EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 19.7.2012 COM(2012) 403 final 2012/0196 (COD)
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Herschikking)
NL
NL
TOELICHTING 1.
Bij haar besluit van 1 april 19871 heeft de Commissie haar diensten opgedragen alle besluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de bepalingen ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.
2.
De Commissie heeft een aanvang gemaakt met de codificatie van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer2. De nieuwe verordening moest de verschillende handelingen die erin zijn verwerkt vervangen3.
3.
Intussen is het Verdrag van Lissabon in werking getreden. Artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat de wetgever de bevoegdheid om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling, kan overdragen aan de Commissie. Artikel 291 VWEU bepaalt dat de wetgever uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie kan toekennen indien het nodig is dat juridisch bindende handelingen van de Unie volgens eenvormige voorwaarden worden uitgevoerd. Overeenkomstig die artikelen door de Commissie vastgestelde handelingen worden volgens de terminologie van het VWEU „gedelegeerde handelingen” (artikel 290, lid 3), respectievelijk „uitvoeringshandelingen” (artikel 291, lid 4) genoemd.
4.
Verordening (EG) nr. 338/97 bevat bepalingen ten aanzien waarvan een dergelijke bevoegdheidsdelegatie of toekenning van uitvoeringsbevoegdheden passend kan zijn. De codificatie van Verordening (EG) nr. 338/97 moet daarom worden omgezet in een herschikking, teneinde de noodzakelijke wijzigingen te kunnen opnemen.
5.
Dit voorstel voor een herschikking is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in 22 officiële talen, van Verordening (EG) nr. 338/97 en de handelingen tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie. Voor zover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage III bij de herschikte verordening.
1 2
3
NL
COM(87) 868 PV. Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 def. Zie bijlage II bij dit voorstel.
2
NL
338/97 (aangepast) 2012/0196 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Herschikking)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel ⌦ 192, lid 1 ⌫ , Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het voorstel aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité4, Gezien het advies van het Comité van de Regio's5, Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure6, Overwegende hetgeen volgt:
nieuw (1)
Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer7 is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd8. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van die verordening te worden overgegaan.
4
PB C […], […], blz. […]. PB C […], […], blz. […]. PB C […], […], blz. […]. PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1. Zie bijlage II.
5 6 7 8
NL
3
NL
338/97 overweging 1 (aangepast) nieuw (2)
⌦ Deze verordening ⌫ heeft ten doel de ⌦ bescherming te waarborgen van in het wild levende ⌫ dier- en plantensoorten ⌦ die door de ⌫ handel ⌦ worden bedreigd ⌫ of zouden kunnen worden bedreigd .
338/97 overweging 3 (3)
De bepalingen van deze verordening doen geen afbreuk aan de strengere maatregelen die de lidstaten met inachtneming van het Verdrag kunnen nemen of handhaven, met name wat betreft het houden van specimens van soorten die onder deze verordening vallen.
338/97 overweging 4 (4)
Het is van belang objectieve criteria vast te stellen voor het opnemen van in het wild levende dier- en plantensoorten in de bijlagen bij deze verordening.
338/97 overweging 5 (aangepast) (5)
De tenuitvoerlegging van deze verordening vergt dat er gemeenschappelijk voorwaarden worden toegepast voor de afgifte, het gebruik en de overlegging van de documenten in verband met de toestemming om specimens van de soorten die onder deze verordening vallen, in de ⌦ Unie ⌫ binnen te brengen of uit de ⌦ Unie ⌫ uit te voeren dan wel weder uit te voeren. Het is van belang specifieke bepalingen vast te stellen voor de doorvoer van specimens door de ⌦ Unie ⌫.
338/97 overweging 6 (aangepast) (6)
NL
Een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming, bijgestaan door de wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat, heeft tot taak, in voorkomende gevallen met inachtneming van een advies van de wetenschappelijke adviesgroep, een beslissing te nemen over de verzoeken om specimens in de ⌦ Unie ⌫ te mogen binnenbrengen.
4
NL
338/97 overweging 7 (aangepast) (7)
⌦ In het kader van ⌫ de bepalingen inzake wederuitvoer moeten worden ⌦ voorzien in ⌫ een raadplegingsprocedure om het risico van overtredingen te beperken.
338/97 overweging 8 (aangepast) (8)
Er kunnen, ten behoeve van een doeltreffende bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten, aanvullende beperkingen worden opgelegd voor het binnenbrengen van specimens in de ⌦ Unie ⌫ en de uitvoer uit de ⌦ Unie ⌫. Deze beperkingen voor levende specimens kunnen op ⌦ Unieniveau ⌫ worden aangevuld met beperkingen voor het houden en het vervoer binnen de ⌦ Unie ⌫.
338/97 overweging 9 (9)
Het is noodzakelijk specifieke bepalingen vast te stellen voor specimens die in gevangenschap zijn geboren en opgegroeid of kunstmatig zijn voortgebracht, voor specimens die onder persoonlijke bezittingen of huisraad vallen, alsmede voor leningen, schenkingen of uitwisselingen voor niet-commerciële doeleinden tussen bekende wetenschappers en erkende wetenschappelijke instellingen.
338/97 overweging 10 (aangepast) (10)
Ten behoeve van een volledigere bescherming van de onder deze verordening vallende soorten, is het noodzakelijk bepalingen vast te stellen voor de controle in de ⌦ Unie ⌫ op de handel en het vervoer van de soorten, alsmede op de manier waarop deze worden ondergebracht. Voor de certificaten die uit hoofde van deze verordening worden ⌦ afgegeven ⌫ en die bijdragen tot de controle op deze activiteiten, moeten gemeenschappelijk regels worden vastgesteld inzake afgifte, geldigheid en gebruik.
338/97 overweging 11 (aangepast) (11)
NL
Er moeten maatregelen worden genomen om de negatieve gevolgen voor de levende specimens van het vervoer naar, uit of binnen de ⌦ Unie ⌫, zo gering mogelijk te houden.
5
NL
338/97 overweging 12 (aangepast) (12)
Ten behoeve van een doeltreffende controle en ter vergemakkelijking van de douaneprocedure, is het van belang douanekantoren aan te wijzen die over gekwalificeerd personeel beschikken en die zullen worden belast met het vervullen van de nodige formaliteiten en bijbehorende verificaties bij het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ teneinde de specimens een douanebestemming te geven in de zin van Verordening (EEG) [nr. 2913/92] van de Raad [van 12 oktober 1992] tot vaststelling van het communautair douanewetboek9, of bij uitvoer of wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫. Men dient eveneens te beschikken over voorzieningen die garanderen dat de levende specimens zorgvuldig worden ondergebracht en behandeld.
338/97 overweging 13 (13)
Voor de tenuitvoerlegging van deze verordening door de lidstaten moeten ook administratieve instanties en wetenschappelijke autoriteiten worden aangewezen.
338/97 overweging 14 (14)
Voorlichting en bewustmaking van het publiek, met name op de grensposten, over de uitvoeringsbepalingen van deze verordening, kunnen de naleving van deze bepalingen vergemakkelijken.
338/97 overweging 15 (15)
Ten behoeve van een doeltreffende toepassing van deze verordening, moeten de lidstaten aandachtig toezien op de naleving van haar bepalingen en moeten zij daartoe nauw met elkaar en met de Commissie samenwerken. Dit vereist dat er informatie in verband met de tenuitvoerlegging van deze verordening wordt doorgegeven.
338/97 overweging 16
NL
(16)
Het toezicht op de omvang van het handelsverkeer in de in het wild levende dier- en plantensoorten die onder deze verordening vallen, is van cruciaal belang voor de beoordeling van de effecten van de handel op de staat van instandhouding van de soorten. Er moeten gedetailleerde jaarverslagen worden opgesteld volgens een gemeenschappelijk model.
9
PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
6
NL
338/97 overweging 17 (17)
Het is voor de naleving van deze verordening van belang dat de lidstaten aan personen die inbreuken plegen adequate sancties opleggen die in een passende verhouding staan tot de aard en de ernst daarvan.
338/97 overweging 19 (18)
Gezien de talrijke biologische en ecologische aspecten die bij de tenuitvoerlegging van deze verordening in aanmerking moeten worden genomen, is het van belang een wetenschappelijke studiegroep op te richten waarvan de adviezen door de Commissie aan het comité en aan de administratieve instanties van de lidstaten zullen worden meegedeeld teneinde deze bij hun besluitvorming te helpen.
398/2009 overweging 4 (aangepast) nieuw (19)
Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de aanneming van bepaalde maatregelen om de handel in in het wild levende dier- en plantensoorten te reguleren, ⌦ van ⌫ bepaalde wijzigingen in de bijlagen bij ⌦ deze ⌫ verordening alsook ⌦ van ⌫ bijkomende maatregelen om de resoluties van de partijen bij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten” (CITES) (hierna „de Overeenkomst” genoemd), besluiten of aanbevelingen van het Permanent Comité van de Overeenkomst, en de aanbevelingen van het secretariaat van de Overeenkomst ten uitvoer te leggen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van verordening, onder meer door deze aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.
nieuw (20)
NL
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad
7
NL
van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren10,
338/97 HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Doel
338/97 (aangepast) nieuw Deze verordening heeft ten doel, in het wild levende dier- en plantensoorten te beschermen en in stand te houden door de controle op het desbetreffende handelsverkeer overeenkomstig de artikelen ⌦ 2 tot en met 22 en de bijlagen A tot en met D, zoals weergegeven in bijlage I, hierna „bijlage A”, „bijlage B”, „bijlage C” en „bijlage D” genoemd ⌫. Deze verordening is van toepassing met inachtneming van de doelstellingen, beginselen en bepalingen van de in artikel 2, onder b), omschreven Overeenkomst. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a)
„het comité”: het ⌦ in ⌫ artikel 21, lid 1, ⌦ bedoelde ⌫ comité;
b)
„de Overeenkomst”: de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES);
c)
„land van herkomst”: land waar een specimen is gevangen of aan de natuur is onttrokken, in gevangenschap is gekweekt of door kunstmatige voortplanting is verkregen;
d)
„kennisgeving van invoer”: de kennisgeving die op het moment dat een specimen van een in bijlage C of D genoemde soort in de ⌦ Unie ⌫ wordt binnengebracht, door de invoerder, zijn gemachtigde of vertegenwoordiger wordt gedaan op het in artikel 19, lid 2, bedoelde een volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure door de Commissie voorgeschreven formulier;
10
NL
PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
8
NL
NL
e)
„aanvoer vanuit zee”: het rechtstreeks binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ van een specimen dat is onttrokken aan het mariene milieu dat niet tot het rechtsgebied van enige staat behoort, met inbegrip van het luchtruim boven de zee en de zeebodem en ondergrond daaronder;
f)
„afgifte”: de afhandeling van de gehele procedure van het opstellen en valideren van een vergunning of certificaat, alsmede de overhandiging daarvan aan de aanvrager;
g)
„administratieve instantie”: een nationale administratieve instantie die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 13, lid 1, waar het een lidstaat betreft en overeenkomstig artikel IX van de Overeenkomst waar het een derde land betreft dat partij is bij de Overeenkomst;
h)
„lidstaat van bestemming”: de lidstaat van bestemming die wordt vermeld in het document voor de uitvoer of de wederuitvoer van een specimen; in geval van aanvoer vanuit zee de lidstaat waaronder de plaats van bestemming van een specimen ressorteert;
i)
„ ⌦ ten verkoop aanbieden ⌫ ”: het te koop aanbieden alsmede elke handeling die redelijkerwijs als dusdanig uitgelegd kan worden, met inbegrip van rechtstreekse of onrechtstreekse reclame met het oog op verkoop en het uitnodigen tot zaken doen;
j)
„persoonlijke bezittingen of huisraad”: dode specimens alsmede delen en producten daarvan, die een particulier toebehoren en die deel uitmaken van zijn gewone persoonlijke bezittingen of daartoe bestemd zijn;
k)
„plaats van bestemming”: de plaats die op het moment van het binnenbrengen van de specimens in de ⌦ Unie ⌫ geldt als hun voorziene gewone bewaarplaats; voor levende specimens is dit de eerste plaats waar zij naar verwachting zullen worden ondergebracht na afloop van een eventuele quarantaine of enige andere vorm van isolatie ten behoeve van sanitaire keuring en controle;
l)
„populatie”: een volledige in biologisch of geografisch opzicht onderscheiden groep individuen;
m)
„overwegend commerciële doeleinden”: alle doeleinden waarvan de nietcommerciële aspecten niet duidelijk de overhand hebben;
n)
„wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫”: uitvoer uit de ⌦ Unie ⌫ van een specimen dat daar eerder is binnengebracht;
o)
„reïntroductie in de ⌦ Unie ⌫”: het binnenbrengen van een specimen dat eerder werd uitgevoerd of wederuitgevoerd;
p)
„verkoop”: alle vormen van verkoop. Voor de toepassing van deze verordening worden huur, ruil of uitwisseling gelijkgesteld met verkoop; uitdrukkingen van dezelfde strekking worden in dezelfde zin geïnterpreteerd;
q)
„wetenschappelijke autoriteit”: een door een lidstaat overeenkomstig artikel 13, lid 2, of door een derde land dat partij is bij de Overeenkomst conform artikel IX van de Overeenkomst, aangewezen wetenschappelijke autoriteit;
9
NL
r)
„wetenschappelijke studiegroep”: het bij artikel 17 ingestelde adviesorgaan;
s)
„soort”: een soort, ondersoort of populatie daarvan;
t)
„specimen”: elk dier of elke plant, dood of levend, van de in de bijlagen A tot en met D genoemde soorten, elk deel daarvan en elk daarvan verkregen product, al dan niet in andere goederen vervat, alsmede alle goederen waarvan op grond van een bewijsstuk, verpakking, merkteken of etiket of enige andere omstandigheid moet worden aangenomen dat het gaat om delen of producten van tot deze soorten behorende dieren of planten, tenzij deze delen of producten door middel van een aanduiding in die zin in de bijlagen waarin de betrokken soorten worden genoemd, expliciet van het toepassingsgebied van deze verordening of van de bepalingen met betrekking tot de betrokken bijlage zijn uitgesloten. Een specimen wordt beschouwd als een specimen behorend tot één van de in de bijlagen A tot en met D genoemde soorten indien het een dier of een plant is, dan wel een deel of een afgeleid product van een dier of een plant, waarvan ten minste één „ouder” tot een dergelijke soort behoort. Wanneer de „ouders” van een dergelijk dier of een dergelijke plant behoren tot soorten die in verschillende bijlagen worden genoemd, of tot soorten waarvan er slechts één in een bijlage wordt genoemd, zijn de bepalingen van de meest restrictieve bijlage van toepassing. Voor specimens van hybride planten waarvan slechts een „ouder” behoort tot een in bijlage A genoemde soort, zijn de bepalingen van de meest restrictieve bijlage evenwel slechts van toepassing indien zulks met betrekking tot deze soort in de bijlage is vermeld;
NL
u)
„handel”: het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ met inbegrip van de aanvoer vanuit zee, de uitvoer en wederuitvoer vanuit de ⌦ Unie ⌫ en het gebruik, het vervoer en de overdracht van eigendom, in de ⌦ Unie ⌫ of in een lidstaat, van specimens waarop de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn;
v)
„doorvoer”: het vervoeren van specimens tussen twee punten buiten de ⌦ Unie ⌫ via het grondgebied van de ⌦ Unie ⌫, naar een met name genoemde consignataris en zonder andere onderbrekingen van de reis dan die welke bij deze vorm van vervoer onvermijdelijk zijn;
w)
„meer dan 50 jaar geleden verkregen bewerkte specimens”: specimens die vóór 3 maart 1947 ter vervaardiging van juwelen, decoratie, kunstvoorwerpen, gebruiksvoorwerpen of muziekinstrumenten zijn gebracht in een toestand die grondig verschilt van hun natuurlijke ruwe staat en waarvan ten genoegen van de administratieve instantie van de betrokken lidstaat is aangetoond dat zij onder die voorwaarden zijn verworven. Dergelijke specimens gelden enkel als bewerkt indien zij duidelijk passen in een van de genoemde categorieën en indien zij de beoogde functie kunnen vervullen zonder dat daarvoor nog snijwerk, bewerking of verdere afwerking nodig zijn;
x)
„controles bij het binnenbrengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de doorvoer”: de documentcontrole betreffende de bij deze verordening vereiste certificaten, vergunningen en kennisgevingen en, indien bepalingen ⌦ van de Unie ⌫ zulks voorschrijven of in de overige gevallen door een representatieve steekproef van de zendingen, het onderzoek van specimens, eventueel vergezeld van een monsterneming voor een grondiger onderzoek of controle.
10
NL
Artikel 3 Toepassingsgebied 1. Bijlage A omvat: a)
de in bijlage I bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor de lidstaten geen voorbehoud hebben gemaakt;
b)
soorten: i)
die voor gebruik in de ⌦ Unie ⌫ afgenomen worden of kunnen worden of die het voorwerp van internationale handel uitmaken of kunnen uitmaken, en die met uitsterven bedreigd worden dan wel zo zeldzaam zijn dat ook het meest beperkte handelsverkeer het voortbestaan van de soort in gevaar zou brengen; of
ii)
die behoren tot een genus waarvan de meeste soorten, of die een soort vormen waarvan de meeste ondersoorten, op basis van de onder a) of onder b), i), vermelde criteria in bijlage A zijn opgenomen en die zelf ook in die bijlage dienen te worden opgenomen, omdat anders een doeltreffende bescherming van de beoogde taxa onmogelijk is.
2. Bijlage B omvat: a)
de in bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen soorten die niet in bijlage A zijn opgenomen, en waarvoor de lidstaten geen voorbehoud hebben gemaakt;
b)
de in bijlage I bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is gemaakt;
c)
niet in de bijlagen I of II bij de Overeenkomst opgenomen soorten: i)
die het voorwerp uitmaken van zoveel internationale handel dat deze een bedreiging zou kunnen vormen: –
voor het voortbestaan van deze soorten, of het voortbestaan van de populaties daarvan in bepaalde landen; of
–
voor de instandhouding van de populatie op een voldoende getalsterkte opdat deze soorten in de ecosystemen waarin ze voorkomen hun rol naar behoren zouden kunnen vervullen;
of ii)
d)
NL
waarvan de opneming in de bijlage, gezien hun uiterlijke gelijkenis met andere in bijlage A of B opgenomen soorten, onontbeerlijk is om de handel in tot deze soorten behorende specimens daadwerkelijk te kunnen controleren;
soorten waarvan vaststaat dat het binnenbrengen van levende specimens in het natuurlijk milieu van de ⌦ Unie ⌫ een ecologische bedreiging vormt voor inheemse, in het wild levende dier- en plantensoorten van de ⌦ Unie ⌫.
11
NL
3. Bijlage C omvat: a)
de in bijlage III bij de Overeenkomst opgenomen soorten die niet in bijlage A of B zijn opgenomen en waarvoor de lidstaten geen voorbehoud hebben gemaakt;
b)
de in bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is gemaakt.
4. Bijlage D omvat: a)
niet in de bijlagen A, B en C vermelde soorten waarvan de omvang van de invoer in de ⌦ Unie ⌫ een controle rechtvaardigt;
b)
de in bijlage III bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is gemaakt.
5. Waar het bestand van de soorten die onder deze verordening vallen, hun opname in één van de bijlagen bij de Overeenkomst noodzakelijk maakt, zullen de lidstaten aan de nodige wijzigingen bijdragen. Artikel 4 Binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ 1. Specimens van in bijlage A genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht, een invoervergunning is voorgelegd die werd afgegeven door een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming. Die invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6 opgelegde beperkingen en indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a)
b)
NL
uitgaande van het advies van de wetenschappelijke studiegroep is de bevoegde wetenschappelijke autoriteit van mening dat het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫: i)
geen nadelig effect zal hebben op de instandhouding of op de omvang van het verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort;
ii)
geschiedt:
i)
–
voor een van de in artikel 8, lid 3, onder e), f) en g), genoemde doeleinden; dan wel
–
voor andere doeleinden die het voortbestaan van de betrokken soort niet nadelig beïnvloeden;
de aanvrager bewijst dat de specimens zijn verkregen overeenkomstig de wetgeving betreffende de bescherming van de betrokken soort, hetgeen, in het geval van de invoer uit derde landen van specimens van een in de bijlagen bij de Overeenkomst opgenomen soort inhoudt dat een conform de Overeenkomst door een bevoegde autoriteit van het land van uitvoer of wederuitvoer
12
NL
afgegeven uitvoervergunning, wederuitvoercertificaat of een kopie daarvan, dient te worden overgelegd; ii)
voor de afgifte van een invoervergunning voor de soorten die in bijlage A zijn opgenomen op grond van artikel 3, lid 1, onder a), is een dergelijk bewijsstuk evenwel niet vereist, maar de originele invoervergunning wordt pas aan de aanvrager overhandigd, nadat hij een uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat heeft voorgelegd;
c)
de bevoegde wetenschappelijke autoriteit heeft de zekerheid verkregen dat levende specimens op de plaats van bestemming zullen worden ondergebracht in ruimten die beschikken over adequate voorzieningen om de specimens in stand te houden en goed te verzorgen;
d)
de administratieve instantie heeft de zekerheid verkregen dat het specimen niet voor overwegend commerciële doeleinden gebruikt zal worden;
e)
de administratieve instantie heeft via overleg met de bevoegde wetenschappelijke autoriteit de zekerheid verkregen dat er geen andere argumenten in verband met de instandhouding van de soort pleiten tegen de afgifte van de invoervergunning; en
f)
in geval van aanvoer vanuit zee heeft de administratieve instantie de zekerheid verkregen dat levende specimens op een zodanige wijze voor vervoer worden gereedgemaakt en verzonden dat de risico's van verwonding, ziekte of ruwe behandeling worden voorkomen.
2. Specimens van in bijlage B genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht, een invoervergunning is voorgelegd die werd afgegeven door een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming. De invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6 opgelegde beperkingen en wanneer:
NL
a)
de bevoegde wetenschappelijke autoriteit, na onderzoek van de beschikbare gegevens en uitgaande van het advies van de wetenschappelijke studiegroep, oordeelt dat het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫, rekening houdend met het huidige of te verwachten niveau van de handel, geen nadelig effect zal hebben op de instandhouding of op de omvang van het verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort. Dit advies blijft geldig voor latere invoer, zolang de bovenvermelde elementen niet ingrijpend zijn gewijzigd;
b)
de aanvrager aan de hand van documenten staaft dat levende specimens op de plaats van bestemming zullen worden ondergebracht in ruimten die beschikken over adequate voorzieningen om de specimens in stand te houden en goed te verzorgen;
c)
aan de voorwaarden van lid 1, onder b), i), e) en f), is voldaan.
13
NL
3. Specimens van de in bijlage C genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht kennisgeving van invoer is gedaan, en: a)
de aanvrager, in geval van uitvoer uit een land dat met betrekking tot de betrokken soort in bijlage C is genoemd, door middel van een overeenkomstig de Overeenkomst door een daartoe bevoegde autoriteit van het betrokken land afgegeven uitvoervergunning staaft dat de specimens zijn verkregen in overeenstemming met de nationale wetgeving inzake de instandhouding van de betrokken soort; of
b)
de aanvrager, in geval van uitvoer uit een land dat niet met betrekking tot de betrokken soort in bijlage C is genoemd, of in geval van wederuitvoer uit welk land ook, een overeenkomstig de Overeenkomst door een bevoegde autoriteit van het land van uitvoer of wederuitvoer afgegeven uitvoervergunning, wederuitvoercertificaat of certificaat van oorsprong voorlegt.
4. Specimens van de in bijlage D genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht kennisgeving van invoer is gedaan. 5. De in lid 1, onder a) en d), en in lid 2, onder a), b) en c), genoemde voorwaarden voor de afgifte van een invoervergunning zijn niet van toepassing op specimens waarvoor de aanvrager aan de hand van een document bewijst: a)
dat zij voorheen langs legale weg in de ⌦ Unie ⌫ zijn binnengebracht of verworven en dat zij, al dan niet gewijzigd, opnieuw in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht; of
b)
dat het bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden werden verkregen.
