Vormen uit vuur en klei
ackie B ouw ouw J ackie meennttaallee K eerraam miieekk M oonnuum
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
pagina 1
Vormen uit vuur en klei Inleiding: Keramiek in Rijnland Vrouwen van jagende en vissende boeren kerfden al drieduizend jaar voor Christus een geordend lijnenspel in bekers van klei. Met witte klei vulden zij de patronen in. Terecht worden de vroegste culturen in Nederland ‘keramisch’ benoemd: de ‘Trechter-bekercultuur’, de ‘Stand-voetbekercultuur’ en de ‘Klokbekercultuur’. De regionale historie van Rijnland is ook al vroeg met klei verbonden. Uit vondsten van inheemsRomeins aardewerk langs de noordelijke en de zuidelijke oever van de Oude Rijn spreekt een opvallend verschil in decoratie en opbouw.’ Eens vormde die Rijn namelijk de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Sindsdien verschaft de rivier in deze streken klei voor dakpannen, stenen, potten en kommen. In de eeuw van de industriële revolutie ontstaan ook in Rijnland fabrieken voor de vervaardiging hiervan. De Delftse Aardewerk-fabriek De Porceleyne Fles en de Haagse Plateelbakkerij Rozenburg betrokken omstreeks 1880 kunstenaars bij het ontwerpen van hun producten. Zij gaven daarmee gehoor aan de algemene roep om in fabrieks-producten meer de nieuwe stijl van negentiende-eeuwse kunstnijverheid tot uiting te laten komen. Het nu hoog in aanzien staande Jugendstil en Art Nouveau plateel en aardewerk uit die late negentiende eeuw bleef niettemin een in grote series vervaardigd fabrieksproduct. De geschiedenis van de keramiek als volwaardige beeldende kunst begint pas als Joseph Mendes da Costa, Willem Brouwer en Chris Lanooy, drie jonge ontwerpers, er rond 1900 genoeg van krijgen om wat zij uitdenken door modelleurs in fabrieken te laten uitvoeren.’ Zij willen zelf het pottenbakkersvak leren. Willem Brouwer schoolt zich bij Goedewagen in Gouda. Hij vestigt zich daarna aan de Oude Rijn in de oude buitenplaats Vredelust te Leiderdorp en ontwerpt dan zijn werkstukken al draaiend op de pottenbakkersschijf. De eenvoudige vormen versiert hij met abstracte golvende motieven in slib. In de periode tussen de beide wereldoorlogen neemt het aantal vrij werkende keramisten in Nederland geleidelijk toe. In Gouda werkt Lea Halpern. Zij en Chris Lanooy zijn exponenten van de coloristische keramiek, die dan in Nederland de toon zet. In de loop van de jaren zestig experimenteren keramisten met ruimtelijke vormen als tegenhanger pagina 2
van het aan het platte vlak gebonden schilderij. Zij ontdoen zich van het idee dat keramiek altijd een gebruiksdoel moet hebben. De pottenbakkers, die zich daarnaast handhaven, zijn strijdbaar en geëngageerd in reactie op de éénvormigheid van de industriële aardewerk-producten. Bij het begin van het postmodernisme, raakt ook de keramiek op drift. Keramisten breken met de modern-klassieke opvattingen over vorm, structuur en kleur en maken een persoonlijke keuze uit het onuitputtelijke aantal vrijheidsgraden dat het eenvoudige materiaal klei biedt. De nu honderd jaar oude keramische kunst is ook in Rijnland nog altijd spring-levend en verrassend aantrekkelijk. Dit is een conclusie die men trekken kan uit dit boekje Vormen uit vuur en klei, dat gaat over een van de vertegenwoordigers van de nieuwe keramische vrijheid: Jackie Bouw met monumentale keramiek. Tekst Henk Budel © 2002.
raku-keramiek Jackie Bouw
monumentale keramiek.
Jackie Bouw
Monumentale Keramiek
De ontwikkeling Het werk van Jackie Bouw steunt op een groot, solide vakmanschap. Het startpunt vormde haar keramische beroepsopleiding in Gouda, gevolgd door de avondopleiding beeldhouwen aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam, afdeling beeldhouwen.
