NL
NL
NL
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 3.7.2007 COM(2007) 376 definitief 2007/0129 (COD)
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
(door de Commissie ingediend)
NL
NL
TOELICHTING 1) ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL 110
•
Motivering en doel van het voorstel
Verordening 883/2004, waardoor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels binnen de EU gemoderniseerd en verbeterd wordt, is in mei 2004 in werking getreden maar is nog niet van toepassing. Voordat de verordening van toepassing kan worden, dienen de bijlagen gecompleteerd te worden. 120
•
Algemene context
Verordening (EG) nr. 883/2004 vervangt Verordening (EEG) nr. 1408/71 waarin de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels geregeld is. De nieuwe verordening vereenvoudigt en moderniseert de bestaande wetgeving. Verordening 833/2004 bepaalt dat de inhoud van bijlagen II en X moet worden vastgesteld vóór de datum van toepassing van die Verordening. De overige bijlagen dienen te worden bijgewerkt, hoofdzakelijk om rekening te houden met de regelingen van de lidstaten die tot de EU zijn toegetreden na de datum van goedkeuring van de verordening (29 april 2004). 130
•
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
De bijlagen II en X van Verordening 883/2004, waarvan de inhoud nog niet is vastgesteld, zijn bedoeld ter vervanging van gelijkaardige bepalingen in de bijlagen III en II bis van Verordening 1408/71. De overige bijlagen waarop de voorgestelde wijzingen betrekking hebben, bevatten al bepalingen ten aanzien van verschillende lidstaten, maar dienen te worden aangevuld om rekening te houden met de lidstaten die sinds 29 april 2004 tot de EU zijn toegetreden. Enkele van deze bijlagen komen eveneens overeen met bepalingen in Verordening 1408/71. Bijlage I, deel 1 (voorschotten op onderhoudsverplichtingen), en de bijlagen III en IV (speciale regels voor verstrekkingen) betreffen echter alleen Verordening 883/2004. 141
•
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU
Niet van toepassing. 2) RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING • 211
Raadpleging van belanghebbende partijen
Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Alle lidstaten zijn uitgenodigd om de nodige voorstellen in te dienen voor vermeldingen in de bijlagen met betrekking tot hun nationale wetgeving. De diensten van de Commissie hebben deze voorstellen geëvalueerd en de details besproken met ambtenaren van de betreffende lidstaten.
212
NL
Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden
2
NL
Vrijwel alle verzoeken van de lidstaten zijn aanvaard. Enkele zijn weer ingetrokken omdat na overleg met de Commissie bleek dat zij niet noodzakelijk waren. •
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
229
Het was niet nodig een beroep te doen op externe deskundigheid.
230
•
Effectbeoordeling
Verordening 883/2004 vereenvoudigt en moderniseert de bestaande wetgeving. De verordening bepaalt dat de inhoud van bijlagen II en X moet worden vastgesteld vóór de datum van toepassing van de verordening. De overige bijlagen dienen bijgewerkt te worden om rekening te houden met de situatie van de lidstaten die sinds 29 april 2004 tot de EU zijn toegetreden. Verordening 883/2004 vergemakkelijkt de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels in de lidstaten en moderniseert en vereenvoudigt bestaande procedures. Dit zal een positief effect hebben, in vergelijking met de bestaande wetgeving, en zal de administratieve procedures verbeteren voor alle gebruikers van de verordening: nationale socialezekerheidsorganen, werkgevers, met name kleine en middelgrote ondernemingen, en individuele burgers. 3) JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL 305
•
Samenvatting van de voorgestelde maatregel
De verschillende bijlagen van de verordening bevatten bepalingen met betrekking tot afzonderlijke lidstaten. In de verordening is bepaald dat de inhoud van bijlage II (bepalingen van verdragen die van kracht blijven) en bijlage X (bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties) moet worden vastgesteld vóór de datum van toepassing van de verordening. De bijlagen I, III, IV, VI, VIII, IX en XI moeten worden aangepast om rekening te houden met de regelingen van de lidstaten die sinds 29 april 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden. Enkele andere minder belangrijke wijzigingen van de bijlagen zijn noodzakelijk om rekening te houden met recente ontwikkelingen in andere lidstaten. 310
•
Rechtsgrondslag
De artikelen 42 en 308 van het EG-Verdrag. 320
•
Subsidiariteitsbeginsel
Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voorzover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt: 321
NL
Communautair optreden in de vorm van coördinatiemaatregelen inzake sociale zekerheid wordt vereist door artikel 42 van het EG-Verdrag en is noodzakelijk om te garanderen dat het in het Verdrag vastgelegde recht van vrij verkeer volledig kan
3
NL
worden uitgeoefend. Zonder een dergelijke coördinatie zou het vrije verkeer niet werkelijk functioneren, aangezien mensen minder geneigd zouden zijn van dit recht gebruik te maken als zij daardoor in een andere lidstaat opgebouwde socialezekerheidsrechten zouden verliezen. De bestaande communautaire wetgeving inzake sociale zekerheid is niet bedoeld om de verschillende nationale socialezekerheidsstelsels te vervangen. Benadrukt dient te worden dat de voorgestelde verordening geen harmonisatiemaatregel is en niet verder gaat dan hetgeen noodzakelijk is voor een effectieve coördinatie. Het voorstel is hoofdzakelijk gericht op vereenvoudiging van de bestaande regelingen. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt: 324
De coördinatie van de socialezekerheidsstelsels is alleen mogelijk op communautair niveau. Het doel is te verzekeren dat de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels in alle lidstaten doelmatig werkt.
325
Wat kwalitatieve indicatoren betreft, kan dit voorstel, aangezien het louter een coördinerende maatregel is, alleen op communautair niveau in praktijk gebracht worden. Het voorstel zal leiden tot een meer doelmatige coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten.
327
De lidstaten blijven verantwoordelijk voor de organisatie en financiering van hun eigen socialezekerheidsstelsels. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. •
Evenredigheidsbeginsel
Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: 331
Verordening 883/2004 vereist deze maatregel, en de te wijzigen bijlagen zijn onderdeel van die verordening.
332
Het voorstel vergemakkelijkt de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voor de lidstaten en komt dus zowel de burgers als de nationale socialezekerheidsorganen ten goede. •
Keuze van de instrumenten
341
Voorgesteld(e) instrument(en): verordening
342
Andere instrumenten zijn om de volgende reden(en) niet geschikt: Er is in feite geen alternatief aangezien Verordening 883/2004 al een dergelijke maatregel vereist, en de bijlagen deel uitmaken van deze verordening. 4) GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
409
NL
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.