398/2009 art. 1, punt. 1, a) (aangepast) nieuw 6. In overleg met de betrokken landen van herkomst kan de Commissie volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure en met inachtneming van de adviezen van de wetenschappelijke studiegroep kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen algemene — of bepaalde landen van herkomst betreffende — beperkingen opleggen ten aanzien van het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫:
338/97 (aangepast)
NL
a)
van specimens van in bijlage A genoemde soorten, op basis van de in lid 1, onder a), i), of e), genoemde voorwaarden;
b)
van specimens van in bijlage B genoemde soorten, op basis van de in lid 1, onder e), of lid 2, onder a), genoemde voorwaarden; en
14
NL
c)
van levende specimens van in bijlage B genoemde soorten die een grote sterfte tijdens het vervoer vertonen of waarvan vaststaat dat zij in gevangenschap een drastisch verlaagde levensverwachting hebben; of
d)
van levende specimens van soorten waarvan vaststaat dat introductie in het natuurlijk milieu van de ⌦ Unie ⌫ een ecologische bedreiging vormt voor inheemse in het wild levende dier- en plantensoorten van de ⌦ Unie ⌫.
nieuw De in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
338/97 (aangepast) De Commissie maakt elk kwartaal een lijst van de eventuele ⌦ overeenkomstig de eerste alinea opgelegde ⌫ beperkingen in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend.
398/2009 art. 1, punt. 1, b) (aangepast) nieuw 7. Indien bepaalde specimens, ⌦ nadat ⌫ zij in de ⌦ Unie zijn ⌫ binnengebracht, op schepen worden overgeladen, dan wel per vliegtuig of per spoor worden vervoerd, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot het toestaan van worden door de Commissie ontheffingen toegestaan op de in de leden 1 tot en met 4 ⌦ van dit artikel ⌫ bedoelde controle en voorlegging van invoerdocumenten in het douanekantoor aan de grens waar zij worden binnengebracht, zodat deze controle en voorlegging in een ander, overeenkomstig artikel 12, lid 1, aangewezen douanekantoor kunnen geschieden. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 (aangepast) Artikel 5 Uitvoer of wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫ 1. Specimens van de in bijlage A genoemde soorten mogen slechts uit de ⌦ Unie ⌫ uitgevoerd of wederuitgevoerd worden indien de nodige controles zijn verricht en vooraf bij het douanekantoor waar de uitvoerformaliteiten worden vervuld, een uitvoervergunning of
NL
15
NL
wederuitvoercertificaat is voorgelegd, dat is afgegeven door een administratieve instantie van de lidstaat waar de specimens zich bevinden. 2. Voor de in bijlage A genoemde specimens mag enkel een uitvoervergunning worden afgegeven indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a)
de bevoegde wetenschappelijke autoriteit heeft in een schriftelijk advies gesteld dat het vangen of verzamelen van de specimens of de uitvoer daarvan geen nadelig effect heeft op de instandhouding van de soort of op de omvang van het verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort;
b)
de aanvrager staaft aan de hand van documenten dat de specimens verkregen zijn overeenkomstig de vigerende wetgeving betreffende de bescherming van de betrokken soort; indien de aanvraag wordt ingediend bij een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst, kan zulks geschieden door middel van een certificaat waarin wordt verklaard dat het specimen aan zijn natuurlijk milieu is onttrokken overeenkomstig de vigerende wetgeving op zijn grondgebied;
c)
de administratieve instantie heeft de zekerheid verkregen dat: i)
levende specimens op een zodanige wijze voor vervoer gereed gemaakt en verzonden zullen worden dat de risico's van verwonding, ziekte of ruwe behandeling tot een minimum beperkt zijn; en
ii)
–
de specimens van soorten die niet in bijlage I bij de Overeenkomst zijn vermeld, niet voor overwegend commerciële doeleinden zullen worden gebruikt; of
–
in geval van uitvoer van specimens van de in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde soorten naar een Staat die partij is bij de Overeenkomst, een invoervergunning is afgegeven;
en d)
de administratieve instantie van de lidstaat heeft via overleg met de bevoegde wetenschappelijke autoriteit de zekerheid verkregen dat er geen andere argumenten in verband met de instandhouding van de soort pleiten tegen afgifte van de uitvoervergunning.
3. Een wederuitvoercertificaat mag enkel worden afgegeven indien is voldaan aan de in lid 2, onder c) en d), genoemde voorwaarden en de aanvrager aan de hand van documenten bewijst dat de specimens: a)
overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in de ⌦ Unie ⌫ werden binnengebracht; of
b)
overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3626/82 van de Raad11 in de ⌦ Unie ⌫ werden binnengebracht, indien dit plaatsvond vóór 3 maart 1997, of ⌦ overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 in de Unie
11
NL
PB L 384 van 31.12.1982, blz. 1.
16
NL
werden binnengebracht, indien dit plaatsvond vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening maar na 3 maart 1997; of ⌫ c)
in de internationale handel zijn gebracht overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst, indien het gaat om vóór 1984 in de ⌦ Unie ⌫ binnengebrachte specimens; of
d)
langs ⌦ legale ⌫ weg op het grondgebied van een lidstaat werden binnengebracht voordat de in de onder a) en b) bedoelde verordeningen of de Overeenkomst op die specimens, of in die lidstaat, van toepassing werden.
4. Specimens van de in de bijlagen B en C genoemde soorten mogen slechts uit de ⌦ Unie ⌫ worden uitgevoerd of wederuitgevoerd indien de nodige controles zijn verricht en vooraf bij het douanekantoor waar de uitvoerformaliteiten worden vervuld, een uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat is voorgelegd die/dat werd afgegeven door een administratieve instantie van de lidstaat waar de specimens zich bevinden. Een uitvoervergunning mag enkel worden afgegeven indien aan de in lid 2, onder a), b), c), i), en d), genoemde voorwaarden is voldaan. Een wederuitvoercertificaat mag enkel worden afgegeven indien is voldaan aan de in lid 2, onder c), i) en d), en in lid 3, onder a), b), c), en d), genoemde voorwaarden.
398/2009 art. 1, punt. 2, a) (aangepast) nieuw 5. Indien een aanvraag voor een wederuitvoercertificaat betrekking heeft op specimens die bij binnenkomst in de ⌦ Unie ⌫ vergezeld gingen van een door een andere lidstaat afgegeven invoervergunning, pleegt de administratieve instantie vooraf overleg met de administratieve instantie die de invoervergunning heeft afgegeven. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van de overlegprocedures en de gevallen waarin overleg vereist is. worden door de Commissie vastgesteld. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 6. De in lid 2, onder a) en c), ii), genoemde voorwaarden voor de afgifte van een uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat zijn niet van toepassing op: a)
NL
bewerkte specimens die meer dan 50 jaar geleden werden verkregen; of
17
NL
338/97 (aangepast) b)
dode specimens, delen daarvan en van deze specimens verkregen producten waarvoor de aanvrager aan de hand van documenten kan bewijzen dat zij langs legale weg zijn verkregen voordat de bepalingen van deze verordening, ⌦ van Verordening (EG) nr. 338/97, ⌫ van Verordening (EEG) nr. 3626/82 of van de Overeenkomst daarop van toepassing werden.
338/97 7. De bevoegde wetenschappelijke autoriteit van elke lidstaat controleert de door die lidstaat afgegeven uitvoervergunningen voor specimens van de in bijlage B opgenomen soorten alsmede de daadwerkelijke uitvoer van deze specimens. Zodra een wetenschappelijke autoriteit van oordeel is dat de uitvoer van specimens behorend tot een dergelijke soort beperkt dient te worden met het oog op de instandhouding van die soort in haar gehele areaal op een niveau waarop zij haar rol in het ecosysteem waarin ze voorkomt naar behoren kan vervullen, en ver boven het niveau waarop zij overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), of onder b), i), voor opneming in bijlage A in aanmerking zou komen, deelt de wetenschappelijke autoriteit de bevoegde administratieve instantie schriftelijk mee welke de gepaste maatregelen zijn die moeten worden genomen om de afgifte van uitvoervergunningen voor de specimens van deze soort te beperken.
398/2009 art. 1, punt 2, b) (aangepast) nieuw Wanneer een administratieve instantie van in de eerste alinea bedoelde maatregelen op de hoogte is gebracht, deelt zij die — tezamen met haar opmerkingen — mee aan de Commissie. De Commissie beveelt, indien nodig, door middel van uitvoeringshandelingen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure beveelt de Commissie eventueel uitvoerbeperkingen met betrekking tot de betrokken soort aan. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
338/97 Artikel 6 Afwijzing van aanvragen voor in de artikelen 4, 5 en 10 bedoelde vergunningen en certificaten 1. Wanneer een lidstaat een aanvraag voor een vergunning of certificaat afwijst en wanneer het in het licht van de doelstellingen van deze verordening gaat om een significant geval, stelt hij de Commissie daarvan onverwijld in kennis en deelt hij haar de redenen van zijn afwijzing mee.
NL
18
NL
2. Met het oog op de eenvormige toepassing van deze verordening deelt de Commissie aan de andere lidstaten de informatie mee die zij overeenkomstig lid 1 heeft verkregen. 3. Wanneer een vergunning of certificaat wordt aangevraagd voor specimens waarvoor eerder een dergelijke aanvraag werd afgewezen, dient de aanvrager de bevoegde instantie waarbij de aanvraag wordt ingediend van deze vroegere afwijzing op de hoogte te brengen. 4. De lidstaten erkennen de afwijzing van aanvragen door de bevoegde instanties van de andere lidstaten wanneer deze op bepalingen van de onderhavige verordening gebaseerd zijn. De eerste alinea is evenwel niet van toepassing indien de omstandigheden fundamenteel gewijzigd zijn of indien een aanvraag stoelt op nieuwe documenten. Indien een administratieve instantie in dergelijke gevallen een vergunning of certificaat afgeeft, brengt zij de Commissie van deze afgifte en van de redenen daarvoor op de hoogte.
338/97 nieuw Artikel 7 Afwijkingen 1.
In gevangenschap geboren en gefokte of kunstmatig gekweekte specimens Met uitzondering van de toepassing van artikel 8 zijn op specimens van de in bijlage A genoemde soorten die in gevangenschap zijn geboren en gefokt of kunstmatig zijn gekweekt, de bepalingen van toepassing die gelden voor specimens van in bijlage B genoemde soorten. Voor kunstmatig gekweekte planten kan van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 worden afgeweken onder bijzondere welbepaalde, door de Commissie vast te stellen voorwaarden.
398/2009 art. 1, punt 3, a) (aangepast) nieuw De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot: a)
de criteria aan de hand waarvan moet worden uitgemaakt of een specimen in gevangenschap geboren en gefokt of kunstmatig gekweekt is en of dit al dan niet voor handelsdoeleinden gebeurde;
b)
de in de tweede alinea van dit lid bedoelde bijzondere voorwaarden inzake: i)
NL
het gebruik van fytosanitaire certificaten;
19
NL
ii)
de transacties van ingeschreven handelaren en van de in lid 4 van dit artikel bedoelde wetenschappelijke instellingen; en
iii)
de handel in hybride specimens.
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 (aangepast) 2.
Doorvoer In afwijking van artikel 4 zijn, indien een specimen via de ⌦ Unie ⌫ wordt doorgevoerd, de controle en de overlegging van de voorgeschreven vergunningen, certificaten en kennisgevingen in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht, niet vereist. In het geval van soorten die overeenkomstig artikel 3, lid 1 en lid 2, onder a) en b), in de bijlagen zijn opgenomen, is de in de eerste alinea van dit lid bedoelde afwijking alleen van toepassing indien een geldig document voor uitvoer of wederuitvoer zoals in de Overeenkomst is bepaald, dat overeenkomt met de specimens waarvoor het als begeleidend document dient, en waarin de bestemming van het specimen nader wordt vermeld, is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer of wederuitvoer.
398/2009 art. 1, punt 3, b) nieuw Indien het in de tweede alinea bedoelde document niet vóór de uitvoer of wederuitvoer is afgegeven, moet het specimen in beslag worden genomen en kan het in voorkomend geval verbeurd worden verklaard, tenzij het document achteraf toch wordt overgelegd onder de bijzondere door de Commissie vastgestelde voorwaarden. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
nieuw De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de bijzondere voorwaarden voor het achteraf overleggen van een document voor uitvoer of wederuitvoer.
NL
20
NL
398/2009 art. 1, punt 3, c) (aangepast) nieuw 3.
Persoonlijke bezittingen en huisraad In afwijking van de artikelen 4 en 5 zijn de daarin vervatte bepalingen niet van toepassing op dode specimens, delen daarvan of daaruit verkregen producten van soorten genoemd in de bijlagen A tot en met D die vallen onder persoonlijke bezittingen of huisraad die in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht dan wel uit de ⌦ Unie ⌫ worden uitgevoerd of wederuitgevoerd, in overeenstemming met bijzondere bepalingen. die door de Commissie worden vastgesteld. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
nieuw De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de bijzondere bepalingen betreffende de binnenbrenging, uitvoer of wederuitvoer van persoonlijke bezittingen of huisraad.
398/2009 art. 1, punt 3, c) (aangepast) 4.
Wetenschappelijke instellingen De in de artikelen 4, 5, 8 en 9 bedoelde documenten behoeven niet te worden overgelegd wanneer het gaat om uitlening, schenking of uitwisseling voor niet-commerciële doeleinden tussen wetenschappers en wetenschappelijke instellingen die door een administratieve instantie van de staat waarin zij zijn gevestigd, zijn ingeschreven, van specimens uit herbaria en van andere geconserveerde gedroogde of ingesloten specimens uit musea en van levende planten die voorzien zijn van een etiket waarvan het model wordt vastgesteld ⌦ overeenkomstig de tweede alinea van dit lid ⌫ volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure of van een gelijksoortig etiket, afgegeven of goedgekeurd door een administratieve instantie van een derde land.
nieuw De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een model vast voor een etiket voor levende planten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
NL
21
NL
338/97 (aangepast) Artikel 8 Bepalingen betreffende de controle op handelsactiviteiten 1. De aankoop, het te koop vragen, de verwerving voor commerciële doeleinden, het tentoonstellen voor commerciële doeleinden, het gebruik met winstoogmerk en het verkopen, het in bezit hebben met het oog op verkoop, het ten verkoop aanbieden of het vervoeren met het oog op verkoop van specimens van de in bijlage A genoemde soorten, is verboden. 2. De lidstaten kunnen het in bezit hebben van specimens, met name van tot de in bijlage A genoemde soorten behorende levende dieren, verbieden. 3. In overeenstemming met de voorschriften van andere wetgeving ⌦ van de Unie ⌫ betreffende de instandhouding van wilde fauna en flora kan per geval ontheffing van de in lid 1 genoemde verbodsbepalingen worden verleend door afgifte van een daartoe strekkend certificaat door een administratieve instantie van de lidstaat waarin de specimens zich bevinden, indien de specimens: a)
werden verkregen of ⌦ in de Unie ⌫ werden binnengebracht voordat de bepalingen betreffende de soorten als genoemd in bijlage I bij de Overeenkomst of in bijlage C 1 bij Verordening (EEG) nr. 3626/82 of in bijlage A bij ⌦ Verordening (EG) nr. 338/97 of bij ⌫ de onderhavige verordening, van toepassing werden op die specimens; of
b)
bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden zijn verkregen; of
c)
in de ⌦ Unie ⌫ werden binnengebracht overeenkomstig de bepalingen van ⌦ Verordening (EG) nr. 338/97 of van ⌫ deze verordening en bestemd zijn om te worden gebruikt voor doeleinden die het voortbestaan van de betrokken soort niet nadelig beïnvloeden; of
338/97 d)
in gevangenschap geboren en gefokte specimens zijn van een diersoort of kunstmatig gekweekte specimens van een plantensoort of een deel van zo'n dier of zo'n plant zijn of daaruit zijn verkregen; of
e)
onder bijzondere omstandigheden en met naleving van Richtlijn 86/609/EEG van de Raad12 nodig zijn met het oog op de vooruitgang van de wetenschap of voor belangrijke biomedische doeleinden indien de betrokken soort de enige blijkt te zijn die daarvoor geschikt is, en geen in gevangenschap geboren en gefokte specimens van die soort beschikbaar zijn; of
12
NL
PB L 358 van 18.12.1986, blz. 1.
22
NL
f)
bestemd zijn voor fok- of kweekdoeleinden en dientengevolge zullen bijdragen tot de instandhouding van de betrokken soorten; of
g)
bestemd zijn voor onderzoek of onderwijs dat de bescherming of de instandhouding van de soort op het oog heeft; of
h)
van oorsprong zijn uit een lidstaat en overeenkomstig de in die lidstaat geldende wetgeving aan hun natuurlijk milieu werden onttrokken.
398/2009 art. 1, punt 4 (aangepast) nieuw 4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot kan, algemene afwijkingen van de verbodsbepalingen van lid 1 van dit artikel, ⌦ op basis van de voorwaarden van lid 3 ⌫ vaststellen, alsmede algemene ⌦ afwijkingen ⌫ met betrekking tot de soorten die overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), ii), in bijlage A zijn opgenomen. Dergelijke afwijkingen moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van andere wetgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake de instandhouding van wilde fauna en flora. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 (aangepast) 5. De in lid 1 genoemde verbodsbepalingen gelden ook voor specimens van de soorten genoemd in bijlage B, behalve indien ten genoegen van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat is aangetoond dat die specimens verkregen werden en, indien zij niet uit de ⌦ Unie ⌫ afkomstig zijn, daarin werden binnengebracht overeenkomstig de geldende wetgeving inzake de instandhouding van de wilde flora en fauna. 6. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen de specimens van de in de bijlagen B, C en D genoemde soorten die zij uit hoofde van deze verordening verbeurd hebben verklaard, verkopen op voorwaarde dat zij op deze wijze niet rechtstreeks terugkeren naar de natuurlijke of rechtspersoon waarvan zij in beslag werden genomen of die medeschuldig aan de inbreuk is. Deze specimens kunnen dan voor alle doeleinden worden gebruikt alsof zij legaal waren verworven. Artikel 9 Vervoer van levende specimens 1. Voor elk vervoer binnen de ⌦ Unie ⌫ van een levend specimen van een soort opgenomen in bijlage A van de plaats die vermeld wordt op de invoervergunning of op een certificaat dat in overeenstemming met deze verordening is afgegeven, is de voorafgaande toestemming vereist van een administratieve instantie van de lidstaat waarin het specimen zich bevindt. In de overige gevallen van vervoer moet de persoon die verantwoordelijk is voor
NL
23
NL
het vervoer in voorkomend geval het bewijs van de wettelijke oorsprong van het specimen kunnen leveren. 2. Toestemming wordt: a)
alleen verleend wanneer de bevoegde wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat of — indien het vervoer naar een andere lidstaat plaatsvindt — wanneer de bevoegde wetenschappelijke autoriteit van deze laatste zich ervan heeft vergewist dat de geplande accommodatie op de plaats van bestemming van een levend specimen voldoende is uitgerust om het in stand te houden en goed te verzorgen;
b)
bevestigd door afgifte van een certificaat; en
c)
indien van toepassing, onmiddellijk meegedeeld aan een administratieve instantie van de lidstaat waarnaar het specimen zal worden verzonden.
3. Deze toestemming is evenwel niet vereist indien een levend dier voor een urgente veterinaire behandeling moet worden vervoerd en daarna rechtstreeks wordt teruggebracht naar de plaats waar het zich mag bevinden. 4. Indien een levend specimen van een soort genoemd in bijlage B binnen de ⌦ Unie ⌫ wordt vervoerd, mag degene die het specimen in zijn bezit heeft, hiervan uitsluitend afstand doen indien de toekomstige ontvanger voldoende is ingelicht over het onderbrengen, de uitrusting en de handelingen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het specimen op gepaste wijze zal worden behandeld. 5. Indien levende specimens vervoerd worden naar, uit of binnen de ⌦ Unie ⌫, of bij doorvoer of overlading op een bepaalde plaats worden gehouden, dienen zij op een zodanige wijze te worden gereedgemaakt, vervoerd en verzorgd dat risico's van verwondingen, ziekte en ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt en dit, indien het om dieren gaat, in overeenstemming met de regelgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake de bescherming van dieren gedurende het vervoer.
398/2009 art. 1, punt 5 (aangepast) nieuw 6. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot kan beperkingen opleggen ten aanzien van het in het bezit hebben of vervoer van levende specimens van soorten waarvoor overeenkomstig artikel 4, lid 6, beperkingen inzake het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ zijn vastgesteld. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
NL
24
NL
338/97 Artikel 10 Af te geven certificaten Wanneer zij van de betrokkene een van de nodige bewijsstukken vergezelde aanvraag ontvangt en wanneer is voldaan aan de voorwaarden inzake afgifte, kan een administratieve instantie van een lidstaat een certificaat afgeven voor de doeleinden van artikel 5, lid 2, onder b), artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 2, onder b). Artikel 11 Geldigheid van en speciale voorwaarden met betrekking tot vergunningen en certificaten
338/97 (aangepast) 1. Onverminderd strengere maatregelen die de lidstaten kunnen aannemen of handhaven zijn vergunningen en certificaten die overeenkomstig deze verordening door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten zijn verstrekt, in de hele ⌦ Unie ⌫ geldig. 2. Elke vergunning of elk certificaat, alsmede elke vergunning of elk certificaat die/dat op basis daarvan werd afgegeven, wordt als nietig beschouwd indien door een bevoegde autoriteit of door de Commissie in overleg met de bevoegde autoriteit die de vergunning of het certificaat heeft ⌦ afgegeven ⌫ , wordt bewezen dat dit is geschied aan de hand van de foute veronderstelling dat aan de voorwaarden voor afgifte was voldaan. Specimens die zich bevinden op het grondgebied van een lidstaat en waarvoor dat soort documenten werd opgemaakt, worden in beslag genomen door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat en kunnen verbeurd worden verklaard. 3. Aan elke vergunning of elk certificaat dat overeenkomstig deze verordening door een autoriteit werd afgegeven, kunnen voorwaarden en vereisten worden verbonden die door die autoriteit zijn opgelegd om te garanderen dat aan de bepalingen daarvan wordt voldaan. Indien dergelijke voorwaarden als vereisten als standaardformulering in vergunningen of certificaten dienen te worden opgenomen, stellen de lidstaten de Commissie daarvan in kennis. 4. Elke invoervergunning die is afgegeven op basis van een kopie van de overeenkomstige uitvoervergunning, respectievelijk het overeenkomstige wederuitvoercertificaat, is alleen geldig voor het binnenbrengen van specimens in de ⌦ Unie ⌫ indien zij vergezeld gaat van het originele exemplaar van de uitvoervergunning, respectievelijk van het uitvoercertificaat.
NL
25
NL
398/2009 art. 1, punt 6 (aangepast) nieuw 5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot stelt de termijnen voor de afgifte van vergunningen en certificaten vast. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 (aangepast) Artikel 12 Plaats van binnenkomst en uitvoer 1. De lidstaten wijzen de douanekantoren aan waar de controles en formaliteiten worden vervuld voor het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫, ten behoeve van het verlenen van een douanebestemming overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92, en voor de uitvoer uit de ⌦ Unie ⌫ van specimens van onder deze verordening vallende soorten; zij geven tevens aan welke douanekantoren speciaal voor levende specimens zijn bestemd. 2. Alle krachtens lid 1 aangewezen kantoren worden voorzien van voldoende en deskundig personeel. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate accommodatievoorzieningen beschikbaar zijn, overeenkomstig de bepalingen van de relevante wetgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake het vervoer en het onderbrengen van levende dieren en, wanneer zulks nodig is, dat adequate voorzieningen voor levende planten worden getroffen. 3. Alle overeenkomstig lid 1 aangewezen kantoren worden meegedeeld aan de Commissie, die de lijst ervan publiceert in het Publicatieblad van de Europese Unie.
398/2009 art. 1, punt 7 (aangepast) nieuw 4. In uitzonderlijke gevallen en overeenkomstig bijzondere de door de Commissie vastgestelde criteria kan een administratieve instantie toestemming geven om de betrokken specimens via een ander douanekantoor dan die welke overeenkomstig lid 1 zijn aangewezen, in de ⌦ Unie ⌫ binnen te brengen, c.q. daaruit uit te voeren of weder uit te voeren. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële elementen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
NL
26
NL
nieuw De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de bijzondere criteria aan de hand waarvan toestemming voor de binnenbrenging, uitvoer of wederuitvoer via een ander douanekantoor kan worden gegeven.