Jackie Bouw Begon als pottenbakker, heeft vanaf 1965 haar eigen atelier. In 1990 nam ze afscheid van kommen. vazen en draaischijf.
Zij koos daarna geheel voor keramiek en beschikt sinds 1965 over een eigen atelier. Zij gaf les en ontwikkelde - hand in hand met vernieuwingen in werk en visie - haar arsenaal van technieken en vaardigheden tot een zeer hoog niveau.
Ze
maakt
nu
Jackie Bouw behoort tot de kunstenaars die reeds monumenta l e k e r a m i e k . vroeg experimenteerden met raku-techniek, een oude windbreaks, totempalen (grote zuilen) en sterk uit-vergrote Japanse stookwijze die bijzondere effecten in kleur en kikkers en vissen. glazuur kan oproepen. Aanvankelijk paste zij deze techniek toe voor kleine gebruikskeramiek. Onder invloed van Engelse en vooral Amerikaanse keramisten als Paul Soldner, en door het voorbeeld van Helly Oestreicher, koos Jackie Bouw voor grotere potplastieken, die niet meer voor ‘gebruik’ waren bedoeld.
In de visie van de kunstenaar vormt een boek een verbeelding van gevoel en energie. Dat wordt het meest tastbaar en zichtbaar in oude boeken. De kunstenaar behandelt zo’n uit klei gevormd boek met alchimistisch klinkende recepturen, zoals één deel glazuur plus twee delen zeewier. Na de tweede brand haalt de keramist het rood gloeiende boek met een tang uit de oven om het dan te smoren in bladeren en stro.
In 1981 organiseerde directeur Edy de Wilde, in het Zo bevriest het vuur herinneringen aan taal en tijd, van Stedelijk Museum van Amsterdam, de tentoonstelling Summarisch kleitablet tot talmoed. ‘West Coast ceramics’. Vooral de ‘ontregelende’ keramische objecten in de schelle kleuren van Ken Price gaven jackie Bouw een nieuwe kijk op de esthetiek van keramiek. In 1984 exposeerde zij met rakugestookte keramiek in het Frans Hals Museum.’’
Minder romantisch misschien, kunnen deze boekobjecten ook worden gezien als een virtuoos staaltje van uitbeelding van andere stoffen in keramiek.
Haar gestapelde, vervormde en zich herhalende cilindervormen lieten zien dat jackie Bouw de keramische conventies van pot, schaal en kom achter zich had gelaten.
Een hoogtepunt van de rakuperiode, en tevens de afsluiting ervan, vormden rond 1990 de keramische boeken die op de Frankfurter Buchmesse de aandacht trokken van prominenten uit de Europese literatuur. Hiermee ‘sloot zij ook het boek’ van potterie en draaiwerk. Jackie Bouw
monumentale keramiek.
Schrijversboekje
1986
Handgevormd in plakken, aardewerk, raku-gestookt, 14 x 18 cm pagina 3
Herkenbaarheid Levensgrote bonte koeien, in geel en roze, en fors uitvergrote kleurige kikkers en vissen bepalen het beeld van het jongste werk van Jackie Bouw. Een traditie in het monumentaal uitbeelden van dieren bestaat er nog niet in Nederland, maar aan het ontstaan van die traditie bouwt jackie Bouw volop mee. Haar groot getoverde kikkers en vissen stralen vrolijkheid en onbevangenheid uit. Ze bezitten geen ironische dubbele bodem bij wijze van knipoog naar de toeschouwer. Vredige wezens zijn het, niet te vergelijken met de beklemmende dierenfantasieën van Cobraschilders. Wel doen de ongecompliceerde kleuren rood, geel, blauw en groen aan Cobra denken.