4
NL
5) AANVULLENDE INFORMATIE 510
•
511
Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van wetgeving.
512
Verordening 883/2004 bevat vereenvoudigde regels en procedures in vergelijking met de voorafgaande tekst, Verordening 1408/71.
560
•
Vereenvoudiging
Europese Economische Ruimte
De voorgestelde maatregel betreft een gebied dat onder de EER-Overeenkomst valt, zodat de verordening voor de gehele Europese Economische Ruimte dient te gelden. 570
•
Gedetailleerde toelichting op het voorstel
Punt 1 van de bijlage bevat wijzigingen van bijlage I van Verordening 883/2004, over voorschotten op onderhoudsverplichtingen (deel I) en bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie (deel II). Artikel 1, onder z), van de verordening bepaalt dat de in bijlage I genoemde verstrekkingen en uitkeringen geen "gezinsbijslagen" in de zin van de verordening zijn. De in bijlage I genoemde verstrekkingen en uitkeringen vallen dus buiten de werkingssfeer van deze verordening. De bepaling tot wijziging van de bijlage voegt een aantal uitkeringen aan de lijst toe. Punt 2 van de bijlage betreft de inhoud van bijlage II van Verordening 883/2004 over bilaterale verdragen die van toepassing blijven. Artikel 8, lid 1, van de verordening bepaalt dat deze in beginsel in de plaats treedt van verdragen inzake sociale zekerheid tussen de lidstaten die binnen de werkingssfeer van de verordening vallen. Dergelijke verdragen kunnen echter van toepassing blijven wanneer zij gunstiger zijn voor de rechthebbenden of indien zij voortvloeien uit specifieke historische omstandigheden en een in de tijd beperkt effect hebben. Bijlage II bevat een lijst van de desbetreffende verdragen. Enkele van deze verdragen bestrijken niet alle personen waarop de verordening van toepassing is; deze verdragen worden opgenoemd in deel B van de bijlage. De vermeldingen zijn grotendeels identiek aan de vermeldingen in bijlage III van Verordening 1408/71, de momenteel geldende tekst die overeenkomt met bijlage II van Verordening 883/2004. Punt 3 van de bijlage betreft wijzigingen van bijlage III van Verordening 883/2004, over beperking van het recht op verstrekkingen (gezondheidszorg) van gezinsleden van een grensarbeider. Volgens artikel 17 van de verordening is een persoon die in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat (de lidstaat die verantwoordelijk is voor het bepalen van de socialezekerheidsrechten) woont, tegen ziekte verzekerd in de bevoegde staat, maar heeft hij in de lidstaat van zijn woonplaats recht op verstrekkingen alsof hij daar verzekerd is; dit geldt ook voor gezinsleden van de verzekerde. Artikel 18, lid 1, van de verordening bepaalt dat deze personen ook bij een tijdelijk verblijf in de bevoegde lidstaat verstrekkingen kunnen verkrijgen. Artikel 18, lid 2, bepaalt echter een uitzondering voor de gezinsleden van een grensarbeider (een "grensarbeider" wordt in artikel 1, onder f), gedefinieerd als iemand die in een bepaalde lidstaat werkt maar in een andere lidstaat woont, waarnaar hij in beginsel ten minste eenmaal per week terugkeert). Als de gezinsleden van een grensarbeider
NL
5
NL
tijdelijk in de bevoegde lidstaat verblijven, hebben zij op grond van artikel 19 recht op verstrekkingen, voor zover de lidstaat in kwestie is opgenomen in de lijst in bijlage III. Het gevolg daarvan is dat deze personen alleen recht zullen hebben op de meer beperkte verstrekkingen die onder dat artikel vallen (behandeling die tijdens het verblijf medisch noodzakelijk wordt). De wijzigingsbepaling voegt een aantal lidstaten toe aan de lijst in de bijlage. Punt 4 van de bijlage wijzigt bijlage IV van Verordening 883/2004 betreffende een uitbreiding van de rechten op verstrekkingen voor pensioengerechtigden die naar de bevoegde lidstaat terugkeren. Artikel 27, lid 1, van de verordening bepaalt dat gepensioneerden en hun gezinsleden die buiten de bevoegde lidstaat wonen normaliter recht hebben op verstrekkingen op grond van artikel 19 (zie hierboven) wanneer zij tijdelijk in een andere lidstaat verblijven. Artikel 27, lid 2, bepaalt echter dat dergelijke personen recht hebben op alle verstrekkingen wanneer zij in de bevoegde lidstaat verblijven, op voorwaarde dat deze lidstaat in bijlage IV wordt genoemd. Het gevolg is dat zij recht hebben op alle verstrekkingen en niet alleen op de verstrekkingen als bedoeld in artikel 19. De wijzigingsbepaling voegt een aantal lidstaten toe aan de lijst in de bijlage. Bijlage V van Verordening 883/2004 wordt niet gewijzigd, aangezien geen lidstaat een verzoek daartoe heeft gedaan. Punt 5 van de bijlage wijzigt bijlage VI van Verordening 883/2004 over de vaststelling van A-wetgeving die van de bijzondere coördinatie zou moeten profiteren. Volgens artikel 44, lid 1, is "A-wetgeving" elke wetgeving volgens welke het bedrag van de invaliditeitsuitkeringen onafhankelijk is van de duur van de tijdvakken van verzekering of wonen, en die uitdrukkelijk vermeld is in bijlage VI. Op "A-uitkeringen" is een speciaal system van coördinatie van de sociale zekerheid van toepassing; de algemene regel is dat iemand die recht heeft op A-uitkeringen slechts één volledige invaliditeitsuitkering ontvangt van de lidstaat onder de wetgeving waarvan dat recht ontstaan is (in tegenstelling tot het B-systeem, waaronder een persoon aparte uitkeringen ontvangt van iedere lidstaat waar hij verzekerd is geweest, en deze uitkeringen op een pro rata-basis berekend worden). De wijzigingsbepaling voegt wetgeving van enkele lidstaten toe aan de lijst in de bijlage. Punt 6 van de bijlage wijzigt bijlage VII van Verordening 883/2004 over overeenstemming tussen de wettelijke regelingen van de lidstaten inzake de mate van invaliditeit. Artikel 46 van de verordening bepaalt dat wanneer een persoon recht heeft op invaliditeitsuitkeringen van meer dan één lidstaat, deze lidstaten ieder afzonderlijk de mate van invaliditeit vaststellen. Artikel 46, lid 3, bepaalt echter dat een door een lidstaat genomen beslissing omtrent de mate van invaliditeit bindend is voor iedere andere betrokken lidstaat, mits in bijlage VII is vermeld dat de voorwaarden van de wetgevingen van deze lidstaten met betrekking tot de mate van invaliditeit met elkaar overeenstemmen. Bijlage VII bevat momenteel vermeldingen betreffende overeenstemming tussen vier lidstaten: België, Frankrijk, Italië en Luxemburg. Als gevolg van recente wijzigingen van de nationale wetgeving van Luxemburg is er geen overeenstemming meer tussen de wetgeving van Luxemburg en die van de andere lidstaten; derhalve worden de vermeldingen betreffende Luxemburg uit de bijlage geschrapt. Punt 7 van de bijlage wijzigt bijlage VIII van Verordening 883/2004 betreffende