338/97 nieuw 5. De lidstaten zorgen ervoor dat het publiek bij de grenspost wordt geïnformeerd over de toepassingsbepalingen van krachtens deze verordening vastgestelde bepalingen . Artikel 13 Administratieve instanties, wetenschappelijke autoriteiten en andere bevoegde instanties 1. Iedere lidstaat wijst een administratieve hoofdinstantie aan die belast wordt met de uitvoering van deze verordening en de contacten met de Commissie. Iedere lidstaat kan tevens nog meer administratieve instanties en andere bevoegde instanties aanwijzen die bijstand verlenen bij de uitvoering, in welk geval de administratieve hoofdinstantie ervoor verantwoordelijk is dat de instanties die assistentie verlenen alle informatie krijgen die voor een correcte toepassing van deze verordening nodig is. 2. Iedere lidstaat wijst een of meer wetenschappelijke autoriteiten aan die over de nodige kwalificaties beschikken en andere taken hebben dan die van de aangewezen administratieve instanties.
338/97 (aangepast) 3. Uiterlijk ⌦ op 3 maart 1997 ⌫ delen de lidstaten aan de Commissie de namen en adressen mee van de administratieve instanties, de wetenschappelijke autoriteiten en andere autoriteiten die bevoegd zijn om vergunningen en certificaten af te geven; deze informatie wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
338/97 Iedere in lid 1, eerste alinea, bedoelde administratieve instantie deelt op verzoek van de Commissie binnen twee maanden de namen en voorbeelden van handtekeningen mee van personen die gemachtigd zijn om vergunningen of certificaten te ondertekenen, alsmede stempelafdrukken, zegels of andere merken die gebruikt worden om vergunningen of certificaten te legaliseren. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke verandering in de reeds verstrekte informatie, en zulks niet later dan twee maanden nadat een wijziging is doorgevoerd.
NL
27
NL
Artikel 14 Controle op de uitvoering en onderzoek naar inbreuken 1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zien toe op de naleving van de bepalingen van deze verordening. Indien de bevoegde autoriteiten op een bepaald ogenblik redenen hebben om te geloven dat deze bepalingen niet worden nageleefd, nemen zij de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden nageleefd of om een rechtsvordering in te stellen. De lidstaten delen de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst, wat betreft de in de bijlagen bij de Overeenkomst vermelde soorten, alle maatregelen mee die de bevoegde autoriteiten ten aanzien van significante overtredingen van deze verordening hebben genomen, waaronder inbeslagname en verbeurdverklaring. 2. De Commissie vestigt de aandacht van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op de zaken waarvoor zij een onderzoek in het kader van deze verordening noodzakelijk acht. De lidstaten delen de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst, wat betreft de in de bijlagen bij de Overeenkomst vermelde soorten, het resultaat van alle daaropvolgende onderzoeken mee. 3. Er wordt een Toezichtsgroep opgericht, bestaande uit de vertegenwoordigers van de autoriteiten van iedere lidstaat, die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze verordening. De Groep wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie. De Toezichtsgroep bestudeert ieder technisch vraagstuk betreffende de tenuitvoerlegging van deze verordening dat de voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van de leden van de Groep of het comité aan de orde stelt. De Commissie deelt de in de Toezichtsgroep geuite opvattingen mee aan het comité. Artikel 15 Verstrekken van informatie 1. De lidstaten en de Commissie verstrekken elkaar de nodige informatie voor de uitvoering van deze verordening.
NL
28
NL
338/97 nieuw De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat de nodige maatregelen worden genomen om het publiek bewust te maken van en te informeren over de toepassingsbepalingen van de Overeenkomst en van deze verordening, en van de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringsmaatregelen daarvan.
338/97 2. De Commissie onderhoudt contacten met het secretariaat van de Overeenkomst om ervoor te zorgen dat de Overeenkomst doeltreffend ten uitvoer wordt gelegd op het grondgebied waarop deze verordening van toepassing is. 3. De Commissie deelt adviezen van de wetenschappelijke studiegroep onmiddellijk mee aan de administratieve instanties van de betrokken lidstaten.
338/97 (aangepast) 1 398/2009 art. 1, punt 8, a), i) 2 398/2009 art. 1, punt 8, a), ii) nieuw 4. De administratieve instanties van de lidstaten delen de Commissie elk jaar vóór 15 juni alle informatie mee betreffende het voorafgaande jaar die nodig is om de in artikel VIII, lid 7, onderdeel a) van de Overeenkomst bedoelde rapporten op te stellen, alsmede gelijkwaardige informatie over de internationale handel in alle specimens van de in de bijlagen A, B en C genoemde soorten en over het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ van specimens van de in bijlage D genoemde soorten. Commissie bepaalt door middel van 1 De uivoeringshandelingen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure welke informatie moet worden verstrekt en in welke vorm dat dient te geschieden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Op basis van de in de eerste alinea bedoelde informatie publiceert de Commissie jaarlijks vóór 31 oktober een statistisch verslag over het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ en de uitvoer en wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫ van de specimens van de soorten waarop deze verordening van toepassing is, en verstrekt zij het secretariaat van de Overeenkomst de informatie over de onder de Overeenkomst vallende soorten. Onverminderd artikel 22 verstrekken de administratieve instanties van de lidstaten de Commissie om het andere jaar vóór 15 juni, en wel voor de eerste maal in 1999, alle informatie betreffende de voorgaande twee jaar die vereist is voor het opstellen van de in artikel VIII, lid 7, onderdeel b), van de Overeenkomst bedoelde rapporten benevens gelijkwaardige informatie over de bepalingen van deze verordening die buiten het toepassingsgebied van de Overeenkomst vallen. 2 De Commissie bepaalt door middel van uivoeringshandelingen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure welke informatie moet worden verstrekt en in welke vorm dat dient te geschieden. Die
NL
29
NL
uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Op basis van de in de derde alinea bedoelde informatie stelt de Commissie om het andere jaar vóór 31 oktober, en wel voor de eerste maal in 1999, een rapport op over de uitvoering en handhaving van deze verordening.
398/2009 art. 1, punt 8, b) nieuw 5. Met het oog op de wijzigingen van de bijlagen delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de Commissie alle relevante informatie mee. Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure bepaalt De Commissie bepaalt door middel van uivoeringshandelingen welke informatie vereist is. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
338/97 (aangepast) 1 Rectificatie 338/97 (PB 298 van 1.11.1997, blz. 70) 6. 1 Onverminderd Richtlijn ⌦ 2003/4/EG van het Europees Parlement en van de Raad ⌫ 13 neemt de Commissie de nodige maatregelen om te waarborgen dat de informatie die ⌦ uit hoofde van ⌫ de toepassing van deze verordening is verkregen, vertrouwelijk wordt behandeld. Artikel 16 Sancties 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om er ten minste voor te zorgen dat sancties worden opgelegd indien op de bepalingen van deze verordening de volgende inbreuken worden gemaakt: a)
binnenbrengen in of uitvoeren dan wel wederuitvoeren uit de ⌦ Unie ⌫ van specimens zonder de passende vergunning of het passende certificaat, of met een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel een vergunning of certificaat waarin wijzigingen zijn aangebracht zonder toestemming van de autoriteit die deze heeft afgegeven;
b)
niet voldoen aan de bepalingen die op een overeenkomstig deze verordening afgegeven vergunning of certificaat zijn vermeld;
c)
afleggen van een valse verklaring of het bewust verstrekken van verkeerde informatie om zodoende een vergunning of een certificaat te kunnen verkrijgen;
13
NL
PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.
30
NL
d)
gebruik van een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel van een vergunning of certificaat waarin zonder toestemming wijzigingen zijn aangebracht, met de bedoeling om een vergunning of certificaat ⌦ van de Unie ⌫ te verkrijgen dan wel met het oog op een ander officieel doel dat met deze verordening in verband staat;
e)
niet of niet naar waarheid kennisgeven van invoer;
f)
vervoer van levende specimens die niet op zodanige wijze zijn gereedgemaakt dat risico's van verwondingen, ziekte of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt;
g)
ander gebruik van de specimens van soorten genoemd in bijlage A dan dat waarvoor bij afgifte van de invoervergunning of daarna toestemming werd verleend;
h)
handel in kunstmatig gekweekte planten in strijd met de overeenkomstig artikel 7, lid 1, tweede alinea, vastgestelde bepalingen;
i)
vervoer van specimens naar of uit de ⌦ Unie ⌫ of doorvoer via de ⌦ Unie ⌫ zonder dat er in overeenstemming met deze verordening of, in het geval van uitvoer of wederuitvoer uit een derde land dat partij is bij de Overeenkomst, in overeenstemming met die Overeenkomst, een passende vergunning of passend certificaat is afgegeven, of een bevredigend bewijs van het bestaan daarvan geleverd is;
j)
in strijd met artikel 8 aankopen, te koop vragen, verwerven voor commerciële doeleinden, gebruiken voor commerciële doeleinden, ten toon stellen voor commerciële doeleinden, verkopen, in bezit hebben met het oog op verkoop, ten verkoop aanbieden of vervoeren met het oog op verkoop van specimens;
k)
gebruiken van een vergunning of certificaat voor een ander specimen dan dat waarvoor de vergunning of het certificaat werd afgegeven;
l)
vervalsen of wijzigen van een overeenkomstig deze verordening afgegeven vergunning of certificaat;
m)
verzwijgen van het feit dat een aanvraag voor een vergunning of certificaat werd afgewezen ⌦ , in de zin van artikel 6, lid 3 ⌫.
2. De in lid 1 bedoelde maatregelen staan in een passende verhouding tot de aard en de ernst van de inbreuk en bevatten onder meer voorzieningen met betrekking tot de inbeslagname en, in voorkomend geval, verbeurdverklaring van de specimens. 3. Indien een specimen verbeurd wordt verklaard, wordt het toevertrouwd aan een bevoegde autoriteit van de lidstaat die tot verbeurdverklaring is overgegaan, die: a)
NL
na overleg met een wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat, het specimen ergens onderbrengt of het van de hand doet op een manier die zij geschikt en verenigbaar acht met de doelstellingen en bepalingen van de onderhavige verordening; en
31
NL
b)
in het geval van een levend specimen dat in de ⌦ Unie ⌫ is binnengebracht, na overleg met het land van uitvoer, dat specimen op kosten van degene die veroordeeld is, naar dat land kan terugsturen.
4. Indien een levend specimen van een soort genoemd in bijlage B of C op een bepaalde plaats ⌦ in de Unie ⌫ wordt binnengebracht zonder de/het passende geldige vergunning of certificaat, moet het specimen in beslag worden genomen en kan het verbeurd worden verklaard of kunnen, indien de geadresseerde het specimen weigert te accepteren, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin deze plaats van binnenkomst gelegen is, zo nodig de zending weigeren en van de vervoerder eisen dat hij het specimen naar de plaats van vertrek terugzendt. Artikel 17 De wetenschappelijke studiegroep 1. Er wordt een wetenschappelijke studiegroep opgericht bestaande uit de vertegenwoordigers van de wetenschappelijke autoriteit(en) van de verschillende lidstaten, en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie. 2. De wetenschappelijke studiegroep onderzoekt alle wetenschappelijke vraagstukken met betrekking tot de uitvoering van deze verordening — met name die inzake artikel 4, lid 1, onder a), lid 2, onder a), en lid 6 — die door haar voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de leden van de groep of van het comité, aan de orde worden gesteld. 3. De Commissie deelt de adviezen van de wetenschappelijke studiegroep aan het comité mee.
398/2009 art. 1, punt 10 (aangepast) nieuw Artikel 18 ⌦ Bijkomende gedelegeerde bevoegdheden ⌫ 1. Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure neemt de Commissie de maatregelen aan bedoeld in artikel 4, lid 6, artikel 5, lid 7, onder b), artikel 7, lid 4, artikel 15, lid 4, eerste en derde alinea, artikel 15, lid 5, en artikel 21, lid 3. 2. De Commissie neemt de maatregelen aan bedoeld in artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, lid 1, derde alinea, lid 2, derde alinea, en lid 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, en artikel 12, lid 4. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
NL
32
NL
1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot uniforme bepalingen en criteria voor: a)
de afgifte, de geldigheid en het gebruik van de documenten bedoeld in artikel 4, artikel 5, artikel 7, lid 4, en artikel 10;
b)
het gebruik van de in artikel 7, lid 1, tweede alinea, onder a), bedoelde fytosanitaire certificaten;
c)
het opstellen, wanneer zulks nodig is, van procedures voor het merken van specimens als hulpmiddel bij de identificatie ervan en ter naleving van deze verordening.
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. 2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 zo nodig gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot aanvullende maatregelen om de resoluties van de conferentie van de partijen bij de overeenkomst, besluiten of aanbevelingen van het Permanent Comité van de overeenkomst en aanbevelingen van het secretariaat van de overeenkomst ten uitvoer te leggen. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. 3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter wijziging van de bijlagen A tot en met D, met uitzondering van de wijzigingen van bijlage A die niet uit de besluiten van de conferentie van de partijen bij de overeenkomst voortvloeien. Die maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Artikel 19 ⌦ Bijkomende uitvoeringsbevoegdheden ⌫ 1. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het model van de in artikel 4, artikel 5, artikel 7, lid 4, en artikel 10 bedoelde documenten vast volgens de in artikel 18. lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
nieuw 2. De Commissie schrijft door middel van uitvoeringshandelingen een formulier voor het doen van de kennisgeving van invoer voor. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
NL
33
NL
Artikel 20 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18, leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [de datum van inwerkingtreding van de basishandeling of een andere door de wetgever vastgestelde datum]. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18, leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 5.Een overeenkomstig artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18, leden 1, 2 en 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van [twee maanden] na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met [twee maanden] verlengd.
1882/2003 art. 3 en bijlage III, punt 66 (aangepast) Artikel 21 ⌦ Comitéprocedure ⌫ 1. De Commissie wordt bijgestaan door ⌦ een comité genaamd het comité voor de handel in wilde dier- en plantensoorten. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. ⌫ 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. Voor de taken waarvoor het comité krachtens artikel 19 bevoegd is, worden de
NL
34
NL
voorgestelde maatregelen, indien de Raad na verloop van een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, door de Commissie vastgesteld.
398/2009 art. 1, punt 9, a) 3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
398/2009 art. 1, punt 9, b) 4. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 5 ter, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijnen worden vastgesteld op respectievelijk één maand, één maand en twee maanden.
nieuw 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
338/97 Artikel 22 Slotbepalingen Elke lidstaat stelt de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst in kennis van de specifieke bepalingen die hij met het oog op de uitvoering van deze verordening treft, en van alle rechtsinstrumenten die worden aangewend en de maatregelen die zijn genomen om deze ten uitvoer te leggen en toe te passen. De Commissie stelt de overige lidstaten daarvan in kennis.
NL
35
NL
Artikel 23 Intrekking Verordening (EG) nr. 338/97 wordt ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
338/97 (aangepast) Artikel 24 ⌦ Inwerkingtreding ⌫ Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement De voorzitter
NL
Voor de Raad De voorzitter
36
NL
101/2012 art. 1 en bijlage „BIJLAGE I Opmerkingen over de interpretatie van de bijlagen A, B, C en D 1.
a)
met de naam van de soort, of
b)
met de verzamelnaam der soorten die behoren tot een hoger taxon of een aangegeven deel daarvan.
2.
De afkorting „spp.” dient ter aanduiding van alle soorten van een hoger taxon.
3.
Andere verwijzingen naar taxa van een hogere categorie dan de soort worden uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven.
4.
Vetgedrukte soorten in bijlage A zijn daarin opgenomen overeenkomstig hun bescherming uit hoofde van Richtlijn 2009/147/EG van de Raad14 of Richtlijn 92/43/EEG van de Raad15.
5.
De volgende afkortingen worden gebruikt ter aanduiding van subspecifieke plantentaxa: a)
„ssp.” ter aanduiding van een ondersoort (subspecies);
b)
„var.” ter aanduiding van een variëteit (varietas); en
c)
„fa.” ter aanduiding van een vorm (forma).
6.
De tekens „(I)”, „(II)” en „(III)” achter de naam van een soort of hoger taxon verwijzen naar de bijlagen bij de overeenkomst waarin de betrokken soorten zijn opgenomen, zoals aangegeven in de opmerkingen 7 tot en met 9. Indien geen van deze tekens is aangebracht, zijn de betrokken soorten niet in de bijlagen bij de overeenkomst opgenomen.
7.
(I) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage I bij de overeenkomst.
8.
(II) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage II bij de overeenkomst.
9.
(III) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage III bij de Overeenkomst. In dat geval wordt tevens het land aangegeven met betrekking waartoe de soort of het hogere taxon in bijlage III is opgenomen.
14 15
NL
De in de bijlagen A, B, C en D opgenomen soorten worden aangeduid:
PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7. PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.
37
NL
10.
Onder „cultivar” wordt, overeenkomstig de definitie in de 8e editie van de International Code of Nomenclature for Cultivated Plants, een verzameling planten verstaan die (a) geselecteerd is op een bepaald kenmerk of een bepaalde combinatie van kenmerken, (b) wat deze kenmerken betreft onderscheidbaar, uniform en stabiel is, en (c) bij toepassing van passende vermeerderingsmethoden deze kenmerken behoudt. Een nieuw cultivar-taxon kan pas als zodanig worden aangemerkt nadat de categorienaam en de omschrijving ervan officieel zijn gepubliceerd in de nieuwste editie van de International Code of Nomenclature for Cultivated Plants.
11.
Hybriden kunnen uitdrukkelijk in de bijlagen worden opgenomen, doch uitsluitend indien zij in de vrije natuur onderscheidbare, stabiele populaties vormen. Op hybride dieren die in de laatste vier vooroudergeneraties van de lijn één of meer specimens van enige in bijlage A of B opgenomen soort tellen, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing alsof zij tot die soort zelf behoorden, zelfs indien de betrokken hybride niet uitdrukkelijk in de bijlage(n) is opgenomen.
12.
Wanneer een soort in bijlage A, B of C is opgenomen, zijn ook alle delen en producten van die soort in dezelfde bijlage opgenomen, tenzij voor die soort door middel van een annotatie is aangegeven dat alleen specifieke delen en producten daarin zijn opgenomen. Conform artikel 2, onder t), van deze verordening dient het teken „#”, gevolgd door een cijfer, achter de naam van een in bijlage B of C opgenomen soort of hoger taxon om delen of producten te omschrijven die in dit verband ter fine van de verordening zijn vermeld, als volgt: #1
#2
#3
NL
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van: a)
zaden, sporen en pollen (met inbegrip van pollinia);
b)
in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd;
c)
afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten; en
d)
vruchten en delen en producten daarvan van kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla.
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van: a)
zaden en pollen; en
b)
verpakte eindproducten detailhandel.
die
zijn
klaargemaakt
voor
de
Ter omschrijving van complete en versneden wortels en delen van wortels.
38
NL
#4
NL
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van: a)
zaden (met inbegrip van zaadhulsels van Orchidaceae), sporen en pollen (met inbegrip van pollinia). De uitzondering is niet van toepassing op uit Mexico uitgevoerde zaden van Cacataceae spp. en op uit Madagascar uitgevoerde zaden van Beccariophoenix madagascariensis en Neodypsis decaryi;
b)
in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd;
c)
afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten;
d)
vruchten en delen en producten daarvan van verwilderde of kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla (Orchidaceae) en van de familie Cactaceae;
e)
stengels, bloemen en delen en producten daarvan van verwilderde of kunstmatig gekweekte planten van de geslachten Opuntia subgenus Opuntia en Selenicereus (Cactaceae); en
f)
verpakte eindproducten van Euphorbia antisyphilitica die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.
#5
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer.
#6
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer en gelaagd/geplakt hout.
#7
Ter omschrijving van stammen of blokken, houtspanen, poeders en extracten.
#8
Ter omschrijving van ondergrondse delen (d.w.z. wortels, wortelstokken): compleet, in stukken of in poedervorm.
#9
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van die waarop een etiket is aangebracht met de vermelding „Produced from Hoodia spp. material obtained through controlled harvesting and production in collaboration with the CITES Management Authorities of Botswana/Namibia/South Africa under agreement no. BW/NA/ZA xxxxxx”.
#10
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer, met inbegrip van niet-afgewerkte houten artikelen bestemd voor de fabricage van strijkstokken voor muziekinstrumenten.
#11
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer, gelaagd/geplakt hout, poeders en extracten.
#12
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer, gelaagd/geplakt hout en essentiële oliën, met uitzondering van verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.
#13
Ter omschrijving van de zaadkern (ook „endosperm”, „kokosvlees” of „kopra” genoemd) en alle daarvan afgeleide producten.
39
NL
13.
Aangezien voor geen van de in bijlage A opgenomen plantensoorten of hogere plantentaxa door middel van een annotatie is aangegeven dat op hybriden daarvan artikel 4, lid 1, van de verordening van toepassing is, betekent dit dat kunstmatig gekweekte hybriden van een of meer van deze soorten of taxa verhandeld mogen worden met een certificaat van kunstmatige kweek, en dat zaden en pollen (met inbegrip van pollinia), afgesneden bloemen en in steriele recipiënten vervoerde in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem van deze hybriden niet onder de bepalingen van de verordening vallen.
14.
Urine, feces en grijze amber die excretieproducten zijn welke werden verkregen zonder dat het dier in kwestie werd gemanipuleerd, vallen niet onder de bepalingen van de verordening.
15.
Wat de in bijlage D opgenomen diersoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van toepassing op levende specimens en complete of in essentie complete dode specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:
16.
§1
Complete of in essentie complete, al dan niet gelooide huiden
§2
Veren alsmede nog van veren voorziene huiden of andere delen
Wat de in bijlage D opgenomen plantensoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van toepassing op levende specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten: §3
Gedroogde en verse planten, waar passend met inbegrip van bladeren, wortels/wortelstokken, stengels/stammen, zaden/sporen, schors en vruchten
§4
Stammen of blokken, planken en vellen fineer
Bijlage A
Bijlage B
Bijlage C
Gewone naam
FAUNA (DIEREN) CHORDATA (CHORDADIEREN) MAMMALIA
Zoogdieren
ARTIODACTYLA
Evenhoevigen
Antilocapridae
Gaffelantilopen Gaffelantiloop (populatie in Mexico)
Antilocapra americana (I) (Alleen de populatie in Mexico; geen
NL
40
NL
enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) Holhoornigen
Bovidae
Addax of Mendesantiloop
Addax nasomaculatus (I)
Manenschaap
Ammotragus lervia (II) Antilope cervicapra (III Nepal) Bison bison athabascae (II)
NL
Indische antiloop
Bosbison
Bos gaurus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos frontalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)
Gaur
Bos mutus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos grunniens wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze
Wilde jak
41
NL
verordening niet van toepassing zijn) Bos sauveli (I)
Kouprey Aziatische buffel Bubalus arnee (III Nepal) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bubalus bubalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)
Bubalus depressicornis (I)
Laaglandbuffel
Bubalus mindorensis (I)
Tamarou
Bubalus quarlesi (I)
Berganoa Budorcas taxicolor (II)
NL
Takin
Capra falconeri (I)
Schroefhoorngeit
Capricornis milneedwardsii (I)
Chinese bosgems
Capricornis rubidus (I)
Rode bosgems
Capricornis sumatraensis (I)
Cambodjaanse bosgems
42
NL
Himalaya-bosgems
Capricornis thar (I) Cephalophus brookei (II)
Brookes duiker
Cephalophus dorsalis (II)
Zwartrugduiker Jentinks duiker
Cephalophus jentinki (I) Cephalophus ogilbyi (II)
Ogilby's duiker
Cephalophus silvicultor (II)
Geelrugduiker
Cephalophus zebra (II)
Zebraduiker
Damaliscus pygargus pygargus (II)
Bontebok
Cuviers gazelle
Gazella cuvieri (I) Gazella dorcas (III Algerije/ Tunesië) Gazella leptoceros (I)
Duingazelle
Hippotragus niger variani (I)
Reuzenpaardantiloo p Kobus leche (II)
NL
Dorcasgazelle
Litschie-waterbok
Naemorhedus baileyi (I)
Rode goral
Naemorhedus caudatus (I)
Langstaartgoral
Naemorhedus goral (I)
Gewone goral
43
NL
Naemorhedus griseus (I)
Grijze goral
Nanger dama (I)
Damagazelle
Oryx dammah (I)
Algazelle
Oryx leucoryx (I)
Arabische oryx Ovis ammon (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies)
Ovis ammon hodgsonii (I)
Nyan
Ovis ammon nigrimontana (I)
Argalischaap van de Zwarte Bergen Ovis canadensis (II) (Alleen de populatie in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)
Dikhoornschaap (Mexicaanse populatie)
Cypriotische moeflon
Ovis orientalis ophion (I) Ovis vignei (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies)
NL
Argali
44
Oerial of steppeschaap
NL
Ovis vignei vignei (I)
Ladakh-oerial
Pantholops hodgsonii (I)
Tibetaanse antiloop Philantomba monticola (II)
Blauwe duiker
Pseudoryx nghetinhensis (I)
Vietnamese antiloop
Rupicapra pyrenaica ornata (I)
Apennijnengems
Saiga borealis (II)
Mongoolse saigaantiloop
Saiga tatarica (II)
Saiga-antiloop Tetracerus Vierhoornantiloop quadricornis (III Nepal) Kameelachtigen
Camelidae Lama guanicoe (II) Vicugna vicugna (I) (Met uitzondering van de populaties in: Argentinië [de populaties in de provincies
16
NL
Goeanaco
Vicugna vicugna (II) (Uitsluitend de populaties in: Argentinië16 [de populaties in de provincies Jujuy en
Populatie in Argentinië (opgenomen in bijlage B):Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, in daarvan vervaardigde weefsels, afgeleide fabricaten en andere handgemaakte artefacten. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-ARGENTINA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-ARGENTINA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
45
NL
Jujuy en Catamarca en de halfwilde populaties in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Bolivia [de hele populatie]; Chili [populatie in de Primera Región]; en Peru [de hele populatie]; deze populaties zijn opgenomen in bijlage B)
17
18
19
NL
Catamarca en de halfwilde populaties in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Bolivia17 [de hele populatie]; Chile18 [populatie in de Primera Región]; Peru19 [de hele populatie]; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.)