Kikker
Puyenbroeck, België
1992
Handgevormd uit het volle materiaal, in segmenten versneden en uitgehold, aardewerk geglazuurd. Hoogte 90 cm, grondvlak 40 x 130 cm Kikkers passen goed in haar totale werk. Toch is dit niet in de eerste plaats een concept van jackie Bouw. Een opdrachtgever uit België kwam met het idee voor een speelobject bij zijn restaurant, annex wandel-gebied, te Puyenbroeck. Voor de hand liggend, want pui betekent kikker inZuid-Nederlands. De kunstenaar ging er graag op in: “Kikkers zijn leuke springerige beesten. Er komen veel kinderen om eraan en erop te zitten.” Kikkers hebben ook een neven-geschikte betekenis, een kikker is de metafoor voor transformatie van levensvormen.”
De kunstenaar gebruikt bewust haar uitbundige palet van glazuren om deze monumentale scheppingen alle vaart en energie van de wereld te geven. Jackie Bouw is ervan overtuigd dat zonder kleur haar monumentale scheppingen niet kunnen bestaan. ‘Monumentaal’ betekent niet dat ze formele of historische gedenktekens vervaardigt, wel dat ze grote vrijstaande plastieken maakt, die bijvoorbeeld een plaats krijgen bij een cultureel centrum of terechtkomen op een plein of speelplaats. Tot de monumentale keramiek behoren ook windbreaks en totempalen, stevige zuilen of pijlers, soms wel drie meter hoog, vol kleurige tekens. Het werk van Jackie Bouw is gevarieerd van aard, maar draagt steeds een onmiskenbaar eigen artistiek handschrift van kleur en vorm. Kenmerkend zijn de levendige kleuren, toegepast in vlakken met duidelijke contouren op een wit of zwart grondvlak en geordend in clusters. Karakteristiek voor de ruimtelijke vorm van haar objecten zijn de gesloten, uit meerdere segmenten samengestelde heldere hoofdvormen.
Plaatsbepaling Bij het bepalen van de plaats van Jackie Bouw in de Nederlandse keramiek kan men zich afvragen of haar werk te vergelijken is met dat van Maggi Giles, een kunstenaar die ook kleurige monumentale keramiek maakt.’ De vertelpalen van Maggi Giles, die al dateren van begin jaren zeventig, hebben behalve overeenkomsten wat betreft vorm, kleur en geleding, ook een aantal in het oog lopende verschillen met de totempalen van Jackie Bouw. pagina 4
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
Het belangrijkste verschil is dat de vertelpalen met de uitgekerfde figuratieve decoraties min of meer letterlijk een verhaal in cartooneske stijl vertellen. Bij de totempalen hebben de niet-figuratieve decoraties geen vertellende, maar een zinnebeeldige functie. Het overige monumentale oeuvre van Jackie Bouw, waarin de windbreaks met abstract landschappelijke voorstellingen en vooral monumentale dierenfiguren domineren, biedt geen aanknopingspunten voor een vergelijking met werk van Maggi Giles. Vergeleken met Jan Snoeck, de grand old man van de monumentale keramiek, wiens knappe werk zowel cerebraal als verrassend is, ligt bij Jackie Bouw het zwaartepunt meer bij gevoel en metaforische betekenis.
Monumentale keramiek Met het concept van de windbreaks uit 1985 koos Jackie Bouw voor het eerst een ingrijpend groter formaat dat, met het uitbundige kleurgebruik, haar huidige werk kenmerkt. Alle grote beelden maakte de keramist tot nu toe in eigen atelier, bijna een uitzondering in deze tak van keramiek.
Totempaal
1990.
Handgevormd om tijdelijke binnenvorm, aardewerk, geglazuurd, hoogte 235 cm
Een keramist die met een gesloten massa klei op de draaischijf begint, wil die klei openbreken om een open vorm als een vaas of een schaal te maken. Windbreaks en Totempalen van Jackie Bouw zijn uit hun aard gesloten vormen. In deze Totempaal doet de kunstenaar een poging om open en gesloten in één beeld te vangen. Dit object zou voortbordurend op de tegenstelling open - gesloten, kunnen heten: “Het nest is goed, maar het heelal is ruimer. De decoratie verwijst ook naar vogels. Het zwarte glazuur als achtergrond verschaft de illusie dat je in de vorm kunt stappen. Dat is omdat zwart - anders dan de vaker toegepaste witte kleurde vorm optisch open houdt. Deze Totempaal werd niet in opdracht gemaakt; de kunstenaar benutte dit vrije werk om te experimenteren met lijnen en tekeningen die over alle vlakken lopen. Vanuit verschillende hoeken bekeken, roept dat een continu veranderend beeld op.