NL
6
NL
gevallen waarin van de pro rata-berekening van uitkeringen kan worden afgezien (deel 1) of waarin deze berekening niet van toepassing is (deel 2). Volgens artikel 52, lid 4, van de verordening kan van de berekening pro rata worden afgezien indien de berekening van de autonome uitkering (volgens de wetgeving van één bepaalde lidstaat) altijd tot een hoger bedrag leidt dan de pro rata-uitkering. Ingevolge artikel 52, lid 5, is de berekening pro rata niet van toepassing in gevallen waar tijdvakken geen rol spelen bij de berekening (bijvoorbeeld bij op kapitaaldekking gebaseerde regelingen). De in artikel 52 bepaalde uitzonderingen zijn alleen van toepassing als de betreffende regelingen vermeld zijn in bijlage VIII. De wijzigingen van artikel 52 en bijlage VIII zijn gedeeltelijk al overeengekomen tijdens de onderhandelingen in de Raad over het voorstel voor bijlage XI (Document van de Raad 15598/06 SOC 556 CODEC 1352). Bijlage VIII, als gewijzigd volgens dat voorstel, zal vermeldingen betreffende alle lidstaten met uitzondering van Bulgarije en Roemenië bevatten. Deze wijzigingsbepaling voegt dan ook alleen vermeldingen betreffende deze twee landen aan de bijlage toe. Punt 8 van de bijlage wijzigt bijlage IX van Verordening 883/2004 betreffende samenloop van uitkeringen. Lidstaten mogen anticumulatiebepalingen vaststellen om te verhinderen dat iemand aanspraak kan maken op twee of meer vergelijkbare uitkeringen voor hetzelfde tijdvak. Artikel 54 van de verordening beperkt de toepassing van de anticumulatiebepalingen van lidstaten: deze regels mogen niet worden toegepast op een pro rata-uitkering, en op een onafhankelijke prestatie alleen indien het een uitkering betreft die voldoet aan de criteria van artikel 54, lid 2, en die is opgenomen in bijlage IX. De criteria van artikel 54, lid 2, zijn dat hetzij het bedrag onafhankelijk moet zijn van de duur van de tijdvakken van verzekering of wonen (deel I van de bijlage), of dat de uitkering bepaald wordt op basis van een fictief tijdvak (deel II van de bijlage). Er wordt een uitzondering gemaakt voor overeenkomsten die in deel III van de bijlage zijn opgenomen. De wijzigingsbepaling voegt specifieke wetgeving van enkele lidstaten toe aan de lijst in de bijlage. Punt 9 van de bijlage bepaalt de inhoud van bijlage X van Verordening 883/2004 betreffende bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen. In artikel 70 van de verordening zijn bijzondere regels vastgesteld voor dit type van gemengde (sociale zekerheid/sociale bijstand) uitkeringen. In tegenstelling tot de andere prestaties waarop de verordening betrekking heeft, zijn bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen niet exporteerbaar. Met andere woorden, deze uitkeringen zijn alleen verschuldigd als de ontvanger woonachtig is in de lidstaat die de uitkering toekent. De bijlage bevat een lijst van bijzondere niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen voor iedere lidstaat. De vermeldingen in de bijlage zijn grotendeels identiek aan de vermeldingen in bijlage II bis van Verordening 1408/71, de momenteel geldende tekst die overeenkomt met bijlage X van Verordening 883/2004. Punt 10 van de bijlage wijzigt bijlage XI van Verordening 883/2004 over bijzondere bepalingen betreffende de toepassing van de wetgeving van de lidstaten. Artikel 83 van de verordening voorziet daarin. Bijlage XI bevat een aparte sectie voor iedere lidstaat, met indien noodzakelijk aanvullende bepalingen betreffende specifieke aspecten van de wetgeving van die lidstaat. Het doel van alle vermeldingen is te verzekeren dat de verordening probleemloos kan worden toegepast in de betreffende lidstaat. Er is al een voorstel betreffende deze bijlage ingediend (Document van de Raad 5672/06 SOC 28
NL
7
NL
CODEC 66- COM(2006) 7) dat momenteel in de Raad behandeld wordt. Dat voorstel bevat vermeldingen voor alle lidstaten met uitzondering van Bulgarije en Roemenië. Deze wijzigingsbepaling voegt derhalve alleen vermeldingen voor Bulgarije en Roemenië aan de bijlage toe.
NL
8
NL
2007/0129 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 42 en 308, Gezien het voorstel van de Commissie1, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité2, Gezien het advies van het Comité van de Regio's3, Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag4, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels5 bepaalt dat de inhoud van de bijlagen II en X bij die verordening vastgesteld moet worden vóór de datum van toepassing van die verordening.
(2)
De bijlagen I, III, IV, VI, VIII, IX en XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004 moeten worden aangepast om rekening te houden met de regelingen van de lidstaten die sinds de vaststelling van de verordening tot de Europese Unie zijn toegetreden.
(3)
Enkele andere minder belangrijke wijzigingen van de bijlagen I, III, IV, VII en IX bij Verordening (EG) nr. 883/2004 zijn noodzakelijk om rekening te houden met recente ontwikkelingen in andere lidstaten.
1
PB C van , blz.. PB C van , blz.. PB C van , blz.. PB C van , blz.. PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.
2 3 4 5
NL
9
NL
(4)
In Verordening (EG) nr. 883/2004 is bepaald dat die verordening van toepassing is met ingang van de datum van inwerkingtreding van de toepassingsverordening. Deze verordening dient dus vanaf diezelfde datum van toepassing te zijn.
(5)
Bijgevolg dient Verordening (EG) nr. 883/2004 dienovereenkomstig te worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De bijlagen bij Verordening (EG) nr. 883/2004 worden overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van de toepassingsverordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement De voorzitter
NL
Voor de Raad De voorzitter
10
NL
BIJLAGE (1) 1.