Vicuña
Populatie in Bolivia (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-BOLIVIA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-BOLIVIA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd. Populatie in Chili (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-CHILE”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-CHILE-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd. Populatie in Peru (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's en in de voorraad van 3249 kg wol die bestond ten tijde van de negende vergadering van de Conferentie der Partijen (november 1994) alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-PERU”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-PERU-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
46
NL
Herten
Cervidae Axis calamianensis (I)
Filipijns zwijnshert
Axis kuhlii (I)
Bawean-zwijnshert
Axis porcinus annamiticus (I)
Annam-zwijnshert
Blastocerus dichotomus (I)
Moerashert Afghaans edelhert
Cervus elaphus bactrianus (II) Cervus elaphus barbarus (III Algerije/ Tunesië) Cervus elaphus hanglu (I)
Kasjmir-edelhert
Dama dama mesopotamica (I)
Iraans damhert
Hippocamelus spp. (I)
Andesherten Mazama temama cerasina (III Guatemala)
NL
Noord-Afrikaans edelhert
Midden-Amerikaans spieshert
Muntiacus crinifrons (I)
Zwarte muntjak
Muntiacus vuquangensis (I)
Indochinese muntjak
47
NL
Odocoileus virginianus mayensis (III Guatemala)
Pampahert
Ozotoceros bezoarticus (I) Pudu mephistophiles (II)
Ecuadoraanse poedoe
Pudu puda (I)
Chileense poedoe
Rucervus duvaucelii (I)
Barasingha
Rucervus eldii (I)
Lierhert
Hippopotamidae
Nijlpaarden Hexaprotodon liberiensis (II)
Dwergnijlpaard
Hippopotamus amphibius (II)
Nijlpaard
Moschidae
Muskusherten Moschus spp. (I) (Alleen de populaties in Afghanistan, Bhutan, India, Myanmar, Nepal en Pakistan; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)
Moschus spp. (II) (Met uitzondering van de populaties in Afghanistan, Bhutan, India, Myanmar, Nepal en Pakistan, die in bijlage A zijn opgenomen)
Suidae
Muskusherten
Varkens Gouden babiroessa of hertzwijn
Babyrousa babyrussa (I)
NL
Guatemalteeks waaierstaarthert
48
NL
Babyrousa bolabatuensis (I)
Bola Batubabiroessa
Babyrousa celebensis (I)
Sulawesi-babiroessa
Babyrousa togeanensis (I)
Malenge- of Togianbabiroessa
Sus salvanius (I)
Dwergzwijn Pecari's
Tayassuidae
Pecari's
Tayassuidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van de populaties van Pecari tajacu in Mexico en de Verenigde Staten, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen)
Chaco-pecari
Catagonus wagneri (I) CARNIVORA
Roofdieren
Ailuridae Kleine panda
Ailurus fulgens (I) Canidae
Hondachtigen Canis aureus (III India)
NL
49
Goudjakhals
NL
NL
Canis lupus (I/II)
Canis lupus (II) (Populaties in (Alle Spanje ten populaties noorden van behalve die in de Duero en Spanje ten populaties in noorden van de Griekenland Duero en die in ten noorden Griekenland van de 39e ten noorden breedtegraad. van de 39e Uitgesloten breedtegraad. zijn de De populaties gedomesticeer in Bhutan, de vorm en de India, Nepal en dingo die Pakistan zijn respectievelijk opgenomen in Canis lupus bijlage I; alle familiaris en andere Canis lupus populaties zijn dingo worden opgenomen in genoemd.) bijlage II. Uitgesloten zijn de gedomesticeerd e vorm en de dingo die respectievelijk Canis lupus familiaris en Canis lupus dingo worden genoemd.)
Wolf
Canis simensis
Ethiopische wolf Cerdocyon thous (II)
Krabbenetende vos
Chrysocyon brachyurus (II)
Manenwolf
Cuon alpinus (II)
Aziatische boshond of dhole
Lycalopex culpaeus (II)
Andes-jakhalsvos
50
NL
Lycalopex fulvipes (II)
Darwinvos
Lycalopex griseus (II)
Argentijnse jakhalsvos
Lycalopex gymnocercus (II)
Pampajakhalsvos
Zuid-Amerikaanse boshond
Speothos venaticus (I) Vulpes bengalensis (III India) Vulpes cana (II)
Grijze vos
Vulpes zerda (II)
Fennek
Eupleridae
Madagaskarcivetkatten Cryptoprocta ferox (II)
Fretkat of fossa
Eupleres goudotii (II)
Mierencivetkat of kleine falanoek
Fossa fossana (II)
Fanaloka of grote falanoek
Felidae
Katachtigen Felidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species. Op specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening
NL
Bengaalse vos
51
Katachtigen
NL
niet van toepassing)
NL
Acinonyx jubatus (I) (De volgende jaarlijkse exportquota voor levende specimens en jachttrofeeën zijn vastgesteld: Botswana: 5; Namibië: 150; Zimbabwe: 50. Voor de handel in deze specimens gelden de bepalingen van artikel 4, lid 1, van deze verordening.)
Jachtluipaard of cheetah
Caracal caracal (I) (Alleen de populatie in Azië; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)
Aziatische caracal
Catopuma temminckii (I)
Aziatische goudkat
Felis nigripes (I)
Zwartvoetkat
Felis silvestris (II)
Wilde kat
Leopardus geoffroyi (I)
Geoffroys kat
Leopardus jacobitus (I)
Bergkat
52
NL
NL
Leopardus pardalis (I)
Ocelot
Leopardus tigrinus (I)
Oncilla of Amerikaanse tijgerkat
Leopardus wiedii (I)
Margay
Lynx lynx (II)
Euraziatische lynx
Lynx pardinus (I)
Pardellynx
Neofelis nebulosa (I)
Nevelpanter
Panthera leo persica (I)
Aziatische leeuw
Panthera onca (I)
Jaguar
Panthera pardus (I)
Luipaard
Panthera tigris (I)
Tijger
Pardofelis marmorata (I)
Marmerkat
Prionailurus bengalensis bengalensis (I) (Alleen de populaties in Bangladesh, India en Thailand; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)
Bengaalse kat
Prionailurus iriomotensis (II)
Iriomote-kat
53
NL
Prionailurus planiceps (I)
Platkopkat
Prionailurus rubiginosus (I) (Alleen de populatie in India; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)
Roestkat
Puma concolor coryi (I)
Florida-poema
Puma concolor costaricensis (I)
Costa Ricaanse poema
Puma concolor couguar (I)
Oostelijke poema
Puma yagouaroundi (I) (Alleen de populaties in Midden- en NoordAmerika; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)
Jaguaroendi
Uncia uncia (I)
Sneeuwpanter
Herpestidae
NL
Mangoesten
54
Herpestes fuscus (III India)
Indische bruine mangoest
Herpestes edwardsi (III India)
Indische grijze mangoest
NL
Indische mangoest Herpestes javanicus auropunctat us (III India) Herpestes smithii (III India)
Rode mangoest
Herpestes urva (III India)
Krabbenmangoest
Herpestes vitticollis (III India)
Gestreepte mangoest
Hyena’s
Hyaenidae Proteles cristata (III Botswana) Mephitidae
Stinkdieren Conepatus humboldtii (II)
Soerilho
Mustelidae
Marterachtigen
Lutrinae
Otters Lutrinae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) Aonyx capensis microdon (I) (Alleen de populaties in Kameroen en Nigeria; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)
NL
Aardwolf
Otters
Congo-otter
55
NL
Enhydra lutris nereis (I)
Zuidelijke zeeotter
Lontra felina (I)
Chungungo-otter
Lontra longicaudis (I)
Langstaartotter
Lontra provocax (I)
Zuidelijke rivierotter
Lutra lutra (I)
Euraziatische otter
Lutra nippon (I)
Japanse otter
Pteronura brasiliensis (I)
Reuzenotter
Mustelinae
Marters en wezels Tayra Eira barbara (III Honduras) Grison
Martes flavigula (III India)
Maleise bonte marter
Martes foina intermedia (III India)
Indiase steenmarter
Martes gwatkinsii (III India)
Zuid-Indiase marter
Mellivora capensis (III Botswana)
Honingdas of ratel
Zwartvoetbunzing
Mustela nigripes (I)
NL
Galictis vittata (III Costa Rica)
56
NL
Walrussen
Odobenidae
Walrus
Odobenus rosmarus (III Canada) Otariidae
Pelsrobben Pelsrobben
Arctocephalus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species.) Arctocephalus philippii (II)
Juan Fernandezpelsrob
Arctocephalus townsendi (I)
Guadeloupe-pelsrob
Phocidae
Zeehonden, robben Zuidelijke zeeolifant
Mirounga leonina (II)
Monniksrobben
Monachus spp. (I) Procyonidae
Wasbeerachtigen Bassaricyon Gabbi's slankbeer gabbii (III Costa Rica)
NL
57
Bassariscus sumichrasti (III Costa Rica)
Cacomistle
Nasua narica (III Honduras)
Neusbeer
Nasua nasua solitaria (III Uruguay)
Zuid-Braziliaanse neusbeer
NL
Potos flavus (III Honduras)
Beren
Ursidae Ursidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
NL
Rolstaartbeer
Beren
Ailuropoda melanoleuca (I)
Grote panda
Helarctos malayanus (I)
Maleise beer
Melursus ursinus (I)
Lippenbeer
Tremarctos ornatus (I)
Brilbeer
Ursus arctos (I/II) (Alleen de populaties in Bhutan, China, Mexico en Mongolië en de ondersoort Ursus arctos isabellinus zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties en ondersoorten zijn opgenomen in bijlage II.)
Bruine beer
Ursus thibetanus (I)
Kraagbeer
58
NL
Echte civetkatten
Viverridae Arctictis binturong (III India)
Binturong
Civettictis civetta (III Botswana)
Afrikaanse civetkat
Cynogale bennettii (II)
Ottercivetkat
Hemigalus derbyanus (II)
Bandcivetkat Paguma larvata (III India)
Gemaskerde larvenroller
Paradoxurus Loeak hermaphrodi tus (III India) Paradoxurus Jerdons jerdoni (III palmcivetkat India) Gestreepte linsang
Prionodon linsang (II)
Gevlekte linsang
Prionodon pardicolor (I)
NL
59
Viverra civettina (III India)
Grote gevlekte civetkat
Viverra zibetha (III India)
Aziatische civetkat
Viverricula indica (III India)
Kleine civetkat
NL
CETACEA
Walvisachtigen Walvisachtigen
CETACEA spp. (I/II)20 CHIROPTERA
Vleermuizen
Phyllostomidae
Bladneusvleermuizen Platyrrhinus Witstreepvampier lineatus (III Uruguay) Vliegende honden
Pteropodidae Acerodon spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Filipijnse vliegende hond
Acerodon jubatus (I) Pteropus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
NL
Kalongs
Vliegende hond van Truk
Pteropus insularis (I)
20
Schijnkalongs
Alle soorten zijn opgenomen in bijlage II, met uitzondering van Balaena mysticetus, Eubalaena spp., Balaenoptera acutorostrata (met uitzondering van de West-Groenlandse populatie), Balaenoptera bonaerensis, Balaenoptera borealis, Balaenoptera edeni, Balaenoptera musculus, Balaenoptera omurai, Balaenoptera physalus, Megaptera novaeangliae, Orcaella brevirostris, Orcaella heinsohni, Sotalia spp., Sousa spp., Eschrichtius robustus, Lipotes vexillifer, Caperea marginata, Neophocaena phocaenoides, Phocoena sinus, Physeter macrocephalus, Platanista spp., Berardius spp. en Hyperoodon spp., die zijn opgenomen in bijlage I. Specimens van de in bijlage II bij de overeenkomst vermelde soorten die door Groenlanders krachtens een door de betrokken bevoegde autoriteit verleende vergunning werden gevangen, met inbegrip van de producten en derivaten daarvan maar met uitzondering van de voor commerciële doeleinden bestemde vleesproducten, worden behandeld als vallend onder bijlage B. Er wordt een jaarlijks exportquotum van nul vastgesteld voor levende specimens van Tursiops truncatus afkomstig van de populatie van de Zwarte Zee die aan de natuur werden onttrokken en voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.
60
NL
NL
Pteropus livingstonii (II)
Vliegende hond van de Comoren
Pteropus loochoensis (I)
Japanse vliegende hond
Pteropus mariannus (I)
Vliegende hond van de Marianen
Pteropus molossinus (I)
Vliegende hond van Pohnpei
Pteropus pelewensis (I)
Vliegende hond van Palau
Pteropus pilosus (I)
Grote vliegende hond van Palau
Pteropus rodricensis (II)
Vliegende hond van Rodriguez
Pteropus samoensis (I)
Vliegende hond van Samoa
Pteropus tonganus (I)
Pacifische vliegende hond
Pteropus ualanus (I)
Vliegende hond van Kosrae
Pteropus voeltzkowi (II)
Vliegende hond van Pemba
Pteropus yapensis (I)
Vliegende hond van Yap
CINGULATA
Gordeldierachtigen
Dasypodidae
Gordeldieren
61
Cabassous centralis (III Costa Rica)
Midden-Amerikaans kaalstaartgordeldier
Cabassous tatouay (III Uruguay)
Zuid-Amerikaans kaalstaartgordeldier
NL
Chaetophractus nationi (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld. Alle specimens worden beschouwd als specimens van een soort van bijlage A en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.)
Reuzengordeldier
Priodontes maximus (I) DASYUROMORPHIA
Roofbuideldieren
Dasyuridae
Echte roofbuideldieren Sminthopsis longicaudata (I)
Langstaartsmalvoetb uidelmuis
Sminthopsis psammophila (I)
Smalvoetbuidelmuis
Thylacinidae
Buidelwolven Buidelwolf
Thylacinus cynocephalus (mogelijk uitgestorven) (I)
NL
Boliviaans harig gordeldier
62
NL
DIPROTODONTIA
Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes
Macropodidae
Kangoeroes en wallaby’s Dendrolagus inustus (II)
Bruine boomkangoeroe
Dendrolagus ursinus (II)
Zwarte boomkangoeroe
Lagorchestes hirsutus (I)
Westelijke haaskangoeroe
Lagostrophus fasciatus (I)
Gestreepte haaskangoeroe
Onychogalea fraenata (I)
Geteugelde spoorstaartkangoero e
Onychogalea lunata (I)
Halvemaanspoorstaa rtkangoeroe Koeskoezen
Phalangeridae Phalanger intercastellanus (II)
Oostelijke koeskoes
Phalanger mimicus (II)
Zuidelijke koeskoes
Phalanger orientalis (II)
Grijze koeskoes
Spilocuscus kraemeri (II)
Krämers koeskoes
Spilocuscus maculatus (II)
Gevlekte koeskoes
Spilocuscus papuensis (II)
Papoea-koeskoes
Potoroidae
Ratkangoeroes Buidelkonijnen
Bettongia spp. (I)
NL
63
NL
Woestijnratkangoeroe
Caloprymnus campestris (mogelijk uitgestorven) (I)
Wombats
Vombatidae
Breedkopwombat
Lasiorhinus krefftii (I) LAGOMORPHA
Haasachtigen
Leporidae
Hazen en konijnen Caprolagus hispidus (I)
Borstelige haas of Assam-konijn
Romerolagus diazi (I)
Vulkaankonijn
MONOTREMATA
Eierleggende zoogdieren
Tachyglossidae
Mierenegels Zaglossus spp. (II)
PERAMELEMORPH IA
Buideldassen
Chaeropodidae
Varkenspootbuideld assen Varkenspootbuideldas
Chaeropus ecaudatus (mogelijk uitgestorven) (I) Peramelidae
Echte buideldassen Gestreepte spitsneusbuideldas
Perameles bougainville (I) Thylacomyidae
Langoorbuideldassen Grote langoorbuideldas
Macrotis lagotis (I)
NL
Vachtegels
64
NL
Kleine langoorbuideldas
Macrotis leucura (I)
NL
PERISSODACTYLA
Onevenhoevigen
Equidae
Paardachtigen Equus africanus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Equus asinus wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)
Wilde ezel
Equus grevyi (I)
Grevyzebra
Equus hemionus (I/II) (De soort is opgenomen in bijlage II maar de ondersoorten Equus hemionus hemionus en Equus hemionus khur zijn opgenomen in bijlage I)
Koelan
Equus kiang (II)
Kiang
Equus przewalskii (I)
Przewalskipaard
65
NL
Equus zebra hartmannae (II)
Kaapse bergzebra
Equus zebra zebra (I) Rhinocerotidae
Neushoorns Rhinocerotidae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen subspecies)
Neushoorns
Ceratotherium simum simum (II) (Alleen de populaties in Zuid-Afrika en Swaziland; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A. Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, voor zover daaraan een passende en aanvaardbare bestemming is gegeven, alsook handel in jachttrofeeën. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A
NL
Hartmanns bergzebra
66
Zuidelijke breedlipneushoorn
NL
beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.) Tapirs
Tapiridae Tapiridae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen species)
Tapirs
Tapirus terrestris (II)
Zuid-Amerikaanse tapir
PHOLIDOTA
Schubdierachtigen
Manidae
Schubdieren Manis spp. (II)
Schubdieren
(Voor Manis crassicaudata, Manis culionensis, Manis javanica en Manis pentadactyla is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht)
NL
67
NL
PILOSA
Luiaarden en miereneters
Bradypodidae
Drievingerluiaards Westelijke drievingerluiaard
Bradypus variegatus (II) Megalonychidae
Tweevingerluiaards Choloepus hoffmanni (III Costa Rica)
Myrmecophagidae
Miereneters Reuzenmiereneter
Myrmecophag a tridactyla (II) Tamandua mexicana (III Guatemala) PRIMATES
Boommiereneter
Opperdieren PRIMATES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Atelidae
NL
Costa Ricaanse tweevingerluiaard
Opperdieren
Grijpstaartapen Alouatta coibensis (I)
Coiba-brulaap
Alouatta palliata (I)
Mantelbrulaap
Alouatta pigra (I)
Guatemalteekse brulaap
Ateles geoffroyi frontatus (I)
Zwarthandslingeraap
68
NL
Ateles geoffroyi panamensis (I)
Roodbuikslingeraap
Brachyteles arachnoides (I)
Spinaap
Brachyteles hypoxanthus (I)
Gele spinaap of gele muriqui
Oreonax flavicauda (I)
Geelstaartwolaap Klauwaapjes
Cebidae Callimico goeldii (I)
Springtamarin
Callithrix aurita (I)
Witoorpenseelaapje
Callithrix flaviceps (I)
Geelkoppenseelaapje
Leontopithecus spp. (I)
Leeuwaapjes
Saguinus bicolor (I)
Mantelaapje
Saguinus geoffroyi (I)
Geoffroys tamarin
Saguinus leucopus (I)
Witvoettamarin
Saguinus martinsi (I) Saguinus oedipus (I)
Pinché-aapje
Saimiri oerstedii (I)
Geel doodshoofdaapje
Cercopithecidae
Smalneusapen excl. mensapen Kuifmangabey
Cercocebus galeritus (I)
NL
69
NL
NL
Cercopithecus diana (I)
Dianameerkat
Cercopithecus roloway (I)
Roloway-meerkat
Cercopithecus solatus (II)
Zonstaartmeerkat
Colobus satanas (II)
Zwarte franjeaap
Macaca silenus (I)
Baardaap
Mandrillus leucophaeus (I)
Dril
Mandrillus sphinx (I)
Mandril
Nasalis larvatus (I)
Neusaap
Piliocolobus foai (II)
Centraal-Afrikaanse rode franjeaap
Piliocolobus gordonorum (II)
Uzungwa-franjeaap
Piliocolobus kirkii (I)
Zanzibar-franjeaap
Piliocolobus pennantii (II)
Pennants franjeaap
Piliocolobus preussi (II)
Preuss' franjeaap
Piliocolobus rufomitratus (I)
Tana-franjeaap
Piliocolobus tephrosceles (II)
Oegandese rode franjeaap
Piliocolobus tholloni (II)
Thollons franjeaap
70
NL
NL
Presbytis potenziani (I)
Mentawai-langoer
Pygathrix spp. (I)
Doeklangoeren
Rhinopithecus spp. (I)
Stompneusapen
Semnopithecus ajax (I)
Kasjmir-hoelman
Semnopithecus dussumieri (I)
Dussumiers hoelman
Semnopithecus entellus (I)
Hoelman
Semnopithecus hector (I)
Tarai-hoelman
Semnopithecus hypoleucos (I)
Zwartvoethoelman
Semnopithecus priam (I)
Ceylon-hoelman
Semnopithecus schistaceus (I)
Berghoelman
Simias concolor (I)
Simakobou
Trachypithecus delacouri (II)
Delacours langoer
Trachypithecus francoisi (II)
Tonkin-langoer
Trachypithecus geei (I)
Goudlangoer
Trachypithecus hatinhensis (II)
Ha tinh-langoer
Trachypithecus johnii (II)
Nilgiri-langoer
Trachypithecus laotum (II)
Laos-langoer of witbrauwlangoer
71
NL
Trachypithecus pileatus (I)
Kuiflangoer
Trachypithecus poliocephalus (II)
Witkoplangoer
Trachypithecus shortridgei (I)
Shortridges langoer Dwerg- en katmaki's
Cheirogaleidae Cheirogaleidae spp. (I)
Dwergmaki's, katmaki's
Daubentoniidae
Vingerdieren Vingerdier
Daubentonia madagascarien sis (I) Hominidae
Echte mensapen Gorilla beringei (I)
Berggorilla
Gorilla gorilla (I)
Laaglandgorilla
Pan spp. (I)
Chimpansee en Bonobo
Pongo abelii (I)
Sumatraanse orangoetan
Pongo pygmaeus (I)
Borneose orangoetan
Hylobatidae
Gibbons Hylobatidae spp. (I)
Gibbons
Indriidae
Indri's, sifaka's en wolmaki's Indriidae spp. (I)
NL
Indri's, sifaka's en wolmaki's
72
NL
Maki's
Lemuridae Lemuridae spp. (I)
Maki's
Lepilemuridae
Wezelmaki's Lepilemuridae spp. (I)
Wezelmaki's Lori's
Lorisidae
Plompe lori's
Nycticebus spp. (I) Pitheciidae
Sakiachtigen Cacajao spp. (I)
Oeakari's
Callicebus barbarabrownae (II)
Noord-Bahiaanse blonde springaap
Callicebus melanochir (II)
Zwarthandspringaap
Callicebus nigrifrons (II) Callicebus personatus (II)
Zwartkopspringaap
Chiropotes albinasus (I)
Witneussaki
Tarsiidae
Spookdiertjes Spookdiertjes
Tarsius spp. (II) PROBOSCIDEA
Slurfdieren
Elephantidae
Olifanten Aziatische olifant
Elephas maximus (I)
NL
73
NL
Loxodonta africana (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Namibië, ZuidAfrika en Zimbabwe, die zijn opgenomen in bijlage B)
21
NL
Loxodonta africana (II)
Afrikaanse olifant
(Alleen de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe21; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.)
Populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (opgenomen in bijlage B):Uitsluitend met het oog op het toestaan van: a) niet-commercieel verkeer van jachttrofeeën; b) verkeer van levende dieren met een passende en aanvaardbare bestemming als omschreven in Res. Conf. 11.20 voor Botswana en Zimbabwe en ten behoeve van instandhoudingsprogramma’s in situ voor Namibië en Zuid-Afrika; c) handel in huiden; d) handel in haar; e) handel in lederwaren: commercieel en niet-commercieel verkeer in het geval van Botswana, Namibië en Zuid-Afrika en niet-commercieel verkeer in het geval van Zimbabwe; f) niet-commercieel verkeer van individueel gemerkte en gecertificeerde, in afgewerkte sieraden verwerkte ekipa’s voor Namibië en niet-commercieel verkeer van ivoorsnijwerk voor Zimbabwe; g) handel in geregistreerd onbewerkt ivoor (voor Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe: complete slagtanden en stukken), voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan: i) uitsluitend geregistreerde voorraden die eigendom zijn van de overheid en afkomstig zijn uit het betrokken land (met uitsluiting van in beslag genomen ivoor en ivoor van onbekende herkomst); ii) uitsluitend naar handelspartners waarvan door het Secretariaat in overleg met het Permanent Comité is vastgesteld dat zij over adequate nationale wetgeving en adequate interne mechanismen voor controle op de handel beschikken om te garanderen dat het ingevoerde ivoor niet wordt wederuitgevoerd en wordt beheerd conform alle eisen van Res. Conf. 10.10 (als herzien door CdP14) inzake de binnenlandse verwerking en handel; iii) niet alvorens het Secretariaat de toekomstige invoerende landen en de geregistreerde voorraden in overheidsbezit heeft gecontroleerd; iv) onbewerkt ivoor in het kader van de voorwaardelijke verkoop van geregistreerde ivoorvoorraden die eigendom zijn van de overheid, zoals overeengekomen op CdP12, ten belope van 20000 kg (Botswana), 10000 kg (Namibië) resp. 30000 kg (Zuid-Afrika); v) bovenop de op CdP12 overeengekomen hoeveelheden mag ivoor in overheidsbezit van Botswana, Zimbabwe, Namibië en Zuid-Afrika, voor zover het vóór 31 januari 2007 werd geregistreerd en door het Secretariaat is gecontroleerd, samen met het onder g), iv), bedoeld ivoor worden verhandeld en verzonden in het kader van één enkele transactie per bestemming onder streng toezicht van het Secretariaat; vi) de opbrengst van de verkoop wordt uitsluitend gebruikt voor programma’s ter instandhouding van de olifant en voor het behoud en de ontwikkeling van gemeenschappen in of grenzend aan het verspreidingsgebied van de olifant; en vii) de onder g), v), bedoelde extra hoeveelheden worden alleen verhandeld nadat het Permanent Comité heeft bevestigd dat aan bovenvermelde voorwaarden is voldaan; h) er worden aan de Conferentie der Partijen geen verdere voorstellen tot toelating van handel in olifantenivoor afkomstig van reeds in bijlage B opgenomen populaties voorgelegd voor de periode die aanvangt met CdP14 en eindigt negen jaar na het tijdstip van de ene verkoop van ivoor die plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde onder g), i), g), ii), g), iii), g), vi) en g), vii). Dergelijke verdere voorstellen worden voorts behandeld overeenkomstig de Besluiten 14.77 en 14.78. Op voorstel van het Secretariaat kan het Permanent Comité besluiten dit handelsverkeer geheel of gedeeltelijk stop te zetten indien de uitvoerende of invoerende landen de regels niet naleven of indien wordt aangetoond dat dit verkeer schadelijke gevolgen heeft voor andere olifantenpopulaties. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
74
NL
RODENTIA
Knaagdieren
Chinchillidae
Chinchilla’s Chinchilla spp. (I) (Op specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.)
Chinchilla’s
Paca's
Cuniculidae Cuniculus paca (III Honduras) Dasyproctidae
Agoeti's Dasyprocta punctata (III Honduras)
Erethizontidae
MiddenAmerikaanse agoeti
Boomstekelvarkens
Hystricidae
Sphiggurus mexicanus (III Honduras)
Mexicaans boomstekelvarken
Sphiggurus spinosus (III Uruguay)
Paraguayaans boomstekelvarken
Stekelvarkens Stekelvarken
Hystrix cristata Muridae
Muizen en ratten Langoorhaasrat
Leporillus conditor (I)
NL
Laaglandpaca
75
NL
Pseudomys fieldi praeconis (I)
Vale schijnmuis
Xeromys myoides (I)
Onechte waterrat
Zyzomys pedunculatus (I)
Macdonnells rotsrat
Eekhoorns
Sciuridae
Mexicaanse prairiehond
Cynomys mexicanus (I)
Langstaartmarmot Marmota caudata (III India) Marmota himalayana (III India) Ratufa spp. (II)
Reuzeneekhoorns
Callosciurus erythraeus
Pallaseekhoorn
Sciurus carolinensis
Grijze eekhoorn Sciurus deppei (III Costa Rica)
Sciurus niger SCANDENTIA
Deppes eekhoorn
Amerikaanse voseekhoorn Boomspitsmuizen
SCANDENTI A spp. (II)
Boomspitsmuizen
SIRENIA
Zeekoeien
Dugongidae
Doejongs Doejong
Dugong dugon (I)
NL
Himalaya-marmot
76
NL
Lamantijnen
Trichechidae Trichechidae spp. (I/II) (Trichechus inunguis en Trichechus manatus zijn opgenomen in bijlage I. Trichechus senegalensis is opgenomen in bijlage II.)
Lamantijnen
AVES
Vogels
ANSERIFORMES
Eendachtigen
Anatidae
Eenden, ganzen en zwanen Auckland-taling
Anas aucklandica (I) Anas bernieri (II)
Nieuw-Zeelandse bruine taling
Anas chlorotis (I) Anas formos (II)
NL
Madagaskar-eend
Baikal-taling
Anas laysanensis (I)
Laysan-taling
Anas nesiotis (I)
Campbell Islandtaling
Anas querquedula
Zomertaling
Asarcornis scutulata (I)
Witvleugelboseend
Aythya innotata
Madagaskarwitoogeend
Aythya nyroca
Witoogeend
77
NL
Branta canadensis leucopareia (I)
Canadese gans (ondersoort van de Aleoeten)
Branta ruficollis (II)
Roodhalsgans
Branta sandvicensis (I)
Hawaii-gans Cairina moschata (III Honduras) Coscoroba coscoroba (II)
Coscoroba
Cygnus melancoryphus (II)
Zwarthalszwaan
Dendrocygna arborea (II)
West-Indische fluiteend Dendrocygna autumnalis (III Honduras)
Zwartbuikfluiteend
Dendrocyg na bicolor (III Honduras)
Rosse fluiteend
Braziliaanse zaagbek
Mergus octosetaceus Oxyura jamaicensis
NL
Muskuseend
Rosse stekelstaarteend
Oxyura leucocephala (II)
Witkopeend
Rhodonessa caryophyllacea (mogelijk uitgestorven) (I)
Rozekopeend
78
NL
Knobbeleend
Sarkidiornis melanotos (II)
Kuifcasarca
Tadorna cristata APODIFORMES
Salanganen, gierzwaluwen en kolobries
Trochilidae
Kolibries Trochilidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Kolibries
Bronsstaartheremiet kolibrie
Glaucis dohrnii (I) CHARADRIIFORMES
Steltlopers, meeuwen, sterns en alken
Burhinidae
Grielen Burhinus bistriatus (III Guatemala)
Laridae
Meeuwen en sterns Mongoolse zwartkopmeeuw
Larus relictus (I) Scolopacidae
NL
Caribische griel
Snippen, wulpen, ruiters en strandlopers Numenius borealis (I)
Arctische wulp
Numenius tenuirostris (I)
Dunbekwulp
Tringa guttifer (I)
Gevlekte groenpootruiter
79
NL
CICONIIFORMES
Reigers, ooievaars, ibissen en flamingo’s
Ardeidae
Reigers Ardea alba
Grote zilverreiger
Bubulcus ibis
Koereiger
Egretta garzetta
Kleine zilverreiger Schoenbekooievaars
Balaenicipitidae Balaeniceps rex (II)
Ooievaars
Ciconiidae Ciconia boyciana (I)
Zwartsnavelooievaar
Ciconia nigra (II)
Zwarte ooievaar
Ciconia stormi
Storms ooievaar
Jabiru mycteria (I)
Jabiru
Leptoptilos dubius
Argala-maraboe of Indische maraboe
Mycteria cinerea (I)
Maleise nimmerzat
Phoenicopteridae
Flamingo's Phoenicopterid ae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Flamingo's
Rode flamingo
Phoenicopterus ruber (II)
NL
Schoenbekooievaar
80
NL
Ibissen en lepelaars
Threskiornithidae
Rode ibis
Eudocimus ruber (II) Geronticus calvus (II)
Kaapse ibis
Geronticus eremita (I)
Kaalkopibis of heremietibis
Nipponia nippon (I)
Japanse kuifibis
Platalea leucorodia (II)
Lepelaar
Pseudibis gigantea
Reuzenibis
COLUMBIFORMES
Duifachtigen
Columbidae
Duiven Caloenas nicobarica (I)
Manenduif
Claravis godefrida
Purperbandgrondduif
Columba livia
Rotsduif
Ducula mindorensis (I)
Mindoromuskaatduif Gallicolumba luzonica (II)
Luzon-dolksteekduif
Goura spp. (II)
Kroonduiven Grenada-loopduif
Leptotila wellsi Nesoenas mayeri (III Mauritius)
Tortel
Streptopelia turtur
NL
Mauritius-duif
81
NL
CORACIIFORMES
Scharrelvogels
Bucerotidae
Neushoornvogels Aceros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Himalaya-jaarvogel
Aceros nipalensis (I) Anorrhinus spp. (II)
Neushoornvogels
Anthracoceros spp. (II)
Neushoornvogels
Berenicornis spp. (II)
Neushoornvogels
Buceros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Neushoornvogels
Dubbelhoornige neushoornvogel
Buceros bicornis (I) Penelopides spp. (II)
Neushoornvogels Gehelmde neushoornvogel
Rhinoplax vigil (I) Rhyticeros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species.)
Neushoornvogels
Kleine jaarvogel
Rhyticeros subruficollis (I)
NL
Jaarvogels
82
NL
CUCULIFORMES
Koekoekachtigen
Musophagidae
Toerako's Tauraco spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Bannermans toerako
Tauraco bannermani (II) FALCONIFORMES
Dagroofvogels FALCONIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en één in bijlage C opgenomen soort van de familie Cathartidae; de overige species van die familie zijn niet in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)
Accipitridae
NL
Helmtoerako's
Dagroofvogels
Haviken, arenden en gieren Accipiter brevipes (II)
Balkansperwer
Accipiter gentilis (II)
Havik
83
NL
NL
Accipiter nisus (II)
Sperwer
Aegypius monachus (II)
Monniksgier
Aquila adalberti (I)
Spaanse keizersarend
Aquila chrysaetos (II)
Steenarend
Aquila clanga (II)
Bastaardarend
Aquila heliaca (I)
Keizersarend
Aquila pomarina (II)
Schreeuwarend
Buteo buteo (II)
Buizerd
Buteo lagopus (II)
Ruigpootbuizerd
Buteo rufinus (II)
Arendbuizerd
Chondrohierax uncinatus wilsonii (I)
Cubaanse langsnavelwouw
Circaetus gallicus (II)
Slangenarend
Circus aeruginosus (II)
Bruine kiekendief
Circus cyaneus (II)
Blauwe kiekendief
Circus macrourus (II)
Steppekiekendief
Circus pygargus (II)
Grauwe kiekendief
84
NL
NL
Elanus caeruleus (II)
Grijze wouw
Eutriorchis astur (II)
Madagaskarslangenarend
Gypaetus barbatus (II)
Lammergier
Gyps fulvus (II)
Vale gier
Haliaeetus spp. (I/II) (Haliaeetus albicilla is opgenomen in bijlage I; de andere soorten zijn opgenomen in bijlage II)
Zeearenden
Harpia harpyja (I)
Harpij
Hieraaetus fasciatus (II)
Havikarend
Hieraaetus pennatus (II)
Dwergarend
Leucopternis occidentalis (II)
Salvins bonte buizerd
Milvus migrans (II) (Met uitzondering van Milvus migrans lineatus die in bijlage B is opgenomen)
Zwarte wouw
Milvus milvus (II)
Rode wouw
Neophron percnopterus (II)
Aasgier
85
NL
Pernis apivorus (II)
Wespendief
Pithecophaga jefferyi (I)
Apenarend
Cathartidae
Gieren van de Nieuwe Wereld Californische condor
Gymnogyps californianus (I) Sarcoramp hus papa (III Honduras)
Andes-condor
Vultur gryphus (I) Falconidae
NL
Koningsgier
Valken Falco araeus (I)
Seychellentorenvalk
Falco biarmicus (II)
Lannervalk
Falco cherrug (II)
Sakervalk
Falco columbarius (II)
Smelleken
Falco eleonorae (II)
Eleonora's valk
Falco jugger (I)
Indische lannervalk
Falco naumanni (II)
Kleine torenvalk
Falco newtoni (I) (Alleen de populatie op de Seychellen)
Madagaskartorenvalk
86
NL
Falco pelegrinoides (I)
Barbarijse valk
Falco peregrinus (I)
Slechtvalk
Falco punctatus (I)
Mauritius-torenvalk
Falco rusticolus (I)
Giervalk
Falco subbute (II)
Boomvalk
Falco tinnunculus (II)
Torenvalk
Falco vespertinus (II)
Roodpootvalk
Pandionidae
Visarenden Visarend
Pandion haliaetus (II) GALLIFORMES
Hoenderachtigen
Cracidae
Hokko’s en sjakohoenders Crax alberti (III Colombia)
Blauwknobbelhokko
Crax blumenbachii (I)
Roodsnavelhokko Crax daubentoni (III Colombia)
Maskerhokko
Crax fasciolata Crax globulosa (III Colombia)
NL
87
Geelknobbelhokko
Knobbelhokko
NL
Crax rubra (III Colombia, Costa Rica, Guatemala en Honduras)
Bruine hokko
Mitu mitu (I)
Mesbekpauwies
Oreophasis derbianus (I)
Gehoornde goean Ortalis vetula (III Guatemala/ Honduras)
Bruine chachalaca
Pauxi pauxi Helmhokko (III Colombia) Witvleugelgoean
Penelope albipennis (I)
Kuifsjakohoen
Penelopina nigra (III Guatemala)
Berggoean
Pipile jacutinga (I)
Spix' fluitgoean
Pipile pipile (I)
Trinidadblauwkeelgoean
Megapodiidae
Grootpoothoenders Hamerhoen
Macrocephalo n maleo (I) Phasianidae
Fazantachtigen Argusianus argus (II)
NL
Penelope purpurasce ns (III Honduras)
88
Argusfazant
NL
Catreus wallichii (I)
Wallichs fazant
Colinus virginianus ridgwayi (I)
NoordwestMexicaanse boomkwartel
Crossoptilon crossoptilon (I)
Witte oorfazant
Crossoptilon mantchuricum (I)
Bruine oorfazant
Gallus sonneratii (II)
Sonnerats hoen
Ithaginis cruentus (II)
Bloedfazant
Lophophorus impejanus (I)
Himalayaglansfazant
Lophophorus lhuysii (I)
Chinese glansfazant
Lophophorus sclateri (I)
Sclaters glansfazant
Lophura edwardsi (I)
Edwards’ fazant Lophura hatinhensis
Vietnamese vuurrugfazant
Lophura imperialis (I)
Keizerfazant
Lophura swinhoii (I)
Swinhoe's fazant Pauwkalkoen Meleagris ocellata (III Guatemala)
NL
Odontophorus strophium
Witkeeltandkwartel
Ophrysia superciliosa
Himalaya-patrijs
89
NL
Pavo muticus (II)
Groene pauw
Polyplectron bicalcaratum (II)
Spiegelpauw
Polyplectron germaini (II)
Germains spiegelpauw
Polyplectron malacense (II)
Maleise spiegelpauw Palawanspiegelpauw
Polyplectron napoleonis (I)
Schleiermachers pauwfazant
Polyplectron schleiermache ri (II) Rheinardia ocellata (I)
Gekuifde argusfazant
Syrmaticus ellioti (I)
Elliots fazant
Syrmaticus humiae (I)
Humes fazant
Syrmaticus mikado (I)
Mikadofazant
Tetraogallus caspius (I)
Kaspisch berghoen
Tetraogallus tibetanus (I)
Tibetaans berghoen
Tragopan blythii (I)
Blyths saterhoen
Tragopan caboti (I)
Cabots saterhoen
Tragopan melanocephalus (I)
Westelijk saterhoen
Tragopan satyra (III Nepal)
NL
90
Rood saterhoen
NL
Attwaters prairiehoen
Tympanuchus cupido attwateri (I) GRUIFORMES
Kraanvogels en rallen
Gruidae
Kraanvogels Gruidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
NL
Kraanvogels
Grus americana (I)
Trompetkraanvogel
Grus canadensis (I/II) (De soort is opgenomen in bijlage II, maar de ondersoorten Grus canadensis nesiotes en Grus canadensis pulla zijn opgenomen in bijlage I)
Canadese kraanvogel
Grus grus (II)
Kraanvogel
Grus japonensis (I)
Chinese kraanvogel
Grus leucogeranus (I)
Siberische witte kraanvogel
Grus monacha (I)
Monnikskraanvogel
Grus nigricollis (I)
Zwarthalskraanvogel
91
NL
Grus vipio (I)
Withalskraanvogel Trappen
Otididae Otididae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) Ardeotis nigriceps (I)
Indische trap
Chlamydotis macqueenii (I)
Macqueens kraagtrap
Chlamydotis undulata (I)
Kraagtrap
Houbaropsis bengalensis (I)
Baardtrap
Otis tarda (II)
Grote trap
Sypheotides indicus (II)
Kleine Indische trap
Tetrax tetrax (II)
Kleine trap Rallen
Rallidae
Lord Howe-ral
Gallirallus sylvestris (I) Rhynochetidae
Kagoes Kagoe
Rhynochetos jubatus (I) PASSERIFORMES
Zangvogels
Atrichornithidae
Doornkruipers West-Australische doornkruiper
Atrichornis clamosus (I)
NL
Trappen
92
NL
Cotinga’s
Cotingidae
Amazoneparasolvogel
Cephalopte rus penduliger (III Colombia)
Ecuadoraanse parasolvogel
Halsbandcotinga
Cotinga maculata (I) Rupicola spp. (II)
Rotshanen Zwartpurperen cotinga
Xipholena atropurpurea (I) Emberizidae
Gorzen Gubernatrix cristata (II)
Groene kardinaal
Paroaria capitata (II)
Geelsnavelkardinaal
Paroaria coronata (II)
Roodkuifkardinaal
Tangara fastuosa (II)
Veelkleurige tangara
Estrildidae
NL
Cephalopte rus ornatus (III Colombia)
Astrilden Amandava formosa (II)
Olijfastrilde
Lonchura fuscata
Bruine rijstvogel
Lonchura oryzivora (II)
Rijstvogel
Poephila cincta cincta (II)
Gordelamadine
93
NL
Vinken
Fringillidae
Kapoetsensijs
Carduelis cucullata (I) Carduelis yarrellii (II) Hirundinidae
Zwaluwen Siantara-zwaluw
Pseudochelido n sirintarae (I)
Troepialen
Icteridae
Saffraantroepiaal
Xanthopsar flavus (I)
Honingeters
Meliphagidae
Helmhoningeter
Lichenostomus melanops cassidix (I) Muscicapidae
Vliegenvangers Rodriguezstruikzanger
Acrocephalus rodericanus (III Mauritius) Cyornis ruckii (II)
NL
Geelwangsijs
Ruecks niltava
Dasyornis broadbenti litoralis (mogelijk uitgestorven) (I)
Borstelvogel
Dasyornis longirostris (I)
Westelijke borstelvogel Garrulax canorus (II)
Witbrauwlijstergaai
Garrulax taewanus (II)
Taiwanese lijstergaai
94
NL
Leiothrix argentauris (II)
Zilveroortimalia
Leiothrix lutea (II)
Japanse nachtegaal
Liocichla omeiensis (II)
Omei-timalia
Picathartes gymnocephalus (I)
Witnekkaalkopkraai
Picathartes oreas (I)
Grijsnekkaalkopkraai Terpsiphone Mascarenenbourbonnen- paradijsvliegensis (III vanger Mauritius)
Paradisaeidae
Paradijsvogels Paradisaeidae spp. (II)
Pitta’s
Pittidae Pitta guajana (II)
Blauwstaartpitta
Pitta gurneyi (I)
Gurneys pitta
Pitta kochi (I)
Kochs pitta Pitta nympha (II)
Pycnonotidae
Chinese pitta Buulbuuls
Pycnonotus zeylanicus (II)
Geelkruinbuulbuul Spreeuwen
Sturnidae Gracula religiosa (II)
NL
Paradijsvogels
95
Beo
NL
Bali-spreeuw
Leucopsar rothschildi (I)
Brilvogels
Zosteropidae
Witkeelbrilvogel
Zosterops albogularis (I) PELECANIFORMES
Pelikaanachtigen
Fregatidae
Fregatvogels Witbuikfregatvogel
Fregata andrewsi (I) Pelecanidae
Pelikanen Kroeskoppelikaan
Pelecanus crispus (I) Sulidae
Jan-van-genten Abbotts gent
Papasula abbotti (I) PICIFORMES
Spechtachtigen
Capitonidae
Baardvogels Semnornis ramphastinus (III Colombia)
Picidae
Spechten Campephilus imperialis (I)
Keizerspecht
Dryocopus javensis richardsi (I)
Witbuikspecht
Ramphastidae
Toekans Baillonius bailloni (III Argentinië) Pteroglossus aracari (II)
NL
Toekanbaardvogel
96
Goudtoekan
Zwarte toekan
NL
Pteroglossus Buinoorarassari castanotis (III Argentinië) Groene arassari
Pteroglossus viridis (II)
Ramphastos Roodborsttoekan dicolorus (III Argentinië) Ramphastos sulfuratus (II)
Zwavelborsttoekan
Ramphastos toco (II)
Reuzentoekan
Ramphastos tucanus (II)
Roodsnaveltoekan
Ramphastos vitellinus (II)
Groefsnaveltoekan Selenidera maculirostris (III Argentinië)
PODICIPEDIFORMES
Fuutachtigen
Podicipedidae
Futen Atitlan-fuut
Podilymbus gigas (I) PROCELLARIIFOR MES
Stormvogelachtigen
Diomedeidae
Albatrossen Stellers albatros
Phoebastria albatrus (I)
NL
Vleksnavelpepervreter
97
NL
PSITTACIFORMES
Papegaaiachtigen PSITTACIFO RMES spp. (II)
Papegaaiachtigen
(Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van Agapornis roseicollis, Melopsittacus undulatus, Nymphicus hollandicus en Psittacula krameri, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen) Kaketoes
Cacatuidae
NL
Cacatua goffiniana (I)
Goffins kaketoe
Cacatua haematuropygia (I)
Filipijnse kaketoe
Cacatua moluccensis (I)
Molukken-kaketoe
Cacatua sulphurea (I)
Kleine geelkuifkaketoe
Probosciger aterrimus (I)
Palmkaketoe
98
NL
Lori's
Loriidae Eos histrio (I)
Diadeemlori