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
pagina 5
Betekenis Het monumentale werk van de kunstenaar treft men vaak aan bij openbare gebouwen, maar is niet ondergeschikt aan de architectuur van de omgeving. Haar werk geeft wel commentaar op het doel van een gebouw, zoals bij het Diakonessenhuis in Utrecht, waar de beeldtekens op de totempalen verwijzen naar pijn, hoop en genezing. De betekenis van het monumentale werk van Jackie Bouw moet altijd worden begrepen uit de context van de omgeving of uit de aanleiding tot het ontstaan.
Life, Stability & Enjoyment. Keramiek, geglazuurd. Hoogte 300, Cult. centrum ‘Maesemunde’ s’Gravenzande
Poortwachters 1999 Hoogten resp. 300, 225 en 225 cm Diakonessenhuis, Utrecht. Een golving in het grastapijt tilt de drie pijlers op en verschaft ze samenhang, terwijl vorm en decoratie vertellen hoe hun verhouding is. De decoratie van de hoofdpijler bestaat uit tekens die samen de functie van het ziekenhuis verbeelden. Het belangrijkste teken is een kloppend hart dat de metafoor vormt voor het vertrouwen dat de zieke aan verplegers en artsen schenkt. De twee kleinere pijlers hebben een simpele landschappelijke decoratie, ze vormen de coulissen voor de hoofdpijler. De kunstenaar koos voor deze oplossing omdat er niet genoeg geld was voor het oorspronkelijke ontwerp. Daarin stonden vijf sub-pijlers in een kring rondom de hoofdpijler, terwijl hun decoratie verwees naar de corresponderende tekens op de centrale pijler.
pagina 6
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
Achter de glazen pui Betekenis en context Onderstaand onderzoek van een aantal werken probeert duidelijk te maken hoe de kunstenaar steeds de relatie legt tussen betekenis en context. In de zomer van 1985 verwierf jackie Bouw onverwachts een nieuw inzicht in de zeggingskracht van grote keramiek. Jaren later hoorde Charles de Vré het verhaal en hij schreef het op: ‘Tijdens een vakantie in Bretagne, waar ze na een ernstige ziekte op krachten wil komen, loopt ze op een dag in haar eentje het wad op. Het soppen door de zuigende klei in die natte oase van rust doet haar goed. Plotseling stuit ze op een rij houten palen die het land moeten beschermen tegen de vernietigende stroming van het water. De schijnbaar onbeduidende confrontatie met deze lijfwachten van de natuur maakt door de bijna mystieke sfeer op die Tagba immense kleivlakte en door haar eigen lichamelijke Expositie “Carnaval des Animaux’ Den Haag Sculptuur 2001 wederopstanding, diepe indruk. Het betekent voor haar de herkenning van het leven, het hervinden van haar eigen vitaliteit. De essentie van deze gebeurtenis abstraheert jackie Bouw in haar Windbreaks, die geënt zijn op de houten palen. Daarmee gaat ze voor het eerst de uitdaging aan met extreem grote formaten, kleine bouwwerken. De gestalten van haar windbreaks lijken door de natuur gevormd; ze dragen de sporen van weer en wind en de tijd. Het rustige lijnenspel op de objecten geeft verstilde Innerspace landschappen weer.‘ Een aantal jaren later ontwikkelt de kunstenaar grote keramische kikkers voor kinderen. Kikkers staan ook voor transformatie. De aan-leiding tot dit werk vormde haar verwondering over de beweeglijkheid van ontelbare kleine cellen die na natuurlijke schifting in het water van gedaante veranderen en uitgroeien tot iets dat op het land en in het water kan leven. Kikkers drukken het enthousiasme van jackie Bouw uit voor kleine dierlijke vormen die het vermogen tot transformatie bezitten en weten te gebruiken.
