elkaar nadenken over de mogelijkheden en beperkingen. Wel goed de afspraken vastleggen wie wat doet. • Zoveel mogelijk zelfwerkzaamheid. Liever een met elkaar doorleefde vragenlijst en rapport dan volledig wetenschappelijk verantwoord. De vrees bleek ongegrond. Al heel snel werd in beide pilots duidelijk dat de mensen uit de wijk en het dorp zoveel mogelijk zelf willen doen. Ervaringsdeskundigen uit de kwetsbare doelgroep doen gewoon mee en hun inzicht is van grote meerwaarde geweest. Mensen zijn gegroeid en hebben dingen gedaan die ze nog nooit eerder hadden gedaan. Met plezier.
Het belang van de status van ‘pilot’ en procesleider Deze notitie kan de indruk wekken dat als je maar vertrouwen hebt in de zelfsturing en kracht van een gemeenschap dat er dan automatisch mooie dingen ontstaan. Zo simpel is het natuurlijk niet. De kans is heel klein dat in Grubbenvorst of in Venray Centrum-West deze initiatieven zouden zijn ontstaan zonder de pilot status en inzet van de procesleider. Dit omdat er gewoonweg geen vraag was naar een Dagvoorziening. De vraag is zelfs of kernen die wel zelf komen met deze plannen niet enige vorm van facilitering zouden moeten kunnen krijgen. Bij het verwezenlijken van hun plannen maar ook om continuïteit van de gerealiseerde voorziening voor Dagbesteding te versterken. Als procesleider heb ik vooral de rol van trekker en ondersteuner vervuld en die van luis in de pels. Ik heb geprobeerd zo weinig mogelijk ‘over te nemen’. Presentaties, contacten met de media bijvoorbeeld doen de mensen zelf. Liever samen achter de laptop een contourennotitie opstellen dan ‘ik heb er nog een liggen; ik maak wel een voorzet’. Natuurlijk heb ik veel meegewerkt, waar mogelijk achter de schermen. Vooral op het terrein van communicatie en organisatie. Heldere doelen, deadlines en verantwoordelijkheden zijn heel belangrijk geweest. In zo’n complexe processen is het nodig gebleken om er als procesleider bovenop te zitten, de koers vast te houden en soms ook keuzes af te dwingen. Gemeenten en Zorgkantoor hebben de pilot van dichtbij gevolgd met raad en daad. Zij hebben voor facilitering gezorgd. Variërend van het ter beschikking stellen van een telefoon tot het ontwerp van een folder. En de ruimte om de vrijwilligers te bedanken voor hun inzet met een kleine attentie. Als gevolg van de pilot status werden besluiten snel genomen, wat de voortgang erin hield en de mensen uit de wijk/het dorp als zeer prettig hebben ervaren.
1. Heb vertrouwen in de kracht van de mensen uit de wijk/het dorp. Met elkaar kan men een heleboel. Vaak meer dan men zelf denkt. Dat betekent voor professionals een andere rol, waarbij men af en toe het gevoel zal hebben op de handen te moeten gaan zitten. 2. Neem niet over maar ondersteun. Laat mensen zoveel mogelijk zelf doen. Help bij zaken zoals een telefoon mogen gebruiken, brieven printen, en vrijwilligersverzekering, helpen bij het opstellen van een notitie. Vooral de gemeente kan hierin veel betekenen. 3. Vraag welke facilitering men nodig heeft. 4. Houd de vaart erin. Als het te lang duurt, verliezen mensen hun enthousiasme. En dat is essentieel om initiatieven van de grond te krijgen. 5. Ondersteunen is niet hetzelfde als automatisch meegaan in de richting die men wil kiezen. Af en toe spiegelen over de haalbaarheid en wenselijkheid van een keuze kan veel teleurstelling voorkomen. 6. Stel als gemeente procesondersteuning ter beschikking als men daar behoefte aan heeft en in de vorm die past bij de vraag. “We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
2. Het traject voorafgaand aan de pilot Voorafgaand aan de start van de pilot is al een heel traject doorlopen. Het idee is geboren in een tijd waarin het nog niet duidelijk was dat Dagbesteding zou overgaan naar de gemeenten, maar bij eenieder wel steeds meer het besef kwam dat het anders moet om ervoor te zorgen dat kwetsbare mensen ook in de toekomst nog gebruik kunnen maken van een vorm van Dagbesteding. Professionals, gemeenten en Zorgkantoor hebben de handen ineen geslagen en deze vertaald in de visie WIJ GAAN HET ANDERS DOEN “daginvulling kwetsbare groepen, naar een wijk- of dorpsgerichte aanpak”. Met de ondertekening van de intentieverklaring hebben alle partijen hun commitment met deze aanpak onderstreept. • Commitment van professionals was aanwezig voorafgaand aan de start van de pilot. • Het mobiliseren van professionele partners en onderlinge discussie was destijds erg belangrijk in het groeiproces (de zgn Kanteling). • Hieruit blijkt de bereidheid van professionals om te investeren in de pilot. • De bewoners van het dorp/de wijk zijn er in deze fase te weinig bij betrokken. Terwijl het welslagen van de pilot in hun handen ligt. Daardoor begin je met een achterstand aan de Pilot. Men heeft zelf niet gevraagd om een pilot status, maar het is voor hen bepaald. • Het voortraject heeft lang geduurd waardoor het enthousiasme ook bij de professionals al wat was afgenomen.