Vini spp. (I/II) (Vini ultramarina is opgenomen in bijlage I, de andere soorten zijn opgenomen in bijlage II)
Vinilori's
Papegaaien en parkieten
Psittacidae
NL
Amazona arausiaca (I)
Roodkeelamazone
Amazona auropalliata (I)
Geelnekamazone
Amazona barbadensis (I)
Geelvleugelamazone
Amazona brasiliensis (I)
Roodstaartamazone
Amazona finschi (I)
Finchs amazone
Amazona guildingii (I)
Sint Vincent- of koningsamazone
Amazona imperialis (I)
Keizeramazone
Amazona leucocephala (I)
Cubaanse amazone
Amazona oratrix (I)
Geelkopamazone
Amazona pretrei (I)
Roodbrilamazone
Amazona rhodocorytha (I)
Roodkruinamazone
99
NL
Amazona tucumana (I)
Tucuman-amazone
Amazona versicolor (I)
Sint Lucia-amazone
Amazona vinacea (I)
Wijnkleurige amazone
Amazona viridigenalis (I)
Groenwangamazone
Amazona vittata (I)
Portoricaanse amazone
Anodorhynchus spp. (I)
Hyacinthara’s
Ara ambiguus (I)
Buffons ara
Ara glaucogularis (I)
Blauwkeelara
Ara macao (I)
Geelvleugelara
Ara militaris (I)
Soldatenara
Ara rubrogenys (I)
Roodwangara
Cyanopsitta spixii (I)
Spix' ara
Cyanoramphus cookii (I) Cyanoramphus forbesi (I)
Geelvoorhoofdkakariki
Cyanoramphus novaezelandiae (I)
Roodvoorhoofdkakariki
Cyanoramphus saisseti (I)
NL
100
NL
NL
Cyclopsitta diophthalma coxeni (I)
Coxens dubbeloogvijgpapegaai
Eunymphicus cornutus (I)
Hoornparkiet
Guarouba guarouba (I)
Goudparkiet
Neophema chrysogaster (I)
Oranjebuikparkiet
Ognorhynchus icterotis (I)
Geeloorparkiet
Pezoporus occidentalis (mogelijk uitgestorven) (I)
Australische nachtpapegaai
Pezoporus wallicus (I)
Grondpapegaai
Pionopsitta pileata (I)
Roodkappapegaai
Primolius couloni (I)
Blauwkopara
Primolius maracana (I)
Illigers ara
Psephotus chrysopterygius (I)
Goudschouderparkiet
Psephotus dissimilis (I)
Kapparkiet
Psephotus pulcherrimus (mogelijk uitgestorven) (I)
Paradijsparkiet
Psittacula echo (I)
Mauritius-papegaai
101
NL
Pyrrhura cruentata (I)
Blauwkeelconure
Rhynchopsitta spp. (I)
Dikbekpapegaaien
Strigops habroptilus (I)
Kakapo of uilpapegaai
RHEIFORMES
Nandoes
Rheidae
Nandoes Darwins nandoe
Pterocnemia pennata (I) (Met uitzondering van Pterocnemia pennata pennata, die in bijlage B is opgenomen.) Pterocnemia pennata pennata (II)
Darwins nandoe (Patagonische ondersoort)
Rhea americana (II)
Nandoe
SPHENISCIFORME S
Pinguïns
Spheniscidae
Pinguïns Spheniscus demersus (II)
Humboldtpinguin
Spheniscus humboldti (I)
NL
Zwartvoetpinguin
102
NL
STRIGIFORMES
Uilen STRIGIFORM ES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Strigidae
NL
Uilen
Echte uilen Aegolius funereus (II)
Ruigpootuil
Asio flammeus (II)
Velduil
Asio otus (II)
Ransuil
Athene noctua (II)
Steenuil
Bubo bubo (II) (Met uitzondering van Bubo bubo bengalensis, die in bijlage B is opgenomen)
Oehoe
Glaucidium passerinum (II)
Dwerguil
Heteroglaux blewitti (I)
Bossteenuil
Mimizuku gurneyi (I)
Grote dwergooruil
Ninox natalis (I)
Christmas Islandvalkuil
Ninox novaeseelandiae undulata (I)
Boeboek
Nyctea scandiaca (II)
Sneeuwuil
103
NL
Otus ireneae (II)
Sokoke-dwergooruil
Otus scops (II)
Dwergooruil
Strix aluco (II)
Bosuil
Strix nebulosa (II)
Laplanduil
Strix uralensis (II) (Met uitzondering van Strix uralensis davidi, die in bijlage B is opgenomen)
Oeraluil
Surnia ulula (II)
Sperweruil
Tytonidae
Kerkuilen Tyto alba (II)
Kerkuil
Tyto soumagnei (I)
Madagaskar-grasuil
STRUTHIONIFORM ES
Struisvogels
Struthionidae
Struisvogels Struisvogel
Struthio camelus (I) (Alleen de populaties in Algerije, Burkina Faso, Kameroen, de CentraalAfrikaanse Republiek, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Marokko, Niger, Nigeria, Senegal en Soedan; geen enkele andere
NL
104
NL
populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) TINAMIFORMES
Tinamoes of stuithoenders
Tinamidae
Tinamoes of stuithoenders Kluizenaarstuithoen
Tinamus solitarius (I) TROGONIFORMES
Trogons
Trogonidae
Trogons Quetzal
Pharomachrus mocinno (I) REPTILIA
Reptielen
CROCODYLIA
Krokodilachtigen CROCODYLIA spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Alligators en kaaimannen
Alligatoridae
NL
Krokodilachtigen
Alligator sinensis (I)
Chinese alligator
Caiman crocodilus apaporiensis (I)
Apaporisbrilkaaiman
Caiman latirostris (I) (Met uitzondering van de populatie in
Breedsnuitkaaiman
105
NL
Argentinië, die is opgenomen in bijlage B) Zwarte kaaiman
Melanosuchus niger (I) (Met uitzondering van de populatie in Brazilië, die is opgenomen in bijlage B, en de populatie in Ecuador, die is opgenomen in bijlage B en waarvoor het jaarlijks exportquotum vastgesteld blijft op nul totdat door het Citessecretariaat en de Crocodile Specialist Group van IUCN/SSC een jaarlijks exportquotum is goedgekeurd) Crocodylidae
NL
Krokodillen Crocodylus acutus (I) (Met uitzondering van de populatie in Cuba, die is opgenomen in bijlage B)
Spitssnuitkrokodil
Crocodylus cataphractus (I)
Pantserkrokodil
Crocodylus intermedius (I)
Orinoco-krokodil
106
NL
NL
Crocodylus mindorensis (I)
Filipijnse krokodil
Crocodylus moreletii (I) (Met uitzondering van de populatie in Belize en in Mexico die in bijlage B zijn opgenomen, met een nulquotum voor wilde soorten die voor commerciële doeleinden worden verhandeld)
Bultkrokodil
Crocodylus niloticus (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Egypte [met een nulquotum voor wilde specimens die voor commerciële doeleinden worden verhandeld], Ethiopië, Kenia, Madagaskar, Malawi, Mozambique, Namibië, ZuidAfrika, Uganda, de Verenigde Republiek Tanzania [waar
Nijlkrokodil
107
NL
voor een jaarlijks exportquotum is vastgesteld van ten hoogste 1600 aan de natuur onttrokken specimens, inclusief jachttrofeeën, naast de van ranching afkomstige specimens], Zambia en Zimbabwe; deze populaties zijn opgenomen in bijlage B.)
NL
Crocodylus palustris (I)
Moeraskrokodil
Crocodylus porosus (I) (Met uitzondering van de populaties in Australië, Indonesië and Papoea-NieuwGuinea, die zijn opgenomen in bijlage B)
Zeekrokodil
Crocodylus rhombifer (I)
Cubaanse of ruitkrokodil
Crocodylus siamensis (I)
Siamese krokodil
Osteolaemus tetraspis (I)
Breedvoorhoofdkrokodil
Tomistoma schlegelii (I)
Onechte gaviaal
108
NL
Gavialen
Gavialidae
Ganges-gaviaal
Gavialis gangeticus (I) RHYNCHOCEPHALIA
Brughagedisachtigen
Sphenodontidae
Brughagedissen Brughagedissen
Sphenodon spp. (I) SAURIA
Hagedissen
Agamidae
Agamen Uromastyx spp. (II)
Chamaeleonidae
Kameleons Bradypodion spp. (II)
Dwergkameleons
Brookesia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Kortstaartdwergkameleons
Pantserdwergkameleon
Brookesia perarmata (I) Calumma spp. (II)
Madagaskarkameleons
Chamaeleo spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Echte kameleons
Gewone kameleon
Chamaeleo chamaeleon (II)
NL
Doornstaartagamen
109
NL
Furcifer spp. (II)
Madagaskarkameleons
Kinyongia spp. (II)
Dwergkameleons
Nadzikambia spp. (II)
Dwergkameleons Gordelstaarthagedissen
Cordylidae
Echte gordelstaarthagedissen
Cordylus spp. (II) Gekkonidae
Gekko’s Slangeneilandgekko
Cyrtodactylus serpensinsula (II)
Phelsuma spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Nieuw-Zeelandse gekko’s
Naultinus spp. (III NieuwZeeland)
Nieuw-Zeelandse boomgekko’s
Daggekko's
Round Islanddaggekko
Phelsuma guentheri (II) Uroplatus spp. (II) Helodermatidae
Platstaartgekko’s Korsthagedissen
Heloderma spp. (II) (Met uitzondering van de in
NL
Hoplodactylus spp. (III NieuwZeeland)
110
Gila-monster en Mexicaanse korsthagedis
NL
bijlage A opgenomen subspecies) Guatemalteekse korsthagedis
Heloderma horridum charlesbogerti (I) Iguanidae
Leguanen Amblyrhynchu s cristatus (II)
Galapagoszeeleguaan Fiji-leguanen
Brachylophus spp. (I) Conolophus spp. (II)
Galapagoslandleguanen
Ctenosaura bakeri (II)
Utilastekelstaartleguaan
Ctenosaura oedirhina (II)
Roatánstekelstaartleguaan
Ctenosaura melanosterna (II)
Rio Aguanstekelstaartleguaan
Ctenosaura palearis (II)
Guatemalteekse stekelstaartleguaan Ringstaartleguanen
Cyclura spp. (I) Iguana spp. (II)
Echte leguanen
Phrynosoma blainvillii (II) Phrynosoma cerroense (II) Phrynosoma coronatum (II)
Padhagedis
Phrynosoma wigginsi (II)
NL
111
NL
San Estebanchuckwalla
Sauromalus varius (I)
Echte hagedissen
Lacertidae Gallotia simonyi (I)
Simony's hagedis
Podarcis lilfordi (II)
Balearen-hagedis
Podarcis pityusensis (II)
Pityusen-hagedis
Scincidae
Skinks Corucia zebrata (II)
Krokodilstaarthagedissen en teju’s
Teiidae Crocodilurus amazonicus (II)
Krokodilstaarthagedis
Dracaena spp. (II)
Kaaimanteju's
Tupinambis spp.(II)
Reuzenteju’s
Varanidae
Varanen Varanus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
NL
Grijpstaartskink
Varanen
Varanus bengalensis (I)
Bengaalse varaan
Varanus flavescens (I)
Gele varaan
Varanus griseus (I)
Woestijnvaraan
112
NL
Varanus komodoensis (I)
Komodo-varaan
Varanus nebulosus (I)
Nevelvaraan
Varanus olivaceus (II)
Grays varaan Knobbelhagedissen
Xenosauridae Shinisaurus crocodilurus (II) SERPENTES
Slangen
Boidae
Boa's Boidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
NL
Chinese krokodilstaarthagedis
Boa's
Acrantophis spp. (I)
Madagaskar-boa's
Boa constrictor occidentalis (I)
Argentijnse boa constrictor
Epicrates inornatus (I)
Gewone slanke boa
Epicrates monensis (I)
Mona-boa
Epicrates subflavus (I)
Gele slanke boa
Eryx jaculus (II)
Kleine zandboa
Sanzinia madagascariensis (I)
Madagaskarhondskopboa
113
NL
Round Island-boa’s
Bolyeriidae Bolyeriidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Round Island-boa’s
Bolyeria multocarinata (I)
Round Island-boa
Casarea dussumieri (I)
Dussumiers boa
Colubridae
Ringslangen Atretium schistosum (III India)
Indiase kielrugslang
Cerberus rynchops (III India)
Hondskopwaterslang
Clelia clelia (II)
Mussurana
Cyclagras gigas (II)
Reuzenwaterslang
Elachistodon westermanni (II)
Indische eierslang
Ptyas mucosus (II)
Oosterse rattenslang Xenochroph Visslang is piscator (III India)
Elapidae
Cobra’s en koraalslangen Hoplocephalus bungaroides (II)
NL
114
Breedkopslang
NL
Micrurus diastema (III Honduras)
Atlantische koraalslang
MiddenMicrurus nigrocinctus Amerikaanse (III koraalslang Honduras) Naja atra (II)
Chinese brilslang
Naja kaouthia (II)
Indiase brilslang
Naja mandalayensis (II)
Burmese brilslang
Naja naja (II)
Brilslang of cobra
Naja oxiana (II)
Centraal-Aziatische brilslang
Naja philippinensis (II)
Filipijnse brilslang
Naja sagittifera (II)
Andamanenbrilslang
Naja samarensis (II)
Samar-brilslang
Naja siamensis (II)
Indochinese brilslang
Naja sputatrix (II)
Spuwende brilslang
Naja sumatrana (II)
Sumatraanse brilslang
Ophiophagus hannah (II)
Koningscobra
Loxocemidae
Spitskoppythons Loxocemidae spp. (II)
NL
115
Spitskoppythons
NL
Pythons
Pythonidae Pythonidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Pythons
Tijgerpython
Python molurus molurus (I)
Bosslangen
Tropidophiidae Tropidophiidae spp. (II)
Bosslangen
Viperidae
Adders Crotalus durissus (III Honduras)
Aruba-ratelslang
Crotalus durissus unicolor Daboia russelii (III India)
NL
Zuid-Amerikaanse ratelslang
Russells adder
Vipera latifii
Latifi's adder
Vipera ursinii (I) (Uitsluitend de populatie in Europa, met uitzondering van het grondgebied van de voormalige USSR; laatstgenoemde populaties zijn niet in de bijlagen bij deze
Spitssnuitadder
116
NL
verordening opgenomen.) Vipera wagneri (II)
Wagners adder
TESTUDINES
Schildpadden
Carettochelyidae
Nieuw-Guinese tweeklauwschildpadden Carettochelys insculpta (II)
Chelidae
Nieuw-Guinese tweeklauwschildpad Slangenhalsschildpadden
Chelodina mccordi (II)
Slangenhalsschildpad Onechte spitskopschildpad
Pseudemydura umbrina (I) Cheloniidae
Zeeschildpadden Cheloniidae spp. (I)
Zeeschildpadden
Chelydridae
Bijtschildpadden Macrochelys Alligatorschildpad temminckii of gierschildpad (III Verenigde Staten van Amerika)
Dermatemydidae
Tabascoschildpadden Dermatemys mawii (II)
Dermochelyidae
Lederschildpadden Lederschildpad
Dermochelys coriacea (I)
NL
Tabasco-schildpad
117
NL
Doos- en moerasschildpadden
Emydidae Chrysemys picta
Westelijke sierschildpad
Glyptemys insculpta (II)
Amerikaanse bosschildpad Muhlenbergs schildpad
Glyptemys muhlenbergii (I) Graptemys spp. (III Verenigde Staten van Amerika) Terrapene spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Zaagrug- of landkaartschildpadden
Doosschildpadden
Mexicaanse doosschildpad
Terrapene coahuila (I) Trachemys scripta elegans Geoemydidae
Roodwangsierschildpad Aardschildpadachtigen
Batagur affinis (I)
Zuidelijke rivierschildpad
Batagur baska (I)
Batagur of tuntong Batagur spp. (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
NL
118
NL
Cuora spp. (II)
Aziatische doosschildpadden Driekielstraalschildpad
Geoclemys hamiltonii (I) Geoemyda spengleri (III China)
Spenglers aardschildpad
Heosemys annandalii (II)
Tempelschildpad
Heosemys depressa (II)
Arakanaardschildpad
Heosemys grandis (II)
Reuzenaardschildpad
Heosemys spinosa (II)
Gestekelde aardschildpad
Leucocephalon yuwonoi (II)
Sulawesiaardschildpad
Malayemys macrocephala (II)
Maleisische slakkeneter
Malayemys subtrijuga (II)
Rijstveldschildpad
Mauremys annamensis (II)
Annamese schildpad
Iversons Mauremys iversoni (III moerasschildpad China) GrootkopdriekielMauremys megaloceph schildpad ala (III China) Mauremys mutica (II)
NL
119
Gele moerasschildpad
NL
Mauremys nigricans (III China)
Kwantungmoerasschildpad of Chinese roodkeelschildpad
Mauremys pritchardi (III China)
Pritchards moerasschildpad
Mauremys reevesii (III China)
Chinese driekielschildpad
Mauremys sinensis (III China)
Chinese streepnekschildpad
Melanochelys tricarinata (I)
Driekielaardschildpad
Morenia ocellata (I)
Achterindische pauwoogmoerasschildpad Maleise platrugschildpad
Notochelys platynota (II)
GleufbekOcadia glyphistoma streepnekschildpad (III China) Ocadia philippeni (III China) Orlitia borneensis (II)
Borneorivierschildpad
Pangshura spp.(II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Dakschildpadden
Indische dakschildpad
Pangshura tecta (I)
NL
Philippens streepnekschildpad
120
NL
Beales pauwoogschildpad
Sacalia pseudocella ta (III China)
Chinese schijnoogschildpad
Sacalia quadriocell ata (III China)
Vieroogschildpad
Siebenrockiella crassicollis (II)
Zwarte dikkopschildpad
Siebenrockiella leytensis (II)
Filipijnse aardschildpad
Platysternidae
Grootkopschildpadden Platysternon megacephalum (II)
Podocnemididae
Grootkopschildpad
Scheenplaatschildpadden Erymnochelys madagascariensis (II)
Madagaskarscheenplaatschildpad
Peltocephalus dumerilianus (II)
Zuid-Amerikaanse grootkopschildpad
Podocnemis spp. (II)
Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden
Testudinidae
Landschildpadden Testudinidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species; voor
NL
Sacalia bealei (III China)
121
Landschildpadden
NL
Geochelone sulcata is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.)
NL
Astrochelys radiata (I)
Stralenschildpad
Astrochelys yniphora (I)
Madagaskarschildpad
Chelonoidis nigra (I)
Galapagoslandschildpad
Gopherus flavomarginatus (I)
Mexicaanse reuzengofferschildpad
Malacochersus tornieri (II)
Pannenkoekschildpad
Psammobates geometricus (I)
Geometrische landschildpad
Pyxis arachnoides (I)
Madagaskarspinschildpad
Pyxis planicauda (I)
Madagaskarplatstaartschildpad
Testudo graeca (II)
Moorse landschildpad
Testudo hermanni (II)
Griekse landschildpad
122
NL
Testudo kleinmanni (I)
Kleinmanns landschildpad
Testudo marginata (II)
Klokschildpad
Trionychidae
Drieklauw- en weekschildpadden Zuidoost-Aziatische weekschildpad
Amyda cartilaginea (II) Apalone spinifera atra (I)
Zwarte drieklauwschildpad
Aspideretes gangeticus (I)
Gangesdrieklauwschildpad
Aspideretes hurum (I)
Pauwoogdrieklauwschildpad
Aspideretes nigricans (I)
Heilige drieklauwschildpad Chitra spp. (II)
Smalkopweekschildpadden
Lissemys punctata (II)
Indische klepweekschildpad
Lissemys scutata (II)
Burmese klepweekschildpad Palea steindachneri (III China)
Reuzenweekschildpadden
Pelochelys spp. (II)
NL
123
Halskwabweekschildpad
Pelodiscus axenaria (III China)
Hunanweekschildpad
Pelodiscus maackii (III China)
Amoerweekschildpad
NL
Pelodiscus parviformis (III China)
Chinese weekschildpad
Rafetus swinhoei (III China)
Yangtzeweekschildpad
AMPHIBIA
Amfibieën
ANURA
Kikkers en padden
Bufonidae
Padden Altiphrynoides spp. (I)
Malcolms Ethiopische padden
Atelopus zeteki (I)
Bonte klompvoetkikker
Bufo periglenes (I)
Gouden pad
Bufo superciliaris (I)
Wenkbrauwpad
Nectophrynoides spp. (I)
Levendbarende padden
Nimbaphrynoides spp. (I)
Nimba-padden
Spinophrynoides spp. (I)
Osgoods Ethiopische padden
Calyptocephalellidae Calyptocep halella gayi (III Chili) Dendrobatidae
NL
Helmkop
Gifkikkers Allobates femoralis (II)
Dijvlekgifkikker
Allobates zaparo (II)
Zaparo-gifkikker
124
NL
Cryptophyllobates azureiventris (II)
Blauwbuikgifkikker
Dendrobates spp. (II)
Boomgifkikkers
Epipedobates spp. (II)
Bodemgifkikkers
Phyllobates spp. (II)
Pijlgifkikkers Boomkikkers
Hylidae Agalychnis spp. (II) Mantellidae
Gouden prachtkikkers Mantella spp. (II)
Microhylidae
Gouden prachtkikkers Tomaatkikkers Tomaatkikker
Dyscophus antongilii (I) Scaphiophryne gottlebei (II) Ranidae
NL
Makikikkers
Gottlebes smalbekkikker Echte kikkers
Conraua goliath
Goliathkikker
Euphlyctis hexadactylus (II)
Zesteenkikker
Hoplobatrach us tigerinus (II)
Tijgerkikker
Rana catesbeiana
Stierkikker
125
NL
Maagbroedende kikkers
Rheobatrachidae Rheobatrachus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Zuidelijke maagbroedende kikker
Rheobatrachus silus (II) CAUDATA
Salamanders
Ambystomatidae
Axolotls Ambystoma dumerilii (II)
Achaque
Ambystoma mexicanum (II)
Axolotl
Cryptobranchidae
Reuzensalamanders Andrias spp. (I)
Reuzensalamanders
Salamandridae
Echte salamanders Luristanbeeksalamander
Neurergus kaiseri (I) ELASMOBRANCHII
Kraakbeenvissen
LAMNIFORMES
Haringhaaiachtigen
Cetorhinidae
Reuzenhaaien Cetorhinus maximus (II)
Lamnidae
Reuzenhaai Makreelhaaien
Carcharodon carcharias (II)
NL
Maagbroedende kikkers
126
Mensenhaai
NL
Lamna nasus (III 27 EUlidstaten)22 ORECTOLOBIFOR MES
Bakerhaaien
Rhincodontidae
Walvishaaien Rhincodon typus (II)
Walvishaai
RAJIFORMES
Roggen
Pristidae
Zaagroggen Pristidae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen species)
Zaagroggen
Pristis microdon (II) (Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, hoofdzakelijk voor instandhoudin gsdoelstellinge n en voor zover deze dieren bestemd zijn voor passende en aanvaardbare
22
NL
Haringhaai of neushaai
Zoetwaterzaagrog
De opneming van Lamna nasus in bijlage C wordt van kracht zodra de opneming van deze soort in bijlage III bij de overeenkomst van kracht wordt, d.w.z. 90 dagen nadat het Cites-secretariaat aan alle partijen heeft meegedeeld dat de soort in bijlage III bij de overeenkomst is opgenomen.