2000
Relief, geglazuurd. keramiek hoogte 150 cm Rhoon.
Bij een statig kantoor aan het Lange Voorhout staat in de tuin een ensemble van zeven vissen van Jackie Bouw, genaamd Tagba. Waarom staan deze kleurige vissen op hun staart? Staande happen ze naar lucht en geven het goede voorbeeld en inspiratie aan de menigte kantoorwerkers achter de glazen pui. In de opvattingen van de keramist luidt het bericht: “Blijf nauw verbonden met het elementaire.”
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
pagina 7
La condition humaine Een opmerkelijke gevoeligheid en verbeeldingskracht stellen de kunstenaar in staat haar werk telkens betekenis te geven door berichten over algemeen menselijke gevoelens, ziekte en genezing, territoir en vrijheid, hoop en wanhoop, over alles wat voortkomt uit ‘la condition humaine’. Zij put daartoe beeldtekens uit bijna vergeten zienswijzen, uit collectieve herinneringen en persoonlijke reiservaringen en soms uit het erfgoed aan symboliek van de indianen van noordelijk Amerika. Jackie Bouw ervaart zelf het geven van betekenis als iets wat groeit tijdens het werk, niet zozeer door vrije associatie, als wel door zich te laten drijven op de stroom van gedachten die opkomen als ze zich concentreert op de bestemming van het beeld onder haar handen. De kunstenaar zal overigens nooit de onderliggende strekking van haar werk verabsoluteren en laat bewust ruimte voor andere opvattingen. Kinderen voelen zich aangetrokken tot de kleurige dierenfiguren, beklimmen enthousiast haar kikkers en koeien en raken ze voortdurend aan. Dat past precies in het straatje van de keramist: monumentale keramiek bedient ook fantasie en tastzin. Hoezeer Jackie Bouw, ondanks haar vermogen tot relativering, met hart en ziel bij de gegeven betekenis van haar monumentale keramiek is betrokken, blijkt uit door haar zelf geregisseerde rituelen bij officiële onthullingen. Bij de onthulling van het vissenproject Tagba trok de directeur van het betreffende Haagse kantoor, op uitnodiging van de kunstenaar, sokken en schoenen uit en stapte, gevolgd door zijn staf, in een bak rauwe klei. Daarna onthulde hij plechtig de beeldengroep. Geen verwijzing naar het poldermodel, wel een statement over ‘verbonden zijn met het elementaire’.
Overdracht ceremonie: ‘’Buffeldans’’
Conceptueel gezien drukken de rituelen uit dat het kunstwerk tot leven komt als is bevestigd dat de onderstaande drie elementen met elkaar in relatie zijn geraakt. • de voorstelling (bijv. drie vissen of drie wachters); • de zichtbare keramische vorm van het kunstwerk; • de betekenis (bijv. het bericht over het belang van het elementaire of de boodschap over pijn hoop en genezing.) Immers, een voltooid kunstwerk schrijft een blauwdruk voor een getrouwe dialoog tussen de voorstelling, de vorm en de betekenis of functie. Treffend is natuurlijk dat Jackie Bouw met deze rituelen publiekelijk te kennen geeft dat de opdrachtgever zich niet op alléén de vorm van haar werk mag fixeren.
Tijdens de onthulling van de Poortwachters bij het Diaconessenhuis in Utrecht sloegen de directeur en de kunstenaar de handen letterlijk ineen voor een eenvoudig gebed, daarna knipten ze de streng van een tros oranje ballonnen door. Toen de ballonnen omhoog zweefden langs de ramen waar patiënten en verplegers toekeken, wisten die dat de Wachters er ook staan voor hoop en genezing. voor een getrouwe dialoog tussen de voorstelling, de vorm en de betekenis of functie.’