1. 2.
3.
Stimuleer mensen uit de wijk/het dorp om te komen met eigen initiatieven. Faciliteer dat. De inbreng van professionals kan op een later moment in het proces plaats vinden. Zodra de mensen uit de wijk/het dorp een idee in een eerste projectplan hebben uitgewerkt. Als duidelijk is van welke professionals de inzet wenselijk is. Ondertekening van het plan gebeurt door inwoners en de professionals die een rol vervullen in het plan.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
3. De voorbereiding: van oriëntatie tot actieplan Van oriëntatie tot actieplan (voorbereiden) WAT:
a. Startgesprek Kernteam. b. Achtergronddocumenten analyseren. c. Relatie met andere terreinen (Wijkgericht werken, Kanteling, veranderingen in de Awbz, Welzijnsactiviteiten, Wet werken naar vermogen etc). d. Kennismaking met partners (waaronder wijkraad en dorpsraad) en betrokkenen. e. Initiatieven in buurtgemeenten bezoeken f. Gebiedsanalyse in vogelvlucht g. Communicatieplan
RESULTAAT:
Duidelijk kader - kort actieplan - heldere projectstructuur
DUUR:
2 maanden
Grubbenvorst en Venray Centrum-West De voorbereiding voor Grubbenvorst en Venray Centrum-West is op dezelfde wijze aangepakt. In deze fase is vooral veel tijd besteed aan het betrekken van wijk- en dorpsbewoners bij de pilot. Hierbij is bewust geprobeerd een zo divers mogelijke samenstelling te bereiken. Kennismakingsgesprekken vonden plaats bij mensen thuis of op locatie. In deze fase, maar ook later is vooral de ondersteuning belangrijk geweest van de Dorpsraad en KBO (in Grubbenvorst) en de Wijkraden, het Gebiedspanel en de Centrale van ouderenverenigingen (in Venray CentrumWest). Uiteindelijk heeft deze fase in beide pilots geleid tot een projectteam waaraan minimaal evenveel inwoners deelnamen als professionals. Ook hier is de focus gelegd op Dagbesteding voor iedereen; met of zonder een beperking. Tevens is geregeld aandacht gevraagd voor het bereiken van de kwetsbare groep. Er is een actieplan geschreven en er zijn werkgroepen gemaakt. Qua communicatiestrategie hebben we gekozen voor een treinreis, waarbij de reis minstens zo belangrijk is als het bereiken van de bestemming. De vorderingen van de pilot zijn te volgen via de website: www.wegaanhetandersdoen.nl. • Vanaf het allereerste begin hebben de mensen uit de wijk/het dorp mee gedacht en bepaald wat we gaan doen en hoe we het gaan aanpakken. De professionals hebben de rol van ondersteuner op zich genomen. Er is gedurende de pilot een groot eigenaarschap ontstaan en ook behoefte aan zelfsturing gebleken. • Ook mensen uit de kwetsbare groep zoals Mensana, Vincent van Gogh, Dichterbij zijn in het projectteam vertegenwoordigd in de rol als ervaringsdeskundigen of ouders van. • Door de zelfwerkzaamheid zijn de uiteindelijke initiatieven niet ‘van hen’ maar ‘van ons’ geworden.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
• Het bleef lastig om niet uit het oog te verliezen dat de Dagbesteding in ieder geval ook gericht moet zijn op kwetsbare burgers. • Men heeft er zelf niet voor gekozen om ‘pilot’ te zijn. “Eerst moet alles door professionals gebeuren, maar nu het niet langer betaalbaar is, moeten wij ineens het werk van professionals gaan doen. Waarom zouden wij hier aan mee werken?”
