STEEGJESROUTE Geraardsbergen
inwandeling 27 mei 2007
Vrede Stiltand der wapens. Men noemde er straten naar. Toegegeven, dit gebeurde decennia geleden. De wind had nog vrij spel. Tot in kelders stak hij zijn scherpe lansen. Huiverend land. Nu kranen de hemel tatoeëren. Etenswaren en kleren de uitstalramen verzadigen, weet niemand raad met de vrede en slaan in de Wapenstilstandstraat kiesgerechtigden een kleurling in mekaar.
Eddy Van Vliet
Bezoek aan de stad Zij bezochten de stad met een glimmende koets. Het paard snoof luider dan gewoonlijk bij het horen van hun stemmen, de zwanen maakten kringen in het water en hier en daar viel er een lindeblad vroegtijdig van een boom. Ze liepen uitgelaten door de smalle straten, kusten elkaar en kochten snoep en bloemen en ’s avonds keken zij verwonderd naar de dikke dekens van klimop over de oude huizen en de bibberende torens in het zwarte water.
Patricia Lasoen
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
2
De Bokerstraat bij Zomeravond De kleine huizen staan warm naast elkaar te stalen, waar de warme zon ze bedekt met de strijkende rode gloed van de trage avond. De buurt zit buiten stil te praten, over de doodgewone dingen uit hun kleine wereld, er is soms stilte tussenin. Vragen waarop geen antwoord volgt zweven tussen de werveling van de warme gevelstenen. De omgeving straalt immense rust. Achter de oude witte muur met boomkruinen erboven, zingt een roodborst het afscheid van de dag. Boven hoog tegen de hemel aan, trekt een vliegtuig helle witte strepen. Vliegt! Naar waar de dag begint.
Karel de Pelsemaeker
Zwijgen Laten we geen route uitstippelen maar kijken waar de zon zich zakken laat. Niemand ontsnapt aan gewenning, terreur van de tijd. Rulle weg van het zwijgen. Zoet en zandig, cul de sac. Makkelijk is anders. Een lijk in de kast, een kist zonder bodem. Zij zonder adem. In een verre kamer zingt Ferrat zijn lied. Valkuil of vluchtweg. Ze struinen hijgend door de delling, snijden zich aan het helmgras, zwijgen zich een ongeluk. Loodblauwe stilte dikt zich in. Een ademstreng krinkelt woordloos naar boven. Het lucht niet op.
Lut de Block Uit ‘Het onverborgene’ 2006
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
3
EIRE of de kinderen van Lis
Goud en amber komen samen en in de golven buigen de zwarte zalmen in de richting van het licht. Laag en glanzend laaien de zwanen over het nevelblinde vlak, de donkere eiken aan de oever weerhouden hun klacht. De dood is hun moeder – maar over de heuvels wenken de zilveren klokken, wachten de Hemelse feesten van het Vuur.
Renaat Ramon
jij staat er onbeweeglijk bij en kijkt – nooit is zij stil wat je ziet is het niet altijd alles al voorbij hier was gisteren ginder nu nabij zo verdrijft zij tijd en niets blijft haar bij wat het water weet het zwijgt en vergeet
Carl De Strycker
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
4
Transformatie Elke morgen vindt op elk kantoor een kunstige transformatie plaats: schoften worden goedlachse heren, handen die sloegen drukken elkaar, pas beslapen vrouwen worden geurige secretaressen (kinderen nors naar school gebracht; het huis een puinhoop) glimlach en koffie klaar voor de klant. ’s Avonds komt dan het omgekeerde: het kind jengelt, heer slaat kind, dan haar, dan hard met de deuren. De secretaresse laat alles gebeuren.
Mark Naessens Uit ‘Met twee messen’ 1996
Aan de Dender Ik kan uren zitten turen Aan de waterkant Mijn verstand op nul Geen benul van het wereldse gebeuren Alleen genieten van het groen en de andere kleuren Kabbelende rivier Glinstering van zonneschijn Innerlijk plezier kan echt zalig zijn Zitten dromen Tot rust komen Gewoon ontspannen Muizenissen uit mijn geest bannen Gedachten van vrijheid geven Als een libel boven het water zweven
Maurice Geeroms
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
5
Elk van elders en van ver zo kwamen zij geschreden langs de draden van een web dat begin noch einde kende. Tweezaam betraden zij de plek, een kring waar stilte heerste. Het meisje ademde een lang verleden uit de plooien van haar ruwe kleed en haar ogen teder. Wat blauw van oude zeeën. Wat grijs van mineraal gesteente, waarin een warme straling leefde. Daar in die volmaakte cirkel was hun weerzien veel meer dan van vlees en bloed alleen. Twee draden strengelden tot één, en brachten zo het web volledig in beweging.