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd: In deel I (voorschotten op onderhoudsverplichtingen): a) na de vermelding onder "A. BELGIË" wordt de volgende vermelding ingevoegd: "B. BULGARIJE Onderhoudsbetalingen door de staat uit hoofde van artikel 92 van de Gezinswet."; b) De rubrieken "B. DENEMARKEN", "C. DUITSLAND" en "D. FRANKRIJK" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "C. DENEMARKEN", "D. DUITSLAND" en "E. FRANKRIJK"; c) na de vermelding onder "E. FRANKRIJK" wordt de volgende vermelding ingevoegd: "F. LUXEMBURG Voorschotten op en terugvordering van onderhoudsbetalingen in de zin van de wet van 26 juli 1980."; d) De rubriek "E. OOSTENRIJK" wordt opnieuw genummerd "G. OOSTENRIJK"; e) na de vermelding onder "G. OOSTENRIJK" wordt de volgende vermelding ingevoegd: "H. POLEN. Voorschot op alimentatie ingevolge de Wet inzake gerechtelijke stappen tegen alimentatieschuldenaren en voorschotten op alimentatie."; f)
De rubriek "F. PORTUGAL" wordt opnieuw genummerd "I. PORTUGAL";
g)
Na de vermelding onder "I. PORTUGAL" worden de volgende vermeldingen ingevoegd:
"J. SLOVENIË Vervangende onderhoudsbetalingen volgens de Wet op het overheidsgarantie- en onderhoudsverplichtingenfonds van 25 juli 2006. K. SLOWAKIJE Vervangende alimentatie-uitkeringen (vervangende onderhoudsbetalingen) ingevolge Wet nr. 452/2004 Coll. betreffende vervangende alimentatie-uitkeringen, als gewijzigd bij latere verordeningen.";
NL
11
NL
h)
2.
De rubrieken "G. FINLAND" en "H. ZWEDEN" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "L. FINLAND" en "M. ZWEDEN".
In deel II (bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie): a)
Na de vermelding onder "A. BELGIË" worden de volgende vermeldingen ingevoegd:
"B. BULGARIJE Moederschapsuitkering ineens (Wet op gezinsbijslagen voor kinderen). C. TSJECHIË Uitkering bij geboorte. D. ESTLAND a) Uitkering bij geboorte; b) Uitkering bij adoptie."; b)
De rubrieken "B. SPANJE" en "C. FRANKRIJK" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "E. SPANJE" en "F. FRANKRIJK".
c)
Na de vermelding onder "F. FRANKRIJK" worden de volgende vermeldingen ingevoegd:
"G. LETLAND a) Uitkering bij geboorte; b) Uitkering bij adoptie. H. LITOUWEN Vaste uitkering bij geboorte.". d) De rubriek "D. LUXEMBURG" wordt opnieuw genummerd "I. LUXEMBURG"; e)
Na de vermelding onder "I. LUXEMBURG" worden de volgende vermeldingen ingevoegd:
"J. HONGARIJE Moederschapsuitkering. K. POLEN Eenmalige geboortetoelage (Wet inzake gezinstoeslagen).
NL
12
NL
L. ROEMENIË Uitkering bij geboorte. M. SLOVENIË Uitkering bij geboorte. N. SLOWAKIJE a) Uitkering bij geboorte; b) Aanvulling op de uitkering bij geboorte."; f) De rubriek "E. FINLAND" wordt opnieuw genummerd "O. FINLAND";
NL
13
NL
(2)
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt vervangen door: "BIJLAGE II BEPALINGEN VAN BILATERALE VERDRAGEN DIE VAN TOEPASSING BLIJVEN EN DIE, NAARGELANG HET GEVAL, BEPERKT ZIJN TOT DE PERSONEN DIE ONDER DEZE BILATERALE BEPALINGEN VALLEN (Artikel 8, lid 1)
A. Bepalingen van verdragen betreffende sociale zekerheid die van toepassing blijven 1. BELGIË-DUITSLAND De artikelen 3 en 4 van het slotprotocol van 7 december 1957 bij het Algemeen Verdrag van die datum, zoals gewijzigd bij het aanvullend protocol van 10 november 1960 (samentelling van tijdvakken van verzekering in bepaalde grensregio's voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog). 2. BULGARIJE-DUITSLAND Artikel 28, lid 1, onder b), van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 17 december 1997. 3. BULGARIJE-OOSTENRIJK Artikel 38, lid 3, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 14 april 2005. 4. BULGARIJE-SLOVENIË Artikel 32, lid 2, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 18 december 1957. 5. TSJECHIË - DUITSLAND Artikel 39, lid 1, onder b) en c), van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid van 27 juli 2001. 6. TSJECHIË - CYPRUS Artikel 32, lid 4, van de Overeenkomst inzake sociale zekerheid van 19 januari 1999. 7. TSJECHIË - LUXEMBURG Artikel 52, lid 8, van de Overeenkomst van 17 november 2000. 8. TSJECHIË - OOSTENRIJK Artikel 32, lid 3, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 20 juli 1999. 9. TSJECHIË - SLOWAKIJE
NL
14
NL
De artikelen 12, 20 en 33 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid van 29 oktober 1992. 10. DENEMARKEN-FINLAND Artikel 7 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 18 augustus 2003, betreffende dekking van bijkomende reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt. 11. DENEMARKEN-ZWEDEN Artikel 7 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 18 augustus 2003, betreffende dekking van bijkomende reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt. 12. DUITSLAND-SPANJE Artikel 45, lid 2, van het Verdrag inzake sociale zekerheid van 4 december 1973 (vertegenwoordiging door diplomatieke en consulaire autoriteiten). 13. DUITSLAND-FRANKRIJK a) het vierde Aanvullend Akkoord van 10 juli 1950 bij het Algemeen Verdrag van dezelfde datum, zoals gewijzigd bij het tweede Aanvullend Akkoord van 18 juni 1955 (samentelling van tijdvakken van verzekering tussen 1 juli 1940 en 30 juni 1950); b) Titel I van het genoemde tweede Aanvullend Akkoord (samentelling van tijdvakken van verzekering vóór 8 mei 1945); c) De punten 6, 7 en 8 van het Algemeen Protocol van 10 juli 1950 bij het Algemeen Verdrag van dezelfde datum (administratieve regelingen); d) De delen II, III en IV van het Akkoord van 20 december 1963 (sociale zekerheid met betrekking tot het Saarland). 14. DUITSLAND-LUXEMBURG De artikelen 4, 5, 6 en 7 van het Verdrag van 11 juli 1959 (samentelling van tijdvakken van verzekering tussen september 1940 en juni 1946). 15. DUITSLAND-HONGARIJE Artikel 40, lid 1, onder b), van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 2 mei 1998. 16. DUITSLAND-NEDERLAND De artikelen 2 en 3 van de vierde Aanvullende Overeenkomst van 21 december 1956 bij het Verdrag van 29 maart 1951 (regeling van aanspraken die door Nederlandse