pagina 8
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
“Later was er niets mooier dan proberen te maken wat de wind tegenkomt” “Als ik klei, ben ik het gelukkigst. Mijn vader was een Sliedrechtse bagger-baas. Zodra ik iets met mijn handen kon kneden, zocht ik klei langs de Lek en de Merwede. Figuratieve dingetjes maakte ik toen. Later was er niets mooier dan proberen te maken wat de wind tegenkomt, in vogelvlucht, als in een dans op het strand. Zo ontstonden mijn windbreaks, daarna de totempalen, ook windbreaks eigenlijk. Zo’n zuil verheft zich als een metafoor voor menselijke kracht en gevoeligheid, zeg ik dan. Oké, de vorm zit er in, maar het is niet meer van deze tijd om er alleen een fallussymbool in te zien. Ik wilde meer weten over totems, daarom reisde ik naar Canada. Daar ontmoette ik oude carvers. Een echte chief met zonnebril praatte heel lang met mij. Hij vertelde veel over indiaanse tekens, zo raakte ik enthousiast over de dierenwereld. Wat ik van mijn indianenvrienden vooral heb geleerd, is respect voor de zalm, ook voor een beer of een buffel. Ze kunnen ons veel vertellen, dat haal ik aan in mijn werk. De totems hebben een functie als afbakening van terrein, dat werkt zo bij iedere clan. Op aarde is dat op veel plaatsen te zien, of je nu in het oosten komt of bij de menhirs in Keltische streken. Een totem zegt iets over de clan en ook iets over het gebied. In die zin heb ik dus alle vrijheid om het in te vullen bij een opdracht voor monumentaal werk, vaak bij een school of openbaar gebouw. In de loop van de tijd ben ik heel diep in de materie van de klei gedoken, je wilt grote keramiek beheersen. Toch, elke keer als de oven opengaat, blijft het spannend. Altijd, altijd sta je met trillende knieën, houd je je adem in, denk je: Lord, is het allemaal goed gegaan, een klein gebed ja. Ik kijk ook met respect, met bewondering, naar de grootheid van de hemel-koepel boven de polder, de alsmaar veranderende spiegelingen van wolken in water. Op mijn atelierboerderij woonde ik twintig jaar aan de Oude Rijn en ik nam dat verlangen naar de polder mee naar de stad. Het eerste dat mijn nieuwe buren, nu hier aan de Lange Beestenmarkt in Haag, me vertelden, was dat in mijn atelier in de negentiende eeuw een tekenschooltje was gevestigd van de Haagse School. Van de schilders dus die zich langs Rijn en Gouwe ook goed thuis voelden. Daar moet ik aan denken als ik hier de uitdagingen aanga van mijn kleurige keramische koeien.”
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
pagina 9
Zeven koeien voor de Commerzbank Frankfurt lijkt op een aannemingsovereenkomst. Dan pas raakt de kunstenaar de klei aan. Jackie Bouw heeft zich in Frankfurt indringend verdiept in de situatie van de stad en het kantoorleven. Ze worstelde met een ontwerp dat op zijn plaats zou zijn in het front van een hoge kantoorkolos vol mannen die - in haar perceptie - de hele dag gejaagd naar hun beeldscherm wijzen. Voor de kunstenaar stond al gauw vast dat haar werk moest functioneren door het afgeven van een bericht dat wijst op een heel andere bron van vitaliteit. . Jackie Bouw zelf over hoe ze vervolgens de vorm bepaalde: ‘Het verticale benadrukken of het horizontale toevoegen? Ik denk dat deze plek niet is gediend met het eerste. Nog meer ’aufrecht’. nog meer groei, nog meer vervreemding. nog meer mannelijkheid. Liever horizontaal dus. Dat voegt intimiteit en rust toe Monumentale keramiek ontstaat op een andere wijze aan dit plein. dan een schaal of een kom. Net als in de architectuur is er eerst een ontwerptekening.Als partijen, opdrachtgever en kunstenaar, het eens zijn, komt er een opdracht die Restte nog de keuze van de voorstelling. Veelkleurige Hollandse koeien grazen levensgroot op een plein midden in de financiële metropool Frankfurt. Het is het ontwerp van Jackie Bouw voor een inmiddels in uitvoering gegeven opdracht van de Duitse Commerzbank.