Eric Lancksweerdt Donker en licht van zomerwolken en zon in de spiegel van vloeibaar marmer waarin volmaakte kringen uitdijen rond mijn steen. Verbaasd sta ik te staren naar het gezicht van een meisje in de plots zwarte spiegel van een wolk die languit met haar buik naar boven op het water ligt. En waar het zonlicht schaterend om mij in de spiegel schijnt, zie ik verblind door mijn tranen hoe het gezicht van het meisje in de tijd verdwijnt.
Willy Spillebeen Uit ‘Liefde, het enige’ 2006
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
6
De Dender zingt Op de wals van wassend water, donkergroen, levendig en onbevangen, rept de rivier met ritselend geklater. Waterjuffers lokken en zwaaien in lichterlaaie hun wijde rokken. Aan de kade lopen kinderen kind te wezen, niets te vrezen. Ze slaken kreten bij het kwaken van een trage vloot waterdraken. Zwanen trekken banen en verbazen als ze als meisjes van wit porselein aanmeren, koketteren en de aftocht blazen. Maar langs het jaagpad staat stilte aan wal op plekjes waar vissers ankeren en een knaap zijn lief kust. Hier smelt de tijd en laat begaan langs haar oevers hengelend naar verzonken rust. Vanop een brug vloei ik mee in stroom en droom voluit: als ik God was, liet ik ook de vissen zingen, wat een muziek gaat van de Dender uit.
Marleen De Smet
Het Zevengesternte Van Gent naar Geeraartsbergen, daar liggen zeven scherven, zeven scherven, al even blank, langs den wijden watergang: niemand die ze geraken kan, niemand die ze genaken kan: raadt, wat zijn me die scherven dan?
Guido Gezelle - 1862
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
7
Het bergbekken als een bronstig bekken tussen wijd opgengespreide brede billen ligt ze bewegingloos vóór me nauwelijks een ooglid ophalend schalks bang grijns ik en met zeven forse uithalen zwiep ik me er rollend op nóg zeven forse uithalen krachtig en ferm met m’n volle lijf spieren gespannen blik in focus luid ademend bedwing ik haar verlangen zij stil staties ik groet nog éénmaal wijd haar stenen zijn en buig dan in triomf zuchtend over haar heen alsof ik ze werkelijk letterlijk ónder me heb en dat heb ik: weeral eens trots de Markthelling overwonnen
wim schrever
we lopen langs muren, langs huizen langs schaduwen die vervreemd elkaar niet uit de weg gaan slenteren zoals bij dit soort straatjes past, onuitgesproken kiezels worden ver voor ons uitgeschopt we vragen ons af hoe deuren bij elke handdruk het komen en gaan vergeten hoe meer raam we kunnen zijn en naar binnen leren kijken
Chris Sonck STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
8
THE SONG OF EVIL’ VAN ROEL D’HAESE Ruiter zijn is een bedrijf en een begeerte, maar deze ruiter zit opgeslorpt in zijn onveilig lijf (dat gespat is jaren her en ongelijk hersteld) en kent het paard noch zijn zwaarte. Is dit een ruiter? Zonder zadel neergezet En slechts door brons aaneengeklonken met zijn haarloos rijdier? Een ridder? Alleen de schalen van zijn harnas bleven kleven aan zijn balg. Hij zingt iets, een klodder in zijn strot. Hij duwt zich af tegen een levenslange ondergang. Gescheurd tot kleffe flarden wil hij niets zien, tenzij de beelden van een weelderig kwaad hem aangedaan. Is dit een paard? Dit koudbloeds ding vreet vismeel, lijkt het. Elk ogenblik bijt het je halve gezicht weg, met oog en al. In de zalen vol ruiterij aan ornamenten zit de behekste stalknecht tegen de getemde schoten geklemd. Het paard, geschoord op poten als van een oude stoel, is in dit verstard zweefmoment de boete voor een moord, voor een droom.
Hugo Claus Uit ‘Het teken van de ram 4’ 2005
VUILNiSZAKKEN Zoals ze daar ’s morgens op de stoep tegen elkaar aan geleund warmte zoekend in hun plastic jassen staan te wachten, grijs, vormeloos, vol afgedankt leven, tegelijk broos en weerloos. Je zou ze weer naar binnen willen halen, je ouders wachtend op de bus.