1.
2.
3.
Zorg voor een breed draagvlak in de wijk/het dorp. Dit zijn tevens je ambassadeurs. Dat de groep inwoners breed is samengesteld met mensen van verschillende achtergrond. Denk ook aan mensen uit de kwetsbare groep. Een wijkraad/dorpsraad en het KBO of centrale van ouderenverenigingen kunnen hierbij helpen. Zorg dat er evenwicht is in de vergaderingen; dat iedereen in zijn/ haar bijdrage kan leveren. Geen vergadercultuur met vooraf gestuurde stukken maar de strategie ter plekke met elkaar bedenken. Zorg voor denkers en doeners. Je hebt beide nodig.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
4. Ontwerpen: van startbijeenkomsten tot werkafspraken Van startbijeenkomsten tot werkafspraken (ontwerpen) WAT:
a. Startbijeenkomsten b. Bepalen aanpak om vraag helder te krijgen c. Uitvoeren onderzoek naar de vraag naar dagvoorzieningen d. Overzicht van aanwezige voorzieningen in Grubbenvorst en Centrum-West e. Inventariseren mogelijkheden bij ondernemers f. Matching vraag en aanbod: witte vlekken, overlap. g. Kansbepaling en werkafspraken voor coproductie
RESULTAAT:
Werkafspraken: waar liggen kansen in daginvulling, wie kunnen we daarbij betrekken en hoe werken we dat uit (wie doet wat wanneer).
DUUR:
3 maanden
In deze fase is door iedereen heel veel werk verricht. Zowel in Grubbenvorst als Venray CentrumWest is in 3 werkgroepen gewerkt aan het voor het dorp/de wijk in beeld brengen van: • de behoefte aan dagbesteding (via een vragenlijst aan alle inwoners); • wat er al is aan dagbesteding (de gebiedsfoto op de website); • mogelijkheden van vrijwilligerswerk. De uitkomsten zijn in beide pilots besproken in een bijeenkomst met wijk/dorps bewoners. Vervolgens is er bepaald waar kansen liggen en waar men in het vervolg op wil inzetten. Deze notities zijn voorgelegd aan het Strategisch overleg. Er is heel bewust voor gekozen om zelfwerkzaamheid voorop te stellen. Vragenlijsten, aanpak en de verwerking hiervan zijn door de deelnemers uit de werkteams zelf gedaan. Verschillen tussen Grubbenvorst en Venray Centrum-West • De inhoud van de vragenlijsten verschilt; maar beide passen op 1 A4 (dubbelzijdig). • In Venray Centrum-West zijn vragenlijsten zoveel mogelijk persoonlijk afgegeven en opgehaald. Ook zijn er bussen voor inlevering geplaatst op enkele locaties. In Grubbenvorst is de vragenlijst opgestuurd. • In Grubbenvorst is 1 vragenlijst per woning verstuurd via de gemeente; in Venray CentrumWest werd elke bewoner gevraagd een vragenlijst in te vullen. • De inhoud van de gebiedsfoto in Venray Centrum-West en Grubbenvorst verschilt op enkele details. • In Venray Centrum-West hebben vooral de mensen uit de werkgroep met behulp van de documentatie en sites zoals de gemeentegids de gebiedsfoto gevuld. In Grubbenvorst heeft dit plaats gevonden door verenigingen aan te schrijven.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
• De vragenlijst heeft veel kandidaat vrijwilligers opgeleverd. • Mede door de facilitering door de gemeente (briefpapier, retourenveloppe; media aandacht) hebben wij veel vragenlijsten retour gekregen. • De informatie van de bestaande activiteiten zijn op de website gezet, waardoor mensen nu zelf kunnen zoeken naar de activiteiten die zij willen gaan doen. • Er is een goed beeld ontstaan van de behoefte en het aanbod aan Dagbesteding. • Zowel de bijeenkomst met de mensen uit het dorp in Grubbenvorst als die in de wijk Venray Centrum-West zijn goed bezocht en hebben veel ideeën en inzichten opgeleverd. • In beide pilots zijn ideeën die in deze bijeenkomsten zijn geopperd verder uitgewerkt en ingevoerd met als trekker de inbrenger van het idee. • Het persoonlijk rondbrengen en ophalen