127
NL
aquaria. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.) ACTINOPTERYGII
Straalvinnige vissen
ACIPENSERIFORM ES
Steurachtigen ACIPENSERI FORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Acipenseridae
Steuren Acipenser brevirostrum (I)
Kortsnuitsteur
Acipenser sturio (I)
Gewone steur
ANGUILLIFORMES
Palingachtigen
Anguillidae
Palingen Anguilla anguilla (II)
Europese paling of aal
CYPRINIFORMES
Karperachtigen
Catostomidae
Zuigkarpers Zuigkarper
Chasmistes cujus (I)
NL
Steurachtigen
128
NL
Echte karpers
Cyprinidae Caecobarbus geertsi (II)
Julliens barbeel
Probarbus jullieni (I) OSTEOGLOSSIFOR MES
Beentongvissen
Osteoglossidae
Echte beentongvissen Arapaima gigas (II)
Arapaima Aziatische beentongvis
Scleropages formosus (I) PERCIFORMES
Baarsachtigen
Labridae
Lipvissen Cheilinus undulatus (II)
Sciaenidae
Napoleonvis Ombervissen Macdonalds trommelvis
Totoaba macdonaldi (I) SILURIFORMES
Meervalachtigen
Pangasiidae
Reuzenmeervallen Reuzenmeerval
Pangasianodon gigas (I) SYNGNATHIFORM ES
Zeenaaldachtigen
Syngnathidae
Zeenaalden en zeepaardjes Hippocampus spp. (II)
NL
Afrikaanse blinde barbeel
129
Zeepaardjes
NL
SARCOPTERYGII
Kwastvinnige vissen
CERATODONTIFO RMES
Australische longvissen
Ceratodontidae
Australische longvissen Australische longvis
Neoceratodus forsteri (II) COELACANTHIFO RMES
Coelacantachtigen
Latimeriidae
Coelacanten Latimeria spp. (I)
Coelacanten
ECHINODERMATA (STEKELHUIDIGEN ) HOLOTHUROIDEA
Zeekomkommers
ASPIDOCHIROTID A
Zeekomkommers
Stichopodidae
Zeekomkommers Isostichopu s fuscus (III Ecuador)
Bruine zeekomkommer
ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN)
NL
ARACHNIDA
Spinachtigen
ARANEAE
Spinnen
Theraphosidae
Vogelspinnen Aphonopelma albiceps (II)
Tarantula
Aphonopelma pallidum (II)
Mexicaanse grijze tarantula
Brachypelma spp. (II)
Vogelspinnen
130
NL
SCORPIONES
Schorpioenen
Scorpionidae
Schorpioenen Pandinus dictator (II)
Dictatorschorpioen
Pandinus gambiensis (II)
Senegalese reuzenschorpioen
Pandinus imperator (II)
Keizerschorpioen
INSECTA
Insecten
COLEOPTERA
Kevers
Lucanidae
Vliegende herten Colophon spp. (III ZuidAfrika)
Scarabaeidae
Kaapse vliegende herten
Bladsprietkevers Satanaskever
Dynastes satanas (II) LEPIDOPTERA
Vlinders en motten
Nymphalidae
Schoenlappers Agrias amydon boliviensis (III Bolivia) Morpho godartii lachaumei (III Bolivia) Prepona praeneste buckleyana (III Bolivia)
NL
131
NL
Pages en pauwogen
Papilionidae Atrophaneura jophon (II)
Sri Lanka-roospage
Atrophaneura palu
Palu-roospage
Atrophaneura pandiyana (II)
Malabar-roospage
Bhutanitis spp. (II)
Bhutankoninginnenpages
Graphium sandawanum
Apokoninginnenpage
Graphium stresemanni
Seramkoninginnenpage
Ornithoptera spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Vogelvleugelvlinder s
Alexandra's vogelvleugelvlinder
Ornithoptera alexandrae (I) Papilio benguetanus
Luzon-pauwoog
Papilio chikae (I) Papilio esperanza
NL
Filipijnse pauwoog
Oaxaca-pauwoog
Papilio homerus (I)
Homeruspauwoog
Papilio hospiton (I)
Corsicaanse pauwoog Papilio morondavana
Madagaskarkeizerpauwoog
Papilio neumoegeni
Sumba-pauwoog
132
NL
Parides ascanius
Rio de Janeiropauwoog
Parides hahneli
Hahnels Amazonepauwoog Apollovlinder
Parnassius apollo (II) Teinopalpus spp. (II)
Kaiser-ihindvlinders
Trogonoptera spp. (II)
Vogelvleugelvlinder s
Troides spp. (II)
Gouden vogelvleugelvlinders
ANNELIDA (GELEDE WORMEN) HIRUDINOIDEA
Bloedzuigers
ARHYNCHOBDELL IDA Hirudinidae
Bloedzuigers Hirudo medicinalis (II)
Noordelijke medicinale bloedzuiger
Hirudo verbana (II)
Zuidelijke medicinale bloedzuiger
MOLLUSCA (WEEKDIEREN) BIVALVIA
Tweekleppigen
MYTILOIDA
Zeemossels
Mytilidae
Echte mossels Lithophaga lithophaga (II)
NL
Steenboorder
UNIONOIDA
Zoetwatermossels
Unionidae
Echte
133
NL
zoetwatermossels Vogelvleugelparelm ossel
Conradilla caelata (I) Cyprogenia aberti (II) Dromus dromas (I)
Dromedarisparelmos sel
Epioblasma curtisii (I)
Curtis’ parelmossel
Epioblasma florentina (I)
Geelbloesemparelm ossel
Epioblasma sampsonii (I)
Sampsons parelmossel
Epioblasma sulcata perobliqua (I)
Purperen kattenpootmossel
Epioblasma torulosa gubernaculum (I)
Groenbloesemparel mossel
Epioblasma torulosa rangiana (II)
NL
Westelijke waaierschelp
Taanbloesemparelm ossel
Epioblasma torulosa torulosa (I)
Knobbelbloesempar elmossel
Epioblasma turgidula (I)
Zwelbloesemparelm ossel
Epioblasma walkeri (I)
Bruinbloesemparelm ossel
Fusconaia cuneolus (I)
Fijnstraalvarkensteenparelmo ssel
Fusconaia edgariana (I)
Glanzende varkensteenparelmo ssel
Lampsilis
Higgins’
134
NL
higginsii (I)
oogparelmossel
Lampsilis orbiculata orbiculata (I)
Roze slijkmossel
Lampsilis satur (I)
Gewone boekparelmossel
Lampsilis virescens (I)
Alabamalampmossel
Plethobasus cicatricosus (I)
Witte wrattenrugparelmoss el
Plethobasus cooperianus (I)
Oranjevoetpuistmos sel Pleurobema clava (II)
Klompschelpparelm ossel
Pleurobema plenum (I)
Ruige varkensteenparelmo ssel
Potamilus capax (I)
Dikboekparelmossel
Quadrula intermedia (I)
Cumberlandapensnoetparelmoss el
Quadrula sparsa (I)
Appalachenapensnoetparelmoss el
Toxolasma cylindrellus (I)
Bleke lilliputparelmossel
Unio nickliniana (I)
Nicklins parelmossel
Unio tampicoensis tecomatensis (I)
Tampicoparelmossel
Villosa trabalis (I)
Cumberlandboonparelmossel
VENEROIDA
NL
135
NL
Doopvontschelpen
Tridacnidae Tridacnidae spp. (II)
Doopvontschelpen
GASTROPODA
Buikpotigen of slakken
MESOGASTROPOD A Kroonslakken
Strombidae
Karko of roze vleugelhoorn
Strombus gigas (II) STYLOMMATOPH ORA
Hawaï-boomslakken
Achatinellidae
Kleine agaatslakken
Achatinella spp. (I) Camaenidae
Groenslakken Groenslak
Papustyla pulcherrima (II) CNIDARIA (HOLTEDIEREN) ANTHOZOA
Koralen en zeeanemonen
ANTIPATHARIA
Doornkoralen ANTIPATHA RIA spp. (II)
NL
Doornkoralen
GORGONACEAE
Hoornkoralen
Coralliidae
Bloedkoralen
136
Corallium elatius (III China)
Momo-bloedkoraal
Corallium japonicum (III China)
Japans bloedkoraal
NL
Corallium konjoi (III China)
Konjoi-bloedkoraal
Corallium secundum (III China)
Engelhuidbloedkora al
HELIOPORACEA Blauwe koralen
Helioporidae Helioporidae spp. (II) (Omvat uitsluitend de soort Heliopora coerulea)23 SCLERACTINIA
Echte koralen SCLERACTI NIA spp. (II)24
Echte koralen
STOLONIFERA
Buiskoralen
Tubiporidae
Orgelpijpkoralen Tubiporidae spp. (II)25
23
24
25
NL
Blauwe koralen
Orgelpijpkoralen
De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op: fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten. De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op: fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten. De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op: fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.
137
NL
HYDROZOA
Poliepen
MILLEPORINA Milleporidae
Brandkoralen of vuurkoralen Milleporidae spp. (II)26
Brandkoralen of vuurkoralen
STYLASTERINA Stylasteridae
Kantkoralen Stylasteridae spp. (II)27
Kantkoralen
FLORA (PLANTEN) AGAVACEAE
Agavefamilie Santa Cruzstreepagave
Agave parviflora (I) Agave victoriaereginae (II) #4
Koningin Victoriaagave
Nolina interrata (II)
San Diegoberengras
AMARYLLIDACEAE
26
27
NL
Narcisfamilie Galanthus spp. (II) #4
Sneeuwklokjes
Sternbergia spp. (II) #4
Leliën des velds
De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op: fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten. De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op: fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.
138
NL
ANACARDIACEAE
Pruikenboomfamilie Operculicarya hyphaenoides (II)
Jabihy
Operculicarya pachypus (II)
Tabily
Hoodia spp. (II) #9
Hoodia’s
Pachypodium spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4
Madagaskar-palmen
APOCYNACEAE
Pachypodium ambongense (I)
Olifantromppalm
Pachypodium baronii (I)
Sleutelbloempalm
Pachypodium decaryi (I)
Hanenspoorbloempa lm Rauvolfia serpentina (II) #2
ARALIACEAE
Klimopfamilie Panax ginseng (II) (Alleen de populatie in de Russische Federatie; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) #3
NL
Slangenwortelduivelspeper
139
Ginseng
NL
Panax quinquefolius (II) #3 ARAUCARIACEAE
Araucariafamilie Apenverdriet
Araucaria araucana (I) BERBERIDACEAE
Berberisfamilie Podophyllum hexandrum (II) #2
BROMELIACEAE Tillandsia harrisii (II) #4
Harris' tillandsia
Tillandsia kammii (II) #4
Kamms tillandsia
Tillandsia kautskyi (II) #4
Kautsky's tillandsia
Tillandsia mauryana (II) #4
Maury's tillandsia
Tillandsia sprengeliana (II) #4
Sprengels tillandsia
Tillandsia sucrei (II) #4
Sucre-tillandsia
Tillandsia xerographica (II)28 #4
Xerografie-tillandsia
Cactusfamilie CACTACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in
NL
Indische alruinwortel Bromeliafamilie
CACTACEAE
28
Amerikaanse ginseng
Cactussen
Het verhandelen van specimens met oorsprongscode A is alleen toegestaan als de verhandelde specimens laagtebladeren (catafyllen) hebben.
140
NL
bijlage A opgenomen species en Pereskia spp., Pereskiopsis spp. en Quiabentia spp.)29 #4
29
NL
Ariocarpus spp. (I)
Levendesteencactuss en
Astrophytum asterias (I)
Stercactus
Aztekium ritteri (I)
Aztekencactus
Coryphantha werdermannii (I)
Zwijnspeldenkussen
Discocactus spp. (I)
Schijfcactussen
Echinocereus ferreirianus ssp. lindsayi (I)
Lindsays egelcactus
Echinocereus schmollii (I)
Lamsstaartcactus
Escobaria minima (I)
Nellie Cory’s cactus
Escobaria sneedii (I)
Sneeds speldenkussen
Mammillaria pectinifera (I)
Biggencactus
Op kunstmatig gekweekte specimens van de volgende hybriden en/of cultivars zijn de bepalingen van de verordening niet van toepassing: Hatiora x graeseri Schlumbergera x buckleyi Schlumbergera russelliana x Schlumbergera truncata Schlumbergera orssichiana x Schlumbergera truncata Schlumbergera opuntioides x Schlumbergera truncata Schlumbergera truncata (cultivars) Cactaceae spp.: de kleurmutanten die zijn geënt op de volgende onderstammen: Harrisia „Jusbertii”, Hylocereus trigonus of Hylocereus undatus Opuntia microdasys (cultivars).
141
NL
NL
Mammillaria solisioides (I)
Pitayta
Melocactus conoideus (I)
Kegelvormige Turksemutscactus
Melocactus deinacanthus (I)
Prachtborstelige Turksemutscactus
Melocactus glaucescens (I)
Wollige wassteelTurksemutscactus
Melocactus paucispinus (I)
Geringstekelige Turksemutscactus
Obregonia denegrii (I)
Artisjokcactus
Pachycereus militaris (I)
Teddybeercactus
Pediocactus bradyi (I)
Brady’s speldenkussen
Pediocactus knowltonii (I)
Knowltons cactus
Pediocactus paradinei (I)
Paradines cactus
Pediocactus peeblesianus (I)
Peebles' navajocactus
Pediocactus sileri (I)
Silers speldenkussen
Pelecyphora spp. (I)
Bijltjescactussen
Sclerocactus brevihamatus ssp. tobuschii (I)
Tobuschs vishaakcactus
Sclerocactus erectocentrus (I)
Acuña-cactus
Sclerocactus
Uinta Basin-cactus
142
NL
glaucus (I) Sclerocactus mariposensis (I)
Lloyds vlindercactus
Sclerocactus mesae-verdae (I)
Mesa Verde-cactus
Sclerocactus nyensis (I)
Tonopahvishaakcactus
Sclerocactus papyracanthus (I)
Papierstekelvishaakc actus
Sclerocactus pubispinus (I)
Great Basinvishaakcactus
Sclerocactus wrightiae (I)
Wrights vishaakcactus
Strombocactus spp. (I)
Tolcactussen
Turbinicarpus spp. (I)
Turbinecactussen
Uebelmannia spp. (I)
Uebelmanns cactussen
CARYOCARACEAE
Caryocarfamilie Caryocar costaricense (II) #4
COMPOSITAE (ASTERACEAE)
Asterfamilie (composieten) Cost, kutki of kuth
Saussurea costus (I) (Ook S. lappa, Aucklandia lappa of A. costus genoemd.) CRASSULACEAE
Vetplantenfamilie Dudleya
NL
Knoflookboom
143
Laguna Beach-
NL
stolonifera (II)
liveforever
Dudleya traskiae (II)
Santa Barbaraliveforever
CUCURBITACEAE
Komkommerfamilie Zygosicyos pubescens (II) (ook bekend onder de naam Xerosicyos pubescens)
Tobory
Zygosicyos tripartitus (II)
Betoboky
CUPRESSACEAE
Cipresfamilie Fitzroya cupressoides (I)
Alerce
Pilgerodendro n uviferum (I)
Chileense cipres
CYATHEACEAE
Cyatheafamilie Cyathea spp. (II) #4
CYCADACEAE
Cycaspalmenfamilie CYCADACE AE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4
Cycaspalmen
Beddomes cycaspalm
Cycas beddomei (I) DICKSONIACEAE
NL
Cyathea’s (boomvarens)
Dicksoniafamilie Cibotium barometz (II) #4
Kettingvaren, cibota of gou-ji
Dicksonia spp.
Dicksonia’s
144
NL
(II) (Alleen de Amerikaanse populaties; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen. Omvat Dicksonia berteriana, D. externa, D. sellowiana en D. stuebelii) #4 DIDIEREACEAE
Didiereafamilie DIDIEREACE AE spp. (II) #4
DIOSCOREACEAE
Madagaskarboomvarens, aluaudia’s Yamswortelfamilie
Dioscorea deltoidea (II) #4 DROSERACEAE
Olifantspoot
Zonnedauwfamilie Dionaea muscipula (II) #4
EUPHORBIACEAE
Venusvliegenval
Wolfsmelkfamilie Euphorbia spp. (II) #4 (Uitsluitend succulente species, met uitzondering van: 1) Euphorbia misera; 2) kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Euphorbia
NL
(boomvarens)
145
Euphorbia's of wolfsmelken
NL
trigona; 3) kunstmatig gekweekte specimens van Euphorbia lactea die op een kunstmatig gekweekte onderstam van Euphorbia neriifolia zijn geënt, mits zij: kamvormig of waaiervormig of kleurmutanten zijn; 4) kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Euphorbia „Milii”, mits zij: gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens herkenbaar zijn, en in partijen van 100 of meer planten in de Unie worden binnengebrach t of uit de Unie worden (her)uitgevoerd; op bovengenoemd e categorieën zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing; en 5) de in bijlage
NL
146
NL
A opgenomen species.) Euphorbia ambovombensi s (I)
Amovombewolfsmelk
Euphorbia capsaintemarie nsis (I)
Cap Sainte Mariewolfsmelk
Euphorbia cremersii (I) (Met inbegrip van de vorm viridifolia en de varieteit rakotozafyi)
Cremers' wolfsmelk
Euphorbia cylindrifolia (I) (Met inbegrip van de ssp. tuberifera)
Rondbladige wolfsmelk
Euphorbia decaryi (I) (Met inbegrip van de varieteiten ampanihyensis, robinsonii en sprirosticha)
Decary’s wolfsmelk
Euphorbia francoisii (I)
François’ wolfsmelk
Euphorbia handiensis (II) Gomera-wolfsmelk
Euphorbia lambii (II) Euphorbia moratii (I) (Met inbegrip van de varieteiten antsingiensis, bemarahensis en multiflora)
NL
147
NL
Euphorbia parvicyathopho ra (I) Euphorbia quartziticola (I) Daphnevlaswolfsmelk
Euphorbia stygiana (II) Euphorbia tulearensis (I) FOUQUIERIACEAE
Fouquieriafamilie Flesboom, boojumboom of grote waskaars
Fouquieria columnaris (II) #4
Ocotillo
Fouquieria fasciculata (I) Fouquieria purpusii (I) GNETACEAE
Gnetumfamilie Gnetum montanum (III Nepal) #1
JUGLANDACEAE
Okkernootfamilie Oreomunnea pterocarpa (II) #4
LAURACEAE
LEGUMINOSAE
NL
Caribische walnoot
Laurierfamilie Aniba rosaeodora (II) (ook A. duckei genoemd) #12
(FABACEAE)
Melindjo, gam nui of sot nui
Braziliaans rozenhout
Vlinderbloemigen Caesalpinia echinata (II)
148
Brazielhout of pernambuk
NL
#10 Palissander
Dalbergia nigra (I)
NL
Dalbergia retusa (III Guatemala) (Uitsluitend de populatie in Guatemala; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage D) #5
Cocobolo
Dalbergia stevensonii (III Guatemala) (Uitsluitend de populatie in Guatemala; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage D) #5
Honduraspalissander
Dipteryx panamensis (III Costa Rica / Nicaragua)
Amandelboom
Pericopsis elata (II) #5
Afrormosia
Platymiscium pleiostachyum (II) #4
Christobal of ñambar
Pterocarpus santalinus (II) #7
Rood sandelhout
149
NL
LILIACEAE
Leliefamilie Aloe spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Aloe vera, ook genoemd Aloe barbadensis, die niet in de bijlagen bij deze verordening is opgenomen) #4
Aloë’s
Aloe albida (I)
Witte aloë
Aloe albiflora (I)
Witbloemaloë
Aloe alfredii (I)
Alfredi’s aloë
Aloe bakeri (I)
Kaapse aloë
Aloe bellatula (I)
Prachtaloë
Aloe calcairophila (I)
NL
Aloe compressa (I) (Met inbegrip van de varieteiten paucitubercula ta, rugosquamosa en schistophila)
Korte aloë
Aloe delphinensis (I)
Dolfijnaloë
Aloe descoingsii (I)
Dwergaloë
150
NL
Aloe fragilis (I)
Fragiele aloë
Aloe haworthioides (I) (Met inbegrip van de varieteit aurantiaca)
Schijnspinaloë of kanten aloë
Aloe helenae (I)
Helena’s aloë
Aloe laeta (I) (Met inbegrip van de varieteit maniaensis)
Bonte aloë
Aloe parallelifolia (I)
Evenwijdigbladige aloë
Aloe parvula (I)
Kleinste aloë
Aloe pillansii (I)
Pijlkokerboom of Richtervelds aloë
Aloe polyphylla (I)
Spiraalaloë
Aloe rauhii (I)
Rauhs aloë
Aloe suzannae (I)
Suzannes aloë
Aloe versicolor (I)
Wisselkleurige aloë
Aloe vossii (I)
Voss’ aloë
MAGNOLIACEAE
Tulpenboomfamilie Safan Magnolia liliifera var. obovata (III Nepal) #1
MELIACEAE
Mahoniefamilie Cedrela fissilis (III Bolivia)
NL
151
NL
(Uitsluitend de populatie in Bolivia; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage D) #5 Cedrela lilloi (III Bolivia) (Uitsluitend de populatie in Bolivia; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage D) #5 Spaanse ceder Cedrela odorata (III Bolivia / Brazilië / Colombia / Guatemala / Peru) (Uitsluitend de populaties in de landen waarvoor deze soort in bijlage III is opgenomen ; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage D) #5 Swietenia humilis (II) #4
NL
152
Mexicaanse mahonieboom
NL
Swietenia macrophylla (II) (Neotropische populaties, d.w.z. de populaties in Midden- en Zuid-Amerika en het Caribisch gebied) #6
Braziliaanse mahonieboom
Swietenia mahagoni (II) #5
Cubaanse mahonieboom
NEPENTHACEAE
Bekerplantenfamilie Nepenthes spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4 Nepenthes khasiana (I)
Indiase bekerplant
Nepenthes rajah (I)
Reuzenbekerplant
ORCHIDACEAE
Orchideeënfamilie ORCHIDACE AE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)30 #4
30
NL
Bekerplanten
Orchideeën
Op kunstmatig gekweekte specimens van hybriden van de genera Cymbidium, Dendrobium, Phalaenopsis en Vanda zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing indien zij gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens kunnen worden herkend en geen tekenen vertonen dat zij aan de wilde natuur zijn onttrokken, zoals mechanische schade of sterke uitdroging als gevolg van het verzamelen, onregelmatige groei en heterogeniteit qua grootte en vorm binnen hetzelfde taxon en dezelfde partij, aan de bladeren klevende algen of andere epifyllen of door insecten of andere organismen veroorzaakte schade; voorts moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
153
NL
Voor alle – hierna genoemde orchideeënsoorten van bijlage A zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing op zaailing- of weefselculture n indien deze: - in vitro zijn verkregen op een vaste of vloeibare voedingsbode m; - voldoen aan de definitie van „kunstmatig gekweekt” overeenkomsti g artikel 56 van Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie; en - bij het binnenbrengen in de Unie of bij de
–
–
a) indien zij in niet-bloeiende toestand worden verzonden, dienen de specimens te worden verhandeld in zendingen die bestaan uit individuele recipiënten (bijvoorbeeld pakken, dozen, kratten of afzonderlijke laadborden met CC-containers) met telkens 20 of meer exemplaren van dezelfde hybride vorm; de planten in elke recipiënt dienen een hoge mate van uniformiteit te vertonen en in goede gezondheid te verkeren; en de zendingen dienen vergezeld te gaan van documentatie, zoals een factuur, waarin het aantal planten van elke hybride vorm duidelijk is aangegeven; of b) indien zij in bloeiende toestand worden verzonden, met ten minste één volledig geopende bloem per specimen, is geen minimumaantal specimens per zending vereist maar dienen de specimens op professionele wijze te zijn klaargemaakt voor de detailverkoop, bijvoorbeeld door het aanbrengen van gedrukte etiketten of het gebruik van bedrukte verpakkingen waarop de naam van de hybride en die van het land van laatste verwerking zijn vermeld. Deze informatie dient duidelijk zichtbaar te zijn en een vlotte controle mogelijk te maken. Planten die niet duidelijk voor deze vrijstelling in aanmerking komen, moeten vergezeld gaan van de passende Cites-documenten.
NL
154
NL
(weder)uitvoer uit de Unie in steriele recipiënten worden getransporteerd.