Victor Vroomkoning Uit: ‘Echo van een echo’ 1990
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
9
De winter van Geraardsbergen De dag is soms zwaar zo op ’t einde van ’t oude jaar ’t is donker nacht achter beslagen ramen het wachten lang en voor de toekomst toch wat bang tegen de tocht alle kieren dicht vroeg naar bed, weinig licht maar zie… deze avond in de stad zijn vreemde schimmen vroeg op pad fakkelgeflakker in de nauwste straatjes gedempte stappen, hese praatjes daar waar we huiverend lopen walmt voor ons een warmend deurtje open zoete accordeonwijsjes echte mannen en hun sigaren en blozende meisjes het joelfeest wordt een magische nacht de burger zingt, de burger lacht “we gaan nog niet naar huis…” of wat had je gedacht laat ons samen zorgenspoken verjagen hart verwarmen in de duistere dagen niemand blijft aan de kant van vandaag tot Tonnekesbrand
Wivina Steenput
Eensklaps Als een duif opvliegt neemt geen geluid haar plaats nog in; Eensklaps en wit laat zij slechts verte In mij na
Roland Jooris
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
10
Stadshart Behoed verlaat ik straks mijn huis. M’n warm hart klopt ritmies op de trage draf waarmee ik de stad doorkruis.
wim schrever
Lievelingensteeg Ik was in een vergetelijke stad. Gebeurtenissen stonden te verzinken. De wind bevroor mijn speeksel dat ik zweeg. Een kind van zes blies op mijn handenpaar. Een cumulus van vlinders danste jazz. Ik kocht de wijn die in de waarheid was. Ik proefde klokhalzend dat bloed van haar. We wandelden door Lievelingensteeg. Een dialect hing in de lucht te tinken. De hemel brak en regende ons nat.
Benno Barnard
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
11
Brandstraatje scherp als vaag omhelst het gewelf het overbruggen van toen en nu indruk wekkend dat wat was nog is gelaagd als huid over vlees kapselt stof straatstenen in oude grond het waait op en dwarrelt tijdloos neer in altijd aarzelend licht waar de bocht zich als de mens vergaapt aan mantelende muren je voeten brandmerken het zoveelste spoor waar het kind stormenderhand daalde en de ouderling sleepvoetig ademhaalde met wat zich bewegend herinnert aan elk geluid dat gedempt vloeit en ruist door een bloedvat van de stad brandende weemoed, tegenspoed en vrolijkheid waaruit ieder, moe van leven, verdween, zeeg neer in een verstilde steeg
Marleen De Smet
Een dode muur in vaal licht In straten en stegen drommen ze samen, proberen door de ommuurde stilte heen te breken en iets te vernemen van het leven daarachter. Een doodloper omarmt de muurfluisteraar, die verhaalt en de oude doos binnenstebuiten draait. Hij houdt bewoners en regenten tegen het licht, terwijl de massa zich vergaapt aan graffiti en muurschildering. Waar een dode muur in vaal licht, een huis, een wal of stadspoort wordt, groeit de stad geruisloos voort.
Michel martinus STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
12
Steeg Slingerstaart van steen kruipend langs de gril van oude rooien. Leven op zijn smalst maar breed het gebaar van raam tot raam, weids de blik naar binnen. Leven als een gedicht gebald, gebukt met kleine stap steegs over de buik van de berg. En luisteren naar aloud inzicht, stijgen naar nieuw uitzicht.
Patrick Lateur
Ikaros Ik zou eens willen vliegen, ik ben het hier zo moe, doch ‘k weet nog niet waarhenen, naar Vénus of Korfoe. Want ‘k wil me niet bedriegen, ik ben het vallen moe, een meter van de grond, en ‘k val er weêr naar toe. ‘k Wil vliegen als Ikaros, of als Europa p ’n koe, doch zeg me hoe ze ’t deden, ja, zeg me eerst eens hoe. Een vliegtuig blust geen heimwee, een vliegtuig maakt gerucht, ’t is goed voor dwaze burger, die uit verveling vlucht. Een echte ware dichter, alleen ’t volmaakte raakt, wat zou ik builen vliegen, alleen die, zijn volmaakt.
Karel Rosier STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
13
de eerste lentedag op het plein werd nog gevoetbald aan open ramen werd muziek geoefend er was iets zuiders in de straat de deuren stonden op een kier we brachten brieven naar de post blij en opgewonden als kinderen de avond voor de schoolreis elders kwamen de troepen weer in beweging
Miriam Van Hee Uit: ‘Achter de bergen’ 1996
DUIVENSTRAAT Op een bank dicht bijeen twee geliefden fluisterend, kijkend naar de bijenraten aan de hoge muur. Op de vensterbank een kleine boom, tussen de spleten, straks jasmijnen aan de overkant waar vraagtekens wonen. Door de poort zicht op het stadhuis waar de ringen worden geruild.