van de vragenlijsten in Venray Centrum-West heeft veel energie gekost; terwijl de respons niet groter was dan in Grubbenvorst. • De vraag is in hoeverre een vragenlijst voor de kwetsbare doelgroep een geschikt instrument is. Daarom is hier door de professionals extra actie op gezet. Ook de inhoud was niet voor iedere lezer altijd duidelijk. • In beide vragenlijsten bestond de mogelijkheid je persoonsgegevens op te geven als kandidaat vrijwilliger of geïnteresseerde. Achteraf hebben we hier te weinig gegevens gevraagd. Je hebt zowel het adres als het telefoonnummer nodig. • De tijd tussen het versturen van de vragenlijst en het moment dat echt een beroep op de kandidaat vrijwilliger is gedaan, heeft lang geduurd. • Wil de gebiedsfoto ook in de toekomst handig blijven, dan zal deze periodiek geüpdatet moeten worden en het beheer ergens moeten worden ondergebracht.
1.
2.
3. 4. 5. 6. 7. 8.
Doe als werkgroep zoveel mogelijk zelf. Zelf vragenlijsten maken en verwerken levert een verdieping van je kennis op. Stuur 1 vragenlijst per adres ‘Aan de bewoners van dit pand’. Zorg voor een korte vragenlijst die duidelijk is. Laat ‘m wat mensen vooraf lezen. Vraag zowel het adres als het telefoonnummer van geïnteresseerden. Maak als het kan gebruik van de facilitering door de gemeente. Stuur kandidaat vrijwilligers een tussenbericht waarin je duidelijk maakt dat het wat langer kan duren voordat men wat hoort. Heb bij het maken van de gebiedsfoto ook oog voor informele groepjes en commerciële partijen. Organiseer een wijk/dorps bijeenkomst waarin je de resultaten terug koppelt en vraag om input voor het vervolg. Maak gebruik van de ideeën en de mensen achter de ideeën. Goede communicatie is heel belangrijk gedurende het gehele traject. Maak gebruik van een wijk/dorps blad. Maak en verspreid folders, posters, een digitale nieuwsbrief. Gebruik Facebook of een website, etc.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
5. Inrichten: van plan tot fysieke voorzieningen Van plan tot fysieke voorzieningen (inrichten) WAT:
a. Uitwerken van initiatieven b. Besluitvorming c. Inrichten voorzieningen Daginvulling d. Basis voor vrijwilligerswerk inrichten e. Nieuwe rol voor professionals in de praktijk f. Bijsturen, veranderen en verbreden
RESULTAAT:
Fysieke voorzieningen van Daginvulling
DUUR:
1 - 1,5 jaar
In deze fase zijn de pilots beiden hun eigen weg gegaan. Daarnaast zijn ook vergelijkbare vraagstukken besproken: • In welke mate wil je vrijwilligerswerk reguleren? Is een Verklaring omtrent gedrag nodig of ontmoedigt dit vrijwilligers om deel te nemen? Wat fijn is, is dat in beide gemeenten vrijwilligers verzekerd zijn. Dat blijkt voor mensen erg belangrijk. • Waar zijn die eenzame mensen? Men zegt wel dat die er zijn, maar als je door vraagt, blijft het stil. Hoe kunnen we hen bereiken? • Wat kun je verwachten van vrijwilligers en wat niet? Wat komt er op ons af? Hoe kunnen we een achtervang vanuit professionals organiseren? Grubbenvorst Na een intensieve voorbereidingsperiode is veel in een snel tempo neergezet: • Twee keer per maand was er een inloop. Elke eerste woensdag van de maand bij La Providence en elke derde woensdag van de maand bij ‘t Haeren. Tijdens de inloop is iedereen welkom om een kop koffie te komen drinken en aan een activiteit deel te nemen. • Er is een klus en hulpdienst ingericht. Een team van vrijwilligers staat paraat om in te springen bij vragen van dorpsgenoten zoals het vervangen van een lamp of hulp bij boodschappen doen. • Op 8 januari 2013 is gestart met een Dagbesteding Kom Er Bij. Voorlopig worden maximaal 12 personen 1 dag per week een mooie dag bezorgd met een heerlijke maaltijd. De dagbesteding