NL
15
NL
werknemers tussen 13 mei 1940 en 1 september 1945 op grond van de Duitse sociale verzekering zijn verkregen). 17. DUITSLAND-OOSTENRIJK a) Artikel 1, lid 5, en artikel 8 van het Verdrag inzake werkloosheidsverzekering van 19 juli 1978 en artikel 10 van het slotprotocol bij dit verdrag (toekenning van werkloosheidsuitkeringen aan grensarbeiders door de lidstaat waar zij eerder gewerkt hebben) blijven van toepassing op personen die op of vóór 1 januari 2005 als grensarbeider gewerkt hebben en vóór 1 januari 2011 werkloos worden; b) Artikel 14, lid 2, onder g), h), i) en j) van het Verdrag betreffende sociale zekerheid van 4 oktober 1995, over de verdeling van bevoegdheden tussen deze twee landen betreffende oude verzekeringsgevallen en opgebouwde tijdvakken van verzekering. 18. DUITSLAND - POLEN a) Verdrag van 9 oktober 1975 betreffende voorzieningen voor ouderdom en arbeidsletsel, onder de voorwaarden en binnen de grenzen bepaald in artikel 27, leden 2 tot en met 4, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 8 december 1990; b) Artikel 27, lid 5, en artikel 28, lid 2, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 8 december 1990. 19. DUITSLAND - ROEMENIË Artikel 28, lid 1, onder b), van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 8 april 2005. 20. DUITSLAND - SLOVENIË Artikel 42 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 24 september 1997. 21. DUITSLAND - SLOWAKIJE Artikel 29, leden 1, 2 en 3, van het akkoord van 12 september 2002. 22. DUITSLAND-VERENIGD KONINKRIJK a) Artikel 7, leden 5 en 6, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 20 april 1960 (wetgeving van toepassing op burgerpersoneel van de strijdkrachten); b) Artikel 5, leden 5 en 6, van het Verdrag betreffende werkloosheidsverzekering van 20 april 1960 (wetgeving van toepassing op burgerpersoneel van de strijdkrachten). 23. IERLAND-VERENIGD KONINKRIJK Artikel 8 van het Akkoord van 14 september 1971 betreffende de sociale zekerheid (over de overdracht en samentelling van bepaalde rechten op invaliditeitsuitkeringen).
NL
16
NL
24. SPANJE - PORTUGAL Artikel 22 van het Algemeen Verdrag van 11 juni 1969 (export van werkloosheidsuitkeringen). 25. ITALIË - SLOVENIË a) Overeenkomst betreffende de regeling van wederzijdse verplichtingen met betrekking tot sociale verzekeringen, onder verwijzing naar paragraaf 7 van bijlage XIV bij het Vredesverdrag (overeenkomst gesloten bij briefwisseling van 5 februari 1959); b) Artikel 45, lid 3, van het Verdrag betreffende sociale zekerheid van 7 juli 1997 betreffende de ex-Zone B van de Vrije Zone Triëst. 26. LUXEMBURG - SLOWAKIJE Artikel 50, lid 5, van het Verdrag inzake sociale zekerheid van 23 mei 2002. 27. HONGARIJE - OOSTENRIJK Artikel 36, lid 3, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 31 maart 1999. 28. HONGARIJE - SLOVENIË Artikel 31 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 7 oktober 1957. 29. HONGARIJE - SLOWAKIJE Artikel 34, lid 1, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 30 januari 1959. 30. OOSTENRIJK - POLEN Artikel 33, lid 3, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 7 september 1998. 31. OOSTENRIJK - ROEMENIË Artikel 37, lid 3, van de Overeenkomst inzake sociale zekerheid van 28 oktober 2005. 32. OOSTENRIJK - SLOVENIË Artikel 37 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 10 maart 1997. 33. OOSTENRIJK - SLOWAKIJE Artikel 34, lid 3, van het Akkoord betreffende de sociale zekerheid van 21 december 2001. 34. PORTUGAL-VERENIGD KONINKRIJK
NL
17
NL
Artikel 2, lid 1, van het Protocol betreffende medische behandelingen van 15 november 1978. 35. FINLAND-ZWEDEN Artikel 7 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 18 augustus 2003, betreffende dekking van bijkomende reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt. B.
Bepalingen van verdragen die van toepassing blijven maar waarvan de toepassing niet wordt uitgebreid tot alle personen op wie de verordening van toepassing is 1. BULGARIJE-OOSTENRIJK Artikel 38, lid 3, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 14 april 2005. 2. TSJECHIË - CYPRUS Artikel 32, lid 4, van de Overeenkomst inzake sociale zekerheid van 19 januari 1999. 3. TSJECHIË - OOSTENRIJK Artikel 32, lid 3, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 20 juli 1999. 4. DUITSLAND-OOSTENRIJK Artikel 14, lid 2, onder g), h), i) en j) van het Verdrag betreffende sociale zekerheid van 4 oktober 1995, over de verdeling van bevoegdheden tussen deze twee landen betreffende oude verzekeringsgevallen en opgebouwde tijdvakken van verzekering. 5. DUITSLAND - SLOVENIË Artikel 42 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 24 september 1997. 6. ITALIË - SLOVENIË a) Overeenkomst betreffende de regeling van wederzijdse verplichtingen met betrekking tot sociale verzekeringen, onder verwijzing naar paragraaf 7 van bijlage XIV bij het Vredesverdrag (overeenkomst gesloten bij briefwisseling van 5 februari 1959); b) Artikel 45, lid 3, van het Verdrag betreffende sociale zekerheid van 7 juli 1997 betreffende de ex-Zone B van de Vrije Zone Triëst. 7. HONGARIJE - OOSTENRIJK Artikel 36, lid 3, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 31 maart 1999. 8. HONGARIJE - SLOVENIË
NL
18
NL
Artikel 31 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 7 oktober 1957. 9. HONGARIJE - SLOWAKIJE Artikel 34, lid 1, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 30 januari 1959. 10. OOSTENRIJK - POLEN Artikel 33, lid 3, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 7 september 1998. 11. OOSTENRIJK - ROEMENIË Artikel 37, lid 3, van de Overeenkomst inzake sociale zekerheid van 28 oktober 2005. 12. OOSTENRIJK - SLOVENIË Artikel 37 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 10 maart 1997. 13. OOSTENRIJK - SLOWAKIJE Artikel 34, lid 3, van het Akkoord betreffende de sociale zekerheid van 21 december 2001.".