NL
Aerangis ellisii (I)
Madagaskarorchidee
Cephalanthera cucullata (II)
Kretenzisch nieskruid
Cypripedium calceolus (II)
Vrouwenschoentje
Dendrobium cruentum (I)
Bloedrode orchidee
Goodyera macrophylla (II)
Madeiranetbladorchidee
Laelia jongheana (I)
Jonghes lelie
Laelia lobata (I)
Gaffellelie
Liparis loeselii (II)
Groenknolorchis
Ophrys argolica (II)
Geoogde bijenorchis
Ophrys lunulata (II)
Halvemaanorchidee
Orchis scopulorum (II)
Madeira-orchis
Paphiopedilum spp. (I)
Venusschoentjes
Peristeria elata (I)
Heiligegeestorchide e
Phragmipediu m spp. (I)
Zuid-Amerikaanse pantoffelorchideeën
Renanthera imschootiana
Rode Vanda-
155
NL
(I)
orchidee
Spiranthes aestivalis (II)
Zomerschroeforchis
OROBANCHACEAE
Bremraapfamilie Woestijnbremraap
Cistanche deserticola (II) #4 PALMAE
Palmenfamilie
(ARECACEAE)
Manaranopalm
Beccariophoen ix madagascarie nsis (II) #4
Vlinderpalm
Chrysalidocarp us decipiens (I)
Rode makipalm
Lemurophoeni x halleuxii (II) Lodoicea maldivica (III Seychellen) #13 Marojejya darianii (II)
Grootbladpalm
Neodypsis decaryi (II) #4
Driehoekspalm
Ravenea louvelii (II)
Madagaskar-palm
Ravenea rivularis (II)
Majesteitpalm
Satranala decussilvae (II)
Satranabepalm
Voanioala gerardii (II)
Boskokosnoot
PAPAVERACEAE
Papaverfamilie Meconopsis
NL
Coco de mer
156
Himalaya-klaproos
NL
regia (III Nepal) #1 PASSIFLORACEAE
Passiebloemfamilie Vahisasety
Adenia olaboensis (II) PINACEAE
Dennenfamilie Guatemala-spar
Abies guatemalensis (I) Pinus koraiensis (III Russische Federatie) #5 PODOCARPACEAE
Koreaanse den
Podocarpusfamilie Podocarpus Geelhoutden neriifolius (III Nepal) #1 Parlatore's podocarpus
Podocarpus parlatorei (I) PORTULACACEAE
Posteleinfamilie Anacampseros spp. (II) #4
Postelein
Avonia spp. (II) #4
Marentakcactussen
Lewisia serrata (II) #4
Maguires bitterwortel
PRIMULACEAE
Sleutelbloemfamilie Cyclamen spp. (II)31 #4
31
NL
Cyclamens
Op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Cyclamen persicum zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing. Deze vrijstelling geldt evenwel niet voor als slapende knollen verhandelde specimens.
157
NL
RANUNCULACEAE
Ranonkelfamilie Adonis vernalis (II) #2
Voorjaarsadonis
Hydrastis canadensis (II) #8
Goudzegel
ROSACEAE
Rozenfamilie Prunus africana (II) #4
RUBIACEAE
Walstrofamilie Ayugue
Balmea stormiae (I) SARRACENIACEA E
Trompetbekerplante nfamilie Sarracenia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4
Trompetbekerplante n
Sarracenia oreophila (I)
Groene trompetbekerplant
Sarracenia rubra ssp. alabamensis (I)
Alabamatrompetbekerplant
Sarracenia rubra ssp. jonesii (I)
Zoete bergtrompetbekerpla nt
SCROPHULARIACE AE
Helmkruidfamilie Picrorhiza kurrooa (II) (met uitsluiting van Picrorhiza scrophulariiflo ra) #2
NL
Afrikaanse kers of roodstinkhout
158
Katki
NL
STANGERIACEAE
Stangeriafamilie Bowenia spp. (II) #4
Bowenia’s Hottentottenhoofd
Stangeria eriopus (I) TAXACEAE
Taxusfamilie Taxus chinensis en de infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2
Chinese taxus
Taxus cuspidata en de infraspecifieke taxa van deze soort (II)32 #2
Japanse taxus
Taxus fuana en de infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2
Tibetaanse taxus
Taxus sumatrana en de infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2
Sumatraanse taxus
Taxus wallichiana (II) #2
Himalaya-taxus
THYMELAEACEAE
Peperboompjesfamil ie
(AQUILARIACEAE) Aquilaria spp. (II) #4
32
NL
Agarhout
Op levende, kunstmatig gekweekte hybriden en cultivars van Taxus cuspidata in potten of andere kleine recipiënten, deel uitmakend van een zending die vergezeld gaat van een etiket of document waarop de naam van het taxon of de taxa en de tekst „artificially propagated/kunstmatig gekweekt” zijn vermeld, zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.
159
NL
Gonystylus spp. (II) #4
Ramin
Gyrinops spp. (II) #4
Agarhout
TROCHODENDRAC EAE
Tetracentronfamilie Tetracentro n sinense (III Nepal) #1
(TETRACENTRACE AE) VALERIANACEAE
Valeriaanfamilie Nardostachys grandiflora (II) #2
VITACEAE
Indische nard
Wijnstokfamilie Cyphostemma elephantopus (II)
Lazampasika
Cyphostemma montagnacii (II)
Lazambohitra
WELWITSCHIACE AE
Welwitschiafamilie Welwitschia mirabilis (II) #4
ZAMIACEAE
Welwitschia
Zamiafamilie ZAMIACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4
NL
Spoorblad
Zamiafamilie
Ceratozamia spp. (I)
Hoornkegelpalmen
Chigua spp. (I)
Chigua’s
Encephalartos
Broodbomen
160
NL
spp. (I) Kurkpalm
Microcycas calocoma (I) ZINGIBERACEAE
Gemberfamilie Filipijnse guirlande of gemberlelie
Hedychium philippinense (II) #4 ZYGOPHYLLACEA E
Pokhoutfamilie Bulnesia sarmientoi (II) #11
Gayak
Guaiacum spp. (II) #2
Pokhout
Bijlage D
Gewone naam
FAUNA CHORDATA (CHORDADIEREN) MAMMALIA
Zoogdieren
CARNIVORA
Roofdieren
Canidae
Hondachtigen Vulpes vulpes griffithi (III India) §1
Griffiths vos
Vulpes vulpes montana (III India) §1
Indische bergvos
Vulpes vulpes pusilla (III India) §1
Kleine rode vos
Mustelidae
NL
Marterachtigen Mustela altaica (III India) §1
Bergwezel
Mustela erminea ferghanae (III India) §1
Indische bergwezel
161
NL
Mustela kathiah (III India) §1
Geelbuikwezel
Mustela sibirica (III India) §1
Siberische wezel
DIPROTODONTIA
Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes
Macropodidae
Kangoeroes en wallaby’s Dendrolagus dorianus
Doria's boomkangoeroe
Dendrolagus goodfellowi
Goodfellows boomkangoeroe
Dendrolagus matschiei
Matschies boomkangoeroe
Dendrolagus pulcherrimus
Goudmantelboomkangoeroe
Dendrolagus stellarum
Seri's boomkangoeroe
AVES
Vogels
ANSERIFORMES
Eendachtigen
Anatidae
Eenden, ganzen en zwanen Mellers eend
Anas melleri COLUMBIFORMES
Duifachtigen
Columbidae
Duiven Columba oenops
Salvins duif
Didunculus strigirostris
Tandduif
Ducula pickeringii
Pickerings muskaatduif
Gallicolumba crinigera
Bartletts dolksteenduif
Ptilinopus marchei
Marche's jufferduif
Turacoena modesta
Timorese zwarte duif
GALLIFORMES
Hoenderachtigen
Cracidae
Hokko’s Gewone of zwarte hokko
Crax alector
NL
162
NL
Pauxi unicornis
Hoornhokko
Penelope pileata
Witkuifsjakohoen
Megapodiidae
Grootpoothoenders Eulipoa wallacei
Phasianidae
Fazantachtigen Arborophila gingica
Rickets bospatrijs
Lophura bulweri
Bulwers vuurrugfazant
Lophura diardi
Siamese vuurrugfazant
Lophura inornata
Salvadori's vuurrugfazant
Lophura leucomelanos
Kalij-vuurrugfazant
Syrmaticus reevesii §2
Koningsfazant
PASSERIFORMES
Zangvogels
Bombycillidae
Pestvogels Bombycilla japonica
Japanse pestvogel Kraaiachtigen
Corvidae Cyanocorax caeruleus
Azuurblauwe gaai
Cyanocorax dickeyi
Kroongaai
Cotingidae
Cotinga’s Procnias nudicollis
Naaktkeelklokvogel Gorzen
Emberizidae Dacnis nigripes
Zwartpootpitpit
Sporophila falcirostris
Temmincks dikbekje
Sporophila frontalis
Reuzendikbekje
Sporophila hypochroma
Roodstuitdikbekje
Sporophila palustris
Moerasdikbekje
Estrildidae
Astrilden Amandava amandava
NL
Moluks boshoen
163
Tijgervink
NL
Cryptospiza reichenovii
Reichenows bergastrilde
Erythrura coloria
Mindanao-papegaaiamadine
Erythrura viridifacies
Manilla-papegaaiamadine
Estrilda quartinia (Vaak verhandeld onder de naam Estrilda melanotis)
Geelsnavelastrilde
Hypargos niveoguttatus
Rode druppelastrilde
Lonchura griseicapilla
Witkruinnon
Lonchura punctulata
Muskaatvink
Lonchura stygia
Zwarte rietvink
Fringillidae
Vinken Carduelis ambigua
Yunnan-groenling
Carduelis atrata
Zwarte sijs
Kozlowia roborowskii
Tibetaanse roodmus
Pyrrhula erythaca
Grijskopgoudvink
Serinus canicollis
Geelkruinkanarie
Serinus citrinelloides hypostictus (Vaak verhandeld onder de naam Serinus citrinelloides)
Oost-Afrikaanse dunbekkanarie
Icteridae
Troepialen Sturnella militaris
Muscicapidae
NL
Zwartkopsoldatenspreeuw Vliegenvangers en lijsters
Cochoa azurea
Javaanse blauwe cochoa
Cochoa purpurea
Purpercochoa
Garrulax formosus
Roodvleugellijstergaai
Garrulax galbanus
Geelbuiklijstergaai
Garrulax milnei
Roodstaartlijstergaai
164
NL
Niltava davidi
Père Davids niltava
Stachyris whiteheadi
Whiteheads boomtimalia
Swynnertonia swynnertoni (Ook Pogonicichla swynnertoni genoemd)
Swynnertons sterrenpaapje
Turdus dissimilis
Zwartborstlijster Pitta’s
Pittidae Pitta nipalensis
Blauwnekpitta
Pitta steerii
Steeres pitta Boomklevers
Sittidae Sitta magna
Reuzenboomklever
Sitta yunnanensis
Yunnan-boomklever
Sturnidae
Spreeuwen Cosmopsarus regius
Koningsglansspreeuw
Mino dumontii
Papoea-maina
Sturnus erythropygius
Andamanen-spreeuw
REPTILIA
Reptielen
TESTUDINES
Schildpadden
Geoemydidae
Aardschildpadachtigen Melanochelys trijuga
SAURIA
Hagedissen
Agamidae
Agamen Physignathus cocincinus
Anguidae
Chinese wateragaam Hazelwormachtigen
Abronia graminea Gekkonidae
Boomalligatorhagedis Gekko’s
Rhacodactylus
NL
Indiase zwarte schildpad
165
Ruwe reuzengekko
NL
auriculatus Rhacodactylus ciliatus
Gestekelde reuzengekko
Rhacodactylus leachianus
Nieuw-Caledonische reuzengekko
Teratoscincus microlepis
Kleinschubbige wondergekko
Teratoscincus scincus
Spookgekko
Gerrhosauridae
Gordelstaarthagedissen Zonosaurus karsteni
Karstens gordelhagedis
Zonosaurus quadrilineatus
Vierstreepgordelhagedis
Iguanidae
Leguanen Ctenosaura quinquecarinata
Scincidae
NL
Skinks Tribolonotus gracilis
Sierlijke helmskink of roodoogkrokodilskink
Tribolonotus novaeguineae
Nieuw-Guinese helmskink
SERPENTES
Slangen
Colubridae
Ringslangen Elaphe carinata §1
Taiwanese stinkslang
Elaphe radiata §1
Sterrattenslang
Elaphe taeniura §1
Taiwanese rattenslang
Enhydris bocourti §1
Bocourts waterslang
Homalopsis buccata §1
Mopsneusslang
Langaha nasuta
Madagaskar-bladneusslang
Leioheterodon madagascariensis
Madagaskar-haakneusslang
Ptyas korros §1
Geelbuikrattenslang
Rhabdophis subminiatus
Giftige waterslang
166
NL
§1 Zeeslangen
Hydrophiidae Lapemis curtus (Omvat ook Lapemis hardwickii) §1 Viperidae
Adders Calloselasma rhodostoma §1
Maleise mocassinslang
AMPHIBIA
Amfibieën
ANURA
Kikkers en padden
Hylidae
Boomkikkers Phyllomedusa sauvagii
Leptodactylidae
Wasmakikikker Fluitkikkers
Leptodactylus laticeps Ranidae
Santa Fe-fluitkikker Echte kikkers
Limnonectes macrodon
Javaanse reuzenkikker of groottandkikker
Rana shqiperica
Albanese poelkikker
CAUDATA
Salamanders
Hynobiidae
Aziatische salamanders Ranodon sibiricus
Plethodontidae
Siberische kikkertandsalamander of Semirechensk-salamander Longloze salamanders
Bolitoglossa dofleini Salamandridae
NL
Logge zeeslang
Reuzenpalmsalamander Echte salamanders
Cynops ensicauda
Zwaardstaartsalamander
Echinotriton andersoni
Andersons krokodilsalamander
Pachytriton labiatus
Lipsalamander
Paramesotriton spp.
Wrattensalamanders
167
NL
Salamandra algira
Noord-Afrikaanse vuursalamander
Tylototriton spp.
Krokodilsalamanders
ACTINOPTERYGII
Straalvinnige vissen
PERCIFORMES
Baarsachtigen
Apogonidae Pterapogon kauderni
Kardinaalbaars
ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN) INSECTA
Insecten
LEPIDOPTERA
Vlinders en motten
Papilionidae
Pages en pauwogen Baronia brevicornis
Mexicaanse of kortsprietbaronia
Papilio grosesmithi
Madagaskar-pauwoog
Papilio maraho
Breedstaartpauwoog
MOLLUSCA (WEEKDIEREN) GASTROPODA
Buikpotigen of slakken
Haliotidae
Zeeoren Haliotis midae
Midasoor
FLORA AGAVACEAE
Agavefamilie Calibanus hookeri
Mexicaanse rolsteenagave of sacamecate
Dasylirion longissimum
Berengras
ARACEAE
NL
Aronskelkfamilie Arisaema dracontium
Groenedraakaronskelk
Arisaema erubescens
Lichtrode aronskelk
Arisaema galeatum
Gehelmde aronskelk
168
NL
Arisaema nepenthoides Arisaema sikokianum
Japanse cobralelie
Arisaema thunbergii var. Urashima
Urashima-aronskelk
Arisaema tortuosum
Zweepkoordcobralelie
Biarum davisii ssp. Marmarisense
Davis’ marmeraronskelk
Biarum ditschianum
Arfakaronskelk
COMPOSITAE (ASTERACEAE)
Asterfamilie (composieten) Arnica montana §3
Valkruid
Othonna cacalioides
Cacaliamadeliefje
Othonna clavifolia
Sleutelbladmadeliefje
Othonna hallii
Van Halls madeliefje
Othonna herrei
Herres madeliefje
Othonna lepidocaulis
Schubsteelmadeliefje
Othonna retrorsa
Treurmadeliefje
ERICACEAE
Heidefamilie Arctostaphylos uva-ursi §3
GENTIANACEAE
Gentiaanfamilie Gentiana lutea §3
LEGUMINOSAE (FABACEAE)
NL
Berendruif
Gele gentiaan Vlinderbloemigen
Dalbergia granadillo §4
Cocobolo
Dalbergia retusa (Met uitzondering van de populatie die is opgenomen in bijlage C) §4
Cocobolo
Dalbergia stevensonii (Met uitzondering van de populatie die is
Honduras-palissander
169
NL
opgenomen in bijlage C) §4 LILIACEAE
Leliefamilie Trillium pusillum
Dwergdrieblad
Trillium rugelii
Stinkend drieblad
Trillium sessile
Aronskelkboslelie of paddenschaduw
LYCOPODIACEAE
Wolfsklauwfamilie Lycopodium clavatum §3
MELIACEAE
Grote wolfsklauw Mahoniefamilie
Cedrela fissilis (Met uitzondering van de populatie die is opgenomen in bijlage C) §4 Cedrela lilloi (C. angustifolia) (Met uitzondering van de populatie die is opgenomen in bijlage C) §4 Cedrela montana §4
Bergceder
Cedrela oaxacensis §4
Oaxaca-ceder
Cedrela odorata (Met uitzondering van de populaties die zijn opgenomen in bijlage C) §4
Spaanse ceder
Cedrela salvadorensis §4 El Salvador-ceder Cedrela tonduzii §4 MENYANTHACEAE
Watergentiaanfamilie Menyanthes trifoliata §3
PARMELIACEAE
Parmeliakorstmossen Cetraria islandica §3
NL
Waterdrieblad
170
IJslands mos
NL
PASSIFLORACEAE
Passiebloemfamilie Adenia glauca
Blauwgele woestijnroos
Adenia pechuelli
Olifantsvoet
PEDALIACEAE
Sesamfamilie Harpagophytum spp. §3
PORTULACACEAE
Duivelsklauw Posteleinfamilie
Ceraria carrissoana
Angolese postelein
Ceraria fruticulosa
Heesterpostelein
SELAGINELLACEAE
Selaginellafamilie Selaginella lepidophylla
Roos van Jericho”
_____________
NL
171
NL
BIJLAGE II Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad (PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1) Verordening (EG) nr. 938/97 van de Commissie (PB L 140 van 30.5.1997, blz. 1) Verordening (EG) nr. 2307/97 van de Commissie (PB L 325 van 27.11.1997, blz. 1) Verordening (EG) nr. 2214/98 van de Commissie (PB L 279 van 16.10.1998, blz. 3) Verordening (EG) nr. 1476/1999 van de Commissie (PB L 171 van 7.7.1999, blz. 5) Verordening (EG) nr. 2724/2000 van de Commissie (PB L 320 van 18.12.2000, blz. 1) Verordening (EG) nr. 1579/2001 van de Commissie (PB L 209 van 2.8.2001, blz. 14) Verordening (EG) nr. 2476/2001 van de Commissie (PB L 334 van 18.12.2001, blz. 3) Verordening (EG) nr. 1497/2003 van de Commissie (PB L 215 van 27.8.2003, blz. 3) Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)
Uitsluitend artikel 3 en bijlage III, punt 66
Verordening (EG) nr. 834/2004 van de Commissie (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 40) Verordening (EG) nr. 1332/2005 van de Commissie (PB L 215 van 19.8.2005, blz. 1) Verordening (EG) nr. 318/2008 van de Commissie (PB L 95 van 8.4.2008, blz. 3) Verordening (EG) nr. 407/2009 van de Commissie (PB L 123 van 19.5.2009, blz. 3) Verordening (EG) nr. 398/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 5)
NL
172
NL
Verordening (EU) nr. 709/2010 van de Commissie (PB L 212 van 12.8.2010, blz. 1) Verordening (EU) nr. 101/2012 van de Commissie (PB L 39 van 11.2.2012, blz. 133) _____________
NL
173
NL
BIJLAGE III CONCORDANTIETABEL Verordening (EG) nr. 338/97
NL
De onderhavige verordening
Artikel 1
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 4
Artikel 5, leden 1 tot en met 5
Artikel 5, leden 1 tot en met 5
Artikel 5, lid 6, aanhef
Artikel 5, lid 6, aanhef
Artikel 5, lid 6, onder i)
Artikel 5, lid 6, onder a)
Artikel 5, lid 6, onder ii)
Artikel 5, lid 6, onder b)
Artikel 5, lid 7, onder a)
Artikel 5, lid 7, eerste alinea
Artikel 5, lid 7, onder b)
Artikel 5, lid 7, tweede alinea
Artikel 6, leden 1, 2 en 3
Artikel 6, leden 1, 2 en 3
Artikel 6, lid 4, onder a)
Artikel 6, lid 4, eerste alinea
Artikel 6, lid 4, onder b)
Artikel 6, lid 4, tweede alinea
Artikel 7, lid 1, onder a)
Artikel 7, lid 1, eerste alinea
Artikel 7, lid 1, onder b), aanhef
Artikel 7, lid 1, tweede alinea
Artikel 7, lid 1, onder b), i)
Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), i)
Artikel 7, lid 1, onder b), ii)
Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), ii)
Artikel 7, lid 1, onder b), iii)
Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), iii)
Artikel 7, lid 1, onder c)
Artikel 7, lid 1, derde alinea
Artikel 7, lid 2, onder a)
Artikel 7, lid 2, eerste alinea
Artikel 7, lid 2, onder b)
Artikel 7, lid 2, tweede alinea
Artikel 7, lid 2, onder c)
Artikel 7, lid 2, derde alinea
_______
Artikel 7, lid 2, vierde alinea
174
NL
NL
Artikel 7, lid 3
Artikel 7, lid 3, eerste alinea
_______
Artikel 7, lid 3, tweede alinea
Artikel 7, lid 4
Artikel 7, lid 4, eerste alinea
_______
Artikel 7, lid 4, tweede alinea
Artikel 8
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 10
Artikel 11, lid 1
Artikel 11, lid 1
Artikel 11, lid 2, onder a)
Artikel 11, lid 2, eerste alinea
Artikel 11, lid 2, onder b)
Artikel 11, lid 2, tweede alinea
Artikel 11, leden 3, 4 en 5
Artikel 11, leden 3, 4 en 5
Artikel 12, leden 1, 2 en 3
Artikel 12, leden 1, 2 en 3
Artikel 12, lid 4
Artikel 12, lid 4, eerste alinea
_______
Artikel 12, lid 4, tweede alinea
Artikel 12, lid 5
Artikel 12, lid 5
Artikel 13, lid 1, onder a)
Artikel 13, lid 1, eerste alinea
Artikel 13, lid 1, onder b)
Artikel 13, lid 1, tweede alinea
Artikel 13, lid 2
Artikel 13, lid 2
Artikel 13, lid 3, onder a)
Artikel 13, lid 3, eerste alinea
Artikel 13, lid 3, onder b)
Artikel 13, lid 3, tweede alinea
Artikel 13, lid 3, onder c)
Artikel 13, lid 3, derde alinea
Artikel 14, lid 1, onder a)
Artikel 14, lid 1, eerste alinea
Artikel 14, lid 1, onder b)
Artikel 14, lid 1, tweede alinea
Artikel 14, lid 1, onder c)
Artikel 14, lid 1, derde alinea
Artikel 14, lid 2
Artikel 14, lid 2
Artikel 14, lid 3, onder a)
Artikel 14, lid 3, eerste alinea
Artikel 14, lid 3, onder b)
Artikel 14, lid 3, tweede alinea
175
NL
Artikel 14, lid 3, onder c)
Artikel 14, lid 3, derde alinea
Artikel 15, leden 1, 2 en 3
Artikel 15, leden 1, 2 en 3
Artikel 15, lid 4, onder a)
Artikel 15, lid 4, eerste alinea
Artikel 15, lid 4, onder b)
Artikel 15, lid 4, tweede alinea
Artikel 15, lid 4, onder c)
Artikel 15, lid 4, derde alinea
Artikel 15, lid 4, onder d)
Artikel 15, lid 4, vierde alinea
Artikel 15, leden 5 en 6
Artikel 15, leden 5 en 6
Artikel 16
Artikel 16
Artikel 17, lid 1
Artikel 17, lid 1
Artikel 17, lid 2, onder a)
Artikel 17, lid 2
Artikel 17, lid 2, onder b)
Artikel 17, lid 3
Artikel 18
Artikel 21
Artikel 19, lid 1, eerste alinea
_______
Artikel 19, lid 1, tweede alinea
Artikel 19, lid 1
Artikel 19, lid 2
_______
Artikel 19, lid 3
Artikel 18, lid 1
Artikel 19, lid 4
Artikel 18, lid 2
Artikel 19, lid 5
Artikel 18, lid 3
_______
Artikel 19, lid 2
_______
Artikel 20
Artikel 20
Artikel 22
Artikel 21
_______
_______
Artikel 23
Artikel 22
Artikel 24
Bijlage
Bijlage I
_______
Bijlage II
_______
Bijlage III _____________
NL
176
NL