draait geheel op vrijwilligers uit Grubbenvorst maar men kan voor vragen en hulp wel altijd terecht bij la Providence. Inmiddels wordt al nagedacht over het starten van een tweede groep op een andere dag. • In Grubbenvorst wonen weinig cliënten van Mensana, Dichterbij, Vincent van Gogh etc.. Daarom is relatief veel aandacht uitgegaan naar het bereiken van de oudere inwoner van Grubbenvorst. Er zijn wel mensen jonger dan 65 jaar die het moeilijk vinden contact te maken, maar hun aantal is te gering om er een specifieke activiteit voor op te zetten. Vragen worden dan ook individueel bekeken en beantwoord. Doel is participatie in bestaande activiteiten via een buddy uit de groep die zich om de ander bekommert.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
• Door de gedegen voorbereiding (discussie over nut en noodzaak; oprichten van een stichting; maken van een plan inclusief begroting en bestuurlijk overleg met de gemeente) is in zeer korte periode de Dagbesteding neer gezet. • Dagbesteding Kom Er Bij is van, voor en door mensen uit Grubbenvorst. • Stichting Kom Er Bij bestaat uit zeer ervaren bestuurders die niet bang zijn om zelf de handen uit de mouwen te steken. • De Klus- en hulpdienst en de Dagbesteding beschikken over voldoende vrijwilligers. • De Klus- en hulpdienst werkt eenvoudig en met weinig administratieve rompslomp. Het staat open voor elk type vrijwilliger. Ook mensen uit de kwetsbare doelgroep lijken een beroep te doen op de Klus en hulpdienst, wat het mogelijk maakt om hen te wijzen op andere mogelijkheden van participatie. • Door de relatief lange voorbereidingsperiode, heeft het ook langer geduurd voordat de mensen die zich als vrijwilliger hebben opgegeven ook echt aan de slag konden. Daardoor zijn mensen afgehaakt. • Het aantal deelnemers aan de inloop viel tegen. Daarnaast vroeg men zich af of we met de inloop wel de mensen bereiken die we willen bereiken (de mensen die nergens aan deelnemen en dat wel graag zouden willen). Inmiddels is besloten om met deze activiteit in de huidige vorm te stoppen.
Venray Centrum-West In Centrum-West is men zeer slagvaardig van start gegaan en men heeft het breed aangepakt in verschillende werkteams: • Voorlichting: In dit werkteam heeft men vooral geprobeerd om bestaande activiteiten meer bekendheid te geven. Daartoe zijn diverse acties uitgezet zoals het mede organiseren van een open dag van alle locaties in Venray Centrum-West. Ook zijn de ervaringen van mensen uit de kwetsbare doelgroep met reguliere activiteiten in den Hoender en de Kemphaan opgetekend. Hoe bereik je de kwetsbare groep is een terugkerend item. Dat is tevens de reden dat een bijeenkomst is georganiseerd over het thema: Is er eenzaamheid in Venray Centrum-West? • Toegankelijk maken: Dit team bestaat bijna volledig uit professionals en heeft als doel om bestaande voorzieningen beter toegankelijk te maken voor cliënten. Daarvoor is een eenvoudige methodiek in ontwikkeling. • Recreëren: Dit team heeft met de uitkomsten van de behoefteanalyse in de hand een wandeling met actieve picknick voor de hele wijk georganiseerd. Ook is vanuit dit team de wandelclub opgestart. Inmiddels kent de wandelclub 21 deelnemers. • Samen koken en eten: Dit team zet ook in op een behoefte uit de wijk op het gebied van koken. Doel is om 1 keer per maand samen te koken en eten. Tijdens de pilot is gebleken dat de keuze voor de locatie en vorm heel bepalend is voor succes. Hoewel de Tol een prachtige locatie is met een zeer geschikte keuken, was de belangstelling uit de wijk vrijwel afwezig. Terwijl men bij een eerste Samen eten in het gebouw van DAS gelijk bijna twintig eters mocht verwelkomen. Het blijft natuurlijk altijd de vraag wat hierin bepalend is. • Samen werken: Vanuit dit werkteam is Activiteitencentrum DAS ingericht. Hier kan men terecht voor reparaties en workshops. Iedereen is welkom. Jong en oud. Mensen met en zonder een beperking; DAS draait volledig op vrijwilligers. Of een achtervang nodig is en zo ja, in welke vorm moet nog blijken.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