NL
19
NL
(3)
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Na de vermelding "DENEMARKEN" wordt de vermelding "ESTLAND" ingevoegd.
2.
Na de vermelding "IERLAND" worden de volgende vermeldingen ingevoegd: "ITALIË LITOUWEN HONGARIJE".
NL
20
NL
(4) 1.
Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd: Na de vermelding "BELGIË" worden de volgende vermeldingen ingevoegd: "BULGARIJE TSJECHIË".
2.
De vermelding "ITALIË" wordt geschrapt.
3.
Na de vermelding "FRANKRIJK" wordt de vermelding "CYPRUS" ingevoegd.
4.
Na de vermelding "LUXEMBURG" wordt de vermelding "HONGARIJE" ingevoegd.
5.
Na de vermelding "OOSTENRIJK" worden de volgende vermeldingen ingevoegd: "POLEN SLOVENIË".
NL
21
NL
(5) 1.
Bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd: Aan het begin van de bijlage worden de volgende vermeldingen toegevoegd: "A. TSJECHIË Volledig arbeidsongeschiktheidspensioen voor personen die volledig arbeidsongeschikt worden voor zij 18 jaar oud zijn, en die niet voor de vereiste periode verzekerd zijn geweest (Sectie 42 van de Pensioenverzekeringswet nr. 155/1995 Coll.). B. ESTLAND a) Invaliditeitspensioenen die voor 1 april 2000 zijn toegekend onder de Wet op de uitkeringen van de staat, en die gehandhaafd zijn onder de Wet op de pensioenverzekering van de staat. b) Nationale pensioenen wegens invaliditeit, uit hoofde van de Wet op de pensioenverzekering van de staat. c) Invaliditeitspensioenen toegekend overeenkomstig de Wet inzake dienst in de strijdkrachten, de Wet inzake dienst als politieambtenaar, de Wet inzake dienst bij het Openbaar Ministerie, de Wet inzake de status van rechters, de Wet inzake de vergoedingen, pensioenen en andere sociale voordelen van leden van de Riigikogu, en de Wet inzake de vergoedingen van de President van de Republiek.".
2.
De rubrieken "A. GRIEKENLAND" en "B. IERLAND" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "C. IERLAND" en "D. GRIEKENLAND".
3.
Na de vermelding onder "D. GRIEKENLAND" wordt de volgende vermelding ingevoegd: "E. LETLAND Invaliditeitspensioenen (derde groep) uit hoofde van artikel 16, leden 1 en 2, van de Wet op de staatspensioenen van 1 januari 1996.".
4.
NL
De rubrieken "C. FINLAND", "D. ZWEDEN" en "E. VERENIGD KONINKRIJK" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "F. FINLAND", "G. ZWEDEN" en "H. VERENIGD KONINKRIJK".
22
NL
(6)
NL
Bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In de tabellen "BELGIË" en "FRANKRIJK" worden de regels betreffende Luxemburg geschrapt.
2.
De tabel "LUXEMBURG" wordt geschrapt.
23
NL
(7) 1.
Deel 2 van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd: Aan het begin van deel 2 wordt de volgende vermelding toegevoegd: "N. BULGARIJE Ouderdomspensioenen uit hoofde van de aanvullende verplichte pensioenverzekering, onder deel II, titel II, van de Socialeverzekeringswet.".
2.
De rubrieken "N. FRANKRIJK", "O. LETLAND", "P. HONGARIJE", "Q. OOSTENRIJK" en "R. POLEN" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "O. FRANKRIJK", "P. LETLAND", "Q. HONGARIJE", "R. OOSTENRIJK" en "S. POLEN".
3.
Na de vermelding onder "S. POLEN" wordt de volgende vermelding ingevoegd: "T. ROEMENIË Regelingen waarbij pensioenen worden berekend op basis van pensioenpunten.".
4.
NL
De rubrieken "S. SLOVENIË", "T. SLOWAKIJE", "U. ZWEDEN" en "V. VERENIGD KONINKRIJK" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "U. SLOVENIË", "V. SLOWAKIJE", "W. ZWEDEN" en "X. VERENIGD KONINKRIJK".
24
NL
(8) 1.
Bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd: In deel I: a) na de vermelding onder "F. IERLAND" wordt de volgende vermelding ingevoegd: "G. LETLAND Invaliditeitspensioenen (derde groep) uit hoofde van artikel 16, leden 1 en 2, van de Wet op de staatspensioenen van 1 januari 1996.”; b) De rubriek "G. NEDERLAND" wordt opnieuw genummerd "H. NEDERLAND" en aan de vermelding daaronder wordt de volgende tekst toegevoegd: "De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) van 10 november 2005."; c) De rubrieken "H. FINLAND" en "I. ZWEDEN" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "I. FINLAND" en "J. ZWEDEN"; d) De vermelding onder de rubriek "J. ZWEDEN" wordt vervangen door: "Inkomensgerelateerde uitkering bij ziekte en activiteitstoelage (Wet 1962:381). Gegarandeerde pensioenen en uitkeringen die in de plaats zijn gekomen van de volledige staatspensioenen onder de wetgeving inzake staatspensioenen die tot 1 januari 1993 van kracht was, en de volledige staatspensioenen die zijn toegekend op grond van de overgangsregelingen die daarna van kracht waren.".
2.
In deel II: a) na de vermelding onder "C. ITALIË" worden de volgende vermeldingen ingevoegd: "D. LETLAND Nabestaandenpensioenen berekend op basis van veronderstelde tijdvakken van verzekering (artikel 23, lid 8, van de Wet op de staatspensioenen van 1 januari 1996). E. LITOUWEN a) Socialeverzekeringspensioenen van de staat wegens arbeidsongeschiktheid, uitgekeerd ingevolge de Wet op de socialeverzekeringspensioenen. b) Socialeverzekeringspensioenen van de staat voor nabestaanden en wezen, berekend op basis van het pensioen wegens arbeidsongeschiktheid van de overledene uit hoofde van de Wet op de socialeverzekeringspensioenen.". b) De rubriek "D. LUXEMBURG" wordt opnieuw genummerd "F. LUXEMBURG"; c)
NL
Na de vermelding onder "F. LUXEMBURG" wordt de volgende vermelding ingevoegd:
25
NL
"G. SLOWAKIJE a) Slowaakse invaliditeitspensioenen nabestaandenpensioenen;
en
de
daarvan
afgeleide
b) Invaliditeitspensioen voor personen die als kinderen ten laste invalide zijn geworden en altijd geacht worden het vereiste tijdvak van verzekering te hebben vervuld (artikel 70, lid 2, artikel 72, lid 3, en artikel 73, leden 3 en 4, van Wet nr. 461/2003 op de sociale verzekering, zoals gewijzigd)."; d) De rubrieken "E. FINLAND" en "F. ZWEDEN" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "H. FINLAND" en "I. ZWEDEN". 3.