Nogmaals Jackie Bouw: “...koeien als wachters,als herinnering aan het tijdperk hiervoor het (nog) vertrouwde beeld. Herkauwend onder bescherming van de bomen...” en “...beesten geven iets vertrouwds, op een ongewone plek.”
Ensemble van zeven koeien. (levensgroot.) Mainzer Landstrasze, het plein voor het Dienstleistung- und Hándlerzentrum van de Commerzbank AQ in Frankfurt,
pagina 10
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
De poëzie baande de weg in het onderhandelingsproces met de opdrachtgevers. Toch vergde het ‘loven en bieden’ veel van de overtuigingskracht én het inlevingsvermogen van de ontwerpster. Uiteindelijk wist ze de begrenzingen van het oorspronkelijke programma van eisen en voorwaarden te doorbreken en werden partijen het eens over een kleine kudde vrolijke geel-roze-bonte herkauwers in een park van dertig bomen voor de hoofdingang. Voor het eerst schakelde de kunstenaar nu ook ‘onderaannemers’ in om deze grote beelden te realiseren. Atelier Structuur ’68, een facilitair bedrijf voor kunstenaars, stelde de grote ovens ter beschikking en deed de glazuurvoorbereiding. De firma Zuliani verleende hand- en spandiensten bij assemblage van de elementen.
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
pagina 11
Waarom koeien mij boeien Mijn interesse naar en met de dierenwereld is groot. Dus in mijn werk terug te vinden. Mijn geboeidheid in en over koeien is er denk ik altijd al geweest. Maar om ze levensgroot te kunnen maken, is er tijd, vorm- ontwikkeling en geld nodig. Mijn kleinere ontwerpen en schetsen ontstonden al in 1980 toen ik in de boerderij in Bodegraven woonde, en ze direkt kon aanschouwen.
Gedicht van dichteres M.Vasalis : De weiden liggen ongezegd in “t licht De koeien, die zo vaak geschilderd zijn, weerhouden met een jong,nat oog iedere beschrijving van hun warm geheim.
Ik was dus ook erg blij toen ik eindelijk een opdracht kreeg van de H.A.L. om 2 levensgrote koeien in keramiek te mogen maken,die nu op de cruiseboot ‘De Zaandam’’ bij het zwembad liggen en de wereld rondreizen. De 2e opdracht, een kleine kudde van 7 liggende koeien op het plein voor het Dienstleistung und Handlerzentrum van de Commerzbank hartje stad Frankfurt . Als een Homage aan het tijdperk van hiervoor? Met als titel ‘de Verandering’. Iets vertrouwds op een ongewone plek. Van deze opdracht is een korte film gemaakt (i.o.v. te zien). Door mijn samenwerking met de firma Zuliani in Zoetermeer, tijdens deze opdracht, is mijn belangstelling gewekt om bij hen in terrazzo gecombineerd met Veel (oude) volken hebben haar geëerd en eren haar mozaiek te gaan werken .Voor mij is dit een verkenning nog steeds, bv. in Egypte: in een nieuw materiaal en is onze samenwerking voortgezet wat resulteerde in 3 vrije werken. De bont Naast de stier Apis werd de godin Hathor vereerd. De hemelgodin werd afgebeeld als een koe of als vrouw met koeienhoofd. De melkweg en alle sterren zouden zijn ontstaan uit gemorste melk uit haar uier. Bij de Lakota indianen: Buffel, jij brengt ons de gaven van het leven, verhoor onze gebeden, rook stijgt op als Feniks. Wij zijn opnieuw geboren in de heilige woorden. In Ierse legende; Koe –Bo, voeding, moederschap, de godin,Slapen bij de koeien was genezend,bij bescherming tegen het boze oog,moest men 3 x waar een koe gelegen had kloksgewijs er om heen lopen. De voedingswaarde van de koeienmelk en de assosiatie met moedermelk. De zachtaardige koe tegenover de woestheid van de stier, in de Griekse mythologie de god Zeus die de mooie maagd Europa verleidde, Cadmus die de koe volgde gevlekte koeien: de meiden Europa (witte, zwarte, en de stad Thebe bouwde. India: De god Krishna die vaak word afgebeeld op een terrazzo), de Zwarte Madonna, en Sunshine. Door de laatste 2 jaar zo intens met koeien en vorm zeboe koe, de verbinding tussen de mensen en goden. bezig te zijn geweest groeit mijn weten en waardering Een vreugde die bij mijn reizen door verschillende landen voor haar. De koe als metafoor van de godin, het vrouwelijke nieuwe inspiratie schenkt. principe, vertegenwoordigt voor mij de mooie verbinding met moeder aarde, de polder, en de weiden. pagina 12
Jackie Bouw
monumentale keramiek.