• De gebiedsfoto wordt door professionals als hulpmiddel gebruikt om cliënten te wijzen op de mogelijkheden van reguliere activiteiten. • Door de slagvaardige start, is het aantal vrijwilligers snel gegroeid. • Door de introductie van Samen koken, de wandelclub en Activiteitencentrum DAS is voorzien in een witte vlek; nl. activiteiten voor mensen onder de 65 jaar. • Er is een methodiek in ontwikkeling om cliënten toe te leiden naar reguliere activiteiten. • Ook activiteitencentrum DAS is van, voor en door de mensen uit de eigen wijk. • Ondanks alle inzet lukte het niet om voldoende deelnemers te krijgen voor Samen Koken en Eten in de Tol, zodat we de plannen op dit onderdeel hebben moeten aanpassen. • Er is gepoogd te komen tot 1 wijkblad voor de gehele wijk Venray CentrumWest. Vooral om de mensen uit de wijk te bereiken die niet beschikken over internet. Dit is niet gelukt. Wel konden we gebruik maken van het Hoenderkrantje. • Voor professionals is het lastig om cliënten waarvoor zij nu (nog) financiering vanuit de AWBZ ontvangen door te leiden naar andere (reguliere) activiteiten. • Wat ontbreekt bij reguliere activiteiten maar ook cliënten is ‘a sense of urgency’ om te veranderen. De Kemphaan heeft het druk genoeg en ook den Hoender heeft geen uitbreiding van activiteiten nodig. Het bestuur van de locaties verhuurt alleen aan activiteitenclubjes die zelf de regels van toetreding bepalen. Het zijn vaak zeer gesloten clubjes die subsidie ontvangen en via de KBO gesubsidieerd worden. Maar ook cliënten voelen niet echt de noodzaak om dagbesteding buiten de eigen vertrouwde omgeving te zoeken.
1.
2. 3.
4.
5. 6. 7. 8. 9.
Kies de werkwijze die past bij de wijk/het dorp. Beide methodieken kunnen werken: Goed voorbereid, planmatig en dan pas doen of gewoon beginnen, ervaren wat werkt en gaandeweg structureren. Heb aandacht voor de locatie. Zorg dat deze past bij de doelgroep. Dagbesteding van, voor en door mensen uit de eigen wijk/het eigen dorp is goed mogelijk. Regel wel een soort van achtervang waar je bij vragen/ hulp terecht kunt. Juist het toe leiden van cliënten naar reguliere voorzieningen maakt het mogelijk om de grenzen hiervan te onderzoeken. En kan ook voorkomen dat cliënten in een gat vallen als straks Dagbesteding is overgeheveld naar gemeenten. Zorg voor een goede communicatie: zoals een dorps/wijkblad of een digitale nieuwsbrief. Benader vrijwilligers persoonlijk. Dat werkt beter dan algemene brieven. Pas het werk aan aan de vrijwilligers en niet andersom. Steeds meer mensen willen gedurende een afgebakende tijd werk doen. Toon af en toe wat waardering voor het werk dat wordt verzet. Een kleinigheidje hoeft niet veel te kosten en wordt zeer gewaardeerd. Overweeg om het subsidiebeleid te evalueren. Er staat spanning op enerzijds het nastreven van algemene niet-categoriale voorzieningen en anderzijds het subsidiëren van specifieke doelgroepen zoals ouderen.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
6. Evalueren: van evaluatie tot borging Van evaluatie tot borging (evalueren) WAT:
a. Evaluatie met alle betrokkenen op inhoud en proces b. Wat ging goed; wat had beter gekund c. Wat moet nog veranderen d. Hoe zorgen voor goede borging e. Overdraagbaarheid werkwijze naar ander wijken/ dorpen?