In deel III wordt de vermelding "Het Noordse Verdrag van 15 juni 1992 betreffende de sociale zekerheid" vervangen door: "Het Noordse Verdrag van 18 augustus 2003 betreffende de sociale zekerheid.".
NL
26
NL
(9)
Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt vervangen door: "BIJLAGE X BIJZONDERE, NIET OP PREMIE- OF BIJDRAGEBETALING BERUSTENDE PRESTATIES (artikel 70, lid 2, onder c)) A. BELGIË a) De inkomensvervangende tegemoetkoming (Wet van 27 februari 1987); b) Gewaarborgd inkomen voor bejaarden (Wet van 22 maart 2001). B. BULGARIJE Sociaal pensioen voor ouderen (artikel 89 van de Socialezekerheidswet). C. TSJECHIË Sociale uitkering (Wet op de openbare sociale bijstand nr. 117/1995 Sb.) D. DENEMARKEN Huisvestingskosten van gepensioneerden (Wet op de steun voor individuele huisvesting, gecodificeerd bij Wet nr. 204 van 29 maart 1995). E. DUITSLAND Minimuminkomen voor ouderen en voor personen met verminderde verdiencapaciteit uit hoofde van hoofdstuk 4 van boek XII van de Sociale Wet. Uitkeringen ter dekking van eerste levensbehoeften in het kader van de basisvoorziening voor werkzoekenden, tenzij voor deze uitkeringen voldaan wordt aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tijdelijke aanvullende uitkering na ontvangst van een werkloosheidsuitkering (artikel 24, lid 1, van Deel II van de Sociale Wet). F. ESTLAND a) Uitkering voor gehandicapte volwassenen (Wet betreffende de sociale uitkeringen voor gehandicapten van 27 januari 1999). b) Werkloosheidsuitkering van de staat (Wet arbeidsmarktdiensten en -ondersteuning van 29 september 2005). G. IERLAND a) Toelage voor werkzoekenden (Social Welfare (Consolidation) Act 2005, deel III, hoofdstuk 2);
NL
27
NL
b) Niet op bijdrage- of premiebetaling berustend staatspensioen (Social Welfare (Consolidation) Act 2005, deel III, hoofdstuk 4); c) Weduwen- en weduwnaarspensioen (niet op premie- of bijdragebetaling berustend) (Social Welfare (Consolidation) Act 2005, deel III, hoofdstuk 6); d) Uitkering voor gehandicapten (Social Welfare (Consolidation) Act 2005, deel III, hoofdstuk 10); e) Mobiliteitstoelage (Health Act 1970, sectie 61). f) Blindenpensioen (Social Welfare (Consolidation) Act 2005, deel III, hoofdstuk 5). H. GRIEKENLAND De bijzondere prestaties voor bejaarden (Wet nr. 1296/82). I. SPANJE a) Het gegarandeerd minimuminkomen (Wet nr. 13/82 van 7 april 1982); b) Bijstandsuitkeringen voor bejaarden en arbeidsongeschikte invaliden (Koninklijk Decreet nr. 2620/81 van 24 juli 1981); c) Niet op premie- of bijdragebetaling berustende invaliditeits- en ouderdomspensioenen als bedoeld in artikel 38, lid 1, van de geconsolideerde tekst van de Algemene Wet op de sociale zekerheid, goedgekeurd bij Koninklijk Wetgevend Decreet nr. 1/1994 van 20 juni 1994; d) Uitkeringen ter bevordering van mobiliteit en ter compensatie van vervoerskosten (Wet nr. 13/1982 van 7 april 1982). J. FRANKRIJK a) Aanvullende uitkeringen van het Speciale Fonds voor invaliden en het Solidariteitsfonds voor ouderen (Wet van 30 juni 1956, gecodificeerd in boek VIII van de Socialezekerheidswet); b) Uitkering voor gehandicapte volwassenen (Wet van 30 juni 1975, gecodificeerd in boek VIII van de Socialezekerheidswet); c) Bijzondere uitkering (Wet van 10 juli 1952, gecodificeerd in boek VIII van de Socialezekerheidswet). K. ITALIË a) Sociaal pensioen voor onderdanen zonder inkomsten (Wet nr. 153 van 30 april 1969); b) Pensioen, uitkeringen en vergoedingen voor niet-oorlogsinvaliden of -gehandicapten (Wet nr. 118 van 30 maart 1974, Wet nr. 18 van 11 februari 1980 en Wet nr. 508 van 23 november 1988);
NL
28
NL
c) Pensioen en vergoedingen voor doofstommen (Wet nr. 381 van 26 mei 1970 en Wet nr. 508 van 23 november 1988); d) Pensioen en vergoedingen voor niet-oorlogsblinden (Wet nr. 382 van 27 mei 1970 en Wet nr. 508 van 23 november 1988); e) Aanvullingen op de minimumuitkering (Wet nr. 218 van 4 april 1952, Wet nr. 638 van 11 november 1983 en Wet nr. 407 van 29 december 1990); f) Aanvullingen op de invaliditeitsuitkering (Wet nr. 222 van 12 juni 1984); g) Sociaal pensioen (Wet nr. 335 van 8 augustus 1995); h) Sociaal supplement (artikel 1, leden 1 en 12, van Wet nr. 544 van 29 december 1988 en achtereenvolgende wijzigingen). L. CYPRUS a) Sociaal pensioen van 1995 (Wet 25(I)/95, zoals gewijzigd); b) Toelage voor ernstig motorisch gehandicapten (Besluiten van de ministerraad nr. 38210 van 16.10.1992, 41370 van 1.8.1994, 46183 van 11.6.1997, en 53675 van 16.5.2001); c) Speciale toelage voor blinden (Wet op de speciale toelagen van 1996 (Wet 77(I)/96), zoals gewijzigd). M. LETLAND a) Socialezekerheidsuitkering van de staat (Wet op de sociale bijstand van 1 januari 2003); b) Toelage als tegemoetkoming in de vervoerskosten van gehandicapten met een beperkte mobiliteit (Wet op de sociale bijstand van 1 januari 2003). N. LITOUWEN a) Socialebijstandspensioen (Wet op de sociale overheidsuitkeringen van 2005, artikel 5); b) Bijzondere steunvergoeding (Wet op de sociale overheidsuitkeringen van 2005, artikel 15); c) Bijzondere vervoersvergoeding voor gehandicapten met mobiliteitsproblemen (Wet op de vervoersvergoeding van 2000, artikel 7). O. LUXEMBURG Inkomenssteun voor ernstig gehandicapten (artikel 1, lid 2, van de Wet van 12 september 2003), met uitzondering van personen die officieel als gehandicapte werknemers erkend zijn en werkzaam zijn op de gewone arbeidsmarkt of in een beschermde omgeving.