Curriculum Vitae Opleiding 1965 1968-1973 1977 1983 1989 2000
Beroepsopleiding Keramiek, Gouda. Kon. Academie v.Beeldende Kunsten, afd. beeldhouwen, Rotterdam. Eigen Atelier. Docentschap V.U. Rotterdam, Creativiteits centra, Gouda en Boskoop. Gespecialiseerd in oude stookprocessen en raku techniek. Aanvullende creatieve vorming werkweek olv. Jan Snoeck en Henk Trumpie Workshop met Helly Oestreicher. Workshop tools and therms, Den Bosch. Glasworkshops bij Van Tetterode.
Studiereis naar New Mexico en vele andere studiereizen naar USA, Indonesia, India, Israel ,Jordanie, Egypte, Nepal, Thailand, Europa
Uitgevoerde Opdrachten 1970 1972 1976 1977 1978 1984 1985 1986 1989
1990 1991 1995 1997 1997 1998 1998 1998 1998/99 1999 1999 1999 2000 2000 2001 2001 2001 2001/02 2002 2003
Jackie Bouw
betonobjecten in park, Capelle a/d IJssel keramiek object 'de klim' st. scholen buitenverblijf, Sint Michaels Gestel wandrelief in baksteen basisschool, Gouda speelobject keramiek basisschool, Utrecht speelobject keramiek basisschool, Bodegraven keramiek objecten rk.basisschool, Amsterdam keramiek objecten gemeente, Bodegraven keramiek objecten 'windbreaks' bibliotheek, Middelharnis keramiek objecten 'windbreaks' Heist op den berg België keramiek objecten 'windbreaks' Brasschaat België keramiek objecten 'windbreaks' Katwijk a/d Rijn, Gouda keramiek objecten 'windbreaks' Paterswolde, Leliestad inrichting 'patio' multicultureel centrum Evertshuis, Bodegraven obelisk Hazerswoude, meerdere keramiek objecten oa.basisscholen De Turtel; De Vierspan Heerhugowaard totem 'mother mailbox' Noordwijk totems 'een vrije dag' en 'nightlife' Kunzelsau Duitsland keramiek object kikkersculptuur Noordwijk schalen project droom kantoor, Utrecht keramiek object kikkersculptuur Den Haag twee liggende koeien 'bontvee' cruiseschip Holland Amerika Lijn 'De Zaandam' 3 totems 'de wachters' Diakonessen ziekenhuis, Utrecht vissen project 'tagba' caop Den Haag obelisk 'life,stability,&enjoyment' multicult. centr. Maesemunde, s'Gravenzande relief 'innerspace' Rhoon vissenproject 'tagba' ikhaja Deventer vissenproject 'mana' kadaster Apeldoorn relief 'duet' Montfoort twee zuilen en boog 'de vrije vogels' basisschool, Lekkerkerk zeven liggende koeien 'de verandering' (levensgroot) Commerzbank, Frankfurt Duitsland twee liggende koeien 'europa' en 'zwarte madonna' (uitgevoerd in witte, zwarte terrazzo met glasmozaiek) zwarte terrazzo ‘sunshine’
monumentale keramiek.
pagina 13
Jackie Bouw Lange Beestenmarkt 24b 2512EG DEN HAAG Netherland. 070-3632097
[email protected] vormgeving PL^u^NE © 2003 pagina 14
Jackie Bouw
monumentale keramiek.