RESULTAAT:
Voorzieningen van Daginvulling van en door de wijk het dorp
DUUR:
1 - 2 maanden
Hoewel de fase van evaluatie en borging in de planning slechts 1 tot 2 maanden voor het einde van de pilot was voorzien, is hiervoor al veel eerder in dit traject aandacht gevraagd. Vanuit inwoners, professionals, gemeenten en Zorgkantoor. Dit vanwege de dynamiek in de wijk/het dorp die dankzij de pilot is ontstaan en de steeds wederkerende vraag: Hoe voorkomen we dat dit na de pilot als een nachtkaars uit gaat? Wat gebeurt er als de procesleider weg valt? Een andere vraag die vooral voor gemeenten, Zorgkantoor en professionals belangrijk is: Hoe kunnen we de werkwijze van ‘We gaan het anders doen’ overdragen naar andere wijken/dorpen? Wat blijft aan ondersteuning nodig? En wat voor rol dient de gemeente hierin te vervullen? De hoofdlijnen van het traject van evalueren en borging zal voor beide pilots niet veel uit elkaar lopen. In beide pilots: • Is er een stichting opgericht die de uitgangspunten van “We gaan het anders doen” voortzet. • Evalueren we voor het einde van de pilot de verschillende initiatieven om daarvan te bepalen of en zo ja op welke wijze zij moeten worden voortgezet. • Zullen we moeten bepalen waar het beheer van de gebiedsfoto moet worden ondergebracht. • Alle relevante notities en presentaties op een voor een ieder toegankelijke website plaatsen. • Zorgvuldige overdracht van wat men wil behouden vanuit de pilot “We gaan het anders doen” naar de stichtingen Kom Er Bij in Grubbenvorst en DAS Centrum-West in Venray CentrumWest. • Een achtervang creëren waar men bij vragen hulpverzoeken terecht kan. • Zowel in Grubbenvorst als in Venray Centrum-West is een stichting ingericht die het gedachtegoed van ‘We gaan het anders doen’ kan voortzetten. • De Stichting zal niet belast worden met ‘niet werkende initiatieven’ omdat vooraf zal worden geëvalueerd welke activiteiten men wil voortzetten en waarmee men wil stoppen. • Gemeenten willen een vorm van facilitering blijven verlenen, maatwerk aansluitend bij de behoefte die er bestaat. • Er is tijdens de pilotfase al door verschillende wijken en dorpen een beroep gedaan op de opgedane kennis binnen de pilot.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?
• Het wegvallen van de procesleider zal consequenties hebben die men vooraf niet kan voorzien. Zeker in de periode direct na het einde van de pilot zal dit pas goed merkbaar worden. • De inzet van de professionals is in de hele pilot zeer belangrijk geweest. Juist zij hebben de vrijwilligers er vaak van kunnen overtuigen dat men meer zelf kan dan men op het eerste gezicht denkt. Met het einde van de pilot periode dreigt ook die kennis en ondersteuning te vervagen.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Zorg dat er een rechtspersoon is die het gedachtegoed kan overnemen. Evalueer tijdig en stop met activiteiten die niet goed genoeg hebben gewerkt. Zorg dat activiteiten niet teveel aan één persoon zijn gekoppeld om meer continuïteit te garanderen. Rouleer bijvoorbeeld. Zorg voor een goede ‘achtervang’, waar men terecht kan voor raad en daad als men daar behoefte aan heeft. Onderzoek de mogelijkheden om ook in de toekomst van de expertise van professionals gebruik te kunnen maken. Als vraagbaak en klankbord. Tijdens de gehele pilot is de facilitering door de gemeente heel belangrijk geweest. Geef nieuwe initiatieven ook een bepaald niveau van facilitering.
“We gaan het anders doen” Wat kunnen we leren van Grubbenvorst en Venray Centrum-West?