NL
29
NL
P. HONGARIJE a) Invaliditeitstoelage (Besluit nr. 83/1987 (XII 27) van de Ministerraad betreffende invaliditeitstoelagen); b) Niet op premie- of bijdragebetaling berustende ouderdomsuitkering (Wet III op de sociale administratie en de sociale uitkeringen van 1993); c) Vervoersuitkering (Regeringsbesluit nr. 164/1995 (XII 27) betreffende vervoersuitkeringen voor personen met een ernstige lichamelijke handicap). Q. MALTA a) Aanvullende uitkering (sectie 73 van de Social Security Act (Cap. 318) van 1987); b) Ouderdomspensioen (Social Security Act (Cap. 318) van 1987). R. NEDERLAND a) Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van 24 april 1997 (Wajong); b) Toeslagenwet van 6 november 1986 (TW). S. OOSTENRIJK Compenserende aanvulling (Federale wet van 9 september 1955 betreffende de algemene sociale verzekering - ASVG, Federale wet van 11 oktober 1978 betreffende de sociale verzekering voor personen werkzaam in de handel – GSVG, en Federale wet van 11 oktober 1978 betreffende de sociale verzekering voor landbouwers - BSVG). T. POLEN. Sociaal pensioen (Wet op de sociale pensioenen van 27 juni 2003). U. PORTUGAL a) Het (premievrije) ouderdoms- en invaliditeitspensioen (Wetsbesluit nr. 464/80 van 13 oktober 1980); b) Het niet op bijdrage- of premiebetaling berustende weduwepensioen (Reglement nr. 52/81 van 11 november 1981). V. ROEMENIË Maandelijkse uitkering voor gehandicapten (Noodverordening nr. 102/1999 betreffende bijzondere bescherming en werkgelegenheid voor gehandicapten, bevestigd bij Wet nr. 519/2002). W. SLOVENIË
NL
30
NL
a) Staatspensioen (Wet op de pensioen- en arbeidsongeschiktheidsverzekering van 23 december 1999); b) Inkomenssteun voor gepensioneerden (Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering van 23 december 1999);
de
pensioen-
en
c) Onderhoudsuitkering (Wet op de pensioen- en arbeidsongeschiktheidsverzekering van 23 december 1999). X. SLOWAKIJE a) Vóór 1 januari 2004 toegekende aanpassingen van pensioenen die de enige bron van inkomsten vormen; b) Vóór 1 januari 2004 toegekende sociale pensioenen. Y. FINLAND a) Invaliditeitsuitkering (Wet op de invaliditeitsuitkering, 124/88). b) De huisvestingstoelage voor gepensioneerden (Wet op de huisvestingstoelage voor gepensioneerden 591/78); c) De werkgelegenheidsuitkering (Wet betreffende de werkgelegenheidsuitkering 1290/2002); d) Bijzondere bijstand voor immigranten (Wet op de bijzondere bijstand voor immigranten, 1192/2002). Z. ZWEDEN a) Huisvestingstoeslag voor gepensioneerden (Wet van 2001: 761); b) Bijstandsuitkering voor bejaarden (Wet 2001: 853). AA. VERENIGD KONINKRIJK a) Pensioenuitkering van de staat (State Pension Credit Act 2002 en State Pension Credit Act (Northern Ireland) 2002); b) Op het inkomen gebaseerde toelagen voor werkzoekenden (Jobseekers Act 1995 and Jobseekers (Northern Ireland) Order 1995); c) Inkomenssteun (Social Security Contributions and Benefits Act 1992 en Social Security and Benefits (Northern Ireland) Act 1992); d) Onderhoudsuitkering voor gehandicapten, mobiliteitscomponent (Social Security Contributions and Benefits Act 1992 en Social Security Contributions and Benefits (Northern Ireland) Act 1992).".
NL
31
NL
(10) 1.
Bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd: Na de vermelding onder "A. BELGIË" wordt de volgende vermelding ingevoegd: "B. BULGARIJE Artikel 33 van de Bulgaarse Ziekteverzekeringswet is van toepassing op alle personen waarvoor Bulgarije de bevoegde lidstaat is ingevolge hoofdstuk 1 van Titel III van deze Verordening.".
2.
De rubrieken "B. TSJECHIË", "C. DENEMARKEN", "D. DUITSLAND", "E. ESTLAND", "F. GRIEKENLAND", "G. SPANJE", "H. FRANKRIJK", "I. IERLAND", "J. ITALIË", "K. CYPRUS", "L. LETLAND", "M. LITOUWEN", "N. LUXEMBURG", "O. HONGARIJE", "P. MALTA", "Q. NEDERLAND", "R. OOSTENRIJK", "S. POLEN", "T. PORTUGAL", "U. SLOVENIË", "V. SLOWAKIJE", "W. FINLAND", "X. ZWEDEN" en "Y. VERENIGD KONINKRIJK" worden opnieuw gerangschikt, met de bijbehorende vermeldingen, en worden "C. TSJECHIË", "D. DENEMARKEN", "E. DUITSLAND", "F. ESTLAND", "G. IERLAND", "H. GRIEKENLAND", "I. SPANJE", "J. FRANKRIJK", "K. ITALIË", "L. CYPRUS", "M. LETLAND", "N. LITOUWEN", "O. LUXEMBURG", "P. HONGARIJE", "Q. MALTA", "R. NEDERLAND", "S. OOSTENRIJK", "T. POLEN", "U. PORTUGAL", "W. SLOVENIË", "X. SLOWAKIJE", "Y. FINLAND", "Z. ZWEDEN" en "AA. VERENIGD KONINKRIJK".
3.
Na de vermelding onder "U. PORTUGAL" wordt de volgende vermelding ingevoegd: "V. ROEMENIË Geen.".
NL
32
NL