Ina Stabergh
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
14
Samen Geen mens geen levend wezen kan op zichzelf wij horen allen bij elkaar samen zijn we één geheel ieder is een stuk van ’t geheel geen enkel kan zonder de ander waarom dan van elkander niet houden en leven in harmonie.
Nonkel Frans
DIT HUIS Laat hier geen twijfel over bestaan, dit huis zal bouwval worden met de grond gelijk ook dit gedicht. Omdat ik stenen met een zin en met cement elk voegwoord vergelijk, de gangen met mezelf en daar dan in verdwalen. Ramen, trappen, deuren, in en uit van kinderen die bij hun moeders blijven dralen, in de tuin een schrikbewind van kruid. Geef dit huis geen uitstel meer, het denkt zo lang al aan een landschap toe te horen dat het blijven zal. Ik keer terug tot een boom, in de aarde, meet omvang van woorden aan restwarmte af en beken dat ik weer droom van een gedicht. Pijnbanken lang.
Koen Stassijns
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
15
ZONDAG Klokkengelui in vrieslucht vrijgelaten. een smetteloos landschap op hemelhoogte. Op de markt draait de paardenmolen oude prentkaarten. Ik dans een polka met de doelloosheid der dingen. De zondag staat in bloei.
Cyriel
VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN Onwrikbaar zal gezellig zijn of zal niet zijn. gieten de mensen klokken, toonaarden bakken ze een kerk eromheen stapelen ze stenen om het zicht om het centrum van overtuiging bouwen ze een altaar in marmer komen de duiven de duiven komen en zij zijn komende hun komende zelf, houden de mensen één minuut stilte in hun gezellige angst bijeen. Onwrikbaar bewoont niet de steen, wel de hoofden van de langzame gravende pratende
Xavier Roelens
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
16
Voor Manneke Pis Ook in de stad van het aloudste Manneken: tegen de muur pissen is zo gebeurd. Maar da verderfelijke ‘straatpisserijgebruik’ wordt hier ten stelligst en streng afgekeurd.
Karel de Pelsemaeker
VERTELSEL Het zand was er zwarter dan elders Klaprozen waaiden als gensters uit ijskoude asse omhoog Verdwaald in die granieten stad voelde ik onder mijn snelle hap zielen knappen als scherven Doorheen glasgordijnen zerken staarden korstmospupillen ij na
Eva Cox Uit: ‘Pritt.stift.lippe’ 2004
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
17
voortaan bewaar ik mijn wijn niet meer in kelders maar op het strand, want de zee heeft dorst van al dat zout in haar woorden voortaan bewaar ik mijn wijn niet meer op het strand maar in de regen, want de lippen van de regen zijn zoet en weten hoe een kurk te strelen voortaan bewaar ik mijn wijn niet meer in de regen maar in de grond, omdat daar aarde woont en water dat mijn wijn niet schaden kan voortaan bewaar ik mijn wijn niet meer
Roel richelieu van londersele Uit: ‘Een nagelaten liefde.’ 1984
GERAARDS-BERGEN 1 Boven is het kouder de wind de lucht wolken en ver zicht Beneden is het warm en gezellig en veel huisjes aaneengeplakt en babbelen van deur tot deur En de weg ertussen is breed en kronkelt of trappen of een pad waarlangs wilde rozen en groen veel groen de stad verlucht En de bruggen verbinden ons met elkaar
Wivina Steenput STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
18
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Eddy Van Vliet Patricia Lasoen Karel De Pelsemaeker Lut de Block Renaat Ramon Mark Naessens Carl De Strycker Maurice Geeroms Eric lancksweerdt Marleen De Smet Willy Spillebeen Guido Gezelle Wim Schrever Chris Sonck Hugo Claus Victor Vroomkoning Wivina Steenput
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
Roland Jooris Wim Schrever Benno Barnard Marleen De Smet Michel Martinjus (N) Patrick Lateur Karel Rosier Miriam Van Hee Ina Stabergh Nonkel Frans Koen Stassijns Cyriel Xavier Roelens Karel De Pelsemaeker Eva Cox Roel Richelieu van Londersele Wivina Steenput
STEEGJESROUTE Geraardsbergen: vormgeving Marf Verantwoordelijke schepen: Guido De Padt, schepen voor Cultuur en Toerisme
19